Voeding en gezondheid

Vis verlaagt depressie

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van vis of n-3 PUFA’s de kans op het krijgen van een depressie?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 31 observationele studies met 20000 mensen met een depressie onder 255076 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van vis de kans op het krijgen van een depressie significant met 22% [RR = 0.78, 95% BI = 0.69-0.89] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel n-3 PUFA’s vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van een depressie significant met 22% [RR = 0.78, 95% BI = 0.67-0.92] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel EPA en DHA vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van een depressie significant met 18% [RR = 0.82, 95% BI = 0.73-0.92] verlaagde.

De onderzoekers vonden een J-vormig verband tussen het eten van n-3 PUFA’s en het krijgen van een depressie met het meeste effect bij 1.8 gram n-3 PUFA’s per dag [RR = 0.30, 95% BI = 0.09-0.90].

De onderzoekers concludeerden dat het eten van vis en n-3 PUFA’s (bij voorkeur 1.8 gram n-3 PUFA’s per dag) de kans op het krijgen van een depressie verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary n-3 PUFA, fish consumption and depression: A systematic review and meta-analysis of observational studies by Grosso G, Micek A, […], Galvano F.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27544316

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over depressie en visconsumptie.

1.8 gram n-3 PUFA’s komt in de praktijk overeen met vissen die 4 dagen EPA en DHA leveren. Welke vette vissen 4 dagen EPA en DHA leveren, kunt u hier opzoeken.

Deze maaltijden leveren 4 dagen EPA en DHA.

Alfa-linoleenzuur, EPA en DHA zijn n-3 vetzuren oftewel n-3 PUFA’s.
EPA en DHA worden ook wel visvetzuren genoemd. Vette vissen hebben meer EPA en DHA dan niet vette vissen.
N-3 PUFA’s zitten in lijnzaadolie, vette vissen (haring, makreel, zalm, aal en sardine), schaaldieren en gevogelte.

Dagelijks 10 gram alcohol verlaagt galstenen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het drinken van alcohol de kans op het krijgen van galstenen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 cohort studies en 10 patiënt-controle studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het drinken veel alcohol vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van galstenen significant met 38% [gepoolde RR = 0.62, 95% BI = 0.49-0.78] verlaagde.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat het drinken veel alcohol vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van galstenen significant met 34% [gepoolde RR = 0.66, 95% BI = 0.48-0.91] verlaagde.

De onderzoekers vonden in patiënt-controle studies dat het drinken veel alcohol vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van galstenen significant met 42% [gepoolde RR = 0.58, 95% BI = 0.45-0.73] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het drinken veel alcohol vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van galstenen onder mannen significant met 43% [gepoolde RR = 0.57, 95% BI = 0.40-0.80] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het drinken veel alcohol vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van galstenen onder vrouwen significant met 36% [gepoolde RR = 0.64, 95% BI = 0.53-0.77] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het drinken van 10 gram alcohol per dag, de kans op het krijgen van galstenen significant met 12% [gepoolde RR = 0.88, 95% BI = 0.84-0.92] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het drinken van alcohol (minimaal 10 gram alcohol per dag) de kans op het krijgen van galstenen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Alcohol consumption and risk of gallstone disease: a meta-analysis by Wang J, Duan X, [...], Jiang X.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27926662

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over alcohol.
 

Vitamine A, beta-caroteen en lycopeen via voeding verlagen waarschijnlijk alvleesklierkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van vitamine A, beta-caroteen of lycopeen de kans op het krijgen van alvleesklierkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 4 cohort studies en 18 patiënt-controle studies.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van totale vitamine A de kans op het krijgen van alveesklierkanker significant met 15% [gepoolde OR = 0.85, 95% BI = 0.74-0.97, p = 0.015] verlaagde, met name onder blanken [OR = 0.84, 95% BI = 0.73-0.96, p = 0.011] en patiënt-controle studies [OR = 0.83, 95% BI = 0.72-0.95, p = 0.007].

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van retinol en de kans op het krijgen van alveesklierkanker [OR = 1.02, 95% BI = 0.78-1.34, p = 0.860].

De onderzoekers vonden dat het eten van beta-caroteen de kans op het krijgen van alveesklierkanker significant met 22% [gepoolde OR = 0.78, 95% BI = 0.66-0.92, p = 0.003] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van lycopeen de kans op het krijgen van alveesklierkanker significant met 16% [gepoolde OR = 0.84, 95% BI = 0.73-0.97, p = 0.02] verlaagde, met name onder blanken [OR = 0.86, 95% BI = 0.73-1.00, P = 0.05] en patiënt-controle studies [OR = 0.77, 95% BI = 0.64-0.92, p = 0.005]. 

De onderzoekers concludeerden dat het eten van zowel totale vitamine A (maar niet in de vorm van retinol), beta-caroteen en lycopeen de kans op het krijgen van alvleesklierkanker waarschijnlijk verlaagde. Waarschijnlijk omdat het verlaagde risico niet significant was onder de cohort studies.

Oorspronkelijke titel:
Association between vitamin A, retinol and carotenoid intake and pancreatic cancer risk: Evidence from epidemiologic studies by Huang X, Gao Y, [...], Zheng J.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5150257/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over kanker, vitamine A, beta-caroteen en lycopeen.

Deze maaltijden zijn rijk aan vitamine A, beta-caroteen of lycopeen.

Vitamine D supplementen verlagen het LDL-cholesterolgehalte van suikerpatiënten type 2

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van vitamine D het triglyceriden- en cholesterolgehalte van suikerpatiënten type 2?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 17 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine D het serum triglyceridengehalte van suikerpatiënten type 2 significant met 3.74 mg/dL [95% BI = -7.13 tot -0.34, p = 0.031] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine D het LDL-cholesterolgehalte (slecht cholesterol) van suikerpatiënten type 2 significant met 2.55 mg/dL [95% BI = -4.83 tot -0.26, p = 0.029] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine D het HDL-cholesterolgehalte (goed cholesterol) van suikerpatiënten type 2 significant met 0.72 mg/dL (95% BI = -1.27 tot -0.17, p = 0.010] verlaagde. Echter, deze verlaging was verwaarloosbaar.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het effect van vitamine D op zowel het triglyceriden- als cholesterolgehalte afhankelijk was van de dosering, de duur van de studies en het vitamine D-gehalte van de deelnemers aan het begin van de studie.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van vitamine D het triglyceriden- en het LDL-cholesterolgehalte (slecht cholesterol) van suikerpatiënten type 2 verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effects of vitamin D on serum lipid profile in patients with type 2 diabetes: A meta-analysis of randomized controlled trials by Jafari T, Fallah AA and Barani A.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27020528

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier meer studies over vitamine D, het verlagen van het cholesterolgehalte en suikerziekte.

Mensen met overgewicht hebben vaak zowel een hoog triglyceriden als LDL-cholesterogehalte. Overgewicht verhoogt de kans op het krijgen suikerziekte type 2, hart- en vaatzieken en kanker.

 

Dagelijks 320 mg magnesium per dag via voeding verlaagt depressie

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van magnesium of calcium de kans op het krijgen van een depressie?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 17 epidemiologische studies (patiënt-controle studies en cohort studies), waarvan 11 studies de relatie tussen magnesium en depressie onderzochten en 6 studies de relatie tussen calcium en depressie.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel magnesium vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van een depressie significant met 19% [gepoolde RR = 0.81, 95% = 0.70-0.92] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel calcium vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van een depressie niet significant met 34% [gepoolde RR = 0.66, 95% = 0.42-1.02] verlaagde. Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel magnesium vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van een depressie onder Aziaten significant met 43% [gepoolde RR = 0.57, 95% = 0.44-0.74] verlaagde.

De onderzoekers vonden in studies waarbij gecorrigeerd werd voor de energieinname, dat het eten van veel magnesium vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van een depressie significant met 27% [gepoolde RR = 0.73, 95% = 0.58-0.92] verlaagde.

De onderzoekers vonden een non-lineair verband tussen het eten van magnesium en de kans op het krijgen van een depressie, met het laagste risco bij 320 mg magnesium per dag.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel magnesium (bij voorkeur 320 mg per dag) de kans op het krijgen van een depressie verlaagde. Echter, calcium verlaagde niet de kans op het krijgen van een depressie.

Oorspronkelijke titel:
Dietary magnesium and calcium intake and risk of depression in the general population: A meta-analysis by Li B, Lv J, [...], Zhang D.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27807012

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over depressie en magnesium

Deze maaltijden zijn rijk aan magnesium.
 

Foliumzuursupplementen tijdens zwangerschap verlagen een vroeggeboorte en een SGA-baby

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van foliumzuur zowel de kans op het krijgen van een vroeggeboorte als een SGA-baby?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte cohort studies.  

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van foliumzuur aan het begin van de zwangerschap de kans op het krijgen van een vroeggeboorte significant met 32% [RR = 0.68, 95% BI = 0.52-0.90] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van foliumzuur voor de zwangerschap de kans op het krijgen van een vroeggeboorte niet significant met 11% [RR = 0.89, 95% BI = 0.80-1.01] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van foliumzuur aan het begin van de zwangerschap de kans op het krijgen van een SGA-baby significant met 16% [RR = 0.84, 95% BI = 0.81-0.89] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van foliumzuur voor de zwangerschap de kans op het krijgen van een SGA-baby significant met 30% [RR = 0.70, 95% BI = 0.57-0.85] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van foliumzuur zowel de kans op het krijgen van een vroeggeboorte als een SGA-baby verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effect of folic acid supplementation on preterm delivery and small for gestational age births: A systematic review and meta-analysis by Zhang Q, Wang Y, [...], Ma X.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27856370

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over zwangerschap en foliumzuur

Een baby die bij de geboorte te klein is voor de zwangerschapsduur wordt “een SGA-baby” genoemd.

Bij een geboorte tot 16 weken zwangerschap spreekt men van een miskraam.
Bij een geboorte bij 24 tot 26 weken zwangerschap is er sprake van de grens van levensvatbaarheid.
Bij een geboorte bij 32 weken zwangerschap of minder spreekt men van extreme prematuriteit.
Bij een geboorte bij 28 tot 37 weken zwangerschap spreekt men van prematuriteit oftewel vroeggeboorte.
Bij een geboorte bij 37 tot 42 weken spreekt men van voldragen.

 

Ziekte van Parkinson verlaagt dikke darmkanker onder Europeanen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt de ziekte van Parkinson de kans op het krijgen van dikke darmkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 cohort studies en 2 patiënt-controle studies met in totaal 343226 mensen met de ziekte van Parkinson.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat de ziekte van Parkinson de kans op het krijgen van dikke darmkanker onder Europeanen significant met 21% [RR = 0.79, 95% BI = 0.66-0.93, p = 0.006] verlaagde. Dit significant verlaagde risico bleef gehandhaafd in de subgroepenanalyses.

De onderzoekers concludeerden dat de ziekte van Parkinson de kans op het krijgen van dikke darmkanker onder Europeanen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Association between Parkinson's disease and risk of colorectal cancer by Xie X, Luo X and Xie M.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27913126

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over dikke darmkanker.

 

Mensen met atopisch eczeem hebben baat bij vitamine D-supplementen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Hebben mensen met atopisch eczeem baat bij het slikken van vitamine D?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte  observationele studies (906 patiënten met atopisch eczeem en 657 patiënten zonder atopisch eczeem) en 4 RCT’s (104 patiënten met atopisch eczeem en 90 patiënten zonder atopisch eczeem).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het vitamine D-gehalte van patiënten met atopisch eczeem in alle leeftijdsgroepen significant lager was dan van mensen zonder atopisch eczeem [SMD = -2.03 ng/mL, 95% BI = -2.52 tot -0.78, I2 = 98%]. Dan met name in de pediatrische patiënten [SMD = -3.03 ng/mL, 95% BI = -4.76 tot -1.29].

De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine D-supplementen de SCORAD index en de EASI score van patiënten met atopisch eczeem significant verlaagde [SMD = -5.85, 95% BI = -7.66 tot -4.05, I2 50%].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses (om meer informatie te krijgen) dat het slikken van vitamine D-supplementen de SCORAD index van patiënten met atopisch eczeem significant verlaagde [SMD = -7.43, 95% BI = -9.70 tot -5.16, I2 = 0%].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses (om meer informatie te krijgen) dat het slikken van vitamine D-supplementen de EASI score van patiënten met atopisch eczeem significant verlaagde [SMD = -3.14, 95% BI = -6.12 to -0.15, I2 = 0%]. Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers concludeerden dat het vitamine D-gehalte van patiënten met atopisch eczeem in alle leeftijdsgroepen lager was dan van mensen zonder atopisch eczeem. Verder hadden mensen met atopisch eczeem baat bij het slikken van vitamine D.

Oorspronkelijke titel:
Vitamin D Status and Efficacy of Vitamin D Supplementation in Atopic Dermatitis: A Systematic Review and Meta-Analysis by Kim MJ, Kim SN, […], Ahn KJ.

Link:
http://www.mdpi.com/2072-6643/8/12/789/htm

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine D.

De gewenste vitamine D-bloedwaarden zijn 75-80 nmol/L (30-32 ng/mL). Deze bloedwaarden worden bereikt met 800-1200 IE oftewel 20-30 microgram (mcg oftewel μg) vitamine D per dag.
Elke 100 IE vitamine D3 kan na 2 tot 3 maanden slikken de bloedwaarde van 25(OH)D met 1 ng/mL verhogen. Het vitamine D-gehalte in het bloed wordt uitgedrukt in 25(OH)D.
De veiligste, goedkoopste en snelste manier om vitamine D binnen te krijgen is via voedingssupplementen. Kies voor (10-30 microgram) vitamine D3. Vitamine D3-supplementen van het goedkoopste en het duurste merk werken even goed. Via zonlicht en zonnebbank krijgt het lichaam ook vitamine D binnen maar teveel zonlicht en zonnebank kunnen de kans op het krijgen van huidkanker verhogen.

Constitutioneel eczeem (atopisch eczeem of dauwworm) is een chronische huidaandoening, die vooral wordt bepaald door genetische factoren (de aanwezigheid van mutaties (FLG R501X- and 2282del4) in het epidermale barrière eiwit filaggrine (in het epidermale differentiatie complex 1q21)).

Atopisch eczeem begint meestal voor de leeftijd van 6 maanden. Bij 60-70% van de kinderen gaat het eczeem in remissie voor de leeftijd van 15 jaar, waarna het bij een deel later weer opvlamt.

In de Westerse landen heeft 15-20% van de kinderen constitutioneel eczeem, waarvan ongeveer 80% een licht eczeem, 15% matig en 5% ernstig constitutioneel eczeem heeft.

Factoren die geassocieerd zijn met ernstig constitutioneel eczeem zijn het begin van het eczeem op jonge leeftijd (meestal 6 maanden), allergische rhinitis en astma.

De ernst van constitutioneel eczeem wordt bepaald door de Three-Item-Severity (TIS)-score (roodheid, oedeem/papels, krabeffecten):
afwezig = 0, mild = 1, matig = 2, ernstig = 3 (maximale score = 9). TIS-score 3: mild eczeem, TIS-score 3-5: matig eczeem, TIS-score ≥ 6: ernstig eczeem.

 

1 keer per week vette vis of tonijn verlaagt leeftijdsgebonden maculaire degeneratie

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van vis de kans op het krijgen van de oogziekte de leeftijdsgebonden maculaire degeneratie?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 prospectieve cohort studies met in totaal 4202 mensen met de leeftijdsgebonden maculaire degeneratie onder 128988 deelnemers.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van vis de kans op het krijgen van de leeftijdsgebonden maculaire degeneratie significant met 24% [RR = 0.76, 95% BI = 0.65-0.90, I2 = 49.6%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 5 studies langer dan 10 jaar dat het eten van vis de kans op het krijgen van de leeftijdsgebonden maculaire degeneratie significant met 19% [RR = 0.81, 95% BI = 0.67-0.97] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 3 studies korter dan 10 jaar dat het eten van vis de kans op het krijgen van de leeftijdsgebonden maculaire degeneratie significant met 30% [RR = 0.70, 95% BI = 0.51-0.97] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van tonijn de kans op het krijgen van de leeftijdsgebonden maculaire degeneratie significant met 42% [RR = 0.58, 95% BI = 0.47-0.71] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van vis met donker gekleurde vlees de kans op het krijgen van de leeftijdsgebonden maculaire degeneratie significant met 32% [RR = 0.68, 95% BI = 0.46-0.99] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van 1 keer vis per week de kans op het krijgen van de leeftijdsgebonden maculaire degeneratie significant met 11% [RR = 0.89, 95% BI = 0.83-0.96] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten vis, met name 1 keer per week vis met donder gekleurde vlees of tonijn de kans op het krijgen van de leeftijdsgebonden maculaire degeneratie verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Fish Consumption and Age-Related Macular Degeneration Incidence: A Meta-Analysis and Systematic Review of Prospective Cohort Studies by Zhu W, Wu Y, [...], Lu J.

Link:
http://www.mdpi.com/2072-6643/8/11/743/htm

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over ouderdom en visconsumptie.

1 keer vis of 1 portie vis komt in de praktijk overeen met 100-150 gram.

Vissen met donder gekleurde vlees zijn ansjovis, blauwvintonijn, haring, zalm en makreel. Vissen met donder gekleurde vlees zijn vette vissen.

Dagelijks 240 ml granaatappelsap verlaagt de bloeddruk

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het drinken van granaatappelsap de bloeddruk?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het drinken van granaatappelsap de systolische bloeddruk significant met 4.96 mmHg [WMD = -4.96 mmHg, 95% BI = -7.67 tot -2.25, p 0.001] verlaagde. Deze significante verlaging bleef stabiel in de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers vonden dat het drinken van granaatappelsap de diastolische bloeddruk significant met 2.01 mmHg [WMD = -2.01 mmHg, 95% BI = -3.71 tot -0.31, p = 0.021] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat de significante verlaging van de systolische bloeddruk onafhankelijk was van de duur van de studies [bij >12 weken: WMD = -4.36 mmHg, 95% BI = -7.89 tot -0.82, p = 0.016 en bij 12 weken: WMD = -5.83 mmHg, 95% BI = -10.05 tot -1.61, p = 0.007] en de geconsumeerde hoeveelheden [bij >240 ml: WMD = -3.62 mmHg, 95% BI = -6.62 tot -0.63, p = 0.018 en bij 240 ml: WMD = -11.01 mmHg, 95% BI = -17.38 tot -4.65, p = 0.001].

De onderzoekers concludeerden dat het drinken van 240 ml granaatappelsap gedurende 12 weken zowel de systolische bloeddruk (de bovendruk) als de diastolische bloeddruk (de onderdruk) verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effects of pomegranate juice on blood pressure: A systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Sahebkar A, Ferri C, […], Grassi D.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27888156

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het verlagen van de bloeddruk.  

 

Veel vitamine B6 via voeding verlaagt kanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt een hoge inname van vitamine B6 de kans op het krijgen van kanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 121 observationele studies met in totaal 1924506 deelnemers, waarvan 96436 mensen met kanker en 9 RCT’s met in totaal 34911 deelnemers, waarvan 2539 mensen met kanker.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge inname van vitamine B6 via voeding de kans op het krijgen van kanker significant met 22% [RR = 0.78, 95% BI = 0.73 to 0.84] verlaagde. 

De onderzoekers vonden dat een hoge inname van vitamine B6 via voeding de kans op het krijgen van maag-darmkanker significant met 32% [RR = 0.68, 95% BI = 0.61 to 0.75] verlaagde. 

De onderzoekers vonden dat een hoge vitamine B6 bloedwaarde (gemeten als PLP) de kans op het krijgen van kanker significant met 34% [RR = 0.66, 95% BI = 0.58 to 0.76] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge vitamine B6 bloedwaarde (gemeten als PLP) de kans op het krijgen van tumoren aan het maag-darmkanaal significant met 46% [RR = 0.56, 95% BI = 0.48 to 0.65] verlaagde.

De onderzoekers vonden in RCT’s geen verband tussen vitamine B6-supplementen en de verlaagde kans op het krijgen van kanker.

De onderzoekers vonden geen verband tussen de totale inname van vitamine B6 (via voeding en supplementen) en de verlaagde kans op het krijgen van kanker.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel vitamine B6 de kans op het krijgen van kanker, met name aan het maag-darmkanaal verlaagde. Echter, het slikken van vitamine B6-supplementen verlaagde niet kanker.

Oorspronkelijke titel:
Vitamin B6 and Cancer Risk: A Field Synopsis and Meta-Analysis by Mocellin S, Briarava M and Pilati P.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27795227

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over kanker en vitamine B6.

Deze maaltijden bevatten veel vitamine B6.

Een dagelijkse voeding met veel vitamine B6 is een voeding die de dagelijkse aanbevolen hoeveelheid vitamine B6 dekt.

 

Suikerziekte verhoogt borstkanker onder vrouwen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt suikerziekte de kans op het krijgen van borstkanker onder vrouwen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 22 studies (cohort studies en patënt-controle studies).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in cohort studies dat suikerziekte de kans op het krijgen van borstkanker onder vrouwen significant met 32% [RR=1.32, 95% BI = 1.06-1.65] verhoogde. Echter, dit significant verhoogde risico werd niet teruggevonden in patiënt-controle studies [RR = 1.46, 95% BI = 0.99 tot 2.26].

De onderzoekers vonden dat suikerziekte de kans op doodgaan aan borstkanker onder vrouwen significant met 53% [RR = 1.53, 95% BI = 1.23 tot 1.90] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat suikerziekte de kans op het krijgen van borstkanker onder vrouwen verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Breast cancer and diabetes mellitus: Complex interactions by Bernard L, Reix N, [...], Mathelin C.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27836525

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over borstkanker en suikerziekte.

 

Er is geen verband tussen zinkinname en prostaatkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt een hoge zink-inname de kans op het krijgen van prostaatkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 3 cohort studies, 2 geneste patiënt-controle studies, 11 patiënt-controle studies en 1 RCT met in totaal 111199 deelnemers, waarvan 11689 mensen met prostaatkanker.

Alle studies werden gecorrigeerd voor de leeftijd.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge zinkconsumptie vergeleken met een lage, de kans op het krijgen van prostaatkanker niet significant met 7% [gepoolde OR = 1.07, 95% BI = 0.98-1.16] verhoogde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat een hoge zinkconsumptie via voeding vergeleken met een lage, de kans op het krijgen van prostaatkanker niet significant met 5% [RR = 1.05, 95% BI = 0.93-1.20] verhoogde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses geen relatie tussen een hoge zinkconsumptie via voedingssupplementen en de kans op het krijgen van prostaatkanker [RR = 1.00, 95% BI = 0.79-1.27].

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 100 mg zink de kans op het krijgen van prostaatkanker niet significant met 7% [OR = 1.07, 95% BI = 0.90-1.28] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat er geen verband bestond tussen zink-inname via voeding en/of voedingssupplementen en de kans op het krijgen van prostaatkanker.

Oorspronkelijke titel:
Zinc Intake and Risk of Prostate Cancer: Case-Control Study and Meta-Analysis by Mahmoud AM, Al-Alem U, […], Kittles RA.

Link:
http://journals.plos.org/plosone/article?id=10.1371/journal.pone.0165956

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over prostaatkanker en zink.

1-3 gram gember per dag verlaagt hart- en vaatziekten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt gember de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 9 RCT’s. De gemiddelde leeftijd was 23.7 jaar. De hoeveelheid gember varieerde tussen 1 en 3 gram per dag en de duur van de gembersuppletie varieerde tussen 8 weken en 3 maanden.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat de suppletie van gember het serum CRP-gehalte significant met 0.84 mg/L [95% BI = -1.38 tot -0.31, I2 = 56.3%] verlaagde. Deze significante verlaging was onafhankelijk van de hoeveelheid gember.

De onderzoekers vonden dat de suppletie van gember het nuchter bloedsuikergehalte significant met 1.35 mg/dL [95% BI = -2.04 tot -0.58, I2 = 12.1%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat de suppletie van gember het HbA1c-gehalte significant met 1.01 [95% BI = -1.28 tot -0.72, I2 = 9.4%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat de suppletie van gember het HDL-cholesterolgehalte (goed cholesterol) significant met 1.16 mg/dL [95% BI = 0.52 tot 1.08, I2 = 12.3%] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat de suppletie van gember het bloedvetgehalte significant met 1.63 mg/dL [95% BI = -3.10 tot -0.17, I2 = 8.1%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de sensitiviteitsanalyses dat deze bevindingen robust waren.

De onderzoekers concludeerden dat de suppletie van 1-3 gram gember per dag gedurende 8 tot 12 weken, het serum CRP-gehalte, het nuchter bloedsuikergehalte en het bloedvetgehalte verlaagde terwijl het HDL-cholesterolgehalte verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
The effect of ginger supplementation on serum C-reactive protein, lipid profile and glycaemia: a systematic review and meta-analysis by Mazidi M, Gao HK, [...], Ferns GA.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5093315/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over hart- en vaatziekten.

Hartpatiënten en mensen met suikerziekte type 2 hebben vaak een verhoogd serum CRP-gehalte, een verhoogd nuchter bloedsuikergehalte, een verhoogd bloedvetgehalte en een verlaagd HDL-cholesterolgehalte.

CRP en IL-6 zijn 2 ontstekingsbiomerkers in het lichaam. Door het meten van ontstekingsbiomerkers kunnen ontstekingen in het lichaam worden opgespoord.

 

1-2 glazen alcohol per dag verlaagt een beroerte

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen het drinken van alcohol en de kans op het krijgen van een beroerte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 27 prospectieve cohort studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat zowel lichte als matige alcoholconsumptie de kans op het krijgen van een ischemische beroerte significant verlaagde. Echter, dit significante verband werd niet teruggevonden voor hemorragische beroerte.

De onderzoekers vonden dat het drinken van minder dan 1 glas alcohol per dag, de kans op het krijgen van een ischemische beroerte significant met 10% [RR = 0.90, 95% BI = 0.85-0.95] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het drinken van 1-2 glazen alcohol per dag, de kans op het krijgen van een ischemische beroerte significant met 8% [RR = 0.92, 95% BI = 0.87-0.97] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het drinken meer dan 2-4 glazen alcohol per dag, de kans op het krijgen van een ischemische beroerte significant met 8% [RR = 1.08, 95% BI = 1.01-1.15] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het drinken meer dan 4 glazen alcohol per dag, de kans op het krijgen van een ischemische beroerte significant met 14% [RR = 1.14, 95% BI = 1.02-1.28] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het drinken meer dan 4 glazen alcohol per dag, de kans op het krijgen van een intracerebrale bloeding significant met 67% [RR = 1.67, 95% BI = 1.25-2.23] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het drinken meer dan 4 glazen alcohol per dag, de kans op het krijgen van een subarachnoïdale bloeding significant met 82% [RR = 1.82, 95% BI = 1.18-2.82] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat zowel lichte als matige alcoholconsumptie de kans op het krijgen van een ischemische beroerte maar niet een hemorragische beroerte verlaagde. Echter, een overmatige alcoholconsumptie (>4 glazen per dag) verhoogde de kans op het krijgen van een beroerte.

Oorspronkelijke titel:
Differing association of alcohol consumption with different stroke types: a systematic review and meta-analysis by Larsson SC, Wallin A3, […], Markus HS.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27881167

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het verlagen van een beroerte en alcholconsumptie.

 

Noten verlagen het leptinegehalte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van noten ontstekingen in het lichaam?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 20 studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van noten het serum CRP-gehalte niet significant met 0.17 mg/L [WMD = 0.17 mg/L, 95% BI = -0.67 tot 0.33, I2 = 52.1%] verhoogde. Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het eten van noten het serum IL6-gehalte niet significant met 0.06 ng/dL [WMD = -0.06 ng/dL, 95% BI = -0.69 tot 0.56, I2 = 9.6%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van noten het serum IL10-gehalte niet significant met 0.18 mg/dL [WMD = -0.18 mg/dL, 95% BI = -1.24 tot 0.88, I2 = 9.3%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van noten het TNF-alfa-gehalte niet significant met 0.18 pg/mL [WMD = 0.37 pg/mL, 95% BI = -0.90 tot 0.16, I2 = 7.9%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van noten het adiponectinegehalte niet significant met 0.60 mg/dL [WMD = -0.60 mg/dL, 95% BI = -1.88 tot 0.68, I2 = 5.6%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van noten het leptinegehalte significant met 0.71 mg/dL [WMD = -0.71 mg/dL, 95% BI = -1.11 tot -0.30, I2 = 6.3%] verlaagde. Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden in de sensitiviteitsanalyses dat deze bevindingen robust waren.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van noten het leptinegehalte verlaagde maar het had echter geen effect op het CRP-, IL6-, adiponectine-, IL10- en TNF-α-gehalte.

Oorspronkelijke titel:
Impact of different types of tree nut, peanut, and soy nut consumption on serum C-reactive protein (CRP): A systematic review and meta-analysis of randomized controlled clinical trials by Mazidi M, Rezaie P, [...], Gao HK.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27858850

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier meer studies over chronische ziekten en overgewicht.

CRP, IL-6  en IL-10 zijn 3 ontstekingsbiomerkers in het lichaam. Door het meten van ontstekingsbiomerkers kunnen ontstekingen in het lichaam worden opgespoord. Chronische ziekten zijn ontstekingsziekten.

Hoge leptinewaarden kunnen duiden op leptineresistentie, met als gevolg toename van het lichaamsgewicht en metabole stoornissen oftewel stofwisselingsstoornissen. Stofwisselingsstoornissen zijn erfelijke stoornissen. Er zijn ongeveer 600 verschillende stofwisselingsstoornissen.

Vitamine D-tekort verhoogt COPD

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt een vitamine D-tekort de kans op het krijgen van COPD?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 15 patiënt-controle studies, 5 cohort studies en 1 cross-sectionele studie met in totaal 4818 mensen met COPD en 7175 mensen zonder COPD.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 13 studies met in totaal 1981 mensen met COPD en 1283 mensen zonder COPD, dat mensen met COPD een lager serum vitamine D-gehalte hadden dan mensen zonder COPD [SMD = -0.69, 95% BI = -1.00 tot -0.38, p 0.001, I2 = 94.0%].

De onderzoekers vonden in 12 studies met in totaal 3224 mensen met COPD en 6699 mensen zonder COPD, dat een vitamine D-tekort (serum 25(OH)D 20 ng/mL) de kans op het krijgen van COPD significant met 77% [OR = 1.77, 95% BI = 1.18 tot 2.64, p = 0.006] verhoogde.

De onderzoekers vonden een verband tussen een vitamine D-tekort (serum 25(OH)D 20 ng/mL) en de ernst van COPD [OR = 2.83, 95% BI = 2.00 tot 4.00, p 0.001].

De onderzoekers vonden geen verband tussen een vitamine D-tekort (serum 25(OH)D 20 ng/mL) en de exacerbaties van COPD [OR = 1.17, 95% BI = 0.86 tot 1.59, p = 0.326].

De onderzoekers concludeerden dat een vitamine D-tekort (serum 25(OH)D 20 ng/mL) de kans op het krijgen van COPD verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
The association between vitamin D and COPD risk, severity, and exacerbation: an updated systematic review and meta-analysis by Zhu M, Wang T, […], Ji Y.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5079694/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine D en chronische ziekten.

De snelste en goedkoopste manier om een vitamine D-tekort op te lossen, is door vitamine D-suplementen te slikken.

De gewenste bloedwaarden van vitamine D zijn 75-80 nmol/L (30-32 ng/mL). Deze bloedwaarden worden bereikt met 800-1200 IE oftewel 20-30 microgram (mcg oftewel μg) vitamine D per dag gedurende 3 maanden.

 

Suikerziekte verhoogt het vallen bij ouderen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt suikerziekte de kans op het vallen bij ouderen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 6 prospectieve cohort studies met in totaal 14685 deelnemers. De studies waren gecorrigeerd voor de leeftijd.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat suikerziekte de kans op het vallen bij ouderen significant met 64% [risk ratio = 1.64, 95% BI = 1.27-2.11] verhoogde. 

De onderzoekers vonden dat suikerziekte de kans op het vallen bij mannelijke ouderen significant met 81% [risk ratio = 1.81, 95% BI = 1.19-2.76] verhoogde. 

De onderzoekers vonden dat suikerziekte de kans op het vallen bij vrouwelijke ouderen significant met 52% [risk ratio = 1.52, 95% BI = 1.04-2.21] verhoogde. 

De onderzoekers vonden dat suikerziekte de kans op het vallen bij ouderen die behandeld waren met insuline significant met 94% [risk ratio = 1.94, 95% BI = 1.42-2.63] verhoogde. 

De onderzoekers vonden dat suikerziekte de kans op het vallen bij ouderen die niet behandeld waren met insuline significant met 27% [risk ratio = 1.27, 95% BI = 1.06-1.52] verhoogde. 

De onderzoekers concludeerden dat suikerziekte de kans op het vallen bij ouderen, met name bij een behandeling met insuline verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Diabetes mellitus and risk of falls in older adults: a systematic review and meta-analysis by Yang Y, Hu X, [...], Zou R.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27515679

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over suikerziekte en ouderdom.

 

 

3500 mg kalium per dag via voeding verlaagt een beroerte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van kalium de kans op het krijgen van een beroerte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 16 cohort studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in de analyse waarbij gecorrigeerd werd voor de bloeddruk, dat het eten van veel kalium vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van een beroerte significant met 13% [RR = 0.87, 95% BI = 0.80-0.94] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de analyse waarbij gecorrigeerd werd voor de bloeddruk, dat het eten van 90 mmol kalium per dag oftewel 3500 mg kalium per dag de kans op het krijgen van een beroerte het meest verlaagde, namelijk 22% [RR = 0.78, 95% BI = 0.70-0.86].

De onderzoekers concludeerden dat 3500 mg kalium per dag de kans op het krijgen van een beroerte het meest verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Meta-Analysis of Potassium Intake and the Risk of Stroke by Vinceti M, Filippini T, […], Orsini N.

Link:
http://jaha.ahajournals.org/content/5/10/e004210.long

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over hart- en vaatziekten, kalium en het verlagen van een beroerte.


 

Dagelijks 200 gram melk verlaagt mogelijk obesitas

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt de consumptie van zuivelproducten de kans op het krijgen van obesitas?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 17 studies (voornamelijk cross-sectionele studies).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge consumptie van zuivelproducten vergeleken met een lage consumptie, de kans op het krijgen van obesitas bij kinderen significant met 46% [odds ratio = 0.54, 95 BI = 0.38-0.77] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge consumptie van zuivelproducten vergeleken met een lage consumptie, de kans op het krijgen van obesitas bij volwassenen significant met 25% [odds ratio = 0.75, 95 BI = 0.69-0.81] verlaagde.

De onderzoekers vonden een non-lineair verband tusssen de consumptie van zuivelproducten en de kans op het krijgen van obesitas [p non-lineariteit = 0.009].

De onderzoekers vonden dat een hoge consumptie van melk vergeleken met een lage consumptie, de kans op het krijgen van obesitas bij kinderen significant met 13% [odds ratio = 0.87, 95 BI = 0.80-0.95] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge consumptie van melk vergeleken met een lage consumptie, de kans op het krijgen van obesitas bij volwassenen significant met 23% [odds ratio = 0.77, 95 BI = 0.68-0.87] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 200 gram melk per dag, de kans op het krijgen van obesitas significant met 16% [odds ratio = 0.84, 95 BI = 0.77-0.92] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat een hoge consumptie van zuivelproducten die uit minimaal 200 gram melk per dag bestaat, de kans op het krijgen van obesitas zowel bij kinderen als volwassenen waarschijnlijk verlaagde. Waarschijnlijk omdat dit overzichtsartikel voornamelijk uit cross-sectionele studies (kan geen conclusies over het oorzakelijke verband worden getrokken) bestond.

Oorspronkelijke titel:
Association of dairy products consumption with risk of obesity in children and adults: a meta-analysis of mainly cross-sectional studies by Wang W, Wu Y and Zhang D.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27756684

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier meer studies over overgewicht en zuivelconsumptie.

Leverkankerpatiënten hebben een lager seleniumgehalte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt een laag seleniumgehalte in het lichaam de kans op het krijgen van leverkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 9 artikelen.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat mensen met leverkanker een lager seleniumgehalte in het lichaam hadden dan mensen zonder leverkanker [SMD = -1.08, 95% BI = -0.136 tot -0.08, p 0.001]. Deze bevinding was onafhankelijk van de studietype, ras en de wijze waarop het seleniumgehalte bepaald werd.

De onderzoekers concludeerden dat een laag seleniumgehalte in het lichaam de kans op het krijgen van leverkanker verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Meta-analysis of the correlation between selenium and incidence of hepatocellular carcinoma by Zhang Z, Bi M, [...], Xu S.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27780927

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over kanker en selenium.

Deze maaltijden bevatten veel selenium.

 

Lichamelijke activiteit verlaagt maagkanker onder mannen en Aziaten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt lichamelijke activiteit de kans op het krijgen van maagkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 cohort studies (7551 mensen met maagkanker onder 1541208 deelnemers) en 12 patiënt-controle studies (5803 mensen met maagkanker en 73629 mensen zonder kanker).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat elke vorm van lichamelijke activiteit de kans op het krijgen van maagkanker significant met 19% [gepoolde RR = 0.81, 95% BI = 0.73 tot 0.89] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke vorm van lichamelijke activiteit de kans op het krijgen van maagkanker onder mannen significant met 13% [gepoolde RR = 0.87, 95% BI = 0.77 tot 0.99] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke vorm van lichamelijke activiteit de kans op het krijgen van maagkanker onder Aziaten significant met 18% [gepoolde RR = 0.82, 95% BI = 0.74 tot 0.90] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke vorm van lichamelijke activiteit de kans op het krijgen van non-cardia maagkanker significant met 38% [gepoolde RR = 0.62, 95% BI = 0.52 tot 0.75] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat elke vorm van lichamelijke activiteit de kans op het krijgen van maagkanker, met name non-cardia maagkanker onder mannen en Aziaten verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Physical Activity and Gastric Cancer Risk: A Systematic Review and Meta-Analysis by Psaltopoulou T, Ntanasis-Stathopoulos I, […], Sergentanis TN.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27347864

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over kanker en lichamelijke activiteiten.

 

Overgewicht verhoogt de bloeddruk

Onderzoeksvraag:
Verhoogt overgewicht of obesitas de bloeddruk?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 prospectieve cohort studies met in totaal 173828 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 9 studies dat het hebben van overgewicht de kans op het krijgen van een hoge bloeddruk significant met 52% [RR = 1.52, 95% BI = 1.37-1.67, I2 = 82.4%] verhoogde.

De onderzoekers vonden in 9 studies dat het hebben van obesitas de kans op het krijgen van een hoge bloeddruk significant met 117% [RR = 2.17, 95% BI = 1.84-2.50, I2 = 88.9%] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat het hebben van overgewicht (BMI>25) of obesitas (BMI>30) de bloeddruk verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
How much excess weight loss can reduce the risk of hypertension? by Poorolajal J, Hooshmand E, [...], Ameri P.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27521927

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over overgewicht en het verlagen van de bloeddruk.

Of u overgewicht hebt of niet, kunt u hier checken.

 

Probiotica verlagen het nuchter glucosegehalte van suikerpatiënten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt de consumptie van probiotica en synbiotica het nuchter glucosegehalte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 18 studies (gerandomiseerde en niet gerandomiseerde studies in mensen).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat de consumptie van probiotica en synbiotica (zowel pre- als probiotica) het nuchter glucosegehalte significant met 0.18 mmol/L [95% BI = -0.37 tot 0.00, p = 0.05] verlaagde. Echter, de significantie verdwenen in de subgroepenanalyses.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat de consumptie van probiotica en synbiotica het nuchter glucosegehalte van mensen met een nuchter glucosegehalte ≥7 mmol/L significant met 0.68 mmol/L [95% BI = -1.07 tot -0.29, ρ 0.01] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat de consumptie van probiotica, bestaan uit verschillende stammen het nuchter glucosegehalte sneller verlaagde dan probiotica van 1 stam [0.31 mmol/L, 95% BI = -0.58 tot -0.03, ρ = 0.03].

De onderzoekers concludeerden dat de consumptie van probiotica (bij voorkeur bestaan uit verschillende stammen) het nuchter glucosegehalte van mensen met voorstadium van en/of met suikerziekte type 2 verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effect of probiotics and synbiotics on blood glucose: a systematic review and meta-analysis of controlled trials by Nikbakht E, Khalesi S, […], Colson N.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27590729

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over suikerziekte en probiotica.

Suikerpatiënten hebben een nuchter glucosegehalte van ≥7 mmol/L.

 

Vitamine C verkort het verblijf in het ziekenhuis van patiënten die een hartoperatie ondergaan

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van vitamine C voor een hartoperatie de kans op het krijgen van postoperatief boezemfibrilleren?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat de inname van vitamine C via de mond voor een hartoperatie de kans op het krijgen van postoperatief boezemfibrilleren significant met 56% [OR = 0.44, 95% BI = 0.32 tot 0.61] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat de inname van vitamine C via de mond voor een hartoperatie het verblijf op intensive care significant met 0.24 dag [95% BI = -0.45 tot -0.03 dag] verkortte.

De onderzoekers vonden dat de inname van vitamine C via de mond voor een hartoperatie het verblijf in het ziekenhuis significant met 0.94 dag [95% BI = -1.65 tot -0.23 dag] verkortte.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van vitamine C voor een hartoperatie de kans op het krijgen van postoperatief boezemfibrilleren verlaagde en het verblijf in het ziekenhuis verkortte.

Oorspronkelijke titel:
Meta-analysis of ascorbic acid for prevention of postoperative atrial fibrillation after cardiac surgery by Baker WL and Coleman CI.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27806938

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over hart- en vaatziekten en vitamine C.

Postoperatief boezemfibrilleren of atriumfibrilleren is een veelvoorkomende hartritmestoornis na een hartoperatie.