Voeding en gezondheid

Vet verhoogt niet colitis ulcerosa

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het eten van vet de kans op het krijgen van colitis ulcerosa?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 4 patiënt-controle studies en 5 prospectieve cohort studies met in totaal 966 mensen met colitis ulcerosa en 171589 mensen zonder colitis ulcerosa.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden geen bewijs voor een non-lineair verband tussen de vetinname en de kans op het krijgen van colitis ulcerosa.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 30 gram vet per dag, de kans op het krijgen van colitis ulcerosa niet significant met 2.3% [RR = 1.023, 95% BI = 0.963-1.087, I2  = 24%, n = 6] verhoogde.
Dit verhoogde risico was ook niet significant voor verzadigd vet [RR = 1.063, 95% BI = 0.845-1.337, I2  = 44.5%, n = 4], enkelvoudig onverzadigd vet [RR = 1.214, 95% BI = 0.911-1.618, I2  = 63.1%, n = 4] en meervoudig onverzadigd vet [RR = 1.247, 95% BI = 0.948-1.640, I2  = 25.4%, n = 4]. Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat een hoge DHA-inname via voeding de kans op het krijgen van colitis ulcerosa significant met 35.8% [RR = 0.642, 95% BI = 0.403-1.024, I2  = 34.4%, n = 3] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel vet(soorten) de kans op het krijgen van colitis ulcerosa niet verhoogde. Echter, een hoge DHA-inname verlaagde de kans op het krijgen van colitis ulcerosa.

Oorspronkelijke titel:
Fat intake and risk of ulcerative colitis: systematic review and dose-response meta-analysis of epidemiological studies by Wang F, Lin X, […], Li J.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27097307

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vetconsumptie, chronische ziekten en DHA.

 

Een hoog homocysteïnegehalte verhoogt maagkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt een hoog homocysteïnegehalte de kans op het krijgen van maagkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 27 patiënt-controle studies met 7566 patiënten met maagkanker en 10640 mensen zonder maagkanker.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat elke verhoging van het homocysteïnegehalte met 1 standaarddeviatie de kans op het krijgen van maagkanker significant met 156% verhoogde [OR = 2.56, 95% BI  =  2.41-2.72 p = 5.0×10].

De onderzoekers concludeerden dat een hoog homocysteïnegehalte de kans op het krijgen van maagkanker verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Evaluation of an Association of Blood Homocysteine Levels With Gastric Cancer Risk From 27 Case-Control Studies by Xu W, Cheng Y and Zhu H.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27196483

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het verlagen van het homocysteïnegehalte en kanker.
 

Sojaproducten verlaagt mogelijk dikke darmkanker onder Aziaten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van sojaproducten of isoflavonen de kans op het krijgen van dikke darmkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 13 patiënt-controle studies en 4 prospectieve cohort studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van soja-isoflavonen de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 22% [RR = 0.78, 95% BI = 0.72-0.85, I2 = 34.1%, p = 0.024] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van sojaproducten de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 21% [RR = 0.79, 95% BI = 0.69-0.89] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van sojaproducten de kans op het krijgen van dikke darmkanker onder Aziaten significant met 21% [RR = 0.79, 95% BI = 0.72-0.87] verlaagde.

De onderzoekers vonden in patiënt-controle studies dat het eten van sojaproducten de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 24% [RR = 0.76, 95% BI = 0.68-0.84] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van sojaproducten de kans op het krijgen van dikke darmkanker onder Aziaten mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat het verlaagde risico alleen in patiënt-controle studies werd gevonden en niet in cohort studies.  

Oorspronkelijke titel:
Soy isoflavone consumption and colorectal cancer risk: a systematic review and meta-analysis by Yu Y, Jing X, [...], Wang D.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27170217

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over dikke darmkanker en soja-consumptie.

 

Minimaal 5 kopjes koffie per dag verlaagt dikke darmkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het drinken van koffie de kans op het krijgen van dikke darmkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 9 prospectieve cohort studies met in totaal 22629 patiënten met dikke darmkanker onder 2046575 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 4 kopjes koffie per dag, de kans op het krijgen van colonkanker significant met 7% [RR = 0.93, 95% BI = 0.88-0.99, p = 0.199] verlaagde.

De onderzoekers vonden een drempelwaarde van 5 kopjes koffie per dag.

De onderzoekers concludeerden dat het drinken van minimaal 5 kopjes koffie per dag, de kans op het krijgen van dikke darmkanker verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Association of coffee consumption with risk of colorectal cancer: a meta-analysis of prospective cohort studies by Gan Y, Wu J, […], Lu Z.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27078843

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over dikke darmkanker en koffieconsumptie.
 

Vitamine D-bloedwaarde lager dan <50 nmol/L verhoogt mogelijk late leeftijdsgebonden maculaire degeneratie

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt een lage vitamine D-bloedwaarde de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 cross-sectionele studies en 1 cohort studie met het aantal deelnemers varieerde tussen 65 en 17045 en het aantal mensen met leeftijdsgebonden maculaire degeneratie (AMD) varieerde tussen 31 en 1440. 

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het 25OHD concentratie (=vitamine D-bloedwaarde) van mensen met leeftijdsgebonden maculaire degeneratie 15% lager was dan van mensen zonder leeftijdsgebonden maculaire degeneratie.

De onderzoekers vonden dat een hoge 25OHD concentratie (=vitamine D-bloedwaarde) vergeleken met een lage, de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie significant met 17% [OR = 0.83, 95% BI = 0.71-0.97] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge 25OHD concentratie (=vitamine D-bloedwaarde) vergeleken met een lage, de kans op het krijgen van late leeftijdsgebonden maculaire degeneratie significant met 53% [OR = 0.47, 95% BI = 0.28-0.79] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een 25OHD concentratie (=vitamine D-bloedwaarde) lager dan 50 nmol/L de kans op het krijgen van late leeftijdsgebonden maculaire degeneratie significant met 118% [OR = 2.18, 95% BI = 1.34-3.56] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat een 25OHD concentratie (=vitamine D-bloedwaarde) lager dan 50 nmol/L de kans op het krijgen van late leeftijdsgebonden maculaire degeneratie mogelijk verhoogde. Mogelijk omdat dit overzichtsartikel slechts 1 cohort studie kende.

Oorspronkelijke titel:
Circulating vitamin D concentration and age-related macular degeneration: Systematic review and meta-analysis by Annweiler C, Drouet M, […], Milea D.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27105707

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine D.

Er bestaan twee types van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie (of AMD van Age-Related Macular Degeneration):

  1. Droge of atrofische maculaire degeneratie (ook vroege AMD genoemd). Vroege AMD (netvliesveroudering) is de meest voorkomende vorm die veroorzaakt wordt door ouderdom en verdunning van de weefsels van de macula (de gele vlek). De ziekte wordt gekenmerkt door de vorming van witte vlekjes onder de retina (zg. drusen) en afbraak van de retina (het netvlies). Het verlies aan gezichtsscherpte gebeurt geleidelijk. Op termijn kan deze vorm van maculaire degeneratie evolueren naar de natte AMD.
  2. Natte of neovasculaire maculaire degeneratie (ook late AMD genoemd). Late AMD komt in ongeveer 10% van de gevallen voor. Dit is het gevolg van de vorming van abnormale bloedvaten onder het netvlies. Deze bloedvaten veroorzaken een uitsijpeling van vocht en soms bloed dat het centraal zicht verstoort. Dit kan leiden tot littekenvorming in de macula. Het verlies van de gezichtsscherpte kan dan snel (enkele maanden) en zeer uitgesproken zijn.

Leeftijd is de belangrijkste risicofactor. Vanaf 60 jaar verdubbelt de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie nagenoeg elke tien jaar. Zo is de kans ongeveer 5 procent op 6-jarige leeftijd, 10 procent bij 70 jaar en 20 procent op 80-jarige leeftijd.

Plantaardig ijzer verlaagt dikke darmkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt een hoge ijzerinname de kans op het krijgen van dikke darmkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 artikelen met in totaal 3318 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel ijzer de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 17% [SRR = 0.83, 95% BI = 0.71-0.98, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge ijzerinname (via voeding en voedingssupplementen) de kans op het krijgen van dikke darmkanker niet significant met 7% [SRR = 0.93, 95% BI = 0.62-1.42] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel heem-ijzer de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 23% [SRR = 1.23, 95% BI = 1.03-1.48] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van ijzer de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 27% [SRR = 0.73, 95% BI = 0.54-0.97] verlaagde.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het ijzergehalte in het bloed en de kans op het krijgen van dikke darmkanker [serum ferritinegehalte: SRR = 1.16, 95% BI = 0.81-1.66, serum ijzergehalte: SRR = 1.02, 95% BI = 0.75-1.38 en serum transferrinegehalte: SRR = 1.01, 95% BI = 0.82-1.50].

De onderzoekers concludeerden dat zowel het eten van non-heemijzer als het slikken van ijzer de kans op het krijgen van dikke darmkanker verlaagde terwijl het eten van heemijzer de kans op het krijgen van dikke darmkanker verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Iron intake, serum iron indices and risk of colorectal adenomas: a meta-analysis of observational studies by Cao H, Wang C, […], Tu S.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/26956572

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over dikke darmkanker en ijzer.
Ijzer komt in voeding in 2 vormen voor: non-heemijzer en heemijzer. Ijzer in voedingssupplementen is altijd non-heemijzer. Heemijzer zit voornamelijk in vlees. Non-heemijzer zit voornamelijk in plantaardige producten.

 

Dagelijks minimaal 1 kopje koffie verlaagt leverkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het drinken van koffie zowel de kans op het krijgen van chronische leverziekten als leverkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 12 prospectieve cohort studies die leverkanker analyseerden met 3414 gevallen van leverkankker en 6 prospectieve cohort studies die chronische leverziekten analyseerden met 1463 gevallen van chronische leverziekten.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een lage koffieconsumptie de kans op het krijgen van leverkanker significant met 22% [RR = 0.78, 95% BI = 0.66-0.91] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het regelmatig drinken van koffie de kans op het krijgen van leverkanker significant met 34% [RR = 0.66, 95% BI = 0.55-0.78] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge koffieconsumptie de kans op het krijgen van leverkanker significant met 50% [RR = 0.50, 95% BI = 0.43-0.58] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 1 kopje koffie per dag, de kans op het krijgen van leverkanker significant met 15% [RR = 0.85, 95% BI = 0.81-0.90] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een lage koffieconsumptie de kans op het krijgen van chronische leverziekten significant met 28% [RR = 0.72, 95% BI = 0.59-0.88] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het regelmatig drinken van koffie de kans op het krijgen van chronische leverziekten significant met 38% [RR = 0.62, 95% BI = 0.47-0.82] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge koffieconsumptie de kans op het krijgen van chronische leverziekten significant met 65% [RR = 0.35, 95% BI = 0.22-0.56] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 1 kopje koffie per dag, de kans op het krijgen van chronische leverziekten significant met 26% [RR = 0.74, 95% BI = 0.65-0.83] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het drinken van koffie zowel de kans op het krijgen van chronische leverziekten als leverkanker verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Coffee and the risk of hepatocellular carcinoma and chronic liver disease: a systematic review and meta-analysis of prospective studies by Bravi F, Tavani A, […], La Vecchia C.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27111112

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over kanker en koffieconsumptie.
 

Weinig lichamelijke activiteiten verhoogt mogelijk astma bij kinderen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het hebben van een laag lichamelijk activiteitenniveau de kans op het krijgen van astma bij kinderen en adolescenten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 3 cohort studies (met 549 kinderen die astma kregen onder in totaal 6037 deelnemers) en 8 cross-sectionele studies.

Er was heterogeniteit onder de studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in cohort studies dat het hebben van een laag lichamelijk activiteitenniveau, de kans op het krijgen van astma bij kinderen en adolescenten in het fixed model significant met 35% [OR = 1.35, 95% BI = 1.13-1.62, I2 = 60.6%] verhoogde. Echter, het verhoogde risico in het random model was niet significant [OR = 1.32, 95% BI = 0.95-1.84].

De onderzoekers concludeerden dat het hebben van een laag lichamelijk activiteitenniveau, de kans op het krijgen van astma bij kinderen en adolescenten mogelijk verhoogde. Mogelijk omdat er sprake was van heterogeniteit tussen de studies.

Oorspronkelijke titel:
Childhood asthma and physical activity: a systematic review with meta-analysis and Graphic Appraisal Tool for Epidemiology assessment by Lochte L, Nielsen KG, […], Platts-Mills TA.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4836150/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over de positieve kanten van het hebben van een hoog lichamelijk activiteitenniveau.

Meer dan 5 gram alcohol per dag verhoogt borstkanker

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het drinken van alcohol borstkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 patiënt-controle studies en 18 cohort studies met in totaal 21149 vrouwen met borstkanker.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het drinken van veel alcohol vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van borstkanker significant met 36% verhoogde.

De onderzoekers vonden dat 5 g alcohol per dag afkomstig van wijn, de kans op het krijgen van borstkanker significant verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het drinken van alcohol (boven 5 gram per dag) de kans op het krijgen van borstkanker verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Dose-Dependent Associations between Wine Drinking and Breast Cancer Risk - Meta-Analysis Findings by Chen JY, Zhu HC, […], Sun XC.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27039752

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over borstkanker en alcohol.
1 standaardglas alcohol levert 10 gram alcohol. De Gezondheidsraad advieseert sinds maart 2016 maximaal 1 glas alcohol per dag.

 

Obesitas (BMI>30) verhoogt seronegatieve reuma onder vrouwen

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het hebben van overgewicht of obesitas de kans op het krijgen van reuma?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 5 cohort studies, 7 patiënt-controle studies en 1 geneste patiënt-controle studie met in totaal 13562 reumapatiënten onder 400609 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het hebben van overgewicht de kans op het krijgen van reuma niet significant met 5% [RR = 1.05, 95% BI = 0.97-1.13] verhoogde. Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het hebben van obesitas de kans op het krijgen van reuma significant met 21% [RR = 1.21, 95% BI = 1.02-1.44, I2  =  66.3%, p  =  0.001] verhoogde. Significant want RR van 1 zat niet in de 95% BI van 1.02 tot 1.44. RR van 1 betekent geen risico.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging van het BMI met 5 kg/m2 de kans op het krijgen van reuma significant met 13% [RR = 1.13, 95% BI = 1.01-1.26] verhoogde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het hebben van obesitas de kans op het krijgen van reuma onder vrouwen significant met 26% [RR = 1.26, 95% BI = 1.12-1.40] verhoogde. Het risico voor het hebben van overgewicht was 11% [RR = 1.11, 95% BI = 1.00-1.23].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat elke verhoging van het BMI met 5 kg/m2 de kans op het krijgen van reuma onder vrouwen significant met 12% [RR = 1.12, 95% BI = 1.07-1.18) verhoogde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het hebben van obesitas de kans op het krijgen van seronegatieve reuma significant met 47% [RR = 1.47, 95% BI = 1.11-1.96] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging van het BMI met 5 kg/m2 de kans op het krijgen van seronegatieve reuma significant met 21% [RR = 1.21, 95% BI = 1.06-1.39] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat het hebben van obesitas (BMI>30) en niet overgewicht de kans op het krijgen van seronegatieve reuma onder vrouwen verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Body Mass Index and Risk of Rheumatoid Arthritis: A Meta-Analysis of Observational Studies by Feng J, Chen Q, […], He J.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4779014/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het hebben van obesitas en reuma.

Reuma of reumatoïde artritis (RA) is een onstekingsproces. Gedurende dit proces wordt de structuur van de eiwitten veranderd doordat citrulline aan het eiwit wordt gekoppeld. Het immuunsysteem van het lichaam maakt antistoffen tegen lichaamseigen eiwitten die veel citrulline bevatten. Deze antistoffen worden anti-CCP antistoffen genoemd. Gewoonlijk maakt het afweersysteem antistoffen (of antilichamen) aan om de ongewenste ziekteverwekkers onschadelijk te maken. In dit geval leiden deze antistoffen echter tot het ziektebeeld reuma.

Anti-citrullinated proteïne antilichamen (anti-CCP's) zijn antilichamen die aangemaakt worden tegen proteïnen in het lichaam die dan een proces ondergaan (citrullination = een moleculaire verandering in structuur). Ze zijn aanwezig bij ongeveer 60 tot 80 procent van de mensen met de diagnose reuma. Als u symptomen hebt die lijken op reuma en u test positief op het antilichaam, dan is de diagnose van reuma bijna een zekerheid.

Er zijn 2 soorten reuma: de anti-CCP positieve (ook wel seropositieve genoemd) en anti-CCP negatieve reuma (ook wel seronegatieve reuma genoemd).

In 2000 is een test ontwikkeld die antistoffen ontdekt die alleen bij mensen met reumatoïde artritis lijken voor te komen, de anti-CCP test. De anti-CCP test wordt gebruikt als hulpmiddel om de diagnose reumatoïde artritis vast te stellen. De anti-CCP test is met name nuttig om de ziekte in een vroeg stadium vast te stellen. Mensen die niet lijden aan reumatoïde artritis hebben geen antistoffen tegen CCP in het bloed.

 

Het slikken van antioxidanten verhoogt blaaskanker

Onderzoeksvraag:
Wat zijn de risicofactoren van blaaskanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 26 studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden voor het krijgen van blaaskanker:
een significant verhoogde kans van 214% voor het roken;
een significant verhoogde kans van 83% voor de ex-rokers;
een significant verhoogde kans van 90% voor het roken van sigaretten;
een significant verhoogde kans van 90% voor het roken van pijp;
een significant verhoogde kans van 130% voor het roken van cigaar;
een significant verhoogde kans van 52% voor het slikken van antioxidanten;
een significant verhoogde kans van 10% voor het hebben van obesitas;
een significant verhoogde kans van 22% voor het eten van veel bewerkt vlees;
een significant verhoogde kans van 72% voor tabak-werkers;
een significant verhoogde kans van 58% voor verf-werkers;
een significant verhoogde kans van 53% voor schoorsteenvegers.
een significant verlaagde kans van 14% voor het hebben van een hoog activiteitsniveau;

een significant verlaagde kans van 39% voor een hoog seleniumgehalte;
een significant verlaagde kans van 25% voor een hoog vitamine D-gehalte;
een significant verlaagde kans van 18% voor een hoge vitamine A-inname;
een significant verlaagde kans van 18% voor een hoge vitamine E-inname;
een significant verlaagde kans van 16% voor een hoge folaat-inname;
een significant verlaagde kans van 23% voor een hoge fruit-inname;
een significant verlaagde kans van 17% voor een hoge groente-inname;
een significant verlaagde kans van 15% voor een hoge citrusfruit-inname;
een significant verlaagde kans van 16% voor een hoge kruisbloemige groente-inname;

Oorspronkelijke titel:
Modifiable risk factors for the prevention of bladder cancer: a systematic review of meta-analyses by Al-Zalabani AH, Stewart KF, [...], Zeegers MP.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27000312

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over kanker, vitamines en mineralen, het eten van vlees en het uitvoeren van lichamelijke activiteiten.  
 

Dagelijks veel appels verlaagt longkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van appels de kans op het krijgen van kanker?

Er was geen publicatie bias.

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 20 patiënt-controle studies en 21 cohort studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in patiënt-controle studies dat het dagelijks eten van veel appels, de kans op het krijgen van longkanker significant met 25% [OR = 0.75, 95% BI = 0.63-0.88, p = 0.001, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat het dagelijks eten van veel appels, de kans op het krijgen van longkanker significant met 11% [RR = 0.89, 95% BI = 0.84-0.94, p 0.001, I2 = 53%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in patiënt-controle studies dat het dagelijks eten van veel appels, de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 34% [OR = 0.66, 95% BI = 0.54-0.81, p 0.001, I2 = 55%] verlaagde. Echter, dit verlaagde risico werd niet teruggevonden in cohort studies.

De onderzoekers vonden in patiënt-controle studies dat het dagelijks eten van veel appels, de kans op het krijgen van borstkanker significant met 21% [OR = 0.79, 95% BI = 0.73-0.87, p 0.001, I2 = 1%] verlaagde. Echter, dit verlaagde risico werd niet teruggevonden in cohort studies.

De onderzoekers vonden in patiënt-controle studies dat het dagelijks eten van veel appels, de kans op het krijgen van maag-darmkanker significant met 50% [OR = 0.50, 95% BI = 0.36-0.69, p 0.001, I2 = 90%] verlaagde. Echter, dit verlaagde risico werd niet teruggevonden in cohort studies.

De onderzoekers concludeerden dat het dagelijks eten van veel appels, de kans op het krijgen van longkanker verlaagde. Verder verlaagde het dagelijks eten van veel appels mogelijk de kans op het krijgen van dikke darmkanker, borstkanker en maag-darmkanker. Mogelijk omdat dit verlaagde risico niet terug werd gevonden in cohort studies.   

Oorspronkelijke titel:
Apple intake and cancer risk: a systematic review and meta-analysis of observational studies by Fabiani R, Minelli L and Rosignoli P.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27000627

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over kanker en het eten van fruit.

 

Lichamelijke acitviteiten verlagen ontstekingen in het lichaam

Onderzoeksvraag:
Verlagen lichamelijke activiteiten het CRP-gehalte (een biomerker voor ontstekingen in het lichaam)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 43 studies met in total 3575 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat lichamelijke activiteiten het CRP-gehalte significant met 0.53 mg/L [WMD = -0.53 mg/L, 95% BI = -0.74 tot -0.33] verlaagden.

De onderzoekers vonden geen significant verschil [p = 0.20] tussen het CRP-gehalte van gezonde mensen en mensen met hart- en vaatziekten.

De onderzoekers concludeerden dat lichamelijke activiteiten het CRP-gehalte van zowel gezonde mensen als mensen met hart- en vaatziekten verlaagden.

Oorspronkelijke titel:
Effects of exercise on c-reactive protein in healthy patients and in patients with heart disease: A meta-analysis by Hammonds TL, Gathright EC, […], Hughes JW.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/26916454

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over chronische ziekten en lichamelijke activiteiten.
 

Foliumzuursupplementen verlagen dikke darmkanker onder mensen met een ontstekingsdarmziekte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van foliumzuur de kans op het krijgen van dikke darmkanker onder mensen met een ontstekingsdarmziekte (IBD)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 studies met in totaal 4517 patiënten.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van foliumzuur de kans op het krijgen van dikke darmkanker onder mensen met een ontstekingsdarmziekte (IBD) significant met 42% [gepoolde HR = 0.58, 95% BI = 0.37-0.80, I2 = 29.7%] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van foliumzuur de kans op het krijgen van dikke darmkanker onder mensen met een ontstekingsdarmziekte verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Folic Acid Supplementation May Reduce Colorectal Cancer Risk in Patients With Inflammatory Bowel Disease: A Systematic Review and Meta-Analysis by Burr NE, Hull MA and Subramanian V.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/26905603

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over dikke darmkanker en foliumzuur.

De ziekte van Crohn en colitis ulcerosa worden geclassificeerd als inflammatoire darmziekten oftewel ontstekingsdarmziekte en kunnen worden gekenmerkt door chronische ontsteking van het maagdarmkanaal.

De ziekte van Crohn is een chronische ontsteking die meestal voorkomt in de dunne en/of dikke darm, die vaak tussen het vijftiende en dertigste levensjaar de eerste klachten geeft.

Colitis ulcerosa of kortweg colitis is een chronische ontsteking van de dikke darm.

Veel koffie verlaagt mondkanker

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het drinken van koffie de kans op het krijgen van mondkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 patiënt-controle studies en 4 cohort studies met in totaal 5021 mondkankerpatiënten en 2832706 mensen zonder kanker.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het drinken van veel koffie vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van mondkanker significant met 37% [OR = 0.63, 95% BI = 0.52-0.75] verlaagde.

De onderzoekers vonden in patiënt-controle studies dat het drinken van veel koffie vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van mondkanker significant met 40% [OR = 0.60, 95% BI = 0.49-0.74] verlaagde.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat het drinken van veel koffie vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van mondkanker significant met 34% [OR = 0.66, 95% BI = 0.45-0.98] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het drinken van veel koffie de kans op het krijgen van mondkanker verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Coffee consumption associated with reduced risk of oral cancer: a meta-analysis by Li YM, Peng J and Li LZ.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/26972538

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over kanker en koffieconsumptie.

Granaatappelsap verlaagt niet ontstekingen in het lichaam

Onderzoeksvraag:
Verlaagt granaatappelsap het CRP-gehalte (een biomerker voor ontstekingen in het lichaam)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 5 RCT’s met 216 deelnemers in de granaatappelsapgroep en 211 in de controle groep.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat granaapappelsap het CRP-gehalte niet significant met 0.22 mg/L [WMD = -0.22 mg/L, 95% BI = -0.45 tot 0.01, p = 0.061] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het effect van granaatappelsap op het CRP-gehalte niet afhankelijk was van de duur van de suppletie [slope = 0.003, 95% BI = -0.005 tot 0.011, p = 0.444].

De onderzoekers concludeerden dat het drinken van granaatappelsap het CRP-gehalte niet verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effects of supplementation with pomegranate juice on plasma C-reactive protein concentrations: A systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Sahebkar A, Gurban C,[…], Serban MC.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/26922037

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over chronische ziekten.

C-reactive protein (CRP) is een acute fase eiwit. Het wordt gemaakt in de lever en wordt een paar uur na ontsteking verspreid in de bloedbaan. Verhoogde waarden worden onder andere gevonden na een hartaanval, tijdens infectie en na een chirurgische ingreep. CRP wordt vaak bepaald om te controleren op aanwijzingen voor ontsteking. Chronische ziekten worden veroorzaakt door teveel ontstekingen in het lichaam.

 

Veel flavonolen verlagen mogelijk non-cardia maagkanker onder vrouwelijke rokers

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van flavonolen de kans op het krijgen van slokdarm- en maagkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 4 prospectieve cohort studies en 8 patiënt-controle studies met in totaal 4593 kankerpatiënten en 519378 mensen zonder kanker.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge inname van flavonolen de kans op het krijgen van slokdarmkanker niet significant met 12% [OR = 0.88, 95% BI = 0.73-1.08] verlaagde. Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat een hoge inname van flavonolen de kans op het krijgen van maagkanker significant met 20% [OR = 0.80, 95% BI = 0.70-0.91] verlaagde. Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat een hoge inname van flavonolen de kans op het krijgen van slokdarmkanker niet significant met 10% [OR = 0.90, 95% BI = 0.61-1.34] verlaagde.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat een hoge inname van flavonolen de kans op het krijgen van maagkanker niet significant met 8% [OR = 0.92, 95% BI = 0.72-1.18] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge inname van flavonolen de kans op het krijgen van non-cardia maagkanker significant verlaagde. Echter, dit verlaagde risico was niet significant voor cardia maagkanker.

De onderzoekers vonden dat een hoge inname van flavonolen de kans op het krijgen van maagkanker onder vrouwen maar niet onder mannen significant verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge inname van flavonolen de kans op het krijgen van maagkanker onder rokers maar niet onder niet-rokers significant verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel flavonolen de kans op het krijgen van maagkanker, met name non-cardia maagkanker onder vrouwelijke rokers mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat het verlaagde risico niet significant was in cohort studies.

Oorspronkelijke titel:
Dietary Flavonols Intake and Risk of Esophageal and Gastric Cancer: A Meta-Analysis of Epidemiological Studies by Xie Y, Huang S and Su Y.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4772054/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over kanker.

De belangrijkste bronnen van flavonolen zijn thee, wijn en uien. Flavonolen zijn flavonoïden.

 

Roodvlees verhoogt non-Hodgkin lymfoom (lymfklierkanker)

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen het eten van vlees en vis en de kans op het krijgen van non-Hodgkin lymfoom?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 33 observationele studies met in totaal 16525 deelnemers met non-Hodgkin lymfoom en 3665 deelnemers met multipel myeloom.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van roodvlees de kans op het krijgen van non-Hodgkin lymfoom significant met 22% [SRR = 1.22, 95% BI = 1.03-1.44, I2 = 35%] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van vis en zeevruchten de kans op het krijgen van non-Hodgkin lymfoom significant met 29% [SRR = 0.71, 95% BI = 0.51-1.00, I2 = 82%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van zuivelproducten de kans op het krijgen van non-Hodgkin lymfoom niet significant met 26% [SRR = 1.26, 95% BI = 0.99-1.60, I2 = 49%] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van roodvlees de kans op het krijgen van non-Hodgkin lymfoom verhoogde, terwijl het eten van vis en zeevruchten de kans op het krijgen van non-Hodgkin lymfoom verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Food of animal origin and risk of non-Hodgkin lymphoma and multiple myeloma: A review of the literature and meta-analysis by Caini S, Masala G, [...], Gandini S.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/26921971

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vlees en kanker.

Een non-Hodgkin-lymfoom is een zeldzame vorm van lymfklierkanker die op alle leeftijden kan voorkomen en die bij een deel van de patiënten volledig te genezen is. De naam Hodgkin stamt af van de arts Thomas Hodgkin, die in de negentiende eeuw de ziekte van Hodgkin – nu officieel Hodgkin-lymfoom genoemd – voor het eerst beschreef.

Er zijn wel 30 verschillende soorten non-hodgkin lymfomen. De meeste patiënten zijn ouder dan 45 jaar. De oorzaak van Non-Hodgkin lymfoom  is onbekend. Mannen krijgen iets vaker een non-hodgkin lymfoom dan vrouwen.

Een mengsel van pre- en probiotica verlaagt atopische dermatitis vanaf 1 jaar

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Hebben mensen met atopische dermatitis baat bij pre- en probiotica?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte  6 RCT’s (behandelingsstudies) met 369 kinderen in de leeftijd tussen 0 maand en 14 jaar en 2 RCT’s (preventiestudies) met 1320 kinderen (tot 6 maanden in de ene studie en tot 3 dagen in de andere studie).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 6 behandelingsstudies dat een behandeling met synbiotica (een mengsel van pre- en probiotica) gedurende 8 weken de SCORAD-index met 6.56 punten [95% BI = -11.43 tot -1.68, p = 0.008, I2 = 77.1%] verlaagde.
Echter, dit beschermende effect werd alleen gevonden in een mengsel van gemengde probioticastammen [WMD = -7.32, 95% BI = -13.98 tot -0.66, p = 0 .03] en bij kinderen vanaf 1 jaar [WMD = -7.37, 95% BI = -14.66 tot -0.07, p = 0.048].

De onderzoekers vonden in 2 preventiestudies dat een behandeling met synbiotica (een mengsel van pre- en probiotica) de kans op het krijgen van atopische dermatitis niet significant met 56% [gepoolde RR = 0.44, 95% BI = 0.11 tot 1.83, p = 0.26] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat een behandeling met synbiotica (een mengsel van pre- en probiotica met gemengde stammen) gedurende 8 weken de symtomen van atopische dermatitis vanaf 1 jaar verbeterde.

Oorspronkelijke titel:
Synbiotics for Prevention and Treatment of Atopic Dermatitis: A Meta-analysis of Randomized Clinical Trials by Chang YS1, Trivedi MK, […], García-Romero MT.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/26810481

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over probiotica.

Atopische dermatitis (AD) of atopisch eczeem is een immuun-gemedieerde ontsteking van de huid, waarbij vaak een aanzienlijke genetische component aanwezig is. Jeuk is het belangrijkste symptoom.

Eén van de belangrijkste kenmerken van atopische dermatitis is dat ze verloopt in opstoten. Dat betekent dat de ziekte altijd aanwezig is, ook als de huidletsels tijdelijk verdwijnen. De opstoten worden gekenmerkt door droge of vochtige rode plekken en door hevige jeuk.

Atopische dermatitis kan voorkomen op afgegrensde zones zoals gezicht of knieën, maar kan in sommige gevallen ook een groot deel van het lichaam betreffen.

Bij mensen met atopische dermatitis is het bovenste laagje van de huid mogelijk anders van samenstelling waardoor de bescherming tegen uitdroging en tegen het binnendringen van allerlei stoffen of bacteriën minder goed is. Door deze gestoorde barrièrefunctie houdt de huid onvoldoende vocht vast, waardoor een droge huid ontstaat. De droge huid is kenmerkend voor atopische dermatitis en wordt beschouwd als een belangrijke oorzakelijke factor.

Het beloop van atopisch eczeem kan sterk variëren. Bij veel kinderen verdwijnt het eczeem na het tweede jaar, bij anderen zal de intensiteit afnemen in de schooltijd. Soms is het eczeem jarenlang verdwenen om (tijdelijk) weer op te spelen op jongvolwassen leeftijd. Het eczeem kan ook blijven bestaan tot op volwassen leeftijd en pas afnemen na het 40 tot 50ste jaar.

Atopische dermatitis is ongeneeslijk.

Vitamine D-supplementen verbetert atopische dermatitis

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Hebben mensen met atopische dermatitis baat bij het slikken van vitamine D?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 4 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine D de symptomen van atopische dermatitis significant verbeterde [MD = -5.81, 95% BI = -9.03 tot -2.59, p = 0.0004, I2 = 50%].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van vitamine D de symptomen van atopische dermatitis verbeterde.

Oorspronkelijke titel:
Vitamin D and Atopic Dermatitis: A Systematic Review and Meta-Analysis by Gaeun K and Ji-Hyun B.

Link:
http://www.nutritionjrnl.com/article/S0899-9007%2816%2900077-0/abstract

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine D.

Atopische dermatitis (AD) of atopisch eczeem is een immuun-gemedieerde ontsteking van de huid, waarbij vaak een aanzienlijke genetische component aanwezig is. Jeuk is het belangrijkste symptoom.

Eén van de belangrijkste kenmerken van atopische dermatitis is dat ze verloopt in opstoten. Dat betekent dat de ziekte altijd aanwezig is, ook als de huidletsels tijdelijk verdwijnen. De opstoten worden gekenmerkt door droge of vochtige rode plekken en door hevige jeuk.

Atopische dermatitis kan voorkomen op afgegrensde zones zoals gezicht of knieën, maar kan in sommige gevallen ook een groot deel van het lichaam betreffen.

Bij mensen met atopische dermatitis is het bovenste laagje van de huid mogelijk anders van samenstelling waardoor de bescherming tegen uitdroging en tegen het binnendringen van allerlei stoffen of bacteriën minder goed is. Door deze gestoorde barrièrefunctie houdt de huid onvoldoende vocht vast, waardoor een droge huid ontstaat. De droge huid is kenmerkend voor atopische dermatitis en wordt beschouwd als een belangrijke oorzakelijke factor.

Het beloop van atopisch eczeem kan sterk variëren. Bij veel kinderen verdwijnt het eczeem na het tweede jaar, bij anderen zal de intensiteit afnemen in de schooltijd. Soms is het eczeem jarenlang verdwenen om (tijdelijk) weer op te spelen op jongvolwassen leeftijd. Het eczeem kan ook blijven bestaan tot op volwassen leeftijd en pas afnemen na het 40 tot 50ste jaar.

Atopische dermatitis is ongeneeslijk.

 

2 kopjes koffie per dag verlaagt levercirrose

Onderzoeksvraag:
Verlaagde het drinken van koffie de kans op het krijgen van levercirrose?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 5 cohort studies en 4 patiënt-controle studies met in totaal 1990 mensen met levercirrose onder 432133 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 2 kopjes koffie per dag, de kans op het krijgen van levercirrose significant met 44% [gepoolde RR = 0.56, 95% BI = 0.44-0.68, I2 = 83.3%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat elke verhoging met 2 kopjes koffie per dag, de kans op het krijgen van levercirrose significant met 42% [gepoolde RR = 0.58, 95% BI = 0.41-0.76, I2 = 91.1%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in patiënt-controle studies dat elke verhoging met 2 kopjes koffie per dag, de kans op het krijgen van levercirrose significant met 48% [gepoolde RR = 0.52, 95% BI = 0.40-0.63, I2 = 0.0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 2 kopjes koffie per dag, de kans op het krijgen van alcoholgerelateerde levercirrose significant met 38% [gepoolde RR = 0.62, 95% BI = 0.51-0.73, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 2 kopjes koffie per dag, de kans op doodgaan aan levercirrose significant met 45% [gepoolde RR = 0.55, 95% BI = 0.35-0.74, I2 = 90.3%] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het drinken van minimaal 2 kopjes koffie per dag, de kans op het krijgen van levercirrose verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Systematic review with meta-analysis: coffee consumption and the risk of cirrhosis by Kennedy OJ, Roderick P, […], Parkes J.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/26806124

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het drinken van koffie.
 

Minimaal 3 eieren per week verhoogt suikerziekte type 2 onder Amerikanen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het eten van veel eieren de kans op het krijgen van suikerziekte type 2?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 12 cohort studies met 8911 mensen met suikerziekte type 2 onder 219979 deelnemers.  

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel eieren vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 niet significant met 9% [95% BI = 0.99-1.20, I2 = 73.6%] verhoogde. Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel eieren vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 onder Amerikanen significant met 39% [95% BI = 1.21-1.60, I2 = 45.4%] verhoogde. Echter, dit significant verhoogde risico werd niet teruggevonden in andere bevolkingsgroepen. Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het eten van minimaal 3 eieren per week, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 onder Amerikanen significant verhoogde. Echter, dit significant verhoogde risico werd niet gevonden in andere bevolkingsgroepen.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van minimaal 3 eieren per week, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 onder Amerikanen verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Egg consumption and risk of type 2 diabetes: a meta-analysis of prospective studies by Djoussé L Khawaja OA and Gaziano JM.

Link:
http://ajcn.nutrition.org/content/103/2/474.abstract

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over suikerziekte type 2.

 

Vegetarisch dieet verlaagt hart- en vaatziekten en kanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt een vegetarisch dieet de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten en kanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 86 cross-sectionele studies en 10 prospectieve cohort studies.

Resultaten en conclusies:                              
De onderzoekers vonden in cross-sectionele studies dat het BMI, het totale cholesterol, LDL-cholesterol en het glucosegehalte van vegetariers significant lager waren dan van vleeseters.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat vegetariers een 25% [RR = 0.75, 95% BI = 0.68 tot 0.82] significant verlaagde risico op het krijgen van ischemische hartziekte hadden dan vleeseters.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat vegetariers een 8% [RR = 0.92, 95% BI = 0.87 tot 0.98] significant verlaagde risico op het krijgen van kanker hadden dan vleeseters. Echter, dit verlaagde risico was niet significant voor het type kanker.

De onderzoekers vonden geen significant verschil tussen vegetariers en vleeseters voor de kans op het krijgen van cardiovasculaire en cerebrovasculaire ziekten, all-cause mortaliteit (doodgaan aan alle oorzaken) en kankermortaliteit (doodgaan aan kanker).

De onderzoekers vonden dat veganisten een 15% [RR = 0.85, 95% BI = 0.75 tot 0.95] significant verlaagde risico op het krijgen van kanker hadden dan vleeseters.

De onderzoekers concludeerden dat het volgen van een vegetarisch dieet de kans op het krijgen van ischemische hartziekte en kanker verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Vegetarian, vegan diets and multiple health outcomes: a systematic review with meta-analysis of observational studies by Dinu M, Abbate R, […], Sofi F.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/26853923

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier meer over het verlagen van hart- en vaatziekten en kanker en  het volgen van een vegetarisch dieet.

Een vegetarisch dieet is een dieet zonder dierlijke producten met maximaal 35 En% vet, maximaal 7 En% verzadigd vet en minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal. Welke plantaardige producten uit de supermarkt maximaal 35 En% vet, maximaal 7 En% verzadigd vet en minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal bevatten, kunt u hier opzoeken.

 

Een hoog serum seleniumgehalte verlaagt maagkanker onder vrouwen en niet-rokers

Onderzoeksvraag:
Verlaagt een hoog seleniumgehalte de kans op het krijgen van maagkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 5 patënt-controle studies en 3 cohort studies met in totaal 17834 deelnemers.  

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in patiënt-controle studies dat een hoog seleniumgehalte de kans op het krijgen van maagkanker significant met 39% [OR = 0.61, 95% BI = 0.40-0.93, p = 0.02] verlaagde.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat een hoog seleniumgehalte de kans op het krijgen van maagkanker significant met 14% [OR = 0.86, 95% BI = 0.78-0.96, p = 0.006] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoog seleniumgehalte de kans op het krijgen van maagkanker onder Aziaten significant met 17% [OR = 0.83, 95% BI = 0.77-0.89, p 0.00001] verlaagde.
Onder blanken was dat 47% [OR = 0.53, 95% BI = 0.32-0.88, p = 0.02], onder vrouwen was dat 18% [OR = 0.82, 95% BI = 0.74-0.90, p 0.0001]. Echter, dit significant verlaagde risico werd niet teruggevonden in mannen [OR = 0.90, 95% BI = 0.80-1.02, p = 0.09].

De onderzoekers vonden dat een hoog serum seleniumgehalte de kans op het krijgen van maagkanker significant met 18% [OR = 0.82, 95% BI = 0.76-0.88, p 0.00001] verlaagde. Echter, dit verlaagde risico was niet significant voor teennagelselenium [OR = 0.65, 95% BI = 0.40-1.07, p = 0.09].

De onderzoekers vonden dat een hoog seleniumgehalte de kans op het krijgen van maagkanker onder niet-rokers significant met 20% [OR = 0.80, 95% BI = 0.70-0.92, p = 0.001] verlaagde. Echter, dit verlaagde risico was niet significant voor rokers [OR = 0.94, 95% BI = 0.77-1.14, p = 0.53]. Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.  

De onderzoekers vonden dat een hoog seleniumgehalte de kans op doodgaan aan maagkanker significant met 10% [OR = 0.90, 95% BI = 0.84-0.97, p = 0.006, I2 = 49%] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat een hoog serum seleniumgehalte de kans op het krijgen van maagkanker onder vrouwen en niet-rokers verlaagde. Daarnaast verlaagde een hoog seleniumgehalte ook de kans op doodgaan aan maagkanker.

Oorspronkelijke titel:
Meta-analysis of the association between selenium and gastric cancer risk by Gong HY, He JG and Li BS.

Link:
http://www.impactjournals.com/oncotarget/index.php?journal=oncotarget&page=article&op=view&path[]=7205&path[]=20561

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over selenium en kanker.
 

Veel vitamine C via voeding verlaagt mogelijk alvleesklierkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van veel vitamine C de kans op het krijgen van alvleesklierkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 14 patiënt-controle studies (3818 mensen met alvleesklierkanker en 10115 mensen zonder alvleesklierkanker) en 6 cohort studies (met 1140 mensen met alvleesklierkanker onder 278000 deelnemers. De follow-up duur varieerde tussen 7.1 en 21 jaar).

Er was publicatie bias in patiënt-controle studies maar niet in cohort studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 20 studies dat het eten van veel vitamine C vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van alvleesklierkanker significant met 34% [OR = 0.66, 95% BI = 0.58-0.75, I2 = 35.8%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in patiënt-controle studies dat een hoge consumptie van vitamine C vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van alvleesklierkanker significant met 42% [OR = 0.58, 95% BI = 0.52-0.66, I2 = 0%] verlaagde. Echter, dit verlaagde risico was niet significant onder cohort studies [ RR = 0.93, 95% BI = 0.78-1.11, I2 = 0%].

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel vitamine C de kans op het krijgen van alvleesklierkanker mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat het verlaagde risico niet significant was in cohort studies en bovendien was er publicatie bias in patiënt-controle studies.

Oorspronkelijke titel:
Vitamin C Intake and Pancreatic Cancer Risk: A Meta-Analysis of Published Case-Control and Cohort Studies by Hua YF, Wang GQ, [...],, Lu CD.

Link:
http://journals.plos.org/plosone/article?id=10.1371/journal.pone.0148816

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het eten van vitamine C en kanker.
Lees hier meer over cohort studies en publicatie bias.
Vitamine C-rijke maaltijden zijn maaltijden met minimaal 100 mg vitamine C.