Een vitamine is een essentiële micronutriënt (=het lichaam heeft het nodig maar kan niet zelf maken) die als co-enzym werkt in het menselijk lichaam. Anders gezegd, de vitamine-vorm (bijvoorbeeld: cholecalciferol oftewel vitamine D3) zoals die in voeding en voedingssupplementen voorkomt, heeft in het menselijk lichaam geen functies. Met andere woorden de voedingsvorm van vitamine wordt in het menselijk lichaam eerst omgezet in de lichaamsvorm en alléén de lichaamsvorm heeft functies. Aangezien alleen de lichaamsvorm van vitamine functies heeft, verklaart het ook waarom het slikken van vitamines niet altijd effect heeft.
De naam vitamine werd in 1912 bedacht door de Poolse biochemicus Casimir Funk. Het woord vitamine is afgeleid van het Latijnse woord vita, dat leven betekent en amine, een stikstofhoudende groep in de chemische structuur van vele vitamines. Aanvankelijk werd gedacht dat elke vitamine een amine-groep in de chemische structuur heeft maar toen de wetenschap achterkwam dat niet elke vitamine een amine-groep heeft, werd het meervoud vitaminen rond 1950 veranderd in vitamines.
Vitamines werden aanvankelijk met een letter van het alfabet aangeduid, dat kwam omdat de wetenschap tijdens de ontdekking niet in staat was om de chemische structuur van de desbetreffende vitamine op te helderen. Zo werd jaren na de ontdekking van vitamine A de chemische structuur pas opgehelderd en de chemische structuur van vitamine A is retinol. Aanvankelijk werd gedacht dat er maar één vitamine B bestond. Toen men achterkwam dat het niet zo was, werd er cijfer aan de B-vitamines toegekend. Zo ontstaat vitamine B1, B2, B3, B5, B6 en B12.
Vitamines worden ingedeeld in water- en vetoplosbare vitamines. Vetoplosbare vitamines zijn vitamine A, D, E en K. Vetoplosbare vitamines worden in aanwezigheid van vet en galzouten in het ileum (kronkeldarm) van de dunne darm opgenomen. Het lichaamsvoorraad van de vetoplosbare vitamines is hoger dan het lichaamsvoorraad van de wateroplosbare vitamines.
De ADH (aanbevolen dagelijkse hoeveelheid) van vitamines werd in de beginjaren van de ontdekking vastgesteld met als doel om een vitamine-tekort te voorkomen. Maar anno 2013 wordt de ADH van vitamines vastgesteld met als doel om de kans op het krijgen van ziektes te verlagen en/of om het lichaam in optimale conditie te houden. Zo wordt 60 mg vitamine C per dag gezien als de hoeveelheid die nodig is om een vitamine C-tekort te voorkomen en 100-500 mg vitamine C per dag is nodig om het lichaam in optimale conditie te houden.
De ADH van vitamines op de verpakking van levensmiddelen en voedingssupplementen is afkomstig van de EFSA en is te vinden in de levensmiddelenwetgeving. De ADH van vitamines op de verpakking van levensmiddelen en voedingssupplementen komt niet altijd overeen met die van de Gezondheidsraad. Als consument moet u houden aan de ADH’s van de Gezondheidsraad. Deze zijn te vinden op de website van het Voedingscentrum. Anders gezegd, als consument hebt u niets aan de ADH op de verpakking van levensmiddelen en voedingssupplementen!