Voeding en gezondheid

Weinig lichamelijke activiteiten verhoogt mogelijk astma bij kinderen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het hebben van een laag lichamelijk activiteitenniveau de kans op het krijgen van astma bij kinderen en adolescenten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 3 cohort studies (met 549 kinderen die astma kregen onder in totaal 6037 deelnemers) en 8 cross-sectionele studies.

Er was heterogeniteit onder de studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in cohort studies dat het hebben van een laag lichamelijk activiteitenniveau, de kans op het krijgen van astma bij kinderen en adolescenten in het fixed model significant met 35% [OR = 1.35, 95% BI = 1.13-1.62, I2 = 60.6%] verhoogde. Echter, het verhoogde risico in het random model was niet significant [OR = 1.32, 95% BI = 0.95-1.84].

De onderzoekers concludeerden dat het hebben van een laag lichamelijk activiteitenniveau, de kans op het krijgen van astma bij kinderen en adolescenten mogelijk verhoogde. Mogelijk omdat er sprake was van heterogeniteit tussen de studies.

Oorspronkelijke titel:
Childhood asthma and physical activity: a systematic review with meta-analysis and Graphic Appraisal Tool for Epidemiology assessment by Lochte L, Nielsen KG, […], Platts-Mills TA.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4836150/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over de positieve kanten van het hebben van een hoog lichamelijk activiteitenniveau.

Obesitas (BMI>30) verhoogt seronegatieve reuma onder vrouwen

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het hebben van overgewicht of obesitas de kans op het krijgen van reuma?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 5 cohort studies, 7 patiënt-controle studies en 1 geneste patiënt-controle studie met in totaal 13562 reumapatiënten onder 400609 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het hebben van overgewicht de kans op het krijgen van reuma niet significant met 5% [RR = 1.05, 95% BI = 0.97-1.13] verhoogde. Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het hebben van obesitas de kans op het krijgen van reuma significant met 21% [RR = 1.21, 95% BI = 1.02-1.44, I2  =  66.3%, p  =  0.001] verhoogde. Significant want RR van 1 zat niet in de 95% BI van 1.02 tot 1.44. RR van 1 betekent geen risico.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging van het BMI met 5 kg/m2 de kans op het krijgen van reuma significant met 13% [RR = 1.13, 95% BI = 1.01-1.26] verhoogde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het hebben van obesitas de kans op het krijgen van reuma onder vrouwen significant met 26% [RR = 1.26, 95% BI = 1.12-1.40] verhoogde. Het risico voor het hebben van overgewicht was 11% [RR = 1.11, 95% BI = 1.00-1.23].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat elke verhoging van het BMI met 5 kg/m2 de kans op het krijgen van reuma onder vrouwen significant met 12% [RR = 1.12, 95% BI = 1.07-1.18) verhoogde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het hebben van obesitas de kans op het krijgen van seronegatieve reuma significant met 47% [RR = 1.47, 95% BI = 1.11-1.96] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging van het BMI met 5 kg/m2 de kans op het krijgen van seronegatieve reuma significant met 21% [RR = 1.21, 95% BI = 1.06-1.39] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat het hebben van obesitas (BMI>30) en niet overgewicht de kans op het krijgen van seronegatieve reuma onder vrouwen verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Body Mass Index and Risk of Rheumatoid Arthritis: A Meta-Analysis of Observational Studies by Feng J, Chen Q, […], He J.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4779014/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het hebben van obesitas en reuma.

Reuma of reumatoïde artritis (RA) is een onstekingsproces. Gedurende dit proces wordt de structuur van de eiwitten veranderd doordat citrulline aan het eiwit wordt gekoppeld. Het immuunsysteem van het lichaam maakt antistoffen tegen lichaamseigen eiwitten die veel citrulline bevatten. Deze antistoffen worden anti-CCP antistoffen genoemd. Gewoonlijk maakt het afweersysteem antistoffen (of antilichamen) aan om de ongewenste ziekteverwekkers onschadelijk te maken. In dit geval leiden deze antistoffen echter tot het ziektebeeld reuma.

Anti-citrullinated proteïne antilichamen (anti-CCP's) zijn antilichamen die aangemaakt worden tegen proteïnen in het lichaam die dan een proces ondergaan (citrullination = een moleculaire verandering in structuur). Ze zijn aanwezig bij ongeveer 60 tot 80 procent van de mensen met de diagnose reuma. Als u symptomen hebt die lijken op reuma en u test positief op het antilichaam, dan is de diagnose van reuma bijna een zekerheid.

Er zijn 2 soorten reuma: de anti-CCP positieve (ook wel seropositieve genoemd) en anti-CCP negatieve reuma (ook wel seronegatieve reuma genoemd).

In 2000 is een test ontwikkeld die antistoffen ontdekt die alleen bij mensen met reumatoïde artritis lijken voor te komen, de anti-CCP test. De anti-CCP test wordt gebruikt als hulpmiddel om de diagnose reumatoïde artritis vast te stellen. De anti-CCP test is met name nuttig om de ziekte in een vroeg stadium vast te stellen. Mensen die niet lijden aan reumatoïde artritis hebben geen antistoffen tegen CCP in het bloed.

 

Lichamelijke acitviteiten verlagen ontstekingen in het lichaam

Onderzoeksvraag:
Verlagen lichamelijke activiteiten het CRP-gehalte (een biomerker voor ontstekingen in het lichaam)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 43 studies met in total 3575 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat lichamelijke activiteiten het CRP-gehalte significant met 0.53 mg/L [WMD = -0.53 mg/L, 95% BI = -0.74 tot -0.33] verlaagden.

De onderzoekers vonden geen significant verschil [p = 0.20] tussen het CRP-gehalte van gezonde mensen en mensen met hart- en vaatziekten.

De onderzoekers concludeerden dat lichamelijke activiteiten het CRP-gehalte van zowel gezonde mensen als mensen met hart- en vaatziekten verlaagden.

Oorspronkelijke titel:
Effects of exercise on c-reactive protein in healthy patients and in patients with heart disease: A meta-analysis by Hammonds TL, Gathright EC, […], Hughes JW.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/26916454

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over chronische ziekten en lichamelijke activiteiten.
 

Foliumzuursupplementen verlagen dikke darmkanker onder mensen met een ontstekingsdarmziekte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van foliumzuur de kans op het krijgen van dikke darmkanker onder mensen met een ontstekingsdarmziekte (IBD)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 studies met in totaal 4517 patiënten.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van foliumzuur de kans op het krijgen van dikke darmkanker onder mensen met een ontstekingsdarmziekte (IBD) significant met 42% [gepoolde HR = 0.58, 95% BI = 0.37-0.80, I2 = 29.7%] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van foliumzuur de kans op het krijgen van dikke darmkanker onder mensen met een ontstekingsdarmziekte verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Folic Acid Supplementation May Reduce Colorectal Cancer Risk in Patients With Inflammatory Bowel Disease: A Systematic Review and Meta-Analysis by Burr NE, Hull MA and Subramanian V.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/26905603

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over dikke darmkanker en foliumzuur.

De ziekte van Crohn en colitis ulcerosa worden geclassificeerd als inflammatoire darmziekten oftewel ontstekingsdarmziekte en kunnen worden gekenmerkt door chronische ontsteking van het maagdarmkanaal.

De ziekte van Crohn is een chronische ontsteking die meestal voorkomt in de dunne en/of dikke darm, die vaak tussen het vijftiende en dertigste levensjaar de eerste klachten geeft.

Colitis ulcerosa of kortweg colitis is een chronische ontsteking van de dikke darm.

Granaatappelsap verlaagt niet ontstekingen in het lichaam

Onderzoeksvraag:
Verlaagt granaatappelsap het CRP-gehalte (een biomerker voor ontstekingen in het lichaam)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 5 RCT’s met 216 deelnemers in de granaatappelsapgroep en 211 in de controle groep.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat granaapappelsap het CRP-gehalte niet significant met 0.22 mg/L [WMD = -0.22 mg/L, 95% BI = -0.45 tot 0.01, p = 0.061] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het effect van granaatappelsap op het CRP-gehalte niet afhankelijk was van de duur van de suppletie [slope = 0.003, 95% BI = -0.005 tot 0.011, p = 0.444].

De onderzoekers concludeerden dat het drinken van granaatappelsap het CRP-gehalte niet verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effects of supplementation with pomegranate juice on plasma C-reactive protein concentrations: A systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Sahebkar A, Gurban C,[…], Serban MC.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/26922037

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over chronische ziekten.

C-reactive protein (CRP) is een acute fase eiwit. Het wordt gemaakt in de lever en wordt een paar uur na ontsteking verspreid in de bloedbaan. Verhoogde waarden worden onder andere gevonden na een hartaanval, tijdens infectie en na een chirurgische ingreep. CRP wordt vaak bepaald om te controleren op aanwijzingen voor ontsteking. Chronische ziekten worden veroorzaakt door teveel ontstekingen in het lichaam.

 

Veel groenten verlaagt mogelijk heupfractuur

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van groenten en fruit de kans op het krijgen van een heupfractuur?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 1 patiënt-controle studie en 4 cohort studies met in totaal 330417 deelnemers waarvan 6779 mensen met heupfracturen. De gemiddelde follow-up duur varieerde tussen 4 en 14.2 jaar.

Wegens te weinig studies was het niet mogelijk om publicatie bias op te sporen.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van zowel veel groenten als fruit de kans op het krijgen van een heupfractuur niet significant met 21% [OR = 0.79, 95% BI = 0.61-1.03, p = 0.028, I2 = 84.7%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel fruit de kans op het krijgen van een heupfractuur niet significant met 13% [OR = 0.87, 95% BI = 0.74-1.04, p = 0.119, I2 = 73.0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel groenten de kans op het krijgen van een heupfractuur significant met 25% [OR = 0.75, 95% BI = 0.61-0.92, p = 0.005, I2 = 79.6%] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel groenten maar niet fruit de kans op het krijgen van een heupfractuur mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat het niet mogelijk was om publicatie bias uit te sluiten.

Oorspronkelijke titel:
Increased intake of vegetables, but not fruits, may be associated with reduced risk of hip fracture: A meta-analysis by Luo SY, Yan Li Y, […], Songa JK.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4726403/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het eten van groenten en fruit en ouderdom.
 
Wanneer in een overzichtsartikel publicatie bias niet uitgesloten kan worden, moet de conclusie voorzichtig geïnterpreteerd worden.

Een mengsel van pre- en probiotica verlaagt atopische dermatitis vanaf 1 jaar

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Hebben mensen met atopische dermatitis baat bij pre- en probiotica?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte  6 RCT’s (behandelingsstudies) met 369 kinderen in de leeftijd tussen 0 maand en 14 jaar en 2 RCT’s (preventiestudies) met 1320 kinderen (tot 6 maanden in de ene studie en tot 3 dagen in de andere studie).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 6 behandelingsstudies dat een behandeling met synbiotica (een mengsel van pre- en probiotica) gedurende 8 weken de SCORAD-index met 6.56 punten [95% BI = -11.43 tot -1.68, p = 0.008, I2 = 77.1%] verlaagde.
Echter, dit beschermende effect werd alleen gevonden in een mengsel van gemengde probioticastammen [WMD = -7.32, 95% BI = -13.98 tot -0.66, p = 0 .03] en bij kinderen vanaf 1 jaar [WMD = -7.37, 95% BI = -14.66 tot -0.07, p = 0.048].

De onderzoekers vonden in 2 preventiestudies dat een behandeling met synbiotica (een mengsel van pre- en probiotica) de kans op het krijgen van atopische dermatitis niet significant met 56% [gepoolde RR = 0.44, 95% BI = 0.11 tot 1.83, p = 0.26] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat een behandeling met synbiotica (een mengsel van pre- en probiotica met gemengde stammen) gedurende 8 weken de symtomen van atopische dermatitis vanaf 1 jaar verbeterde.

Oorspronkelijke titel:
Synbiotics for Prevention and Treatment of Atopic Dermatitis: A Meta-analysis of Randomized Clinical Trials by Chang YS1, Trivedi MK, […], García-Romero MT.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/26810481

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over probiotica.

Atopische dermatitis (AD) of atopisch eczeem is een immuun-gemedieerde ontsteking van de huid, waarbij vaak een aanzienlijke genetische component aanwezig is. Jeuk is het belangrijkste symptoom.

Eén van de belangrijkste kenmerken van atopische dermatitis is dat ze verloopt in opstoten. Dat betekent dat de ziekte altijd aanwezig is, ook als de huidletsels tijdelijk verdwijnen. De opstoten worden gekenmerkt door droge of vochtige rode plekken en door hevige jeuk.

Atopische dermatitis kan voorkomen op afgegrensde zones zoals gezicht of knieën, maar kan in sommige gevallen ook een groot deel van het lichaam betreffen.

Bij mensen met atopische dermatitis is het bovenste laagje van de huid mogelijk anders van samenstelling waardoor de bescherming tegen uitdroging en tegen het binnendringen van allerlei stoffen of bacteriën minder goed is. Door deze gestoorde barrièrefunctie houdt de huid onvoldoende vocht vast, waardoor een droge huid ontstaat. De droge huid is kenmerkend voor atopische dermatitis en wordt beschouwd als een belangrijke oorzakelijke factor.

Het beloop van atopisch eczeem kan sterk variëren. Bij veel kinderen verdwijnt het eczeem na het tweede jaar, bij anderen zal de intensiteit afnemen in de schooltijd. Soms is het eczeem jarenlang verdwenen om (tijdelijk) weer op te spelen op jongvolwassen leeftijd. Het eczeem kan ook blijven bestaan tot op volwassen leeftijd en pas afnemen na het 40 tot 50ste jaar.

Atopische dermatitis is ongeneeslijk.

Vitamine D-supplementen verbetert atopische dermatitis

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Hebben mensen met atopische dermatitis baat bij het slikken van vitamine D?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 4 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine D de symptomen van atopische dermatitis significant verbeterde [MD = -5.81, 95% BI = -9.03 tot -2.59, p = 0.0004, I2 = 50%].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van vitamine D de symptomen van atopische dermatitis verbeterde.

Oorspronkelijke titel:
Vitamin D and Atopic Dermatitis: A Systematic Review and Meta-Analysis by Gaeun K and Ji-Hyun B.

Link:
http://www.nutritionjrnl.com/article/S0899-9007%2816%2900077-0/abstract

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine D.

Atopische dermatitis (AD) of atopisch eczeem is een immuun-gemedieerde ontsteking van de huid, waarbij vaak een aanzienlijke genetische component aanwezig is. Jeuk is het belangrijkste symptoom.

Eén van de belangrijkste kenmerken van atopische dermatitis is dat ze verloopt in opstoten. Dat betekent dat de ziekte altijd aanwezig is, ook als de huidletsels tijdelijk verdwijnen. De opstoten worden gekenmerkt door droge of vochtige rode plekken en door hevige jeuk.

Atopische dermatitis kan voorkomen op afgegrensde zones zoals gezicht of knieën, maar kan in sommige gevallen ook een groot deel van het lichaam betreffen.

Bij mensen met atopische dermatitis is het bovenste laagje van de huid mogelijk anders van samenstelling waardoor de bescherming tegen uitdroging en tegen het binnendringen van allerlei stoffen of bacteriën minder goed is. Door deze gestoorde barrièrefunctie houdt de huid onvoldoende vocht vast, waardoor een droge huid ontstaat. De droge huid is kenmerkend voor atopische dermatitis en wordt beschouwd als een belangrijke oorzakelijke factor.

Het beloop van atopisch eczeem kan sterk variëren. Bij veel kinderen verdwijnt het eczeem na het tweede jaar, bij anderen zal de intensiteit afnemen in de schooltijd. Soms is het eczeem jarenlang verdwenen om (tijdelijk) weer op te spelen op jongvolwassen leeftijd. Het eczeem kan ook blijven bestaan tot op volwassen leeftijd en pas afnemen na het 40 tot 50ste jaar.

Atopische dermatitis is ongeneeslijk.

 

2 kopjes koffie per dag verlaagt levercirrose

Onderzoeksvraag:
Verlaagde het drinken van koffie de kans op het krijgen van levercirrose?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 5 cohort studies en 4 patiënt-controle studies met in totaal 1990 mensen met levercirrose onder 432133 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 2 kopjes koffie per dag, de kans op het krijgen van levercirrose significant met 44% [gepoolde RR = 0.56, 95% BI = 0.44-0.68, I2 = 83.3%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat elke verhoging met 2 kopjes koffie per dag, de kans op het krijgen van levercirrose significant met 42% [gepoolde RR = 0.58, 95% BI = 0.41-0.76, I2 = 91.1%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in patiënt-controle studies dat elke verhoging met 2 kopjes koffie per dag, de kans op het krijgen van levercirrose significant met 48% [gepoolde RR = 0.52, 95% BI = 0.40-0.63, I2 = 0.0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 2 kopjes koffie per dag, de kans op het krijgen van alcoholgerelateerde levercirrose significant met 38% [gepoolde RR = 0.62, 95% BI = 0.51-0.73, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 2 kopjes koffie per dag, de kans op doodgaan aan levercirrose significant met 45% [gepoolde RR = 0.55, 95% BI = 0.35-0.74, I2 = 90.3%] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het drinken van minimaal 2 kopjes koffie per dag, de kans op het krijgen van levercirrose verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Systematic review with meta-analysis: coffee consumption and the risk of cirrhosis by Kennedy OJ, Roderick P, […], Parkes J.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/26806124

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het drinken van koffie.
 

IJzersupplementen gedurende 4 tot 6 weken verhoogt het hemoglobinegehalte met 0.35 g/dL

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van ijzersupplementen het ijzertekort onder ouderen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 3 RCT’s met in totaal 440 deelnemers. De leeftijd varieerde tussen 70 en 83 jaar.  

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van ijzersupplementen gedurende 4 tot 6 weken het hemoglobinegehalte van ouderen met bloedarmoede signifiant met 0.35 g/dL [95% BI = 0.12-0.59, p = 0.003] verhoogde.

De onderzoekers vonden geen significant verschil voor de bijwerkingen, voor de duur van een ziekenhuisopname en de mortaliteit.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van ijzersupplementen gedurende 4 tot 6 weken het hemoglobinegehalte van ouderen met bloedarmoede met 0.35 g/dL verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Systematic review and meta-analysis: what is the evidence for oral iron supplementation in treating anaemia in elderly people? by Tay HS and Soiza RL.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/25644019

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over ijzer en ouderdom.
 

Een lage serum vitamine D-bloedwaarde verhoogt reuma

Onderzoeksvraag:
Het bewijs uit epidemiologische studies over de relatie tussen serum vitamine D-concentraties en reumatoïde artritis (RA) is inconsistent en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt een hoge serum vitamine D-bloedwaarde de kans op het krijgen van reumatoïde artritis?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 15 observationele studies met 2148 reumatoïde artritis-patiënten en 1991 gezonde controles.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het serum vitamine D-bloedwaarde van reumatoïde artritis-patiënten significant met 16.52 nmol/L [95% BI = -18.85 tot -14.19 nmol/L, I2 = 46%, p = 0.04] lager lag ten opzichte van gezonde mensen.

De onderzoekers vonden een negatieve relatie tussen het serum vitamine D-bloedwaarde (25OHD) en de ziekte activiteitsindex [25OHD versus de activiteitsindex DAS28 van reumotoïde artritis: r = -0.13, 95% BI = -0.16 tot -0.09 en 25OHD versus het C-reactieve proteïne: r = -0.12, 95% BI = -0.23 tot -0.00].

De onderzoekers concludeerden dat een lage serum vitamine D-bloedwaarde de kans op het krijgen van reumatoïde artritis verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Serum Vitamin D Level and Rheumatoid Arthritis Disease Activity: Review and Meta-Analysis by Lin J, Liu J, […], Chen W.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4709104/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine D.
Lees hier meer over overzichtsartikel, 95% BI en significant.
 

Veel kruisbloemige groenten verlaagt suikerziekte type 2

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van kruisbloemige groenten of citrusvruchten de kans op het krijgen van suikerziekte type 2?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 7 prospectieve cohort studies met in totaal 306723 deelnemers waarvan 16544 mensen met suikerziekte type 2. De studieduur varieerde tussen 4.6 en 24 jaar.  

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 4 cohort studies dat het eten van veel kruisbloemige groenten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 16% [SRR = 0.84, 95% BI = 0.73 tot 0.96, I2 = 54.4%] verlaagde.
Dit verlaagde risico was onafhankelijk van roken, alcoholgebruik, BMI en lichamelijke activiteiten (de risicofactoren van hart- en vaatziekten).

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van citrusvruchten en de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 [SRR = 1.02, 95% BI = 0.96 tot 1.08, I2 = 0%].

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel kruisbloemige groenten de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Consumption of citrus and cruciferous vegetables with incident type 2 diabetes mellitus based on a meta-analysis of prospective study by Jia X, Zhong L, [...], Sun S.

Link:
http://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S1751991815001825

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over suikerziekte type 2.
Kruisbloemige groenten zijn verschillende soorten kolen, broccoli en spruitjes.

1 portie vis per week of 100 mg DHA per dag verbetert het geheugen van ouderen

Onderzoeksvraag:
Verbetert het eten van vis of PUFA het geheugen van ouderen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 21 cohort studies met 181580 deelnemers, waarvan 4438 mensen met geheugenproblemen. De studieduur varieerde tussen 2.1 en 21 jaar.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 1 portie vis per week de kans op het krijgen van dementie significant met 5% [RR = 0.95, 95% BI = 0.90-0.99, p = 0.042, I2 = 63.4%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 1 portie vis per week de kans op het krijgen van de ziekte van Alzheimer significant met 7% [RR = 0.93, 95% BI = 0.90-0.95, p = 0.003, I2 = 74.8%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 8 gram PUFA’s per week de kans op het krijgen van de ziekte van Parkinson significant met 10% [RR = 0.90, 95% BI = 0.80-0.99, p = 0.221, I2 = 33.7%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 8 gram PUFA’s per week de kans op het krijgen van milde cognitieve stoornissen significant met 29% [RR = 0.71, 95% BI = 0.59, 0.82, p = 0.733, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 100 mg DHA per dag de kans op het krijgen van dementie significant met 14% [RR = 0.86, 95% BI = 0.76-0.96, p 0.001, I2 = 92.7%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 100 mg DHA per dag de kans op het krijgen van de ziekte van Alzheimer significant met 37% [RR = 0.63, 95% BI = 0.51-0.76, p 0.001, I2 = 94.5%] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van 1 portie vis per week, 8 gram PUFA’s per week of 100 mg DHA per dag, het geheugen van ouderen verbeterde.

Oorspronkelijke titel:
Intakes of fish and PUFAs and mild-to-severe cognitive impairment risks: a dose-response meta-analysis of 21 cohort studies by Zhang Y, Chen J, […], Jiao J.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/26718417

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over visconsumptie en het verbeteren van het geheugen.
Deze vissen leveren minimaal 100 mg DHA.
1 portie vis is 100-150 gram.
Deze maaltijden leveren 100 mg DHA.
 

1200 mg NAC per dag verkomt een longaanval bij CODP-patiënten

Onderzoeksvraag:
Hebben COPD-patiënten baat bij het slikken van NAC?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 13 studies (waarvan 10 RCT’s) met 1933 COPD-patiënten in de NAC-groep en 2222 COPD-patiënten in de controle-groep.

De duur van de studies varieerde tussen 4 en 36 maanden.
Er werden geen siginificante bijwerkingen in de NAC-groep gevonden.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat patiënten behandeld met zowel een hoge (>600 mg per dag) als lage dosis NAC (600 mg per dag) lieten significant en consistent minder exacerbaties van chronische bronchitis of COPD zien [RR = 0.75, 95% BI = 0.66-0.84, p 0.01].
Echter, dit beschermende effect was duidelijker bij patiënten zonder luchtwegobstructie.

De onderzoekers vonden dat 600 mg NAC per dag of hoger was ook effectief bij COPD-patiënten, die gediagnosticeerd waren met de spirometrische criteria [RR = 0.75, 95% BI = 0.68-0.82, p = 0.04].

De onderzoekers concludeerden dat NAC toegediend moest worden in een dosis van ≥1200 mg per dag om exacerbaties te voorkomen, terwijl voor patiënten die lijden aan chronische bronchitis, maar zonder luchtwegobstructie, een onderhoudsbehandeling van 600 mg per dag voldoende was.

Oorspronkelijke titel:
Influence of N-acetylcysteine on chronic bronchitis or COPD exacerbations: a meta-analysis by Cazzola M, Calzetta L, […], Matera MG.

Link:
http://err.ersjournals.com/content/24/137/451.long

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over chronische ziekten. N-Acetyl Cysteïne oftewel NAC is een afgeleide van het zwavelhoudende aminozuur cysteïne. Cysteïne is een bouwsteen van glutathion. N-acetyl cysteïne kan een cel effectiever binnendringen dan cysteïne. Glutathion is één van de krachtigste lichaamseigen antioxidanten.

COPD komt vrijwel uitsluitend voor bij (ex-)rokers van 40 jaar en ouder.

Een longaanval wordt door artsen exacerbatie genoemd. Een longaanval is vaak te herkennen aan:

  • Duidelijk meer hoesten dan normaal.
  • Duidelijk meer en taaier slijm dan normaal.
  • Duidelijk meer benauwdheid dan normaal.

Voor de diagnostiek van COPD en monitoring van de behandeling wordt spirometrie aanbevolen. De spirometrische criteria, zoals FEV1, FVC en FEV1/FVC-ratio, worden geïnterpreteerd met behulp van referentiewaarden.

De verschillen tussen astma en COPD zijn:

 

Astma

COPD

Belangrijkste risicofactor

Atopie

Roken

Luchtwegobstructie

Wisselend, in de regel reversibel

Per definitie deels irreversibel

Pathofysiologie

Chronische ontsteking in alle luchtwegen, meestal gevoelig voor corticosteroïden

Chronische ontsteking met name in de kleine luchtwegen, relatief ongevoelig voor corticosteroïden

Leeftijd

Alle leeftijden

Meestal > 40 jaar

Beloop

Overwegend gunstig met variabele symptomen

Overwegend chronisch met geleidelijk progressieve symptomen

Allergologisch onderzoek

Geïndiceerd

Niet geïndiceerd

Longfunctie

Overwegend normaal (of met reversibele obstructie)

Blijvend verminderd (irreversibele obstructie)

Levensverwachting

(Vrijwel) normaal bij optimale behandeling

Verminderd, ook bij optimale behandeling

Inhalatiecorticosteroïden (ICS)

Meestal geïndiceerd, behalve bij weinig frequente klachten

Niet geïndiceerd, behalve bij frequente exacerbaties

 

Soja-isoflavonen verbeteren het geheugen van postmenopauzale vrouwen

Onderzoeksvraag:
Verschillende studies tonen aan dat het slikken van soja-isoflavonen de aspecten van de cognitieve functies kan verbeteren. Echter, deze bevindingen zijn controversieel en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verbetert het slikken van soja-isoflavonen het geheugen van postmenopauzale vrouwen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 RCT’s met in totaal 1024 deelnemers. De behandelingsduur varieerde tussen 6 weken tot 30 maanden.  

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van soja-isoflavonen de testscoren van het cognitief functioneren significant met 0.08 punt [95% BI = 0.02-0.15, p = 0.014] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van soja-isoflavonen de testscoren van het visuele geheugen significant met 0.10 punt [95% BI = 0.02-0.18, p = 0.016] verhoogde.
Deze significante verhoging werd in niet Amerikaanse landen [SMD = 0.12, 95% BI = 0-0.25, p = 0.044], in de leeftijdsgroep jonger dan 60 jaar [SMD = 0.16, 95% BI = 0.05-0.28, p = 0.004] en bij een behandelingsduur van maximaal 12 maanden [SMD = 0.15, 95% BI = 0.03-0.27, p = 0.011] gevonden.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van soja-isoflavonen gedurende maximaal 12 maanden het geheugen van postmenopauzale vrouwen tot 60 jaar verbeterde.

Oorspronkelijke titel:
Do soy isoflavones improve cognitive function in postmenopausal women? A meta-analysis by Cheng PF, Chen JJ [...], Xie P.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/25003621

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over iso-flavonen.

Deze maaltijden zijn soja-isoflavonenrijk.

 

Veel vezels via voeding verlaagt colitis ulcerosa en de ziekte van Crohn

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van vezels de kans op het krijgen van inflammatoire darmziekten, zoals colitis ulcerosa en de ziekte van Crohn?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 2 cohort studies, 1 geneste patiënt-controle studie en 5 patiënt-controle studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel vezels vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van colitis ulcerosa significant met 20% [95% BI = 0.64-1.00] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel vezels vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van de ziekte van Crohn significant met 56% [95% BI = 0.29-0.69] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 10 gram vezels per dag de kans op het krijgen van de ziekte van Crohn significant met 13% [p 0.05] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel vezels de kans op het krijgen van inflammatoire darmziekten, zoals colitis ulcerosa en de ziekte van Crohn verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary fiber intake reduces risk of inflammatory bowel disease: result from a meta-analysis by Liu X, Wu Y, [...], Zhang D.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/26126709

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het eten van vezels.

Een vezelrijke maaltijd bevat minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal. Deze maaltijd is vezelrijk.
Welke producten uit de supermarkt 1.5 gram vezels per 100 kcal leveren, kunt u hier opzoeken.
 

Dagelijks 400 ml koffie verlaagt depressie

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het drinken van koffie de kans op het krijgen van depressie?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 12 observationele studies met in totaal 346913 deelnemers, waarvan 8146 mensen met depressie.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het drinken van veel koffie vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van depressie significant met 24% [gepoolde RR = 0.76, 95% BI = 0.64-0.91] verlaagde. Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden een non-lineair J-vormige relatie tussen het drinken van koffie en het risico op het krijgen van depressie met de grootste bescherming voor 400 ml koffie per dag.

De onderzoekers concludeerden dat het drinken van veel koffie, bij voorkeur 400 ml per dag, de kans op het krijgen van depressie verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Coffee, tea, caffeine and risk of depression: a systematic review and dose-response meta-analysis of observational studies by Grosso G, Micek A, […], Galvano F.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/26518745

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het drinken van koffie.

Vette vissen verhogen het vitamine D-bloedgehalte met 6.8 nmol/L

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het eten van vis het vitamine D-bloedwaarde?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 14 studies met in totaal 640 deelnemers. 

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 9 studies dat het eten van vis het vitamine D-bloedgehalte significant met 4.4 nmol/L [95% BI = 1.7-7.1 nmol/L, p 0.0001, I2 = 25%] verhoogde.

De onderzoekers vonden in 7 studies dat het eten van vette vis het vitamine D-bloedgehalte significant met 6.8 nmol/L [95% BI = 3.7-9.9 nmol/L, p 0.0001, I2 = 0%] verhoogde.

De onderzoekers vonden in 7 studies dat het eten van niet vette vis het vitamine D-bloedgehalte significant met 1.9 nmol/L [95% BI = -2.3-6.0 nmol/L, p 0.38, I2 = 37%] verhoogde.

De onderzoekers vonden in 10 studies dat het eten van vis gedurende 4 tot 8 weken het vitamine D-bloedgehalte significant met 3.8 nmol/L [95% BI = 0.6-6.9 nmol/L, p 0.02, I2 = 38%] verhoogde.

De onderzoekers vonden in 4 studies dat het eten van vis gedurende 10 maanden het vitamine D-bloedgehalte significant met 8.3 nmol/L [95% BI = 2.1-14.5 nmol/L, p 0.009, I2 = 0%] verhoogde.

Op grond van de gevonden resultaten concludeerden de onderzoekers dat het eten van vis, met name vette vis gedurende 10 maanden, het vitamine D-bloedgehalte verhoogde. Echter, het optimale vitamine D-bloedgehalte kan niet worden bereikt door het eten van vis alleen.

Oorspronkelijke titel:
Efficacy of fish intake on vitamin D status: a meta-analysis of randomized controlled trials by Lehmann U, Gjessing HR, [...], Dierkes J.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/26354531

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine D.

Vette vissen bevatten meer vitamine D dan niet vette vissen.

De snelste en goedkoopste manier om een optimale vitamine D-bloedgehalte te bereiken is via het slikken van vitamine D-supplementen.

Dagelijks 400-1800 mg EPA en DHA vertraagt het cognitieve achteruitgang bij ouderen

Onderzoeksvraag:
Er is bewijs dat een relatie bestaat tussen de inname van omega-3 vetzuren en de leeftijdsgerelateerde cognitieve achteruitgang. Echter, gerandomiseerde gecontroleerde studies (RCTs) laten inconsistente conclusies zien en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Vertraagt het slikken van EPA en DHA de kans op het krijgen van leeftijdsgerelateerde cognitieve achteruitgang?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 6 RCT’s waarbij de duur varieerde van 3 tot 40 maanden. De dosering van EPA en DHA varieerde van 400 tot 1800 mg.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van EPA en DHA het cognitieve achteruitgang bij ouderen significant vertraagde [WMD = 0.15, 95% BI = 0.05-0.25, p = 0.003].  

De onderzoekers concludeerden dat het dagelijks slikken van 400-1800 mg EPA en DHA het cognitieve achteruitgang bij ouderen vertraagde.

Oorspronkelijke titel:
Omega-3 fatty acids and risk of cognitive decline in the elderly: a meta-analysis of randomized controlled trials by Zhang XW, Hou WS, [...], Tang ZY.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/26025463

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over EPA en DHA. EPA en DHA worden ook wel visvetzuren genoemd omdat ze in vissen voorkomen. Vette vissen bevatten meer EPA en DHA dan niet vette vissen.

Deze maaltijden leveren minimaal 400 mg EPA en DHA.

Een laag magnesiumgehalte verhoogt mogelijk depressie

Onderzoeksvraag:
Verhoogt een laag magnesiumgehalte in het bloed de kans op het krijgen van depressie­?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 3 cohort studies, 2 cross-sectionele studies en 1 patiënt-controle studie met in totaal 19137 patiënten.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat patiënten met een laag magnesiumgehalte in het bloed een 34% verhoogde kans [RR = 1.34, 95% BI = 1.01-1.79, I2 = 33%]  hadden op het krijgen van depressie. Echter, dit verhoogde risico was niet meer significant wanneer het beperkt werd tot patiënt-controle en cohort studies [RR = 1.38, 95% BI = 0.92-2.07, I2 = 24%].
Niet significant (wil zeggen geen verband bij 95% betrouwbaarheid) want RR van 1 zat in de 95% BI van 0.92 tot 2.07. RR van 1 betekent geen risico.  

Op grond van de gevonden resultaten concludeerden de onderzoekers dat een laag magnesiumgehalte in het bloed de kans op het krijgen van een depressie mogelijk verhoogde. Mogelijk omdat het verhoogde risico niet significant was wanneer het beperkt werd tot patiënt-controle en cohort studies.

Oorspronkelijke titel:
Hypomagnesaemia linked to depression: a systematic review and meta-analysis by Cheungpasitporn W, Thongprayoon C, […], Erickson SB.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/25827510

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over magnesium.
Deze maaltijden bevatten minimaal 200 mg magnesium.

 

0.9 g DHA en 1.4 g EPA gedurende 8 weken verlagen depressie onder vrouwen

Onderzoeksvraag:
Verlagen de visvetzuren EPA en DHA de kans op het krijgen van depressie onder vrouwen­?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 RCT’s met 182 patënten in de placebo-groep en 185 patiënten die DHA en EPA kregen. De gemiddelde studieduur was 8 weken. De gemiddelde dosering was 1.4 g EPA en 0.9 g DHA.

Er was geen heterogeniteit tussen de studies en geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat de inname van DHA en EPA als monotherapie de kans op het krijgen van een depressie onder vrouwen significant met 35% [95% BI = 0.41-0.90, I2 = 13%] verlaagde

De onderzoekers concludeerden dat de inname van 0.9 g DHA en 1.4 g EPA gedurende 8 weken als monotherapie de kans op het krijgen van een depressie onder vrouwen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Combined application of eicosapentaenoic acid and docosahexaenoic acid on depression in women: a meta-analysis of double-blind randomized controlled trials by Yang JR, Han D, […], Qiu XH.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4536843/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over de positieve kant van EPA en DHA. Deze vissen bevatten 1.4 g EPA en 0.9 g DHA.

 

Onverzadigde vetzuren, antioxidanten en vitamine B verlagen dementie

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Wat zijn de risicofactoren van dementie? 

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 43 interventiestudies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge consumptie van onverzadigde vetzuren de kans op het krijgen van dementie significant met 16% [RR = 0.84, 95% BI = 0.74-0.95, p = 0.006] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge consumptie van antioxidanten de kans op het krijgen van dementie significant met 13% [RR = 0.87, 95% BI = 0.77-0.98, p = 0.026] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge consumptie van B-vitamines de kans op het krijgen van dementie significant met 28% [RR = 0.72, 95% BI = 0.54-0.96, p = 0.026] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het volgen van een Mediterraans dieet de kans op het krijgen van dementie significant met 31% [RR = 0.69, 95% BI = 0.57-0.84, p  0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge inname van aluminium de kans op het krijgen van dementie significant met 124% [RR = 2.24, 95% BI = 1.49-3.37, p  0.001] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het roken de kans op het krijgen van dementie significant met 43% [RR = 1.43, 95% BI = 1.15-1.77, p = 0.001] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat een lager vitamine D-bloedwaarde de kans op het krijgen van dementie significant met 52% [RR = 1.52, 95% BI = 1.17-1.98, p = 0.002] verhoogde.

De onderzoekers vonden geen verband tussen visinname [RR = 0.79, 95% BI = 0.59-1.06, p = 0.113], groente en fruitinname [RR = 0.46, 95% BI = 0.16-1.32, p = 0.149] en alcoholsumptie [RR = 0.74, 95% BI = 0.55-1.01, p = 0.056] en de kans op het krijgen van dementie.

De onderzoekers concludeerden dat een hoge consumptie van onverzadigde vetzuren, antioxidanten en vitamine B de kans op het krijgen van dementie verlaagden. Echter, een hoge inname van aluminium, roken en een lager vitamine D-bloedwaarde verhoogden de kans op het krijgen van dementie.

Oorspronkelijke titel:
Dietary Patterns and Risk of Dementia: a Systematic Review and Meta-Analysis of Cohort Studies by Cao L, Tan L, […], Yu JT.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/26553347

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over onverzadigde vetzuren, vitamines, antioxidanten en dementie.

Een voeding met veel onverzadigd vet, antioxidanten en B-vitamines komt in de praktijk overeen met een voeding met maximaal 30 En% vet, maximaal 7% verzadigd vet en minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal. De makkelijkste manier om een voeding met maximaal 30 En% vet, maximaal 7% verzadigd vet en minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal te volgen, is door te kiezen voor producten met maximaal 30 En% vet, maximaal 7% verzadigd vet en minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal. Welke producten uit de supermarkt maximaal 30 En% vet, maximaal 7% verzadigd vet en minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal leveren, kunt u hier opzoeken.

Maagzuurremmers leiden op lange termijn mogelijk tot een vitamine B12-tekort

Onderzoeksvraag:
Leidt het slikken van maagzuurremmmers tot een tekort aan vitamine B12?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 4 patiënt-controle studies met 4254 mensen met een vitamine B12-tekort en 19228 controles (mensen zonder een vitamine B12-tekort) en 1 cohort studie.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van maagzuurremmers op lange termijn het riscio op het krijgen van een vitamine B12-tekort significant met 83% [HR = 1.83, 95% BI = 1.36-2.46, p = 0.00] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat het chronisch slikken van maagzuurremmers mogelijk tot een tekort aan vitamine B12 leidde. Mogelijk omdat het overzichtsartikel slechts 1 cohort studies bevatte.

Oorspronkelijke titel:
Association between vitamin B12 deficiency and long-term use of acid-lowering agents: a systematic review and meta-analysis by Jung SB, Nagaraja V, [...], Eslick GD.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/25583062

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine B12.

 

Vis verlaagt depressie

Onderzoeksvraag:
Het verband tussen visconsumptie en het risico op het krijgen van depressie is controversieel. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het eten van vis de kans op het krijgen van depressie­?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 26 studies met in totaal 150278 deelnemers.

Er was geen sprake van publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel vis vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van depressie significant met 17% [95% BI = 0.74 tot 0.93] verlaagde.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat het eten van veel vis vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van depressie significant met 16% [RR = 0.84, 95% BI = 0.75 tot 0.94, n=10] verlaagde.

De onderzoekers vonden in cross-sectionele studies dat het eten van veel vis vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van depressie significant met 18% [RR = 0.82, 95% BI = 0.68 tot 1.00, n=16] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel vis vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van depressie zowel onder mannen als vrouwen significant verlaagde.

Op grond van de gevonden resultaten concludeerden de onderzoekers dat het eten veel vis de kans op het krijgen van depressie verlaagde.  

Oorspronkelijke titel:
Fish consumption and risk of depression: a meta-analysis by Li F, Liu X and Zhang D.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/26359502

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over visconsumptie.

HMB-supplementen leiden tot spierbehoud bij ouderen

Onderzoeksvraag:
Vergroot het slikken van HMB de spiermassa bij ouderen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 7 RCT’s met 147 ouderen in de HMB-groep en 140 ouderen in de controle groep. De ouderen waren 65 jaar of ouder.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van HMB tot meer spiergroei leidde [standaard gemiddelde = 0.352 kg, 95% BI = 0.11 tot 0.594].
Maar er was geen significant verschil in de vetmassa tussen de HMB-groep en de controle groep [standaard gemiddelde = -0.08 kg, 95% BI = -0.32 tot 0.259].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van HMB tot spierbehoud bij ouderen leidde.                                         

Oorspronkelijke titel:
Effect of beta-hydroxy-beta-methylbutyrate supplementation on muscle loss in older adults: A systematic review and meta-analysis by Wu H, Xia Y, […], Niu K.


Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/26169182

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over ouderen en aminozuren.

De goedkoopste manier om spierverlies bij ouderen te voorkomen is sporten, dan met name krachtsport.

Het essentiële aminozuur leucine wordt in de spieren door de enzymen BCAA-transferase en alpha-ketoisocaproaatdioxygenase voor 5% omgezet in HMB. HMB is in hele kleine hoeveelheden te vinden in citrusvruchten, avocado, bloemkool, alfalfa en meerval. De dosering van HMB is 38 mg per kg lichaamsgewicht.