Voeding en gezondheid

Lopen verlaagt dementie onder ouderen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het lopen de kans op het krijgen van dementie onder ouderen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 17 prospectieve cohort studies waarvan 10 studies over cognitieve achteruitgang (9949 deelnemers, waarvan 2547 mensen met cognitieve achteruitgang) en 10 studies over dementie (14140 deelnemers, waavan 1903 mensen met dementie).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat weinig (stapvoets) lopen vergeleken met veel, de kans dat het geheugen van ouderen achteruit gaat significant met 89% [gepoolde RR = 1.89, 95% BI = 1.54-2.31] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat weinig (stapvoets) lopen vergeleken met veel, de kans op het krijgen van dementie bij ouderen significant met 66% [gepoolde RR = 1.66, 95% BI = 1.43-1.92] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat elke verlaging van de loopsnelheid met 360 m per uur, de kans op het krijgen van dementie significant met 13% [gepoolde RR = 1.13, 95% BI = 1.08-1.18] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat het lopen de kans op het krijgen van dementie onder ouderen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Walking Pace and the Risk of Cognitive Decline and Dementia in Elderly Populations: A Meta-analysis of Prospective Cohort Studies by Quan M, Xun P, [...], He K.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27927757

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het sporten en het voorkomen van dementie.

Tomaten verlagen hart- en vaatziekten onder volwassenen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van tomaten of het slikken van lycopeen de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten onder volwassenen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 21 studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van tomaten het LDL-cholesterolgehalte significant met 0.22 mmol/L [p = 0.006] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van tomaten het plasma IL-6 gehalte significant met 0.25 punt [p = 0.03] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van tomaten de flow-gemedieerde dilatatie (flow-mediated dilatation, FMD) significant met 2.53% [p = 0.01] verbeterde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van lycopeen de systolische bloeddruk (de bovendruk) significant met 5.66 mmHg [p = 0.002] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat zowel het eten van tomaten als het slikken van lycopeen de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten onder volwassenen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Tomato and lycopene supplementation and cardiovascular risk factors: A systematic review and meta-analysis by Cheng HM, Koutsidis G, […], Lara J.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28129549

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over hart- en vaatziekten en groenteconsumptie, carotenoiden.

Hartpatiënten hebben vaak een hoog LDL-cholescholgehalte en een hoge bloeddruk.

Deze producten uit de supermarkt zijn geschikt voor hartpatiënten.

100 microgram foliumzuur per dag verlaagt mogelijk slokdarmkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van folaat (foliumzuur) de kans op het krijgen van slokdarmkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 1 cohort studie en 18 patiënt-controle studies.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel folaat vegeleken met weinig, de kans op het krijgen van slokdarmkanker significant met 37% [OR = 0.63, 95% BI = 0.56-0.71] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoog serum folaatgehalte vegeleken met een laag, de kans op het krijgen van slokdarmkanker significant met 29% [OR = 0.71, 95% BI = 0.55-0.92] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 100 microgram folaat per dag, de kans op het krijgen van slokdarmkanker significant met 12% [OR = 0.88, 95% BI = 0.83-0.95] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat zowel het eten van veel folaat (minimaal 100 microgram per dag) als een hoog bloed folaatgehalte de kans op het krijgen van slokdarmkanker mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat dit overzichtsartikel alleen maar patënt-controle studies kende.

Oorspronkelijke titel:
Folate intake, serum folate levels and esophageal cancer risk: an overall and dose-response meta-analysis by Zhao Y, Guo C, […], Li H.

Link:
http://www.impactjournals.com/oncotarget/index.php?journal=oncotarget&page=article&op=view&path[]=14432&path[]=46030

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over folaat/foliumzuur en kanker.
Lees hier meer over cohort studies, publicatie bias en patiënt-controle studies.

Deze maaltijden leveren minimaal 100 microgram folaat/foliumzuur.


 

Astma verhoogt longkanker

Onderzoeksvraag:
Verhoogt astma de kans op het krijgen van longkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 18 cohort studies met in totaal 16375202 deelnemers.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat astma de kans op het krijgen van longkanker significant met 44% [OR = 1.44, 95% BI = 1.31-1.59, p 0.00001, I2 = 83%] verhoogde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat astma de kans op het krijgen van longkanker onder niet rokers significant met 28% [OR = 1.28, 95% BI = 1.10-1.50, p = 0.002, I2 = 0%] verhoogde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat astma de kans op het krijgen van longkanker onder blanken significant met 53% [OR = 1.53, 95% BI = 1.37-1.72, p 0.00001, I2 = 56%] verhoogde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat astma de kans op het krijgen van longkanker onder Aziaten significant met 52% [OR = 1.52, 95% BI = 1.15-2.01, p 0.00001, I2 = 93%] verhoogde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat astma de kans op het krijgen van longkanker onder mannen significant met 38% [OR = 1.38, 95% BI = 1.31-1.46, p 0.00001, I2 = 24%] verhoogde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat astma de kans op het krijgen van longkanker onder vrouwen significant met 68% [OR = 1.68, 95% BI = 1.45-1.95, p 0.00001, I2 = 63%] verhoogde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses geen verband tussen astma en de kans op het krijgen van longadenocarcinoom [OR = 1.01, 95% BI = 0.69-1.50, p = 0,95, I2 = 45%].

De onderzoekers concludeerden dat astma de kans op het krijgen van longkanker verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Asthma and the risk of lung cancer: a meta-analysis by Qu YL, Liu J, [...], Hou SJ.

Link:
http://www.impactjournals.com/oncotarget/index.php?journal=oncotarget&page=article&op=view&path[]=14595&path[]=46568

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over chronische ziekten en kanker.

Longadenocarcinomen zijn de meest voorkomende vorm van longkanker en hebben de mogelijkheid om zich te verspreiden naar andere weefsels. Een van de moeilijkheden van het behandelen longadenocarcinomen is dat als de oorspronkelijke tumor niet volledig vernietigd of verwijderd kan terugkomen. Het roken van sigaretten, waaronder passief (secondhand) roken, is de belangrijkste oorzaak van longadenocarcinomen. Ongeveer 1% van de longadenocarcinomen worden gedreven door oncogeen ROS1-rearrangement.



 

Vet verhoogt non-Hodgkin lymfeklierkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het eten van vet de kans op het krijgen van non-Hodgkin-lymfeklierkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 2 cohort studies en 8 patiënt-controle studies.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van vet het risico op non-Hodgkin-lymfeklierkanker significant met 26% [RR = 1.26, 95% BI = 1.12-1.42] verhoogde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van vet het risico op diffuus grootcellig B cel lymfoom (een soort non-Hodgkin-lymfeklierkanker) significant met 41% [RR = 1.41, 95% BI = 1.08-1.84] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van vet het risico op non-Hodgkin-lymfeklierkanker, met name diffuus grootcellig B cel lymfoom verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary Fat Consumption and Non-Hodgkin's Lymphoma Risk: A Meta-analysis by Han TJ, Li JS, [...], Xu HZ.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28094569

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vetconsumptie en kanker.
Lees hier meer over patiënt-controle studies, cohort studies en overzichtsartikel.

Een dieet met veel vet is een dieet met meer dan 35 En% vet en meer dan 10 En% verzadigd vet.

Een dieet met weinig vet is een dieet met maximaal 30 En% vet en maximaal 7 En% verzadigd vet.
Een vetarm dieet bestaat grotendeels uit producten met maximaal 30 En% vet en maximaal 7 En% verzadigd vet. Welke producten uit de supermarkt maximaal 30 En% vet en maximaal 7 En% verzadigd vet bevatten, kunt u hier opzoeken.

Deze maaltijden passen in een vetarm dieet.
 

Dagelijks veel peulvruchten verlaagt hart- en vaatziekten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van peulvruchten de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 prospectieve cohort studies met in totaal 367000 deelnemers, waarvan 18475 mensen met hart- en vaatziekten (7451 mensen met een coronaire hartziekte en 6336 mensen met een beroerte).

Er was weinig of geen heterogeniteit tussen de studies en er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel peulvruchten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van zowel hart- en vaatziekten als coronaire hartziekte significant met 10% [RR = 0.90, 95% BI = 0.84-0.97] verlaagde.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van peulvruchten en het krijgen van een beroerte.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel peulvruchten de kans op het krijgen van zowel hart- en vaatziekten als coronaire hartziekte verlaagde. Echter, het eten van peulvruchten verlaagde niet de kans op het krijgen van een beroerte.

Oorspronkelijke titel:
Legume consumption and CVD risk: a systematic review and meta-analysis by Marventano S, Izquierdo Pulido M, […], Grosso G.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28077199

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over hart- en vaatziekten en groenteconsumptie.

De Gezondheidsraad (het hoogste Nederlandse voedingsadviesorgraan) raadt minimaal 200 gram groenten per dag aan. Waarom u dagelijks minimaal 200 gram groenten moet eten, kunt u hier lezen.

Deze maaltijden leveren peulvruchten.

Dagelijks 10 gram vezels verlaagt mogelijk alvleesklierkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van vezels de kans op het krijgen van alvleesklierkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 13 patiënt-controle studies en 1 cohort studie met in totaal 3287 mensen met alvleesklierkanker.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel vezels vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van alvleesklierkanker significant met 48% [OR = 0.52, 95% BI = 0.44-0.61, I2 = 7.3%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 10 gram vezels per dag, de kans op het krijgen van alvleesklierkanker significant met 12% [OR = 0.88, 95% BI = 0.84-0.92] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel vezels (minimaal 10 gram per dag) de kans op het krijgen van alvleesklierkanker mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat dit overzichtsartikel alleen maar patiënt-controle studies kende.

Oorspronkelijke titel:
Dietary fiber intake is inversely associated with risk of pancreatic cancer: a meta-analysis by Mao QQ, Lin YW, […], Xie LP.

Link:
http://apjcn.nhri.org.tw/server/APJCN/26/1/89.pdf

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vezelconsumptie en kanker.
Lees hier meer over patiënt-controle studies, cohort studies en overzichtsartikel.

Deze maaltijden leveren minimaal 10 gram vezels.

Een dagelijkse voeding met veel vezels is een voeding met minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal. Een voeding met minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal bestaat grotendeels uit producten met minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal. Welke producten uit de supermarkt minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal bevatten, kunt u hier opzoeken.
 

Tofu verlaagt coronaire hartzieke onder vrouwen en Aziaten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van soja de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 prospectieve cohort studies en 7 patiënt-controle studies met in totaal 17269 mensen met hart- en vaatziekten waarvan 6265 mensen met een beroerte, 10806 mensen met coronaire hartziekte en 198 mensen met andere oorzaken. 

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel soja vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten significant met 26% [SRR = 0.74, 95% BI = 0.58-0.95] verlaagde. Dit significant verlaagde risico werd met name teruggevonden in patiënt-controle studies [SRR = 0.63, 95% BI = 0.51-0.77], onder Aziaten [SRR = 0.77, 95% BI = 0.67-0.90] en onder vrouwen [SRR = 0.83, 95% BI = 0.69-0.99].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van tofu de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten significant met 20% [SRR = 0.80, 95% BI = 0.64-1.00] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van soja de kans op het krijgen van een beroerte significant met 18% [SRR = 0.82, 95% BI = 0.68-0.99] verlaagde. Significant wil zeggen, er kan met 95% betrouwbaarheid gezegd worden dat het eten van soja het krijgen van een beroerte verlaagt.  

De onderzoekers vonden dat het eten van soja de kans op het krijgen van een coronaire hartziekte significant met 17% [SRR = 0.83, 95% BI = 0.72-0.95] verlaagde.

De onderzoekers vonden geen verband tussen soja-isoflavonen en de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten, een beroerte of coronaire hartziekte.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van soja, met name tofu de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten, een beroerte en coronaire hartziekte, met name onder Aziaten en vrouwen verlaagde. Echter, dit verlaagde risico werd niet teruggevonden voor soja-isoflavonen.

Oorspronkelijke titel:
Association between consumption of soy and risk of cardiovascular disease: A meta-analysis of observational studies by Yan Z, Zhang X, […], Dong W.

Link:
http://journals.sagepub.com/doi/full/10.1177/2047487316686441

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over hart- en vaatziekten en sojaconsumptie. Beroerte en coronaire hartziekte zijn de subgroepen binnen hart- en vaatziekten.

Isoflavonen zijn de polyfenolen in sojaproducten. Tot de sojaproducten behoren onder andere tofu, tempeh en miso.

Deze maaltijden bevatten tofu.

Tofu verlaagt coronaire hartzieke onder vrouwen en Aziaten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van soja de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 prospectieve cohort studies en 7 patiënt-controle studies met in totaal 17269 mensen met hart- en vaatziekten waarvan 6265 mensen met een beroerte, 10806 mensen met coronaire hartziekte en 198 mensen met andere oorzaken. 

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel soja vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten significant met 26% [SRR = 0.74, 95% BI = 0.58-0.95] verlaagde. Dit significant verlaagde risico werd met name teruggevonden in patiënt-controle studies [SRR = 0.63, 95% BI = 0.51-0.77], onder Aziaten [SRR = 0.77, 95% BI = 0.67-0.90] en onder vrouwen [SRR = 0.83, 95% BI = 0.69-0.99].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van tofu de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten significant met 20% [SRR = 0.80, 95% BI = 0.64-1.00] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van soja de kans op het krijgen van een beroerte significant met 18% [SRR = 0.82, 95% BI = 0.68-0.99] verlaagde. Significant wil zeggen, er kan met 95% betrouwbaarheid gezegd worden dat het eten van soja het krijgen van een beroerte verlaagt.  

De onderzoekers vonden dat het eten van soja de kans op het krijgen van een coronaire hartziekte significant met 17% [SRR = 0.83, 95% BI = 0.72-0.95] verlaagde.

De onderzoekers vonden geen verband tussen soja-isoflavonen en de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten, een beroerte of coronaire hartziekte.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van soja, met name tofu de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten, een beroerte en coronaire hartziekte, met name onder Aziaten en vrouwen verlaagde. Echter, dit verlaagde risico werd niet teruggevonden voor soja-isoflavonen.

Oorspronkelijke titel:
Association between consumption of soy and risk of cardiovascular disease: A meta-analysis of observational studies by Yan Z, Zhang X, […], Dong W.

Link:
http://journals.sagepub.com/doi/full/10.1177/2047487316686441

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over hart- en vaatziekten en sojaconsumptie. Beroerte en coronaire hartziekte zijn de subgroepen binnen hart- en vaatziekten.

Isoflavonen zijn de polyfenolen in sojaproducten. Tot de sojaproducten behoren onder andere tofu, tempeh en miso.

Deze maaltijden bevatten tofu.

Zoetstofgezoete frisdrank verhoogt het metabole syndroom

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het drinken van frisdrank de kans op het krijgen van het metabole syndroom?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 cross-sectionele studies en 4 prospectieve cohort studies met in totaal 56244 deelnemers. De leeftijd varieerde tussen 6 en 98 jaar. 

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in gepoolde analyses dat het drinken van frisdrank de kans op het krijgen van het metabole syndroom verhoogde.

De onderzoekers vonden in cross-sectionele studies dat het drinken van suikergezoete frisdrank de kans op het krijgen van het metabole syndroom significant met 46% [RR = 1.46, 95% BI = 1.18-1.91] verhoogde. Echter, dit significant verhoogde risico werd niet teruggevonden in cohort studies.

De onderzoekers vonden in cross-sectionele studies dat het drinken van zoetstofgezoete frisdrank de kans op het krijgen van het metabole syndroom significant met 145% [RR = 2.45, 95% BI = 1.15-5.14] verhoogde.

De onderzoekers vonden in prospectieve cohort studies dat het drinken van zoetstofgezoete frisdrank de kans op het krijgen van het metabole syndroom significant met 32% [RR = 1.32, 95% BI = 1.21-1.44] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat het drinken van frisdrank, met name zoetstofgezoete frisdrank de kans op het krijgen van het metabole syndroom verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Soft drink intake and the risk of metabolic syndrome: A systematic review and meta-analysis by Narain A, Kwok CS and Mamas MA.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28074617

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier over overgewicht en het metabole syndroom.

Mensen met het metabole syndroom wordt aangeraden te kiezen voor maaltijden/producten met maximaal 30 En% vet, waarvan maximaal 7 En% verzadigd vet en minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal. Welke producten/maaltijden uit de supermarkt geschikt zijn voor mensen met het metabole syndroom kunt u hier opzoeken.

 

Dagelijks 200 mg flavonoïden via voeding verlaagt all-cause mortaliteit

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van flavonoïden de kans op mortaliteit?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 prospectieve cohort studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel flavonoïden vergeleken met weinig, de kans op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit) significant met 18% [RR = 0.82, 95% BI = 0.72-0.92] verlaagde. Het risico was het laagste bij 200 mg flavonoïden per dag.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel flavonoïden vergeleken met weinig, de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten niet significant met 15% [RR = 0.85, 95% BI = 0.70-1.03] verlaagde. Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel flavonoïden vergeleken met weinig, de kans op doodgaan aan coronaire hartziekte niet significant met 26% [RR = 0.74, 95% BI = 0.54-1.02] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van 200 mg flavonoïden per dag de kans op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit) verlaagde. Echter, het verlaagde niet de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten of coronaire hartziekte.

Oorspronkelijke titel:
Dietary total flavonoids intake and risk of mortality from all causes and cardiovascular disease in the general population: a systematic review and meta-analysis of cohort studies by Liu XM, Liu YJ, [...], He QQ.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28054441

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over hart- en vaatziekten en flavonoïden.

Levensmiddelen

Aantal mg flavonoïden per 100 gram product

Boerenkool

93

Bramen

100

Groene thee

132

Aardbeien

141

Zwarte bessen

157

Bosbessen

163

Rode kool

209

Vers peterselie

216

Verse pruimen

220

Pistachenoten

237

Veenbessen

437

Pecannoten

493

 

Teveel buikvet verhoogt longkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt abdominale obesitas (teveel buikvet) de kans op het krijgen van longkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 6 prospectieve cohort studies met 5827 mensen met longkanker onder 831535 deelnemers. 

De follow-up duur varieerde tussen 7 en 15.1 jaar.
De afzonderlijke studies werden gecorrigeerd voor potentiële confounders, zoals leeftijd, lichamelijke activiteit en roken.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 10 cm in buikomtrek de kans op het krijgen van longkanker significant met 10% [RR = 1.10, 95% BI = 1.04-1.17, I2 = 27.7%] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 0.1 punt in de taille-heupverhouding, de kans op het krijgen van longkanker significant met 5% [RR = 1.05, 95% BI = 1.00-1.11, I2 = 25.2%] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat een hoge taille-heup verhouding, de kans op het krijgen van longkanker onder ex-rokers significant met 11% [RR = 1.11, 95% BI = 1.00-1.23] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat een grote buikomtrek de kans op het krijgen van longkanker onder niet rokers significant met 11% [RR = 1.11, 95% BI = 1.00-1.23] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat een grote buikomtrek de kans op het krijgen van longkanker onder ex-rokers significant met 12% [RR = 1.12, 95% BI = 1.03-1.22] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat een grote buikomtrek de kans op het krijgen van longkanker onder rokers significant met 16% [RR = 1.16, 95% BI = 1.08-1.25] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat abdominale obesitas de kans op het krijgen van longkanker verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Abdominal Obesity and Lung Cancer Risk: Systematic Review and Meta-Analysis of Prospective Studies by Hidayat K, Du X, […], Shi B.

Link:
http://www.mdpi.com/2072-6643/8/12/810/htm

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over kanker en overgewicht.

Abdominale obesitas oftewel teveel buikvet kan vastgesteld worden aan de hand van de buikomtrek en de taille-heupverhouding (omtrek taille gedeeld door omtrek heupen).

Beta-caroteen via voeding verlaagt heupfracturen onder Aziatische mannen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van carotenoïden de kans op het krijgen van heupfractuur?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 5 prospectieve cohort studies en 2 patiënt-controle studies met in totaal 140265 deelnemers, waarvan 4324 mensen met fracturen. De leeftijd was 50 jaar en ouder (50-80 jaar). 80% van de studies was post-menopauzale vrouwen.

De follow-up duur van de cohort studies varieerde tussen 3.7 en 18 jaar.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel carotenoïden vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van heupfractuur niet significant met 28% [OR = 0.72, 95% BI = 0.51-1.01, I2 = 59.4%, p = 0.06] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel beta-caroteen vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van heupfractuur significant met 28% [OR = 0.72, 95% BI = 0.54-0.95] verlaagde.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het bloed carotenoïdengehalte en de kans op het krijgen van heupfractuur [OR = 0.83, 95% BI = 0.59-1.17].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van veel beta-caroteen vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van heupfractuur onder mannen significant met 47% [OR = 0.57, 95% BI = 0.40-0.81] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van veel beta-caroteen vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van heupfractuur onder mensen ouder dan 60 jaar significant met 43% [OR = 0.57, 95% BI = 0.40-0.81] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van veel beta-caroteen vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van heupfractuur onder mensen met een normaal gewicht (BMI ≤ 25) significant met 38% [OR = 0.62, 95% BI = 0.40-0.96, p = 0.03] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van veel beta-caroteen vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van heupfractuur onder Aziaten significant met 38% [OR = 0.62, 95% BI = 0.40-0.96, p = 0.03] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel beta-caroteen de kans op het krijgen van heupfractuur onder Aziatische mannen ouder dan 60 jaar met een normaal gewicht verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Carotenoids and risk of fracture: a meta-analysis of observational studies by Xu J, Song C, [...], X L.

Link:
http://www.impactjournals.com/oncotarget/index.php?journal=oncotarget&page=article&op=view&path[]=13678&path[]=43468

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over ouderdom en carotenoïden.

Beta-caroteen geeft de karakteristieke kleur aan oranje en gele groenten en fruit.
Deze maaltijd bevat veel beta-caroteen.

Calciumsupplementen verlaagt het slechte cholesterol

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van calciumsupplementen het cholesterolgehalte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 22 clinische studies met in totaal 4071 deelnemers.

De studieduur varieerde tussen 2 weken en 5 jaar.  

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van calciumsupplementen het LDL-cholesterolgehalte (slecht cholesterol) significant met 0.12 mmol/L [95% BI = -0.22 tot -0.02, I2 = 78.6%] verlaagde. Echter, het effect nam af wanneer naast calcium ook vitamine D werd geslikt.

De onderzoekers vonden dat het slikken van calciumsupplementen het HDL-cholesterolgehalte (goed cholesterol) significant met 0.05 mmol/L [95% BI = 0.00 tot 0.10, I2 = 97.1%] verhoogde.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het slikken van calciumsupplementen en het triglyceridengehalte.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van calciumsupplementen het slechte cholesterolgehalte (LDL-cholesterol) verlaagde en het goede cholesterolgehalte (HDL-cholesterol) verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
The Effects of Dietary Calcium Supplements Alone or With Vitamin D on Cholesterol Metabolism: A Meta-Analysis of Randomized Controlled Trials by Chen C, Ge S, […], Li C.

Link:
http://journals.lww.com/jcnjournal/Abstract/publishahead/The_Effects_of_Dietary_Calcium_Supplements_Alone.99526.aspx

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over hart- en vaatziekten, cholesterol en calcium.  

 

Alfa-caroteen, beta-caroteen en luteïne/zeaxanthine via voeding verlaagt non-Hodgkin-lymfklierkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van carotenoïden de kans op het krijgen van non-Hodgkin-lymfklierkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 7 patiënt-controle studies en 3 cohort studies.  

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel alfa-caroteen vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van non-Hodgkin-lymfklierkanker significant met 13% [RR = 0.87, 95% BI = 0.78-0.97] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel beta-caroteen vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van non-Hodgkin-lymfklierkanker significant met 20% [RR = 0.80, 95% BI = 0.68-0.94] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel luteïne/zeaxanthine vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van non-Hodgkin-lymfklierkanker significant met 18% [RR = 0.82, 95% BI = 0.69-0.97] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel alfa-caroteen of beta-caroteen vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van diffuus grootcellig B cel lymfoom (een soort non-Hodgkin-lymfklierkanker) significant verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 1000 microgram alfa-caroteen per dag de kans op het krijgen van non-Hodgkin-lymfklierkanker significant met 13% verlaagde.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van lycopeen of beta-crytoxanthine en de kans op het krijgen van non-Hodgkin-lymfklierkanker.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van alfa-caroteen, beta-caroteen en luteïne/zeaxanthine de kans op het krijgen van non-Hodgkin-lymfklierkanker, met name diffuus grootcellig B cel lymfoom verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Carotenoid intake and risk of non-Hodgkin lymphoma: a systematic review and dose-response meta-analysis of observational studies by Chen F, Hu J, [...], Liu P.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28011986

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over kanker and carotenoïden.

Alfa-caroteen, beta-caroteen, luteïne/zeaxanthine, lycopeen en beta-crytoxanthine zijn carotenoïden.

100 gram rauwe wortelen levert gemiddeld 2684 microgram alfa-caroteen.
100 gram passievrucht levert 410 microgram alfa-caroteen.
 

39 gram hazelnoten per dag verlaagt het slechte cholesterolgehalte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verbetert het eten van hazelnoten de risicofactoren (zoals cholesterol- en trigyceridengehalte) van hart- en vaatziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 9 clinische studies met in totaal 425 deelnemers (46% was man, 54% was vrouw en de leeftijd varieerde tussen 18 en 55 jaar). De gemiddelde interventieduur was 74.7 dagen (28 en 84 dagen). De gemiddelde dosering was 38.7 gram hazelnoten per dag (29 en 69 gram hazelnoten per dag).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 3 RCT’s dat het eten van hazelnoten het LDL-cholesterolgehalte (slecht cholesterol) significant met 0.150 mmol/L [95% HPD = -0.308 tot -0.003] verlaagde.  

De onderzoekers vonden dat het eten van hazelnoten geen effect had op het totale cholesterolgehalte [gepoolde MD = -0.127 mmol/L, 95% HPD = -0.284 tot 0.014].  

De onderzoekers vonden dat het eten van hazelnoten geen effect had op het HDL- cholesterolgehalte [gepoolde MD = 0.002 mmol/L, 95% HPD = -0.140 tot 0.147].  

De onderzoekers vonden dat het eten van hazelnoten geen effect had op het triglyceridengehalte [gepoolde MD = 0.045 mmol/L, 95% HPD = -0.195 tot 0.269].  

De onderzoekers vonden dat het eten van hazelnoten geen effect had op het BMI [gepoolde MD = 0.062 kg/m², 95% HPD = -0.293 tot 0.469].  

De onderzoekers concludeerden dat het eten van 38.7 gram hazelnoten per dag gedurende 74.7 dagen het LDL-cholesterolgehalte (slecht cholesterol) verlaagde terwijl het lichaamsgewicht niet deed toenemen.

Oorspronkelijke titel:
Effects of Hazelnut Consumption on Blood Lipids and Body Weight: A Systematic Review and Bayesian Meta-Analysis by Perna S, Giacosa A, […], Rondanelli M.

Link:
http://www.mdpi.com/2072-6643/8/12/747/htm

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over hart- en vaatziekten en cholesterol.

Hazelnoot bevat 82-83% mono-onverzadigde vetzuren, voornamelijk oliezuur. Wetenschappelijke studies hebben aangetoond dat mono-onverzadigde vetzuren in olijfolie verantwoordelijk is voor het verlagen van het cholesterolgehalte.
Verder zijn hazelnoten rijk aan vitamine E, fytosterolen, L-arginine, polyfenolen, folaat en vezels.

Hazelnoten en amandelen hebben min of meer dezelfde vetsamenstelling.

Dagelijks 15-20 gram noten verlaagt hart- en vaatziekten en kanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van noten de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten, kanker en mortaliteit?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 20 prospectieve cohort studies met in totaal 819448 deelnemers.

1 portie noten was 28 gram.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 12 cohort studies met 12331 mensen met een coronaire hartziekte onder 315397 deelnemers, dat het eten van veel noten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van een coronaire hartziekte significant met 24% [gepoolde RR = 0.76, 95% BI = 0.69-0.84, I2 = 42%, p = 0.06] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van 1 portie noten (28 gram) per dag de kans op het krijgen van een coronaire hartziekte significant met 29% [gepoolde RR = 0.71, 95% BI = 0.63-0.80, I2 = 47%, p = 0.04] verlaagde.
De onderzoekers vonden een non-lineair verband tussen het eten van noten en de kans op het krijgen van een coronaire hartziekte, met een geringe toename in de risicovermindering boven 15-20 gram noten per dag.

De onderzoekers vonden in 12 cohort studies met 18655 mensen met hart- en vaatziekten onder 376228 deelnemers, dat het eten van veel noten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten significant met 19% [gepoolde RR = 0.81, 95% BI = 0.74-0.89, I2 = 52%, p = 0.02] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van 1 portie noten (28 gram) per dag de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten significant met 21% [gepoolde RR = 0.79, 95% BI = 0.70-0.88, I2 = 60%, p = 0.004] verlaagde.

De onderzoekers vonden een non-lineair verband tussen het eten van noten en de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten; met geen toename meer in de risicovermindering boven 15 gram noten per dag.

De onderzoekers vonden in 3 cohort studies dat het eten van veel boomnoten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten significant met 24% [gepoolde RR = 0.76, 95% BI = 0.69-0.84, I2 = 0%, p = 0.92] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 3 cohort studies dat elke verhoging met 10 gram boomnoten per dag, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten significant met 25% [gepoolde RR = 0.75, 95% BI = 0.67-0.84, I2 = 0%, p = 0.84] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 5 cohort studies dat het eten van veel pinda’s vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten significant met 24% [gepoolde RR =0.76, 95% BI = 0.70-0.81, I2 = 0%, p = 0.90] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 5 cohort studies dat elke verhoging met 10 gram pinda’s per dag, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten significant met 36% [gepoolde RR = 0.64, 95% BI = 0.50-0.81, I2 = 77%, p = 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 9 cohort studies met 18490 mensen met kanker onder 304285 deelnemers, dat het eten van veel noten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van kanker significant met 18% [gepoolde RR = 0.82, 95% BI = 0.74-0.89, I2 = 28%, p = 0.21] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van 1 portie noten (28 gram) per dag de kans op het krijgen van kanker significant met 15% [gepoolde RR = 0.85, 95% BI = 0.76-0.94, I2 = 42%, p = 0.10] verlaagde.

De onderzoekers vonden een non-lineair verband tussen het eten van noten en de kans op het krijgen van kanker.

De onderzoekers vonden in 3 cohort studies dat het eten van veel boomnoten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van kanker significant met 18% [gepoolde RR = 0.82, 95% BI = 0.76-0.90, I2 = 0%, p = 0.98] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 3 cohort studies dat elke verhoging met 10 gram boomnoten per dag, de kans op het krijgen van kanker significant met 20% [gepoolde RR = 0.80, 95% BI = 0.72-0.89, I2 = 0%, p = 0.99] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 5 cohort studies dat het eten van veel pinda’s vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van kanker significant met 7% [gepoolde RR = 0.93, 95% BI = 0.87-0.99, I2 = 19%, p = 0.30] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 5 cohort studies dat elke verhoging met 10 gram pinda’s per dag, de kans op het krijgen van kanker niet significant met 8% [gepoolde RR = 0.92, 95% BI = 0.82-1.03, I2 = 30%, p = 0.22] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 15 cohort studies met 85870 doden aan alle oorzaken onder 819448 deelnemers, dat het eten van veel noten vergeleken met weinig de kans op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit) significant met 19% [gepoolde RR = 0.81, 95% BI = 0.77-0.85, I2 = 41%, p = 0.05] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van 1 portie noten (28 gram) per dag de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 22% [gepoolde RR = 0.78, 95% BI = 0.72-0.84, I2 = 66%, p 0.0001] verlaagde.

De onderzoekers vonden een non-lineair verband tussen het eten van noten en de kans op doodgaan aan alle oorzaken; met geen toename meer in de risicovermindering boven 15-20 gram noten per dag.

De onderzoekers vonden in 4 cohort studies dat het eten van veel boomnoten vergeleken met weinig, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 20% [gepoolde RR = 0.80, 95% BI = 0.74-0.86, I2 = 58%, p = 0.07] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 3 cohort studies dat elke verhoging met 10 gram boomnoten per dag, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 18% [gepoolde RR = 0.82, 95% BI = 0.75-0.90, I2 = 70%, p = 0.02] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 5 cohort studies dat het eten van veel pinda’s vergeleken met weinig, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 15% [gepoolde RR = 0.85, 95% BI = 0.81-0.89, I2 = 34%, p = 0.19] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 5 cohort studies dat elke verhoging met 10 gram pinda’s per dag, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 23% [gepoolde RR = 0.77, 95% BI = 0.69-0.86, I2 = 64%, p = 0.03] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 2 cohort studies dat het eten van veel pindakaas vergeleken met weinig, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 11% [gepoolde RR = 0.89, 95% BI = 0.80-0.99, I2 = 31%, p = 0.23] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 2 cohort studies dat elke verhoging met 10 gram pindakaas per dag, de kans op doodgaan aan alle oorzaken niet significant met 6% [gepoolde RR = 0.94, 95% BI = 0.86-1.02, I2 = 0%, p = 0.76] verlaagde.

De onderzoekers schatten dat er in 2013 zo’n 4.4 miljoen doden (waarvan 1.19 miljoen aan hart- en vaatziekten, 469000 aan kanker, 1.07 miljoen aan ziekten aan het ademhalingsstelsel en 139000 aan suikerziekte) waren die veroorzaakt werden door het eten van minder dan 20 gram noten per dag.

De onderzoekers concludeerden dat eten van 15-20 gram noten per dag, met name boomnoten en pinda, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten, kanker en all-cause mortaliteit verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Nut consumption and risk of cardiovascular disease, total cancer, all-cause and cause-specific mortality: a systematic review and dose-response meta-analysis of prospective studies by Aune D, Keum N, […], Norat T.

Link:
https://bmcmedicine.biomedcentral.com/articles/10.1186/s12916-016-0730-3

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over kanker en hart- en vaatziekten.
Boomnoten zijn onder andere cashewnoten, walnoten, hazelnoot en eikel.

 

Veel soja en magere melk verlagen borstkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Welke producten verlagen of verhogen de kans op het krijgen van borstkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 46 cohort studies.
De gemiddelde follow-up duur varieerde tussen 3.9 en 65 jaar.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 8 cohort studies met 19912 vrouwen met borstkanker onder 691383 deelnemers, dat het eten van veel roodvlees vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van borstkanker niet significant met 5% [gepoolde RR = 1.05, 95% BI = 0.95-1.16, I2 = 63.1%] verhoogde. Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden in 6 cohort studies dat het eten van 120 gram roodvlees per dag, de kans op het krijgen van borstkanker significant met 7% [gepoolde RR = 1.07, 95% BI = 1.01-1.14, I2 = 7.1%] verhoogde. Significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden een lineair verband tussen het eten van roodvlees en de kans op het krijgen van borstkanker [p = 0.157].

De onderzoekers vonden in 14 cohort studies met 26952 vrouwen met borstkanker onder 1235085 deelnemers, dat het eten van veel bewerkt vlees vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van borstkanker significant met 7% [gepoolde RR = 1.07, 95% BI = 1.01-1.14, I2 = 34.6%] verhoogde.

De onderzoekers vonden in 12 cohort studies dat het eten van 50 gram bewerkt vlees per dag, de kans op het krijgen van borstkanker significant met 9% [gepoolde RR = 1.09, 95% BI = 1.02-1.17, I2 = 11.8%] verhoogde.

De onderzoekers vonden een lineair verband tussen het eten van bewerkt vlees en de kans op het krijgen van borstkanker [p = 0.633].

De onderzoekers vonden in 11 cohort studies met 19400 vrouwen met borstkanker onder 726947 deelnemers, dat het eten van veel gevogelte vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van borstkanker niet significant met 1% [gepoolde RR = 1.01, 95% BI = 0.93-1.11, I2 = 58%] verhoogde.

De onderzoekers vonden in 10 cohort studies dat het eten van 120 gram gevogelte per dag, de kans op het krijgen van borstkanker niet significant met 3% [gepoolde RR = 0.97, 95% BI = 0.85-1.11, I2 = 33.2%] verlaagde.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van gevogelte en de kans op het krijgen van borstkanker.

De onderzoekers vonden in 18 cohort studies met 20810 vrouwen met borstkanker onder 914451 deelnemers, dat het eten van veel vis vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van borstkanker niet significant met 4% [gepoolde RR = 1.04, 95% BI = 0.97-1.12, I2 = 47.9%] verhoogde.

De onderzoekers vonden in 13 cohort studies dat het eten van 120 gram vis per dag, de kans op het krijgen van borstkanker niet significant met 7% [gepoolde RR = 1.07, 95% BI = 0.94-1.21, I2 = 33.23%] verhoogde.

De onderzoekers vonden in 9 cohort studies met 16910 vrouwen met borstkanker onder 639720 deelnemers, dat het eten van veel eieren vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van borstkanker niet significant met 4% [gepoolde RR = 1.04, 95% BI = 0.98-1.11, I2 = 6.7%] verhoogde.

De onderzoekers vonden in 8 cohort studies dat het eten van 50 gram eieren per dag, de kans op het krijgen van borstkanker niet significant met 4% [gepoolde RR = 1.04, 95% BI = 0.94-1.15, I2 = 26.9%] verhoogde.

De onderzoekers vonden in 10 cohort studies met 12888 vrouwen met borstkanker onder 452916 deelnemers, dat het eten van veel sojaproducten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van borstkanker significant met 8% [gepoolde RR = 0.92, 95% BI = 0.84-1.00, I2 = 0.0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 7 cohort studies dat het eten van 1 portie sojaproducten per dag, de kans op het krijgen van borstkanker significant met 9% [gepoolde RR = 0.91, 95% BI = 0.84-1.00, I2 = 0.0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden een lineair verband tussen het eten van sojaproducten en de kans op het krijgen van borstkanker [p = 0.908].

De onderzoekers vonden in 3 cohort studies met 4506 vrouwen met borstkanker onder 148807 deelnemers, dat het eten van veel noten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van borstkanker niet significant met 4% [gepoolde RR = 0.96, 95% BI = 0.88-1.06, I2 = 0.0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 3 cohort studies dat het eten van 28 gram noten per dag, de kans op het krijgen van borstkanker niet significant met 4% [gepoolde RR = 0.96, 95% BI = 0.84-1.09, I2 = 0.0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 8 cohort studies met 13781 vrouwen met borstkanker onder 554775 deelnemers, dat het drinken van veel volle melk vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van borstkanker niet significant met 1% [gepoolde RR = 0.99, 95% BI = 0.87-1.12, I2 =  37.4%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 5 cohort studies dat het drinken van 200 gram volle melk per dag, de kans op het krijgen van borstkanker niet significant met 2% [gepoolde RR = 1.02, 95% BI = 0.92-1.13, I2 = 32.8%] verhoogde.

De onderzoekers vonden in 7 cohort studies met 16664 vrouwen met borstkanker onder 586726 deelnemers, dat het drinken van veel magere melk vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van borstkanker significant met 7% [gepoolde RR = 0.93, 95% BI = 0.85-1.00, I2 =  40.1%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 5 cohort studies dat het drinken van 200 gram magere melk per dag, de kans op het krijgen van borstkanker significant met 4% [gepoolde RR = 0.96, 95% BI = 0.92-1.00, I2 = 11.9%] verlaagde.

De onderzoekers vonden een lineair verband tussen het drinken van magere melk en de kans op het krijgen van borstkanker [p = 0.109].

De onderzoekers vonden in 5 cohort studies met 6793 vrouwen met borstkanker onder 225057 deelnemers, dat veel yoghurt vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van borstkanker significant met 10% [gepoolde RR = 0.90, 95% BI = 0.82-1.00, I2 = 0.0%] verlaagde

De onderzoekers vonden in 3 cohort studies dat 200 gram yoghurt per dag, de kans op het krijgen van borstkanker niet significant met 13% [gepoolde RR = 0.87, 95% BI = 0.72-1.06, I2 = 0.0%] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het dagelijks eten van 120 gram roodvlees of 50 gram bewerkt vlees de kans op het krijgen van borstkanker verhoogde, terwijl 1 portie sojaproducten of 200 gram magere melk de kans op het krijgen van borstkanker verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary Protein Sources and Incidence of Breast Cancer: A Dose-Response Meta-Analysis of Prospective Studies by Wu J, Zeng R, [...], Zheng Y.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5133114/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over borstkanker, vlees, melkproducten en soja.

Deze maaltijden bevatten veel soja oftewel minimaal 30 gram isoflavonen.

Een portie sojaproducten komt overeen met 200-250 ml sojamelk, een kwart blok tahoe, een halve kop tempé/sojabonen/sojavlees oftewel een portie sojaproducten komt overeen met 8 tot 10 gram soja-eiwitten of 25 mg isoflavonen.

 

Vis verlaagt depressie

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van vis of n-3 PUFA’s de kans op het krijgen van een depressie?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 31 observationele studies met 20000 mensen met een depressie onder 255076 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van vis de kans op het krijgen van een depressie significant met 22% [RR = 0.78, 95% BI = 0.69-0.89] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel n-3 PUFA’s vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van een depressie significant met 22% [RR = 0.78, 95% BI = 0.67-0.92] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel EPA en DHA vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van een depressie significant met 18% [RR = 0.82, 95% BI = 0.73-0.92] verlaagde.

De onderzoekers vonden een J-vormig verband tussen het eten van n-3 PUFA’s en het krijgen van een depressie met het meeste effect bij 1.8 gram n-3 PUFA’s per dag [RR = 0.30, 95% BI = 0.09-0.90].

De onderzoekers concludeerden dat het eten van vis en n-3 PUFA’s (bij voorkeur 1.8 gram n-3 PUFA’s per dag) de kans op het krijgen van een depressie verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary n-3 PUFA, fish consumption and depression: A systematic review and meta-analysis of observational studies by Grosso G, Micek A, […], Galvano F.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27544316

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over depressie en visconsumptie.

1.8 gram n-3 PUFA’s komt in de praktijk overeen met vissen die 4 dagen EPA en DHA leveren. Welke vette vissen 4 dagen EPA en DHA leveren, kunt u hier opzoeken.

Deze maaltijden leveren 4 dagen EPA en DHA.

Alfa-linoleenzuur, EPA en DHA zijn n-3 vetzuren oftewel n-3 PUFA’s.
EPA en DHA worden ook wel visvetzuren genoemd. Vette vissen hebben meer EPA en DHA dan niet vette vissen.
N-3 PUFA’s zitten in lijnzaadolie, vette vissen (haring, makreel, zalm, aal en sardine), schaaldieren en gevogelte.

Dagelijks 10 gram alcohol verlaagt galstenen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het drinken van alcohol de kans op het krijgen van galstenen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 cohort studies en 10 patiënt-controle studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het drinken veel alcohol vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van galstenen significant met 38% [gepoolde RR = 0.62, 95% BI = 0.49-0.78] verlaagde.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat het drinken veel alcohol vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van galstenen significant met 34% [gepoolde RR = 0.66, 95% BI = 0.48-0.91] verlaagde.

De onderzoekers vonden in patiënt-controle studies dat het drinken veel alcohol vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van galstenen significant met 42% [gepoolde RR = 0.58, 95% BI = 0.45-0.73] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het drinken veel alcohol vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van galstenen onder mannen significant met 43% [gepoolde RR = 0.57, 95% BI = 0.40-0.80] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het drinken veel alcohol vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van galstenen onder vrouwen significant met 36% [gepoolde RR = 0.64, 95% BI = 0.53-0.77] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het drinken van 10 gram alcohol per dag, de kans op het krijgen van galstenen significant met 12% [gepoolde RR = 0.88, 95% BI = 0.84-0.92] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het drinken van alcohol (minimaal 10 gram alcohol per dag) de kans op het krijgen van galstenen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Alcohol consumption and risk of gallstone disease: a meta-analysis by Wang J, Duan X, [...], Jiang X.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27926662

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over alcohol.
 

Vitamine A, beta-caroteen en lycopeen via voeding verlagen waarschijnlijk alvleesklierkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van vitamine A, beta-caroteen of lycopeen de kans op het krijgen van alvleesklierkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 4 cohort studies en 18 patiënt-controle studies.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van totale vitamine A de kans op het krijgen van alveesklierkanker significant met 15% [gepoolde OR = 0.85, 95% BI = 0.74-0.97, p = 0.015] verlaagde, met name onder blanken [OR = 0.84, 95% BI = 0.73-0.96, p = 0.011] en patiënt-controle studies [OR = 0.83, 95% BI = 0.72-0.95, p = 0.007].

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van retinol en de kans op het krijgen van alveesklierkanker [OR = 1.02, 95% BI = 0.78-1.34, p = 0.860].

De onderzoekers vonden dat het eten van beta-caroteen de kans op het krijgen van alveesklierkanker significant met 22% [gepoolde OR = 0.78, 95% BI = 0.66-0.92, p = 0.003] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van lycopeen de kans op het krijgen van alveesklierkanker significant met 16% [gepoolde OR = 0.84, 95% BI = 0.73-0.97, p = 0.02] verlaagde, met name onder blanken [OR = 0.86, 95% BI = 0.73-1.00, P = 0.05] en patiënt-controle studies [OR = 0.77, 95% BI = 0.64-0.92, p = 0.005]. 

De onderzoekers concludeerden dat het eten van zowel totale vitamine A (maar niet in de vorm van retinol), beta-caroteen en lycopeen de kans op het krijgen van alvleesklierkanker waarschijnlijk verlaagde. Waarschijnlijk omdat het verlaagde risico niet significant was onder de cohort studies.

Oorspronkelijke titel:
Association between vitamin A, retinol and carotenoid intake and pancreatic cancer risk: Evidence from epidemiologic studies by Huang X, Gao Y, [...], Zheng J.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5150257/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over kanker, vitamine A, beta-caroteen en lycopeen.

Deze maaltijden zijn rijk aan vitamine A, beta-caroteen of lycopeen.

Vitamine D supplementen verlagen het LDL-cholesterolgehalte van suikerpatiënten type 2

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van vitamine D het triglyceriden- en cholesterolgehalte van suikerpatiënten type 2?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 17 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine D het serum triglyceridengehalte van suikerpatiënten type 2 significant met 3.74 mg/dL [95% BI = -7.13 tot -0.34, p = 0.031] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine D het LDL-cholesterolgehalte (slecht cholesterol) van suikerpatiënten type 2 significant met 2.55 mg/dL [95% BI = -4.83 tot -0.26, p = 0.029] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine D het HDL-cholesterolgehalte (goed cholesterol) van suikerpatiënten type 2 significant met 0.72 mg/dL (95% BI = -1.27 tot -0.17, p = 0.010] verlaagde. Echter, deze verlaging was verwaarloosbaar.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het effect van vitamine D op zowel het triglyceriden- als cholesterolgehalte afhankelijk was van de dosering, de duur van de studies en het vitamine D-gehalte van de deelnemers aan het begin van de studie.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van vitamine D het triglyceriden- en het LDL-cholesterolgehalte (slecht cholesterol) van suikerpatiënten type 2 verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effects of vitamin D on serum lipid profile in patients with type 2 diabetes: A meta-analysis of randomized controlled trials by Jafari T, Fallah AA and Barani A.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27020528

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier meer studies over vitamine D, het verlagen van het cholesterolgehalte en suikerziekte.

Mensen met overgewicht hebben vaak zowel een hoog triglyceriden als LDL-cholesterogehalte. Overgewicht verhoogt de kans op het krijgen suikerziekte type 2, hart- en vaatzieken en kanker.

 

Dagelijks 320 mg magnesium per dag via voeding verlaagt depressie

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van magnesium of calcium de kans op het krijgen van een depressie?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 17 epidemiologische studies (patiënt-controle studies en cohort studies), waarvan 11 studies de relatie tussen magnesium en depressie onderzochten en 6 studies de relatie tussen calcium en depressie.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel magnesium vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van een depressie significant met 19% [gepoolde RR = 0.81, 95% = 0.70-0.92] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel calcium vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van een depressie niet significant met 34% [gepoolde RR = 0.66, 95% = 0.42-1.02] verlaagde. Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel magnesium vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van een depressie onder Aziaten significant met 43% [gepoolde RR = 0.57, 95% = 0.44-0.74] verlaagde.

De onderzoekers vonden in studies waarbij gecorrigeerd werd voor de energieinname, dat het eten van veel magnesium vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van een depressie significant met 27% [gepoolde RR = 0.73, 95% = 0.58-0.92] verlaagde.

De onderzoekers vonden een non-lineair verband tussen het eten van magnesium en de kans op het krijgen van een depressie, met het laagste risco bij 320 mg magnesium per dag.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel magnesium (bij voorkeur 320 mg per dag) de kans op het krijgen van een depressie verlaagde. Echter, calcium verlaagde niet de kans op het krijgen van een depressie.

Oorspronkelijke titel:
Dietary magnesium and calcium intake and risk of depression in the general population: A meta-analysis by Li B, Lv J, [...], Zhang D.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27807012

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over depressie en magnesium

Deze maaltijden zijn rijk aan magnesium.
 

Foliumzuursupplementen tijdens zwangerschap verlagen een vroeggeboorte en een SGA-baby

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van foliumzuur zowel de kans op het krijgen van een vroeggeboorte als een SGA-baby?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte cohort studies.  

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van foliumzuur aan het begin van de zwangerschap de kans op het krijgen van een vroeggeboorte significant met 32% [RR = 0.68, 95% BI = 0.52-0.90] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van foliumzuur voor de zwangerschap de kans op het krijgen van een vroeggeboorte niet significant met 11% [RR = 0.89, 95% BI = 0.80-1.01] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van foliumzuur aan het begin van de zwangerschap de kans op het krijgen van een SGA-baby significant met 16% [RR = 0.84, 95% BI = 0.81-0.89] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van foliumzuur voor de zwangerschap de kans op het krijgen van een SGA-baby significant met 30% [RR = 0.70, 95% BI = 0.57-0.85] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van foliumzuur zowel de kans op het krijgen van een vroeggeboorte als een SGA-baby verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effect of folic acid supplementation on preterm delivery and small for gestational age births: A systematic review and meta-analysis by Zhang Q, Wang Y, [...], Ma X.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27856370

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over zwangerschap en foliumzuur

Een baby die bij de geboorte te klein is voor de zwangerschapsduur wordt “een SGA-baby” genoemd.

Bij een geboorte tot 16 weken zwangerschap spreekt men van een miskraam.
Bij een geboorte bij 24 tot 26 weken zwangerschap is er sprake van de grens van levensvatbaarheid.
Bij een geboorte bij 32 weken zwangerschap of minder spreekt men van extreme prematuriteit.
Bij een geboorte bij 28 tot 37 weken zwangerschap spreekt men van prematuriteit oftewel vroeggeboorte.
Bij een geboorte bij 37 tot 42 weken spreekt men van voldragen.

 

Ziekte van Parkinson verlaagt dikke darmkanker onder Europeanen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt de ziekte van Parkinson de kans op het krijgen van dikke darmkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 cohort studies en 2 patiënt-controle studies met in totaal 343226 mensen met de ziekte van Parkinson.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat de ziekte van Parkinson de kans op het krijgen van dikke darmkanker onder Europeanen significant met 21% [RR = 0.79, 95% BI = 0.66-0.93, p = 0.006] verlaagde. Dit significant verlaagde risico bleef gehandhaafd in de subgroepenanalyses.

De onderzoekers concludeerden dat de ziekte van Parkinson de kans op het krijgen van dikke darmkanker onder Europeanen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Association between Parkinson's disease and risk of colorectal cancer by Xie X, Luo X and Xie M.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27913126

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over dikke darmkanker.