Wat is de belangrijkste eis van de Warenwet?

De Warenwet verplicht de fabrikant een veilig product (dus niet een gezond product!) op de markt te brengen. Een veilig product wil zeggen dat de consument niet direct in het ziekenhuis belandt na het eten van het desbetreffende product.
Om een veilig product te garanderen, moet de fabrikant het product conserveren. De levensmiddelenindustrie kent een aantal conserveringstechnieken:

  • Het verhitten. De verhittingstap in het productieproces is de meest gebruikte conserveringstechniek. Zo worden melk, yoghurt en frisdranken verhit. De fabrikant is niet wettelijk verplicht de verhittingstap op de verpakking te zetten.
  • Door conserveringsmiddelen (kaliumsorbaat en nitriet) toe te voegen. Kaliumsorbaat zit in frisdrank en nitriet in vleeswaren.
  • Door zuurstof uit het product weg te halen. Zuurstof kan weggehaald worden door vitamine C toe te voegen (toegepast in frisdranken en sappen), door het product te verpakken onder een beschermend atmosfeer, door het product vacuüm te verpakken of door zuurstofabsorberende folie toe te voegen. Het zuurstofabsorberende folie is het folie op de bodem van een bakje vleeswaren.
  • Door de temperatuur tot 4, 7 of -18 graden Celcus te verlagen.
  • Door de wateractiviteit van het product te verlagen. De wateractiviteit kan verlaagd worden door zout, suiker en/of verdikkingsmiddelen toe te voegen. Door het verlagen van de wateractiviteit blijft dus minder water voor de groei van bederfveroorzakende microorganismen over. Deze conserveringstechniek wordt toegepast bij worst en ingeblikte groenten en fruit.
  • Door de zuurgraad van het product te verlagen. De zuurgraad van het product kan verlaagd worden door koolzuur, citroenzuur, fosforzuur, azijn en citroensap toe te voegen. Koolzuur en citroenzuur zitten vaak in frisdranken.
  • Door de pH van het product te handhaven. De pH van het product kan gehandhaafd worden door zuurteregelaars (zoals natriumcitraat) toe te voegen. Natriumcitraat zit vaak in frisdranken en vruchtensappen.