Voeding en gezondheid

Vegetarisch dieet verlaagt hart- en vaatziekten en kanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt een vegetarisch dieet de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten en kanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 86 cross-sectionele studies en 10 prospectieve cohort studies.

Resultaten en conclusies:                              
De onderzoekers vonden in cross-sectionele studies dat het BMI, het totale cholesterol, LDL-cholesterol en het glucosegehalte van vegetariers significant lager waren dan van vleeseters.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat vegetariers een 25% [RR = 0.75, 95% BI = 0.68 tot 0.82] significant verlaagde risico op het krijgen van ischemische hartziekte hadden dan vleeseters.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat vegetariers een 8% [RR = 0.92, 95% BI = 0.87 tot 0.98] significant verlaagde risico op het krijgen van kanker hadden dan vleeseters. Echter, dit verlaagde risico was niet significant voor het type kanker.

De onderzoekers vonden geen significant verschil tussen vegetariers en vleeseters voor de kans op het krijgen van cardiovasculaire en cerebrovasculaire ziekten, all-cause mortaliteit (doodgaan aan alle oorzaken) en kankermortaliteit (doodgaan aan kanker).

De onderzoekers vonden dat veganisten een 15% [RR = 0.85, 95% BI = 0.75 tot 0.95] significant verlaagde risico op het krijgen van kanker hadden dan vleeseters.

De onderzoekers concludeerden dat het volgen van een vegetarisch dieet de kans op het krijgen van ischemische hartziekte en kanker verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Vegetarian, vegan diets and multiple health outcomes: a systematic review with meta-analysis of observational studies by Dinu M, Abbate R, […], Sofi F.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/26853923

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier meer over het verlagen van hart- en vaatziekten en kanker en  het volgen van een vegetarisch dieet.

Een vegetarisch dieet is een dieet zonder dierlijke producten met maximaal 35 En% vet, maximaal 7 En% verzadigd vet en minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal. Welke plantaardige producten uit de supermarkt maximaal 35 En% vet, maximaal 7 En% verzadigd vet en minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal bevatten, kunt u hier opzoeken.

 

Een hoog serum seleniumgehalte verlaagt maagkanker onder vrouwen en niet-rokers

Onderzoeksvraag:
Verlaagt een hoog seleniumgehalte de kans op het krijgen van maagkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 5 patënt-controle studies en 3 cohort studies met in totaal 17834 deelnemers.  

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in patiënt-controle studies dat een hoog seleniumgehalte de kans op het krijgen van maagkanker significant met 39% [OR = 0.61, 95% BI = 0.40-0.93, p = 0.02] verlaagde.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat een hoog seleniumgehalte de kans op het krijgen van maagkanker significant met 14% [OR = 0.86, 95% BI = 0.78-0.96, p = 0.006] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoog seleniumgehalte de kans op het krijgen van maagkanker onder Aziaten significant met 17% [OR = 0.83, 95% BI = 0.77-0.89, p 0.00001] verlaagde.
Onder blanken was dat 47% [OR = 0.53, 95% BI = 0.32-0.88, p = 0.02], onder vrouwen was dat 18% [OR = 0.82, 95% BI = 0.74-0.90, p 0.0001]. Echter, dit significant verlaagde risico werd niet teruggevonden in mannen [OR = 0.90, 95% BI = 0.80-1.02, p = 0.09].

De onderzoekers vonden dat een hoog serum seleniumgehalte de kans op het krijgen van maagkanker significant met 18% [OR = 0.82, 95% BI = 0.76-0.88, p 0.00001] verlaagde. Echter, dit verlaagde risico was niet significant voor teennagelselenium [OR = 0.65, 95% BI = 0.40-1.07, p = 0.09].

De onderzoekers vonden dat een hoog seleniumgehalte de kans op het krijgen van maagkanker onder niet-rokers significant met 20% [OR = 0.80, 95% BI = 0.70-0.92, p = 0.001] verlaagde. Echter, dit verlaagde risico was niet significant voor rokers [OR = 0.94, 95% BI = 0.77-1.14, p = 0.53]. Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.  

De onderzoekers vonden dat een hoog seleniumgehalte de kans op doodgaan aan maagkanker significant met 10% [OR = 0.90, 95% BI = 0.84-0.97, p = 0.006, I2 = 49%] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat een hoog serum seleniumgehalte de kans op het krijgen van maagkanker onder vrouwen en niet-rokers verlaagde. Daarnaast verlaagde een hoog seleniumgehalte ook de kans op doodgaan aan maagkanker.

Oorspronkelijke titel:
Meta-analysis of the association between selenium and gastric cancer risk by Gong HY, He JG and Li BS.

Link:
http://www.impactjournals.com/oncotarget/index.php?journal=oncotarget&page=article&op=view&path[]=7205&path[]=20561

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over selenium en kanker.
 

Veel vitamine C via voeding verlaagt mogelijk alvleesklierkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van veel vitamine C de kans op het krijgen van alvleesklierkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 14 patiënt-controle studies (3818 mensen met alvleesklierkanker en 10115 mensen zonder alvleesklierkanker) en 6 cohort studies (met 1140 mensen met alvleesklierkanker onder 278000 deelnemers. De follow-up duur varieerde tussen 7.1 en 21 jaar).

Er was publicatie bias in patiënt-controle studies maar niet in cohort studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 20 studies dat het eten van veel vitamine C vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van alvleesklierkanker significant met 34% [OR = 0.66, 95% BI = 0.58-0.75, I2 = 35.8%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in patiënt-controle studies dat een hoge consumptie van vitamine C vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van alvleesklierkanker significant met 42% [OR = 0.58, 95% BI = 0.52-0.66, I2 = 0%] verlaagde. Echter, dit verlaagde risico was niet significant onder cohort studies [ RR = 0.93, 95% BI = 0.78-1.11, I2 = 0%].

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel vitamine C de kans op het krijgen van alvleesklierkanker mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat het verlaagde risico niet significant was in cohort studies en bovendien was er publicatie bias in patiënt-controle studies.

Oorspronkelijke titel:
Vitamin C Intake and Pancreatic Cancer Risk: A Meta-Analysis of Published Case-Control and Cohort Studies by Hua YF, Wang GQ, [...],, Lu CD.

Link:
http://journals.plos.org/plosone/article?id=10.1371/journal.pone.0148816

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het eten van vitamine C en kanker.
Lees hier meer over cohort studies en publicatie bias.
Vitamine C-rijke maaltijden zijn maaltijden met minimaal 100 mg vitamine C.

Een hoge consumptie van koolhydraten verhoogt maagkanker onder mannen en Aziaten

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het eten van veel koolhyraten de kans op het krijgen van maagkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 21 studies met ongeveer 540000 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge consumptie van koolhydraten via voeding de kans op het krijgen van maagkanker niet significant met 17% [gepoolde RR = 1.17, 95% BI = 0.91-1.50] verhoogde. Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat een hoog GL-dieet de kans op het krijgen van maagkanker niet significant met 6% [gepoolde RR = 1.06, 95% BI = 0.90-1.26] verhoogde. Niet significant want RR van 1 zat in de 95% betrouwbaarheidsinterval van 0.90 tot 1.26. RR van 1 wil zeggen, er is geen risico. 

De onderzoekers vonden dat een hoog GI-dieet de kans op het krijgen van maagkanker niet significant met 17% [gepoolde RR = 1.17, 95% BI = 0.80-1.69] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat een hoog GL-dieet de kans op het krijgen van maagkanker onder mannen significant met 41% [gepoolde RR = 1.41, 95% BI = 1.04-1.92] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat een hoge consumptie van koolhydraten via voeding de kans op het krijgen van maagkanker onder mannen significant met 52% [gepoolde RR = 1.52, 95% BI = 1.10-2.08] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat een hoge consumptie van koolhydraten via voeding de kans op het krijgen van maagkanker onder Aziaten significant met 69% [gepoolde RR = 1.69, 95% BI = 1.36-2.09] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat een hoge consumptie van koolhydraten via voeding, de kans op het krijgen van maagkanker onder mannen en Aziaten verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Association between dietary carbohydrate intake, glycemic index and glycemic load, and risk of gastric cancer by Ye Y, Wu Y, [...], Xia D.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/26873099

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het eten van koolhyraten en kanker.

Een voeding met veel koolhydraten is een voeding met meer dan 70 En% koolhydraten. 70 En% koolhydraten wil zeggen dat het aantal gram koolhydraten 70% bijdraagt aan het totale caloriegehalte van de desbetreffende voeding.
Een hoog GI-dieet/GL-dieet is een dieet met meer dan 25 En% suikers en minder dan 1.3 gram vezels per 100 kcal. Welke producten uit de supermarkt minder dan 25% suikers en minstens 1.3 gram vezels per 100 kcal bevatten, kunt u hier opzoeken.

4-6 maanden na de geboorte is de beste tijd om gluten te introduceren bij baby’s

Onderzoeksvraag:
Wanneer is de beste tijd om gluten te introduceren bij baby’s?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 2 RCT’s, 10 cohort studies en 1 patiënt-controle studie.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het introduceren van gluten bij baby’s na 6 maanden vergeleken met 4-6 maanden na de geboorte, de kans op het krijgen van een glutenallergie significant met 25% [risk ratio = 1.25, 95% BI = 1.08-1.45] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het geven van borstvoeding vergeleken met zonder borstvoeding, de kans op het krijgen van een glutenallergie niet significant met 45% [OR = 0.55, 95% BI = 0.28-1.10, I2 = 92%] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het introduceren van gluten bij baby’s na 6 maanden de kans op het krijgen van een glutenallergie verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Gluten Introduction to Infant Feeding and Risk of Celiac Disease: Systematic Review and Meta-Analysis by Pinto-Sánchez MI, Verdu EF, […], Moayyedi P.

Link:
http://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S0022347615010458

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over zwangerschap.

Dagelijks 50 mg vitamine C via voeding verlaagt mogelijk voorstadium van baarmoederhalskanker

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van vitamine C de kans op het krijgen van cervicale neoplasie (het voorstadium van baarmoederhalskanker)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 1 prospectieve cohort studie en 11 patiënt-controle studies.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in de overall analyse, dat het eten van vitamine C de kans op het krijgen van cervicale neoplasie (het voorstadium van baarmoederhalskanker) significant met 42% [OR = 0.58, 95% BI = 0.44 tot 0.75, p 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 50 mg vitamine C per dag, de kans op het krijgen van cervicale neoplasie (het voorstadium van baarmoederhalskanker) significant met 8% [OR = 0.92, 95% BI = 0.89 tot 0.94, p 0.05] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat minimaal 50 mg vitamine C per dag, de kans op het krijgen van cervicale neoplasie (het voorstadium van baarmoederhalskanker) mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat het overzichtsartikel alleen maar patiënt-controle studies kende.

Oorspronkelijke titel:
Association between vitamin C Intake and the risk of cervical neoplasia: A meta-analysis by Cao D, Shen K, [...], Wu D.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/26731169

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het eten van vitamine C en kanker.

Baarmoederhalskanker komt voor bij vrouwen van alle leeftijden, maar het meest bij vrouwen van 35 tot 50 jaar. Bij baarmoederhalskanker speelt het humaan papillomavirus (HPV) een rol. Dit virus wordt door geslachtsgemeenschap overgebracht. HPV komt bij veel vrouwen voor: ongeveer 80 procent van de vrouwen krijgt ooit een HPV-infectie.


Deze maaltijden leveren minimaal 100 mg vitamine C.

 

Caffeïnebevattende koffie verlaagt melanoom onder vrouwen

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het drinken van koffie de kans op het krijgen van een melanoom?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 2 patiënt-controle studies met 846 mensen met melanoom en 843 mensen zonder melanoom en 5 prospectieve cohort studies met 844246 deelnemers, waarvan 5737 mensen met melanoom.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het drinken van veel caffeïnebevattende koffie vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van een melanoom significant met 19% [gepoolde RR = 0.81, 95% BI = 0.68-0.97, I2 = 63.5%] verlaagde.
Echter, dit verlaagde risico was niet significant voor caffeïnevrije koffie [gepoolde RR = 0.92, 95% BI = 0.81-1.05, I2 = 0%]. Niet signficant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 1 kopje koffie per dag, de kans op het krijgen van een melanoom significant met 4.5% [RR = 0.955, 95% BI = 0.912-0.999] verlaagde.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat het drinken van veel caffeïnebevattende koffie vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van een melanoom significant met 16% [gepoolde RR = 0.84, 95% BI = 0.71-0.99] verlaagde.
Echter, dit verlaagde risico was niet significant in patiënt-controle studies [gepoolde RR = 0.76, 95% BI = 0.36-1.62] verlaagde. Niet significant want RR van 1 zat in de 95% BI van 0.36 tot 1.62. RR van 1 wil zeggen, er is geen risico.

De onderzoekers vonden dat het drinken van veel caffeïnebevattende koffie vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van een melanoom onder vrouwen significant met 24% [gepoolde RR = 0.76, 95% BI = 0.61-0.95] verlaagde.
Echter, dit verlaagde risico was niet significant onder mannen [gepoolde RR = 1.11, 95% BI = 0.91-1.36].

De onderzoekers concludeerden dat het drinken van veel caffeïnebevattende koffie de kans op het krijgen van een melanoom, met name onder vrouwen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Higher Caffeinated Coffee Intake Is Associated with Reduced Malignant Melanoma Risk: A Meta-Analysis Study by Liu J, Shen B, [...], Cai J.

Link:
http://journals.plos.org/plosone/article?id=10.1371/journal.pone.0147056

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het drinken van koffie en kanker.

Een melanoom (melanoom betekent letterlijk: zwart gezwel) is een vorm van huidkanker, die ontstaat uit de pigmentcellen van de huid (de melanocyten). Overal in de huid zitten deze melanocyten. In de melanocyten wordt een bruin pigment aangemaakt, dat de kleur geeft aan de huid. Dit pigment beschermt de huid tegen de schadelijke effecten van zonlicht. De pigmentcellen zijn gelijkmatig verdeeld over de gehele huid. In moedervlekken liggen heel veel van deze pigmentcellen in een kluitje bij elkaar.

Het is de meest levensbedreigende vorm van huidkanker, omdat relatief snel uitzaaiingen ontstaan. Melanoom komt het meest voor bij mensen tussen de 40 en 60 jaar.

 

IJzersupplementen gedurende 4 tot 6 weken verhoogt het hemoglobinegehalte met 0.35 g/dL

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van ijzersupplementen het ijzertekort onder ouderen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 3 RCT’s met in totaal 440 deelnemers. De leeftijd varieerde tussen 70 en 83 jaar.  

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van ijzersupplementen gedurende 4 tot 6 weken het hemoglobinegehalte van ouderen met bloedarmoede signifiant met 0.35 g/dL [95% BI = 0.12-0.59, p = 0.003] verhoogde.

De onderzoekers vonden geen significant verschil voor de bijwerkingen, voor de duur van een ziekenhuisopname en de mortaliteit.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van ijzersupplementen gedurende 4 tot 6 weken het hemoglobinegehalte van ouderen met bloedarmoede met 0.35 g/dL verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Systematic review and meta-analysis: what is the evidence for oral iron supplementation in treating anaemia in elderly people? by Tay HS and Soiza RL.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/25644019

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over ijzer en ouderdom.
 

Veel bessen, donkergroene bladgroenten en kruisbloemige groenten verlaagt suikerziekte type 2

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van groenten en fruit de kans op het krijgen van suikerziekte type 2?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 15 prospectieve cohort studies. De studieduur varieerde tussen 4 en 24 jaar.  

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel fruit vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 9% [RR = 0.91, 95% BI = 0.87-0.96, I2 = 11.2%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel bosbessen vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 25% [RR = 0.75, 95% BI = 0.66-0.84] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel donkergroene bladgroenten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 13% [RR = 0.87, 95% BI = 0.81-0.93, I2 = 0.0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel geelgekleurde groenten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 28% [RR = 0.72, 95% CI 0.57-0.90] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel kruisbloemige groenten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 18% [RR = 0.82, 95% BI = 0.67-0.99] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel fruit, vooral bessen, maar ook donkergroene bladgroenten, gele groenten, kruisbloemige groenten de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Higher intake of fruits, vegetables or their fiber reduces the risk of type 2 diabetes: A meta‐analysis by Wang PY, Fang JC, [...],Xie SY.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4718092/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over suikerziekte type 2 en groenten en fruit.
 

 

Zuivelproducten verlaagt hart- en vaatziekten

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van zuivelproducten de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 31 prospectieve cohort studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van zuiveproducten de kans op het krijgen van een beroerte significant met 9% [SRRE = 0.91, 95% BI = 0.83 - 0.99] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van kaas de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten significant met 18% [SRRE = 0.82, 95% BI = 0.72 - 0.93] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van kaas de kans op het krijgen van een beroerte significant met 13% [SRRE = 0.87, 95% BI = 0.77 - 0.99] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van calcium uit zuivelproducten de kans op het krijgen van een beroerte significant met 31% [SRRE = 0.69, 95% BI = 0.60 - 0.81] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van zuivelproducten de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten, met name een beroerte verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dairy consumption and CVD: a systematic review and meta-analysis by Alexander DD, Bylsma LC, […], Fryzek JP.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/26786887

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over hart- en vaatziekten en het verlagen van een beroerte.
 

Een lage serum vitamine D-bloedwaarde verhoogt reuma

Onderzoeksvraag:
Het bewijs uit epidemiologische studies over de relatie tussen serum vitamine D-concentraties en reumatoïde artritis (RA) is inconsistent en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt een hoge serum vitamine D-bloedwaarde de kans op het krijgen van reumatoïde artritis?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 15 observationele studies met 2148 reumatoïde artritis-patiënten en 1991 gezonde controles.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het serum vitamine D-bloedwaarde van reumatoïde artritis-patiënten significant met 16.52 nmol/L [95% BI = -18.85 tot -14.19 nmol/L, I2 = 46%, p = 0.04] lager lag ten opzichte van gezonde mensen.

De onderzoekers vonden een negatieve relatie tussen het serum vitamine D-bloedwaarde (25OHD) en de ziekte activiteitsindex [25OHD versus de activiteitsindex DAS28 van reumotoïde artritis: r = -0.13, 95% BI = -0.16 tot -0.09 en 25OHD versus het C-reactieve proteïne: r = -0.12, 95% BI = -0.23 tot -0.00].

De onderzoekers concludeerden dat een lage serum vitamine D-bloedwaarde de kans op het krijgen van reumatoïde artritis verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Serum Vitamin D Level and Rheumatoid Arthritis Disease Activity: Review and Meta-Analysis by Lin J, Liu J, […], Chen W.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4709104/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine D.
Lees hier meer over overzichtsartikel, 95% BI en significant.
 

Hoog teennagelseleniumgehalte verlaagt kanker

Onderzoeksvraag:
Verlaagt een hoge blootstelling aan selenium de kans op het krijgen van kanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 26 patiënt-controle studies, 14 cohort studies, 19 geneste patiënt-controle studies, 5 patiënt-cohort studies en 5 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge blootstelling aan selenium de kans op het krijgen van kanker significant met 22% [gepoolde OR = 0.78, 95% BI = 0.73-0.83, Q = 423.52, p = 0.000, I2 = 73.3%, Begger’s test zc = 2.55, p = 0.011 en Egger’s test t = -2.61, p = 0.010] verlaagde. Er was publicatie bias.

De onderzoekers vonden dat een hoog serum/plasma bloedseleniumgehalte de kans op het krijgen van kanker significant met 25% [gepoolde OR = 0.75, 95% BI = 0.69-0.82, I2 = 78.8%] verlaagde. Er was publicatie bias maar de funnel plot was symmetrisch.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging van het serum/plasma bloedseleniumgehalte met 10 ug/L de kans op het krijgen van kanker significant met 5% [95% BI = 0.94-0.98] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging van het teennagelseleniumgehalte met 0.1 ug/g de kans op het krijgen van kanker met 6% [OR = 0.94, 95% BI = 0.92-0.97] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoog teennagelseleniumgehalte de kans op het krijgen van

kanker significant 26% [OR = 0.74, 95% BI = 0.62-0.87, Q = 70.95, p = 0.000, I2 = 56.3% Begger’s test zc = 0.05, p = 0.961 en Egger’s test t = 0.52, p = 0.605] verlaagde. Er was geen publicatie bias.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het slikken van selenium en het verlaagde risico op het krijgen van kanker [gepoolde OR = 0.91, 95% BI = 0.80-1.03, I2 = 55.4%]. Er was geen publicatie bias. Geen verband want OR van 1 zat in de 95% BI van 0.80 tot 1.03. OR van 1 wil zeggen, er is geen risico.  

De onderzoekers concludeerden dat zowel een hoog teennagelseleniumgehalte als een hoog serum/plasma bloedseleniumgehalte de kans op het krijgen van kanker verlaagde. Echter, het slikken van selenium verlaagde niet de kans op het krijgen van kanker.

Oorspronkelijke titel:
Selenium Exposure and Cancer Risk: an Updated Meta-analysis and Meta-regression by Cai X, Wang C, [...], Wang F.

Link:
http://www.nature.com/articles/srep19213

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over selenium en kanker.
 

L-carnitine supplementen verlaagt mogelijk hart- en vaatziekten

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het toedienen van L-carnitine het Lp(a) bloedconcentratie?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 7 RCTs met 200 deelnemers in de L-carnitine groep en 175 in de controle groep. De dosering varieerde tussen 3 gram L-carnitine per week tot 4 gram L-carnitine per dag. De suppletie-duur varieerde tussen 1 tot 24 weken.

Er was publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het toedienen van L-carnitine het Lp(a) bloedconcentratie signficant met 8.82 mg/dL [95% BI = -10.09 tot -7.55, p  0.001] verlaagde.

Dit verlaagde risico was alleen significant via het slikken van L-carnitine [WMD = -9.00 mg/dL, 95% BI = -10.29 tot -7.72, p  0.001] maar niet via de intraveneuze route [WMD = -2.91 mg/dL, 95% BI = -10.22 tot 4.41, p = 0.436].

Verder was dit verlaagde risico onafhankelijk van de dosis [slope = -0.30,  95% BI = -4.19 tot 3.59, p = 0.878] en de duur van de therapie [slope = 0.18, 95% BI = -0.22 tot 0.59, p = 0.374].

De onderzoekers vonden dat het toedienen van L-carnitine ook het totale cholesterolgehalte signficant met 9.49 mg/dL [95% BI = -17.07 tot -1.92, p = 0.014] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat toedienen van L-carnitine via de mond het Lp(a) bloedconcentratie mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat er sprake was van publicatie bias.

Oorspronkelijke titel:
Impact of L-carnitine on plasma lipoprotein(a) concentrations: A systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Serban MC, Sahebkar A, […], Banach M.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4709689/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over hart- en vaatziekten en L-carnitine.
Een hoog gehalte aan lipoproteïne(a), afgekort Lp(a), is een risicofactor voor het optreden van hart- en vaatziekten. Lp(a) is een lipoproteïne dat sterk lijkt op het “slechte” LDL-cholesterol.

 

Veel kruisbloemige groenten verlaagt suikerziekte type 2

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van kruisbloemige groenten of citrusvruchten de kans op het krijgen van suikerziekte type 2?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 7 prospectieve cohort studies met in totaal 306723 deelnemers waarvan 16544 mensen met suikerziekte type 2. De studieduur varieerde tussen 4.6 en 24 jaar.  

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 4 cohort studies dat het eten van veel kruisbloemige groenten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 16% [SRR = 0.84, 95% BI = 0.73 tot 0.96, I2 = 54.4%] verlaagde.
Dit verlaagde risico was onafhankelijk van roken, alcoholgebruik, BMI en lichamelijke activiteiten (de risicofactoren van hart- en vaatziekten).

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van citrusvruchten en de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 [SRR = 1.02, 95% BI = 0.96 tot 1.08, I2 = 0%].

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel kruisbloemige groenten de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Consumption of citrus and cruciferous vegetables with incident type 2 diabetes mellitus based on a meta-analysis of prospective study by Jia X, Zhong L, [...], Sun S.

Link:
http://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S1751991815001825

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over suikerziekte type 2.
Kruisbloemige groenten zijn verschillende soorten kolen, broccoli en spruitjes.

200-1000 mg vitamine C per dag verlaagt de oxidatieve stress

Research Question:
How many mg of vitamin C per day is needed to reduce the increased oxidative stress among athletes?

Study Design:
This overview article contained 12 studies. They were crossover or Rcts. The vitamin C supplementation period ranged from acute to 5 months.

 

Results and conclusions:
Antioxidants supplements are widely used by athletes in order to avoid the increased oxidative stress. The increased oxidative stress leads to muscle damage, a lowered immune system and fatigue.

The researchers conclude that 200-1000 mg of vitamin C per day reduces the oxidative stress while more than 1000 mg per day seems to reduce the training-induced adaptations by decreasing the mitochondrial biogenesis or by any changes of the vascular function.

200 mg of vitamin C per day, obtained by five servings of fruits and vegetables, may be enough to reduce the oxidative stress without the threshold adjustments to exceed the optimal training harms.

During periods of increased oxidative stress athletes can benefit from swallowing more than 200 mg of vitamin C per day for 1 to 2 weeks.

Original title:
Effect of Vitamin C Supplements on Physical Performance by Ballard AJ.

Link:

http://journals.lww.com/acsm-csmr/Fulltext/2012/07000/Effect_of_Vitamin_C_Supplements_on_Physical.8.aspx

Additional information about El Mondo:
Oxidative stress is caused by an imbalance between pro-oxidants and antioxidants. This imbalance can be caused by an increased level of reactive oxygen particles and/or reactive nitrogen particles or a decrease in antioxidant in the immune system. Antioxidants include vitamin C, E, zinc, beta carotene and flavonoids. Pro-oxidants include exhaust fumes, cigarette smoke, particulate matter.

 

Zout verhoogt de kans op het krijgen van maagkanker

Research Question:
Systematic literature searches of case-control studies to evaluate the relationship between salt intake and gastric cancer show a positive relationship, but a quantitative analysis of longitudinal cohort studies is missing. It was therefore carried out this review article.

Eating salt increases the chance of getting stomach cancer?

Study Design:
This overview article contained 10 cohort studies with 268718 participants, of which 1474 people who got stomach cancer. The follow-up duration was 6-15 years. There was no question of heterogeneity between the studies and publication bias.

Results and conclusions:
The researchers found that compared with the lowest salt intake, the highest salt intake the likelihood of getting stomach cancer significantly with 68% [RR = 1.68, 95% CI = 1.17-2.41, p = 0.005] did increase. Significant is, there is a link at a 95% reliability.

The researchers found that compared with the lowest salt intake, the relatively high salt intake the likelihood of getting stomach cancer significantly with 41% [RR = 1.41, 95% CI = 1.03-1.93, p = 0.032] did increase.

The associations was stronger among the Japanese population and a higher consumption of selected salt-rich foods was also associated with a high risk.

The researchers concluded that a high salt intake the likelihood of getting stomach cancer did increase.

Original title:
Habitual salt intake and risk of gastric cancer: A meta-analysis of prospective studies by D'Elia L, Rossi G, [...], Strazzullo P.

Link:
http://www.clinicalnutritionjournal.com/article/S0261-5614%2812%2900005-2/fulltext

Additional information about El Mondo:
The Health Council recommends up to 6 grams of salt per day. 6 grams of salt is equivalent to 2400 mg sodium.
A salt of America product contains nutritional seen at least 0.5 grams of sodium per 100 grams (100 ml).
A low-sodium product contains nutritional seen up to 0.1 grams of sodium per 100 grams (100 ml) or up to 0.12 grams of sodium per 100 kcal.
Read more about sodium sodium in the presentation.

Suikerziekte verhoogt de kans op primaire leverkanker


Research questio
n: Studies on the relationship between diabetes and hepatocellular carcinoma (primary liver cancer) gave inconsistent findings on. It was therefore carried out this review

article.Diabetes increases the risk of hepatocellular carcinoma?Study design:

case-cont
rol studies contained This review article 17 and 32 cohort studies.Resul

ts and conclusions: th
e meta-analysis showed a significant increased risk [RR = 2.31, 95% CI = 1.87-2.84] on getting hepatocellular carcinoma patients see under sugar. The significant increased risk of 17 case-control studies was 2.40 [95% CI = 1.85-3.11] and under 25 cohort studies was 2.23 [95% CI: 1.68-2.96]. Significant is, there is a link.

The meta-analysis also showed that diabetics 2.43 times more likely [RR = 2.43, 95% CI = 1.66-3.55] walked, dying to hepatocellular carcinoma than those without diabetes.

The researchers concluded that the chance of getting diabetes both hepatocellular carcinoma as dead to hepatocellular carcinoma increased.Original

title: Diabetes mel
litus and risk or hepatocellular carcinoma: a systematic review and meta-analysis by Wang P, Kang DH, [...], Liu Z.

Lin
k: http://onlinelibrary.wiley.com/doi/10.1002/dmrr.1291/abstract?deniedAccessCustomisedMessage=&userIsAuthent

icated=falseExtra informati
on of El Mondo: HCC or primary liver cancer is very rare in the Western world a malignant tumor, but the most frequent primary malignant liver tumor. Hepatocellular carcinoma is one of the most common malignant diseases.The main caus
es of primary liver cancer are hepatitis B, C and D, alcoholic liver cirrhosis, metabolic liver diseases (such as hemochromatosis and alpha1-antitrypsin deficiency) and non-alcoholic steatohepatitis.More t
han 80% of patients with hepatocellular carcinoma has cirrhosis of the liver.

Foliumzuursupplementen verlagen het homocysteïnegehalte bij mensen met suikerziekte type 2

Research questi
on: the evidence for the effects of folic acid on plasma homocysteine levels and the total the glycemic control in people with type 2 diabetes are contradictory. It was therefore carried out this review ar

ticle.The total plasma homocysteine levels and folic acid supplements improve the glycemic control in people with type 2 diabetes

?Study desig
n: this overview article contained 4 studies with 183 patients with diabetes ty

pe 2. results and conclu
sions: the meta-analysis showed that folic acid supplements had a significant effect on the total plasma homocysteine levels in patients with type 2 diabetes. The weighted mean difference was-3.52 [95% CI =-4.44 to-2.60]. Significant is, there is a link at 95% reliability.

The meta-analysis showed that folic acid supplements had a non-significant effect on the HbA1c levels in patients with type 2 diabetes. The weighted mean difference was-0.37 [95% CI =-1.10 to 0.35]. Non-significant is, there is no link.

The researchers concluded that folic acid supplements the total plasma homocysteine levels in patients with type 2 diabetes reduced and there was a trend to recognize in improving glycemic control.Original title: Eff

ect of folic acid sup
plementation on plasma total homocysteine levels and glycemic control in patients with type 2 diabetes: A systematic review and meta-analysis by Sudchada P, Saokaewemail S, [...], http://www.sciencedirect.co

m/sci
ence/article/pii/S016882271200215XExtra information from Khaith

ong w. Link: El Mondo: read m
ore about folic acid and homocysteine levels in the presentation the high folic acid.
 

Het eten van vis verlaagt de kans op cerebrovasculaire ziekten


Research questi
on: offer eating fish and swallowing PUFA fatty acids protection against cerebrovascular diseases (diseases in the blood vessels of the brain)?

Study design
: this overview article contained 26 prospective cohort studies and 12 Rcts with 34817 794000 participants, of which with a cerebrovascular diseas
e.There was no indication of publication bias and heterogeneity between the studies and within the subgr

oups.Results and conclusi
ons: the meta-analysis of cohort studies showed a pooled relative risk of 0.94 [95% CI = 0.90-0.96] see for cerebrovascular disease at 2-4 servings of fish per week compared with 1 serving of fish per week. In other words, people who ate fish 2-4 times a week, ran significant 6% less chance of getting a cerebrovascular disease than those who ate fish once a week. Significant is, there is a link at 95% reliability.

The meta-analysis of cohort studies also showed that people who ate fish 5 times or more a week, ran significant 12% [pooled RR = 0.88, 95% CI = 0.81-0.96] less chance of getting a cerebrovascular disease than those who ate fish once a week.

The meta-analysis of Rcts with primary prevention as outcome showed that people who swallowed PUFA fatty acids, ran non-significant 2% [pooled RR = 0.98, 95% CI = 0.89-1.08] less chance of getting a cerebrovascular disease than people who swallowed no PUFA fatty acids. Non-significant is, there is no link with 95% reliability.

The meta-analysis of Rcts with secondary prevention as outcome showed that people who swallowed PUFA fatty acids, ran non-significant 17% [pooled RR = 1.17, 95% CI = 0.99-1.38] more chances of getting a cerebrovascular disease than people who swallowed no PUFA fatty acids. Non-significant is, there is no link with 95% reliability.

The meta-analysis also showed that the pooled relative risks for ischemic and hemorrhagic cerebrovascular outcomes came broadly in line with those of cerebrovascular disease.

The researchers concluded that eating fish the chance of getting this reduced risk was reduced but a cerebrovascular disease not found in swallowing of PUFA fatty acids.  In other words, the researchers found no causal link between PUFA fatty acids and the reduced risk of getting a cerebrovascular disease.

Original title: Assoc
iation between fish consumption, long chain omega 3 fatty acids, and risk or cerebrovascular disease: systematic review and meta-analysis by Chowdhury R, Stevens S, [...], Franco OH.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC3484317/

Additional information about El Mon
do: In fish are fatty acids. Two of these fatty acids are EPA and DHA. EPA and DHA are also called PUFA fatty acids called. Polyunsaturated fatty acids or PUFA is English for polyunsaturated fatty aci
ds.For years it was assumed that a causal link existed between EPA and DHA and the reduced risk of heart disease. But this causal link is now by scientific studies in the form of review articles of Rcts brought down. In other words, at present is no longer considered scientifically proven that EPA and DHA chances of getting heart disease decrease. The science thinks now that EPA and DHA in combination with other good substances in fish are responsible for the reduced risk of heart disease. But it could also be that people who eat fish, a healthy lifestyle than people who do not eat fish.

Because science is no longer behind the causal link between EPA and DHA and the reduced risk of heart disease state, nutritionists recommend eating fish above the swallowing of EPA and DHA supplements to.