Voeding en gezondheid

Vet verhoogt non-Hodgkin lymfeklierkanker

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het eten van vet de kans op het krijgen van non-Hodgkin-lymfeklierkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 2 cohort studies en 8 patiënt-controle studies.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van vet het risico op non-Hodgkin-lymfeklierkanker significant met 26% [RR = 1.26, 95% BI = 1.12-1.42] verhoogde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van vet het risico op diffuus grootcellig B cel lymfoom (een soort non-Hodgkin-lymfeklierkanker) significant met 41% [RR = 1.41, 95% BI = 1.08-1.84] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van vet het risico op non-Hodgkin-lymfeklierkanker, met name diffuus grootcellig B cel lymfoom verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary Fat Consumption and Non-Hodgkin's Lymphoma Risk: A Meta-analysis by Han TJ, Li JS, [...], Xu HZ.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28094569

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vetconsumptie en kanker.
Lees hier meer over patiënt-controle studies, cohort studies en overzichtsartikel.

Een dieet met veel vet is een dieet met meer dan 35 En% vet en meer dan 10 En% verzadigd vet.

Een dieet met weinig vet is een dieet met maximaal 30 En% vet en maximaal 7 En% verzadigd vet.
Een vetarm dieet bestaat grotendeels uit producten met maximaal 30 En% vet en maximaal 7 En% verzadigd vet. Welke producten uit de supermarkt maximaal 30 En% vet en maximaal 7 En% verzadigd vet bevatten, kunt u hier opzoeken.

Deze maaltijden passen in een vetarm dieet.
 

Astma verhoogt longkanker

Onderzoeksvraag:
Verhoogt astma de kans op het krijgen van longkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 18 cohort studies met in totaal 16375202 deelnemers.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat astma de kans op het krijgen van longkanker significant met 44% [OR = 1.44, 95% BI = 1.31-1.59, p < 0.00001, I2 = 83%] verhoogde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat astma de kans op het krijgen van longkanker onder niet rokers significant met 28% [OR = 1.28, 95% BI = 1.10-1.50, p = 0.002, I2 = 0%] verhoogde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat astma de kans op het krijgen van longkanker onder blanken significant met 53% [OR = 1.53, 95% BI = 1.37-1.72, p < 0.00001, I2 = 56%] verhoogde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat astma de kans op het krijgen van longkanker onder Aziaten significant met 52% [OR = 1.52, 95% BI = 1.15-2.01, p < 0.00001, I2 = 93%] verhoogde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat astma de kans op het krijgen van longkanker onder mannen significant met 38% [OR = 1.38, 95% BI = 1.31-1.46, p < 0.00001, I2 = 24%] verhoogde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat astma de kans op het krijgen van longkanker onder vrouwen significant met 68% [OR = 1.68, 95% BI = 1.45-1.95, p < 0.00001, I2 = 63%] verhoogde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses geen verband tussen astma en de kans op het krijgen van longadenocarcinoom [OR = 1.01, 95% BI = 0.69-1.50, p = 0,95, I2 = 45%].

De onderzoekers concludeerden dat astma de kans op het krijgen van longkanker verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Asthma and the risk of lung cancer: a meta-analysis by Qu YL, Liu J, [...], Hou SJ.

Link:
http://www.impactjournals.com/oncotarget/index.php?journal=oncotarget&page=article&op=view&path%5B%5D=14595&path%5B%5D=46568

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over chronische ziekten en kanker.

Longadenocarcinomen zijn de meest voorkomende vorm van longkanker en hebben de mogelijkheid om zich te verspreiden naar andere weefsels. Een van de moeilijkheden van het behandelen longadenocarcinomen is dat als de oorspronkelijke tumor niet volledig vernietigd of verwijderd kan terugkomen. Het roken van sigaretten, waaronder passief (secondhand) roken, is de belangrijkste oorzaak van longadenocarcinomen. Ongeveer 1% van de longadenocarcinomen worden gedreven door oncogeen ROS1-rearrangement.



 

Studies 2017

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken naar de relatie tussen voeding en chronische ziekten.
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Cranberry verlaagt mogelijk urineweginfectie bij vrouwen
  2. Veel thee verlaagt colitis ulcerosa
  3. Kinderen en adolescenten met ADHD hebben een tekort aan n-3 PUFA vetzuren
  4. Resveratrolsupplementen gedurende minimaal 3 maanden verlagen welvaartziekten
  5. 500 mg quercetine per dag verlaagt het CRP-gehalte
  6. Astma verhoogt doodgaan aan hart- en vaatziekten onder vrouwen
  7. IJzersupplementen verminderen vermoeidheid bij patiënten met een ijzer-tehort maar zonder bloedarmoede
  8. Tafelsuiker verhoogt mogelijk de ziekte van Crohn
  9. Dagelijks 1-2 gram L-carnitine verlaagt ontstekingen in het lichaam
  10. Een laag zinkgehalte verhoogt de ziekte van Parkinson
  11. Mensen met schizofrenie hebben een laag foliumzuurgehalte
  12. Coënzym Q10-supplementen verlagen mogelijk ontstekingen
  13. EPA en DHA-supplementen verlichten pijn bij reumatoïde artritis
  14. Vitamine D-gehalte ≥75 nmol/L verlaagt allergische rhinitis onder mannen
  15. Astma verhoogt longkanker

100 microgram foliumzuur per dag verlaagt mogelijk slokdarmkanker

De onderzoekers vonden in een overzichtsartikel van 1 cohort studie en 18 patiënt-controle studies, dat zowel het eten van veel folaat (minimaal 100 microgram per dag) als een hoog bloed folaatgehalte de kans op het krijgen van slokdarmkanker mogelijk verlaagde.

Lees hier meer over:
100 microgram foliumzuur per dag verlaagt mogelijk slokdarmkanker

Een enkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.


 

100 microgram foliumzuur per dag verlaagt mogelijk slokdarmkanker

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van folaat (foliumzuur) de kans op het krijgen van slokdarmkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 1 cohort studie en 18 patiënt-controle studies.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel folaat vegeleken met weinig, de kans op het krijgen van slokdarmkanker significant met 37% [OR = 0.63, 95% BI = 0.56-0.71] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoog serum folaatgehalte vegeleken met een laag, de kans op het krijgen van slokdarmkanker significant met 29% [OR = 0.71, 95% BI = 0.55-0.92] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 100 microgram folaat per dag, de kans op het krijgen van slokdarmkanker significant met 12% [OR = 0.88, 95% BI = 0.83-0.95] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat zowel het eten van veel folaat (minimaal 100 microgram per dag) als een hoog bloed folaatgehalte de kans op het krijgen van slokdarmkanker mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat dit overzichtsartikel alleen maar patënt-controle studies kende.

Oorspronkelijke titel:
Folate intake, serum folate levels and esophageal cancer risk: an overall and dose-response meta-analysis by Zhao Y, Guo C, […], Li H.

Link:
http://www.impactjournals.com/oncotarget/index.php?journal=oncotarget&page=article&op=view&path%5B%5D=14432&path%5B%5D=46030

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over folaat/foliumzuur en kanker.
Lees hier meer over cohort studies, publicatie bias en patiënt-controle studies.

Deze maaltijden leveren minimaal 100 microgram folaat/foliumzuur.


 

Varkensfilet met spruitjes en aardappelpuree voor 4 personen

Voedingswaarden:
Dit recept levert per persoon 533 kcal, 13 gram vet, 41 gram eiwit en 63 gram koolhydraten oftewel 22 En% vet, 31 En% eiwit en 47 En% koolhydraten. Dit recept bevat 7 En% verzadigd vet en 2.2 gram vezels per 100 kcal.
22 En% vet wil zeggen, dat 13 gram vet 22% bijdraagt aan het totale caloriegehalte van dit recept van 533 kcal.
31 En% (=spreekt uit als energieprocent) eiwit wil zeggen, dat 41 gram eiwit 31% bijdraagt aan het totale caloriegehalte van dit recept van 533 kcal. 1 gram eiwit en 1 gram koolhydraten leveren 4 kcal. 1 gram vet levert 9 kcal.
2.2 gram vezels per 100 kcal wil zeggen dat in dit recept van 533 kcal 11.7 gram vezels zit.

Deze maaltijd levert 22 En% vet, waarvan 7 En% verzadigd vet en 2.2 gram vezels per 100 kcal en past daarom in een vetarm dieet want een vetarm dieet bestaat voornamelijk uit maaltijden/producten met maximaal 30 En% vet, waarvan maximaal 7 En% verzadigd vet en/of minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal. Mensen met overgewicht (BMI >25) maar ook hartpatiënten en suikerpatiënten worden aangeraden te kiezen voor een vetarm dieet.
Maximaal 30 En% vet wil zeggen, dat het aantal gram vet maximaal 30% mag bijdragen aan het totale caloriegehalte van de desbetreffende maaltijd.

Lees hier meer over:
Varkensfilet met spruitjes en aardappelpuree voor 4 personen

 

 

Vitamine D supplementen verlagen het LDL-cholesterolgehalte van suikerpatiënten type 2

De onderzoekers vonden in een overzichtsartikel van 17 RCT’s, dat het slikken van vitamine D het triglyceriden- en het LDL-cholesterolgehalte (slecht cholesterol) van suikerpatiënten type 2 verlaagde.

Lees hier meer over:
Vitamine D supplementen verlagen het LDL-cholesterolgehalte van suikerpatiënten type 2

Een enkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”.

 

Vitamine D supplementen verlagen het LDL-cholesterolgehalte van suikerpatiënten type 2

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van vitamine D het triglyceriden- en cholesterolgehalte van suikerpatiënten type 2?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 17 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine D het serum triglyceridengehalte van suikerpatiënten type 2 significant met 3.74 mg/dL [95% BI = -7.13 tot -0.34, p = 0.031] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine D het LDL-cholesterolgehalte (slecht cholesterol) van suikerpatiënten type 2 significant met 2.55 mg/dL [95% BI = -4.83 tot -0.26, p = 0.029] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine D het HDL-cholesterolgehalte (goed cholesterol) van suikerpatiënten type 2 significant met 0.72 mg/dL (95% BI = -1.27 tot -0.17, p = 0.010] verlaagde. Echter, deze verlaging was verwaarloosbaar.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het effect van vitamine D op zowel het triglyceriden- als cholesterolgehalte afhankelijk was van de dosering, de duur van de studies en het vitamine D-gehalte van de deelnemers aan het begin van de studie.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van vitamine D het triglyceriden- en het LDL-cholesterolgehalte (slecht cholesterol) van suikerpatiënten type 2 verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effects of vitamin D on serum lipid profile in patients with type 2 diabetes: A meta-analysis of randomized controlled trials by Jafari T, Fallah AA and Barani A.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27020528

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier meer studies over vitamine D, het verlagen van het cholesterolgehalte en suikerziekte.

Mensen met overgewicht hebben vaak zowel een hoog triglyceriden als LDL-cholesterogehalte. Overgewicht verhoogt de kans op het krijgen suikerziekte type 2, hart- en vaatzieken en kanker.

 

Chateaubriand met roompaté voor 4 personen

Voedingswaarden:
Dit recept levert per persoon 562 kcal, 22 gram vet, 35 gram eiwit en 56 gram koolhydraten oftewel 35 En% vet, 25 En% eiwit en 40 En% koolhydraten. Dit recept bevat 13 En% verzadigd vet en 1.5 gram vezels per 100 kcal.
35 En% vet wil zeggen, dat 22 gram vet 35% bijdraagt aan het totale caloriegehalte van dit recept van 562 kcal.
40 En% (=spreekt uit als energieprocent) koolhydraten wil zeggen, dat 56 gram koolhydraten 40% bijdraagt aan het totale caloriegehalte van dit recept van 562 kcal. 1 gram eiwit en 1 gram koolhydraten leveren 4 kcal. 1 gram vet levert 9 kcal.
1.5 gram vezels per 100 kcal wil zeggen dat in dit recept van 562 kcal 8.4 gram vezels zit.

Deze maaltijd bevat 25 En% eiwit, 40 En% koolhydraten en 1.5 gram vezels per 100 kcal en is daarom eiwitrijk, koolhdratenarm en vezelrijk.  Een eiwitrijk, koolhydratenarm en vezelrijk dieet is een dieet met 20-35 En% eiwit, 20-40 En% koolhydraten en minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal. Mensen met overgewicht (BMI>25) worden aangeraden te kiezen voor een eiwitrijk, koolhydratenarm en vezelrijk dieet. Een eiwitrijk, koolhydratenarm en vezelrijk dieet bestaat grotendeels uit producten met 20-35 En% eiwit, 20-40 En% koolhydraten en minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal.

Lees hier meer over:
Chateaubriand met roompaté voor 4 personen

Chateaubriand met roompaté voor 4 personen

Chateaubriand met roompaté voor 4 personen

Voedingswaarden:
Dit recept levert per persoon 562 kcal, 22 gram vet, 35 gram eiwit en 56 gram koolhydraten oftewel 35 En% vet, 25 En% eiwit en 40 En% koolhydraten. Dit recept bevat 13 En% verzadigd vet en 1.5 gram vezels per 100 kcal.
35 En% vet wil zeggen, dat 22 gram vet 35% bijdraagt aan het totale caloriegehalte van dit recept van 562 kcal.
40 En% (=spreekt uit als energieprocent) koolhydraten wil zeggen, dat 56 gram koolhydraten 40% bijdraagt aan het totale caloriegehalte van dit recept van 562 kcal. 1 gram eiwit en 1 gram koolhydraten leveren 4 kcal. 1 gram vet levert 9 kcal.
1.5 gram vezels per 100 kcal wil zeggen dat in dit recept van 562 kcal 8.4 gram vezels zit.

Het hoge verzadigd vetgehalte (hoger dan de norm van 10 En% verzadigd vet) van deze maaltijd wordt veroorzaakt door roomboter en roompaté.
De roomboter en roompaté zijn ongezonde producten. Een ongezond product is een product met meer dan 35 En% vet, waarvan meer dan 10 En% verzadigd vet, meer dan 0.3 gram zout per 100 kcal en minder dan 1.3 gram vezels per 100 kcal. Welke producten uit de supermarkt ongezond zijn, kunt u hier opzoeken. 

Het hoge vezelgehalte (hoger dan de norm van 1.3 gram vezels per 100 kcal) van deze maaltijd wordt veroorzaakt door de oeraardappelen
Eet aardappelen voor de vezels.

Welke producten uit de supermarkt minimaal 1.3 gram vezels per 100 kcal leveren, kunt u hier opzoeken.

Deze maaltijd bevat veel verzadigd vet (13 En% verzadigd vet), hetgeen betekent dat wanneer u deze maaltijd eet, u voor het hoge verzadigd vetgehalte moet corrigeren. U moet deze maaltijd combineren met een product met maximaal 7 En% verzadigd vet want:
13 + 7 = 20. 20/2 (2 producten) = 10 En% verzadigd vet (richtlijn van een gezond(e) product/maaltijd).
Welke producten uit de supermarkt maximaal 7 En% verzadigd vet bevatten, kunt u hier opzoeken.

Deze maaltijd levert 35 En% vet, waarvan 13 En% verzadigd vet en is daarom niet geschikt voor mensen met een hoog LDL-cholesterolgehalte. Mensen met een hoog LDL-cholesterolgehalte (slecht cholesterol) worden aangeraden te kiezen voor maaltijden met maximaal 30 En% vet waarvan 7 En% verzadigd vet.
Maximaal 7 En% verzadigd vet wil zeggen, dat verzadigd vet maximaal 7% mag bijdragen aan het totale caloriegehalte van de desbetreffende maaltijd.
Een hoog LDL-cholesterolgehalte is een risicofactor voor hart- en vaatziekten.
Welke producten uit de supermarkt geschikt zijn voor mensen met een hoog LDL-cholesterolgehalte, kunt u hier opzoeken.

Deze maaltijd dekt dankzij de chateaubriand de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid zink van een halve dag.
Eet runderbiefstuk, zoals een chateaubriand voor zink.
De aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (ADH) is de (minimale) hoeveelheid die nodig is om het dagelijkse verlies van een bepaalde voedingsstof (bijvoorbeeld zink) in het menselijk lichaam te compenseren.

Deze maaltijd bevat 25 En% eiwit, 40 En% koolhydraten en 1.5 gram vezels per 100 kcal en is daarom eiwitrijk, koolhdratenarm en vezelrijk.  Een eiwitrijk, koolhydratenarm en vezelrijk dieet is een dieet met 20-35 En% eiwit, 20-40 En% koolhydraten en minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal. Mensen met overgewicht (BMI>25) worden aangeraden te kiezen voor een eiwitrijk, koolhydratenarm en vezelrijk dieet. Een eiwitrijk, koolhydratenarm en vezelrijk dieet bestaat grotendeels uit producten met 20-35 En% eiwit, 20-40 En% koolhydraten en minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal. Welke producten uit de supermarkt 20-35 En% eiwit, 20-40 En% koolhydraten en minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal leveren, kunt u hier opzoeken.

In combinatie met:
Dit recept in combinatie met 6 sneetjes volkorenbrood met zonnebloempitten en 200 gram passievrucht levert 27 gram vezels. Deze combinatie dekt ook de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid zink van 1 dag.
25-30 gram vezels per dag verlaagt de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten, dikke darmkanker en overgewicht.
30 gram vezels komt overeen met producten die minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal leveren. Welke producten uit de supermarkt 1.5 gram vezels per 100 kcal leveren, kunt u hier opzoeken.
Eet volkorenbrood voor vezels en noten en zaden voor zink.

Bijzonderheden:
Deze maaltijd levert per persoon 100 gram roodvlees in de vorm van de chateaubriand en 25 gram bewerkt vlees in de vorm van roompaté.

Bereiding & Ingrediënten van chateaubriand met roompaté voor 4 personen

  1. Was en kook in ruim water de Peruaanse oeraardappelen zonder zout maar met schil beetgaar en giet af.
  2. Steek met een steker of een glas 4 cirkels van 8 cm doorsnede uit het speltbrood. Bestrijk licht aan beide kanten met olijfolie met truffelaroma en bak in een koekenpan op middelhoog vuur beide kanten krokant. Neem uit de pan. Dit wordt de truffelcroutons.
  3. Snijd de roompaté in 2 gelijke stukjes per persoon [Paté is de Franse aanduiding voor vleesproducten waarin lever is verwerkt].
  4. Snijd het vlees chateaubriand in een mooi stuk per persoon van gelijke dikte [Chateaubriand oftewel biefstuk van de runderhaas is een mooi stuk vlees en dient gesneden te worden uit het midden van de haas. Deze biefstuk is genoemd naar de Frans schrijver en politicus François René de Chateaubriand. Zijn kok zou voor het eerst een dergelijke biefstuk hebben bereid. Het gewicht van een chateaubriand varieert tussen de 250 gram en 500 gram].
  5. Bestrooi de chateaubriand met peper en kaliumzout. Smelt de roomboter in een pan en bak het vlees op middelhoog vuur in ongeveer 2 minuten per kant goudbruin, afhankelijk van de dikte [Roomboter is een wettelijk vastgelegde productnaam en moet van de wet minimaal 82% vet bevatten. Vandaar 82% vet per 100 gram product in de tabel voedingswaarden].
  6. Zet het vuur laag, leg op elke biefstuk 2 plakjes paté en verwarm nog 2 minuten.
  7. Leg de truffelcroutons op een bord, leg de chateaubriand met paté erop, de oeraardappelen ernaast en garneer met de radijskiemen en de vochtresten van de “chateaubriand-pan”.  

    Ingrediënten:

  • Oeraardappelen oftewel perupa’s (800 gram, ongeschild)
  • Chateaubriand (400 gram)
  • Roompaté (100 gram)
  • Roomboter (25 gram)
  • Radijskiemen (60 gram)
  • 4 plakken speltbrood (140 gram)
  • 1 eetlepel olijfolie truffelaroma (10 ml)
  • Kaliumzout en peper

Vitamine A, beta-caroteen en lycopeen via voeding verlagen waarschijnlijk alvleesklierkanker

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van vitamine A, beta-caroteen of lycopeen de kans op het krijgen van alvleesklierkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 4 cohort studies en 18 patiënt-controle studies.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van totale vitamine A de kans op het krijgen van alveesklierkanker significant met 15% [gepoolde OR = 0.85, 95% BI = 0.74-0.97, p = 0.015] verlaagde, met name onder blanken [OR = 0.84, 95% BI = 0.73-0.96, p = 0.011] en patiënt-controle studies [OR = 0.83, 95% BI = 0.72-0.95, p = 0.007].

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van retinol en de kans op het krijgen van alveesklierkanker [OR = 1.02, 95% BI = 0.78-1.34, p = 0.860].

De onderzoekers vonden dat het eten van beta-caroteen de kans op het krijgen van alveesklierkanker significant met 22% [gepoolde OR = 0.78, 95% BI = 0.66-0.92, p = 0.003] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van lycopeen de kans op het krijgen van alveesklierkanker significant met 16% [gepoolde OR = 0.84, 95% BI = 0.73-0.97, p = 0.02] verlaagde, met name onder blanken [OR = 0.86, 95% BI = 0.73-1.00, P = 0.05] en patiënt-controle studies [OR = 0.77, 95% BI = 0.64-0.92, p = 0.005]. 

De onderzoekers concludeerden dat het eten van zowel totale vitamine A (maar niet in de vorm van retinol), beta-caroteen en lycopeen de kans op het krijgen van alvleesklierkanker waarschijnlijk verlaagde. Waarschijnlijk omdat het verlaagde risico niet significant was onder de cohort studies.

Oorspronkelijke titel:
Association between vitamin A, retinol and carotenoid intake and pancreatic cancer risk: Evidence from epidemiologic studies by Huang X, Gao Y, [...], Zheng J.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5150257/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over kanker, vitamine A, beta-caroteen en lycopeen.

Deze maaltijden zijn rijk aan vitamine A, beta-caroteen of lycopeen.

Dagelijks 10 gram alcohol verlaagt galstenen

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het drinken van alcohol de kans op het krijgen van galstenen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 cohort studies en 10 patiënt-controle studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het drinken veel alcohol vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van galstenen significant met 38% [gepoolde RR = 0.62, 95% BI = 0.49-0.78] verlaagde.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat het drinken veel alcohol vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van galstenen significant met 34% [gepoolde RR = 0.66, 95% BI = 0.48-0.91] verlaagde.

De onderzoekers vonden in patiënt-controle studies dat het drinken veel alcohol vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van galstenen significant met 42% [gepoolde RR = 0.58, 95% BI = 0.45-0.73] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het drinken veel alcohol vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van galstenen onder mannen significant met 43% [gepoolde RR = 0.57, 95% BI = 0.40-0.80] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het drinken veel alcohol vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van galstenen onder vrouwen significant met 36% [gepoolde RR = 0.64, 95% BI = 0.53-0.77] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het drinken van 10 gram alcohol per dag, de kans op het krijgen van galstenen significant met 12% [gepoolde RR = 0.88, 95% BI = 0.84-0.92] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het drinken van alcohol (minimaal 10 gram alcohol per dag) de kans op het krijgen van galstenen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Alcohol consumption and risk of gallstone disease: a meta-analysis by Wang J, Duan X, [...], Jiang X.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27926662

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over alcohol.
 

Vis verlaagt depressie

De onderzoekers vonden in een overzichtsartikel van 31 observationele studies met 20000 mensen met een depressie onder 255076 deelnemers, dat het eten van vis en n-3 PUFA’s (bij voorkeur 1.8 gram n-3 PUFA’s per dag) de kans op het krijgen van een depressie verlaagde.

Lees hier meer over:
Vis verlaagt depressie

Vis verlaagt depressie

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van vis of n-3 PUFA’s de kans op het krijgen van een depressie?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 31 observationele studies met 20000 mensen met een depressie onder 255076 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van vis de kans op het krijgen van een depressie significant met 22% [RR = 0.78, 95% BI = 0.69-0.89] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel n-3 PUFA’s vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van een depressie significant met 22% [RR = 0.78, 95% BI = 0.67-0.92] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel EPA en DHA vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van een depressie significant met 18% [RR = 0.82, 95% BI = 0.73-0.92] verlaagde.

De onderzoekers vonden een J-vormig verband tussen het eten van n-3 PUFA’s en het krijgen van een depressie met het meeste effect bij 1.8 gram n-3 PUFA’s per dag [RR = 0.30, 95% BI = 0.09-0.90].

De onderzoekers concludeerden dat het eten van vis en n-3 PUFA’s (bij voorkeur 1.8 gram n-3 PUFA’s per dag) de kans op het krijgen van een depressie verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary n-3 PUFA, fish consumption and depression: A systematic review and meta-analysis of observational studies by Grosso G, Micek A, […], Galvano F.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27544316

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over depressie en visconsumptie.

1.8 gram n-3 PUFA’s komt in de praktijk overeen met vissen die 4 dagen EPA en DHA leveren. Welke vette vissen 4 dagen EPA en DHA leveren, kunt u hier opzoeken.

Deze maaltijden leveren 4 dagen EPA en DHA.

Alfa-linoleenzuur, EPA en DHA zijn n-3 vetzuren oftewel n-3 PUFA’s.
EPA en DHA worden ook wel visvetzuren genoemd. Vette vissen hebben meer EPA en DHA dan niet vette vissen.
N-3 PUFA’s zitten in lijnzaadolie, vette vissen (haring, makreel, zalm, aal en sardine), schaaldieren en gevogelte.

Veel soja en magere melk verlagen borstkanker

De onderzoekers vonden in een overzichtsartikel van 46 cohort studies, dat het dagelijks eten van 120 gram roodvlees of 50 gram bewerkt vlees de kans op het krijgen van borstkanker verhoogde, terwijl 1 portie sojaproducten of 200 gram magere melk de kans op het krijgen van borstkanker verlaagde.

Lees hier meer over:
Veel soja en magere melk verlagen borstkanker

Een enkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

Veel soja en magere melk verlagen borstkanker

Onderzoeksvraag:
Welke producten verlagen of verhogen de kans op het krijgen van borstkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 46 cohort studies.
De gemiddelde follow-up duur varieerde tussen 3.9 en 65 jaar.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 8 cohort studies met 19912 vrouwen met borstkanker onder 691383 deelnemers, dat het eten van veel roodvlees vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van borstkanker niet significant met 5% [gepoolde RR = 1.05, 95% BI = 0.95-1.16, I2 = 63.1%] verhoogde. Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden in 6 cohort studies dat het eten van 120 gram roodvlees per dag, de kans op het krijgen van borstkanker significant met 7% [gepoolde RR = 1.07, 95% BI = 1.01-1.14, I2 = 7.1%] verhoogde. Significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden een lineair verband tussen het eten van roodvlees en de kans op het krijgen van borstkanker [p = 0.157].

De onderzoekers vonden in 14 cohort studies met 26952 vrouwen met borstkanker onder 1235085 deelnemers, dat het eten van veel bewerkt vlees vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van borstkanker significant met 7% [gepoolde RR = 1.07, 95% BI = 1.01-1.14, I2 = 34.6%] verhoogde.

De onderzoekers vonden in 12 cohort studies dat het eten van 50 gram bewerkt vlees per dag, de kans op het krijgen van borstkanker significant met 9% [gepoolde RR = 1.09, 95% BI = 1.02-1.17, I2 = 11.8%] verhoogde.

De onderzoekers vonden een lineair verband tussen het eten van bewerkt vlees en de kans op het krijgen van borstkanker [p = 0.633].

De onderzoekers vonden in 11 cohort studies met 19400 vrouwen met borstkanker onder 726947 deelnemers, dat het eten van veel gevogelte vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van borstkanker niet significant met 1% [gepoolde RR = 1.01, 95% BI = 0.93-1.11, I2 = 58%] verhoogde.

De onderzoekers vonden in 10 cohort studies dat het eten van 120 gram gevogelte per dag, de kans op het krijgen van borstkanker niet significant met 3% [gepoolde RR = 0.97, 95% BI = 0.85-1.11, I2 = 33.2%] verlaagde.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van gevogelte en de kans op het krijgen van borstkanker.

De onderzoekers vonden in 18 cohort studies met 20810 vrouwen met borstkanker onder 914451 deelnemers, dat het eten van veel vis vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van borstkanker niet significant met 4% [gepoolde RR = 1.04, 95% BI = 0.97-1.12, I2 = 47.9%] verhoogde.

De onderzoekers vonden in 13 cohort studies dat het eten van 120 gram vis per dag, de kans op het krijgen van borstkanker niet significant met 7% [gepoolde RR = 1.07, 95% BI = 0.94-1.21, I2 = 33.23%] verhoogde.

De onderzoekers vonden in 9 cohort studies met 16910 vrouwen met borstkanker onder 639720 deelnemers, dat het eten van veel eieren vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van borstkanker niet significant met 4% [gepoolde RR = 1.04, 95% BI = 0.98-1.11, I2 = 6.7%] verhoogde.

De onderzoekers vonden in 8 cohort studies dat het eten van 50 gram eieren per dag, de kans op het krijgen van borstkanker niet significant met 4% [gepoolde RR = 1.04, 95% BI = 0.94-1.15, I2 = 26.9%] verhoogde.

De onderzoekers vonden in 10 cohort studies met 12888 vrouwen met borstkanker onder 452916 deelnemers, dat het eten van veel sojaproducten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van borstkanker significant met 8% [gepoolde RR = 0.92, 95% BI = 0.84-1.00, I2 = 0.0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 7 cohort studies dat het eten van 1 portie sojaproducten per dag, de kans op het krijgen van borstkanker significant met 9% [gepoolde RR = 0.91, 95% BI = 0.84-1.00, I2 = 0.0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden een lineair verband tussen het eten van sojaproducten en de kans op het krijgen van borstkanker [p = 0.908].

De onderzoekers vonden in 3 cohort studies met 4506 vrouwen met borstkanker onder 148807 deelnemers, dat het eten van veel noten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van borstkanker niet significant met 4% [gepoolde RR = 0.96, 95% BI = 0.88-1.06, I2 = 0.0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 3 cohort studies dat het eten van 28 gram noten per dag, de kans op het krijgen van borstkanker niet significant met 4% [gepoolde RR = 0.96, 95% BI = 0.84-1.09, I2 = 0.0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 8 cohort studies met 13781 vrouwen met borstkanker onder 554775 deelnemers, dat het drinken van veel volle melk vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van borstkanker niet significant met 1% [gepoolde RR = 0.99, 95% BI = 0.87-1.12, I2 =  37.4%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 5 cohort studies dat het drinken van 200 gram volle melk per dag, de kans op het krijgen van borstkanker niet significant met 2% [gepoolde RR = 1.02, 95% BI = 0.92-1.13, I2 = 32.8%] verhoogde.

De onderzoekers vonden in 7 cohort studies met 16664 vrouwen met borstkanker onder 586726 deelnemers, dat het drinken van veel magere melk vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van borstkanker significant met 7% [gepoolde RR = 0.93, 95% BI = 0.85-1.00, I2 =  40.1%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 5 cohort studies dat het drinken van 200 gram magere melk per dag, de kans op het krijgen van borstkanker significant met 4% [gepoolde RR = 0.96, 95% BI = 0.92-1.00, I2 = 11.9%] verlaagde.

De onderzoekers vonden een lineair verband tussen het drinken van magere melk en de kans op het krijgen van borstkanker [p = 0.109].

De onderzoekers vonden in 5 cohort studies met 6793 vrouwen met borstkanker onder 225057 deelnemers, dat veel yoghurt vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van borstkanker significant met 10% [gepoolde RR = 0.90, 95% BI = 0.82-1.00, I2 = 0.0%] verlaagde

De onderzoekers vonden in 3 cohort studies dat 200 gram yoghurt per dag, de kans op het krijgen van borstkanker niet significant met 13% [gepoolde RR = 0.87, 95% BI = 0.72-1.06, I2 = 0.0%] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het dagelijks eten van 120 gram roodvlees of 50 gram bewerkt vlees de kans op het krijgen van borstkanker verhoogde, terwijl 1 portie sojaproducten of 200 gram magere melk de kans op het krijgen van borstkanker verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary Protein Sources and Incidence of Breast Cancer: A Dose-Response Meta-Analysis of Prospective Studies by Wu J, Zeng R, [...], Zheng Y.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5133114/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over borstkanker, vlees, melkproducten en soja.

Deze maaltijden bevatten veel soja oftewel minimaal 30 gram isoflavonen.

Een portie sojaproducten komt overeen met 200-250 ml sojamelk, een kwart blok tahoe, een halve kop tempé/sojabonen/sojavlees oftewel een portie sojaproducten komt overeen met 8 tot 10 gram soja-eiwitten of 25 mg isoflavonen.

 

Geen verband tussen koffie en lymfklierkanker

De onderzoekers vonden in een overzichtsartikel van 3 cohort studies en 4 patiënt-controle studies met in totaal 183699 deelnemers, waarvan 1513 mensen met lymfklierkanker, dat er geen verband (geen verhoogde of verlaagde risico) bestond tussen het drinken van koffie en de kans op het krijgen van lymfklierkanker.

Lees hier meer over:
Geen verband tussen koffie en lymfklierkanker

Een enkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

 

Dagelijks 15-20 gram noten verlaagt hart- en vaatziekten en kanker

De onderzoekers vonden in een overzichtsartikel van 20 prospectieve cohort studies met in totaal 819448 deelnemers, dat het eten van 15-20 gram noten per dag, met name boomnoten en pinda, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten, kanker en all-cause mortaliteit verlaagde.

Lees hier meer over:
Dagelijks 15-20 gram noten verlaagt hart- en vaatziekten en kanker

Een enkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

 

Dagelijks 15-20 gram noten verlaagt hart- en vaatziekten en kanker

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van noten de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten, kanker en mortaliteit?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 20 prospectieve cohort studies met in totaal 819448 deelnemers.

1 portie noten was 28 gram.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 12 cohort studies met 12331 mensen met een coronaire hartziekte onder 315397 deelnemers, dat het eten van veel noten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van een coronaire hartziekte significant met 24% [gepoolde RR = 0.76, 95% BI = 0.69-0.84, I2 = 42%, p = 0.06] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van 1 portie noten (28 gram) per dag de kans op het krijgen van een coronaire hartziekte significant met 29% [gepoolde RR = 0.71, 95% BI = 0.63-0.80, I2 = 47%, p = 0.04] verlaagde.
De onderzoekers vonden een non-lineair verband tussen het eten van noten en de kans op het krijgen van een coronaire hartziekte, met een geringe toename in de risicovermindering boven 15-20 gram noten per dag.

De onderzoekers vonden in 12 cohort studies met 18655 mensen met hart- en vaatziekten onder 376228 deelnemers, dat het eten van veel noten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten significant met 19% [gepoolde RR = 0.81, 95% BI = 0.74-0.89, I2 = 52%, p = 0.02] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van 1 portie noten (28 gram) per dag de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten significant met 21% [gepoolde RR = 0.79, 95% BI = 0.70-0.88, I2 = 60%, p = 0.004] verlaagde.

De onderzoekers vonden een non-lineair verband tussen het eten van noten en de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten; met geen toename meer in de risicovermindering boven 15 gram noten per dag.

De onderzoekers vonden in 3 cohort studies dat het eten van veel boomnoten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten significant met 24% [gepoolde RR = 0.76, 95% BI = 0.69-0.84, I2 = 0%, p = 0.92] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 3 cohort studies dat elke verhoging met 10 gram boomnoten per dag, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten significant met 25% [gepoolde RR = 0.75, 95% BI = 0.67-0.84, I2 = 0%, p = 0.84] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 5 cohort studies dat het eten van veel pinda’s vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten significant met 24% [gepoolde RR =0.76, 95% BI = 0.70-0.81, I2 = 0%, p = 0.90] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 5 cohort studies dat elke verhoging met 10 gram pinda’s per dag, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten significant met 36% [gepoolde RR = 0.64, 95% BI = 0.50-0.81, I2 = 77%, p = 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 9 cohort studies met 18490 mensen met kanker onder 304285 deelnemers, dat het eten van veel noten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van kanker significant met 18% [gepoolde RR = 0.82, 95% BI = 0.74-0.89, I2 = 28%, p = 0.21] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van 1 portie noten (28 gram) per dag de kans op het krijgen van kanker significant met 15% [gepoolde RR = 0.85, 95% BI = 0.76-0.94, I2 = 42%, p = 0.10] verlaagde.

De onderzoekers vonden een non-lineair verband tussen het eten van noten en de kans op het krijgen van kanker.

De onderzoekers vonden in 3 cohort studies dat het eten van veel boomnoten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van kanker significant met 18% [gepoolde RR = 0.82, 95% BI = 0.76-0.90, I2 = 0%, p = 0.98] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 3 cohort studies dat elke verhoging met 10 gram boomnoten per dag, de kans op het krijgen van kanker significant met 20% [gepoolde RR = 0.80, 95% BI = 0.72-0.89, I2 = 0%, p = 0.99] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 5 cohort studies dat het eten van veel pinda’s vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van kanker significant met 7% [gepoolde RR = 0.93, 95% BI = 0.87-0.99, I2 = 19%, p = 0.30] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 5 cohort studies dat elke verhoging met 10 gram pinda’s per dag, de kans op het krijgen van kanker niet significant met 8% [gepoolde RR = 0.92, 95% BI = 0.82-1.03, I2 = 30%, p = 0.22] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 15 cohort studies met 85870 doden aan alle oorzaken onder 819448 deelnemers, dat het eten van veel noten vergeleken met weinig de kans op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit) significant met 19% [gepoolde RR = 0.81, 95% BI = 0.77-0.85, I2 = 41%, p = 0.05] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van 1 portie noten (28 gram) per dag de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 22% [gepoolde RR = 0.78, 95% BI = 0.72-0.84, I2 = 66%, p < 0.0001] verlaagde.

De onderzoekers vonden een non-lineair verband tussen het eten van noten en de kans op doodgaan aan alle oorzaken; met geen toename meer in de risicovermindering boven 15-20 gram noten per dag.

De onderzoekers vonden in 4 cohort studies dat het eten van veel boomnoten vergeleken met weinig, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 20% [gepoolde RR = 0.80, 95% BI = 0.74-0.86, I2 = 58%, p = 0.07] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 3 cohort studies dat elke verhoging met 10 gram boomnoten per dag, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 18% [gepoolde RR = 0.82, 95% BI = 0.75-0.90, I2 = 70%, p = 0.02] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 5 cohort studies dat het eten van veel pinda’s vergeleken met weinig, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 15% [gepoolde RR = 0.85, 95% BI = 0.81-0.89, I2 = 34%, p = 0.19] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 5 cohort studies dat elke verhoging met 10 gram pinda’s per dag, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 23% [gepoolde RR = 0.77, 95% BI = 0.69-0.86, I2 = 64%, p = 0.03] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 2 cohort studies dat het eten van veel pindakaas vergeleken met weinig, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 11% [gepoolde RR = 0.89, 95% BI = 0.80-0.99, I2 = 31%, p = 0.23] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 2 cohort studies dat elke verhoging met 10 gram pindakaas per dag, de kans op doodgaan aan alle oorzaken niet significant met 6% [gepoolde RR = 0.94, 95% BI = 0.86-1.02, I2 = 0%, p = 0.76] verlaagde.

De onderzoekers schatten dat er in 2013 zo’n 4.4 miljoen doden (waarvan 1.19 miljoen aan hart- en vaatziekten, 469000 aan kanker, 1.07 miljoen aan ziekten aan het ademhalingsstelsel en 139000 aan suikerziekte) waren die veroorzaakt werden door het eten van minder dan 20 gram noten per dag.

De onderzoekers concludeerden dat eten van 15-20 gram noten per dag, met name boomnoten en pinda, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten, kanker en all-cause mortaliteit verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Nut consumption and risk of cardiovascular disease, total cancer, all-cause and cause-specific mortality: a systematic review and dose-response meta-analysis of prospective studies by Aune D, Keum N, […], Norat T.

Link:
https://bmcmedicine.biomedcentral.com/articles/10.1186/s12916-016-0730-3

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over kanker en hart- en vaatziekten.
Boomnoten zijn onder andere cashewnoten, walnoten, hazelnoot en eikel.

 

39 gram hazelnoten per dag verlaagt het slechte cholesterolgehalte

De onderzoekers vonden in een overzichtsartikel van 9 clinische studies met in totaal 425 deelnemers, dat het eten van 38.7 gram hazelnoten per dag gedurende 74.7 dagen het LDL-cholesterolgehalte (slecht cholesterol) verlaagde terwijl het lichaamsgewicht niet deed toenemen.

Lees hier meer over:
39 gram hazelnoten per dag verlaagt het slechte cholesterolgehalte

Een enkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.