Voeding en gezondheid

Teveel buikvet verhoogt longkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt abdominale obesitas (teveel buikvet) de kans op het krijgen van longkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 6 prospectieve cohort studies met 5827 mensen met longkanker onder 831535 deelnemers. 

De follow-up duur varieerde tussen 7 en 15.1 jaar.
De afzonderlijke studies werden gecorrigeerd voor potentiële confounders, zoals leeftijd, lichamelijke activiteit en roken.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 10 cm in buikomtrek de kans op het krijgen van longkanker significant met 10% [RR = 1.10, 95% BI = 1.04-1.17, I2 = 27.7%] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 0.1 punt in de taille-heupverhouding, de kans op het krijgen van longkanker significant met 5% [RR = 1.05, 95% BI = 1.00-1.11, I2 = 25.2%] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat een hoge taille-heup verhouding, de kans op het krijgen van longkanker onder ex-rokers significant met 11% [RR = 1.11, 95% BI = 1.00-1.23] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat een grote buikomtrek de kans op het krijgen van longkanker onder niet rokers significant met 11% [RR = 1.11, 95% BI = 1.00-1.23] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat een grote buikomtrek de kans op het krijgen van longkanker onder ex-rokers significant met 12% [RR = 1.12, 95% BI = 1.03-1.22] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat een grote buikomtrek de kans op het krijgen van longkanker onder rokers significant met 16% [RR = 1.16, 95% BI = 1.08-1.25] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat abdominale obesitas de kans op het krijgen van longkanker verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Abdominal Obesity and Lung Cancer Risk: Systematic Review and Meta-Analysis of Prospective Studies by Hidayat K, Du X, […], Shi B.

Link:
http://www.mdpi.com/2072-6643/8/12/810/htm

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over kanker en overgewicht.

Abdominale obesitas oftewel teveel buikvet kan vastgesteld worden aan de hand van de buikomtrek en de taille-heupverhouding (omtrek taille gedeeld door omtrek heupen).

Beta-caroteen via voeding verlaagt heupfracturen onder Aziatische mannen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van carotenoïden de kans op het krijgen van heupfractuur?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 5 prospectieve cohort studies en 2 patiënt-controle studies met in totaal 140265 deelnemers, waarvan 4324 mensen met fracturen. De leeftijd was 50 jaar en ouder (50-80 jaar). 80% van de studies was post-menopauzale vrouwen.

De follow-up duur van de cohort studies varieerde tussen 3.7 en 18 jaar.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel carotenoïden vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van heupfractuur niet significant met 28% [OR = 0.72, 95% BI = 0.51-1.01, I2 = 59.4%, p = 0.06] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel beta-caroteen vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van heupfractuur significant met 28% [OR = 0.72, 95% BI = 0.54-0.95] verlaagde.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het bloed carotenoïdengehalte en de kans op het krijgen van heupfractuur [OR = 0.83, 95% BI = 0.59-1.17].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van veel beta-caroteen vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van heupfractuur onder mannen significant met 47% [OR = 0.57, 95% BI = 0.40-0.81] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van veel beta-caroteen vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van heupfractuur onder mensen ouder dan 60 jaar significant met 43% [OR = 0.57, 95% BI = 0.40-0.81] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van veel beta-caroteen vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van heupfractuur onder mensen met een normaal gewicht (BMI ≤ 25) significant met 38% [OR = 0.62, 95% BI = 0.40-0.96, p = 0.03] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van veel beta-caroteen vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van heupfractuur onder Aziaten significant met 38% [OR = 0.62, 95% BI = 0.40-0.96, p = 0.03] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel beta-caroteen de kans op het krijgen van heupfractuur onder Aziatische mannen ouder dan 60 jaar met een normaal gewicht verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Carotenoids and risk of fracture: a meta-analysis of observational studies by Xu J, Song C, [...], X L.

Link:
http://www.impactjournals.com/oncotarget/index.php?journal=oncotarget&page=article&op=view&path[]=13678&path[]=43468

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over ouderdom en carotenoïden.

Beta-caroteen geeft de karakteristieke kleur aan oranje en gele groenten en fruit.
Deze maaltijd bevat veel beta-caroteen.

Alfa-caroteen, beta-caroteen en luteïne/zeaxanthine via voeding verlaagt non-Hodgkin-lymfklierkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van carotenoïden de kans op het krijgen van non-Hodgkin-lymfklierkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 7 patiënt-controle studies en 3 cohort studies.  

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel alfa-caroteen vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van non-Hodgkin-lymfklierkanker significant met 13% [RR = 0.87, 95% BI = 0.78-0.97] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel beta-caroteen vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van non-Hodgkin-lymfklierkanker significant met 20% [RR = 0.80, 95% BI = 0.68-0.94] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel luteïne/zeaxanthine vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van non-Hodgkin-lymfklierkanker significant met 18% [RR = 0.82, 95% BI = 0.69-0.97] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel alfa-caroteen of beta-caroteen vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van diffuus grootcellig B cel lymfoom (een soort non-Hodgkin-lymfklierkanker) significant verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 1000 microgram alfa-caroteen per dag de kans op het krijgen van non-Hodgkin-lymfklierkanker significant met 13% verlaagde.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van lycopeen of beta-crytoxanthine en de kans op het krijgen van non-Hodgkin-lymfklierkanker.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van alfa-caroteen, beta-caroteen en luteïne/zeaxanthine de kans op het krijgen van non-Hodgkin-lymfklierkanker, met name diffuus grootcellig B cel lymfoom verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Carotenoid intake and risk of non-Hodgkin lymphoma: a systematic review and dose-response meta-analysis of observational studies by Chen F, Hu J, [...], Liu P.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28011986

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over kanker and carotenoïden.

Alfa-caroteen, beta-caroteen, luteïne/zeaxanthine, lycopeen en beta-crytoxanthine zijn carotenoïden.

100 gram rauwe wortelen levert gemiddeld 2684 microgram alfa-caroteen.
100 gram passievrucht levert 410 microgram alfa-caroteen.
 

Veel soja en magere melk verlagen borstkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Welke producten verlagen of verhogen de kans op het krijgen van borstkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 46 cohort studies.
De gemiddelde follow-up duur varieerde tussen 3.9 en 65 jaar.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 8 cohort studies met 19912 vrouwen met borstkanker onder 691383 deelnemers, dat het eten van veel roodvlees vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van borstkanker niet significant met 5% [gepoolde RR = 1.05, 95% BI = 0.95-1.16, I2 = 63.1%] verhoogde. Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden in 6 cohort studies dat het eten van 120 gram roodvlees per dag, de kans op het krijgen van borstkanker significant met 7% [gepoolde RR = 1.07, 95% BI = 1.01-1.14, I2 = 7.1%] verhoogde. Significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden een lineair verband tussen het eten van roodvlees en de kans op het krijgen van borstkanker [p = 0.157].

De onderzoekers vonden in 14 cohort studies met 26952 vrouwen met borstkanker onder 1235085 deelnemers, dat het eten van veel bewerkt vlees vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van borstkanker significant met 7% [gepoolde RR = 1.07, 95% BI = 1.01-1.14, I2 = 34.6%] verhoogde.

De onderzoekers vonden in 12 cohort studies dat het eten van 50 gram bewerkt vlees per dag, de kans op het krijgen van borstkanker significant met 9% [gepoolde RR = 1.09, 95% BI = 1.02-1.17, I2 = 11.8%] verhoogde.

De onderzoekers vonden een lineair verband tussen het eten van bewerkt vlees en de kans op het krijgen van borstkanker [p = 0.633].

De onderzoekers vonden in 11 cohort studies met 19400 vrouwen met borstkanker onder 726947 deelnemers, dat het eten van veel gevogelte vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van borstkanker niet significant met 1% [gepoolde RR = 1.01, 95% BI = 0.93-1.11, I2 = 58%] verhoogde.

De onderzoekers vonden in 10 cohort studies dat het eten van 120 gram gevogelte per dag, de kans op het krijgen van borstkanker niet significant met 3% [gepoolde RR = 0.97, 95% BI = 0.85-1.11, I2 = 33.2%] verlaagde.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van gevogelte en de kans op het krijgen van borstkanker.

De onderzoekers vonden in 18 cohort studies met 20810 vrouwen met borstkanker onder 914451 deelnemers, dat het eten van veel vis vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van borstkanker niet significant met 4% [gepoolde RR = 1.04, 95% BI = 0.97-1.12, I2 = 47.9%] verhoogde.

De onderzoekers vonden in 13 cohort studies dat het eten van 120 gram vis per dag, de kans op het krijgen van borstkanker niet significant met 7% [gepoolde RR = 1.07, 95% BI = 0.94-1.21, I2 = 33.23%] verhoogde.

De onderzoekers vonden in 9 cohort studies met 16910 vrouwen met borstkanker onder 639720 deelnemers, dat het eten van veel eieren vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van borstkanker niet significant met 4% [gepoolde RR = 1.04, 95% BI = 0.98-1.11, I2 = 6.7%] verhoogde.

De onderzoekers vonden in 8 cohort studies dat het eten van 50 gram eieren per dag, de kans op het krijgen van borstkanker niet significant met 4% [gepoolde RR = 1.04, 95% BI = 0.94-1.15, I2 = 26.9%] verhoogde.

De onderzoekers vonden in 10 cohort studies met 12888 vrouwen met borstkanker onder 452916 deelnemers, dat het eten van veel sojaproducten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van borstkanker significant met 8% [gepoolde RR = 0.92, 95% BI = 0.84-1.00, I2 = 0.0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 7 cohort studies dat het eten van 1 portie sojaproducten per dag, de kans op het krijgen van borstkanker significant met 9% [gepoolde RR = 0.91, 95% BI = 0.84-1.00, I2 = 0.0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden een lineair verband tussen het eten van sojaproducten en de kans op het krijgen van borstkanker [p = 0.908].

De onderzoekers vonden in 3 cohort studies met 4506 vrouwen met borstkanker onder 148807 deelnemers, dat het eten van veel noten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van borstkanker niet significant met 4% [gepoolde RR = 0.96, 95% BI = 0.88-1.06, I2 = 0.0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 3 cohort studies dat het eten van 28 gram noten per dag, de kans op het krijgen van borstkanker niet significant met 4% [gepoolde RR = 0.96, 95% BI = 0.84-1.09, I2 = 0.0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 8 cohort studies met 13781 vrouwen met borstkanker onder 554775 deelnemers, dat het drinken van veel volle melk vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van borstkanker niet significant met 1% [gepoolde RR = 0.99, 95% BI = 0.87-1.12, I2 =  37.4%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 5 cohort studies dat het drinken van 200 gram volle melk per dag, de kans op het krijgen van borstkanker niet significant met 2% [gepoolde RR = 1.02, 95% BI = 0.92-1.13, I2 = 32.8%] verhoogde.

De onderzoekers vonden in 7 cohort studies met 16664 vrouwen met borstkanker onder 586726 deelnemers, dat het drinken van veel magere melk vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van borstkanker significant met 7% [gepoolde RR = 0.93, 95% BI = 0.85-1.00, I2 =  40.1%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 5 cohort studies dat het drinken van 200 gram magere melk per dag, de kans op het krijgen van borstkanker significant met 4% [gepoolde RR = 0.96, 95% BI = 0.92-1.00, I2 = 11.9%] verlaagde.

De onderzoekers vonden een lineair verband tussen het drinken van magere melk en de kans op het krijgen van borstkanker [p = 0.109].

De onderzoekers vonden in 5 cohort studies met 6793 vrouwen met borstkanker onder 225057 deelnemers, dat veel yoghurt vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van borstkanker significant met 10% [gepoolde RR = 0.90, 95% BI = 0.82-1.00, I2 = 0.0%] verlaagde

De onderzoekers vonden in 3 cohort studies dat 200 gram yoghurt per dag, de kans op het krijgen van borstkanker niet significant met 13% [gepoolde RR = 0.87, 95% BI = 0.72-1.06, I2 = 0.0%] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het dagelijks eten van 120 gram roodvlees of 50 gram bewerkt vlees de kans op het krijgen van borstkanker verhoogde, terwijl 1 portie sojaproducten of 200 gram magere melk de kans op het krijgen van borstkanker verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary Protein Sources and Incidence of Breast Cancer: A Dose-Response Meta-Analysis of Prospective Studies by Wu J, Zeng R, [...], Zheng Y.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5133114/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over borstkanker, vlees, melkproducten en soja.

Deze maaltijden bevatten veel soja oftewel minimaal 30 gram isoflavonen.

Een portie sojaproducten komt overeen met 200-250 ml sojamelk, een kwart blok tahoe, een halve kop tempé/sojabonen/sojavlees oftewel een portie sojaproducten komt overeen met 8 tot 10 gram soja-eiwitten of 25 mg isoflavonen.

 

Dagelijks 10 gram alcohol verlaagt galstenen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het drinken van alcohol de kans op het krijgen van galstenen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 cohort studies en 10 patiënt-controle studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het drinken veel alcohol vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van galstenen significant met 38% [gepoolde RR = 0.62, 95% BI = 0.49-0.78] verlaagde.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat het drinken veel alcohol vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van galstenen significant met 34% [gepoolde RR = 0.66, 95% BI = 0.48-0.91] verlaagde.

De onderzoekers vonden in patiënt-controle studies dat het drinken veel alcohol vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van galstenen significant met 42% [gepoolde RR = 0.58, 95% BI = 0.45-0.73] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het drinken veel alcohol vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van galstenen onder mannen significant met 43% [gepoolde RR = 0.57, 95% BI = 0.40-0.80] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het drinken veel alcohol vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van galstenen onder vrouwen significant met 36% [gepoolde RR = 0.64, 95% BI = 0.53-0.77] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het drinken van 10 gram alcohol per dag, de kans op het krijgen van galstenen significant met 12% [gepoolde RR = 0.88, 95% BI = 0.84-0.92] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het drinken van alcohol (minimaal 10 gram alcohol per dag) de kans op het krijgen van galstenen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Alcohol consumption and risk of gallstone disease: a meta-analysis by Wang J, Duan X, [...], Jiang X.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27926662

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over alcohol.
 

Vitamine A, beta-caroteen en lycopeen via voeding verlagen waarschijnlijk alvleesklierkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van vitamine A, beta-caroteen of lycopeen de kans op het krijgen van alvleesklierkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 4 cohort studies en 18 patiënt-controle studies.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van totale vitamine A de kans op het krijgen van alveesklierkanker significant met 15% [gepoolde OR = 0.85, 95% BI = 0.74-0.97, p = 0.015] verlaagde, met name onder blanken [OR = 0.84, 95% BI = 0.73-0.96, p = 0.011] en patiënt-controle studies [OR = 0.83, 95% BI = 0.72-0.95, p = 0.007].

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van retinol en de kans op het krijgen van alveesklierkanker [OR = 1.02, 95% BI = 0.78-1.34, p = 0.860].

De onderzoekers vonden dat het eten van beta-caroteen de kans op het krijgen van alveesklierkanker significant met 22% [gepoolde OR = 0.78, 95% BI = 0.66-0.92, p = 0.003] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van lycopeen de kans op het krijgen van alveesklierkanker significant met 16% [gepoolde OR = 0.84, 95% BI = 0.73-0.97, p = 0.02] verlaagde, met name onder blanken [OR = 0.86, 95% BI = 0.73-1.00, P = 0.05] en patiënt-controle studies [OR = 0.77, 95% BI = 0.64-0.92, p = 0.005]. 

De onderzoekers concludeerden dat het eten van zowel totale vitamine A (maar niet in de vorm van retinol), beta-caroteen en lycopeen de kans op het krijgen van alvleesklierkanker waarschijnlijk verlaagde. Waarschijnlijk omdat het verlaagde risico niet significant was onder de cohort studies.

Oorspronkelijke titel:
Association between vitamin A, retinol and carotenoid intake and pancreatic cancer risk: Evidence from epidemiologic studies by Huang X, Gao Y, [...], Zheng J.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5150257/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over kanker, vitamine A, beta-caroteen en lycopeen.

Deze maaltijden zijn rijk aan vitamine A, beta-caroteen of lycopeen.

Ziekte van Parkinson verlaagt dikke darmkanker onder Europeanen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt de ziekte van Parkinson de kans op het krijgen van dikke darmkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 cohort studies en 2 patiënt-controle studies met in totaal 343226 mensen met de ziekte van Parkinson.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat de ziekte van Parkinson de kans op het krijgen van dikke darmkanker onder Europeanen significant met 21% [RR = 0.79, 95% BI = 0.66-0.93, p = 0.006] verlaagde. Dit significant verlaagde risico bleef gehandhaafd in de subgroepenanalyses.

De onderzoekers concludeerden dat de ziekte van Parkinson de kans op het krijgen van dikke darmkanker onder Europeanen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Association between Parkinson's disease and risk of colorectal cancer by Xie X, Luo X and Xie M.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27913126

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over dikke darmkanker.

 

Mensen met atopisch eczeem hebben baat bij vitamine D-supplementen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Hebben mensen met atopisch eczeem baat bij het slikken van vitamine D?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte  observationele studies (906 patiënten met atopisch eczeem en 657 patiënten zonder atopisch eczeem) en 4 RCT’s (104 patiënten met atopisch eczeem en 90 patiënten zonder atopisch eczeem).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het vitamine D-gehalte van patiënten met atopisch eczeem in alle leeftijdsgroepen significant lager was dan van mensen zonder atopisch eczeem [SMD = -2.03 ng/mL, 95% BI = -2.52 tot -0.78, I2 = 98%]. Dan met name in de pediatrische patiënten [SMD = -3.03 ng/mL, 95% BI = -4.76 tot -1.29].

De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine D-supplementen de SCORAD index en de EASI score van patiënten met atopisch eczeem significant verlaagde [SMD = -5.85, 95% BI = -7.66 tot -4.05, I2 50%].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses (om meer informatie te krijgen) dat het slikken van vitamine D-supplementen de SCORAD index van patiënten met atopisch eczeem significant verlaagde [SMD = -7.43, 95% BI = -9.70 tot -5.16, I2 = 0%].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses (om meer informatie te krijgen) dat het slikken van vitamine D-supplementen de EASI score van patiënten met atopisch eczeem significant verlaagde [SMD = -3.14, 95% BI = -6.12 to -0.15, I2 = 0%]. Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers concludeerden dat het vitamine D-gehalte van patiënten met atopisch eczeem in alle leeftijdsgroepen lager was dan van mensen zonder atopisch eczeem. Verder hadden mensen met atopisch eczeem baat bij het slikken van vitamine D.

Oorspronkelijke titel:
Vitamin D Status and Efficacy of Vitamin D Supplementation in Atopic Dermatitis: A Systematic Review and Meta-Analysis by Kim MJ, Kim SN, […], Ahn KJ.

Link:
http://www.mdpi.com/2072-6643/8/12/789/htm

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine D.

De gewenste vitamine D-bloedwaarden zijn 75-80 nmol/L (30-32 ng/mL). Deze bloedwaarden worden bereikt met 800-1200 IE oftewel 20-30 microgram (mcg oftewel μg) vitamine D per dag.
Elke 100 IE vitamine D3 kan na 2 tot 3 maanden slikken de bloedwaarde van 25(OH)D met 1 ng/mL verhogen. Het vitamine D-gehalte in het bloed wordt uitgedrukt in 25(OH)D.
De veiligste, goedkoopste en snelste manier om vitamine D binnen te krijgen is via voedingssupplementen. Kies voor (10-30 microgram) vitamine D3. Vitamine D3-supplementen van het goedkoopste en het duurste merk werken even goed. Via zonlicht en zonnebbank krijgt het lichaam ook vitamine D binnen maar teveel zonlicht en zonnebank kunnen de kans op het krijgen van huidkanker verhogen.

Constitutioneel eczeem (atopisch eczeem of dauwworm) is een chronische huidaandoening, die vooral wordt bepaald door genetische factoren (de aanwezigheid van mutaties (FLG R501X- and 2282del4) in het epidermale barrière eiwit filaggrine (in het epidermale differentiatie complex 1q21)).

Atopisch eczeem begint meestal voor de leeftijd van 6 maanden. Bij 60-70% van de kinderen gaat het eczeem in remissie voor de leeftijd van 15 jaar, waarna het bij een deel later weer opvlamt.

In de Westerse landen heeft 15-20% van de kinderen constitutioneel eczeem, waarvan ongeveer 80% een licht eczeem, 15% matig en 5% ernstig constitutioneel eczeem heeft.

Factoren die geassocieerd zijn met ernstig constitutioneel eczeem zijn het begin van het eczeem op jonge leeftijd (meestal 6 maanden), allergische rhinitis en astma.

De ernst van constitutioneel eczeem wordt bepaald door de Three-Item-Severity (TIS)-score (roodheid, oedeem/papels, krabeffecten):
afwezig = 0, mild = 1, matig = 2, ernstig = 3 (maximale score = 9). TIS-score 3: mild eczeem, TIS-score 3-5: matig eczeem, TIS-score ≥ 6: ernstig eczeem.

 

Veel vitamine B6 via voeding verlaagt kanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt een hoge inname van vitamine B6 de kans op het krijgen van kanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 121 observationele studies met in totaal 1924506 deelnemers, waarvan 96436 mensen met kanker en 9 RCT’s met in totaal 34911 deelnemers, waarvan 2539 mensen met kanker.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge inname van vitamine B6 via voeding de kans op het krijgen van kanker significant met 22% [RR = 0.78, 95% BI = 0.73 to 0.84] verlaagde. 

De onderzoekers vonden dat een hoge inname van vitamine B6 via voeding de kans op het krijgen van maag-darmkanker significant met 32% [RR = 0.68, 95% BI = 0.61 to 0.75] verlaagde. 

De onderzoekers vonden dat een hoge vitamine B6 bloedwaarde (gemeten als PLP) de kans op het krijgen van kanker significant met 34% [RR = 0.66, 95% BI = 0.58 to 0.76] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge vitamine B6 bloedwaarde (gemeten als PLP) de kans op het krijgen van tumoren aan het maag-darmkanaal significant met 46% [RR = 0.56, 95% BI = 0.48 to 0.65] verlaagde.

De onderzoekers vonden in RCT’s geen verband tussen vitamine B6-supplementen en de verlaagde kans op het krijgen van kanker.

De onderzoekers vonden geen verband tussen de totale inname van vitamine B6 (via voeding en supplementen) en de verlaagde kans op het krijgen van kanker.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel vitamine B6 de kans op het krijgen van kanker, met name aan het maag-darmkanaal verlaagde. Echter, het slikken van vitamine B6-supplementen verlaagde niet kanker.

Oorspronkelijke titel:
Vitamin B6 and Cancer Risk: A Field Synopsis and Meta-Analysis by Mocellin S, Briarava M and Pilati P.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27795227

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over kanker en vitamine B6.

Deze maaltijden bevatten veel vitamine B6.

Een dagelijkse voeding met veel vitamine B6 is een voeding die de dagelijkse aanbevolen hoeveelheid vitamine B6 dekt.

 

Suikerziekte verhoogt borstkanker onder vrouwen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt suikerziekte de kans op het krijgen van borstkanker onder vrouwen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 22 studies (cohort studies en patënt-controle studies).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in cohort studies dat suikerziekte de kans op het krijgen van borstkanker onder vrouwen significant met 32% [RR=1.32, 95% BI = 1.06-1.65] verhoogde. Echter, dit significant verhoogde risico werd niet teruggevonden in patiënt-controle studies [RR = 1.46, 95% BI = 0.99 tot 2.26].

De onderzoekers vonden dat suikerziekte de kans op doodgaan aan borstkanker onder vrouwen significant met 53% [RR = 1.53, 95% BI = 1.23 tot 1.90] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat suikerziekte de kans op het krijgen van borstkanker onder vrouwen verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Breast cancer and diabetes mellitus: Complex interactions by Bernard L, Reix N, [...], Mathelin C.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27836525

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over borstkanker en suikerziekte.

 

Er is geen verband tussen zinkinname en prostaatkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt een hoge zink-inname de kans op het krijgen van prostaatkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 3 cohort studies, 2 geneste patiënt-controle studies, 11 patiënt-controle studies en 1 RCT met in totaal 111199 deelnemers, waarvan 11689 mensen met prostaatkanker.

Alle studies werden gecorrigeerd voor de leeftijd.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge zinkconsumptie vergeleken met een lage, de kans op het krijgen van prostaatkanker niet significant met 7% [gepoolde OR = 1.07, 95% BI = 0.98-1.16] verhoogde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat een hoge zinkconsumptie via voeding vergeleken met een lage, de kans op het krijgen van prostaatkanker niet significant met 5% [RR = 1.05, 95% BI = 0.93-1.20] verhoogde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses geen relatie tussen een hoge zinkconsumptie via voedingssupplementen en de kans op het krijgen van prostaatkanker [RR = 1.00, 95% BI = 0.79-1.27].

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 100 mg zink de kans op het krijgen van prostaatkanker niet significant met 7% [OR = 1.07, 95% BI = 0.90-1.28] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat er geen verband bestond tussen zink-inname via voeding en/of voedingssupplementen en de kans op het krijgen van prostaatkanker.

Oorspronkelijke titel:
Zinc Intake and Risk of Prostate Cancer: Case-Control Study and Meta-Analysis by Mahmoud AM, Al-Alem U, […], Kittles RA.

Link:
http://journals.plos.org/plosone/article?id=10.1371/journal.pone.0165956

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over prostaatkanker en zink.

Noten verlagen het leptinegehalte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van noten ontstekingen in het lichaam?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 20 studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van noten het serum CRP-gehalte niet significant met 0.17 mg/L [WMD = 0.17 mg/L, 95% BI = -0.67 tot 0.33, I2 = 52.1%] verhoogde. Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het eten van noten het serum IL6-gehalte niet significant met 0.06 ng/dL [WMD = -0.06 ng/dL, 95% BI = -0.69 tot 0.56, I2 = 9.6%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van noten het serum IL10-gehalte niet significant met 0.18 mg/dL [WMD = -0.18 mg/dL, 95% BI = -1.24 tot 0.88, I2 = 9.3%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van noten het TNF-alfa-gehalte niet significant met 0.18 pg/mL [WMD = 0.37 pg/mL, 95% BI = -0.90 tot 0.16, I2 = 7.9%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van noten het adiponectinegehalte niet significant met 0.60 mg/dL [WMD = -0.60 mg/dL, 95% BI = -1.88 tot 0.68, I2 = 5.6%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van noten het leptinegehalte significant met 0.71 mg/dL [WMD = -0.71 mg/dL, 95% BI = -1.11 tot -0.30, I2 = 6.3%] verlaagde. Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden in de sensitiviteitsanalyses dat deze bevindingen robust waren.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van noten het leptinegehalte verlaagde maar het had echter geen effect op het CRP-, IL6-, adiponectine-, IL10- en TNF-α-gehalte.

Oorspronkelijke titel:
Impact of different types of tree nut, peanut, and soy nut consumption on serum C-reactive protein (CRP): A systematic review and meta-analysis of randomized controlled clinical trials by Mazidi M, Rezaie P, [...], Gao HK.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27858850

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier meer studies over chronische ziekten en overgewicht.

CRP, IL-6  en IL-10 zijn 3 ontstekingsbiomerkers in het lichaam. Door het meten van ontstekingsbiomerkers kunnen ontstekingen in het lichaam worden opgespoord. Chronische ziekten zijn ontstekingsziekten.

Hoge leptinewaarden kunnen duiden op leptineresistentie, met als gevolg toename van het lichaamsgewicht en metabole stoornissen oftewel stofwisselingsstoornissen. Stofwisselingsstoornissen zijn erfelijke stoornissen. Er zijn ongeveer 600 verschillende stofwisselingsstoornissen.

Vitamine D-tekort verhoogt COPD

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt een vitamine D-tekort de kans op het krijgen van COPD?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 15 patiënt-controle studies, 5 cohort studies en 1 cross-sectionele studie met in totaal 4818 mensen met COPD en 7175 mensen zonder COPD.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 13 studies met in totaal 1981 mensen met COPD en 1283 mensen zonder COPD, dat mensen met COPD een lager serum vitamine D-gehalte hadden dan mensen zonder COPD [SMD = -0.69, 95% BI = -1.00 tot -0.38, p 0.001, I2 = 94.0%].

De onderzoekers vonden in 12 studies met in totaal 3224 mensen met COPD en 6699 mensen zonder COPD, dat een vitamine D-tekort (serum 25(OH)D 20 ng/mL) de kans op het krijgen van COPD significant met 77% [OR = 1.77, 95% BI = 1.18 tot 2.64, p = 0.006] verhoogde.

De onderzoekers vonden een verband tussen een vitamine D-tekort (serum 25(OH)D 20 ng/mL) en de ernst van COPD [OR = 2.83, 95% BI = 2.00 tot 4.00, p 0.001].

De onderzoekers vonden geen verband tussen een vitamine D-tekort (serum 25(OH)D 20 ng/mL) en de exacerbaties van COPD [OR = 1.17, 95% BI = 0.86 tot 1.59, p = 0.326].

De onderzoekers concludeerden dat een vitamine D-tekort (serum 25(OH)D 20 ng/mL) de kans op het krijgen van COPD verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
The association between vitamin D and COPD risk, severity, and exacerbation: an updated systematic review and meta-analysis by Zhu M, Wang T, […], Ji Y.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5079694/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine D en chronische ziekten.

De snelste en goedkoopste manier om een vitamine D-tekort op te lossen, is door vitamine D-suplementen te slikken.

De gewenste bloedwaarden van vitamine D zijn 75-80 nmol/L (30-32 ng/mL). Deze bloedwaarden worden bereikt met 800-1200 IE oftewel 20-30 microgram (mcg oftewel μg) vitamine D per dag gedurende 3 maanden.

 

Dagelijks 200 gram melk verlaagt mogelijk obesitas

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt de consumptie van zuivelproducten de kans op het krijgen van obesitas?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 17 studies (voornamelijk cross-sectionele studies).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge consumptie van zuivelproducten vergeleken met een lage consumptie, de kans op het krijgen van obesitas bij kinderen significant met 46% [odds ratio = 0.54, 95 BI = 0.38-0.77] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge consumptie van zuivelproducten vergeleken met een lage consumptie, de kans op het krijgen van obesitas bij volwassenen significant met 25% [odds ratio = 0.75, 95 BI = 0.69-0.81] verlaagde.

De onderzoekers vonden een non-lineair verband tusssen de consumptie van zuivelproducten en de kans op het krijgen van obesitas [p non-lineariteit = 0.009].

De onderzoekers vonden dat een hoge consumptie van melk vergeleken met een lage consumptie, de kans op het krijgen van obesitas bij kinderen significant met 13% [odds ratio = 0.87, 95 BI = 0.80-0.95] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge consumptie van melk vergeleken met een lage consumptie, de kans op het krijgen van obesitas bij volwassenen significant met 23% [odds ratio = 0.77, 95 BI = 0.68-0.87] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 200 gram melk per dag, de kans op het krijgen van obesitas significant met 16% [odds ratio = 0.84, 95 BI = 0.77-0.92] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat een hoge consumptie van zuivelproducten die uit minimaal 200 gram melk per dag bestaat, de kans op het krijgen van obesitas zowel bij kinderen als volwassenen waarschijnlijk verlaagde. Waarschijnlijk omdat dit overzichtsartikel voornamelijk uit cross-sectionele studies (kan geen conclusies over het oorzakelijke verband worden getrokken) bestond.

Oorspronkelijke titel:
Association of dairy products consumption with risk of obesity in children and adults: a meta-analysis of mainly cross-sectional studies by Wang W, Wu Y and Zhang D.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27756684

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier meer studies over overgewicht en zuivelconsumptie.

Leverkankerpatiënten hebben een lager seleniumgehalte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt een laag seleniumgehalte in het lichaam de kans op het krijgen van leverkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 9 artikelen.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat mensen met leverkanker een lager seleniumgehalte in het lichaam hadden dan mensen zonder leverkanker [SMD = -1.08, 95% BI = -0.136 tot -0.08, p 0.001]. Deze bevinding was onafhankelijk van de studietype, ras en de wijze waarop het seleniumgehalte bepaald werd.

De onderzoekers concludeerden dat een laag seleniumgehalte in het lichaam de kans op het krijgen van leverkanker verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Meta-analysis of the correlation between selenium and incidence of hepatocellular carcinoma by Zhang Z, Bi M, [...], Xu S.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27780927

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over kanker en selenium.

Deze maaltijden bevatten veel selenium.

 

Lichamelijke activiteit verlaagt maagkanker onder mannen en Aziaten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt lichamelijke activiteit de kans op het krijgen van maagkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 cohort studies (7551 mensen met maagkanker onder 1541208 deelnemers) en 12 patiënt-controle studies (5803 mensen met maagkanker en 73629 mensen zonder kanker).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat elke vorm van lichamelijke activiteit de kans op het krijgen van maagkanker significant met 19% [gepoolde RR = 0.81, 95% BI = 0.73 tot 0.89] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke vorm van lichamelijke activiteit de kans op het krijgen van maagkanker onder mannen significant met 13% [gepoolde RR = 0.87, 95% BI = 0.77 tot 0.99] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke vorm van lichamelijke activiteit de kans op het krijgen van maagkanker onder Aziaten significant met 18% [gepoolde RR = 0.82, 95% BI = 0.74 tot 0.90] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke vorm van lichamelijke activiteit de kans op het krijgen van non-cardia maagkanker significant met 38% [gepoolde RR = 0.62, 95% BI = 0.52 tot 0.75] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat elke vorm van lichamelijke activiteit de kans op het krijgen van maagkanker, met name non-cardia maagkanker onder mannen en Aziaten verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Physical Activity and Gastric Cancer Risk: A Systematic Review and Meta-Analysis by Psaltopoulou T, Ntanasis-Stathopoulos I, […], Sergentanis TN.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27347864

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over kanker en lichamelijke activiteiten.

 

Ginseng via voeding verlaagt kanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt de inname van ginseng via voeding de kans op het krijgen van kanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 5 cohort studies, 3 patiënt-controle studies en 1 RCT met in totaal 334544 deelnemers, waarvan 7436 mensen met kanker.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat de consumptie van ginseng vergeleken met geen consumptie, de kans op het krijgen van kanker significant met 19% [RR = 0.81, 95% BI = 0.76-0.85, I2 = 28%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses (om meer informatie te krijgen) dat de consumptie van ginseng vergeleken met geen consumptie, de kans op het krijgen van longkanker significant met 23% verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat de consumptie van ginseng vergeleken met geen consumptie, de kans op het krijgen van maagkanker significant met 30% [RR = 0.70, 95% BI = 0.62-0.79, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat de consumptie van ginseng vergeleken met geen consumptie, de kans op het krijgen van leverkanker significant met 19% verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat de consumptie van ginseng vergeleken met geen consumptie, de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 23% verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat de consumptie van ginseng via voeding de kans op het krijgen van kanker, met name long-, maag-, lever- en dikke darmkanker verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Ginseng consumption and risk of cancer: A meta-analysis by Jin X, Che DB, […], Jia XB.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5005362/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over kanker en dikke darmkanker.

Minimaal 10 gram vezels per dag verlaagt borstkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van vezels de kans op het krijgen van borstkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 24 epidemiologische studies (patiënt-controle studies en cohort studies).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van vezels de kans op het krijgen van borstkanker significant met 12% verlaagde. Deze significant verlaagde risico bleef gehandhaafd in de subgroepenanalyses, zoals de Jadad scores (geven de betrouwbaarheid van de studies weer), de studietype en de menopauze status.

De onderzoekers vonden in de dosisafhankelijke analyses dat elke verhoging met 10 gram vezels per dag, de kans op het krijgen van borstkanker met 4% verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van vezels (minimaal 10 gram per dag) de kans op het krijgen van borstkanker, met name onder postmenopauzale vrouwen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary fibre intake and risk of breast cancer: A systematic review and meta-analysis of epidemiological studies by Chen S, Chen Y, […], Zhang K.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27829237

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over borstkanker en vezelconsumptie.

Een dagelijkse voeding met veel vezels is een voeding met minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal. Een dagelijkse voeding met minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal bestaat voornamelijk uit producten met minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal.  Welke producten uit de supermarkt minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal leveren, kunt u hier opzoeken.

Dagelijks 100 mg choline in combinatie met betaïne via voeding verlaagt kanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen het eten van choline en/of betaïne en de kans op het krijgen van kanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 6 patiënt-controle studies en 5 cohort studies met 14488 mensen met kanker onder 513390 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel choline vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van kanker significant met 18% [gepoolde RR = 0.82, 95% BI = 0.70 tot 0.97, I2 = 80.2%] verlaagde. Er was publicatie bias.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel betaïne vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van kanker significant met 14% [gepoolde RR = 0.86, 95% BI = 0.76 tot 0.97, I2 = 65.8%] verlaagde. Er was geen publicatie bias.

De onderzoekers vonden dat het eten van zowel veel choline als betaïne vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van kanker significant met 40% [gepoolde RR = 0.60, 95% BI = 0.40 tot 0.90, I2 = 82.0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 100 mg choline per dag in combinatie met betaïne, de kans op het krijgen van kanker significant met 11% [gepoolde RR = 0.89, 95% BI = 0.87 tot 0.92, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van zowel veel choline als betaïne, de kans op het krijgen van borstkanker significant met 58% [gepoolde RR = 0.42, 95% BI = 0.30 tot 0.59] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van veel choline, de kans op het krijgen van kanker onder vrouwen significant met 22% [gepoolde RR = 0.78, 95% BI = 0.61 tot 0.99] verlaagde. Echter, dit verlaagde risico was niet significant onder mannen.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel choline (minimaal 100 mg per dag) alleen of in combinatie met betaïne de kans op het krijgen van kanker, met name borstkanker verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Choline and betaine consumption lowers cancer risk: a meta-analysis of epidemiologic studies by Sun S, Li X, [...], Wang W.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5069558/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over borstkanker en choline.

1 gekookt ei levert 113 mg choline
100 gram kabeljauw levert 291 mg choline.
100 gram kippenlever levert 326 mg choline.

10 gram tafelsuiker per dag verhoogt colitis ulcerosa

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het eten van koolhydraten of eiwitten de kans op het krijgen van colitis ulcerosa?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 5 patiënt-controle studies en 4 prospectieve cohort studies met in totaal 975 mensen met colitis ulcerosa en 239352 mensen zonder colitis ulcerosa.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 10 gram koolhydraten per dag, de kans op het krijgen van colitis ulcerosa niet significant verhoogde [RR = 1.005, 95% BI = 0.991-1.019, I2 = 31.5%, n = 5].

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 10 gram vezels per dag, de kans op het krijgen van colitis ulcerosa niet significant verhoogde [RR = 1.001, 95% BI = 0.971-1.032, I2 = 0.0%, n = 7].

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 10 gram eiwit per dag, de kans op het krijgen van colitis ulcerosa niet significant verhoogde [RR = 1.010, 95% BI = 0.975-1.047, I2 = 12.4%, n = 7].

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 10 gram tafelsuiker per dag, de kans op het krijgen van colitis ulcerosa significant met 9.8% verhoogde [RR = 1.098, 95% BI = 1.024-1.177, I2 = 0.0%, n = 3].

De onderzoekers concludeerden dat 10 gram tafelsuiker per dag de kans op het krijgen van colitis ulcerosa verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Carbohydrate and protein intake and risk of ulcerative colitis: Systematic review and dose-response meta-analysis of epidemiological studies by Wang F, Feng J, [...], Zhao Q.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27776925

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over koolhydraten en chronische ziekten.  

10 gram tafelsuiker op een dagelijkse energieinname van 2000 kcal komt overeen 2 energieprocent (En%) want 1 gram tafelsuiker levert 4 kcal. Dus 10 gram tafelsuiker levert 40 kcal en 40 kcal is 2% van 2000 kcal.
Welke producten uit de supermarkt maximaal 2 En% suikers bevatten, kunt u hier opzoeken.
 

Anthocyaninen en flavonolen via voeding verlagen het lichaamsgewicht

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van flavonoïden het lichaamsgewicht?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 3 prospectieve cohort studies met in totaal 124086 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 10 mg anthocyaninen per dag via voeding, het lichaamsgewicht significant met 0.1 kg [95% BI = -0.14 tot -0.07] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 138 mg flavonoïde polymeren per dag via voeding, het lichaamsgewicht significant met 0.08 kg [95% BI = -0.13 tot -0.04] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 7 mg flavonolen per dag via voeding, het lichaamsgewicht significant met 0.07 kg [95% BI = -0.12 tot -0.03] verlaagde. Echter, de significantie viel weg nadat ook voor de vezelinname werd gecorrigeerd.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van levensmiddelen rijk aan anthocyaninen, flavonoïde polymeren en flavonolen het lichaamsgewicht verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary flavonoid intake and weight maintenance: three prospective cohorts of 124 086 US men and women followed for up to 24 years by Bertoia ML, Rimm EB, […], Cassidy A.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4730111/

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier meer studies over het verlagen van het lichaamsgewicht en flavonoïden.

Flavonoïden bestaan onder andere uit anthocyaninen, flavonoïde polymeren en flavonolen.
Flavonoïde polymeren zitten vooral in thee en appels.
Flavonoïden zitten in felgekleurde groenten en fruit. De aanbeveling van groenten en fruit van de Gezondheidsraad (het hoogste voedingsadviesorgaan in Nederland) is minimaal 200 gram groenten en minimaal 200 gram fruit per dag.

Deze maaltijden zijn geschikt voor mensen met overgewicht (BMI>25).
 

Dagelijks 250 ml volle melk verhoogt doodgaan aan prostaatkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen het eten van zuivelproducten en doodgaan aan kanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 populatiegebaseerde cohort studies met in totaal 778929 deelnemers.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van zuivelproducten en doodgaan aan kanker [gepoolde RR = 0.99, 95% BI = 0.92-1.07, p = 0.893].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het drinken van melk de kans op doodgaan aan kanker niet significant met 3% [gepoolde RR = 0.97, 95% BI = 0.92-1.03, p = 0.314] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van yoghurt de kans op doodgaan aan kanker niet significant met 12% [gepoolde RR = 0.88, 95% BI = 0.71-1.10, p = 0.271] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van kaas de kans op doodgaan aan kanker niet significant met 23% [gepoolde RR = 1.23, 95% BI = 0.94-1.61, p = 0.127] verhoogde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van boter de kans op doodgaan aan kanker niet significant met 13% [gepoolde RR = 1.13, 95% BI = 0.89-1.44, p = 0.317] verhoogde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het drinken van volle melk de kans op doodgaan aan prostaatkanker significant met 50% [gepoolde RR = 1.50, 95% BI = 1.03-2.17, p = 0.032] verhoogde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat elke verhoging met 1 portie volle melk de kans op doodgaan aan prostaatkanker significant met 43% [gepoolde RR = 1.43, 95% BI = 1.13-1.81, p = 0.003] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat er geen verband bestond tussen het eten van zuivelproducten en doodgaan aan kanker. Echter, minimaal 1 portie volle melk (250 ml) per dag verhoogde de kans op doodgaan aan prostaatkanker.

Oorspronkelijke titel:
Dairy products intake and cancer mortality risk: a meta-analysis of 11 population-based cohort studies by Lu W, Chen H, […], Wu Y.

Link:
https://nutritionj.biomedcentral.com/articles/10.1186/s12937-016-0210-9

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over prostaatkanker en zuivelproducten.

 

Dierlijke transvetzuren verhogen niet borstkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen het eten van dierlijke transvetzuren en de kans op het krijgen van borstkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 2 patiënt-controle studies en 2 cohort studies over de c9:t11-CLA inname met in totaal 67533 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel dierlijke transvetzuren in de vorm van c9:t11-CLA, de kans op het krijgen van borstkanker niet significant met 6% [RR = 0.94, 95% BI = 0.64-1.25, I2 = 78.3%, p = 0.003] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat er geen verband bestond tussen het eten van dierlijke transvetzuren en de kans op het krijgen van borstkanker. Echter, het aantal studies in dit overzichtsartikel was te klein om een eventueel verband (positief of negatief) goed aan te kunnen tonen.

Oorspronkelijke titel:
Ruminant trans-fatty acids and risk of breast cancer: a systematic review and meta-analysis of observational studies by Kolahdouz MR, Bagheri MF, […], Shidfar F.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27627219

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over borstkanker en vetten.

Carnitinesupplementen leiden tot gewichtsverlies

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van carnitinine het lichaamsgewicht?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 9 RCT’s met in totaal 911 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van carnitine het lichaamsgewicht significant met 1.33 kg [MD = -1.33 kg, 95% BI = -2.09 tot -0.57] verlaagde. Het lichaamsgewicht nam meer af naarmate het gebruik van carnitine langer werd [p = 0.002].

De onderzoekers vonden dat het slikken van carnitine het BMI significant met 0.47 kg/m2 [MD = -0.47 kg/m2, 95% BI = -0.88 tot -0.05] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van carnitine het lichaamsgewicht en het BMI verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
The effect of (L-)carnitine on weight loss in adults: a systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Pooyandjoo M, Nouhi M, […], Olyaeemanesh A.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27335245

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier meer studies over het verlagen van het lichaamsgewicht en carnitine.

Deze maaltijden zijn geschikt voor mensen met overgewicht (BMI>25).
 

Dagelijks 60 gram fructose of meer verhoogt jicht

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het eten van fructose de kans op het krijgen van jicht?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 2 prospectieve cohort studies met in totaal 125299 deelnemers, waarvan 1533 mensen (755 mannen en 778 vrouwen) met jicht. De gemiddelde follow-up duur was 17 jaar.  

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat de consumptie van veel fructose (>11.9 En%) de kans op het krijgen van jicht significant met 62% [RR = 1.62, 95% BI = 1.28 tot 2.03, p 0.0001, I2 = 0%, p = 0.33]  verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel fructose (60 gram fructose of meer per dag) de kans op het krijgen van jicht verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Fructose intake and risk of gout and hyperuricemia: a systematic review and meta-analysis of prospective cohort studies by Jamnik J, Rehman S, […], Sievenpiper JL.

Link:
http://bmjopen.bmj.com/content/6/10/e013191.long

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over koolhydraten en chronische ziekten.   

60 gram fructose op een dagelijkse energieinname van 2000 kcal komt overeen 12 energieprocent (En%) want 1 gram fructose levert 4 kcal. Dus 60 gram fructose levert 240 kcal en 240 kcal is 12% van 2000 kcal.