Voeding en gezondheid

Beta-caroteen via voeding verlaagt heupfracturen onder Aziatische mannen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van carotenoïden de kans op het krijgen van heupfractuur?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 5 prospectieve cohort studies en 2 patiënt-controle studies met in totaal 140265 deelnemers, waarvan 4324 mensen met fracturen. De leeftijd was 50 jaar en ouder (50-80 jaar). 80% van de studies was post-menopauzale vrouwen.

De follow-up duur van de cohort studies varieerde tussen 3.7 en 18 jaar.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel carotenoïden vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van heupfractuur niet significant met 28% [OR = 0.72, 95% BI = 0.51-1.01, I2 = 59.4%, p = 0.06] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel beta-caroteen vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van heupfractuur significant met 28% [OR = 0.72, 95% BI = 0.54-0.95] verlaagde.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het bloed carotenoïdengehalte en de kans op het krijgen van heupfractuur [OR = 0.83, 95% BI = 0.59-1.17].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van veel beta-caroteen vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van heupfractuur onder mannen significant met 47% [OR = 0.57, 95% BI = 0.40-0.81] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van veel beta-caroteen vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van heupfractuur onder mensen ouder dan 60 jaar significant met 43% [OR = 0.57, 95% BI = 0.40-0.81] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van veel beta-caroteen vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van heupfractuur onder mensen met een normaal gewicht (BMI ≤ 25) significant met 38% [OR = 0.62, 95% BI = 0.40-0.96, p = 0.03] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van veel beta-caroteen vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van heupfractuur onder Aziaten significant met 38% [OR = 0.62, 95% BI = 0.40-0.96, p = 0.03] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel beta-caroteen de kans op het krijgen van heupfractuur onder Aziatische mannen ouder dan 60 jaar met een normaal gewicht verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Carotenoids and risk of fracture: a meta-analysis of observational studies by Xu J, Song C, [...], X L.

Link:
http://www.impactjournals.com/oncotarget/index.php?journal=oncotarget&page=article&op=view&path[]=13678&path[]=43468

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over ouderdom en carotenoïden.

Beta-caroteen geeft de karakteristieke kleur aan oranje en gele groenten en fruit.
Deze maaltijd bevat veel beta-caroteen.

Dagelijks 10 gram alcohol verlaagt galstenen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het drinken van alcohol de kans op het krijgen van galstenen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 cohort studies en 10 patiënt-controle studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het drinken veel alcohol vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van galstenen significant met 38% [gepoolde RR = 0.62, 95% BI = 0.49-0.78] verlaagde.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat het drinken veel alcohol vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van galstenen significant met 34% [gepoolde RR = 0.66, 95% BI = 0.48-0.91] verlaagde.

De onderzoekers vonden in patiënt-controle studies dat het drinken veel alcohol vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van galstenen significant met 42% [gepoolde RR = 0.58, 95% BI = 0.45-0.73] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het drinken veel alcohol vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van galstenen onder mannen significant met 43% [gepoolde RR = 0.57, 95% BI = 0.40-0.80] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het drinken veel alcohol vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van galstenen onder vrouwen significant met 36% [gepoolde RR = 0.64, 95% BI = 0.53-0.77] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het drinken van 10 gram alcohol per dag, de kans op het krijgen van galstenen significant met 12% [gepoolde RR = 0.88, 95% BI = 0.84-0.92] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het drinken van alcohol (minimaal 10 gram alcohol per dag) de kans op het krijgen van galstenen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Alcohol consumption and risk of gallstone disease: a meta-analysis by Wang J, Duan X, [...], Jiang X.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27926662

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over alcohol.
 

Mensen met atopisch eczeem hebben baat bij vitamine D-supplementen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Hebben mensen met atopisch eczeem baat bij het slikken van vitamine D?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte  observationele studies (906 patiënten met atopisch eczeem en 657 patiënten zonder atopisch eczeem) en 4 RCT’s (104 patiënten met atopisch eczeem en 90 patiënten zonder atopisch eczeem).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het vitamine D-gehalte van patiënten met atopisch eczeem in alle leeftijdsgroepen significant lager was dan van mensen zonder atopisch eczeem [SMD = -2.03 ng/mL, 95% BI = -2.52 tot -0.78, I2 = 98%]. Dan met name in de pediatrische patiënten [SMD = -3.03 ng/mL, 95% BI = -4.76 tot -1.29].

De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine D-supplementen de SCORAD index en de EASI score van patiënten met atopisch eczeem significant verlaagde [SMD = -5.85, 95% BI = -7.66 tot -4.05, I2 50%].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses (om meer informatie te krijgen) dat het slikken van vitamine D-supplementen de SCORAD index van patiënten met atopisch eczeem significant verlaagde [SMD = -7.43, 95% BI = -9.70 tot -5.16, I2 = 0%].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses (om meer informatie te krijgen) dat het slikken van vitamine D-supplementen de EASI score van patiënten met atopisch eczeem significant verlaagde [SMD = -3.14, 95% BI = -6.12 to -0.15, I2 = 0%]. Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers concludeerden dat het vitamine D-gehalte van patiënten met atopisch eczeem in alle leeftijdsgroepen lager was dan van mensen zonder atopisch eczeem. Verder hadden mensen met atopisch eczeem baat bij het slikken van vitamine D.

Oorspronkelijke titel:
Vitamin D Status and Efficacy of Vitamin D Supplementation in Atopic Dermatitis: A Systematic Review and Meta-Analysis by Kim MJ, Kim SN, […], Ahn KJ.

Link:
http://www.mdpi.com/2072-6643/8/12/789/htm

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine D.

De gewenste vitamine D-bloedwaarden zijn 75-80 nmol/L (30-32 ng/mL). Deze bloedwaarden worden bereikt met 800-1200 IE oftewel 20-30 microgram (mcg oftewel μg) vitamine D per dag.
Elke 100 IE vitamine D3 kan na 2 tot 3 maanden slikken de bloedwaarde van 25(OH)D met 1 ng/mL verhogen. Het vitamine D-gehalte in het bloed wordt uitgedrukt in 25(OH)D.
De veiligste, goedkoopste en snelste manier om vitamine D binnen te krijgen is via voedingssupplementen. Kies voor (10-30 microgram) vitamine D3. Vitamine D3-supplementen van het goedkoopste en het duurste merk werken even goed. Via zonlicht en zonnebbank krijgt het lichaam ook vitamine D binnen maar teveel zonlicht en zonnebank kunnen de kans op het krijgen van huidkanker verhogen.

Constitutioneel eczeem (atopisch eczeem of dauwworm) is een chronische huidaandoening, die vooral wordt bepaald door genetische factoren (de aanwezigheid van mutaties (FLG R501X- and 2282del4) in het epidermale barrière eiwit filaggrine (in het epidermale differentiatie complex 1q21)).

Atopisch eczeem begint meestal voor de leeftijd van 6 maanden. Bij 60-70% van de kinderen gaat het eczeem in remissie voor de leeftijd van 15 jaar, waarna het bij een deel later weer opvlamt.

In de Westerse landen heeft 15-20% van de kinderen constitutioneel eczeem, waarvan ongeveer 80% een licht eczeem, 15% matig en 5% ernstig constitutioneel eczeem heeft.

Factoren die geassocieerd zijn met ernstig constitutioneel eczeem zijn het begin van het eczeem op jonge leeftijd (meestal 6 maanden), allergische rhinitis en astma.

De ernst van constitutioneel eczeem wordt bepaald door de Three-Item-Severity (TIS)-score (roodheid, oedeem/papels, krabeffecten):
afwezig = 0, mild = 1, matig = 2, ernstig = 3 (maximale score = 9). TIS-score 3: mild eczeem, TIS-score 3-5: matig eczeem, TIS-score ≥ 6: ernstig eczeem.

 

1 keer per week vette vis of tonijn verlaagt leeftijdsgebonden maculaire degeneratie

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van vis de kans op het krijgen van de oogziekte de leeftijdsgebonden maculaire degeneratie?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 prospectieve cohort studies met in totaal 4202 mensen met de leeftijdsgebonden maculaire degeneratie onder 128988 deelnemers.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van vis de kans op het krijgen van de leeftijdsgebonden maculaire degeneratie significant met 24% [RR = 0.76, 95% BI = 0.65-0.90, I2 = 49.6%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 5 studies langer dan 10 jaar dat het eten van vis de kans op het krijgen van de leeftijdsgebonden maculaire degeneratie significant met 19% [RR = 0.81, 95% BI = 0.67-0.97] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 3 studies korter dan 10 jaar dat het eten van vis de kans op het krijgen van de leeftijdsgebonden maculaire degeneratie significant met 30% [RR = 0.70, 95% BI = 0.51-0.97] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van tonijn de kans op het krijgen van de leeftijdsgebonden maculaire degeneratie significant met 42% [RR = 0.58, 95% BI = 0.47-0.71] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van vis met donker gekleurde vlees de kans op het krijgen van de leeftijdsgebonden maculaire degeneratie significant met 32% [RR = 0.68, 95% BI = 0.46-0.99] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van 1 keer vis per week de kans op het krijgen van de leeftijdsgebonden maculaire degeneratie significant met 11% [RR = 0.89, 95% BI = 0.83-0.96] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten vis, met name 1 keer per week vis met donder gekleurde vlees of tonijn de kans op het krijgen van de leeftijdsgebonden maculaire degeneratie verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Fish Consumption and Age-Related Macular Degeneration Incidence: A Meta-Analysis and Systematic Review of Prospective Cohort Studies by Zhu W, Wu Y, [...], Lu J.

Link:
http://www.mdpi.com/2072-6643/8/11/743/htm

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over ouderdom en visconsumptie.

1 keer vis of 1 portie vis komt in de praktijk overeen met 100-150 gram.

Vissen met donder gekleurde vlees zijn ansjovis, blauwvintonijn, haring, zalm en makreel. Vissen met donder gekleurde vlees zijn vette vissen.

Er is geen verband tussen zinkinname en prostaatkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt een hoge zink-inname de kans op het krijgen van prostaatkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 3 cohort studies, 2 geneste patiënt-controle studies, 11 patiënt-controle studies en 1 RCT met in totaal 111199 deelnemers, waarvan 11689 mensen met prostaatkanker.

Alle studies werden gecorrigeerd voor de leeftijd.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge zinkconsumptie vergeleken met een lage, de kans op het krijgen van prostaatkanker niet significant met 7% [gepoolde OR = 1.07, 95% BI = 0.98-1.16] verhoogde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat een hoge zinkconsumptie via voeding vergeleken met een lage, de kans op het krijgen van prostaatkanker niet significant met 5% [RR = 1.05, 95% BI = 0.93-1.20] verhoogde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses geen relatie tussen een hoge zinkconsumptie via voedingssupplementen en de kans op het krijgen van prostaatkanker [RR = 1.00, 95% BI = 0.79-1.27].

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 100 mg zink de kans op het krijgen van prostaatkanker niet significant met 7% [OR = 1.07, 95% BI = 0.90-1.28] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat er geen verband bestond tussen zink-inname via voeding en/of voedingssupplementen en de kans op het krijgen van prostaatkanker.

Oorspronkelijke titel:
Zinc Intake and Risk of Prostate Cancer: Case-Control Study and Meta-Analysis by Mahmoud AM, Al-Alem U, […], Kittles RA.

Link:
http://journals.plos.org/plosone/article?id=10.1371/journal.pone.0165956

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over prostaatkanker en zink.

Noten verlagen het leptinegehalte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van noten ontstekingen in het lichaam?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 20 studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van noten het serum CRP-gehalte niet significant met 0.17 mg/L [WMD = 0.17 mg/L, 95% BI = -0.67 tot 0.33, I2 = 52.1%] verhoogde. Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het eten van noten het serum IL6-gehalte niet significant met 0.06 ng/dL [WMD = -0.06 ng/dL, 95% BI = -0.69 tot 0.56, I2 = 9.6%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van noten het serum IL10-gehalte niet significant met 0.18 mg/dL [WMD = -0.18 mg/dL, 95% BI = -1.24 tot 0.88, I2 = 9.3%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van noten het TNF-alfa-gehalte niet significant met 0.18 pg/mL [WMD = 0.37 pg/mL, 95% BI = -0.90 tot 0.16, I2 = 7.9%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van noten het adiponectinegehalte niet significant met 0.60 mg/dL [WMD = -0.60 mg/dL, 95% BI = -1.88 tot 0.68, I2 = 5.6%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van noten het leptinegehalte significant met 0.71 mg/dL [WMD = -0.71 mg/dL, 95% BI = -1.11 tot -0.30, I2 = 6.3%] verlaagde. Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden in de sensitiviteitsanalyses dat deze bevindingen robust waren.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van noten het leptinegehalte verlaagde maar het had echter geen effect op het CRP-, IL6-, adiponectine-, IL10- en TNF-α-gehalte.

Oorspronkelijke titel:
Impact of different types of tree nut, peanut, and soy nut consumption on serum C-reactive protein (CRP): A systematic review and meta-analysis of randomized controlled clinical trials by Mazidi M, Rezaie P, [...], Gao HK.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27858850

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier meer studies over chronische ziekten en overgewicht.

CRP, IL-6  en IL-10 zijn 3 ontstekingsbiomerkers in het lichaam. Door het meten van ontstekingsbiomerkers kunnen ontstekingen in het lichaam worden opgespoord. Chronische ziekten zijn ontstekingsziekten.

Hoge leptinewaarden kunnen duiden op leptineresistentie, met als gevolg toename van het lichaamsgewicht en metabole stoornissen oftewel stofwisselingsstoornissen. Stofwisselingsstoornissen zijn erfelijke stoornissen. Er zijn ongeveer 600 verschillende stofwisselingsstoornissen.

Vitamine D-tekort verhoogt COPD

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt een vitamine D-tekort de kans op het krijgen van COPD?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 15 patiënt-controle studies, 5 cohort studies en 1 cross-sectionele studie met in totaal 4818 mensen met COPD en 7175 mensen zonder COPD.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 13 studies met in totaal 1981 mensen met COPD en 1283 mensen zonder COPD, dat mensen met COPD een lager serum vitamine D-gehalte hadden dan mensen zonder COPD [SMD = -0.69, 95% BI = -1.00 tot -0.38, p 0.001, I2 = 94.0%].

De onderzoekers vonden in 12 studies met in totaal 3224 mensen met COPD en 6699 mensen zonder COPD, dat een vitamine D-tekort (serum 25(OH)D 20 ng/mL) de kans op het krijgen van COPD significant met 77% [OR = 1.77, 95% BI = 1.18 tot 2.64, p = 0.006] verhoogde.

De onderzoekers vonden een verband tussen een vitamine D-tekort (serum 25(OH)D 20 ng/mL) en de ernst van COPD [OR = 2.83, 95% BI = 2.00 tot 4.00, p 0.001].

De onderzoekers vonden geen verband tussen een vitamine D-tekort (serum 25(OH)D 20 ng/mL) en de exacerbaties van COPD [OR = 1.17, 95% BI = 0.86 tot 1.59, p = 0.326].

De onderzoekers concludeerden dat een vitamine D-tekort (serum 25(OH)D 20 ng/mL) de kans op het krijgen van COPD verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
The association between vitamin D and COPD risk, severity, and exacerbation: an updated systematic review and meta-analysis by Zhu M, Wang T, […], Ji Y.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5079694/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine D en chronische ziekten.

De snelste en goedkoopste manier om een vitamine D-tekort op te lossen, is door vitamine D-suplementen te slikken.

De gewenste bloedwaarden van vitamine D zijn 75-80 nmol/L (30-32 ng/mL). Deze bloedwaarden worden bereikt met 800-1200 IE oftewel 20-30 microgram (mcg oftewel μg) vitamine D per dag gedurende 3 maanden.

 

Dagelijks 200 gram melk verlaagt mogelijk obesitas

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt de consumptie van zuivelproducten de kans op het krijgen van obesitas?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 17 studies (voornamelijk cross-sectionele studies).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge consumptie van zuivelproducten vergeleken met een lage consumptie, de kans op het krijgen van obesitas bij kinderen significant met 46% [odds ratio = 0.54, 95 BI = 0.38-0.77] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge consumptie van zuivelproducten vergeleken met een lage consumptie, de kans op het krijgen van obesitas bij volwassenen significant met 25% [odds ratio = 0.75, 95 BI = 0.69-0.81] verlaagde.

De onderzoekers vonden een non-lineair verband tusssen de consumptie van zuivelproducten en de kans op het krijgen van obesitas [p non-lineariteit = 0.009].

De onderzoekers vonden dat een hoge consumptie van melk vergeleken met een lage consumptie, de kans op het krijgen van obesitas bij kinderen significant met 13% [odds ratio = 0.87, 95 BI = 0.80-0.95] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge consumptie van melk vergeleken met een lage consumptie, de kans op het krijgen van obesitas bij volwassenen significant met 23% [odds ratio = 0.77, 95 BI = 0.68-0.87] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 200 gram melk per dag, de kans op het krijgen van obesitas significant met 16% [odds ratio = 0.84, 95 BI = 0.77-0.92] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat een hoge consumptie van zuivelproducten die uit minimaal 200 gram melk per dag bestaat, de kans op het krijgen van obesitas zowel bij kinderen als volwassenen waarschijnlijk verlaagde. Waarschijnlijk omdat dit overzichtsartikel voornamelijk uit cross-sectionele studies (kan geen conclusies over het oorzakelijke verband worden getrokken) bestond.

Oorspronkelijke titel:
Association of dairy products consumption with risk of obesity in children and adults: a meta-analysis of mainly cross-sectional studies by Wang W, Wu Y and Zhang D.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27756684

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier meer studies over overgewicht en zuivelconsumptie.

Een voeding met veel onverzadigd vet, antioxidanten en B-vitamines verlaagt dementie

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Wat zijn de risicofactoren van dementie?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 43 studies (cohort studies en RCT’s).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat de inname van onverzadigde vetzuren de kans op het krijgen van dementie significant met 16% [RR = 0.84, 95% BI = 0.74-0.95, p = 0.006] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat de inname van antioxidanten de kans op het krijgen van dementie significant met 13% [RR = 0.87, 95% BI = 0.74-0.98, p = 0.026] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat de inname van B-vitamines de kans op het krijgen van dementie significant met 28% [RR = 0.72, 95% BI = 0.54-0.96, p = 0.026] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het volgen van een Mediterraan dieet de kans op het krijgen van dementie significant met 31% [RR = 0.69, 95% BI = 0.57-0.84, p  0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat de inname van aluminium de kans op het krijgen van dementie significant met 124% [RR = 2.24, 95% BI = 1.49-3.37, p  0.001] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het roken de kans op het krijgen van dementie significant met 43% [RR = 1.43, 95% BI = 1.15-1.77, p = 0.001] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat een laag vitamine D-bloedwaarde de kans op het krijgen van dementie significant met 52% [RR = 1.52, 95% BI = 1.17-1.98, p = 0.002] verhoogde.

De onderzoekers vonden geen verband tussen visconsumptie [RR = 0.79, 95% BI = 0.59-1.06, p = 0.113], groente en fruitconsumptie [RR = 0.46, 95% BI = 0.16-1.32, p = 0.149] of alcoholconsumptie [RR = 0.74, 95% BI = 0.55-1.01, p  = 0.056] en de kans op het krijgen van dementie.

De onderzoekers concludeerden dat een hoge consumptie van onverzagdigde vetzuren, antioxidanten en B-vitamines en het volgen van een Mediterraan dieet de kans op het krijgen van dementie verlaagde, terwijl alunimium en roken de kans op dementie verhoogden.

Oorspronkelijke titel:
Dietary Patterns and Risk of Dementia: a Systematic Review and Meta-Analysis of Cohort Studies by Cao L, Tan L, […], Yu JT.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/26553347

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over dementie, B-vitamines en antioxidanten.

Een voeding met veel onverzadigd vet, antioxidanten en B-vitamines komt in de praktijk overeen met een voeding met maximaal 30 En% vet, maximaal 7% verzadigd vet en minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal. De makkelijkste manier om een voeding met maximaal 30 En% vet, maximaal 7% verzadigd vet en minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal te volgen, is door te kiezen voor producten met maximaal 30 En% vet, maximaal 7% verzadigd vet en minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal. Welke producten uit de supermarkt maximaal 30 En% vet, maximaal 7% verzadigd vet en minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal leveren, kunt u hier opzoeken.

10 gram tafelsuiker per dag verhoogt colitis ulcerosa

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het eten van koolhydraten of eiwitten de kans op het krijgen van colitis ulcerosa?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 5 patiënt-controle studies en 4 prospectieve cohort studies met in totaal 975 mensen met colitis ulcerosa en 239352 mensen zonder colitis ulcerosa.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 10 gram koolhydraten per dag, de kans op het krijgen van colitis ulcerosa niet significant verhoogde [RR = 1.005, 95% BI = 0.991-1.019, I2 = 31.5%, n = 5].

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 10 gram vezels per dag, de kans op het krijgen van colitis ulcerosa niet significant verhoogde [RR = 1.001, 95% BI = 0.971-1.032, I2 = 0.0%, n = 7].

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 10 gram eiwit per dag, de kans op het krijgen van colitis ulcerosa niet significant verhoogde [RR = 1.010, 95% BI = 0.975-1.047, I2 = 12.4%, n = 7].

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 10 gram tafelsuiker per dag, de kans op het krijgen van colitis ulcerosa significant met 9.8% verhoogde [RR = 1.098, 95% BI = 1.024-1.177, I2 = 0.0%, n = 3].

De onderzoekers concludeerden dat 10 gram tafelsuiker per dag de kans op het krijgen van colitis ulcerosa verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Carbohydrate and protein intake and risk of ulcerative colitis: Systematic review and dose-response meta-analysis of epidemiological studies by Wang F, Feng J, [...], Zhao Q.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27776925

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over koolhydraten en chronische ziekten.  

10 gram tafelsuiker op een dagelijkse energieinname van 2000 kcal komt overeen 2 energieprocent (En%) want 1 gram tafelsuiker levert 4 kcal. Dus 10 gram tafelsuiker levert 40 kcal en 40 kcal is 2% van 2000 kcal.
Welke producten uit de supermarkt maximaal 2 En% suikers bevatten, kunt u hier opzoeken.
 

Anthocyaninen en flavonolen via voeding verlagen het lichaamsgewicht

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van flavonoïden het lichaamsgewicht?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 3 prospectieve cohort studies met in totaal 124086 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 10 mg anthocyaninen per dag via voeding, het lichaamsgewicht significant met 0.1 kg [95% BI = -0.14 tot -0.07] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 138 mg flavonoïde polymeren per dag via voeding, het lichaamsgewicht significant met 0.08 kg [95% BI = -0.13 tot -0.04] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 7 mg flavonolen per dag via voeding, het lichaamsgewicht significant met 0.07 kg [95% BI = -0.12 tot -0.03] verlaagde. Echter, de significantie viel weg nadat ook voor de vezelinname werd gecorrigeerd.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van levensmiddelen rijk aan anthocyaninen, flavonoïde polymeren en flavonolen het lichaamsgewicht verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary flavonoid intake and weight maintenance: three prospective cohorts of 124 086 US men and women followed for up to 24 years by Bertoia ML, Rimm EB, […], Cassidy A.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4730111/

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier meer studies over het verlagen van het lichaamsgewicht en flavonoïden.

Flavonoïden bestaan onder andere uit anthocyaninen, flavonoïde polymeren en flavonolen.
Flavonoïde polymeren zitten vooral in thee en appels.
Flavonoïden zitten in felgekleurde groenten en fruit. De aanbeveling van groenten en fruit van de Gezondheidsraad (het hoogste voedingsadviesorgaan in Nederland) is minimaal 200 gram groenten en minimaal 200 gram fruit per dag.

Deze maaltijden zijn geschikt voor mensen met overgewicht (BMI>25).
 

Carnitinesupplementen leiden tot gewichtsverlies

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van carnitinine het lichaamsgewicht?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 9 RCT’s met in totaal 911 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van carnitine het lichaamsgewicht significant met 1.33 kg [MD = -1.33 kg, 95% BI = -2.09 tot -0.57] verlaagde. Het lichaamsgewicht nam meer af naarmate het gebruik van carnitine langer werd [p = 0.002].

De onderzoekers vonden dat het slikken van carnitine het BMI significant met 0.47 kg/m2 [MD = -0.47 kg/m2, 95% BI = -0.88 tot -0.05] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van carnitine het lichaamsgewicht en het BMI verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
The effect of (L-)carnitine on weight loss in adults: a systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Pooyandjoo M, Nouhi M, […], Olyaeemanesh A.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27335245

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier meer studies over het verlagen van het lichaamsgewicht en carnitine.

Deze maaltijden zijn geschikt voor mensen met overgewicht (BMI>25).
 

Dagelijks 60 gram fructose of meer verhoogt jicht

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het eten van fructose de kans op het krijgen van jicht?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 2 prospectieve cohort studies met in totaal 125299 deelnemers, waarvan 1533 mensen (755 mannen en 778 vrouwen) met jicht. De gemiddelde follow-up duur was 17 jaar.  

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat de consumptie van veel fructose (>11.9 En%) de kans op het krijgen van jicht significant met 62% [RR = 1.62, 95% BI = 1.28 tot 2.03, p 0.0001, I2 = 0%, p = 0.33]  verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel fructose (60 gram fructose of meer per dag) de kans op het krijgen van jicht verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Fructose intake and risk of gout and hyperuricemia: a systematic review and meta-analysis of prospective cohort studies by Jamnik J, Rehman S, […], Sievenpiper JL.

Link:
http://bmjopen.bmj.com/content/6/10/e013191.long

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over koolhydraten en chronische ziekten.   

60 gram fructose op een dagelijkse energieinname van 2000 kcal komt overeen 12 energieprocent (En%) want 1 gram fructose levert 4 kcal. Dus 60 gram fructose levert 240 kcal en 240 kcal is 12% van 2000 kcal.
 

Resistent zetmeel verbebert de darmwerking van gezonde volwassenen

Onderzoeksvraag:
Verbetert het eten van resistent zetmeel de darmwerking van gezonde volwassenen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte RCT’s.  

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van resistent zetmeel het fecale natte gewicht (nat stoelgangsgewicht) significant met 35.51 gram per dag [95% BI = 1.21-69.82] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van resistent zetmeel het butyraatgehalte (butyraat is een vetzuur met een beschermende werking tegen dikkedarm kanker) significant met 0.61 [95% BI = 0.32-0.89] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van resistent zetmeel de fecale pH-test significant met 0.19 [95% BI = -0.35 tot -0.03] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van resistent zetmeel de defecatiefrequentie (stoelgangsfrequentie) niet significant verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van resistent zetmeel de darmflora van gezonde volwassenen verbeterde.

Oorspronkelijke titel:
Positive effects of resistant starch supplementation on bowel function in healthy adults: a systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Shen D, Bai H, […], Chen L.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27593182

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over pre- en probiotica. 

Er zijn een aantal manieren om de werking van de darmen te meten. Deze zijn het fecale natte gewicht, het butyraatgehalte, de fecale pH-test en de defecatiefrequentie.

Resistent zetmeel (RS, van het Engelse, Resistant Starch) wordt zo genoemd, omdat het niet wordt afgebroken in de dunne darm maar in de dikke darm van het lichaam. Het is een voedingsvezel van het onoplosbare type. Resistent zetmeel dient dus vooral als voeding voor de bacteriën in de dikke darm. Er zijn 3 soorten resistent zetmeel:

  1. RS1: door de celwand ingesloten en ontoegankelijk zetmeel in o.a. zaden, bonen en volkorenproducten
  2. RS2: resistente zetmeelgranules. Deze komen voor in onrijpe bananen en rauwe aardappelen. Rijping of koken kan het zetmeel toegankelijk maken.
  3. RS3: zogenaamd geretrogradeerd zetmeel. Deze komt voor in verwerkte producten omdat het ontstaat door verhitten of afkoelen, bijvoorbeeld in afgekoelde, gekookte aardappelen of pasta, oudbakken brood of cornflakes.

Dagelijks rijst eten verhoogt chronische ziekten onder vrouwen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen het eten van rijst en het krijgen van chronische ziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 12 cohort studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel rijst vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van chronische ziekten niet significant met 11% [RR = 1.11, 95% BI = 0.96-1.29, I1 = 70.3%] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel rijst vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van chronische ziekten onder vrouwen significant met 40% [RR = 1.40, 95% BI = 1.13-1.73] verhoogde.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van veel rijst en de kans op het krijgen van chronische ziekten onder mannen [RR = 0.95, 95% BI = 0.72-1.24].

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van veel rijst en de mortaliteit onder vrouwen [RR = 1.08, 95% BI = 0.97-1.19].

De onderzoekers vonden dat het eten van veel rijst vergeleken met weinig, de mortaliteit onder mannen significant met 13% [RR = 0.87, 95% BI = 0.81-0.94] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel rijst de kans op het krijgen van chronische ziekten onder vrouwen maar niet onder mannen verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Rice consumption, incidence of chronic diseases and risk of mortality: meta-analysis of cohort studies by Saneei P, Larijani B and Esmaillzadeh A.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27577106

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over chonische ziekten.

 

Een hoog leptinegehalte verhoogt astma

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen het leptinegehalte of adiponectinegehalte en de kans op het krijgen van astma?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 13 studies met in totaal 3642 patiënten.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoog leptinegehalte de kans op het krijgen van astma verhoogde [SDM = 0.867, 95% BI  = 0.416-1.318, p 0.001].

De onderzoekers vonden dat een laag adiponectinegehalte de kans op het krijgen van astma verhoogde [SDM = -0.371, 95% BI = -0.728 tot -0.014, p = 0.042].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat een hoog leptinegehalte de kans op het krijgen van astma bij zowel volwassenen [SDM = 1.374, 95% BI = 0.621 tot 2.126, p 0.001] als kinderen [SDM = 0.302, 95% BI = 0.010 tot 0.594, p = 0.042] verhoogde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat een laag adiponectinegehalte de kans op het krijgen van astma bij volwassenen [p = 0.05] maar niet bij kinderen [p = 0.509] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat een hoog leptinegehalte de kans op het krijgen van astma bij zowel volwassenen als kinderen verhoogde, terwijl een laag adiponectinegehalte de kans op het krijgen van astma bij volwassenen maar niet bij kinderen verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Association of asthma diagnosis with leptin and adiponectin: a systematic review and meta-analysis by Zhang L, Yin Y, [...], Zhang J.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27473714

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over chronische ziekte.

Leptine is een peptidehormoon, hetgene betekent dat leptine niet door de celmembranen van de lichaamscellen heen kan, maar het bindt aan de receptoren van de celmembranen. Leptine wordt door het vetweefsel geproduceerd wanneer de vetvoorraad toeneemt. Leptine wordt aan het bloed afgegeven en bindt aan de receptoren van het verzadigingscentrum in de hersenstam. Wanneer het verzadigingscentrum wordt geprikkeld, wordt er een signaal afgegeven dat de vetvoorraden groot genoeg zijn en dat er niet meer gegeten hoeft te worden. Het hongergevoel neemt dus af. Daarnaast vergroot leptine het energiegebruik, waardoor het lichaam meer calorieën gaat verbruiken.

Adiponectine is een eiwit dat vrijwel uitsluitend wordt geproduceerd in de vetcellen. Bij de mensen met overgewicht (BMI>25) is de adiponectine-concentratie in het bloed lager dan bij de mensen met een normaal gewicht. Een lage adiponectine-concentratie wordt geassocieerd met een verminderde insulinegevoeligheid. Suikerpatiënten hebben een verminderde insulinegevoeligheid.

30 gram lijnzaad per dag gedurende 12 weken verlaagt ontstekingen in obese mensen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van lijnzaad ontstekingen (uitgedrukt in het CRP-gehalte) in het lichaam?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 20 RCT’s met in totaal 1213 deelnemers. De gemiddelde leeftijd varieerde tussen 25.6 en 65 jaar. De dosering van de lijnzaad was gemiddeld 30 gram per dag. De gemiddelde follow-up duur was 12 weken.

Er was publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in het random effect model dat lijnzaad het CRP-gehalte niet significant met 0.13 mg/L [95% BI = −0.44 tot 0.19, p = 0.428, I2 = 63.8%, p 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de meta-regressie dat lijnzaad het CRP-gehalte van mensen met een BMI van 30 of hoger significant met 0.83 mg/L [95% BI = -1.34 tot -0.31, p = 0.002] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat 30 gram lijnzaad per dag gedurende 12 weken het CRP-gehalte van mensen met een BMI van 30 of hoger verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effect of Flaxseed Intervention on Inflammatory Marker C-Reactive Protein: A Systematic Review and Meta-Analysis of Randomized Controlled Trials by Ren GY, Chen CY, […], Chen LH.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4808865/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over overgewicht.

Mensen met overgewicht (BMI>25) hebben vaak veel ontstekingen in het lichaam oftewel een verhoogd CRP-gehalte.

Of u overgewicht hebt, kunt u hier berekenen.
 

Dagelijks veel volkoren graanproducten verlaagt doodgaan aan alle oorzaken

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van volkoren graanproducten de kans op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 prospectieve cohort studies met in totaal 843749 deelnemers, waavan 101282 doden.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel volkoren graanproducten vergeleken met weinig, de kans op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit) significant met 18% [gepoolde RR = 0.82, 95% BI = 0.78-0.87] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van 1 portie volkoren graanproducten per dag, de kans op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit) significant met 7% [gepoolde RR = 0.93, 95% BI = 0.89-0.97] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel volkoren graanproducten (minstens 1 portie per dag) de kans op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit) verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Association between whole grain intake and all-cause mortality: a meta-analysis of cohort studies by Ma X, Tang WG, […], Xiang YB.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27566558

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over ouderdom en volkoren graanproducten.

Probiotica verlaagt luchtweginfecties bij kinderen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van probiotica de kans op het krijgen van luchtweginfecties bij kinderen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 23 RCT’s met in totaal 6269 kinderen. De leeftijd varieerde tussen 0 en 18 jaar.

De duur van het slikken van probiotica varieerde tussen 5 dagen en 12 maanden. 7 RCT’s gebruikten de Lactobacillus stammen, 5 RCT’s gebruikten de Bifidobacterium stammen, 1 RCT gebruikte de Lactobacillus fermentum stammen en 11 RCT’s een mengsel van probiotica stammen.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 17 RCT’s met in totaal 4513 kinderen dat het slikken van probiotica de kans op het krijgen van minstens 1 episode met luchtweginfecties significant met 11% [RR = 0.89, 95% BI = 0.82-0.96, p = 0.004, I2  =  82%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 6 RCT’s met in totaal 2067 kinderen dat het slikken van probiotica het aantal dagen met luchtweginfecties significant verlaagde [MD = -0.16, 95% BI = -0.29 to 0.02, p  =  0.03, I2  = 0%].

De onderzoekers vonden in 8 RCT’s met in totaal 1499 kinderen dat het slikken van probiotica het aantal dagen afwezig op opvang/school (door toedoen van luchtweginfecties) significant verlaagde [MD = -0.94, 95% BI = -1.72 tot -0.15, p =  0.02, I2  =  87%].

De onderzoekers vonden in 9 RCT’s met in totaal 2817 kinderen geen significant verschil tussen de probiotica-groep en de placebo-groep voor de ziekte-episode [MD = -0.60, 95% BI   -1.49 tot 0.30, p =  0.19, I2  =  88%].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van probiotica de kans op het krijgen van luchtweginfecties bij kinderen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Probiotics for prevention and treatment of respiratory tract infections in children: A systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Wang Y, Li X, [...], Zhang T.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4979858/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over probiotica.

Een ziekte-episode is in een zorgregistratie de periode tussen het moment dat de huisarts op de hoogte is van een gezondheidsprobleem van een patiënt (de diagnose is gesteld) en het moment dat de ziekte is genezen of de patiënt is overleden.

Maximaal 1 tot 2 kopjes koffie per dag verbetert het geheugen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het drinken van koffie de kans op het krijgen van cognitieve problemen (zoals de ziekte van Alzheimer, dementie, cognitieve achteruitgang en cognitieve stoornissen)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 9 prospectieve cohort studies met in totaal 34282 deelnemers.  De follow-up duur varieerde tussen 1.3 en 28 jaar.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het drinken van 1 tot 2 kopjes koffie per dag, de kans op het krijgen van cognitieve problemen (zoals de ziekte van Alzheimer, dementie, cognitieve achteruitgang en cognitieve stoornissen) significant met 18% [95% BI = 0.82, 95% BI = 0.71-0.94, I2 = 25%] verlaagde.
Echter, deze verlaagde risico was niet meer significant voor 3 kopjes koffie of meer.

De onderzoekers vonden een J-vormig verband tussen het drinken van koffie en de kans op het krijgen van cognitieve problemen.

De onderzoekers concludeerden dat het dagelijks drinken van maximaal 1 tot 2 kopjes koffie, de kans op het krijgen van cognitieve problemen (zoals de ziekte van Alzheimer, dementie, cognitieve achteruitgang en cognitieve stoornissen) verlaagde.  

Oorspronkelijke titel:
Coffee intake and the incident risk of cognitive disorders: A dose-response meta-analysis of nine prospective cohort studies by Wu L, Sun D and He Y.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27288328

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over dementie en koffieconsumptie.

Regelmatige lichamelijke activiteiten verlaagt ziekte van Alzheimer

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlagen lichamelijke activiteiten de ziekte van Alzheimer?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 hoog kwalitatief prospectieve cohort studies met 23345 deelnemers in de meta-analyse I en 5 hoog kwalitatief prospectieve cohort studies met 10615 deelnemers in de meta-analyse II.
De follow-duur varieerde tussen 3.9 en 31 jaar en de leeftijd van de deelnemers varieerde tussen 70 en 80 jaar.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in de meta-analyse I dat mensen die veel lichamelijke activiteiten deden vergeleken met diegenen met weing lichamelijke activiteiten, een significant verlaagde risico van 35% [gepoolde OR = 0.65, 95% BI = 0.56-0.74, p 0.001, I2 = 31.32%] op het ontwikkelen van de ziekte van Alzheimer hadden.

De onderzoekers vonden in de meta-analyse II dat mensen die zich voldeden aan de internationale richtlijnen voor lichamelijke activiteiten, een significant verlaagde risico van 40% [gepoolde OR = 0.60, 95% BI = 0.51-0.71, p 0.001, I2 = 5.63%] op het ontwikkelen van de ziekte van Alzheimer hadden.

De onderzoekers concludeerden dat het doen van regelmatige lichamelijke activiteiten de kans op het krijgen van de ziekte van Alzheimer bij ouderen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Physical Activity and Alzheimer Disease: A Protective Association by Santos-Lozano A, Pareja-Galeano H, […], Lucia A.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27492909

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier meer studies over ouderdom en de ziekte van Alzheimer.

De internationale richtlijnen van het WHO voor volwassenen betrekken 60 minuten of meer aan gemodereerde of intensieve lichamelijke activiteit per dag. Meer dan 60 minuten lichamelijke activiteit zorgt verder voor aanvullende gezondheidsvoordelen. De meeste van deze activiteiten dienen van aerobe (met zuurstof) aard te zijn. Pubers dienen minstens drie keer per week aan een activiteit te doen op intensief niveau waarbij spier- en botversterkende oefeningen (zoals hardlopen, teamsport of krachttraining) inbegrepen dienen te zijn.

Er is sprake van lichamelijke inactiviteit wanneer:

  • jongeren (14-17 jaar): niet voldoende actief (minstens 60 minuten matig intensief lichamelijk actief) op 0-2 dagen per week.
  • volwassenen (18 jaar en ouder): niet voldoende actief (minstens 30 minuten matig intensief lichamelijk actief) op geen enkele dag per week.

Om een goede conditie van het hartvaatstelsel te bewerkstelligen is drie maal per week tenminste 20 minuten intensieve lichaamsbeweging nodig (door bijvoorbeeld te sporten). Sporten als hardlopen, hockey, voetbal, aerobics, squash en tennis zijn voorbeelden van intensieve beweging.

Mensen met leeftijdsgebonden maculaire degeneratie hebben baat bij 10 mg luteïne of zeaxanthine per dag

Onderzoeksvraag:
Vergroot het slikken van luteïne of zeaxanthine in combinatie met meso-zeaxanthine de dichtheid van het macula pigment?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 20 RCT’s met 938 mensen met de oogziekte leeftijdsgebonden maculaire degeneratie en 826 mensen zonder een leeftijdsgebonden maculaire degeneratie.

De dosering van luteïne, zeaxanthine en/of meso-zeaxanthine in de interventiegroep varieerde tussen 0 en 20 mg per dag. De interventieduur varieerde tussen 8 weken tot 2 jaar.

Het waren goed opgezette studies. De meeste studies hadden een follow-up duur van minder dan 12 maanden.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van luteïne of zeaxanthine de dichtheid van het macula pigment van zowel mensen met [WMD = 0.07, 95% BI = 0.03 tot 0.11, I2 = 99.2%] als mensen zonder leeftijdsgebonden maculaire degeneratie [WMD = 0.09, 95% BI = 0.05 tot 0.14] vergrootte.

De onderzoekers vonden dat de dichtheid van het macula pigment groter was in studies met meer dan 10 mg luteïne of zeaxanthine per dag [WMD = 0.12, 95% BI = 0.09 tot 0.15] dan in studies met minder dan 10 mg van luteïne of zeaxanthine per dag [WMD = 0.05, 95% BI = 0.03 tot 0.07].

De onderzoekers vonden dat de dichtheid van het macula pigment ook groter was in studies waarbij luteïne of zeaxanthine werd gecombineerd met meso-zeaxanthine [WMD = 0.13] dan in studies met alleen luteïne of zeaxanthine [WMD = 0.07].

De onderzoekers vonden dat zowel het slikken van luteïne als zeaxanthine de dichtheid van het macula pigment evenveel vergrootte.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 1 mg luteïne of zeaxanthine per dag, de dichtheid van het macula pigment met 0.005 punt verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van luteïne of zeaxanthine in combinatie met meso-zeaxanthine (het liefst boven 10 mg luteïne of zeaxanthine per dag) de dichtheid van het macula pigment van zowel mensen met als mensen zonder leeftijdsgebonden maculaire degeneratie vergrootte.

Oorspronkelijke titel:
Lutein, Zeaxanthin and Meso-zeaxanthin Supplementation Associated with Macular Pigment Optical Density by Ma L, Liu R, […],Liu XH.

Link:
http://www.mdpi.com/2072-6643/8/7/426/htm

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over luteïne en ouderdom.

Bij de oogziekte leeftijdsgebonden maculaire degeneratie speelt met name het macula pigment een belangrijke rol. Het geeft bescherming aan het netvlies tegen UV straling en het neutraliseert vrije radicalen. In de macula komen 2 carotenoïden voor: luteïne en zeaxanthine. De macula komt aan zijn naam vanwege zijn gele kleur (macula lutea = gele vlek), die veroorzaakt blijkt te worden door de 2 carotenoïden luteïne en zeaxanthine. Luteïne komt vooral voor aan de randen van de macula, zeaxanthine in het centrum, waar de foto-oxidatieve stress het hoogst is.

Om te kijken of het macula pigment goed functioneert, kan een onderzoek gedaan worden met de M-POD (macula pigment optische densiteit meter). Dit apparaat meet de dichtheid van het macula pigment.

In welke producten veel luteïne of zeaxanthine zitten, kunt u hier opzoeken.

Vegetarisch dieet verlaagt ontstekingen in het lichaam

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt een vegetarisch dieet de kans op het krijgen van ontstekingen in het lichaam?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 29 studies met in totaal 2689 deelnemers.

Resultaten en conclusies:  
De onderzoekers vonden dat het volgen van een vegetarisch dieet het CRP-gehalte significant met 0.55 mg/L [95% BI = -0.78 tot -0.32, I2  = 94.4%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het volgen van een vegetarisch dieet het IL6-gehalte niet significant met 0.25 ng/L [95% BI = -0.56 tot 0.06, I2  = 74%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het volgen van een vegetarisch dieet het sICAM-gehalte niet significant met 25.07 ng/mL [95% BI = -52.32 tot 2.17, I2  = 93.2%] verlaagde.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het volgen van een vegetarisch dieet en het  TNF-ɑ, resistine-, adiponectine- en leptine-gehalte.

De onderzoekers concludeerden dat het volgen van een vegetarisch dieet het CRP-gehalte verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effect of plant-based diets on obesity-related inflammatory profiles: a systematic review and meta-analysis of intervention trials by Eichelmann F, Schwingshackl L, […], Aleksandrova K.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27405372

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier meer over het volgen van een vegetarisch dieet.

Overgewicht zorgt voor een chronische ontsteking in het lichaam. Chronische ontsteking in het lichaam kan gemeten worden aan de hand van de ontstekingsbiomarkers, zoals het CRP-, IL6- en sICAM-gehalte.

Een vegetarisch dieet is een dieet zonder dierlijke producten met maximaal 35 En% vet, maximaal 7 En% verzadigd vet en minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal. Welke plantaardige producten uit de supermarkt maximaal 35 En% vet, maximaal 7 En% verzadigd vet en minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal bevatten, kunt u hier opzoeken.

Deze maaltijden zijn vegetarisch.

 

Lichamelijke activiteiten + gewichtsverlies leiden tot minder ontstekingen in het lichaam

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het uitvoeren van lichamelijke activiteiten of gewichtsverlies tot een daling in het CRP-gehalte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 83 studies (RCT’s en niet-gerandomiseerde, gecontroleerde studies) met in totaal 3769 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat lichamelijke activiteiten het CRP-gehalte significant deed dalen [ES = 0.26, 95% BI = 0.18 tot 0.34, p 0.001].

De onderzoekers vonden dat lichamelijke activiteiten in combinatie met een daling van het BMI het CRP-gehalte sterker deed dalen dan lichamelijke activeiten alleen [ES = 0.38, 95% BI = 0.26 tot 0.50]. 

De onderzoekers vonden dat een daling van het BMI het CRP-gehalte significant met 11.1% deed dalen [β = 1.20, SE = 0.25, p 0.0001].

De onderzoekers vonden dat een daling van het vetgehalte het CRP-gehalte significant met 6.6% deed dalen [β = 0.76, SE = 0.21, p = 0.0002].

De onderzoekers concludeerden dat zowel lichamelijke activiteiten als een daling van het BMI en het vetgehalte het CRP-gehalte deed dalen. Echter, een sterkere daling werd bereikt met lichamelijke activiteiten in combinatie met een daling van het BMI.

Oorspronkelijke titel:
Effect of exercise training on C-reactive protein: a systematic review and meta-analysis of randomised and non-randomised controlled trials by Fedewa MV, Hathaway ED and Ward-Ritacco CL.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27445361

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over lichamelijke activiteiten.

CRP en IL-6 zijn 2 ontstekingsbiomerkers in het lichaam. Door het meten van ontstekingsbiomerkers kunnen ontstekingen in het lichaam opgespoord worden.

Bij gezonde mensen zonder ontstekingen is de CRP-bloedconcentratie meestal lager dan 10 mg/l. Het merendeel van de ontstekingen leidt tot een CRP-bloedconcentratie boven 100 mg/l.

Suikerziekte type 2, hart- en vaatziekten en kanker zijn ontstekingsziekten. Antioxidanten zoals, vitamine C, E, selenium en zink via voeding kunnen de kans op het krijgen van ontstekingen verlagen.

 

Een hoog ijzergehalte in het bloed verhoogt de ziekte van Parkinson

Onderzoeksvraag:
Hebben mensen met de ziekte van Parkinson een verhoogd serum ijzergehalte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 studies (cohort en patiënt-controle studies) met 829 mensen met de ziekte van Parkinson en 1219 mensen zonder de ziekte van Parkinson.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het serum ijzergehalte van patiënten met de ziekte van Parkinson significant hoger was dan van patiënten zonder de ziekte van Parkinson [SMD = 0.27, 95% BI = 0.18-0.37, p 0.001].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses (om meer informatie te verkrijgen) dat het serum ijzergehalte van patiënten met de ziekte van Parkinson significant hoger was onder Aziaten en Europeanen. Dit signficante verschil werd ook teruggevonden in cohort en patiënt-controle studies.

De onderzoekers concludeerden dat patiënten met de ziekte van Parkinson een verhoogd serum ijzergehalte hadden.

Oorspronkelijke titel:
Meta-analysis of the association between serum iron levels and Parkinson's disease: Evidence from 11 publications by Jiao J, Guo H, […], Hu W.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27372885

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over ijzer.