Voeding en gezondheid

3 glazen alcohol of meer per dag verhoogt een subarachnoïdale bloeding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het drinken van alcohol de kans op het krijgen van subarachnoïdale bloeding?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 9 cohort studies (480014 deelnemers, waarvan 35.2% mannen. De follow-up duur varieerde tusen 3.8 en 17.9 jaar) en 5 patiënt-controle studies (1182 mensen met subarachnoïdale bloeding en 2357 mensen zonder subarachnoïdale bloeding).

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat zowel een lichte [tot 15 g alcohol per dag; gepoolde RR = 1.27, 95% BI = 0.95-1.68] als matige alcoholconsumptie [15-30 g alcohol per dag; gepoolde RR = 1.33, 95% BI = 0.84-2.09] de kans op het krijgen van subarachnoïdale bloeding niet verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het drinken van meer dan 30 gram alcohol per dag, de kans op het krijgen van subarachnoïdale bloeding significant met 78% [gepoolde RR = 1.78 [95% BI = 1.46-2.17] verhoogde.

De onderzoekers vonden een lineair verband tussen het drinken van alcohol en de kans op het krijgen van subarachnoïdale bloeding [p = 0.0125].

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 10 gram alcohol per dag, de kans op het krijgen van subarachnoïdale bloeding significant met 12.1% verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat het drinken van meer dan 30 gram alcohol per dag, de kans op het krijgen van subarachnoïdale bloeding verhoogde. Dit verhoogde risico was lineair.

Oorspronkelijke titel:
Alcohol consumption and risk of subarachnoid hemorrhage: A meta-analysis of 14 observational studies by Yao X, Zhang K, [...], Chen G.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5038345/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over hart- en vaatziekten en alcoholconsumptie.

Er zijn twee soorten hersenbloedingen: intracerebrale bloedingen en subarachnoïdale bloedingen.

Een subarachnoïdale bloeding (vaak afgekort als SAB) oftewel hersenaneurysma, is een plotselinge bloeding in de subarachnoïdale ruimte. Dit is de ruimte net boven de hersenen onder het spinnenwebvlies (arachnoidea).

Een subarachnoïdale bloeding is meestal het gevolg van een uitstulping van de wand (een aneurysma) in een van de slagaders in de hersenen.

Een subarachnoïdale bloeding treedt vooral op tussen het veertigste en vijftigste levensjaar. De verschijnselen zijn een zeer plotseling optredende heftige en aanhoudende hoofdpijn en nekpijn. Veel patiënten beschrijven een “knapje” of slag in de nek. In ernstige gevallen kan een patiënt direct comateus raken en ter plekke overlijden.

Een derde van de patiënten met een subarachnoïdale bloeding overlijdt voordat het ziekenhuis bereikt is.

Subarachnoïdale bloedingen komen tweemaal vaker voor bij vrouwen dan bij mannen en de helft van de patiënten is jonger dan 55 jaar.

Risicofactoren voor het ontstaan van een hersenaneurysma zijn:

  1. hoge bloeddruk;
  2. roken;
  3. genetische aanleg;
  4. polycysteuze nierziekten;
  5. alcoholmisbruik.

Vitamine B3 verhoogt het HDL-cholesterol

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt vitamine B3-suppletie (in de vorm van niacine) de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 13 RCT’s met in totaal 35206 deelnemers. De gemiddelde follow-up duur was 32.8 maanden.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat vitamine B3-suppletie (als niacine) het HDL-cholesterolgehalte (goed cholesterol) significant met 21.4% [95% BI = 5.11 tot 13.51] oftewel 9.31 mg/dL verhoogde. Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden geen verband tussen vitamine B3-suppletie en all-cause mortaliteit [RR = 0.99, 95% BI = 0.88-1.12].

De onderzoekers vonden dat vitamine B3-suppletie (als niacine) de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten niet significant met 9% [RR = 0.91, 95% BI = 0.81-1.02] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat vitamine B3-suppletie (als niacine) de kans op het krijgen van een niet fatale hartinfarct niet significant met 15% [RR = 0.85, 95% BI = 0.73-1.0] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat vitamine B3-suppletie (als niacine) de kans op het krijgen van een coronaire dood niet significant met 7% [RR = 0.93, 95% BI = 0.78- 1.10] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de vitamine B3-suppletie (als niacine) groep een niet significant verlaagde risico van 17% [RR = 0.83, 95% BI = 0.65-1.06] voor revascularisatie (een herstel van de bloedvoorziening, nadat deze enige tijd verloren is gegaan).

De onderzoekers vonden dat vitamine B3-suppletie (als niacine) de kans op het krijgen van een beroerte niet significant met 11% [RR = 0.89, 95% BI = 0.72-1.10] verlaagde. Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers concludeerden dat vitamine B3-suppletie (als niacine) alleen het HDL-cholesterolgehalte verhoogde. Echter, het verlaagde niet de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten.

Oorspronkelijke titel:
Role of Niacin in current clinical practice: A systematic review by Garg A, Sharma A, […], Sikorskaya E.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27793642

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over hart- en vaatziekten en vitamine B3.

Deze maaltijden bevatten veel vitamine B3.

Suikergezoete en zoetstofgezoete frisdrank verhogen hart- en haatziekten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt de consumptie van frisdrank de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 7 prospectieve cohort studies met in totaal 308420 deelnemers (leeftijd tussen 34-75 jaar).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge consumptie van suikergezoete frisdrank vegeleken met een lage, de kans op het krijgen van een hartinfarct significant met 19% [RR = 1.19, 95% BI = 1.09-1.31] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat een hoge consumptie van zoetstofgezoete frisdrank vegeleken met een lage, de kans op het krijgen van een beroerte significant met 14% [RR = 1.14, 95% CI 1.04-1.26] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat een hoge consumptie van zoetstofgezoete frisdrank vegeleken met een lage, de kans op het krijgen van vasculaire voorvallen significant met 44% [RR = 1.44, 95% BI = 1.02-2.03] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat een voedingspatroon met veel suikergezoete en/of zoetstofgezoete frisdrank, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Soft drinks and sweetened beverages and the risk of cardiovascular disease and mortality: a systematic review and meta-analysis by Narain A, Kwok CS and Mamas MA.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27456347

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over hart- en vaatziekten, koolhydraten en het verlagen van de kans op het krijgen van een beroerte.

Een voedingspatroon met veel suiker is een voedingspatroon met meer dan 25 En% suikers en minder dan 1.3 gram vezels per 100 kcal. Een voedingspatroon met meer dan 25 En% suikers en minder dan 1.3 gram vezels per 100 kcal bestaat voornamelijk uit producten met meer dan 25 En% suikers en minder dan 1.3 gram vezels per 100 kcal. Welke producten uit de supermarkt meer dan 25 En% suikers en minder dan 1.3 gram vezels per 100 kcal bevatten, kunt u hier opzoeken.

10 gram tafelsuiker per dag verhoogt colitis ulcerosa

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het eten van koolhydraten of eiwitten de kans op het krijgen van colitis ulcerosa?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 5 patiënt-controle studies en 4 prospectieve cohort studies met in totaal 975 mensen met colitis ulcerosa en 239352 mensen zonder colitis ulcerosa.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 10 gram koolhydraten per dag, de kans op het krijgen van colitis ulcerosa niet significant verhoogde [RR = 1.005, 95% BI = 0.991-1.019, I2 = 31.5%, n = 5].

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 10 gram vezels per dag, de kans op het krijgen van colitis ulcerosa niet significant verhoogde [RR = 1.001, 95% BI = 0.971-1.032, I2 = 0.0%, n = 7].

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 10 gram eiwit per dag, de kans op het krijgen van colitis ulcerosa niet significant verhoogde [RR = 1.010, 95% BI = 0.975-1.047, I2 = 12.4%, n = 7].

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 10 gram tafelsuiker per dag, de kans op het krijgen van colitis ulcerosa significant met 9.8% verhoogde [RR = 1.098, 95% BI = 1.024-1.177, I2 = 0.0%, n = 3].

De onderzoekers concludeerden dat 10 gram tafelsuiker per dag de kans op het krijgen van colitis ulcerosa verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Carbohydrate and protein intake and risk of ulcerative colitis: Systematic review and dose-response meta-analysis of epidemiological studies by Wang F, Feng J, [...], Zhao Q.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27776925

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over koolhydraten en chronische ziekten.  

10 gram tafelsuiker op een dagelijkse energieinname van 2000 kcal komt overeen 2 energieprocent (En%) want 1 gram tafelsuiker levert 4 kcal. Dus 10 gram tafelsuiker levert 40 kcal en 40 kcal is 2% van 2000 kcal.
Welke producten uit de supermarkt maximaal 2 En% suikers bevatten, kunt u hier opzoeken.
 

Genisteïnesupplementen verlagen hart- en vaatziekten onder postmenopauzale vrouwen met het metabole syndroom

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van genisteïne de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten onder postmenopauzale vrouwen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 RCT’s met in totaal 476 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van genisteïne het plasma homocysteïnegehalte van postmenopauzale vrouwen significant met 0.58 μmol/L [p = 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van genisteïne het HDL-cholesterolgehalte (goed cholesterol) van postmenopauzale vrouwen significant met 4.9 mg/dL [p = 0.0002] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van genisteïne het LDL-cholesterolgehalte (slecht cholesterol) van postmenopauzale vrouwen met het metabole syndroom significant met 16.90 mg/dL [p = 0.01] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van genisteïne het totale cholesterolgehalte van postmenopauzale vrouwen met het metabole syndroom significant met 15.83 mg/dL [p = 0.008] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van genisteïne het triglyceridengehalte van postmenopauzale vrouwen met het metabole syndroom significant met 46.58 mg/dL [p = 0.03] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van genisteïne de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten onder postmenopauzale vrouwen, met name met het metabole syndroom verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Does genistein lower plasma lipids and homocysteine levels in postmenopausal women? A meta-analysis by Li J, Liu Y, […], Feng W.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27338295

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het verlagen van het homocysteïnegehalte, het metabole syndroom en sojaconsumptie.

Hartpatiënten hebben vaak een hoog homocysteïne-, hoog LDL cholesterol- en totale cholesterol- en een hoog triglyceridengehalte en een laag HDL cholesterolgehalte.

De 3 belangrijkste isoflavonen in soja zijn daidzeïne, genisteïne en glyciteïne. Deze maaltijden bevatten veel isoflavonen.

45 gram amandelen per dag verlaagt het cholesterolgehalte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van amandelen het cholesterolgehalte en het triglyceridengehalte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 27 RCT’s. De gemiddelde inname van amandelen varieerde tussen 20 en 113 gram per dag en de follow-up duur varieerde tussen 4 weken en 18 maanden.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van amandelen het totale cholesterolgehalte significant met 0.153 mmol/L [p 0.001] verlaagde. Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het eten van amandelen het LDL-cholesterolgehalte (slecht cholesterol) significant met 0.124 mmol/L [p = 0.001] verlaagde. Significant want de p-waarde van 0.001 was kleiner dan 0.05.

De onderzoekers vonden dat het eten van amandelen het triglyceridengehalte significant met 0.067 mmol/L [p = 0.042] verlaagde. Significant wil zeggen, er kan met 95% betrouwbaarheid gezegd worden dat het eten van amandelen het triglyceridengehalte met 0.067 mmol/L verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van amandelen het HDL-cholesterolgehalte (goed cholesterol) niet significant met 0.017 mmol/L [p = 0.207] verlaagde. Niet significant want de p-waarde van 0.207 was groter dan 0.05.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het beschermende effect alleen significant was bij 45 gram amandelen of meer per dag, bij een interventie van maximaal 12 weken en bij een verhoogd cholesterolgehalte aan het begin van de studie.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van minimaal 45 gram amandelen per dag gedurende 12 weken zowel het cholesterolgehalte als het triglyceridengehalte, met name  bij mensen met een verhoogd cholesterolgehalte verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
The effects of almond consumption on fasting blood lipid levels: a systematic review and meta-analysis of randomised controlled trials by Musa-Veloso K, Paulionis L, […], Lee HY.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5048189/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het verlagen van het cholesterolgehalte.

Hartpatiënten hebben vaak een hoog triglyceriden- en LDL-cholesterolgehalte.

Maximaal 4 kopjes koffie per dag verlaagt doodgaan aan hart- en vaatziekten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het drinken van koffie de kans op mortaliteit?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 31 prospectieve cohort studies met in totaal 1610543 deelnemers, waarvan 183991 gevallen van all-cause mortaliteit (doodgaan aan alle oorzaken), 34574 sterfgevallen aan hart- en vaatziekten en 40991 sterfgevallen aan kanker.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het drinken van maximaal 4 kopjes koffie per dag, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 14% [RR = 0.86, 95% BI = 0.82-0.89] verlaagde. Het verlaagde risico nam niet meer toe boven 4 kopjes koffie per dag.

De onderzoekers vonden dat het drinken van maximaal 4 kopjes koffie per dag, de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten significant met 15% [RR = 0.85, 95% BI = 0.77-0.93] verlaagde.
Het verlaagde risico nam niet meer toe boven 4 kopjes koffie per dag.

De onderzoekers vonden in niet rokers dat elke verhoging met 1 kopje koffie per dag, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 6% [RR = 0.94, 95% BI = 0.93-0.96] verlaagde.

De onderzoekers vonden in niet rokers dat elke verhoging met 1 kopje koffie per dag, de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten significant met 6% [RR = 0.94, 95% BI = 0.91-0.97] verlaagde.

De onderzoekers vonden in niet rokers dat elke verhoging met 1 kopje koffie per dag, de kans op doodgaan aan kanker niet significant met 2% [RR = 0.98, 95% BI = 0.96-1.00] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het drinken van maximaal 4 kopjes koffie per dag zowel de kans op doodgaan aan alle oorzaken als aan hart- en vaatziekten verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Coffee consumption and risk of all-cause, cardiovascular, and cancer mortality in smokers and non-smokers: a dose-response meta-analysis by Grosso G, Micek A, […], Galvano F.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27699514

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over kanker, hart- en vaatziekten en koffieconsumptie.

 

Dagelijks 60 gram fructose of meer verhoogt jicht

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het eten van fructose de kans op het krijgen van jicht?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 2 prospectieve cohort studies met in totaal 125299 deelnemers, waarvan 1533 mensen (755 mannen en 778 vrouwen) met jicht. De gemiddelde follow-up duur was 17 jaar.  

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat de consumptie van veel fructose (>11.9 En%) de kans op het krijgen van jicht significant met 62% [RR = 1.62, 95% BI = 1.28 tot 2.03, p 0.0001, I2 = 0%, p = 0.33]  verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel fructose (60 gram fructose of meer per dag) de kans op het krijgen van jicht verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Fructose intake and risk of gout and hyperuricemia: a systematic review and meta-analysis of prospective cohort studies by Jamnik J, Rehman S, […], Sievenpiper JL.

Link:
http://bmjopen.bmj.com/content/6/10/e013191.long

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over koolhydraten en chronische ziekten.   

60 gram fructose op een dagelijkse energieinname van 2000 kcal komt overeen 12 energieprocent (En%) want 1 gram fructose levert 4 kcal. Dus 60 gram fructose levert 240 kcal en 240 kcal is 12% van 2000 kcal.
 

Veel flavonoïden via voeding verlaagt een beroerte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van flavonoïden de kans op het krijgen van een beroerte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 prospectieve cohort studies met in totaal 356627 deelnemers, waarvan 5154 mensen met een beroerte.

Er werd in alle studies gecorrigeerd voor geslacht, BMI, roken en educatie.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel flavonoïden vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van een beroerte significant met 11% [RR = 0.89, 95% BI = 0.82 tot 0.97, p = 0.006, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 100 mg flavonoïden per dag, de kans op het krijgen van een beroerte niet significant met 9% [RR = 0.91, 95% BI = 0.77 tot 1.08, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in studies met een follow-up duur van meer dan 10 jaar, dat het eten van veel flavonoïden vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van een beroerte significant met 11% [RR = 0.89, 95% BI = 0.81 tot 0.99] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel flavonoïden de kans op het krijgen van een beroerte verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary flavonoid intake and the risk of stroke: a dose-response meta-analysis of prospective cohort studies by Tang Z, Li M, [...], Hou W.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4908865/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over flavonoïden en het voorkomen van een beroerte.

100 gram druiven leveren 100 tot 135 milligram flavonoïden.

Dagelijks 2.5 gram plantensterolen en/of -stanolen gedurende minimaal 4 weken verlaagt de bloedwaarden van beta-caroteen en luteïne

Onderzoeksvraag:
Verlaagt de inname van plantensterolen- en/of -stanolen de bloedwaarden van carotenoïden, vitamine A en D?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 41 RCT’s met in totaal 3306 deelnemers. De gemiddelde plantensterolen- of stanoleninname was 2.5 gram per dag.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat de inname van plantensterolen en/of -stanolen de non-cholesterol gestandaardiseerde waarden van beta-caroteen significant met -16.3% [95% BI = -18.3 tot -14.3] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat de inname van plantensterolen en/of -stanolen de cholesterol gestandaardiseerde waarden van beta-caroteen significant met -10.1% [95% BI = -12.3 tot -8.0] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat de inname van plantensterolen en/of -stanolen de non-cholesterol gestandaardiseerde waarden van alfa-caroteen significant met -14.4 % [95% BI = -17.5 tot -11.3] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat de inname van plantensterolen en/of -stanolen de cholesterol gestandaardiseerde waarden van alfa-caroteen significant met -7.8% [95% BI = -11.3 tot -4.3] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat de inname van plantensterolen en/of -stanolen de non-cholesterol gestandaardiseerde waarden van lycopeen significant met -12.3% [95% BI = -14.6 tot -10.1] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat de inname van plantensterolen en/of -stanolen de cholesterol gestandaardiseerde waarden van lycopeen significant met -6.3% [95% BI = -8.6 tot -4.0] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat de inname van plantensterolen en/of -stanolen de non-cholesterol gestandaardiseerde waarden van luteïne significant met -7.4% [95% BI = -10.1 tot -4.8] verlaagde. Echter, de verlaging van de cholesterol gestandaardiseerde waarden was niet significant.

De onderzoekers vonden dat de inname van plantensterolen en/of -stanolen de non-cholesterol gestandaardiseerde waarden van zeaxanthine significant met -12.9% [95% BI = -18.9 tot -6.8] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat de inname van plantensterolen en/of -stanolen de cholesterol gestandaardiseerde waarden van zeaxanthine significant met -7.7% [95% BI = -13.8 tot -1.7] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat de inname van plantensterolen en/of -stanolen de non-cholesterol gestandaardiseerde waarden van beta-cryptoxanthine significant -10.6% [95% BI = -14.3 tot -6.9] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat de inname van plantensterolen en/of -stanolen de cholesterol gestandaardiseerde waarden van beta-cryptoxanthine significant met -4.8% [95% = -8.7 tot -0.9] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat de inname van plantensterolen en/of -stanolen de non-cholesterol gestandaardiseerde waarden van alfa-tocoferol significant met -7.1% [95% = -8.0 tot -6.2] verlaagde. Echter, de verlaging van de cholesterol gestandaardiseerde waarden was niet significant.

De onderzoekers vonden dat de inname van plantensterolen en/of -stanolen de non-cholesterol gestandaardiseerde waarden van gamma-tocoferol significant met -6.9% [95% = -9.8 tot -3.9] verlaagde. Echter, de verlaging van de cholesterol gestandaardiseerde waarden was niet significant.

De onderzoekers vonden dat de inname van plantensterolen en/of -stanolen de non-cholesterol gestandaardiseerde waarden van zowel vitamine A als vitamine D niet significant verlaagde.

De onderzoekers vonden dat de inname van plantensterolen en/of -stanolen gedurende minimaal 4 weken de cholesterol gestandaardiseerde waarden van luteïne significant met -5.6% verlaagde. Echter, deze verlaging was niet significant tot 4 weken inname.

De onderzoekers vonden dat de inname van plantensterolen en/of -stanolen gedurende minimaal 4 weken de cholesterol gestandaardiseerde waarden van beta-caroteen significant met -14.2% verlaagde. Echter, deze verlaging was niet significant tot 4 weken inname.

De onderzoekers concludeerden dat de inname van 2.5 gram plantensterolen en/of -stanolen per dag gedurende minimaal 4 weken de cholesterol gestandaardiseerde waarden van beta-caroteen en luteïne verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Plasma fat-soluble vitamin and carotenoid concentrations after plant sterol and plant stanol consumption: a meta-analysis of randomized controlled trials by Baumgartner S, Ras RT, […], Plat J.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27591863

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over hart- en vaatzieken en carotenoïden.

Plantensterolen en/of -stanolen verlagen namelijk het cholesterolgehalte. Naast het verlagen van het cholesterolgehalte verlagen ze volgens het hier bovenstaande overzichtsartikel ook het luteïne- en beta-caroteengehalte. Plantensterolen en/of -stanolen worden vaak aan margarine en halvarine toegevoegd.

 

Bosbessen verlagen niet de bloeddruk

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlagen bosbessen de bloeddruk?  

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 6 RCT’s met in totaal 204 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat suppletie met bosbessen de systolische bloeddruk niet verlaagde [MD = -0.28, 95% BI = -1.11 tot 0.56, I2 = 87%].

De onderzoekers vonden dat suppletie met bosbessen de diastolische bloeddruk niet verlaagde [MD = -0.5, 95% BI = -1.24 tot 0.24, I2 = 84%].

De onderzoekers concludeerden dat bosbessen de bloeddruk niet verlaagden.

Oorspronkelijke titel:
Effects of blueberry supplementation on blood pressure: a systematic review and meta-analysis of randomized clinical trials by Zhu Y, Sun J, […], Qiu C.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27654329

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het verlagen van de bloeddruk en groenten en fruit.

Resistent zetmeel verbebert de darmwerking van gezonde volwassenen

Onderzoeksvraag:
Verbetert het eten van resistent zetmeel de darmwerking van gezonde volwassenen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte RCT’s.  

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van resistent zetmeel het fecale natte gewicht (nat stoelgangsgewicht) significant met 35.51 gram per dag [95% BI = 1.21-69.82] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van resistent zetmeel het butyraatgehalte (butyraat is een vetzuur met een beschermende werking tegen dikkedarm kanker) significant met 0.61 [95% BI = 0.32-0.89] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van resistent zetmeel de fecale pH-test significant met 0.19 [95% BI = -0.35 tot -0.03] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van resistent zetmeel de defecatiefrequentie (stoelgangsfrequentie) niet significant verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van resistent zetmeel de darmflora van gezonde volwassenen verbeterde.

Oorspronkelijke titel:
Positive effects of resistant starch supplementation on bowel function in healthy adults: a systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Shen D, Bai H, […], Chen L.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27593182

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over pre- en probiotica. 

Er zijn een aantal manieren om de werking van de darmen te meten. Deze zijn het fecale natte gewicht, het butyraatgehalte, de fecale pH-test en de defecatiefrequentie.

Resistent zetmeel (RS, van het Engelse, Resistant Starch) wordt zo genoemd, omdat het niet wordt afgebroken in de dunne darm maar in de dikke darm van het lichaam. Het is een voedingsvezel van het onoplosbare type. Resistent zetmeel dient dus vooral als voeding voor de bacteriën in de dikke darm. Er zijn 3 soorten resistent zetmeel:

  1. RS1: door de celwand ingesloten en ontoegankelijk zetmeel in o.a. zaden, bonen en volkorenproducten
  2. RS2: resistente zetmeelgranules. Deze komen voor in onrijpe bananen en rauwe aardappelen. Rijping of koken kan het zetmeel toegankelijk maken.
  3. RS3: zogenaamd geretrogradeerd zetmeel. Deze komt voor in verwerkte producten omdat het ontstaat door verhitten of afkoelen, bijvoorbeeld in afgekoelde, gekookte aardappelen of pasta, oudbakken brood of cornflakes.

12 gram noten per dag verlaagt een beroerte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van noten de kans op het krijgen van een beroerte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 14 prospectieve cohort studies. De leeftijd varieerde tussen 30 en 86.7 jaar. De follow-up duur varieerde tussen 4.4 en 30 jaar.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel noten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van een beroerte significant met 12% [RR = 0.88, 95% BI = 0.80-0.97, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel noten vergeleken met weinig, de kans op doodgaan aan een beroerte significant met 19% [RR = 0.81, 95% BI = 0.72-0.91, I2 = 0%] verlaagde. Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van veel noten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van een beroerte onder vrouwen significant met 16% [RR = 0.84, 95% BI = 0.73-0.96, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van veel noten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van een beroerte onder Aziaten significant met 21% [RR = 0.79, 95% BI = 0.67-0.93] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat 12 gram noten per dag, de kans op het krijgen van een beroerte significant met 14% [RR = 0.86, 95% BI = 0.79-0.94] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel noten (minimaal 12 gram per dag) de kans op het krijgen van een beroerte, met name onder vrouwen en Aziaten verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Nut intake and stroke risk: A dose-response meta-analysis of prospective cohort studies by Shao C, Tang H, […], He J.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4965766/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het voorkomen van een beroerte.

 

Dagelijks rijst eten verhoogt chronische ziekten onder vrouwen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen het eten van rijst en het krijgen van chronische ziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 12 cohort studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel rijst vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van chronische ziekten niet significant met 11% [RR = 1.11, 95% BI = 0.96-1.29, I1 = 70.3%] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel rijst vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van chronische ziekten onder vrouwen significant met 40% [RR = 1.40, 95% BI = 1.13-1.73] verhoogde.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van veel rijst en de kans op het krijgen van chronische ziekten onder mannen [RR = 0.95, 95% BI = 0.72-1.24].

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van veel rijst en de mortaliteit onder vrouwen [RR = 1.08, 95% BI = 0.97-1.19].

De onderzoekers vonden dat het eten van veel rijst vergeleken met weinig, de mortaliteit onder mannen significant met 13% [RR = 0.87, 95% BI = 0.81-0.94] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel rijst de kans op het krijgen van chronische ziekten onder vrouwen maar niet onder mannen verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Rice consumption, incidence of chronic diseases and risk of mortality: meta-analysis of cohort studies by Saneei P, Larijani B and Esmaillzadeh A.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27577106

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over chonische ziekten.

 

Donkergroene bladgroenten verlaagt mogelijk hart- en vaatziekten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van donkergroene bladgroenten inclusief kruisbloemige groenten, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 studies (patiënt-controle studies en cohort studies) met in totaal  540000 deelnemers, waarvan 26173 mensen met hart- en vaatziekten.

Er was sprake van publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in een random effect model dat het eten van donkergroene bladgroenten de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten significant met 15.8% [RR = 0.842, 95% BI = 0.753 to 0.941, p = 0.002] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van donkergroene bladgroenten inclusief kruisbloemige groenten, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat er sprake was van publicatie bias.

Oorspronkelijke titel:
The effect of green leafy and cruciferous vegetable intake on the incidence of cardiovascular disease: A meta-analysis by Pollock RL.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4973479/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over hart- en vaatzieken en het eten van groenten.

Een hoog leptinegehalte verhoogt astma

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen het leptinegehalte of adiponectinegehalte en de kans op het krijgen van astma?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 13 studies met in totaal 3642 patiënten.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoog leptinegehalte de kans op het krijgen van astma verhoogde [SDM = 0.867, 95% BI  = 0.416-1.318, p 0.001].

De onderzoekers vonden dat een laag adiponectinegehalte de kans op het krijgen van astma verhoogde [SDM = -0.371, 95% BI = -0.728 tot -0.014, p = 0.042].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat een hoog leptinegehalte de kans op het krijgen van astma bij zowel volwassenen [SDM = 1.374, 95% BI = 0.621 tot 2.126, p 0.001] als kinderen [SDM = 0.302, 95% BI = 0.010 tot 0.594, p = 0.042] verhoogde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat een laag adiponectinegehalte de kans op het krijgen van astma bij volwassenen [p = 0.05] maar niet bij kinderen [p = 0.509] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat een hoog leptinegehalte de kans op het krijgen van astma bij zowel volwassenen als kinderen verhoogde, terwijl een laag adiponectinegehalte de kans op het krijgen van astma bij volwassenen maar niet bij kinderen verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Association of asthma diagnosis with leptin and adiponectin: a systematic review and meta-analysis by Zhang L, Yin Y, [...], Zhang J.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27473714

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over chronische ziekte.

Leptine is een peptidehormoon, hetgene betekent dat leptine niet door de celmembranen van de lichaamscellen heen kan, maar het bindt aan de receptoren van de celmembranen. Leptine wordt door het vetweefsel geproduceerd wanneer de vetvoorraad toeneemt. Leptine wordt aan het bloed afgegeven en bindt aan de receptoren van het verzadigingscentrum in de hersenstam. Wanneer het verzadigingscentrum wordt geprikkeld, wordt er een signaal afgegeven dat de vetvoorraden groot genoeg zijn en dat er niet meer gegeten hoeft te worden. Het hongergevoel neemt dus af. Daarnaast vergroot leptine het energiegebruik, waardoor het lichaam meer calorieën gaat verbruiken.

Adiponectine is een eiwit dat vrijwel uitsluitend wordt geproduceerd in de vetcellen. Bij de mensen met overgewicht (BMI>25) is de adiponectine-concentratie in het bloed lager dan bij de mensen met een normaal gewicht. Een lage adiponectine-concentratie wordt geassocieerd met een verminderde insulinegevoeligheid. Suikerpatiënten hebben een verminderde insulinegevoeligheid.

Borstvoeding geven beschermt vrouwen tegen botontkalking op latere leeftijd

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Hebben vrouwen die borstvoeding geven minder kans op het krijgen van fracturen, als gevolg van botontkalking (osteoporosis)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 12 studies met in totaal 14954 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in patiënt-controle studies dat vrouwen die borstvoeding gaven een significante, verlaagde kans van 30% [RR = 0.70, 95% BI = 0.49-0.99] op het krijgen van fracturen, als gevolg van botontkalking hadden.

De onderzoekers vonden dat vrouwen die borstvoeding gaven een significante, verlaagde kans van 34% [RR = 0.66, 95% BI = 0.47-0.93] op het krijgen van fracturen, als gevolg van botontkalking na de menopauze hadden.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses dat elke verhoging met 1 maand borstvoeding, de kans op het krijgen van fracturen, als gevolg van botontkalking onder vrouwen significant met 0.9% verlaagde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses dat elke verhoging met 1 maand borstvoeding, de kans op het krijgen van heupfracturen, als gevolg van botontkalking onder vrouwen significant met 1.2% verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het geven van borstvoeding de kans op het krijgen van fracturen, als gevolg van botontkalking onder vrouwen (met name bij postmenopauzale vrouwen) verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
A meta-analysis of breastfeeding and osteoporotic fracture risk in the females by Duan X, Wang J and Jiang X.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27577724

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over de positieve effecten van het geven van borstvoeding.

Een hoog kopergehalte in het bloed verhoogt zwangerschapsvergiftiging

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een relatie tussen het kopergehalte en zwangerschapsvergiftiging?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 patiënt-controle studies en 2 cross-sectionele studies met in totaal 442 vrouwen met zwangerschapsvergiftiging en 463 vrouwen zonder zwangerschapsvergiftiging.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het kopergehalte van vrouwen met zwangerschapsvergiftiging significant hoger was dan van vrouwen zonder zwangerschapsvergiftiging [SMD = 0.69 mcg/L, 95% BI = 0.54-0.84, I2 = 96.7%, p 0.001].
Dit significante verschil werd zowel onder Aziaten [SMD = 0.73, 95% BI = 0.57-0.90, I2 = 97.3%] als onder Europeanen [SMD = 0.50, 95% BI = 0.14-0.86, I2 = 58.9%] gevonden.

De onderzoekers concludeerden dat het kopergehalte van vrouwen met zwangerschapsvergiftiging hoger was dan van vrouwen zonder zwangerschapsvergiftiging.

Oorspronkelijke titel:
A meta-analysis of copper level and risk of preeclampsia: Evidence from 12 publications by Zhang M and Fan Y.

Link:
http://www.bioscirep.org/content/36/4/e00370.long

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over koper en zwangerschap.

Pre-eclampsie is een combinatie van een te hoge bloeddruk en eiwitverlies via de urine tijdens de zwangerschap. In de volksmond is de aandoening bekend onder de naam zwangerschapsvergiftiging, maar die term wordt in medische vaktaal niet meer gebruikt.

 

Dagelijks 40 gram kaas verlaagt hart- en vaatziekten en beroerte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van kaas de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten en een beroerte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 15 prospectieve cohort studies. 13 van de 15 studies hadden een follow-up duur van meer dan 10 jaar.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 7 studies met in toaal 8076 mensen met hart- en vaatzieten, dat het eten van veel kaas vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten significant met 10% [RR = 0.90, 95% BI = 0.82-0.99] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 8 studies met in toaal 7631 mensen met een coronaire hartziekte, dat het eten van veel kaas vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van coronaire hartziekte significant met 14% [RR = 0.86, 95% BI = 0.77-0.96] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 7 studies met in toaal 10449 mensen met een beroerte, dat het eten van veel kaas vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van een beroerte significant met 10% [RR = 0.90, 95% BI = 0.84-0.97] verlaagde.

De onderzoekers vonden een non-lineair verband tussen het eten van kaas en de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten [p-nonlineair 0.001] en een beroerte [p-nonlineair = 0.015] met het laagste risico bij 40 gram kaas per dag.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel kaas (40 gram per dag) de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten en een beroerte verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Cheese consumption and risk of cardiovascular disease: a meta-analysis of prospective studies by Chen GC, Wang Y, [...], Qin LQ.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27517544

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over zuivelproducten, hart- en vaatzieken en het verlagen van een beroerte.

30 gram lijnzaad per dag gedurende 12 weken verlaagt ontstekingen in obese mensen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van lijnzaad ontstekingen (uitgedrukt in het CRP-gehalte) in het lichaam?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 20 RCT’s met in totaal 1213 deelnemers. De gemiddelde leeftijd varieerde tussen 25.6 en 65 jaar. De dosering van de lijnzaad was gemiddeld 30 gram per dag. De gemiddelde follow-up duur was 12 weken.

Er was publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in het random effect model dat lijnzaad het CRP-gehalte niet significant met 0.13 mg/L [95% BI = −0.44 tot 0.19, p = 0.428, I2 = 63.8%, p 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de meta-regressie dat lijnzaad het CRP-gehalte van mensen met een BMI van 30 of hoger significant met 0.83 mg/L [95% BI = -1.34 tot -0.31, p = 0.002] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat 30 gram lijnzaad per dag gedurende 12 weken het CRP-gehalte van mensen met een BMI van 30 of hoger verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effect of Flaxseed Intervention on Inflammatory Marker C-Reactive Protein: A Systematic Review and Meta-Analysis of Randomized Controlled Trials by Ren GY, Chen CY, […], Chen LH.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4808865/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over overgewicht.

Mensen met overgewicht (BMI>25) hebben vaak veel ontstekingen in het lichaam oftewel een verhoogd CRP-gehalte.

Of u overgewicht hebt, kunt u hier berekenen.
 

Probiotica verlaagt luchtweginfecties bij kinderen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van probiotica de kans op het krijgen van luchtweginfecties bij kinderen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 23 RCT’s met in totaal 6269 kinderen. De leeftijd varieerde tussen 0 en 18 jaar.

De duur van het slikken van probiotica varieerde tussen 5 dagen en 12 maanden. 7 RCT’s gebruikten de Lactobacillus stammen, 5 RCT’s gebruikten de Bifidobacterium stammen, 1 RCT gebruikte de Lactobacillus fermentum stammen en 11 RCT’s een mengsel van probiotica stammen.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 17 RCT’s met in totaal 4513 kinderen dat het slikken van probiotica de kans op het krijgen van minstens 1 episode met luchtweginfecties significant met 11% [RR = 0.89, 95% BI = 0.82-0.96, p = 0.004, I2  =  82%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 6 RCT’s met in totaal 2067 kinderen dat het slikken van probiotica het aantal dagen met luchtweginfecties significant verlaagde [MD = -0.16, 95% BI = -0.29 to 0.02, p  =  0.03, I2  = 0%].

De onderzoekers vonden in 8 RCT’s met in totaal 1499 kinderen dat het slikken van probiotica het aantal dagen afwezig op opvang/school (door toedoen van luchtweginfecties) significant verlaagde [MD = -0.94, 95% BI = -1.72 tot -0.15, p =  0.02, I2  =  87%].

De onderzoekers vonden in 9 RCT’s met in totaal 2817 kinderen geen significant verschil tussen de probiotica-groep en de placebo-groep voor de ziekte-episode [MD = -0.60, 95% BI   -1.49 tot 0.30, p =  0.19, I2  =  88%].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van probiotica de kans op het krijgen van luchtweginfecties bij kinderen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Probiotics for prevention and treatment of respiratory tract infections in children: A systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Wang Y, Li X, [...], Zhang T.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4979858/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over probiotica.

Een ziekte-episode is in een zorgregistratie de periode tussen het moment dat de huisarts op de hoogte is van een gezondheidsprobleem van een patiënt (de diagnose is gesteld) en het moment dat de ziekte is genezen of de patiënt is overleden.

Multivitaminesupplementen verlaagt niet een zwangerschapsvergiftiging

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van multivitaminesupplementen met foliumzuur of foliumzuur alleen tijdens de zwangerschap de kans op het krijgen van een zwangerschapsvergiftiging en de bloeddruk?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 1 RCT en 5 cohort studies met in totaal 201661 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat multivitaminesupplementen met foliumzuur of alleen foliumzuursupplementen de kans op het krijgen van een zwangerschapsvergiftiging of een hoge bloeddruk tijdens de zwangerschap niet significant verlaagde [OR = 0.91, 95% BI = 0.81 tot 1.03].  

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van multivitaminesupplementen met foliumzuur of alleen foliumzuursupplementen de kans op het krijgen van een zwangerschapsvergiftiging of de bloeddruk tijdens de zwangerschap niet verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Folic acid alone or multivitamin containing folic acid intake during pregnancy and the risk of gestational hypertension and preeclampsia through meta-analyses by Shim SM, Yun YU and Kim YS.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4796080/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over multivitamines en zwangerschap en foliumzuur.

Pre-eclampsie is een combinatie van een te hoge bloeddruk en eiwitverlies via de urine tijdens de zwangerschap. In de volksmond is de aandoening bekend onder de naam zwangerschapsvergiftiging, maar die term wordt in medische vaktaal niet meer gebruikt.

 

Vegetarisch dieet verlaagt ontstekingen in het lichaam

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt een vegetarisch dieet de kans op het krijgen van ontstekingen in het lichaam?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 29 studies met in totaal 2689 deelnemers.

Resultaten en conclusies:  
De onderzoekers vonden dat het volgen van een vegetarisch dieet het CRP-gehalte significant met 0.55 mg/L [95% BI = -0.78 tot -0.32, I2  = 94.4%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het volgen van een vegetarisch dieet het IL6-gehalte niet significant met 0.25 ng/L [95% BI = -0.56 tot 0.06, I2  = 74%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het volgen van een vegetarisch dieet het sICAM-gehalte niet significant met 25.07 ng/mL [95% BI = -52.32 tot 2.17, I2  = 93.2%] verlaagde.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het volgen van een vegetarisch dieet en het  TNF-ɑ, resistine-, adiponectine- en leptine-gehalte.

De onderzoekers concludeerden dat het volgen van een vegetarisch dieet het CRP-gehalte verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effect of plant-based diets on obesity-related inflammatory profiles: a systematic review and meta-analysis of intervention trials by Eichelmann F, Schwingshackl L, […], Aleksandrova K.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27405372

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier meer over het volgen van een vegetarisch dieet.

Overgewicht zorgt voor een chronische ontsteking in het lichaam. Chronische ontsteking in het lichaam kan gemeten worden aan de hand van de ontstekingsbiomarkers, zoals het CRP-, IL6- en sICAM-gehalte.

Een vegetarisch dieet is een dieet zonder dierlijke producten met maximaal 35 En% vet, maximaal 7 En% verzadigd vet en minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal. Welke plantaardige producten uit de supermarkt maximaal 35 En% vet, maximaal 7 En% verzadigd vet en minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal bevatten, kunt u hier opzoeken.

Deze maaltijden zijn vegetarisch.

 

Lichamelijke activiteiten + gewichtsverlies leiden tot minder ontstekingen in het lichaam

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het uitvoeren van lichamelijke activiteiten of gewichtsverlies tot een daling in het CRP-gehalte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 83 studies (RCT’s en niet-gerandomiseerde, gecontroleerde studies) met in totaal 3769 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat lichamelijke activiteiten het CRP-gehalte significant deed dalen [ES = 0.26, 95% BI = 0.18 tot 0.34, p 0.001].

De onderzoekers vonden dat lichamelijke activiteiten in combinatie met een daling van het BMI het CRP-gehalte sterker deed dalen dan lichamelijke activeiten alleen [ES = 0.38, 95% BI = 0.26 tot 0.50]. 

De onderzoekers vonden dat een daling van het BMI het CRP-gehalte significant met 11.1% deed dalen [β = 1.20, SE = 0.25, p 0.0001].

De onderzoekers vonden dat een daling van het vetgehalte het CRP-gehalte significant met 6.6% deed dalen [β = 0.76, SE = 0.21, p = 0.0002].

De onderzoekers concludeerden dat zowel lichamelijke activiteiten als een daling van het BMI en het vetgehalte het CRP-gehalte deed dalen. Echter, een sterkere daling werd bereikt met lichamelijke activiteiten in combinatie met een daling van het BMI.

Oorspronkelijke titel:
Effect of exercise training on C-reactive protein: a systematic review and meta-analysis of randomised and non-randomised controlled trials by Fedewa MV, Hathaway ED and Ward-Ritacco CL.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27445361

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over lichamelijke activiteiten.

CRP en IL-6 zijn 2 ontstekingsbiomerkers in het lichaam. Door het meten van ontstekingsbiomerkers kunnen ontstekingen in het lichaam opgespoord worden.

Bij gezonde mensen zonder ontstekingen is de CRP-bloedconcentratie meestal lager dan 10 mg/l. Het merendeel van de ontstekingen leidt tot een CRP-bloedconcentratie boven 100 mg/l.

Suikerziekte type 2, hart- en vaatziekten en kanker zijn ontstekingsziekten. Antioxidanten zoals, vitamine C, E, selenium en zink via voeding kunnen de kans op het krijgen van ontstekingen verlagen.

 

Een hoog ijzergehalte in het bloed verhoogt de ziekte van Parkinson

Onderzoeksvraag:
Hebben mensen met de ziekte van Parkinson een verhoogd serum ijzergehalte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 studies (cohort en patiënt-controle studies) met 829 mensen met de ziekte van Parkinson en 1219 mensen zonder de ziekte van Parkinson.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het serum ijzergehalte van patiënten met de ziekte van Parkinson significant hoger was dan van patiënten zonder de ziekte van Parkinson [SMD = 0.27, 95% BI = 0.18-0.37, p 0.001].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses (om meer informatie te verkrijgen) dat het serum ijzergehalte van patiënten met de ziekte van Parkinson significant hoger was onder Aziaten en Europeanen. Dit signficante verschil werd ook teruggevonden in cohort en patiënt-controle studies.

De onderzoekers concludeerden dat patiënten met de ziekte van Parkinson een verhoogd serum ijzergehalte hadden.

Oorspronkelijke titel:
Meta-analysis of the association between serum iron levels and Parkinson's disease: Evidence from 11 publications by Jiao J, Guo H, […], Hu W.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27372885

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over ijzer.