Voeding en gezondheid

Knoflook via voeding verlaagt niet dikke darmkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van knoflook de kans op het krijgen van dikke darmkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 7 patiënt-controle studies en 7 cohort studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van knoflook de kans op het krijgen van dikke darmkanker niet verlaagde [OR = 0.93, 95% BI = 0.82-1.06, p = 0.281, I2 = 83.6%, p ≤ 0.001].

De onderzoekers vonden in patiënt-controle studies dat het eten van knoflook de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 37% verlaagde [gecombineerde RR = 0.63, 95% BI = 0.48-0.82, p = 0. 00, I2 = 75.6%, p ≤ 0.001]. Echter, dit significante verlaagde risico werd niet teruggevonden in cohort studies.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van knoflook de kans op het krijgen van dikke darmkanker niet verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Garlic consumption and colorectal cancer risk in man: a systematic review and meta-analysis by Chiavarini M, Minelli L and Fabiani R.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/25945653

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over dikke darmkanker en allium groenten.

 

Dagelijks 2.5 gram plantensterolen en/of -stanolen gedurende minimaal 4 weken verlaagt de bloedwaarden van beta-caroteen en luteïne

Onderzoeksvraag:
Verlaagt de inname van plantensterolen- en/of -stanolen de bloedwaarden van carotenoïden, vitamine A en D?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 41 RCT’s met in totaal 3306 deelnemers. De gemiddelde plantensterolen- of stanoleninname was 2.5 gram per dag.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat de inname van plantensterolen en/of -stanolen de non-cholesterol gestandaardiseerde waarden van beta-caroteen significant met -16.3% [95% BI = -18.3 tot -14.3] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat de inname van plantensterolen en/of -stanolen de cholesterol gestandaardiseerde waarden van beta-caroteen significant met -10.1% [95% BI = -12.3 tot -8.0] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat de inname van plantensterolen en/of -stanolen de non-cholesterol gestandaardiseerde waarden van alfa-caroteen significant met -14.4 % [95% BI = -17.5 tot -11.3] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat de inname van plantensterolen en/of -stanolen de cholesterol gestandaardiseerde waarden van alfa-caroteen significant met -7.8% [95% BI = -11.3 tot -4.3] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat de inname van plantensterolen en/of -stanolen de non-cholesterol gestandaardiseerde waarden van lycopeen significant met -12.3% [95% BI = -14.6 tot -10.1] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat de inname van plantensterolen en/of -stanolen de cholesterol gestandaardiseerde waarden van lycopeen significant met -6.3% [95% BI = -8.6 tot -4.0] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat de inname van plantensterolen en/of -stanolen de non-cholesterol gestandaardiseerde waarden van luteïne significant met -7.4% [95% BI = -10.1 tot -4.8] verlaagde. Echter, de verlaging van de cholesterol gestandaardiseerde waarden was niet significant.

De onderzoekers vonden dat de inname van plantensterolen en/of -stanolen de non-cholesterol gestandaardiseerde waarden van zeaxanthine significant met -12.9% [95% BI = -18.9 tot -6.8] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat de inname van plantensterolen en/of -stanolen de cholesterol gestandaardiseerde waarden van zeaxanthine significant met -7.7% [95% BI = -13.8 tot -1.7] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat de inname van plantensterolen en/of -stanolen de non-cholesterol gestandaardiseerde waarden van beta-cryptoxanthine significant -10.6% [95% BI = -14.3 tot -6.9] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat de inname van plantensterolen en/of -stanolen de cholesterol gestandaardiseerde waarden van beta-cryptoxanthine significant met -4.8% [95% = -8.7 tot -0.9] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat de inname van plantensterolen en/of -stanolen de non-cholesterol gestandaardiseerde waarden van alfa-tocoferol significant met -7.1% [95% = -8.0 tot -6.2] verlaagde. Echter, de verlaging van de cholesterol gestandaardiseerde waarden was niet significant.

De onderzoekers vonden dat de inname van plantensterolen en/of -stanolen de non-cholesterol gestandaardiseerde waarden van gamma-tocoferol significant met -6.9% [95% = -9.8 tot -3.9] verlaagde. Echter, de verlaging van de cholesterol gestandaardiseerde waarden was niet significant.

De onderzoekers vonden dat de inname van plantensterolen en/of -stanolen de non-cholesterol gestandaardiseerde waarden van zowel vitamine A als vitamine D niet significant verlaagde.

De onderzoekers vonden dat de inname van plantensterolen en/of -stanolen gedurende minimaal 4 weken de cholesterol gestandaardiseerde waarden van luteïne significant met -5.6% verlaagde. Echter, deze verlaging was niet significant tot 4 weken inname.

De onderzoekers vonden dat de inname van plantensterolen en/of -stanolen gedurende minimaal 4 weken de cholesterol gestandaardiseerde waarden van beta-caroteen significant met -14.2% verlaagde. Echter, deze verlaging was niet significant tot 4 weken inname.

De onderzoekers concludeerden dat de inname van 2.5 gram plantensterolen en/of -stanolen per dag gedurende minimaal 4 weken de cholesterol gestandaardiseerde waarden van beta-caroteen en luteïne verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Plasma fat-soluble vitamin and carotenoid concentrations after plant sterol and plant stanol consumption: a meta-analysis of randomized controlled trials by Baumgartner S, Ras RT, […], Plat J.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27591863

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over hart- en vaatzieken en carotenoïden.

Plantensterolen en/of -stanolen verlagen namelijk het cholesterolgehalte. Naast het verlagen van het cholesterolgehalte verlagen ze volgens het hier bovenstaande overzichtsartikel ook het luteïne- en beta-caroteengehalte. Plantensterolen en/of -stanolen worden vaak aan margarine en halvarine toegevoegd.

 

Flavanolen via voeding verlaagt mogelijk kanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van flavan-3-olen (flavanolen) de kans op het krijgen van kanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 25 patiënt-controle studies en 18 prospectieve cohort studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van flavan-3-olen (flavanolen) de kans op het krijgen van kanker significant met 6.5% [RR = 0.935, 95% BI = 0.891-0.981, I2 = 46.837%] verlaagde. De Egger’s funnel plot toonde publicatie bias (de afwezigheid van negetieve studies) aan.

De onderzoekers vonden in patiënt-controle studies dat het eten van flavan-3-olen (flavanolen) de kans op het krijgen van rectale kanker significant met 16.2% [RR = 0.838, 95% BI = 0.733-0.958, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in patiënt-controle studies dat het eten van flavan-3-olen (flavanolen) de kans op het krijgen van zowel keel- als strottehoofdkanker significant met 24.1% [RR = 0.759, 95% BI = 0.581-0.993, I2 = 0%] verlaagde. 

De onderzoekers vonden in patiënt-controle studies dat het eten van flavan-3-olen (flavanolen) de kans op het krijgen van borstkanker significant met 11.5% [RR = 0.885, 95% BI = 0.790-0.991, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van flavan-3-olen (flavanolen) de kans op het krijgen van maagkanker onder vrouwen significant met 26.7% [RR = 0.633, 95% BI = 0.468-0.858] verlaagde.

De onderzoekers vonden in het meta-regressie model geen dosisafhankelijk verband tussen het eten van flavan-3-olen (flavanolen) en de kans op het krijgen van kanker.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van flavan-3-olen (flavanolen) de kans op het krijgen van kanker mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat er publicatie bias was en het verlaagde risico niet werd teruggevonden in cohort studies.

Oorspronkelijke titel:
Flavan-3-ols consumption and cancer risk: A meta-analysis of epidemiologic studies by Lei L, Yang Y, [...], Yang J.

Link:
http://www.impactjournals.com/oncotarget/index.php?journal=oncotarget&page=article&op=view&path[]=12017&path[]=38034

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over kanker en flavonoïden.
Flavanolen zitten in peren, appels, bosbessen, aardbeien, perziken, chocolade en thee.

 

Bosbessen verlagen niet de bloeddruk

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlagen bosbessen de bloeddruk?  

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 6 RCT’s met in totaal 204 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat suppletie met bosbessen de systolische bloeddruk niet verlaagde [MD = -0.28, 95% BI = -1.11 tot 0.56, I2 = 87%].

De onderzoekers vonden dat suppletie met bosbessen de diastolische bloeddruk niet verlaagde [MD = -0.5, 95% BI = -1.24 tot 0.24, I2 = 84%].

De onderzoekers concludeerden dat bosbessen de bloeddruk niet verlaagden.

Oorspronkelijke titel:
Effects of blueberry supplementation on blood pressure: a systematic review and meta-analysis of randomized clinical trials by Zhu Y, Sun J, […], Qiu C.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27654329

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het verlagen van de bloeddruk en groenten en fruit.

Resistent zetmeel verbebert de darmwerking van gezonde volwassenen

Onderzoeksvraag:
Verbetert het eten van resistent zetmeel de darmwerking van gezonde volwassenen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte RCT’s.  

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van resistent zetmeel het fecale natte gewicht (nat stoelgangsgewicht) significant met 35.51 gram per dag [95% BI = 1.21-69.82] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van resistent zetmeel het butyraatgehalte (butyraat is een vetzuur met een beschermende werking tegen dikkedarm kanker) significant met 0.61 [95% BI = 0.32-0.89] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van resistent zetmeel de fecale pH-test significant met 0.19 [95% BI = -0.35 tot -0.03] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van resistent zetmeel de defecatiefrequentie (stoelgangsfrequentie) niet significant verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van resistent zetmeel de darmflora van gezonde volwassenen verbeterde.

Oorspronkelijke titel:
Positive effects of resistant starch supplementation on bowel function in healthy adults: a systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Shen D, Bai H, […], Chen L.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27593182

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over pre- en probiotica. 

Er zijn een aantal manieren om de werking van de darmen te meten. Deze zijn het fecale natte gewicht, het butyraatgehalte, de fecale pH-test en de defecatiefrequentie.

Resistent zetmeel (RS, van het Engelse, Resistant Starch) wordt zo genoemd, omdat het niet wordt afgebroken in de dunne darm maar in de dikke darm van het lichaam. Het is een voedingsvezel van het onoplosbare type. Resistent zetmeel dient dus vooral als voeding voor de bacteriën in de dikke darm. Er zijn 3 soorten resistent zetmeel:

  1. RS1: door de celwand ingesloten en ontoegankelijk zetmeel in o.a. zaden, bonen en volkorenproducten
  2. RS2: resistente zetmeelgranules. Deze komen voor in onrijpe bananen en rauwe aardappelen. Rijping of koken kan het zetmeel toegankelijk maken.
  3. RS3: zogenaamd geretrogradeerd zetmeel. Deze komt voor in verwerkte producten omdat het ontstaat door verhitten of afkoelen, bijvoorbeeld in afgekoelde, gekookte aardappelen of pasta, oudbakken brood of cornflakes.

12 gram noten per dag verlaagt een beroerte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van noten de kans op het krijgen van een beroerte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 14 prospectieve cohort studies. De leeftijd varieerde tussen 30 en 86.7 jaar. De follow-up duur varieerde tussen 4.4 en 30 jaar.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel noten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van een beroerte significant met 12% [RR = 0.88, 95% BI = 0.80-0.97, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel noten vergeleken met weinig, de kans op doodgaan aan een beroerte significant met 19% [RR = 0.81, 95% BI = 0.72-0.91, I2 = 0%] verlaagde. Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van veel noten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van een beroerte onder vrouwen significant met 16% [RR = 0.84, 95% BI = 0.73-0.96, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van veel noten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van een beroerte onder Aziaten significant met 21% [RR = 0.79, 95% BI = 0.67-0.93] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat 12 gram noten per dag, de kans op het krijgen van een beroerte significant met 14% [RR = 0.86, 95% BI = 0.79-0.94] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel noten (minimaal 12 gram per dag) de kans op het krijgen van een beroerte, met name onder vrouwen en Aziaten verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Nut intake and stroke risk: A dose-response meta-analysis of prospective cohort studies by Shao C, Tang H, […], He J.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4965766/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het voorkomen van een beroerte.

 

Dagelijks rijst eten verhoogt chronische ziekten onder vrouwen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen het eten van rijst en het krijgen van chronische ziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 12 cohort studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel rijst vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van chronische ziekten niet significant met 11% [RR = 1.11, 95% BI = 0.96-1.29, I1 = 70.3%] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel rijst vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van chronische ziekten onder vrouwen significant met 40% [RR = 1.40, 95% BI = 1.13-1.73] verhoogde.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van veel rijst en de kans op het krijgen van chronische ziekten onder mannen [RR = 0.95, 95% BI = 0.72-1.24].

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van veel rijst en de mortaliteit onder vrouwen [RR = 1.08, 95% BI = 0.97-1.19].

De onderzoekers vonden dat het eten van veel rijst vergeleken met weinig, de mortaliteit onder mannen significant met 13% [RR = 0.87, 95% BI = 0.81-0.94] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel rijst de kans op het krijgen van chronische ziekten onder vrouwen maar niet onder mannen verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Rice consumption, incidence of chronic diseases and risk of mortality: meta-analysis of cohort studies by Saneei P, Larijani B and Esmaillzadeh A.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27577106

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over chonische ziekten.

 

Een voedingspatroon met veel dierlijke eiwitten verhoogt suikerziekte type 2

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen het eten van eiwitten en de kans op het krijgen van suikerziekte type 2?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 prospectieve cohort studies met in totaal 505624 deelnemers, waarvan 37918 mensen met suikerziekte type 2. De follow-up duur varieerde tussen 5 en 24 jaar.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel eiwitten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 9% [gepoolde RR = 1.09, 95% BI = 1.06-1.13] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel dierlijke eiwitten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 19% [gepoolde RR = 1.19, 95% BI = 1.11-1.28] verhoogde. Dit significante verhoogde risico bleef gelijk in de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel plantaardige eiwitten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 niet significant met 5% [gepoolde RR = 0.95, 95% BI = 0.89-1.02] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel plantaardige eiwitten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 onder vrouwen significant met 7% [gepoolde RR = 0.93, 95% BI = 0.85-1.00] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel plantaardige eiwitten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 onder Amerikanen significant met 9% [gepoolde RR = 0.91, 95% BI = 0.84-0.97] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel dierlijke eiwitten de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 verhoogde, terwijl veel plantaardige eiwitten de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 onder vrouwen en Amerikanen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary protein intake and risk of type 2 diabetes: results from the Melbourne Collaborative Cohort Study and a meta-analysis of prospective studies by Shang X, Scott D, […], Sanders KM.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27629053

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over suikerziekte type 2 en eiwitten.

Deze maaltijden bevatten plantaardige eiwitten.

Een enkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.
Op grond van het hier bovenstaande overzichtsartikel kan geconcludeed worden dat een voedingspatroon met veel dierlijke eiwitten de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 verhoogde.
Een voedingspatroon met veel dierlijke eiwitten is een voedingspatroon met 25-35 En% dierlijke eiwit. Een voedingspatroon met 25-35 En% dierlijke eiwit bestaat voornameljik uit producten met 25-35 En% dierlijke eiwit of het gemiddelde van de dagelijks gegeten producten bevatten 25-35 En% dierlijke eiwit. Welke producten uit de supermarkt 25-35 En% (dierlijke/plantaardige) eiwit bevatten, kunt u hier opzoeken.

Donkergroene bladgroenten verlaagt mogelijk hart- en vaatziekten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van donkergroene bladgroenten inclusief kruisbloemige groenten, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 studies (patiënt-controle studies en cohort studies) met in totaal  540000 deelnemers, waarvan 26173 mensen met hart- en vaatziekten.

Er was sprake van publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in een random effect model dat het eten van donkergroene bladgroenten de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten significant met 15.8% [RR = 0.842, 95% BI = 0.753 to 0.941, p = 0.002] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van donkergroene bladgroenten inclusief kruisbloemige groenten, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat er sprake was van publicatie bias.

Oorspronkelijke titel:
The effect of green leafy and cruciferous vegetable intake on the incidence of cardiovascular disease: A meta-analysis by Pollock RL.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4973479/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over hart- en vaatzieken en het eten van groenten.

Een hoog leptinegehalte verhoogt astma

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen het leptinegehalte of adiponectinegehalte en de kans op het krijgen van astma?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 13 studies met in totaal 3642 patiënten.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoog leptinegehalte de kans op het krijgen van astma verhoogde [SDM = 0.867, 95% BI  = 0.416-1.318, p 0.001].

De onderzoekers vonden dat een laag adiponectinegehalte de kans op het krijgen van astma verhoogde [SDM = -0.371, 95% BI = -0.728 tot -0.014, p = 0.042].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat een hoog leptinegehalte de kans op het krijgen van astma bij zowel volwassenen [SDM = 1.374, 95% BI = 0.621 tot 2.126, p 0.001] als kinderen [SDM = 0.302, 95% BI = 0.010 tot 0.594, p = 0.042] verhoogde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat een laag adiponectinegehalte de kans op het krijgen van astma bij volwassenen [p = 0.05] maar niet bij kinderen [p = 0.509] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat een hoog leptinegehalte de kans op het krijgen van astma bij zowel volwassenen als kinderen verhoogde, terwijl een laag adiponectinegehalte de kans op het krijgen van astma bij volwassenen maar niet bij kinderen verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Association of asthma diagnosis with leptin and adiponectin: a systematic review and meta-analysis by Zhang L, Yin Y, [...], Zhang J.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27473714

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over chronische ziekte.

Leptine is een peptidehormoon, hetgene betekent dat leptine niet door de celmembranen van de lichaamscellen heen kan, maar het bindt aan de receptoren van de celmembranen. Leptine wordt door het vetweefsel geproduceerd wanneer de vetvoorraad toeneemt. Leptine wordt aan het bloed afgegeven en bindt aan de receptoren van het verzadigingscentrum in de hersenstam. Wanneer het verzadigingscentrum wordt geprikkeld, wordt er een signaal afgegeven dat de vetvoorraden groot genoeg zijn en dat er niet meer gegeten hoeft te worden. Het hongergevoel neemt dus af. Daarnaast vergroot leptine het energiegebruik, waardoor het lichaam meer calorieën gaat verbruiken.

Adiponectine is een eiwit dat vrijwel uitsluitend wordt geproduceerd in de vetcellen. Bij de mensen met overgewicht (BMI>25) is de adiponectine-concentratie in het bloed lager dan bij de mensen met een normaal gewicht. Een lage adiponectine-concentratie wordt geassocieerd met een verminderde insulinegevoeligheid. Suikerpatiënten hebben een verminderde insulinegevoeligheid.

Minimaal 17 gram bessen per dag verlaagt suikerziekte type 2

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van anthocyaninen of bessen de kans op het krijgen van suikerziekte type 2?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 3 cohort studies over de inname van anthocyaninen met in totaal 200894 deelnemers waarvan 12611 mensen met suikerziekte type 2 en 5 cohort studies over de consumptie van bessen met in totaal 194019 deelnemers waarvan 13013 mensen met suikerziekte type 2.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van anthocyaninen de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 15% [RR = 0.85, 95% BI = 0.80-0.91, I2 = 14.5%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van bessen de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 18% [RR = 0.82, 95% BI = 0.76-0.89, I2 = 48.6%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van 7.5 mg anthocyaninen per dag, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 5% [RR = 0.95, 95% BI = 0.93-0.98, I2 = 0.00%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van 17 gram  bessen per dag, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 5% [RR = 0.95, 95% BI = 0.91-0.99, I2 = 0.00%] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel anthocyaninen (minimaal 7.5 mg anthocyaninen per dag) en veel bessen (minimaal 17 gram  bessen per dag) de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Associations of dietary intakes of anthocyanins and berry fruits with risk of type 2 diabetes mellitus: a systematic review and meta-analysis of prospective cohort studies by Guo X, Yang B, [...], Li D.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27530472

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over suikerziekte type 2 en fruitconsumptie.

Levensmiddelen 

Hoeveelheden anthocyaninen in mg per
100 gram levensmiddel

Aardbeien

15-35

Appelbessen

200-1000

Aubergine 

750

Bosbessen

25-497

Braambessen

83-326

Frambozen

10-60

Kersen

350-400

Radijs

11-60

Rode bessen

80-420

Rode druiven

30-750

Rode uien

7-21

Rode wijn

24-35

Sinaasappel

~200

Veenbessen

60-200

Vlierbessen

450

Zwarte bessen

130-400

 

Borstvoeding geven beschermt vrouwen tegen botontkalking op latere leeftijd

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Hebben vrouwen die borstvoeding geven minder kans op het krijgen van fracturen, als gevolg van botontkalking (osteoporosis)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 12 studies met in totaal 14954 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in patiënt-controle studies dat vrouwen die borstvoeding gaven een significante, verlaagde kans van 30% [RR = 0.70, 95% BI = 0.49-0.99] op het krijgen van fracturen, als gevolg van botontkalking hadden.

De onderzoekers vonden dat vrouwen die borstvoeding gaven een significante, verlaagde kans van 34% [RR = 0.66, 95% BI = 0.47-0.93] op het krijgen van fracturen, als gevolg van botontkalking na de menopauze hadden.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses dat elke verhoging met 1 maand borstvoeding, de kans op het krijgen van fracturen, als gevolg van botontkalking onder vrouwen significant met 0.9% verlaagde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses dat elke verhoging met 1 maand borstvoeding, de kans op het krijgen van heupfracturen, als gevolg van botontkalking onder vrouwen significant met 1.2% verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het geven van borstvoeding de kans op het krijgen van fracturen, als gevolg van botontkalking onder vrouwen (met name bij postmenopauzale vrouwen) verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
A meta-analysis of breastfeeding and osteoporotic fracture risk in the females by Duan X, Wang J and Jiang X.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27577724

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over de positieve effecten van het geven van borstvoeding.

Een hoog kopergehalte in het bloed verhoogt zwangerschapsvergiftiging

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een relatie tussen het kopergehalte en zwangerschapsvergiftiging?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 patiënt-controle studies en 2 cross-sectionele studies met in totaal 442 vrouwen met zwangerschapsvergiftiging en 463 vrouwen zonder zwangerschapsvergiftiging.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het kopergehalte van vrouwen met zwangerschapsvergiftiging significant hoger was dan van vrouwen zonder zwangerschapsvergiftiging [SMD = 0.69 mcg/L, 95% BI = 0.54-0.84, I2 = 96.7%, p 0.001].
Dit significante verschil werd zowel onder Aziaten [SMD = 0.73, 95% BI = 0.57-0.90, I2 = 97.3%] als onder Europeanen [SMD = 0.50, 95% BI = 0.14-0.86, I2 = 58.9%] gevonden.

De onderzoekers concludeerden dat het kopergehalte van vrouwen met zwangerschapsvergiftiging hoger was dan van vrouwen zonder zwangerschapsvergiftiging.

Oorspronkelijke titel:
A meta-analysis of copper level and risk of preeclampsia: Evidence from 12 publications by Zhang M and Fan Y.

Link:
http://www.bioscirep.org/content/36/4/e00370.long

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over koper en zwangerschap.

Pre-eclampsie is een combinatie van een te hoge bloeddruk en eiwitverlies via de urine tijdens de zwangerschap. In de volksmond is de aandoening bekend onder de naam zwangerschapsvergiftiging, maar die term wordt in medische vaktaal niet meer gebruikt.

 

Dagelijks 40 gram kaas verlaagt hart- en vaatziekten en beroerte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van kaas de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten en een beroerte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 15 prospectieve cohort studies. 13 van de 15 studies hadden een follow-up duur van meer dan 10 jaar.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 7 studies met in toaal 8076 mensen met hart- en vaatzieten, dat het eten van veel kaas vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten significant met 10% [RR = 0.90, 95% BI = 0.82-0.99] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 8 studies met in toaal 7631 mensen met een coronaire hartziekte, dat het eten van veel kaas vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van coronaire hartziekte significant met 14% [RR = 0.86, 95% BI = 0.77-0.96] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 7 studies met in toaal 10449 mensen met een beroerte, dat het eten van veel kaas vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van een beroerte significant met 10% [RR = 0.90, 95% BI = 0.84-0.97] verlaagde.

De onderzoekers vonden een non-lineair verband tussen het eten van kaas en de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten [p-nonlineair 0.001] en een beroerte [p-nonlineair = 0.015] met het laagste risico bij 40 gram kaas per dag.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel kaas (40 gram per dag) de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten en een beroerte verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Cheese consumption and risk of cardiovascular disease: a meta-analysis of prospective studies by Chen GC, Wang Y, [...], Qin LQ.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27517544

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over zuivelproducten, hart- en vaatzieken en het verlagen van een beroerte.

B-vitamines supplementen verlagen huidkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Observationele studies suggereren een verband tussen het slikken van B-vitamines en het risico op het krijgen van kanker, echter dit verband blijft controverseel. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het slikken van B-vitamines de kans op het krijgen van kanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 18 RCT’s met in totaal 74498 deelnemers, waarvan 16 RCT’s die 4103 kankergevallen rapporteerden, 6 RCT’s die 731 sterfgevallen aan kanker rapporteerden en 15 RCT’s die 7046 sterfgevallen rapporteerden.

De follow-up duur varieerde tussen 2.0 en 7.3 jaar. De dosering van foliumzuur varieerde tussen 0.4 en 40 mg per dag, van vitamine B6 tussen 3.0 en 250 mg per dag en van vitamine B12 tussen 20 en 2000 μg per dag.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van B-vitamines de kans op het krijgen van kanker niet significant met 4% [RR = 1.04, 95% BI = 0.98-1.10, p  =  0.216] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van B-vitamines de kans op doodgaan aan kanker niet significant met 5% [RR = 1.05, 95% BI = 0.90-1.22, p  =  0.521] verhoogde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van B-vitamines de kans op het krijgen van huidmelanomen (huidkanker) significant met 53% [RR = 0.47, 95% BI = 0.23-0.94, p  =  0.032] verlaagde.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het slikken van B-vitamines en de totale mortaliteit [RR = 1.00, 95% BI = 0.94-1.06, p =  0.952].

De onderzoekers concludeerden dat er geen verband bestond tussen het slikken van B-vitamines en de kans op het krijgen van kanker of doodgaan aan kanker. Echter, het slikken van B-vitamines verlaagde wel de kans op het krijgen van huidmelanomen (huidkanker).

Oorspronkelijke titel:
Effect of vitamin B supplementation on cancer incidence, death due to cancer, and total mortality. A PRISMA-compliant cumulative meta-analysis of randomized controlled trials by Zhang SL, Chen TS, […], Zhou YH. 

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4979769/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over kanker en B-vitamines.

Melanoom is een vorm van huidkanker die ontstaat uit de moedervlek.
Ongeveer 5% van alle Nederlandse huidkankerpatiënten heeft melanoom. Andere vormen van huidkanker zijn: basaalcelcarcinoom (ongeveer 80%), plaveiselcelcarcinoom (ongeveer 15%) en merkelcelcarcinoom (minder dan 1%).

 

30 gram lijnzaad per dag gedurende 12 weken verlaagt ontstekingen in obese mensen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van lijnzaad ontstekingen (uitgedrukt in het CRP-gehalte) in het lichaam?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 20 RCT’s met in totaal 1213 deelnemers. De gemiddelde leeftijd varieerde tussen 25.6 en 65 jaar. De dosering van de lijnzaad was gemiddeld 30 gram per dag. De gemiddelde follow-up duur was 12 weken.

Er was publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in het random effect model dat lijnzaad het CRP-gehalte niet significant met 0.13 mg/L [95% BI = −0.44 tot 0.19, p = 0.428, I2 = 63.8%, p 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de meta-regressie dat lijnzaad het CRP-gehalte van mensen met een BMI van 30 of hoger significant met 0.83 mg/L [95% BI = -1.34 tot -0.31, p = 0.002] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat 30 gram lijnzaad per dag gedurende 12 weken het CRP-gehalte van mensen met een BMI van 30 of hoger verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effect of Flaxseed Intervention on Inflammatory Marker C-Reactive Protein: A Systematic Review and Meta-Analysis of Randomized Controlled Trials by Ren GY, Chen CY, […], Chen LH.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4808865/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over overgewicht.

Mensen met overgewicht (BMI>25) hebben vaak veel ontstekingen in het lichaam oftewel een verhoogd CRP-gehalte.

Of u overgewicht hebt, kunt u hier berekenen.
 

Eieren en gevogelte verhogen niet non-Hodgkin lymfoom

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het eten van eieren en gevogelte de kans op het krijgen van non-Hodgkin lymfoom?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 9 patiënt-controle studies en 3 prospectieve cohort studies met in totaal 11271 mensen met non-Hodgkin lymfoom.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel gevogelte vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van non-Hodgkin lymfoom niet significant met 4% [RR = 1.04, 95% BI = 0.86-1.27, I2 = 84.0%] verhoogde. Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel eieren vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van non-Hodgkin lymfoom niet significant met 15% [RR = 1.15, 95% BI = 0.87-1.51, I2 = 85.3%] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van gevogelte of eieren de kans op het krijgen van non-Hodgkin lymfoom niet verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Lack of association of poultry and eggs intake with risk of non-Hodgkin lymphoma: a meta-analysis of observational studies by Dong Y and Wu G.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27405484

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over kanker en vleesconsumptie.

 

Dagelijks veel volkoren graanproducten verlaagt doodgaan aan alle oorzaken

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van volkoren graanproducten de kans op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 prospectieve cohort studies met in totaal 843749 deelnemers, waavan 101282 doden.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel volkoren graanproducten vergeleken met weinig, de kans op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit) significant met 18% [gepoolde RR = 0.82, 95% BI = 0.78-0.87] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van 1 portie volkoren graanproducten per dag, de kans op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit) significant met 7% [gepoolde RR = 0.93, 95% BI = 0.89-0.97] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel volkoren graanproducten (minstens 1 portie per dag) de kans op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit) verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Association between whole grain intake and all-cause mortality: a meta-analysis of cohort studies by Ma X, Tang WG, […], Xiang YB.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27566558

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over ouderdom en volkoren graanproducten.

Dagelijks 100 gram citrusvruchten verlaagt maagkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van citrusvruchten de kans op het krijgen van maagkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 5 cohort studies.
De follow-up duur varieerde tussen 4.5 en 11 jaar.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van citrusvruchten de kans op het krijgen van maagkanker significant met 13% [sES = 0.87, 95% BI = 0.76-0.99, I2 = 69.6%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van citrusvruchten de kans op het krijgen van cardia maagkanker significant met 33% [sES = 0.67, 95% BI = 0.55-0.81, I2 = 46.1%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten 100 gram citrusvruchten per dag de kans op het krijgen van cardia maagkanker significant met 40% [sES = 0.60, 95% BI = 0.44-0.83] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van citrusvruchten (minimaal 100 gram per dag) de kans op het krijgen van maagkanker, met name cardia maagkanker verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary intakes of citrus fruit and risk of gastric cancer incidence: an adaptive meta-analysis of cohort studies by Bae JM and Kim EH.

Link:
http://e-epih.org/journal/view.php?doi=10.4178/epih.e2016034

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over fruitconsumptie en kanker.
Citrusvruchten zijn sinaasappel, citroen, mandarijn, limoen en grapefruit.


 

Soja-eiwitten verlagen nuchter glucosegehalte van mensen met suikerziekte type 2

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Hebben mensen met suikerziekte type 2 en mensen met het metabole syndroom baat bij de suppletie van soja-eiwitten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 RCT’s met in totaal 203 mensen in de soja-eiwitten groep en 207 mensen in de niet soja-eiwitten groep (de zogenaamde placebo-groep). De suppletie-duur varieerde tussen 8 weken tot 4 jaar.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat suppletie met soja-eiwitten:
-het nuchter plasma glucosegehalte significant verlaagde [WMD = -0.207, 95% BI = -0.374 tot -0.040, p = 0.015];
-het nuchter serum insulinegehalte significant verlaagde [WMD = -0.292, 95% BI = -0.496 tot -0.088, p = 0.005];
-de HOMA-IR waarde significant verlaagde [WMD = -0.346, 95% BI = -0.570 tot -0.123, p = 0.002];
-de diastolische bloeddruk significant verlaagde [WMD = -0.230, 95% BI = -0.441 tot -0.019, p = 0.033];
-het LDL-cholesterolgehalte significant verlaagde [WMD = -0.304, 95% BI = -0.461 tot -0.148, p = 0.000];
-het totale cholesterolgehalte significant verlaagde [WMD = -0.386, 95% BI = -0.548 tot -0.225, p = 0.000];
-het CRP-gehalte significant verlaagde [WMD = -0.510, 95% BI = -0.722 tot -0.299, p = 0.000] in mensen met suikerziekte type 2 en mensen met het metabole syndroom.

De onderzoekers vonden dat suppletie met soja-eiwitten gedurende minimaal 6 maanden het nuchter plasma glucosegehalte, het LDL-cholesterolgehalte en het CRP-gehalte significant verlaagde.

De onderzoekers vonden dat suppletie met soja-eiwitten gedurende maximaal 6 maanden het nuchter serum insulinegehalte en de HOMA-IR waarde significant verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat mensen met suikerziekte type 2 en mensen met het metabole syndroom baat hadden bij de suppletie van soja-eiwitten omdat soja-eiwitten de risicofactoren van hart- en vaatziekten verbeterden.

Oorspronkelijke titel:
Soy Protein Supplementation Reduces Clinical Indices in Type 2 Diabetes and Metabolic Syndrome by Zhang XM, Zhang YB and Chi MH.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4800359/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over suikerziekte type 2, hart- en vaatziekten, het verlagen van het cholesterolgehalte en de sojaconsumptie.

Deze maaltijden bevatten veel soja-eiwitten.

Probiotica verlaagt luchtweginfecties bij kinderen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van probiotica de kans op het krijgen van luchtweginfecties bij kinderen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 23 RCT’s met in totaal 6269 kinderen. De leeftijd varieerde tussen 0 en 18 jaar.

De duur van het slikken van probiotica varieerde tussen 5 dagen en 12 maanden. 7 RCT’s gebruikten de Lactobacillus stammen, 5 RCT’s gebruikten de Bifidobacterium stammen, 1 RCT gebruikte de Lactobacillus fermentum stammen en 11 RCT’s een mengsel van probiotica stammen.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 17 RCT’s met in totaal 4513 kinderen dat het slikken van probiotica de kans op het krijgen van minstens 1 episode met luchtweginfecties significant met 11% [RR = 0.89, 95% BI = 0.82-0.96, p = 0.004, I2  =  82%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 6 RCT’s met in totaal 2067 kinderen dat het slikken van probiotica het aantal dagen met luchtweginfecties significant verlaagde [MD = -0.16, 95% BI = -0.29 to 0.02, p  =  0.03, I2  = 0%].

De onderzoekers vonden in 8 RCT’s met in totaal 1499 kinderen dat het slikken van probiotica het aantal dagen afwezig op opvang/school (door toedoen van luchtweginfecties) significant verlaagde [MD = -0.94, 95% BI = -1.72 tot -0.15, p =  0.02, I2  =  87%].

De onderzoekers vonden in 9 RCT’s met in totaal 2817 kinderen geen significant verschil tussen de probiotica-groep en de placebo-groep voor de ziekte-episode [MD = -0.60, 95% BI   -1.49 tot 0.30, p =  0.19, I2  =  88%].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van probiotica de kans op het krijgen van luchtweginfecties bij kinderen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Probiotics for prevention and treatment of respiratory tract infections in children: A systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Wang Y, Li X, [...], Zhang T.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4979858/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over probiotica.

Een ziekte-episode is in een zorgregistratie de periode tussen het moment dat de huisarts op de hoogte is van een gezondheidsprobleem van een patiënt (de diagnose is gesteld) en het moment dat de ziekte is genezen of de patiënt is overleden.

Maximaal 1 tot 2 kopjes koffie per dag verbetert het geheugen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het drinken van koffie de kans op het krijgen van cognitieve problemen (zoals de ziekte van Alzheimer, dementie, cognitieve achteruitgang en cognitieve stoornissen)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 9 prospectieve cohort studies met in totaal 34282 deelnemers.  De follow-up duur varieerde tussen 1.3 en 28 jaar.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het drinken van 1 tot 2 kopjes koffie per dag, de kans op het krijgen van cognitieve problemen (zoals de ziekte van Alzheimer, dementie, cognitieve achteruitgang en cognitieve stoornissen) significant met 18% [95% BI = 0.82, 95% BI = 0.71-0.94, I2 = 25%] verlaagde.
Echter, deze verlaagde risico was niet meer significant voor 3 kopjes koffie of meer.

De onderzoekers vonden een J-vormig verband tussen het drinken van koffie en de kans op het krijgen van cognitieve problemen.

De onderzoekers concludeerden dat het dagelijks drinken van maximaal 1 tot 2 kopjes koffie, de kans op het krijgen van cognitieve problemen (zoals de ziekte van Alzheimer, dementie, cognitieve achteruitgang en cognitieve stoornissen) verlaagde.  

Oorspronkelijke titel:
Coffee intake and the incident risk of cognitive disorders: A dose-response meta-analysis of nine prospective cohort studies by Wu L, Sun D and He Y.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27288328

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over dementie en koffieconsumptie.

Minimaal 8 weken probiotica verlaagt suikerziekte type 2

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Hebben mensen met suikerziekte type 2 baat bij de suppletie van probiotica?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 7 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat probiotica-inname het nuchter plasma glucosegehalte van mensen met suikerziekte type 2 significant met 15.92 mg/dL [95% BI = -29.75 tot -2.09] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat probiotica-inname het HbA1c-gehalte van mensen met suikerziekte type 2 significant met 0.54% [95% BI = -0.82 tot -0.25] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat probiotica-inname, bestaande uit verschillende stammen het nuchter plasma glucosegehalte van mensen met suikerziekte type 2 significant met 35.41 mg/dL [95% BI = -51.98 tot -18.89] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat probiotica-inname gedurende minimaal 8 weken het nuchter plasma glucosegehalte van mensen met suikerziekte type 2 significant met 20.34 mg/dL [95% BI = -35.92 tot -4.76] verlaagde.
Echter, de verlaging van het nuchter plasma glucosegehalte was niet significant bij probiotica-inname tot 8 weken.

De onderzoekers vonden dat probiotica-inname de HOMA-IR waarde van mensen met suikerziekte type 2 significant met 1.08 punten [95% BI = -1.88 tot -0.28] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat probiotica-inname het nuchter insulinegehalte van mensen met suikerziekte type 2 significant met 1.35 mIU/L, 95% BI = -2.38 tot -0.31] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat mensen met suikerziekte type 2 baat hadden bij het slikken van probiotica van verschillende stammen gedurende minimaal 8 weken.

Oorspronkelijke titel:
Effect of probiotics on glucose metabolism in patients with type 2 diabetes mellitus: A meta-analysis of randomized controlled trials by Zhang Q, Wu Y and Fei X.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/26987497

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over suikerziekte type 2 en probiotica.
 

Groenten verlaagt een Barrett-slokdarm

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van bepaalde voeding de kans op het krijgen van een Barrett-slokdarm?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 6 patiënt-controle studies en 2 cohort studies.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van fruit de kans op het krijgen van een Barrett-slokdarm niet significant met 35% [OR = 0.65, 95% BI = 0.37-1.13] verlaagde. Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het eten van groenten de kans op het krijgen van een Barrett-slokdarm significant met 55% [OR = 0.45, 95% BI = 0.29-0.71] verlaagde. Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het eten van verzadigd vet de kans op het krijgen van een Barrett-slokdarm niet significant met 25% [OR = 1.25, 95% BI = 0.82-1.91] verhoogde. Niet significant omdat OR van 1 in de 95% BI van 0.82 tot 1.91 zat. OR van 1 wil zeggen, er is geen risico.

De onderzoekers vonden dat het eten van roodvlees de kans op het krijgen van een Barrett-slokdarm niet significant met 15% [OR = 0.85, 95% BI = 0.61-1.17] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van bewerkt vlees de kans op het krijgen van een Barrett-slokdarm niet significant met 3% [OR = 1.03, 95% BI = 0.73-1.46] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van groenten, maar niet fruit, verzadigd vet, roodvlees of bewerkt vlees de kans op het krijgen van een Barrett-slokdarm verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary fruit, vegetable, fat, and red and processed meat intakes and Barrett's esophagus risk: a systematic review and meta-analysis by Zhao Z, Pu Z, [...], Zhao Q.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4891687/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over kanker en groenten en fruit.

Een Barrett-slokdarm is een premaligne aandoening. Dit betekent dat er in het Barrettslijmvlies een hogere kans is op het ontstaan van kanker dan in ander slijmvlies. Met andere woorden, een Barrett-slokdarm geeft een hoger risico op het krijgen van slokdarmkanker. Ongeveer 3-5% van alle mensen met een Barrett-slokdarm zal op den duur slokdarmkanker krijgen. Een Barrett-slokdarm komt vooral voor bij blanke mannen die ouder zijn dan 50 jaar. Vaak hebben zij langdurig klachten van brandend maagzuur gehad. De Barrett-slokdarm begint altijd onderaan in de slokdarm op de plaats waar de slokdarm over gaat in de maag.

Sinds augustus 2016 kan aan de hand van de genetische opmaak van de cellen in de slokdarm de kans op slokdarmkanker op de lange termijn voorspelt worden. Dit wordt gezien als een doorbraak in het kankeronderzoek bij patiënten met een Barrett-slokdarm.

Veel anthocyaninen, flavanonen en flavonen via voeding verlagen mogelijk slokdarmkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van flavonoïden de kans op het krijgen van slokdarmkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 1 cohort studie en 6 patiënt-controle studies met in toaal 2629 mensen met slokdarmkanker en 481193 mensen zonder slokdarmkanker.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel flavonoïden vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van slokdarmkanker niet significant met 22% [OR = 0.78, 95% BI = 0.59-1.04] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van veel anthocyaninen vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van slokdarmkanker significant met 40% [OR = 0.60, 95% BI = 0.49-0.74, I2 = 41.8%, p = 0.112] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van veel flavanonen vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van slokdarmkanker significant met 35% [OR = 0.65, 95% BI = 0.49-0.86] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van veel flavonen vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van slokdarmkanker significant met 22% [OR = 0.78, 95% BI = 0.64-0.95, I2 = 0%, p = 0.743] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel anthocyaninen, flavanonen en flavonen de kans op het krijgen van slokdarmkanker mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat dit overzichtsartikel slechts 1 cohort studie kende.

Oorspronkelijke titel:
Flavonoids, Flavonoid Subclasses, and Esophageal Cancer Risk: A Meta-Analysis of Epidemiologic Studies by Cui L, Liu X, […], Sun C.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4924191/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over flavonoïden.

De kleur van de meeste vruchten, bessen en bloemen bestaat uit een mengsel van anthocyanen en anthocyanidines. De hoogste gehalten aan anthocyanen worden gevonden in bessensap, rode wijn, bessen en druiven.
Flavanonen komen voor in citrusvruchten.
De belangrijkste bronnen van flavonolen en flavonen zijn thee, wijn en uien.