Voeding en gezondheid

Een combinatie van omega-3 vetzuren, foliumzuur, vitamine B6 en B12 verlaagt het homocysteïnegehalte

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van omega-3 vetzuren alleen of in combinatie met de B-vitamines het homocysteinegehalte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 21 RCT’s met 3267 deelnemers. De dosering van omega-3 vetzuren was 0.2-6 gram per dag. De dosering van foliumzuur was 150-2500 microgram per dag.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van alleen omega-3 vetzuren het homocysteïnegehalte significant met 1.09 μmol/L [95% BI = -2.04 tot -0.13, p = 0.03] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van omega-3 vetzuren samen met foliumzuur en B-vitamines het homocysteïnegehalte significant met 1.37 μmol/L [95% BI = -2.38 tot  -0.36, p 0.01] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van omega-3 vetzuren (0.2-6 gram per dag)  in combinatie met foliumzuur (150-2500 microgram per dag) en vitamine B6 en B12 het homocysteïnegehalte sneller verlaagde dan het slikken van alleen omega-3 vetzuren.

Oorspronkelijke titel:
A combination of omega-3 fatty acids, folic acid and B-group vitamins is superior at lowering homocysteine than omega-3 alone: A meta-analysis by Dawson SL, Bowe SJ and Crowe TC.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27188895

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over omega-3 vetzuren, foliumzuur, vitamine B6 en B12 en het verlagen van het homocysteïnegehalte.

 

Suikerziekte type 2 verhoogt de ziekte van Parkinson

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt suikerziekte type 2 de kans op het krijgen van de ziekte van Parkinson?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 7 populatie gebaseerde cohort studies (6 prospectief en 1 retrospectief) met in totaal 1761632 deelnemers.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat suikerziekte type 2 de kans op het krijgen van de ziekte van Parkinson significant met 38% [gepoolde adjusted RR =1.38, 95% BI = 1.18-1.62, p    0.001, I2  = 71.2%] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat suikerziekte type 2 de kans op het krijgen van de ziekte van Parkinson onder mannen significant met 40% [gepoolde adjusted RR =1.40, 95% BI = 1.17-1.67, I2  =  45.3%] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat suikerziekte type 2 de kans op het krijgen van de ziekte van Parkinson onder vrouwen significant met 50% [gepoolde adjusted RR =1.50, 95% BI = 1.07-2.10, p = 0.019, I2  =  63.8%] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het significant verhoogde risico gelijk bleef in de subgroepenanalyses.

De onderzoekers concludeerden dat suikerziekte type 2 de kans op het krijgen van de ziekte van Parkinson verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Risk of Parkinson Disease in Diabetes Mellitus: An Updated Meta-Analysis of Population-Based Cohort Studies by Yue X, Li H, […], Li T.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4863785/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over suikerziekte type 2.

 

Volkoren graanproducten verlaagt mogelijk alvleesklierkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van volkorenproducten de kans op het krijgen van alvleesklierkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 7 patiënt-controle studies en 1 cohort studie met in totaal 2548 mensen met alvleesklierkanker onder 43629 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel volkorenproducten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van alvleesklierkanker significant met 24% [OR = 0.76, 95% BI = 0.64-0.91, p  =  0.002, I 2 = 11.7%, p  =  0.339] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel volkorenproducten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van alvleesklierkanker onder Amerikanen significant met 36% [OR = 0.64, 95% BI = 0.53-0.79, p    0.001, I2 =  0%, p =  0.482, n  =  4] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel volkorenproducten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van alvleesklierkanker onder Europeanen significant met 5% [OR = 0.95, 95% BI = 0.63-1.43, p  =  0.803, I 2 =  45.6%, p  =  0.175, n  =  2] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel volkoren graanproducten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van alvleesklierkanker significant met 28% [OR = 0.72, 95% BI = 0.60-0.87, p  =  0.001, I2  = 0% , p  =  0.876, n  =  4] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel volkoren tarweproducten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van alvleesklierkanker niet significant met 26% [OR = 0.74, 95% BI = 0.27-2.02, p  =  0.554, I2  =  86.3%, p  =  0.007, n  =  2] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel volkorenproducten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van alvleesklierkanker in hoog kwalitatieve studies niet significant met 19% [OR = 0.81, 95% BI = 0.54-1.23, p  =  0.323] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel volkorenproducten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van alvleesklierkanker in ziekenhuisgebaseerde studies significant met 25% [OR = 0.75, 95% BI = 0.58-0.98, p  =  0.034] verlaagde. Echter, dit verlaagde risico was niet significant in populatiegebaseerde studies [OR = 0.70, 95% BI = 0.47-1.03, p  =  0.07].

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel volkorenproducten met name graanproducten, de kans op het krijgen van alvleesklierkanker mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat dit overzichtsartikel slechts 1 cohort studie kende en het verlaagde risico was niet significant in hoog kwalitatieve studies.

Oorspronkelijke titel:
Whole Grain Intake Reduces Pancreatic Cancer Risk: A Meta-Analysis of Observational Studies by Lei Q, Zheng H, [...], Li J.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4782845/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over kanker.

 

Vet verhoogt niet colitis ulcerosa

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het eten van vet de kans op het krijgen van colitis ulcerosa?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 4 patiënt-controle studies en 5 prospectieve cohort studies met in totaal 966 mensen met colitis ulcerosa en 171589 mensen zonder colitis ulcerosa.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden geen bewijs voor een non-lineair verband tussen de vetinname en de kans op het krijgen van colitis ulcerosa.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 30 gram vet per dag, de kans op het krijgen van colitis ulcerosa niet significant met 2.3% [RR = 1.023, 95% BI = 0.963-1.087, I2  = 24%, n = 6] verhoogde.
Dit verhoogde risico was ook niet significant voor verzadigd vet [RR = 1.063, 95% BI = 0.845-1.337, I2  = 44.5%, n = 4], enkelvoudig onverzadigd vet [RR = 1.214, 95% BI = 0.911-1.618, I2  = 63.1%, n = 4] en meervoudig onverzadigd vet [RR = 1.247, 95% BI = 0.948-1.640, I2  = 25.4%, n = 4]. Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat een hoge DHA-inname via voeding de kans op het krijgen van colitis ulcerosa significant met 35.8% [RR = 0.642, 95% BI = 0.403-1.024, I2  = 34.4%, n = 3] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel vet(soorten) de kans op het krijgen van colitis ulcerosa niet verhoogde. Echter, een hoge DHA-inname verlaagde de kans op het krijgen van colitis ulcerosa.

Oorspronkelijke titel:
Fat intake and risk of ulcerative colitis: systematic review and dose-response meta-analysis of epidemiological studies by Wang F, Lin X, […], Li J.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27097307

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vetconsumptie, chronische ziekten en DHA.

 

Dagelijks 125 gram melk verlaagt een beroerte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van zuivelproducten de kans op het krijgen van een beroerte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 18 prospectieve cohort studies met in totaal 29943 mensen met een beroerte onder 762414 deelnemers. De follow-up duur varieerde van 8 tot 26 jaar.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 200 gram melk per dag, de kans op het krijgen van een beroerte significant 7% [RR = 0.93, 95% BI = 0.88-0.98, p = 0.004, I2 = 86%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat 38 tot 266 gram melk per dag, de kans op het krijgen van een beroerte onder Oost-Aziatische mensen significant 18% [RR = 0.82, 95% BI = 0.75-0.90] verlaagde. Echter, dit verlaagde risico was niet significant onder Europeanen.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 40 gram kaas per dag, de kans op het krijgen van een beroerte niet significant 3% [RR = 0.97, 95% BI = 0.94-1.01] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat de verlaagde kans op het krijgen van een beroerte maximaal was bij 125 gram melk per dag en vanaf 25 gram kaas per dag.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van yoghurt, boter of totale zuivelproducten en de kans op het krijgen van een beroerte.

De onderzoekers concludeerden dat het dagelijks eten van 125 gram melk of minimaal 25 gram kaas de kans op het krijgen van een beroerte verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dairy Consumption and Risk of Stroke: A Systematic Review and Updated Dose-Response Meta-Analysis of Prospective Cohort Studies by de Goede J, Soedamah-Muthu SS, [...], Geleijnse JM.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27207960

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over zuivelproducten en het verlagen van de kans op het krijgen van een beroerte.
 

Een hoog homocysteïnegehalte verhoogt de ziekte van Alzheimer

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het hebben van een hoog homocysteïnegehalte de kans op het krijgen van de ziekte van Alzheimer?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 34 studies met 9397 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoog homocysteïnegehalte de kans op het krijgen van de ziekte van Alzheimer significant met 237% [OR  =  3.37, 95% BI  =  1.90-5.95, p  =  2.9x10-5] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat een hoog homocysteïnegehalte de kans op het krijgen van de ziekte van Alzheimer verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Homocysteine and Alzheimer's Disease: Evidence for a Causal Link from Mendelian Randomization by Hu Q, Teng W, [...], Wang N.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27031476

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het verlagen van het homocysteïnegehalte en de ziekte van Alzheimer.

Dagelijks 2-3 glazen wijn verlaagt suikerziekte type 2

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het drinken van alcohol de kans op het krijgen van suikerziekte type 2?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 13 prospectieve cohort studies met 20641 mensen met suikerziekte type 2 onder 397296 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het drinken van wijn de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 15% verlaagde. Het significant verlaagde risico voor bier was 4% en voor spiritus 5%.

De onderzoekers vonden een U-vormige relatie tussen het drinken van alcohol en de kans op het krijgen van suikerziekte type 2.

De onderzoekers vonden dat het drinken van 20-30 gram alcohol afkomstig van wijn de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 20% verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het drinken van 20-30 gram alcohol afkomstig van bier de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 9% verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het drinken van 7-15 gram alcohol afkomstig van spiritus de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 5% verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het drinken van alcohol de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 verlaagde, met het grootste effect bij dagelijks 20-30 gram alcohol afkomstig van wijn.

Oorspronkelijke titel:
Specific Types of Alcoholic Beverage Consumption and Risk of Type 2 Diabetes: A Systematic Review and Meta-analysis by Huang J, Wang X and Zhang Y.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27181845

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over alcoholconsumptie en suikerziekte type 2.

1 standaardglas wijn levert 10 gram alcohol.
 

Een hoog homocysteïnegehalte verhoogt maagkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt een hoog homocysteïnegehalte de kans op het krijgen van maagkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 27 patiënt-controle studies met 7566 patiënten met maagkanker en 10640 mensen zonder maagkanker.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat elke verhoging van het homocysteïnegehalte met 1 standaarddeviatie de kans op het krijgen van maagkanker significant met 156% verhoogde [OR = 2.56, 95% BI  =  2.41-2.72 p = 5.0×10].

De onderzoekers concludeerden dat een hoog homocysteïnegehalte de kans op het krijgen van maagkanker verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Evaluation of an Association of Blood Homocysteine Levels With Gastric Cancer Risk From 27 Case-Control Studies by Xu W, Cheng Y and Zhu H.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27196483

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het verlagen van het homocysteïnegehalte en kanker.
 

Sojaproducten verlaagt mogelijk dikke darmkanker onder Aziaten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van sojaproducten of isoflavonen de kans op het krijgen van dikke darmkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 13 patiënt-controle studies en 4 prospectieve cohort studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van soja-isoflavonen de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 22% [RR = 0.78, 95% BI = 0.72-0.85, I2 = 34.1%, p = 0.024] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van sojaproducten de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 21% [RR = 0.79, 95% BI = 0.69-0.89] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van sojaproducten de kans op het krijgen van dikke darmkanker onder Aziaten significant met 21% [RR = 0.79, 95% BI = 0.72-0.87] verlaagde.

De onderzoekers vonden in patiënt-controle studies dat het eten van sojaproducten de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 24% [RR = 0.76, 95% BI = 0.68-0.84] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van sojaproducten de kans op het krijgen van dikke darmkanker onder Aziaten mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat het verlaagde risico alleen in patiënt-controle studies werd gevonden en niet in cohort studies.  

Oorspronkelijke titel:
Soy isoflavone consumption and colorectal cancer risk: a systematic review and meta-analysis by Yu Y, Jing X, [...], Wang D.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27170217

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over dikke darmkanker en soja-consumptie.

 

Dagelijks veel graanvezels verlaagt doodgaan aan hart- en vaatziekten en kanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van graanvezels de mortaliteit?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 14 prospectieve cohort studies met 48052 doden aan alle oorzaken, 16882 doden aan hart- en vaatziekten, 19489 doden aan kanker en 1092 doden aan inflammatorische ziekten.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel graanvezels vergeleken met weinig, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 19% [adjusted HR = 0.81, 95% BI = 0.79-0.83] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel graanvezels vergeleken met weinig, de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten significant met 18% [adjusted HR = 0.82, 95% BI = 0.78-0.86] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel graanvezels vergeleken met weinig, de kans op doodgaan aan kanker significant met 15% [adjusted HR = 0.85, 95% BI = 0.81-0.89] verlaagde.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van veel graanvezels en de kans op doodgaan aan inflammatorische ziekten.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel graanvezels de kans op doodgaan aan alle oorzaken, hart- en vaatziekten en kanker verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Cereal fibre intake and risk of mortality from all causes, CVD, cancer and inflammatory diseases: a systematic review and meta-analysis of prospective cohort studies by Hajishafiee M, Saneei P, […], Esmaillzadeh A.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27193606

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vezels, hart- en vaatziekten en kanker.

Een dieet met veel vezels is een dieet met minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal. Welke producten uit de supermarkt 1.5 gram vezels per 100 kcal bevatten, kunt u hier opzoeken.
 

Minimaal 5 kopjes koffie per dag verlaagt dikke darmkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het drinken van koffie de kans op het krijgen van dikke darmkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 9 prospectieve cohort studies met in totaal 22629 patiënten met dikke darmkanker onder 2046575 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 4 kopjes koffie per dag, de kans op het krijgen van colonkanker significant met 7% [RR = 0.93, 95% BI = 0.88-0.99, p = 0.199] verlaagde.

De onderzoekers vonden een drempelwaarde van 5 kopjes koffie per dag.

De onderzoekers concludeerden dat het drinken van minimaal 5 kopjes koffie per dag, de kans op het krijgen van dikke darmkanker verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Association of coffee consumption with risk of colorectal cancer: a meta-analysis of prospective cohort studies by Gan Y, Wu J, […], Lu Z.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27078843

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over dikke darmkanker en koffieconsumptie.
 

Vitamine D-bloedwaarde lager dan <50 nmol/L verhoogt mogelijk late leeftijdsgebonden maculaire degeneratie

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt een lage vitamine D-bloedwaarde de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 cross-sectionele studies en 1 cohort studie met het aantal deelnemers varieerde tussen 65 en 17045 en het aantal mensen met leeftijdsgebonden maculaire degeneratie (AMD) varieerde tussen 31 en 1440. 

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het 25OHD concentratie (=vitamine D-bloedwaarde) van mensen met leeftijdsgebonden maculaire degeneratie 15% lager was dan van mensen zonder leeftijdsgebonden maculaire degeneratie.

De onderzoekers vonden dat een hoge 25OHD concentratie (=vitamine D-bloedwaarde) vergeleken met een lage, de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie significant met 17% [OR = 0.83, 95% BI = 0.71-0.97] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge 25OHD concentratie (=vitamine D-bloedwaarde) vergeleken met een lage, de kans op het krijgen van late leeftijdsgebonden maculaire degeneratie significant met 53% [OR = 0.47, 95% BI = 0.28-0.79] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een 25OHD concentratie (=vitamine D-bloedwaarde) lager dan 50 nmol/L de kans op het krijgen van late leeftijdsgebonden maculaire degeneratie significant met 118% [OR = 2.18, 95% BI = 1.34-3.56] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat een 25OHD concentratie (=vitamine D-bloedwaarde) lager dan 50 nmol/L de kans op het krijgen van late leeftijdsgebonden maculaire degeneratie mogelijk verhoogde. Mogelijk omdat dit overzichtsartikel slechts 1 cohort studie kende.

Oorspronkelijke titel:
Circulating vitamin D concentration and age-related macular degeneration: Systematic review and meta-analysis by Annweiler C, Drouet M, […], Milea D.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27105707

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine D.

Er bestaan twee types van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie (of AMD van Age-Related Macular Degeneration):

  1. Droge of atrofische maculaire degeneratie (ook vroege AMD genoemd). Vroege AMD (netvliesveroudering) is de meest voorkomende vorm die veroorzaakt wordt door ouderdom en verdunning van de weefsels van de macula (de gele vlek). De ziekte wordt gekenmerkt door de vorming van witte vlekjes onder de retina (zg. drusen) en afbraak van de retina (het netvlies). Het verlies aan gezichtsscherpte gebeurt geleidelijk. Op termijn kan deze vorm van maculaire degeneratie evolueren naar de natte AMD.
  2. Natte of neovasculaire maculaire degeneratie (ook late AMD genoemd). Late AMD komt in ongeveer 10% van de gevallen voor. Dit is het gevolg van de vorming van abnormale bloedvaten onder het netvlies. Deze bloedvaten veroorzaken een uitsijpeling van vocht en soms bloed dat het centraal zicht verstoort. Dit kan leiden tot littekenvorming in de macula. Het verlies van de gezichtsscherpte kan dan snel (enkele maanden) en zeer uitgesproken zijn.

Leeftijd is de belangrijkste risicofactor. Vanaf 60 jaar verdubbelt de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie nagenoeg elke tien jaar. Zo is de kans ongeveer 5 procent op 6-jarige leeftijd, 10 procent bij 70 jaar en 20 procent op 80-jarige leeftijd.

Een laag serum zink-, calcium- of magnesiumgehalte verhoogt de bloeddruk tijdens de zwangerschap

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een relatie tussen het serum zink-, calcium- of magnesiumgehalte tijdens de zwangerschap en de kans op het krijgen van een hoge bloeddruk bij de moeder?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 14 studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat vrouwen die tijdens de zwangerschap een hoge bloeddruk hebben, hadden een laag serum:
zinkgehalte [SMD = -1.14, 95% BI = -1.69 tot -0.59, p 0.05],
calciumgehalte [MD = -0.26, 95% BI = -0.36 tot -0.15, p 0.05] en
magnesiumgehalte [MD = -0.06, 95% BI = -0.08 tot -0.05, p 0.05] dan vrouwen met een normale bloeddruk tijdens de zwangerschap.

De onderzoekers concludeerden dat een laag serum zink-, calcium- of magnesiumgehalte tijdens de zwangerschap, de kans op het krijgen van een hoge bloeddruk bij de moeder verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Comparison of serum zinc, calcium, and magnesium concentrations in women with pregnancy-induced hypertension and healthy pregnant women: A meta-analysis by He L, Lang L, […], Yao Y.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/26930501

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over zink, calcium, magnesium en zwangerschap.
 

Het slikken van anthocyanen verlaagt niet de bloeddruk

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van anthocyanen de bloeddruk?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 6 RCT’s met in totaal 472 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van anthocyanen de systolische bloeddruk niet significant met 1.15 mmHg [WMD = 1.15 mmHg, 95% BI = -3.17 tot 5.47, I2  =  56%] verlaagde. Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het slikken van anthocyanen de diastolische bloeddruk niet significant met 1.06 mmHg [WMD = 1.06 mmHg, 95% BI = -0.71 tot 2.83, I2 =  0%] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van anthocyanen de bloeddruk niet verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
The Effect of Anthocyanins on Blood Pressure: A PRISMA-Compliant Meta-Analysis of Randomized Clinical Trials by Zhu Y, Bo Y, […], Qiu C.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27082604

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het verlagen van de bloeddruk.
Anthocyanen zijn flavonoïden. Vind hier meer studies over flavonoïden.

Overgewicht verhoogt een beroerte

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het hebben van overgewicht de kans op het krijgen van een beroerte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 12 prospectieve cohort studies die de buikomtrek (WC) analyseerden met in totaal 11775 mensen met een beroerte onder 405411 deelnemers, 10 prospectieve cohort studies die de taille-heupverhouding (WHR) analyseerden met in totaal 10625 mensen met een beroerte onder 407074 deelnemers en 7 prospectieve cohort studies die de taille-hoogte verhouding (WHtR) analyseerden met in totaal 6163 mensen met een beroerte onder 272269 deelnemers

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 12 cohort studies dat het hebben van een grote buikomtrek (WC) de kans op het krijgen van een beroerte significant met 28% [SRR = 1.28, 95% BI = 1.18-1.40, I2 = 15.6%, p = 0.291] verhoogde.

De onderzoekers vonden in 7 cohort studies dat het hebben van een grote taille-hoogte verhouding (WHtR) de kans op het krijgen van een beroerte significant met 49% [SRR = 1.49, 95% BI = 1.24-1.78, I2 = 52.6%, p = 0.049] verhoogde.

De onderzoekers vonden in 10 cohort studies dat het hebben van een grote taille-heupverhouding (WHR) de kans op het krijgen van een beroerte significant met 32% [SRR = 1.32, 95% BI = 1.21-1.44, I2 = 0.0%, p = 0.761] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging van de buikomtrek met 10 cm de kans op het krijgen van een beroerte significant met 10% [RR = 1.10, 95% BI = 1.07-1.14, I2 = 31.7%, p = 0.138] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging van de taille-hoogte verhouding met 0.05 punt de kans op het krijgen van een beroerte significant met 13% [RR = 1.13, 95% BI = 1.07-1.19, I2 = 55.8%, p = 0.035] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging van de taille-heupverhouding met 0.1 punt de kans op het krijgen van een beroerte significant met 16% [RR = 1.16, 95% BI = 1.06-1.27, I2 = 75.2%, p = 0.000] verhoogde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het hebben van een grote buikomtrek (WC) de kans op het krijgen van een ischemische beroerte significant met 41% [SRR = 1.41, 95% BI = 1.21-1.56] verhoogde. Echter, dit verhoogde risico was niet significant voor hemorragische beroerte.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het hebben van een grote taille-heupverhouding (WHR) de kans op het krijgen van een ischemische beroerte significant met 35% [SRR = 1.35, 95% BI = 1.21-1.50] verhoogde. Echter, dit verhoogde risico was niet significant voor hemorragische beroerte.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het hebben van een grote taille-hoogte verhouding (WHtR) de kans op het krijgen van een ischemische beroerte significant met 55% [SRR = 1.55, 95% BI = 1.37-1.76] verhoogde. Echter, dit verhoogde risico was niet significant voor hemorragische beroerte.

De onderzoekers vonden een non-lineair positief verband tussen de taille-heupverhouding (WHR) en het risico op het krijgen van een beroerte.

De onderzoekers concludeerden dat het hebben van een grote buikomtrek (WC), een grote taille-heupverhouding (WHR) of een grote taille-hoogte verhouding (WHtR) de kans op het krijgen van een beroerte, met name een een ischemische beroerte verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Measures of Abdominal Adiposity and Risk of Stroke: A Dose-Response Meta-analysis of Prospective Studies by Zhong CK, Zhong XY, […], Zhang YH.

Link:
http://www.besjournal.com/Articles/Archive/2016/No1/201601/t20160127_124873.html

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het verlagen van een beroerte en overgewicht.

Mensen met overgewicht hebben een grote buikomtrek (WC), een grote taille-heupverhouding (WHR) en een grote taille-hoogte verhouding (WHtR).

 

Plantaardig ijzer verlaagt dikke darmkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt een hoge ijzerinname de kans op het krijgen van dikke darmkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 artikelen met in totaal 3318 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel ijzer de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 17% [SRR = 0.83, 95% BI = 0.71-0.98, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge ijzerinname (via voeding en voedingssupplementen) de kans op het krijgen van dikke darmkanker niet significant met 7% [SRR = 0.93, 95% BI = 0.62-1.42] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel heem-ijzer de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 23% [SRR = 1.23, 95% BI = 1.03-1.48] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van ijzer de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 27% [SRR = 0.73, 95% BI = 0.54-0.97] verlaagde.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het ijzergehalte in het bloed en de kans op het krijgen van dikke darmkanker [serum ferritinegehalte: SRR = 1.16, 95% BI = 0.81-1.66, serum ijzergehalte: SRR = 1.02, 95% BI = 0.75-1.38 en serum transferrinegehalte: SRR = 1.01, 95% BI = 0.82-1.50].

De onderzoekers concludeerden dat zowel het eten van non-heemijzer als het slikken van ijzer de kans op het krijgen van dikke darmkanker verlaagde terwijl het eten van heemijzer de kans op het krijgen van dikke darmkanker verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Iron intake, serum iron indices and risk of colorectal adenomas: a meta-analysis of observational studies by Cao H, Wang C, […], Tu S.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/26956572

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over dikke darmkanker en ijzer.
Ijzer komt in voeding in 2 vormen voor: non-heemijzer en heemijzer. Ijzer in voedingssupplementen is altijd non-heemijzer. Heemijzer zit voornamelijk in vlees. Non-heemijzer zit voornamelijk in plantaardige producten.

 

Veel luteïne via voeding verlaagt mogelijk hart- en vaatziekten

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van luteïne de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten en suikerziekte type 2?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 31 longitudinale studies, 33 cross-sectionele studies en 3 interventiestudies met in totaal 387569 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat zowel het eten van veel luteïne als het hebben van een hoog luteïnebloedwaarde de kans op het krijgen van coronaire hartziekten significant met 12% [RR = 0.88, 95% BI = 0.80-0.98] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat zowel het eten van veel luteïne als het hebben van een hoog luteïnebloedwaarde de kans op het krijgen van een beroerte significant met 18% [RR = 0.82, 95% BI = 0.72-0.93] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat zowel het eten van veel luteïne als het hebben van een hoog luteïnebloedwaarde de kans op het krijgen van het metabole syndroom significant met 25% [RR = 0.75, 95% BI = 0.60-0.92] verlaagde. Echter, het verlaagde risico was niet significant voor het krijgen van suikerziekte type 2 [RR = 0.97, 95% BI = 0.77-1.22]. 

De onderzoekers concludeerden dat zowel het eten van veel luteïne als het hebben van een hoge luteïnebloedwaarde zowel de kans op het krijgen van coronaire hartziekten als het krijgen van het metabole syndroom mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat dit overzichtsartikel geen cohort studies bevatte.

Oorspronkelijke titel:
The effects of lutein on cardiometabolic health across the life course: a systematic review and meta-analysis by Leermakers ET, Darweesh SK, […], Franco OH.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/26762372

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over luteïne, hart- en vaatziekten en het metabole syndroom.
 

Dagelijks minimaal 1 kopje koffie verlaagt leverkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het drinken van koffie zowel de kans op het krijgen van chronische leverziekten als leverkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 12 prospectieve cohort studies die leverkanker analyseerden met 3414 gevallen van leverkankker en 6 prospectieve cohort studies die chronische leverziekten analyseerden met 1463 gevallen van chronische leverziekten.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een lage koffieconsumptie de kans op het krijgen van leverkanker significant met 22% [RR = 0.78, 95% BI = 0.66-0.91] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het regelmatig drinken van koffie de kans op het krijgen van leverkanker significant met 34% [RR = 0.66, 95% BI = 0.55-0.78] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge koffieconsumptie de kans op het krijgen van leverkanker significant met 50% [RR = 0.50, 95% BI = 0.43-0.58] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 1 kopje koffie per dag, de kans op het krijgen van leverkanker significant met 15% [RR = 0.85, 95% BI = 0.81-0.90] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een lage koffieconsumptie de kans op het krijgen van chronische leverziekten significant met 28% [RR = 0.72, 95% BI = 0.59-0.88] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het regelmatig drinken van koffie de kans op het krijgen van chronische leverziekten significant met 38% [RR = 0.62, 95% BI = 0.47-0.82] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge koffieconsumptie de kans op het krijgen van chronische leverziekten significant met 65% [RR = 0.35, 95% BI = 0.22-0.56] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 1 kopje koffie per dag, de kans op het krijgen van chronische leverziekten significant met 26% [RR = 0.74, 95% BI = 0.65-0.83] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het drinken van koffie zowel de kans op het krijgen van chronische leverziekten als leverkanker verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Coffee and the risk of hepatocellular carcinoma and chronic liver disease: a systematic review and meta-analysis of prospective studies by Bravi F, Tavani A, […], La Vecchia C.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27111112

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over kanker en koffieconsumptie.
 

Isoflavonen verlagen suikerziekte type 2 bij menopauzale vrouwen

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van soja-isoflavonen het nuchter bloedsuikergehalte, het nuchter insulinegehalte en de HOMA-IR waarde van menopauzale vrouwen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 17 RCT’s met in totaal 1529 menopauzale vrouwen.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in het random effect model dat het nuchter bloedsuikergehalte van menopauzale vrouwen in de isoflavonen-groep significant 0.22 mmol/L [95% BI = -0.38 tot -0.07 mmol/L] lager was dan in de placebogroep.

De onderzoekers vonden in het random effect model dat het nuchter insulinegehalte van menopauzale vrouwen in de isoflavonen-groep significant 0.43 μIU/mL [95% BI = -0.71 tot -0.14 μIU/mL] lager was dan in de placebogroep.

De onderzoekers vonden in het random effect model dat de HOMA-IR waarde van menopauzale vrouwen in de isoflavonen-groep significant 0.52 [5% BI = 0.76 tot -0.28] lager was dan in de placebogroep.

De onderzoekers concludeerden dat er een causaal verband bestond tussen soja-isoflavonen, met name genisteïne en het verlagen van het nuchter bloedsuikergehalte, het nuchter insulinegehalte en de HOMA-IR waarde van menopauzale vrouwen.

Oorspronkelijke titel:
Soy isoflavones and glucose metabolism in menopausal women: A systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Ke F, Hui D, [...], Fuer L.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27004555

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over suikerziekte type 2 en isoflavonen.

Deze maaltijd is isoflavonenrijk.

Suikerpatiënten hebben een hoog nuchter bloedsuikergehalte, een hoog nuchter insulinegehalte en een hoge HOMA-IR waarde.

Bij de HOMA-IR test (Homeostasis Model of Assessment - Insulin Resistance test) wordt het nuchter serum glucosegehalte vermenigvuldigd met het nuchter serum insulinegehalte en gedeeld door 22.5. Er is sprake van insulineresistentie bij een waarde groter dan 2.71.
 

Een dieet met 10 En% koolhydraten verlaagt vetpercentage van mensen met obesitas

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Hebben mensen met obesitas baat bij het volgen van een koolhydratenarm dieet?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 RCT’s met een dieet van 10 En% koolhydraten en 7 RCT’s met een dieet van 40 En% koolhydraten met in totaal 1416 mensen met obesitas.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het volgen van een laag koolhydratendieet het lichaamsgewicht significant met 0.70 kg [95% BI = -1.07 tot -0.33] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het volgen van een laag koolhydratendieet het vetpercentage significant met 0.77 kg [95% BI = -1.55 tot -0.32] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het volgen van een laag koolhydratendieet gedurende minimaal 12 maanden het vetpercentage significant met 0.57 kg [95% BI = -1.05 tot -0.09] verlaagde. Echter, het verlaagde niet significant het lichaamsgewicht [-0.44 kg, 95% BI = -0.94 tot 0.07].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het volgen van een laag koolhydratendieet met 10 En% koolhydraten, het vetpercentage significant met 0.97 kg [95% BI = -1.50 tot -0.44] verlaagde. Echter, het verlaagde vetpercentage was niet significant bij  het volgen van een laag koolhydratendieet met 40 En% koolhydraten [-0.43 kg, 95% BI = -1.15 tot 0.33].

De onderzoekers concludeerden dat het volgen van een laag koolhydratendieet, met name met 10 En% koolhydraten het vetpercentage van mensen met obesitas verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Impact of low-carbohydrate diet on body composition: meta-analysis of randomized controlled studies by Hashimoto Y, Fukuda T, […], Fukui M.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27059106

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier meer studies over het hebben van overgewicht en koolhydraten.

Een dieet met 10-40 En% koolhydraten is een dieet dat voornamelijk uit producten met 10 tot 40 En% koolhydraten bestaat of het gemiddelde van alle dagelijks gegeten producten bevat 10 tot 40 En% koolhydraten. Welke producten uit de supermarkt 10 tot 40 En% koolhyraten bevatten, kunt u hier opzoeken. 10 En% koolhydraten wil zeggen dat het aantal gram koolhydraten 10% bijdraagt aan het total caloriegehalte van de desbetreffende maaltijd of het desbetreffende product.
 

Weinig lichamelijke activiteiten verhoogt mogelijk astma bij kinderen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het hebben van een laag lichamelijk activiteitenniveau de kans op het krijgen van astma bij kinderen en adolescenten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 3 cohort studies (met 549 kinderen die astma kregen onder in totaal 6037 deelnemers) en 8 cross-sectionele studies.

Er was heterogeniteit onder de studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in cohort studies dat het hebben van een laag lichamelijk activiteitenniveau, de kans op het krijgen van astma bij kinderen en adolescenten in het fixed model significant met 35% [OR = 1.35, 95% BI = 1.13-1.62, I2 = 60.6%] verhoogde. Echter, het verhoogde risico in het random model was niet significant [OR = 1.32, 95% BI = 0.95-1.84].

De onderzoekers concludeerden dat het hebben van een laag lichamelijk activiteitenniveau, de kans op het krijgen van astma bij kinderen en adolescenten mogelijk verhoogde. Mogelijk omdat er sprake was van heterogeniteit tussen de studies.

Oorspronkelijke titel:
Childhood asthma and physical activity: a systematic review with meta-analysis and Graphic Appraisal Tool for Epidemiology assessment by Lochte L, Nielsen KG, […], Platts-Mills TA.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4836150/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over de positieve kanten van het hebben van een hoog lichamelijk activiteitenniveau.

Dagelijks 100 mg magnesium via voeding verlaagt doodgaan aan hart- en vaatziekten bij vrouwen

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van magnesium de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 cohort studies met in totaal 10313 sterfgevallen aan hart- en vaatziekten onder 449748 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel magnesium de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten onder vrouwen significant met 16% verlaagde. Onder mannnen was dat 8%.

De onderzoekers vonden nadat gecorrigeerd te hebben voor de leeftijd en het BMI, dat elke verhoging met 100 mg magnesium per dag de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten onder vrouwen significant met 24-25% verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van 100 mg magnesium per dag de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten, met name onder vrouwen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dose-response relationship between dietary magnesium intake and cardiovascular mortality: A systematic review and dose-based meta-regression analysis of prospective studies by Fang X, Liang C, […], Cao Y.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27053099

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over magnesium en hart- en vaatziekten.
 

Veel soja via voeding verlaagt mogelijk een beroerte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van soja de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten of beroerte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 5 prospectieve cohort studies en 6 patiënt-controle studies met in totaal 4954 gevallen met een beroerte en 7616 gevallen met hart- en vaatziekten.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel soja vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van een beroerte niet significant met 8% [SRR = 0.92, 95% BI = 0.70-1.10, I2 = 29.4%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel soja vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten niet significant met 3% [SRR = 0.97, 95% BI = 0.74-1.27, I2 = 62.7%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in patiënt-controle studies dat het eten van veel soja vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van een beroerte significant met 46% [SRR = 0.54, 95% BI = 0.34-0.87, I2 = 79.3%] verlaagde. Echter, dit verlaagde risico was niet significant in cohort studies.

De onderzoekers vonden in patiënt-controle studies dat het eten van veel soja vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten significant met 34% [SRR = 0.66, 95% BI = 0.56-0.77, I2 = 0%] verlaagde. Echter, dit verlaagde risico was niet significant in cohort studies.

De onderzoekers vonden geen verband tussen soja-isoflavonen en de kans op het krijgen van een beroerte of hart- en vaatziekten.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel soja zowel de kans op het krijgen van een beroerte als hart- en vaatziekten mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat het verlaagde risico niet significant was in cohort studies.

Oorspronkelijke titel:
Soy Consumption with Risk of Coronary Heart Disease and Stroke: A Meta-Analysis of Observational Studies by Lou D, Li Y, […], Wang H.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/26974464

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over soja, het verlagen van een beroerte en hart- en vaatziekten.
 

Meer dan 5 gram alcohol per dag verhoogt borstkanker

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het drinken van alcohol borstkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 patiënt-controle studies en 18 cohort studies met in totaal 21149 vrouwen met borstkanker.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het drinken van veel alcohol vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van borstkanker significant met 36% verhoogde.

De onderzoekers vonden dat 5 g alcohol per dag afkomstig van wijn, de kans op het krijgen van borstkanker significant verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het drinken van alcohol (boven 5 gram per dag) de kans op het krijgen van borstkanker verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Dose-Dependent Associations between Wine Drinking and Breast Cancer Risk - Meta-Analysis Findings by Chen JY, Zhu HC, […], Sun XC.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27039752

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over borstkanker en alcohol.
1 standaardglas alcohol levert 10 gram alcohol. De Gezondheidsraad advieseert sinds maart 2016 maximaal 1 glas alcohol per dag.

 

Obesitas (BMI>30) verhoogt seronegatieve reuma onder vrouwen

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het hebben van overgewicht of obesitas de kans op het krijgen van reuma?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 5 cohort studies, 7 patiënt-controle studies en 1 geneste patiënt-controle studie met in totaal 13562 reumapatiënten onder 400609 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het hebben van overgewicht de kans op het krijgen van reuma niet significant met 5% [RR = 1.05, 95% BI = 0.97-1.13] verhoogde. Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het hebben van obesitas de kans op het krijgen van reuma significant met 21% [RR = 1.21, 95% BI = 1.02-1.44, I2  =  66.3%, p  =  0.001] verhoogde. Significant want RR van 1 zat niet in de 95% BI van 1.02 tot 1.44. RR van 1 betekent geen risico.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging van het BMI met 5 kg/m2 de kans op het krijgen van reuma significant met 13% [RR = 1.13, 95% BI = 1.01-1.26] verhoogde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het hebben van obesitas de kans op het krijgen van reuma onder vrouwen significant met 26% [RR = 1.26, 95% BI = 1.12-1.40] verhoogde. Het risico voor het hebben van overgewicht was 11% [RR = 1.11, 95% BI = 1.00-1.23].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat elke verhoging van het BMI met 5 kg/m2 de kans op het krijgen van reuma onder vrouwen significant met 12% [RR = 1.12, 95% BI = 1.07-1.18) verhoogde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het hebben van obesitas de kans op het krijgen van seronegatieve reuma significant met 47% [RR = 1.47, 95% BI = 1.11-1.96] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging van het BMI met 5 kg/m2 de kans op het krijgen van seronegatieve reuma significant met 21% [RR = 1.21, 95% BI = 1.06-1.39] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat het hebben van obesitas (BMI>30) en niet overgewicht de kans op het krijgen van seronegatieve reuma onder vrouwen verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Body Mass Index and Risk of Rheumatoid Arthritis: A Meta-Analysis of Observational Studies by Feng J, Chen Q, […], He J.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4779014/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het hebben van obesitas en reuma.

Reuma of reumatoïde artritis (RA) is een onstekingsproces. Gedurende dit proces wordt de structuur van de eiwitten veranderd doordat citrulline aan het eiwit wordt gekoppeld. Het immuunsysteem van het lichaam maakt antistoffen tegen lichaamseigen eiwitten die veel citrulline bevatten. Deze antistoffen worden anti-CCP antistoffen genoemd. Gewoonlijk maakt het afweersysteem antistoffen (of antilichamen) aan om de ongewenste ziekteverwekkers onschadelijk te maken. In dit geval leiden deze antistoffen echter tot het ziektebeeld reuma.

Anti-citrullinated proteïne antilichamen (anti-CCP's) zijn antilichamen die aangemaakt worden tegen proteïnen in het lichaam die dan een proces ondergaan (citrullination = een moleculaire verandering in structuur). Ze zijn aanwezig bij ongeveer 60 tot 80 procent van de mensen met de diagnose reuma. Als u symptomen hebt die lijken op reuma en u test positief op het antilichaam, dan is de diagnose van reuma bijna een zekerheid.

Er zijn 2 soorten reuma: de anti-CCP positieve (ook wel seropositieve genoemd) en anti-CCP negatieve reuma (ook wel seronegatieve reuma genoemd).

In 2000 is een test ontwikkeld die antistoffen ontdekt die alleen bij mensen met reumatoïde artritis lijken voor te komen, de anti-CCP test. De anti-CCP test wordt gebruikt als hulpmiddel om de diagnose reumatoïde artritis vast te stellen. De anti-CCP test is met name nuttig om de ziekte in een vroeg stadium vast te stellen. Mensen die niet lijden aan reumatoïde artritis hebben geen antistoffen tegen CCP in het bloed.