Voeding en gezondheid

250 mcg chromiumsupplementen verlaagt het nuchter bloedsuikerniveau van suikerpatiënten type 2


Onderzoeksvraag:
Hebben suikerpatiënten type 2 baat bij het slikken van chromiumsupplementen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 7 RCT’s die minimaal 3 maanden duurden.
De dosering van chromiumsupplementen was 250 mcg of hoger.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van chromiumsupplementen het nuchter bloedsuikerniveau van suikerpatiënten type 2 significant met 0.95 [95% BI = -1.42 tot -0.49, p < 0.0001] verlaagde. Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het slikken van chromiumsupplementen de HbA1c-waarde van suikerpatiënten type 2 niet significant met 0.33 [95% BI = -0.72 tot 0.06, p = 0.1] verlaagde. Niet-significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het slikken van chromiumsupplementen het triglyceridengehalte van suikerpatiënten type 2 niet significant met 0.15 [95% BI = -0.36 tot 0.07, p = 0.18] verlaagde..

De onderzoekers vonden dat het slikken van chromiumsupplementen de BMI van suikerpatiënten type 2 niet significant met 0.07 [95% BI = -0.37 tot 0.23, p = 0.66] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van chromiumsupplementen (minimaal 250 mcg per dag gedurende minimaal 3 maanden) het nuchter bloedsuikerniveau van suikerpatienten type 2 verlaagde maar niet de HbA1c-waarde, het triglyceridengehalte en de BMI.

Oorspronkelijke titel:
Effect of Chromium on Glucose and Lipid Profiles in Patients with Type 2 Diabetes; A Meta-analysis Review of Randomized Trials by Abdollahi M, Farshchi A, […], Seyedifar M.

Link:
http://ejournals.library.ualberta.ca/index.php/JPPS/article/view/18858/15149

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier meer over chromium.

Waarom is suikervrij van Klene misleidend?

Klene suikervrij

Product:
Klene ademin suikervrij eucalyptus-honingsmaak.

Bijzonderheden:
Het product is gezoet met sucralose en maltitolstroop. Het product is suikervrij.

Suikervrij:
Op de voorkant van de verpakking staat “suikervrij”. Het geeft de consument het gevoel dat in dit product geen calorieën zitten en dus gezond is want de consument associeert suiker met calorie. Dus suikervrij op de verpakking associeert de consument met een “nul calorie-product”. Maar zit in dit product werkelijk geen calorieën?

De tabel voedingswaarde per 100 gram laat zien dat in dit product 205 kcal per 100 gram product zit. Dus suikervrij op de verpakking wil niet zeggen dat het product ook geen calorieën bevat!

Maar als de fabrikant tijdens de productie 205 kcal per 100 gram toevoegt, waarom mag hij dan toch “suikervrij” op de verpakking zetten. Dat is toch misleidend! Dat klopt, maar de fabrikant maakt handig gebruik van de fout in de levensmiddelenwetgeving.

Suikervrij is voor de wet een voedingsclaim en de fabrikant mag deze claim pas op de verpakking zetten wanneer hij tijdens de productie geen suiker heeft toegevoegd in de vorm van glucose, fructose en/of sacharose. De fabrikant heeft tijdens de productie van dit product ook geen suiker toegevoegd in de vorm van glucose, fructose en/of sacharose en daarom mag hij van de wet deze voedingsclaim op de verpakking zetten. Maar hij heeft suiker toegevoegd in de vorm van maltitolstroop. Echter, maltitolstroop is voor de levensmiddelenwetgeving geen suiker maar een zoetstof, die 2.4 kcal per gram levert.

Maltitolstroop is volgens het Warenwetbesluit zoetstoffen:

  • Een polyol en is E965.
  • Chemische benaming: gehydrogeneerde glucosestroop. Glucose is een andere naam voor suiker.
  • Omschrijving: maltitolstroop is een mengsel van hoofdzakelijk maltitol met sorbitol en gehydrogeneerde oligo- en polysacchariden. Het wordt synthetisch vervaardigd door de katalytische hydrogenering van glucosestroop met een hoog maltosegehalte. Het handelsproduct wordt zowel als stroop als vast product geleverd.

Maltitolstroop is voor de levensmiddelenwetgeving een polyol. De tabel voedingswaarde per 100 gram laat zien dat in dit product per 100 gram 53 gram polyolen bevat. Een gram polyol levert 2.4 kcal (zie artikel 10 van Warenwetbesluit Voedingswaarde-informatie levensmiddelen, dus 53 gram levert 127.2 kcal.

Anders gezegd, tijdens de productie heeft de fabrikant suiker toegevoegd in de vorm van 53 gram maltitolstroop per 100 gram product, die 127.2 kcal levert!
Dus “suikervrij” op de voorkant van de verpakking van dit product houdt in werkelijkheid in, dat de fabrikant tijdens de productie 127.2 kcal per 100 gram product heeft toegevoegd!

Suikervrij of geen suikers toegevoegd is een misleidende voedingsclaim want de fabrikant heeft tijdens de productie wel degelijk suiker (vaak in de vorm van maltitolstroop, vruchtensap, inuline of oligofructose) toegevoegd, alleen vallen “deze suikers” niet onder het kopje “suikers” van de levensmiddelenwetgeving. Het zou goed zijn wanneer de Europese Voedselveiligheidsautoriteit (EFSA) het gebruik van deze voedingsclaim verbiedt.

Als consument vraagt u waarschijnlijk af, waarom voegt de fabrikant juist de caloriebevattende zoetstof maltitolstroop toe? Waarom kiest hij niet voor de “nul-calorie zoetstof”, zoals sucralose, aspartaam of stevia, zodat het product zoet smaakt maar toch nul calorie bevat. Dat is toch veel gezonder dan maltitolstroop?

Maltitolstroop:
Dit product wordt machinaal gemaakt en machines kunnen alleen een product maken met een bepaalde grootte. Om een product een bepaalde grootte te geven, moet de fabrikant dit product met een ingrediënt opvullen, de zogenaamde vulstof. De vulstof in dit product moet een suikersmaak hebben en hij moet een lage zoetkracht hebben. De enige die hieraan voldoet, is maltitolstroop. De “nul-calorie zoetstoffen”, zoals sucralose, aspartaam of stevia kunnen namelijk een product niet opvullen tot een bepaalde grootte en zijn daarom ongeschikt als vulstof. Anders gezegd, zonder toevoeging van maltitolstroop kan de fabrikant dit product met zijn specifieke machine niet produceren.

Een vulstof kunt u vergelijken met het volgende voorbeeld. Stelt de dokter moet bij een patiënt 0.03 mg van een bepaald medicijn toedienen. 0.03 mg is erg lastig om toe te dienen, dus om het toedienen gemakkelijk te maken, wordt dit medicijn met een vulstof opgevuld tot 30 mg.

Aroma’s:
In de ingrediëntenlijst valt het woord “aroma’s” te lezen. Maar welke aroma’s zitten in dit product? Dit product heeft een eucalyptus-honingsmaak, dus de toegevoegde aroma’s zijn eucalyptus en honingaroma. Door toevoeging van aroma’s is het mogelijk om een product naar honing te laten smaken zonder honing zelf aan dit product toe te voegen (zie ingrediëntenlijst want het woord “honing” komt niet eens daarin voor!).

Doordat de wet het gebruik van aroma’s in levensmiddelen toelaat, is het mogelijk om elk gewenst product te maken zonder het betreffende ingrediënt aan het product toe te voegen. Zo kan de fabrikant een perzikyoghurt maken zonder zelf perzik aan het product toe te voegen of een aardbei fruitdrink maken die uit 80% appelsap bestaat.
Zou de wet het gebruik van aroma’s in levensmiddelen verbieden dan ziet de schap van de supermarkt erg leeg uit!

Waarom wordt het woord “aroma’s” in de ingrediëntenlijst niet toegelicht of anders gezegd, waarom staan in de ingrediëntenlijst niet gewoon eucalyptus- en honing-aroma? De reden hiervoor is dat aroma voor de wet een ingrediënt is en niet een additief. Aangezien aroma een ingrediënt is, hoeft de fabrikant de gebruikte aroma niet toe te lichten. Hij hoeft niet te vertellen wat voor soort aroma in zijn product zit. De reden hierachter is dat het geheim van een product vaak in de gebruikte aroma zit (dus niet zo zeer in de gebruikte ingrediënten) en de fabrikant wil natuurlijk het geheim van de smid niet prijsgeven. Dat is ook de reden dat de levensmiddelenindustrie ervoor gezorgd heeft dat aroma niet als additief door het leven gaat. Bij een additief moet de fabrikant namelijk de gebruikte aroma op de verpakking toelichten en dat wil hij niet!

Gemodificeerd zetmeel:
Gemodificeerd zetmeel wordt gebruikt om het product een veerkrachtig structuur te geven maar kan ook gebruik worden als vulstof en conserveermiddel (door in dit product de wateractiviteit te verlagen). Zonder gemodificeerd zetmeel zal dit product hard op de tanden aanvullen.

205 kcal per 100 gram:
Dit product levert 205 kcal per 100 gram. Maar hoe wordt deze 205 kcal berekend?
Dit product levert per 100 gram 0.6 gram eiwit, 58 gram koolhydraten, waarvan 53 gram polyolen (en de rest (5 gram) is dus koolhydraten), 0.2 gram vet en 26 gram voedingsvezels.
0.6 gram eiwit levert 2.4 kcal want 1 gram eiwit levert 4 kcal.
53 gram polyolen levert 127.2 kcal want 1 gram polyol levert 2.4 kcal.
5 gram koolhydraten levert 20 kcal want 1 gram koolhydraat levert 4 kcal.
0.2 gram vet levert 1.8  kcal want 1 gram vet levert 9 kcal.
26 gram voedingsvezels levert 52 kcal want 1 gram voedingsvezel levert 2 kcal.

2.4 + 127.2 + 20 + 1.8 + 52 = 203.4 kcal, afgerond is dat rond 205 kcal.

Zit er E-nummers in?
Ja in dit product zitten 5 E-nummers. Maltitolstroop is E965, gemodificeerd zetmeel is E1400-E1500, sucralose is E955, arabische gom is E414 en bijenwas is E901.

Voor de consument is het heel moeilijk om E-nummers op de verpakking te herkennen want een E-nummer bestaat voor de wet uit een naam en een nummer. De fabrikant is niet wettelijk verplicht een E-nummer als nummer te vermelden.

Tegenwoordig wil de consument een clean label hebben. Clean label is Engels voor een schone verpakking oftewel een verpakking zonder E-nummers en kunstmatige toevoegingen.
Kort door de bocht is een verpakking zonder E-nummers niets anders dan een verpakking waarbij E-nummers niet als nummers maar voluit geschreven zijn. Het voluit schrijven van E-nummers maakt de verpakking duurder en een dure verpakking leidt tot een duur product.

Het voluit schrijven van E-nummers wordt vaak toegepast bij zuigelingenvoeding, snoepgoed en frisdranken en sappen, bedoeld voor kinderen omdat ouders niet willen dat hun kinderen E-nummers binnenkrijgen.

Alle zoetstoffen zijn voor de levensmiddelenwetgeving kunstmatig, zelfs stevia!

Voedingswaarden:
Dit product levert 1.17 En% eiwit, 100 En% koolhydraten, waarvan 0 En% suikers, 0.87 En% vet, waarvan 0.87 En% verzadigd vet. Het product bevat 0.04 gram natrium per 100 gram.  

Dit product draagt het logo bewuste keuze maar is dit wel terecht aangezien het woord “suikervrij” op de verpakking de consument op het verkeerde been zet.

Een hoog vitamine D bloedniveau verlaagt suikerziekte type 2


Onderzoeksvraag:
Verlaagt een hoog vitamine D bloedniveau de kans op het krijgen van suikerziekte type 2?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 21 prospectieve cohort studies met 76220 deelnemers, waarvan 4996 personen met suikerziekte type 2.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het hoogste 25(OH)D vitamine D bloedniveau vergeleken met het laagste, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 38% [95% BI = 0.54-0.70] verlaagde.

De onderzoekers vonden in een spline regressiemodel dat een hoger 25(OH)D vitamine D bloedniveau monotoon geassocieerd werd met een lager risico op suikerziekte type 2. Dit verlaagde risico was niet afhankelijk van het geslacht, de duur van de follow-up, de steekproefgrootte, de diagnostische criteria van diabetes of de bepalingsmethode van het 25 (OH)D vitamine D bloedniveau.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging van het 25(OH)D vitamine D bloedniveau met 10 nmol/L, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 4% [95% BI = 3-6, P voor lineair trend < 0.0001] verlaagde.

Op grond van de gevonden resultaten concludeerden de onderzoekers dat een hoog 25(OH)D vitamine D bloedniveau de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Blood 25-Hydroxy Vitamin D Levels and Incident Type 2 Diabetes: A meta-analysis of prospective studies by Song Y, Wang L, […], Hu FB.

Link:
http://care.diabetesjournals.org/content/36/5/1422.short

Extra informatie van El Mondo:
Elke 100 IE (2.5 mcg) vitamine D3 kan na 2 tot 3 maanden slikken de bloedwaarde van 25(OH)D met 1 ng/mL (2.5 nmol/L) verhogen. 1 ng/mL = 2.5 nmol/L. 1 mcg = 40 IE vitamine D.
Een verhoging van 10 nmol/L komt overeen met 400 IE vitamine D gedurende 2-3 maanden.

Lees hier meer over vitamine D.

Geen verband tussen het eten van α-linoleenzuur en prostaatkanker


Onderzoeksvraag:
α-linoleenzuur (ALA) wordt beschouwd als een hart-beschermende voedingsstof, echter sommige epidemiologische studies suggereren dat consumptie van ALA het risico op prostaatkanker verhoogt. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verhoogt het eten van α-linoleenzuur de kans op het krijgen van prostaatkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 12 studies (7 patiënt-controle studies en 5 prospectieve cohort studies) met 14795 patiënten met prostaatkanker en 231143 controles (mensen zonder prostaatkanker).

De dosering van α-linoleenzuur was 0.05-4.16 g per dag en werd verkregen via FFQ.
Er was geen sprake van publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel α-linoleenzuur (3.91 g/dag) vergeleken met weinig (0.7 g/dag), de kans op het krijgen van prostaatkanker niet significant met 8% [95% BI = 0.90-1.29, p = 0.40, I2 = 85%, p < 0.00001] verhoogde. Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden in 7 patiënt-controle studies (4047 patiënten en 4762 controles) dat het eten van veel α-linoleenzuur (3.91 g/dag) vergeleken met weinig (0.7 g/dag), de kans op het krijgen van prostaatkanker niet significant met 30% [95% BI = 0.81-2.07, p = 0.27, I2 = 90%, p < 0.00001] verhoogde. Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden in 5 prospectieve cohort studies (10748 patiënten en 207752 controles) dat het eten van veel α-linoleenzuur (3.91 g/dag) vergeleken met weinig (0.7 g/dag), de kans op het krijgen van prostaatkanker niet significant met 5% [95% BI = 0.84-1.09, p = 0.48, I2 = 69%, p < 0.01] verlaagde.
Maar in de sensitiviteitsanalyse waarbij 1 cohort studie werd weggelaten (hierdoor verdween de heterogeniteit) vonden de onderzoekers dat het eten van veel α-linoleenzuur (3.91 g/dag) vergeleken met weinig (0.7 g/dag), de kans op het krijgen van prostaatkanker significant met 9% [95% BI = 0.83-0.99, p = 0.02, I2 = 8%, p = 0.35] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat er geen verband bestond tussen van het eten van α-linoleenzuur en prostaatkanker.

Oorspronkelijke titel:
Case–control and prospective studies of dietary α-linolenic acid intake and prostate cancer risk: a meta-analysis by Carleton, AJ, Sievenpiper JL, […], Jenkins DJA.

Link:
http://bmjopen.bmj.com/content/3/5/e002280.full

Extra informatie van El Mondo:

α-linoleenzuur zit in sommige plantaardige oliën. De belangrijkste bronnen van α-linoleenzuur zijn: lijnzaadolie (55%), Sacha-Inchi-olie (48%), Chiazaad (18%), walnoten (10%), rijstolie (1%) en verder in geringe mate in groene bladgroenten.

Hoeveel α-linoleenzuur (ALA) in een product zit, kunt u hier opzoeken.
Lees hier meer over vetten.

Dagelijks 100 gram fructose of meer verhoogt zowel het triglyceriden- als het LDL-cholesterolgehalte


Onderzoeksvraag:
Fructose wordt veel gebruikt als zoetstof in veel voedingsmiddelen, maar de relatie tussen de inname van fructose en cholesterol blijft onzeker. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verhoogt het eten van fructose het cholesterolgehalte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 24 RCT’s met 474 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van fructose geen significant effect had op het HDL-cholesterolgehalte (het goede cholesterol).

De onderzoekers vonden dat het eten van 100 gram fructose per dag of meer, het triglyceridengehalte significant met 13 mg/dL [95% BI = 4.7-21.3, p = 0.002] verhoogde. Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het eten van 100 gram fructose per dag of meer, het LDL-cholesterolgehalte (het slechte cholesterol) significant met 11.6 mg/dL [95% BI = 4.4-18.9, p = 0.002] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van 100 gram fructose per dag of meer, zowel het triglyceriden- als het LDL-cholesterolgehalte verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Very High Fructose Intake Increases Serum LDL-Cholesterol and Total Cholesterol: A Meta-Analysis of Controlled Feeding Trials by Zhang YH, An T, […], Zhang J.

Link:
http://jn.nutrition.org/content/143/9/1391.abstract

Extra informatie van El Mondo:
Hartpatiënten hebben vaak zowel een hoog triglyceriden- als LDL-cholesterolgehalte.

Dagelijks 330 ml melk verlaagt botverlies


Onderzoeksvraag:
Verlaagt het drinken van melk botverlies?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 RCT’s tot november 2010 met 2397 deelnemers. Er was geen publicatie bias.
De hoeveelheid melk in de meeste studies was 330 ml per dag.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het osteocalcinegehalte in mensen die melk dronken ten opzichte van mensen die geen melk dronken, significant met 5.9 ng/ml [95% BI = -7.23 tot -4.57] verlaagde. Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het totale botgehalte van mensen die melk dronken ten opzichte van mensen die geen melk dronken, significant met 40.32 gram [95% BI = 17.58 tot 63.05] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het NTx-gehalte in de urine van mensen die melk dronken ten opzichte van mensen die geen melk dronken, significant met 5.41 nmol/mmol [95% BI = -10.35 tot -0.47] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat de totale botdichtheid van mensen die melk dronken ten opzichte van mensen die geen melk dronken, significant met 0.01g/cm2 [95% BI = -0.02 tot 0.03] verhoogde, met een bordeline significantie.

De onderzoekers concludeerden dat het drinken van melk (330 ml per dag) het botverlies aanzienlijk verzwakt door het botmetabolisme te remmen.

Oorspronkelijke titel:
Milk intake increases bone mineral content through inhibiting bone resorption: Meta-analysis of randomized controlled trials by Maa DF, Zhengb W, […], Wanga PY.

Link:
http://www.e-spenjournal.org/article/S2212-8263%2812%2900055-3/fulltext

Extra informatie van El Mondo:
De osteocalcine is een stof die in de osteoblasten (de botcellen die nieuw bot aanmaken) wordt gemaakt. Het osteocalcinegehalte in het bloed houdt verband met de botaanmaak. Bij osteoporose die veroorzaakt wordt door een onvoldoende botaanmaak, is het osteocalcinegehalte in het bloed verlaagd.

Het hydroxyproline-, beta-CTx- en NTx-gehalte in de urine weerspiegelen de mate van botafbraak.

De zuivelaanbeveling in Nederland is 450 ml (melk + zuiveldrank) per dag. Lees hier meer over calcium.

Test page

Slideshow Image 1
Slideshow Image 2
Slideshow Image 3

 

Soja-supplementen verlagen gewicht bij mensen met overgewicht


Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van soja-supplementen het gewicht bij mensen met overgewicht?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 13 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van soja-supplementen het lichaamsgewicht onder Westerse populatie met overgewicht of obesitas, significant met -1.04 kg [ 95% BI = -1.97 tot -0.11] verlaagde, maar niet in de Aziatische populatie. Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het slikken van soja-supplementen de BMI onder Westerse populatie met overgewicht of obesitas, significant met -0.19 kg/m2 [ 95% BI = -0.41 tot -0.02] verlaagde, maar niet in de Aziatische populatie. Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het slikken van soja-supplementen de vetmassa onder Westerse populatie met overgewicht of obesitas, significant met -0.99 kg [ 95% BI = -1.73 tot -0.24] verlaagde, maar niet in de Aziatische populatie. Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het slikken van soja-supplementen de buikomtrek onder Westerse populatie met overgewicht of obesitas, significant met -0.94 cm [ 95% BI = -1.66 tot -0.21] verlaagde, maar niet in de Aziatische populatie. Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van soja-supplementen het lichaamsgewicht, de BMI, de vetmassa en de buikomtrek onder de Westerse populatie met overgewicht of obesitas verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effects of soy protein supplement on overweight and obese population: meta-analysis of randomized controlled trials by Wu J, Dong J, [...], Qin L.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/23654091

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over soja.
Lees hier meer over overgewicht.

Knoflooksupplementen gedurende 2 maanden verlagen het cholesterolgehalte bij mensen met een hoog cholesterolgehalte


Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van knoflooksupplementen het cholesterolgehalte bij mensen met een hoog cholesterolgehalte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 39 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van knoflooksupplementen langer dan 2 maanden het totale cholesterolgehalte bij mensen met een hoog cholesterolgehalte (boven 200 mg/dL), significantly met 17 ± 6 mg/dL verlaagde. Een verlaging van het totale cholesterolgehalte met 8% was klinisch relevant en werd geassocieerd met een verlaagde risico op het krijgen van hart- en vaatziekten bij 50-jarigen met 38%.

De onderzoekers vonden dat het slikken van knoflooksupplementen langer dan 2 maanden het LDL-cholesterolgehalte (slecht cholesterol) bij mensen met een hoog cholesterolgehalte (boven 200 mg/dL), significantly met 9 ± 6 mg/dL verlaagde. Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het slikken van knoflooksupplementen langer dan 2 maanden het HDL-cholesterolgehalte (goed cholesterol) significant licht verhoogde maar het had geen significant effect op het triglyceridengehalte.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van knoflooksupplementen langer dan 2 maanden het cholesterolgehalte bij mensen met een cholesterolgehalte van boven 200 mg/dL, verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effect of garlic on serum lipids: an updated meta-analysis by Ried K, Toben C and Fakler P.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/23590705

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over knoflook.
Lees hier meer over cholesterol.

 

Minimaal 20 gram Allium groenten per dag verlaagt maagkanker

Onderzoeksvraag:
De chemopreventieve werking van Allium groenten (uien, knoflook, sjalotten, prei, bieslook, enz.) is uitgebreid bestudeerd, maar hun effect op het krijgen van maagkanker is controversieel. Daarom werd dit verzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het eten van Allium groenten de kans op het krijgen van maagkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 19 patiënt-controle studies en 2 cohort studies met 543220 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in een gepoolde analyse van alle studies, dat het eten van veel Allium groenten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van maagkanker significant met 46% [odds ratio = 0.54, 95% BI = 0.43-0.65] verlaagde.

De onderzoekers vonden in specifieke analyses voor ui, knoflook, prei, Chinese bieslook en sjalot vergelijkbare resultaten.

De onderzoekers vonden in patiënt-controle studies dat elke verhoging met 20 gram Allium groenten per dag, de kans op het krijgen van maagkanker significant met 9% [95% BI = 0.88-0.94] verlaagde. Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel Allium groenten per dag (minimaal 20 gram) de kans op het krijgen van maagkanker verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Consumption of large amounts of Allium vegetables reduces risk for gastric cancer in a meta-analysis by Zhou Y, Zhuang W, […] Wu XT.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/21473867

Extra informatie van El Mondo:
Allium groenten zijn uien, knoflook, sjalotten, prei, bieslook, enz.. Allium is de Latijnse naam voor look, een plantengeslacht met wereldwijd bijna zevenhonderd rassen.

De dagelijkse aanbeveling is 200-300 gram groenten per dag.

Deze maaltijd levert 120 gram Allium groenten

Prostaatkanker

Wetenschappelijks studies (overzichtsartikelen) naar de relatie tussen voeding en prostaatkanker:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Veel transvet verhoogt prostaatkanker en dikke darmkanker
  2. Eiwit verhoogt niet prostaatkanker
  3. Matig rode wijn verlaagt prostaatkanker
  4. Dagelijks 20 gram peulvruchten verlaagt prostaatkanker
  5. Minimaal 7 kopjes groene thee per dag verlaagt prostaatkanker
  6. Er is geen verband tussen zinkinname en prostaatkanker
  7. Minder dan 750 mg calcium per dag verhoogt mogelijk prostaatkanker
  8. Dagelijks 250 ml volle melk verhoogt doodgaan aan prostaatkanker
  9. Dagelijks 150 mg vitamine C via voeding verlaagt prostaatkanker
  10. Een hoge vitamine E-bloedwaarde verlaagt prostaatkanker
  11. 10 gram wortelen per dag verlaagt waarschijnlijk prostaatkanker
  12. 3 kopjes koffie per dag verlagen fatale prostaatkanker
  13. 1.5 gram alfa-linoleenzuur per dag verlaagt licht prostaatkanker
  14. Suikerziekte verlaagt prostaatkanker
  15. Geen verband tussen het eten van α-linoleenzuur en prostaatkanker
  16. Het eten van alfa-caroteen en lycopeen verlaagt prostaatkanker
  17. Minimaal 2 mg lycopeen per dag via voeding verlaagt prostaatkanker
  18. Dagelijks veel gekookte tomaten verlaagt prostaatkanker
  19. 200 gram rauwe tomaten per dag verlaagt prostaatkanker
  20. Een hoog serum seleniumgehalte verlaagt mogelijk prostaatkanker onder rokers en ex-rokers
  21. Selenium verlaagt de kans op het krijgen van prostaatkanker
  22. Roodvlees verhoogt niet prostaatkanker
  23. Gefrituurde producten verhogen mogelijk prostaatkanker
  24. Lycopeensupplementen verlagen niet prostaatkanker
  25. Foliumzuursupplementen verhogen de kans op prostaatkanker
  26. Isoflavonen via voeding verlagen prostaatkanker

XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX

Prostaatkanker ontwikkelt zich in de cellen van de klierbuisjes van de prostaat. Hierdoor ontstaat een verandering van het prostaatweefsel. Deze verandering is soms door een arts te voelen als een vergroting of een verharding van de prostaat. Een ander woord voor prostaatkanker is prostaatcarcinoom.

Bij de meeste mannen wordt de prostaat na het dertigste jaar langzaam groter. Waarschijnlijk is dit het gevolg van de langdurige werking van het mannelijke geslachtshormoon testosteron op het prostaatweefsel.

Prostaatkanker is zeldzaaam onder mannen tot 40 jaar. 
In meer dan 70% van de prostaatkankergevallen gaat het om mannen van 65+.

Een Nederlandse man heeft een kans van 6.7% dat bij hem voor het 75e levensjaar prostaatkanker wordt vastgesteld.

Risicofactoren voor het ontwikkelen van prostaatkanker zijn:

  • 65 jaar en ouder
  • Familiegeschiedenis
  • Afro-Amerikaans
  • Genetische veranderingen. Circa 5 tot 10% van de prostaatkankergevallen is het gevolg van een erfelijke aanleg.

Symptomen van prostaatkanker kunnen zijn:

  • Problemen met plassen, zoals pijn, moeite met het starten of stoppen van de stroom, of dribbelen
  • Lage rugpijn
  • Pijn bij ejaculatie

PSA (prostaat-specifiek antigeen) is een eiwit dat in het bloed voorkomt en alleen door de prostaat wordt gemaakt. Met een eenvoudige bloedtest kunt u uw PSA-waarde bepalen en dat kan nuttig zijn bij het vroeg opsporen van prostaatkanker.

Leeftijd

Referentiewaarde PSA

40 tot 49 jaar

2.5

50 tot 59 jaar

3.5

60 tot 69 jaar

4.5

70 tot 79 jaar

6.5

De verschillende stadia van prostaatkanker:
Stadium T1: een tumor die niet wordt opgemerkt bij rectaal toucheren. Slechts zeer weinig kankercellen. De patiënt voelt geen enkel symptoom van de ziekte.
Stadium T2: een kanker voelbaar bij rectaal toucheren (voelt als een harde massa), lijkt beperkt tot de prostaatklier, in een of beide kwabben van de prostaat.
Stadium T3: een kanker die zich uitstrekt tot buiten de prostaat en/of de zaadblaasjes.
Stadium T4: een kanker die zich heeft uitgezaaid naar de organen in de omgeving van de prostaat (blaas, endeldarm, enz.).

Prostaatkanker is niet altijd helemaal te genezen. Er bestaan grofweg twee soorten behandelingen. De eerste is gericht op genezing en de tweede is om de klachten te verminderen en de ziekte af te remmen.

Tonijn-spinazielasagne voor 4 personen

Tonijn-spinazielasagne voor 4 personen
Bereiding & Ingrediënten


Voedingswaarde:
Dit recept levert per persoon 550 kcal, 39 gram eiwit, 25 gram vet en 42 gram koolhydraten oftewel 28 En% eiwit, 41 En% vet en 31 En% koolhydraten. Dit recept bevat 16 En% verzadigd vet en 1.3 gram vezels per 100 kcal. Dit recept heeft een GI-getal van 38.
28 En% eiwit wil zeggen, dat 39 gram eiwit 28% bijdraagt aan het totale caloriegehalte van dit recept van 550 kcal.
Het hoge vetgehalte (>35 En%) en verzadigd vetgehalte (>10 En%) komen door kaas.

Dit recept levert dankzij de spinazie 170 microgram (mcg) foliumzuur.
Eet spinazie voor foliumzuur. De naam foliumzuur is afgeleid van het Latijnse woord “folium”, wat blad betekent. Anders gezegd, bladgroenten bevatten veel foliumzuur.

Dit recept levert dankzij tonijn 11 mg vitamine B3.
Eet tonijn voor vitamine B3. Tonijn is geen vette vis en levert daarom weinig EPA en DHA. Dit recept levert per persoon 255 mg EPA en DHA.
450 mg EPA en DHA per dag verlaagt de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten.

Dit recept bevat teveel vet (>35 En%) en teveel verzadigd vet (>10 En%) en is daarom ongezond. Toch kan dit recept altijd deel uitmaken van een dagelijkse gezonde voeding mits het volgende product maximaal 29 En% vet en maximaal 4 En% verzadigd vet bevat.
29 + 41 = 70. 70/2 = 35 En% vet (richtlijn van een gezonde voeding).
4 + 16 = 20. 20/2 = 10 En% verzadigd vet (richtlijn van een gezonde voeding).

Een ongezonde maaltijd kan altijd deel uitmaken van een dagelijkse gezonde voeding, zolang er maar in de volgende producten gecorrigeerd wordt voor het ongezonde gedeelte van de vorige maaltijd.
Een dagelijkse gezonde voeding is een voeding die voor een groot deel uit gezonde producten/maaltijden bestaat.
Welke producten uit de supermarkt maximaal 29 En% vet en maximaal 4 En% verzadigd vet bevatten, kunt u hier opzoeken.

In combinatie met:
Dit recept in combinatie met 6 sneetjes fijn volkorenbrood en 100 gram blauwe bessen levert 27 gram vezels. Deze combinatie dekt de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid vitamine B3 van 1 dag en levert 210 microgram foliumzuur.

Minimaal 200 microgram foliumzuur is per dag nodig om een hoog homocysteïnegehalte te voorkomen. Een hoog homocysteïnegehalte is een risicofactor voor hart- en vaatziekten. Vandaar dat de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid foliumzuur internationaal op minimaal 200 microgram is vastgelegd.

25-30 gram vezels per dag verlaagt de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten, dikke darmkanker en overgewicht.
30 gram vezels komt overeen met producten die minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal leveren. Welke producten uit de supermarkt 1.5 gram vezels per 100 kcal leveren, kunt u hier opzoeken.

Vervangen door:
Door 150 gram geraspte kaas weg te laten levert dit recept per persoon 415 kcal, 29 gram eiwit, 15 gram vet en 41 gram koolhydraten oftewel 28 En% eiwit, 33 En% vet en 39 En% koolhydraten. Dit recept bevat 6 En% verzadigd vet en 1.7 gram vezels per 100 kcal. Dit recept heeft een GI-getal van 38. Het hoge vezelgehalte (>1.3 gram vezels per 100 kcal) komt door de spinazie.

Dit recept is gezond want een gezonde maaltijd bevat maximaal 750 kcal, maximaal 35 En% vet, maximaal 10 En% verzadigd vet en minimaal 1.3 gram vezels per 100 kcal.

Bereiding & Ingrediënten van tonijn-spinazielasagne voor 4 personen

Bereiding:

  • Verwarm de oven voor op 200 graden Celsius.
  • Laat tonijn op een zeef uitlekken [Er is gekozen voor tonijn op water (dus niet op olie) om het vetgehalte laag te houden].
  • Los de lasagnesaus in 800 ml water en de béchamelsaus in 150 ml water [Er is gekozen om de béchamelsaus niet in melk op te lossen om zo het vetgehalte laag te houden].
  • Breng diepvriesspinazie, tonijn en lasagnesaus in de pan en laat ze 10 minuten koken. Breng de vulling eventueel met peper en zout op smaak en haal de pan van het vuur.
  • Leeg 6 lasagnebladen op de bodem van de ovenschaal, bedek vervolgens met een laag vulling, leg op de vulling weer 6 lasagnebladen en op de lasagnebladen weer een laag vulling. Herhaal dit proces tot er nog 4 lasagnebladen overblijven.
  • Leg deze 4 overgebleven lasagnebladen op de vulling en giet vervolgens de béchamelsaus eroverheen.
  • Garneer de ovenschaal met 150 gram geraspte kaas.
  • Leg de ovenschaal 30 minuten in de oven.
  • Verdeel de ovenschaal over 4 borden.

Ingrediënten:

  • 2 blikjes tonijn (300 gram, uitgelekt)
  • 1 pak diepvriesspinazie (750 gram)
  • Geraspte Goudse kaas 48+ (150 gram)
  • 24 lasagnebladen van Honig (240 gram)
  • Mix lasagnesaus tradizionale van Honig (101 gram lasagnesaus en 28 gram béchamelsaus)
  • Ovenschaal



 

2-4 keer per week vis verlaagt doodgaan aan hart- en vaatziekten


Onderzoeksvraag:
Resultaten van studies over visconsumptie en sterfte aan hart- en vaatziekten zijn inconsistent. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het eten van vis de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 17 cohort studies met 315812 deelnemers en de gemiddelde follow-up duur was 15.9 jaar.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van 1 keer per week vis vergeleken met 1-3 keer per maand, de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten significant met 16% [95% BI = 0.75-0.95] verlaagde. Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het eten van 2-4 keer per week vis vergeleken met 1-3 keer per maand, de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten significant met 21% [95% BI = 0.67-0.92] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten meer dan 5 keer per week vis vergeleken met 1-3 keer per maand, de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten niet-significant met 17% [95% BI = 0.68-1.01] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 15 g vis per dag, de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten significant met 6% [95% BI = 0.90-0.98] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten tot 4 keer per week vis de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Fish consumption and CHD mortality: an updated meta-analysis of seventeen cohort studies by Zheng J, Huang T, [...], Li D.

Link:  
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/21914258

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier meer over hart- en vaatziekten.

1 keer vis komt overeen met 100-150 gram. 

Een hoge vitamine B6-bloedwaarde verlaagt dikke darmkanker


Onderzoeksvraag:
Verlaagt een hoge vitamine B6-bloedwaarde de kans op het krijgen van dikke darmkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 prospectieve cohort studies en 1 geneste patiënt-controle studie tussen 2002 en 2009 met 6064 deelnemers. Deze 9 studies onderzochten de inname van vitamine B6.
4 geneste patiënt-controle studies met 883 gevallen en 1424 controles tussen 2005 en 2009. Deze 4 studies onderzochten de bloedwaarde van vitamine B6.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat de hoogste inname van vitamine B6 via voeding vergeleken met de laagste inname, de kans op het krijgen van dikke darmkanker niet-significant met 10% [95% BI = 0.75-1.07, er was heterogeniteit tussen de studies] verlaagde. Niet-significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat de hoogste vitamine B6-bloedwaarde (150 picomol/mL) vergeleken met de laagste bloedwaarde (12.7 picomol/mL), de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 48% [95% BI = 0.38-0.71, er was geen heterogeniteit tussen de studies] verlaagde. Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging van de bloedwaarde met 100 picomol/mL (=2 keer de standaarddeviatie) de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 49% [95% BI = 0.3-0.69] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat een hoge vitamine B6-bloedwaarde de kans op het krijgen van dikke darmkanker verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Vitamin B6 and Risk of Colorectal CancerA Meta-analysis of Prospective Studies by Larsson SC, Orsini N and Wolk A.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/20233826

Extra informatie van El Mondo:
Zowel vitamine B6 via voeding als via voedingssupplementen kunnen de vitamine B6-bloedwaarde verhogen. Lees hier meer over vitamine B6.
 

Hoeveel E-nummers zitten in Rivella?

 

Product:
Rivella

Bijzonderheden:
Het product bevat natuurlijke ingrediënten.

Natuurlijke ingrediënten:
De woorden “natuurlijke ingrediënten” op de verpakking wekken de suggestie dat dit product gemaakt is met uitsluitend ingrediënten die in de natuur voorkomen. Is dat zo?

De ingrediëntenlijst laat zien dat in dit product karamelsuikersiroop (verantwoordelijk voor de kleur van dit product), acesulfaam K, kaliumsorbaat en natriumbenzoaat zitten. Echter, deze 4 ingrediënten komen in de natuur niet voor. Ze worden kunstmatig geproduceerd. Dus “natuurlijke ingrediënten” op de verpakking zet de consument op het verkeerde been!

Als consument moet u niet zoveel waarde hechten aan de woorden zoals natuurlijke ingrediënten of 100% natuurlijk. De levensmiddelenwetgeving staat namelijk onder “natuurlijk” heel iets anders dan de consument. In principe mag de fabrikant van de wet op alle levensmiddelen de woorden “natuurlijke ingrediënten” zetten!

Koolzuurhoudend water:
Dit product is gemaakt met koolzuurhoudend water. Koolzuurhoudend water is water waarbij het gas koolstofdioxide aan toegevoegd is. Koolstofdioxide opgelost in water wordt namelijk koolzuur genoemd. Koolstofdioxide is voor de wet E290. Door koolzuurhoudend water op de verpakking te zetten ontwijkt de fabrikant het gebruik van E290.

Koolzuur verlaagt de zuurgraad van het product. Het verlagen van de zuurgraad is een conserveringstechniek. Koolzuur is te herkennen aan het woord “sprankelend” op de verpakking.

Koolzuur is slecht voor het tandglazuur omdat het tandglazuur aantast.

Melkzuur:
In dit product zit het voedingszuur melkzuur. Voedingszuur is voor de wet een E-nummer. melkzuur is nodig om het product naar een vereiste zuurgraad van rond 3.5 te brengen. Een zuurgraad van rond 3.5 is nodig om het product enkele maanden mee te geven. Anders gezegd, een zuurgraad van 3.5 is een conserveringstechniek.

Melkserum:
In dit product zit melkserum. Melkserum is een ander woord voor melkpermeaat. Melkpermeaat wordt aan frisdrank toegevoegd om zo geen belasting over hoeft te betalen.
De wet verplicht de fabrikant over frisdranken belasting te betalen (wat het product duurder maakt), vastgelegd in het Warenwetbesluit Vruchtensappen. Maar door melkserum aan frisdrank toe te voegen, valt het desbetreffende frisdrank niet meer onder het Warenwetbesluit Vruchtensappen maar onder het Warenwetbesluit Zuivel. Producten die onder het Warenwetbesluit Zuivel vallen, hoeven geen belasting te betalen.

Zit er E-nummers in?
Ja in dit product zitten 7 E-nummers. Koolzuurhoudend water is E290, melkzuur is E270, cyclaamzuur is E952, acesulfaam K is E950, sacharine is E954, kaliumsorbaat is E202 en natriumbenzoaat is E211.

Voor de consument is het heel moeilijk om E-nummers op de verpakking te herkennen want een E-nummer bestaat voor de wet uit een naam en een nummer. De fabrikant is niet wettelijk verplicht een E-nummer als nummer te vermelden.
Waarom de ene fabrikant een E-nummer als nummer vermeldt en de andere niet, heeft te maken met de bedrukkosten van de verpakking, het imago van een E-nummer en de ruimte in de ingrediëntenlijst.
Zo heeft aspartaam een slechte imago bij de consument en wordt daarom vaak als E951 weergegeven, terwijl vitamine C beter bij de consument ligt dan E300. E300 neemt in de ingrediëntenlijst minder plaats in dan vitamine C.

Voedingswaarden:
Dit product levert 0 En% eiwit, 0 En% koolhydraten (waarvan 100 En% eenvoudige suikers) en 0 En% vet. Het product bevat 0.01 gram natrium per 100 ml.
 

Bleekselderijstampot met spekjes voor 4 personen

Bleekselderijstampot met spekjes voor 4 personen

Bereiding & Ingrediënten

Voedingswaarde:
Dit recept bevat per persoon 680 kcal, 28 gram eiwit, 34 gram vet en 65 gram koolhydraten oftewel 17 En% eiwit, 45 En% vet en 38 En% koolhydraten. Dit recept bevat 17 En% verzadigd vet en 1 gram vezel per 100 kcal.
45 En% vet wil zeggen, dat 34 gram vet 45% bijdraagt aan 680 kcal van de maaltijd.

Het hoge vetgehalte (>35 En%) en verzadigd vetgehalte (>10 En%) van deze maaltijd worden veroorzaakt door de spekblokjes. Deze maaltijd is daarom niet gezond want een gezonde maaltijd bevat maximaal 35 En% vet, maximaal 10 En% verzadigd vet en minimaal 1.3 gram vezels per 100 kcal.

Deze maaltijd bevat teveel vet (45 En%), teveel verzadigd vet (17 En%) en te weinig vezel (1 gram vezels per 100 kcal) en daarom moet in het volgende product gecorrigeerd worden voor het ongezonde deel van deze maaltijd.
Het volgende product mag maximaal 25 En% vet, maximaal 3 En% verzadigd vet en minimaal 2.6 gram vezels per 100 kcal bevatten.
45 + 25 = 70. 70/2 = 35 En% vet.
17 + 3 = 20. 20/2 = 10 En% verzadigd vet.
1 + 1.6 = 2.6. 2.6/2 = 1.3 gram vezels per 100 kcal.
Ongezonde maaltijden kunnen altijd deel uitmaken van een dagelijkse gezonde voeding mits in de volgende maaltijd/producten maar gecorrigeerd wordt voor het ongezonde deel van de vorige maaltijd.
Welke producten in de supermarkt maximaal 25 En% vet, maximaal 3 En% verzadigd vet en minimaal 1.6 gram vezels per 100 kcal bevatten, kunt u hier opzoeken.

In combinatie met:
Dit recept in combinatie met 6 sneetjes tarwebrood en 100 gram gedroogde abrikozen levert 30 gram vezels. Suikerpatiënten worden aangeraden dagelijks 30-40 gram voedingsvezels te eten.
25-30 gram (voedings)vezels per dag verlaagt de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten, dikke darmkanker en overgewicht.
Het eten van volkorenbrood en gedroogde fruit is een goede manier om vezels binnen te krijgen.
30 gram vezels per dag komt overeen met een dagelijkse voeding die minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal bevat.

Vervangen door:
Door 500 gram spekblokjes te vervangen door 400 gram rookworst levert de maaltijd per persoon 640 kcal, 25 gram eiwit, 33 gram vet en 60 gram koolhydraten oftewel 16 En% eiwit, 46 En% vet en 38 En% koolhydraten. Deze vervanging levert 17 En% verzadigd vet en 1.1 gram vezels per 100 kcal.
Deze vervanging heeft geen invloed op het GI-getal. Het GI-getal blijft 76. Het hoge GI-getal komt door de aardappelen (wetenschappelijke studies tonen aan dat voor aardappelen het GI-getal niet de juiste manier is om de snelheid van opname van het suikergehalte in het product weer te geven).

Maaltijden met rookworst of met spekblokjes bevatten over het algemeen teveel vet (>35 En%) en teveel verzadigd vet (>10 En%) en zijn dus ongezond.

Bereiding & Ingrediënten van bleekselderijstampot met spekjes voor 4 personen

Bereiding:

  • Schil en kook de aardappelen in 15-20 minuten gaar [Aardappelen moeten gekookt gegeten worden omdat ze voor 20% uit onverteerbaar zetmeel bestaan].
  • Snijd de bleekselderij in smalle boogjes en de bosui in stukjes.
  • Blancheer de bleekselderij 2 minuten in ruim water [Door het blancheren, wordt de kleur behouden].
  • Bak de spekblokjes in een droge, hete pan krokant [Spekblokjes kunnen in eigen vet gebakken worden waardoor geen bakolie gebruikt hoeft te worden].
  • Giet de aardappelen en de bleekselderij af. Meng de spekblokjes, bosui en melk erdoor en stamp het geheel tot een grove stamppot [Er is gekozen voor halfvolle melk omdat die minder verzadigd vet bevat dan volle melk].
  • Breng de stamppot met peper en zout op smaak.

Ingrediënten:

  • Aardappelen (1.3 kg, geschild)
  • 1 bos bleekselderij (700 gram)
  • Gerookte spekblokjes (500 gram)
  • 3 stengels bosuitje (45 gram)
  • Halfvolle melk (125 ml)
  • Peper en zout

 

Minimaal 1 keer per week vis verlaagt hartfalen


Onderzoeksvraag:
De associatie tussen visconsumptie en het krijgen van hartfalen (HF) is inconsistent. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 5 prospectieve cohort studies (tussen 1953 tot juni 2012) met 170231 deelnemers, waarvan 4750 personen met hartfalen. De gemiddelde follow-up duur was 9.7 jaar.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van 5 keer vis per week of meer, de kans op het krijgen van hartfalen significant met 14% [95% BI = 0.84-0.99] verlaagde. Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het eten van 2-4 keer vis per week, de kans op het krijgen van hartfalen significant met 13% [95% BI = 0.81-0.95] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van 1 keer vis per week, de kans op het krijgen van hartfalen significant met 9% [95% BI = 0.84-0.99] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van 1-3 keer vis per maand, de kans op het krijgen van hartfalen niet-significant met 1% [95% BI = 0.91-1.08] verlaagde. Niet-significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 20 gram vis per dag, de kans op het krijgen van hartfalen significant met 6% [95% BI = 0.90-0.97, p voor trend = 0.001] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van minimaal 1 keer per week vis de kans op het krijgen van hartfalen verlaagde en dat elke 20 gram vis per dag, de kans op het krijgen van hartfalen met 6% verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Fish consumption and incidence of heart failure: a meta-analysis of prospective cohort studies by Li YH, Zhou CH, […], Hui RT.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/23489806

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier meer over visstudies.

Lees hier meer over overzichtsartikel, cohort studies, 95% BI en significantie.


 

Studies 2013

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken naar de realtie tussen voeding en sporten.

De overzichtsartikelen (meta-analyses) van gerandomiseerde, placebo-gecontroleerde dubbelblinde humane studies (RCT’s) geven antwoord op de volgende vraag:
“Is het slikken van voedingssupplementen zinvol?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

De overzichtsartikelen (meta-analyses) van cohort studies of van patiënt-controle studies geven antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen?”.

  1. Lycopeensupplementen verlichten mogelijk de oxidatieve stress
  2. 500-2000 mg vitamine C verlaagt mogelijk inspanningsastma
  3. 200 mg vitamine C per dag verlaagt de kans op een verkoudheid bij sporters

500-2000 mg vitamine C verlaagt mogelijk inspanningsastma

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van vitamine C de inspanning-geïnduceerde bronchoconstrictie (inspanningsastma)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 3 RCT’s met 40 deelnemers.
Er was geen heterogeniteit (I2=0%) want de fixed effect model werd gebruikt.
De dosering van vitamine C was 0.5-2 gram voor 1 dag of voor meerdere dagen. De gemiddelde leeftijd in 1 studie was 14 jaar en 25 en 26 jaar in andere 2 studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine C vlak voor de inspanning de kans op het krijgen van de inspanning-geïnduceerde bronchoconstrictie significant verlaagde. De afname van de postinspanning FEV1 (FEV1 = geforceerde uitademingsvolume in 1 sec) verminderde significant met 8.4% [95% BI = 4.6-12%, p<0.001].

De onderzoeker concludeerde dat mensen die lijden aan inspanning-geïnduceerde bronchoconstrictie mogelijk baat hadden bij het slikken van 500-2000 mg vitamine C vlak voor de inspanning. Mogelijk omdat er te weinig studies voor handen waren en de studies bevatten bovendien weinig deelnemers.

Oorspronkelijke titel:
Vitamin C may alleviate exercise-induced bronchoconstriction: a meta-analysis by Hemilä H.

Link:
http://bmjopen.bmj.com/content/3/6/e002416.full

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier meer over vitamine C.
Het is niet mogelijk via voeding 500 mg vitamine C binnen te krijgen.

 

200 mg vitamine C per dag verkort de duur van een verkoudheid


Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van vitamine C de kans op het krijgen van een verkoudheid?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 29 RCT’s met 11306 deelnemers.

De dosering van vitamine C was minimaal 200 mg per dag.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine C in de gewone populatie de kans op het krijgen van een verkoudheid niet-significant met 3% [95% BI = 0.94-1.00] verlaagde. Niet-significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden in 5 RCT’s met 598 deelnemers die fysieke inspanningen verrichtten, dat het slikken van vitamine C de kans op het krijgen van een verkoudheid significant met 52% [95% BI = 0.35-0.64] verlaagde. Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine C de duur van een verkoudheid bij volwassenen significant met 8% [95% BI = 3-12%] verkortte en bij kinderen was dat 14% [95% BI = 7-21%].

De onderzoekers vonden dat het slikken van 1-2 gram vitamine C per dag de duur van een verkoudheid bij kinderen significant met 18% verkortte. Significant wil zeggen, er kan met een 95% betrouwbaarheid gezegd worden dat het slikken van 1-2 gram vitamine C per dag de duur van een verkoudheid bij kinderen werkelijk verkortte.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van minimaal 200 mg vitamine C per dag de kans op het krijgen van een verkoudheid alleen bij mensen die fysieke inspanningen (marathonlopers, skiërs en soldaten op subarctisch oefeningen) verrichtten, verlaagde. Verder verlaagde het slikken van minimaal 200 mg vitamine C per dag de duur van een verkoudheid.

Oorspronkelijke titel:
Vitamin C for preventing and treating the common cold by Hemilä H and Chalker E.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/23440782

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier meer over vitamine C.
200-300 gram groenten en 2-5 stuks fruit per dag leveren gemiddeld 200 mg vitamine C.
Deze maaltijd levert 210 mg vitamine C.

Een overzichtsartikel van RCT’s geeft antwoord op de volgende vraag:”Is het slikken van voedingssupplementen zinvol?”
Een overzichtsartikel is een verzameling van tot nu toe verkrijgbare wetenschappelijke  artikelen over een bepaalde onderwerp.

 

Waarom staat niets over taurine op Redbull?

Redbull

Product:
RedBull energy drink.

Bijzonderheden:
Het product bevat taurine en stimuleert lichaam en geest.

Stimuleert lichaam en geest:
Stimuleert lichaam en geest is de vrije vertaling van “helpt je concentratie te verhogen en helpt je alertheid te verbeteren”. Helpt je concentratie te verhogen en helpt je alertheid te verbeteren zijn twee goedgekeurde gezondheidsclaims van cafeïne. Anno 2013 is bij de levensmiddelenwetgeving alleen toegestaan goedgekeurde gezondheidsclaims op de verpakking van levensmiddelen  te zetten. De Europese Voedselveiligheidsautoriteit (EFSA) heeft deze twee gezondheidsclaims van cafeïne goedgekeurd bij minimaal 75 mg cafeïne per portie, in dit geval per blikje. Dit product levert per blikje 114 mg cafeïne en mag dus deze 2 gezondheidsclaims van cafeïne op de verpakking zetten!

Cafeïne heeft de eigenschap dat het heel snel in het lichaam werkt en de positieve werking is al merkbaar bij 75 mg cafeïne. Anders gezegd, dat u na het drinken van dit product weer fit en alert voelt komt alleen door cafeïne en niet door de toegevoegde taurine, inositol of vitaminen. Met andere woorden, de positieve werking van RedBull kunt u ook bereiken met 1.5-2 kopjes koffie, want 1 kopje koffie levert gemiddeld 75 mg cafeïne!

Bij kinderen kunnen 5 mg cafeïne per kg lichaamsgewicht gedragsproblemen veroorzaken.

Alle gezondheidsclaims van voedingstoffen op de verpakking van levensmiddelen en voedingssupplementen dienen anno 2013 goedgekeurd te worden door de EFSA.

Taurine:
Dit product bevat taurine. Aan taurine wordt in het verleden de volgende werking geclaimd: verbeter de weerstand, verminder de vermoeidheid tijdens inspanning, nodig voor de werking van de spieren, zoals hartspier. Maar anno 2013 heeft de EFSA geen enkele werking (=gezondheidsclaims) van taurine goedgekeurd. Dat wil zeggen, de EFSA acht het niet wetenschappelijke bewezen dat taurine de weertand verbetert, enz.. Dat is ook de reden dat op de verpakking van dit product geen enkele gezondheidsclaims van taurine staan! De fabrikant mag alleen van de EFSA op de verpakking zetten “bevat taurine”.

Op de verpakking staat “bevat taurine”. Hiermee claimt de fabrikant dat in dit product taurine zit en daarom moet hij van de wet het percentage taurine in de ingrediëntenlijst vrijgeven. Dit product bevat 0.4% taurine. De fabrikant claimt niet dat in dit product ook suiker zit en daarom hoeft hij van de wet het percentage suiker (in de vorm van sacharose en glucose) in de ingrediëntenlijst niet te vermelden. Aangezien de fabrikant tijdens de productie suiker heeft toegevoegd mag hij van de wet niet de voedingsclaim “geen toegevoegde suikers” op de verpakking zetten.

De fabrikant is altijd tegen het vermelden van de percentages in de ingrediëntenlijst want dat maakt het voor de concurrent makkelijker om het product na te maken. Levensmiddelen worden namelijk niet door het patentrecht beschermd!

Inositol:
Dit product bevat inositol maar anno 2013 heeft de EFSA geen enkele werking van inositol goedgekeurd. Inositol wordt net als taurine in het lichaam geproduceerd. Het lichaam is niet afhankelijk van de hoeveelheid buitenaf (te denken aan levensmiddelen en voedingssupplementen).

Wanneer de fabrikant een voedingsstof (zoals taurine, inositol of cafeïne) aan zijn product toevoegt maar vervolgens de werking van de desbetreffende voedingsstof niet op de verpakking toelicht, dan wil dat zeggen dat de EFSA de werking van de desbetreffende voedingsstof niet wetenschappelijk bewezen acht. Anders gezegd, het is zonde van het geld om de desbetreffende voedingsstof (extra) binnen te krijgen.

Vitaminen:
Op de verpakking valt te lezen “vitaminen dragen bij tot normale mentale prestaties en helpen de vermoeidheid en uitputting te verminderen. Dit zijn door de EFSA goedgekeurde gezondheidsclaims van vitamine B2, B5 (pantotheenzuur), B6 en B12. De fabrikant mag deze gezondheidsclaims op de verpakking zetten wanneer het product minimaal 15% ADH per 100 ml levert. Dit product levert per 100 ml 40% ADH vitamine B2, B5, B6 en B12 en voldoet dus aan de wet.

Wat de fabrikant niet bij vertelt is dat vitaminen niet direct werken in het lichaam. De vitaminevorm (de zogenaamde voedingsvorm) die aan dit product wordt toegevoegd, heeft namelijk in het lichaam geen functies. De voedingsvorm van vitamine wordt eerst in het lichaam omgezet in de lichaamsvormen en alleen de lichaamsvormen dragen bij tot normale mentale prestaties en helpen de vermoeidheid en uitputting te verminderen. Echter, de omzetting van voedingsvorm in lichaamsvormen duurt dagen. Anders gezegd, uw vermoeidheid wordt echter niet uitgesteld omdat een blikje RedBull toevallig vitaminen bevat!

Vitaminen werken nooit direct in het lichaam omdat de voedingsvorm van vitaminen in het lichaam eerst omgezet moet worden in de lichaamsvormen.

Koolzuurhoudend:
Dit product is koolzuurhoudend. Koolzuur wordt toegevoegd om het product te conserveren en om een koud mondgevoel te geven. Tijdens het drinken wordt namelijk koolzuur (zit opgelost in water) in de mond omgezet in koolzuurgas. Deze omzetting kost energie en de hiervoor benodigde energie wordt in de vorm van warmte aan de mond onttrokken. Hierdoor daalt tijdelijk de temperatuur in de mond en dat geeft een verfrissend mondgevoel. Hoe meer koolzuur (opgelost in water) in de mond omgezet wordt in koolzuurgas, des verfrissender het mondgevoel is.

Koolzuur lost bij lage temperatuur (zoals koelkasttemperatuur) beter op in water. Anders gezegd, een koud blikje RedBull geeft een meest verfrissend mondgevoel, vandaar ijskoud het lekkerst! op de verpakking.

Citroenzuur en voedingszuur:
Dit product bevat citroenzuur en voedingszuur. Citroenzuur en voedingszuur zijn naast koolzuur nodig om het product te conserveren.

Citroenzuur en koolzuur zorgen ervoor dat dit product een zuurgraad heeft van rond 3.5. Een zuurgraad van rond 3.5 (een conserveringstechniek) is nodig om het product een aantal maanden mee te geven. Een zuurgraad van rond 3.5 is slecht voor het tandglazuur. Maar een zuurgraad van rond 3.5 (komt overeen met de smaak van een zure appel) smaakt toch zuur? Dat klopt, maar de zure smaak in dit product wordt gemaskeerd door voedingszuur en de toegevoegde suikers.

Het toevoegen van suikers is een manier om de zure smaak van een product te maskeren. Een bekend voorbeeld is Coca Cola. Coca Cola bevat heel veel suiker omdat suiker nodig is om de zure smaak veroorzaakt door de toegevoegde fosforzuur te maskeren. Fosforzuur is op haar beurt weer nodig om het product te conserveren.

Zit er E-nummers in?
Ja in dit product zitten 5 E-nummers. Koolzuur is E290, natriumcitraat is E331, magnesiumcarbonaat is E504, citroenzuur is E330 en caramel is E150.

Voor de consument is het heel moeilijk om E-nummers op de verpakking te herkennen want een E-nummer bestaat voor de wet uit een naam en een nummer. De fabrikant is niet wettelijk verplicht een E-nummer als nummer te vermelden.
Waarom de ene fabrikant een E-nummer als nummer vermeldt en de andere niet heeft te maken met de bedrukkosten van de verpakking, het imago van een E-nummer en de ruimte in de ingrediëntenlijst.
Zo heeft aspartaam een slecht imago bij de consument en wordt daarom vaak als E951 weergegeven, terwijl vitamine C beter ligt bij de consument dan E300.

Voedingswaarden:
Dit product levert 0 En% eiwit, 97.77 En% koolhydraten (waarvan 97.77 En% eenvoudige suikers) en 0 En% vet. Door het hoge gehalte aan eenvoudige suikers smaakt het product zoet.

Het is anno 2013 wetenschappelijk bewezen dat suikerrijke producten bijdragen aan het overgewicht. Dat is de reden achter Coca Cola Zero.
Suikerrijke producten bevatten meer dan 70 En% koolhydraten en/of meer dan 25 En% eenvoudige suikers. Met andere woorden, dit product is suikerrijk!

Meer onderzoek nodig naar hoog-eiwit dieet en het voorkomen van overgewicht


Onderzoeksvraag:
Verlaagt een hoog-eiwit dieet op langer termijn het lichaamsgewicht?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 15 RCT’s met een follow-duur  (de duur van de studie) van minstens 12 maanden.

Een hoog-eiwit dieet bevat 25 En% eiwit of hoger en een laag-vet dieet bevat 20-30 En% vet.

Heterogeniteit en publicatie bias konden niet worden uitgesloten.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoog-eiwit dieet vergeleken met een laag-eiwit dieet, geen significante verschillen gaf in het gewicht, de middelomtrek, het vetmassa, het bloedlipidengehalte (totale cholesterol, LDL-cholesterol, HDL-cholesterol, triacylglycerolen), het C-reactief proteïnegehalte, de diastolische en systolische bloeddruk, het nuchter glucosegehalte en het HbA1c-gehalte.
Geen significantie wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat een hoog-eiwit dieet vergeleken met een laag-eiwit dieet, het nuchter insulinegehalte significant met 0.71 μIU/mL [95% BI = -1.36 tot -0.05, p = 0.03] verlaagde. Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden in een sensitiviteitsanalyse van 8 RCT´s dat een hoog-eiwit dieet vergeleken met een laag-vet dieet,  het HDL cholesterolgehalte significant met 1.50 mg/dL [95% BI 0.37 tot 2.62, p = 0.009] verhoogde.

Op grond van de gevonden resultaten concludeerden de onderzoekers dat het nog voorbarig is om een hoog-eiwit dieet voor te schrijven in de strijd tegen overgewicht.

Oorspronkelijke titel:
Long-term effects of low-fat diets either low or high in protein on cardiovascular and metabolic risk factors: a systematic review and meta-analysis by Schwingshackl  L and Hoffmann G.

Link:
http://www.nutritionj.com/content/12/1/48

Extra informatie van El Mondo:
Een makkelijke manier om een hoog-eiwit dieet (25 En% ewit of hoger) te volgen, is te kiezen voor producten/maaltijden die ook 25 En% eiwit of hoger leveren.
Welke producten in de supermarkt 25 En% eiwit leveren, kunt u hier opzoeken.
Welke producten in de supermarkt 20-30 En% vet leveren, kunt u hier opzoeken.
Deze maaltijd bevat 27 En% eiwit.

Visoliesupplementen verlagen mogelijk suikerziekte type 2


Onderzoeksvraag:
Verhoogt het slikken van visoliesupplementen het adiponectinegehalte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 14 RCT’s met 682 deelnemers in de visolie-groep en 641 in de placeco-groep.

Er was sprake van heterogeniteit (I2 = 72.9%) en publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van visoliesupplementen het adiponectinegehalte significant met 0.37 g/mL [95% BI = 0.07-0.67, p = 0.02] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat visoliesupplementen mogelijk het adiponectinegehalte verhoogde. Mogelijk omdat er sprake was van publicatie bias en onverklaarbare heterogeniteit.

Oorspronkelijke titel:
Effect of Fish Oil on Circulating Adiponectin: A Systematic Review and Meta-Analysis of Randomized Controlled Trials by Wu JHY, Cahill LE and Mozaffarian D.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/23703724

Extra informatie van El Mondo:
In visoliesupplementen zitten voornamelijk de visvetzuren EPA en DHA. Lees hier meer over EPA en DHA.

De conclusie van een overzichtsartikel is pas betrouwbaar wanneer er geen sprake is van heterogeniteit en publicatie bias.

Mensen met overgewicht (BMI >25) hebben een lager adiponectinegehalte dan mensen met een gezond gewicht (BMI = 18.5-25).
Adiponectine is een hormoon dat vrijwel alleen wordt gemaakt en afgegeven door het vetweefsel. Hoge gehaltes van dit hormoon in het bloed hangen samen met een hoge insulinegevoeligheid en een lager risico op hart- en vaatziekten en diabetes type 2.
Overgewicht is een belangrijke oorzaak van hart- en vaatziekten en diabetes type 2.