3 keer per week 30-60 minuten aërobe training met een matige intensiteit verlaagt causaal buikvet

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Wat is de beste methode van lichamelijke oefeningen om buikvet (visceraal vet) te verlagen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 32 RCT’s met in totaal 1900 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat 30-60 minuten intervaltraining met een hoge intensiteit (HIIT) voor 3 keer per week gedurende 12-16 weken [SMD = -0.39, 95% BI = -0.60 tot -0.18) en 30-60 minuten aërobe training met een matige of hoge intensiteit, voor 3 keer per week gedurende 12-16 weken [SMD = -0.26, 95% BI = -0.38 tot -0.13] het buikvet signfiicant verlaagde.

De onderzoekers vonden dat krachttraining, aërobe training in combinatie met krachttraining en sprintintervaltraining geen significant verlaagd effect hadden op het buikvet.

De onderzoekers vonden dat 150 minuten lichamelijke oefeningen per week, geen effect hadden op buikvet.

De onderzoekers concludeerden dat 30-60 minuten intervaltraining met een hoge intensiteit, 3 keer per week gedurende 12-16 weken of 30-60 minuten aërobe training met een matige of hoge intensiteit, 3 keer per week gedurende 12-16 weken het buikvet causaal verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effect of exercise intervention dosage on reducing visceral adipose tissue: a systematic review and network meta-analysis of randomized controlled trials by Chang YH, Yang HY and Shun SC.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33558643/

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier meer over vet en sportvoeding.
Een causaal verband kan worden gevonden in RCTs.
Teveel buikvet (visceraal vet) vergroot de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten en diabetes type 2 (suikerziekte type 2).

Aërobe training met een matige intensiteit zijn lichamelijke oefeningen met een MET-waarde van 3 tot 6.

Lichamelijke oefeningen

MET-score

Ramen lappen

3.2 MET

Wandelen met 5 km/u

3.5 MET

Harken in de tuin

4.0 MET

De trap nemen (rustig omhoog)

4.0 MET

Elektrisch fietsen met hoge motorassistentie aan 23.4 km/u

5.2 MET

Zwemmen (recreatieve schoolslag)

5.3 MET

Eektrisch fietsen met lage motorassistentie aan 21 km/u

5.7 MET

Fietsen aan 15 km/u

5.8 MET

(MET-waarde van de activiteit x 3.5 x lichaamsgewicht in kg)/200 = Energieverbruik per minuut (kcal/min).

Een voorbeeld:
Een man weegt 72 kilogram en lapt gedurende 30 minuten de ramen. Hoeveel energie heeft hij dan verbruikt?

Berekening:
(3.2 MET x 3.5 x 72 kg)/200 = 4.0 kcal per minuut
4.0 kcal per minuut x 30 minuten = 120 kcal

Dus 30 minuten ramen lappen, levert deze man een energieverbruik van 120 kcal op.