Voeding en gezondheid

Vitamine B3 verhoogt het HDL-cholesterol

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt vitamine B3-suppletie (in de vorm van niacine) de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 13 RCT’s met in totaal 35206 deelnemers. De gemiddelde follow-up duur was 32.8 maanden.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat vitamine B3-suppletie (als niacine) het HDL-cholesterolgehalte (goed cholesterol) significant met 21.4% [95% BI = 5.11 tot 13.51] oftewel 9.31 mg/dL verhoogde. Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden geen verband tussen vitamine B3-suppletie en all-cause mortaliteit [RR = 0.99, 95% BI = 0.88-1.12].

De onderzoekers vonden dat vitamine B3-suppletie (als niacine) de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten niet significant met 9% [RR = 0.91, 95% BI = 0.81-1.02] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat vitamine B3-suppletie (als niacine) de kans op het krijgen van een niet fatale hartinfarct niet significant met 15% [RR = 0.85, 95% BI = 0.73-1.0] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat vitamine B3-suppletie (als niacine) de kans op het krijgen van een coronaire dood niet significant met 7% [RR = 0.93, 95% BI = 0.78- 1.10] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de vitamine B3-suppletie (als niacine) groep een niet significant verlaagde risico van 17% [RR = 0.83, 95% BI = 0.65-1.06] voor revascularisatie (een herstel van de bloedvoorziening, nadat deze enige tijd verloren is gegaan).

De onderzoekers vonden dat vitamine B3-suppletie (als niacine) de kans op het krijgen van een beroerte niet significant met 11% [RR = 0.89, 95% BI = 0.72-1.10] verlaagde. Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers concludeerden dat vitamine B3-suppletie (als niacine) alleen het HDL-cholesterolgehalte verhoogde. Echter, het verlaagde niet de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten.

Oorspronkelijke titel:
Role of Niacin in current clinical practice: A systematic review by Garg A, Sharma A, […], Sikorskaya E.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27793642

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over hart- en vaatziekten en vitamine B3.

Deze maaltijden bevatten veel vitamine B3.

Suikergezoete en zoetstofgezoete frisdrank verhogen hart- en haatziekten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt de consumptie van frisdrank de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 7 prospectieve cohort studies met in totaal 308420 deelnemers (leeftijd tussen 34-75 jaar).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge consumptie van suikergezoete frisdrank vegeleken met een lage, de kans op het krijgen van een hartinfarct significant met 19% [RR = 1.19, 95% BI = 1.09-1.31] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat een hoge consumptie van zoetstofgezoete frisdrank vegeleken met een lage, de kans op het krijgen van een beroerte significant met 14% [RR = 1.14, 95% CI 1.04-1.26] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat een hoge consumptie van zoetstofgezoete frisdrank vegeleken met een lage, de kans op het krijgen van vasculaire voorvallen significant met 44% [RR = 1.44, 95% BI = 1.02-2.03] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat een voedingspatroon met veel suikergezoete en/of zoetstofgezoete frisdrank, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Soft drinks and sweetened beverages and the risk of cardiovascular disease and mortality: a systematic review and meta-analysis by Narain A, Kwok CS and Mamas MA.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27456347

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over hart- en vaatziekten, koolhydraten en het verlagen van de kans op het krijgen van een beroerte.

Een voedingspatroon met veel suiker is een voedingspatroon met meer dan 25 En% suikers en minder dan 1.3 gram vezels per 100 kcal. Een voedingspatroon met meer dan 25 En% suikers en minder dan 1.3 gram vezels per 100 kcal bestaat voornamelijk uit producten met meer dan 25 En% suikers en minder dan 1.3 gram vezels per 100 kcal. Welke producten uit de supermarkt meer dan 25 En% suikers en minder dan 1.3 gram vezels per 100 kcal bevatten, kunt u hier opzoeken.

Dagelijks 100 mg choline in combinatie met betaïne via voeding verlaagt kanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen het eten van choline en/of betaïne en de kans op het krijgen van kanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 6 patiënt-controle studies en 5 cohort studies met 14488 mensen met kanker onder 513390 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel choline vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van kanker significant met 18% [gepoolde RR = 0.82, 95% BI = 0.70 tot 0.97, I2 = 80.2%] verlaagde. Er was publicatie bias.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel betaïne vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van kanker significant met 14% [gepoolde RR = 0.86, 95% BI = 0.76 tot 0.97, I2 = 65.8%] verlaagde. Er was geen publicatie bias.

De onderzoekers vonden dat het eten van zowel veel choline als betaïne vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van kanker significant met 40% [gepoolde RR = 0.60, 95% BI = 0.40 tot 0.90, I2 = 82.0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 100 mg choline per dag in combinatie met betaïne, de kans op het krijgen van kanker significant met 11% [gepoolde RR = 0.89, 95% BI = 0.87 tot 0.92, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van zowel veel choline als betaïne, de kans op het krijgen van borstkanker significant met 58% [gepoolde RR = 0.42, 95% BI = 0.30 tot 0.59] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van veel choline, de kans op het krijgen van kanker onder vrouwen significant met 22% [gepoolde RR = 0.78, 95% BI = 0.61 tot 0.99] verlaagde. Echter, dit verlaagde risico was niet significant onder mannen.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel choline (minimaal 100 mg per dag) alleen of in combinatie met betaïne de kans op het krijgen van kanker, met name borstkanker verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Choline and betaine consumption lowers cancer risk: a meta-analysis of epidemiologic studies by Sun S, Li X, [...], Wang W.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5069558/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over borstkanker en choline.

1 gekookt ei levert 113 mg choline
100 gram kabeljauw levert 291 mg choline.
100 gram kippenlever levert 326 mg choline.

10 gram tafelsuiker per dag verhoogt colitis ulcerosa

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het eten van koolhydraten of eiwitten de kans op het krijgen van colitis ulcerosa?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 5 patiënt-controle studies en 4 prospectieve cohort studies met in totaal 975 mensen met colitis ulcerosa en 239352 mensen zonder colitis ulcerosa.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 10 gram koolhydraten per dag, de kans op het krijgen van colitis ulcerosa niet significant verhoogde [RR = 1.005, 95% BI = 0.991-1.019, I2 = 31.5%, n = 5].

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 10 gram vezels per dag, de kans op het krijgen van colitis ulcerosa niet significant verhoogde [RR = 1.001, 95% BI = 0.971-1.032, I2 = 0.0%, n = 7].

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 10 gram eiwit per dag, de kans op het krijgen van colitis ulcerosa niet significant verhoogde [RR = 1.010, 95% BI = 0.975-1.047, I2 = 12.4%, n = 7].

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 10 gram tafelsuiker per dag, de kans op het krijgen van colitis ulcerosa significant met 9.8% verhoogde [RR = 1.098, 95% BI = 1.024-1.177, I2 = 0.0%, n = 3].

De onderzoekers concludeerden dat 10 gram tafelsuiker per dag de kans op het krijgen van colitis ulcerosa verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Carbohydrate and protein intake and risk of ulcerative colitis: Systematic review and dose-response meta-analysis of epidemiological studies by Wang F, Feng J, [...], Zhao Q.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27776925

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over koolhydraten en chronische ziekten.  

10 gram tafelsuiker op een dagelijkse energieinname van 2000 kcal komt overeen 2 energieprocent (En%) want 1 gram tafelsuiker levert 4 kcal. Dus 10 gram tafelsuiker levert 40 kcal en 40 kcal is 2% van 2000 kcal.
Welke producten uit de supermarkt maximaal 2 En% suikers bevatten, kunt u hier opzoeken.
 

Anthocyaninen en flavonolen via voeding verlagen het lichaamsgewicht

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van flavonoïden het lichaamsgewicht?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 3 prospectieve cohort studies met in totaal 124086 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 10 mg anthocyaninen per dag via voeding, het lichaamsgewicht significant met 0.1 kg [95% BI = -0.14 tot -0.07] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 138 mg flavonoïde polymeren per dag via voeding, het lichaamsgewicht significant met 0.08 kg [95% BI = -0.13 tot -0.04] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 7 mg flavonolen per dag via voeding, het lichaamsgewicht significant met 0.07 kg [95% BI = -0.12 tot -0.03] verlaagde. Echter, de significantie viel weg nadat ook voor de vezelinname werd gecorrigeerd.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van levensmiddelen rijk aan anthocyaninen, flavonoïde polymeren en flavonolen het lichaamsgewicht verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary flavonoid intake and weight maintenance: three prospective cohorts of 124 086 US men and women followed for up to 24 years by Bertoia ML, Rimm EB, […], Cassidy A.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4730111/

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier meer studies over het verlagen van het lichaamsgewicht en flavonoïden.

Flavonoïden bestaan onder andere uit anthocyaninen, flavonoïde polymeren en flavonolen.
Flavonoïde polymeren zitten vooral in thee en appels.
Flavonoïden zitten in felgekleurde groenten en fruit. De aanbeveling van groenten en fruit van de Gezondheidsraad (het hoogste voedingsadviesorgaan in Nederland) is minimaal 200 gram groenten en minimaal 200 gram fruit per dag.

Deze maaltijden zijn geschikt voor mensen met overgewicht (BMI>25).
 

Genisteïnesupplementen verlagen hart- en vaatziekten onder postmenopauzale vrouwen met het metabole syndroom

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van genisteïne de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten onder postmenopauzale vrouwen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 RCT’s met in totaal 476 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van genisteïne het plasma homocysteïnegehalte van postmenopauzale vrouwen significant met 0.58 μmol/L [p = 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van genisteïne het HDL-cholesterolgehalte (goed cholesterol) van postmenopauzale vrouwen significant met 4.9 mg/dL [p = 0.0002] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van genisteïne het LDL-cholesterolgehalte (slecht cholesterol) van postmenopauzale vrouwen met het metabole syndroom significant met 16.90 mg/dL [p = 0.01] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van genisteïne het totale cholesterolgehalte van postmenopauzale vrouwen met het metabole syndroom significant met 15.83 mg/dL [p = 0.008] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van genisteïne het triglyceridengehalte van postmenopauzale vrouwen met het metabole syndroom significant met 46.58 mg/dL [p = 0.03] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van genisteïne de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten onder postmenopauzale vrouwen, met name met het metabole syndroom verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Does genistein lower plasma lipids and homocysteine levels in postmenopausal women? A meta-analysis by Li J, Liu Y, […], Feng W.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27338295

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het verlagen van het homocysteïnegehalte, het metabole syndroom en sojaconsumptie.

Hartpatiënten hebben vaak een hoog homocysteïne-, hoog LDL cholesterol- en totale cholesterol- en een hoog triglyceridengehalte en een laag HDL cholesterolgehalte.

De 3 belangrijkste isoflavonen in soja zijn daidzeïne, genisteïne en glyciteïne. Deze maaltijden bevatten veel isoflavonen.

45 gram amandelen per dag verlaagt het cholesterolgehalte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van amandelen het cholesterolgehalte en het triglyceridengehalte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 27 RCT’s. De gemiddelde inname van amandelen varieerde tussen 20 en 113 gram per dag en de follow-up duur varieerde tussen 4 weken en 18 maanden.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van amandelen het totale cholesterolgehalte significant met 0.153 mmol/L [p 0.001] verlaagde. Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het eten van amandelen het LDL-cholesterolgehalte (slecht cholesterol) significant met 0.124 mmol/L [p = 0.001] verlaagde. Significant want de p-waarde van 0.001 was kleiner dan 0.05.

De onderzoekers vonden dat het eten van amandelen het triglyceridengehalte significant met 0.067 mmol/L [p = 0.042] verlaagde. Significant wil zeggen, er kan met 95% betrouwbaarheid gezegd worden dat het eten van amandelen het triglyceridengehalte met 0.067 mmol/L verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van amandelen het HDL-cholesterolgehalte (goed cholesterol) niet significant met 0.017 mmol/L [p = 0.207] verlaagde. Niet significant want de p-waarde van 0.207 was groter dan 0.05.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het beschermende effect alleen significant was bij 45 gram amandelen of meer per dag, bij een interventie van maximaal 12 weken en bij een verhoogd cholesterolgehalte aan het begin van de studie.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van minimaal 45 gram amandelen per dag gedurende 12 weken zowel het cholesterolgehalte als het triglyceridengehalte, met name  bij mensen met een verhoogd cholesterolgehalte verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
The effects of almond consumption on fasting blood lipid levels: a systematic review and meta-analysis of randomised controlled trials by Musa-Veloso K, Paulionis L, […], Lee HY.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5048189/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het verlagen van het cholesterolgehalte.

Hartpatiënten hebben vaak een hoog triglyceriden- en LDL-cholesterolgehalte.

Dagelijks 250 ml volle melk verhoogt doodgaan aan prostaatkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen het eten van zuivelproducten en doodgaan aan kanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 populatiegebaseerde cohort studies met in totaal 778929 deelnemers.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van zuivelproducten en doodgaan aan kanker [gepoolde RR = 0.99, 95% BI = 0.92-1.07, p = 0.893].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het drinken van melk de kans op doodgaan aan kanker niet significant met 3% [gepoolde RR = 0.97, 95% BI = 0.92-1.03, p = 0.314] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van yoghurt de kans op doodgaan aan kanker niet significant met 12% [gepoolde RR = 0.88, 95% BI = 0.71-1.10, p = 0.271] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van kaas de kans op doodgaan aan kanker niet significant met 23% [gepoolde RR = 1.23, 95% BI = 0.94-1.61, p = 0.127] verhoogde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van boter de kans op doodgaan aan kanker niet significant met 13% [gepoolde RR = 1.13, 95% BI = 0.89-1.44, p = 0.317] verhoogde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het drinken van volle melk de kans op doodgaan aan prostaatkanker significant met 50% [gepoolde RR = 1.50, 95% BI = 1.03-2.17, p = 0.032] verhoogde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat elke verhoging met 1 portie volle melk de kans op doodgaan aan prostaatkanker significant met 43% [gepoolde RR = 1.43, 95% BI = 1.13-1.81, p = 0.003] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat er geen verband bestond tussen het eten van zuivelproducten en doodgaan aan kanker. Echter, minimaal 1 portie volle melk (250 ml) per dag verhoogde de kans op doodgaan aan prostaatkanker.

Oorspronkelijke titel:
Dairy products intake and cancer mortality risk: a meta-analysis of 11 population-based cohort studies by Lu W, Chen H, […], Wu Y.

Link:
https://nutritionj.biomedcentral.com/articles/10.1186/s12937-016-0210-9

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over prostaatkanker en zuivelproducten.

 

Flavanolen uit cacao verlagen hart- en vaatziekten en suikerziekte type 2

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verbetert de inname van flavanolen uit cacao de cardio-metabole biomerkers onder volwassenen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 19 RCT’s met in totaal 1131 deelnemers. Het flavanolengehalte uit cacao varieerde tusssen 166 en 2110 mg per dag en de interventieduur varieerde tussen 2 en 52 weken.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat de inname van flavanolen uit cacao het triglyceridengehalte significant met 0.10 mmol/L [95% BI = -0.16 tot -0.04 mmol/L] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat de inname van flavanolen uit cacao het HDL-cholesterolgehalte significant met 0.06 mmol/L [95% BI = 0.02 tot 0.09 mmol/L] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat de inname van flavanolen uit cacao het nuchter insulinegehalte significant met 2.33 μIU/mL [95% BI = -3.47 tot -1.19 μIU/mL] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat de inname van flavanolen uit cacao het C-reactieve proteïnegehalte significant met 0.83 mg/dL [95% BI = -0.88 tot -0.77 mg/dL] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat de inname van flavanolen uit cacao de HOMA-IR waarde significant met -0.93 punt [95% BI = -1.31 tot -0.55] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat de inname van flavanolen uit cacao het oplosbaar vasculair cel adhesie molecuul-1 (sVCAM-1)-gehalte significant met 85.6 ng/mL [95% BI = 16.0 tot 155 ng/mL] verhoogde. 

De onderzoekers concludeerden dat de inname van flavanolen uit cacao de cardio-metabole biomerkers onder volwassenen verbeterde. Ongunstige cardio-metabole biomerkers verhogen de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten en suikerziekte type 2.

Oorspronkelijke titel:
Cocoa Flavanol Intake and Biomarkers for Cardiometabolic Health: A Systematic Review and Meta-Analysis of Randomized Controlled Trials by Lin X, Zhang I, […], Liu S.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27683874

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het verlagen van het cholesterolgehalte, hart- en vaatziekten en suikerziekte type 2 en flavonoïden.

Om te zien of iemand een verhoogde kans heeft op het krijgen van hart- en vaatziekten worden de biomerkers van die persoon gemeten. Deze biomerkers worden cardio-metabole biomerkers genoemd. De cardio-metabole biomerkers zijn onder andere het cholesterolgehalte, het triglyceridengehalte, de ontstekingsbiomerkers, zoals het C-reactieve proteïnegehalte.

Chocolade wordt gemaakt van cacao. 100 gram pure chocolade levert 53.49 mg flavonolen en 100 gram melkchocolade levert 13.35 mg flavonolen.

 

Suikerziekte type 2 verhoogt mogelijk dikke darmkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt suikerziekte type 2 de kans op het krijgen van dikke darmkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 17 cohort studies met in totaal 28999 deelnemers, waarvan 6798 mensen met dikke darmkanker.

Er was mogelijk sprake van publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat suikerziekte type 2 de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 52% [RR = 1.52, 95% BI = 1.29-1.80, I2  =  65.6%, p  0.001] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat suikerpatiënten type 2 een significante verhoogde kans van 56% [RR = 1.56, 95% BI = 1.16-2.08] hadden op het krijgen van dikke darmkanker.

De onderzoekers vonden in retrospectieve cohort studies dat suikerziekte type 2 de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 57% [RR = 1.57, 95% BI = 1.30-1.89] verhoogde.

De onderzoekers vonden in cross-sectionele populatie-gebaseerde studies dat suikerziekte type 2 de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 46% [RR = 1.46, 95% BI = 1.21-1.89] verhoogde.

De onderzoekers vonden in prospectieve cohort studies geen verband tussen suikerziekte type 2 en de kans op het krijgen van dikke darmkanker [RR = 1.27, 95% BI = 0.77-2.10].

De onderzoekers concludeerden dat suikerziekte type 2 de kans op het krijgen van dikke darmkanker mogelijk verhoogde. Mogelijk omdat het verband niet gevonden werd in prospectieve cohort studies en publicatie bias niet uitgesloten kon worden.

Oorspronkelijke titel:
Type 2 diabetes mellitus and risk of colorectal adenoma: a meta-analysis of observational studies by Yu F, Guo Y, […], He J.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4989384/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over suikerziekte type 2 en dikke darmkanker.
 

Dierlijke transvetzuren verhogen niet borstkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen het eten van dierlijke transvetzuren en de kans op het krijgen van borstkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 2 patiënt-controle studies en 2 cohort studies over de c9:t11-CLA inname met in totaal 67533 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel dierlijke transvetzuren in de vorm van c9:t11-CLA, de kans op het krijgen van borstkanker niet significant met 6% [RR = 0.94, 95% BI = 0.64-1.25, I2 = 78.3%, p = 0.003] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat er geen verband bestond tussen het eten van dierlijke transvetzuren en de kans op het krijgen van borstkanker. Echter, het aantal studies in dit overzichtsartikel was te klein om een eventueel verband (positief of negatief) goed aan te kunnen tonen.

Oorspronkelijke titel:
Ruminant trans-fatty acids and risk of breast cancer: a systematic review and meta-analysis of observational studies by Kolahdouz MR, Bagheri MF, […], Shidfar F.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27627219

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over borstkanker en vetten.

Carnitinesupplementen leiden tot gewichtsverlies

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van carnitinine het lichaamsgewicht?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 9 RCT’s met in totaal 911 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van carnitine het lichaamsgewicht significant met 1.33 kg [MD = -1.33 kg, 95% BI = -2.09 tot -0.57] verlaagde. Het lichaamsgewicht nam meer af naarmate het gebruik van carnitine langer werd [p = 0.002].

De onderzoekers vonden dat het slikken van carnitine het BMI significant met 0.47 kg/m2 [MD = -0.47 kg/m2, 95% BI = -0.88 tot -0.05] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van carnitine het lichaamsgewicht en het BMI verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
The effect of (L-)carnitine on weight loss in adults: a systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Pooyandjoo M, Nouhi M, […], Olyaeemanesh A.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27335245

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier meer studies over het verlagen van het lichaamsgewicht en carnitine.

Deze maaltijden zijn geschikt voor mensen met overgewicht (BMI>25).
 

Maximaal 4 kopjes koffie per dag verlaagt doodgaan aan hart- en vaatziekten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het drinken van koffie de kans op mortaliteit?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 31 prospectieve cohort studies met in totaal 1610543 deelnemers, waarvan 183991 gevallen van all-cause mortaliteit (doodgaan aan alle oorzaken), 34574 sterfgevallen aan hart- en vaatziekten en 40991 sterfgevallen aan kanker.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het drinken van maximaal 4 kopjes koffie per dag, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 14% [RR = 0.86, 95% BI = 0.82-0.89] verlaagde. Het verlaagde risico nam niet meer toe boven 4 kopjes koffie per dag.

De onderzoekers vonden dat het drinken van maximaal 4 kopjes koffie per dag, de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten significant met 15% [RR = 0.85, 95% BI = 0.77-0.93] verlaagde.
Het verlaagde risico nam niet meer toe boven 4 kopjes koffie per dag.

De onderzoekers vonden in niet rokers dat elke verhoging met 1 kopje koffie per dag, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 6% [RR = 0.94, 95% BI = 0.93-0.96] verlaagde.

De onderzoekers vonden in niet rokers dat elke verhoging met 1 kopje koffie per dag, de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten significant met 6% [RR = 0.94, 95% BI = 0.91-0.97] verlaagde.

De onderzoekers vonden in niet rokers dat elke verhoging met 1 kopje koffie per dag, de kans op doodgaan aan kanker niet significant met 2% [RR = 0.98, 95% BI = 0.96-1.00] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het drinken van maximaal 4 kopjes koffie per dag zowel de kans op doodgaan aan alle oorzaken als aan hart- en vaatziekten verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Coffee consumption and risk of all-cause, cardiovascular, and cancer mortality in smokers and non-smokers: a dose-response meta-analysis by Grosso G, Micek A, […], Galvano F.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27699514

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over kanker, hart- en vaatziekten en koffieconsumptie.

 

Dagelijks 60 gram fructose of meer verhoogt jicht

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het eten van fructose de kans op het krijgen van jicht?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 2 prospectieve cohort studies met in totaal 125299 deelnemers, waarvan 1533 mensen (755 mannen en 778 vrouwen) met jicht. De gemiddelde follow-up duur was 17 jaar.  

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat de consumptie van veel fructose (>11.9 En%) de kans op het krijgen van jicht significant met 62% [RR = 1.62, 95% BI = 1.28 tot 2.03, p 0.0001, I2 = 0%, p = 0.33]  verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel fructose (60 gram fructose of meer per dag) de kans op het krijgen van jicht verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Fructose intake and risk of gout and hyperuricemia: a systematic review and meta-analysis of prospective cohort studies by Jamnik J, Rehman S, […], Sievenpiper JL.

Link:
http://bmjopen.bmj.com/content/6/10/e013191.long

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over koolhydraten en chronische ziekten.   

60 gram fructose op een dagelijkse energieinname van 2000 kcal komt overeen 12 energieprocent (En%) want 1 gram fructose levert 4 kcal. Dus 60 gram fructose levert 240 kcal en 240 kcal is 12% van 2000 kcal.
 

Een hoog calciumgehalte verlaagt borstkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het hebben van een hoog calciumgehalte in het lichaam de kans op het krijgen van borstkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 3 prospectieve cohort studies met in totaal 21048 deelnemers. De gemiddelde follow-up duur was 17 jaar. Het calciumgehalte varieerde tussen 1.00 en 3.72 mmol/L.

Er was geen publicatie bias. 

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoog serum calciumgehalte in het lichaam de kans op het krijgen van borstkanker significant met 20% [RR = 0.80, 95% BI = 0.66-0.97, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat een hoog serum calciumgehalte in het lichaam de kans op het krijgen van borstkanker verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Serum Calcium and the Risk of Breast Cancer: Findings from the Swedish AMORIS Study and a Meta-Analysis of Prospective Studies by Wulaningsih W, Sagoo HK, [...], Van Hemelrijck M.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5037765/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over borstkanker en calcium.

 

Dagelijks 260 mg co-enzym Q10 supplementen verlagen het nuchter glucosegehalte

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van co-enzym Q10 de kans op het krijgen van suikerziekte type 2?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 RCT’s met in totaal 920 deelnemers. De gemiddelde dosering was 260 mg co-enzym Q10 per dag. De gemiddelde follow-up duur was 11 weken.

De subgroepenanalyses konden de heterogeniteit tussen de studies niet wegnemen.  
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van co-enzym Q10 het nuchter glucosegehalte significant [SMD = -0.20 mg/dL, 95% BI = -0.38 tot -0.02] verlaagde.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het slikken van co-enzym Q10 en het HbAc-gehalte [SMD = -0.05%, 95% BI = -0.22 tot 0.12] en het nuchter insulinegehalte [SMD = 0.12 pmol/L, 95% BI = -0.21 tot 0.44].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van 260 mg co-enzym Q10 per dag gedurende 11 weken het nuchter glucosegehalte verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effect of Coenzyme Q10 Supplementation on Diabetes Biomarkers: a Systematic Review and Meta-analysis of Randomized Controlled Clinical Trials by Moradi M, Haghighatdoost F, […], Azadbakht L.

Link:
http://www.ams.ac.ir/AIM/NEWPUB/16/19/8/0012.pdf

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over suikerziekte type 2 en co-enzym Q10.

Veel flavonoïden via voeding verlaagt een beroerte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van flavonoïden de kans op het krijgen van een beroerte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 prospectieve cohort studies met in totaal 356627 deelnemers, waarvan 5154 mensen met een beroerte.

Er werd in alle studies gecorrigeerd voor geslacht, BMI, roken en educatie.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel flavonoïden vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van een beroerte significant met 11% [RR = 0.89, 95% BI = 0.82 tot 0.97, p = 0.006, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 100 mg flavonoïden per dag, de kans op het krijgen van een beroerte niet significant met 9% [RR = 0.91, 95% BI = 0.77 tot 1.08, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in studies met een follow-up duur van meer dan 10 jaar, dat het eten van veel flavonoïden vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van een beroerte significant met 11% [RR = 0.89, 95% BI = 0.81 tot 0.99] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel flavonoïden de kans op het krijgen van een beroerte verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary flavonoid intake and the risk of stroke: a dose-response meta-analysis of prospective cohort studies by Tang Z, Li M, [...], Hou W.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4908865/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over flavonoïden en het voorkomen van een beroerte.

100 gram druiven leveren 100 tot 135 milligram flavonoïden.

100 gram roodvlees per dag verhoogt alvleesklierkanker onder mannen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het eten van rood- en bewerkt vlees de kans op het krijgen van alvleesklierkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 28 studies met in totaal 3143777 deelnemers, waarvan 11325 mensen die roodvlees aten en 2904866 deelnemers, waarvan 9955 mensen die bewerkt vlees aten.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in patiënt-controle studies dat roodvleesconsumptie vergeleken met geen roodvleesconsumptie, de kans op het krijgen van alvleeskierkanker significant verhoogde [p = 0.02]. Echter, dit significante verhoogde risico werd niet teruggevonden in cohort studies.

De onderzoekers vonden in patiënt-controle studies dat bewerkt vleesconsumptie vergeleken met geen bewerkt vleesconsumptie, de kans op het krijgen van alvleeskierkanker significant verhoogde [p 0.01]. Echter, dit significante verhoogde risico werd niet teruggevonden in cohort studies.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat elke verhoging met 100 gram roodvlees per dag, de kans op het krijgen van alvleesklierkanker significant verhoogde [p = 0.01].

De onderzoekers vonden in cohort studies dat elke verhoging met 50 gram bewerkt vlees per dag, de kans op het krijgen van alvleesklierkanker niet significant verhoogde [p = 0.90].

De onderzoekers vonden in cohort studies dat roodvleesconsumptie vergeleken met geen roodvleesconsumptie, de kans op het krijgen van alvleeskierkanker in mannen significant verhoogde [p 0.01]. Echter, dit significante verhoogde risico werd niet teruggevonden in vrouwen [p = 0.61].

De onderzoekers vonden in cohort studies dat bewerkt vleesconsumptie vergeleken met geen bewerkt vleesconsumptie, de kans op het krijgen van alvleeskierkanker in mannen significant verhoogde [p 0.01]. Echter, dit significante verhoogde risico werd niet teruggevonden in vrouwen [p = 0.88].

De onderzoekers concludeerden dat het eten van roodvlees en bewerkt vlees de kans op het krijgen van alvleesklierkanker onder mannen verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Association Between Consumption of Red and Processed Meat and Pancreatic Cancer Risk-a Systematic Review and Meta-analysis by Zhao Z, Yin Z, […], Zhao Q.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27693521

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over kanker en vleesconsumptie.

Een alternatief voor roodvlees is witvlees. Kip, gevogelte en vis zijn witvlees.

 

Isoflavonen via voeding verlagen prostaatkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van fyto-oestrogenen de kans op het krijgen van prostaatkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 21 patiënt-controle studies en 2 cohort studies met in totaal 11346 mensen met prostaatkanker en 140177 mensen zonder prostaatkanker.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van daidzeïne de kans op het krijgen van prostaatkanker significant met 15% [OR = 0.85, 95% BI = 0.75-0.96] verlaagde. Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het eten van genisteïne de kans op het krijgen van prostaatkanker significant met 13% [OR = 0.87, 95% BI = 0.78-0.98] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van glyciteïne de kans op het krijgen van prostaatkanker significant met 11% [OR = 0.89, 95% BI = 0.81-0.98] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van totale isoflavonen de kans op het krijgen van prostaatkanker niet significant met 7% [OR = 0.93, 95% BI = 0.84-1.04] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van equol de kans op het krijgen van prostaatkanker niet significant met 14% [OR = 0.86, 95% BI = 0.66-1.14] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van totale lignanen de kans op het krijgen van prostaatkanker niet significant met 5% [OR = 1.05, 95% BI = 0.54-2.04] verhoogde. Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het eten van secoisolariciresinol de kans op het krijgen van prostaatkanker niet significant met 2% [OR = 1.02, 95% BI = 0.83-1.24] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van matairesinol de kans op het krijgen van prostaatkanker niet significant met 9% [OR = 0.91, 95% BI = 0.75-1.11] verlaagde. Niet significant want OR van 1 zat in de 95% BI van 0.75 tot 1.11. OR van 1 wil zeggen, er is geen risico.

De onderzoekers vonden dat het eten van enterolactone de kans op het krijgen van prostaatkanker niet significant met 6% [OR = 0.94, 95% BI = 0.73-1.20] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van coumestrol de kans op het krijgen van prostaatkanker niet significant met 11% [OR = 0.89, 95% BI = 0.76-1.06] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat daidzeïne, genisteïne en glyciteïne (de 3 belangrijskte isoflavonen) via voeding de kans op het krijgen van prostaatkanker verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Phytoestrogens and risk of prostate cancer: an updated meta-analysis of epidemiologic studies by Zhang Q, Feng H, […], Yuan M.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27687296

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over prostaatkanker en sojaconsumptie.

De voornaamste phyto-oestrogenen zijn de isoflavonen, lignanen en coumestanen.

De drie belangrijkste isoflavonen zijn genisteïne, daïdzeïne en glyciteïne. Isoflavonen zitten in soja en sojaproducten.
Deze maaltijden bevatten veel isoflavonen.

Equol is een metaboliet van daidzeïne die sommige mensen in de darmen produceren.

De lignanen uit lijnzaad (secoisolariciresinol diglycoside, matairesinol) worden na de inname door de enzymen van de dikke darmbacteriën (bètaglucosidases) omgezet in de lichaamseigen lignanen (enterolactone, enterodiol).

Coumestanen zijn o.a. coumestrol, wedelolacton en plicadine. Courmestannen zitten in sojabonen, spruitjes, spinazie en alfalfa.  
 

Een hoge inname van zowel folaat, calcium als vezels verlaagt voorstadium van dikke darmkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Wat zijn de risicofactoren van serrated darmpoliepen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 43 studies. 

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het roken van veel tabak de kans op het krijgen van serrated darmpoliepen significant met 147% [RR = 2.47, 95% BI = 2.12-2.87] verhoogde. Het risico was hoger voor sessiel serrated darmpoliepen dan voor hyperplastische serrated darmpoliepen.

De onderzoekers vonden dat het drinken van veel alcohol de kans op het krijgen van serrated darmpoliepen significant met 33% [RR = 1.33, 95% BI = 1.17-1.52] verhoogde. Het risico was hoger voor sessiel serrated darmpoliepen dan voor hyperplastische serrated darmpoliepen.

De onderzoekers vonden dat een hoog BMI de kans op het krijgen van serrated darmpoliepen significant met 40% [RR = 1.40, 95% BI = 1.22-1.61] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van zowel veel vet als vlees de kans op het krijgen van serrated darmpoliepen significant verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van niet-steroïde ontstekingsremmers de kans op het krijgen van serrated darmpoliepen significant met 33% [RR = 0.77, 95% BI = 0.65-0.92] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van veel niet-steroïde ontstekingsremmers de kans op het krijgen van serrated darmpoliepen significant met 33% [RR = 0.77, 95% BI = 0.65-0.92] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van veel aspirine de kans op het krijgen van serrated darmpoliepen significant met 19% [RR = 0.81, 95% BI = 0.67-0.99] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge inname van zowel folaat, calcium als vezels de kans op het krijgen van serrated darmpoliepen significant verlaagde.

De onderzoekers vonden geen verband tussen lichamelijke activiteiten of hormonentherapie en de kans op het krijgen van serrated darmpoliepen.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van veel niet-steroïde ontstekingsremmers en aspirine en een hoge inname van zowel folaat, calcium als vezels de kans op het krijgen van serrated darmpoliepen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Lifestyle Risk Factors for Serrated Colorectal Polyps: a Systematic Review and Meta-analysis by Bailie L, Loughrey MB and Coleman HG.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27639804

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over dikke darmkanker.

Een poliep in de dikke darm is een woekering van het slijmvlies van de dikke darm. Ongeveer 5-20% van alle mensen boven de vijftig jaar hebben last van poliepen. De meeste poliepen zijn verreweg goedaardig en zullen ook altijd goedaardig blijven. Echter, poliepen kunnen ook onrustige cellen bevatten en op den duur uitgroeien tot een kwaadaardige tumor: dikke darmkanker.

“Poliepen met tanden” oftewel serrated poliepen worden ook wel goedaardige darmpoliepen genoemd. Ze heten zo omdat ze de vorm van zaagtanden onder de microscoop vertonen. Echter, goedaardige poliepen in de dikke darm zijn niet zo onschuldig als altijd werd gedacht want zij kunnen net zo goed tot dikke darmkanker leiden. Er zijn drie vormen van serrated poliepen:

  1. de hyperplastische poliep;
  2. de serrated poliep (met dysplastische kenmerken van het epitheel) en;
  3. de gemengde poliepen.

 

Knoflook via voeding verlaagt niet dikke darmkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van knoflook de kans op het krijgen van dikke darmkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 7 patiënt-controle studies en 7 cohort studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van knoflook de kans op het krijgen van dikke darmkanker niet verlaagde [OR = 0.93, 95% BI = 0.82-1.06, p = 0.281, I2 = 83.6%, p ≤ 0.001].

De onderzoekers vonden in patiënt-controle studies dat het eten van knoflook de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 37% verlaagde [gecombineerde RR = 0.63, 95% BI = 0.48-0.82, p = 0. 00, I2 = 75.6%, p ≤ 0.001]. Echter, dit significante verlaagde risico werd niet teruggevonden in cohort studies.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van knoflook de kans op het krijgen van dikke darmkanker niet verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Garlic consumption and colorectal cancer risk in man: a systematic review and meta-analysis by Chiavarini M, Minelli L and Fabiani R.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/25945653

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over dikke darmkanker en allium groenten.

 

Dagelijks 2.5 gram plantensterolen en/of -stanolen gedurende minimaal 4 weken verlaagt de bloedwaarden van beta-caroteen en luteïne

Onderzoeksvraag:
Verlaagt de inname van plantensterolen- en/of -stanolen de bloedwaarden van carotenoïden, vitamine A en D?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 41 RCT’s met in totaal 3306 deelnemers. De gemiddelde plantensterolen- of stanoleninname was 2.5 gram per dag.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat de inname van plantensterolen en/of -stanolen de non-cholesterol gestandaardiseerde waarden van beta-caroteen significant met -16.3% [95% BI = -18.3 tot -14.3] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat de inname van plantensterolen en/of -stanolen de cholesterol gestandaardiseerde waarden van beta-caroteen significant met -10.1% [95% BI = -12.3 tot -8.0] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat de inname van plantensterolen en/of -stanolen de non-cholesterol gestandaardiseerde waarden van alfa-caroteen significant met -14.4 % [95% BI = -17.5 tot -11.3] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat de inname van plantensterolen en/of -stanolen de cholesterol gestandaardiseerde waarden van alfa-caroteen significant met -7.8% [95% BI = -11.3 tot -4.3] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat de inname van plantensterolen en/of -stanolen de non-cholesterol gestandaardiseerde waarden van lycopeen significant met -12.3% [95% BI = -14.6 tot -10.1] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat de inname van plantensterolen en/of -stanolen de cholesterol gestandaardiseerde waarden van lycopeen significant met -6.3% [95% BI = -8.6 tot -4.0] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat de inname van plantensterolen en/of -stanolen de non-cholesterol gestandaardiseerde waarden van luteïne significant met -7.4% [95% BI = -10.1 tot -4.8] verlaagde. Echter, de verlaging van de cholesterol gestandaardiseerde waarden was niet significant.

De onderzoekers vonden dat de inname van plantensterolen en/of -stanolen de non-cholesterol gestandaardiseerde waarden van zeaxanthine significant met -12.9% [95% BI = -18.9 tot -6.8] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat de inname van plantensterolen en/of -stanolen de cholesterol gestandaardiseerde waarden van zeaxanthine significant met -7.7% [95% BI = -13.8 tot -1.7] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat de inname van plantensterolen en/of -stanolen de non-cholesterol gestandaardiseerde waarden van beta-cryptoxanthine significant -10.6% [95% BI = -14.3 tot -6.9] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat de inname van plantensterolen en/of -stanolen de cholesterol gestandaardiseerde waarden van beta-cryptoxanthine significant met -4.8% [95% = -8.7 tot -0.9] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat de inname van plantensterolen en/of -stanolen de non-cholesterol gestandaardiseerde waarden van alfa-tocoferol significant met -7.1% [95% = -8.0 tot -6.2] verlaagde. Echter, de verlaging van de cholesterol gestandaardiseerde waarden was niet significant.

De onderzoekers vonden dat de inname van plantensterolen en/of -stanolen de non-cholesterol gestandaardiseerde waarden van gamma-tocoferol significant met -6.9% [95% = -9.8 tot -3.9] verlaagde. Echter, de verlaging van de cholesterol gestandaardiseerde waarden was niet significant.

De onderzoekers vonden dat de inname van plantensterolen en/of -stanolen de non-cholesterol gestandaardiseerde waarden van zowel vitamine A als vitamine D niet significant verlaagde.

De onderzoekers vonden dat de inname van plantensterolen en/of -stanolen gedurende minimaal 4 weken de cholesterol gestandaardiseerde waarden van luteïne significant met -5.6% verlaagde. Echter, deze verlaging was niet significant tot 4 weken inname.

De onderzoekers vonden dat de inname van plantensterolen en/of -stanolen gedurende minimaal 4 weken de cholesterol gestandaardiseerde waarden van beta-caroteen significant met -14.2% verlaagde. Echter, deze verlaging was niet significant tot 4 weken inname.

De onderzoekers concludeerden dat de inname van 2.5 gram plantensterolen en/of -stanolen per dag gedurende minimaal 4 weken de cholesterol gestandaardiseerde waarden van beta-caroteen en luteïne verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Plasma fat-soluble vitamin and carotenoid concentrations after plant sterol and plant stanol consumption: a meta-analysis of randomized controlled trials by Baumgartner S, Ras RT, […], Plat J.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27591863

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over hart- en vaatzieken en carotenoïden.

Plantensterolen en/of -stanolen verlagen namelijk het cholesterolgehalte. Naast het verlagen van het cholesterolgehalte verlagen ze volgens het hier bovenstaande overzichtsartikel ook het luteïne- en beta-caroteengehalte. Plantensterolen en/of -stanolen worden vaak aan margarine en halvarine toegevoegd.

 

Flavanolen via voeding verlaagt mogelijk kanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van flavan-3-olen (flavanolen) de kans op het krijgen van kanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 25 patiënt-controle studies en 18 prospectieve cohort studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van flavan-3-olen (flavanolen) de kans op het krijgen van kanker significant met 6.5% [RR = 0.935, 95% BI = 0.891-0.981, I2 = 46.837%] verlaagde. De Egger’s funnel plot toonde publicatie bias (de afwezigheid van negetieve studies) aan.

De onderzoekers vonden in patiënt-controle studies dat het eten van flavan-3-olen (flavanolen) de kans op het krijgen van rectale kanker significant met 16.2% [RR = 0.838, 95% BI = 0.733-0.958, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in patiënt-controle studies dat het eten van flavan-3-olen (flavanolen) de kans op het krijgen van zowel keel- als strottehoofdkanker significant met 24.1% [RR = 0.759, 95% BI = 0.581-0.993, I2 = 0%] verlaagde. 

De onderzoekers vonden in patiënt-controle studies dat het eten van flavan-3-olen (flavanolen) de kans op het krijgen van borstkanker significant met 11.5% [RR = 0.885, 95% BI = 0.790-0.991, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van flavan-3-olen (flavanolen) de kans op het krijgen van maagkanker onder vrouwen significant met 26.7% [RR = 0.633, 95% BI = 0.468-0.858] verlaagde.

De onderzoekers vonden in het meta-regressie model geen dosisafhankelijk verband tussen het eten van flavan-3-olen (flavanolen) en de kans op het krijgen van kanker.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van flavan-3-olen (flavanolen) de kans op het krijgen van kanker mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat er publicatie bias was en het verlaagde risico niet werd teruggevonden in cohort studies.

Oorspronkelijke titel:
Flavan-3-ols consumption and cancer risk: A meta-analysis of epidemiologic studies by Lei L, Yang Y, [...], Yang J.

Link:
http://www.impactjournals.com/oncotarget/index.php?journal=oncotarget&page=article&op=view&path[]=12017&path[]=38034

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over kanker en flavonoïden.
Flavanolen zitten in peren, appels, bosbessen, aardbeien, perziken, chocolade en thee.

 

Bosbessen verlagen niet de bloeddruk

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlagen bosbessen de bloeddruk?  

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 6 RCT’s met in totaal 204 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat suppletie met bosbessen de systolische bloeddruk niet verlaagde [MD = -0.28, 95% BI = -1.11 tot 0.56, I2 = 87%].

De onderzoekers vonden dat suppletie met bosbessen de diastolische bloeddruk niet verlaagde [MD = -0.5, 95% BI = -1.24 tot 0.24, I2 = 84%].

De onderzoekers concludeerden dat bosbessen de bloeddruk niet verlaagden.

Oorspronkelijke titel:
Effects of blueberry supplementation on blood pressure: a systematic review and meta-analysis of randomized clinical trials by Zhu Y, Sun J, […], Qiu C.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27654329

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het verlagen van de bloeddruk en groenten en fruit.

Resistent zetmeel verbebert de darmwerking van gezonde volwassenen

Onderzoeksvraag:
Verbetert het eten van resistent zetmeel de darmwerking van gezonde volwassenen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte RCT’s.  

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van resistent zetmeel het fecale natte gewicht (nat stoelgangsgewicht) significant met 35.51 gram per dag [95% BI = 1.21-69.82] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van resistent zetmeel het butyraatgehalte (butyraat is een vetzuur met een beschermende werking tegen dikkedarm kanker) significant met 0.61 [95% BI = 0.32-0.89] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van resistent zetmeel de fecale pH-test significant met 0.19 [95% BI = -0.35 tot -0.03] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van resistent zetmeel de defecatiefrequentie (stoelgangsfrequentie) niet significant verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van resistent zetmeel de darmflora van gezonde volwassenen verbeterde.

Oorspronkelijke titel:
Positive effects of resistant starch supplementation on bowel function in healthy adults: a systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Shen D, Bai H, […], Chen L.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27593182

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over pre- en probiotica. 

Er zijn een aantal manieren om de werking van de darmen te meten. Deze zijn het fecale natte gewicht, het butyraatgehalte, de fecale pH-test en de defecatiefrequentie.

Resistent zetmeel (RS, van het Engelse, Resistant Starch) wordt zo genoemd, omdat het niet wordt afgebroken in de dunne darm maar in de dikke darm van het lichaam. Het is een voedingsvezel van het onoplosbare type. Resistent zetmeel dient dus vooral als voeding voor de bacteriën in de dikke darm. Er zijn 3 soorten resistent zetmeel:

  1. RS1: door de celwand ingesloten en ontoegankelijk zetmeel in o.a. zaden, bonen en volkorenproducten
  2. RS2: resistente zetmeelgranules. Deze komen voor in onrijpe bananen en rauwe aardappelen. Rijping of koken kan het zetmeel toegankelijk maken.
  3. RS3: zogenaamd geretrogradeerd zetmeel. Deze komt voor in verwerkte producten omdat het ontstaat door verhitten of afkoelen, bijvoorbeeld in afgekoelde, gekookte aardappelen of pasta, oudbakken brood of cornflakes.