Voeding en gezondheid

Dagelijks 20 gram olijfolie verlaagt hart- en vaatziekten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Epidemiologische studies hebben de preventieve effecten van het eten van olijfolie tegen cardiovasculaire gebeurtenissen en sterfte door alle oorzaken aangetoond, maar de resultaten blijven inconsistent. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het eten van veel olijfolie de kans op het krijgen van zowel hart- en vaatziekten als doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 13 prospectieve cohort studies met een follow-up duur van 4 tot 28 jaar.

De cohort studies waren goed opgezet.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 8 cohort studies (261016 deelnemers, waarvan 14033 mensen met hart- en vaatziekte), vergeleken met een lage consumptie, dat een hoge consumptie van olijfolie de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten significant met 15% [RR = 0.85, 95% BI = 0.77 tot 0.93, p 0.001, I2 = 41%, p = 0.107] verlaagde.
Dit significante verlaagde risico bleef gelijk in zowel de subgroepenanalyses als de sensitiviteitsanalyses.
Dit significante verlaagde risico nam niet meer toe boven 20 gram olijfolie per dag.

De onderzoekers vonden in 11 cohort studies (713000 deelnemers, waarvan 173817 doden), vergeleken met een lage consumptie, dat een hoge consumptie van olijfolie de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 17% [RR = 0.83, 95% BI = 0.77 tot 0.90, p 0.001, I2 = 93%, p 0.001] verlaagde.
Dit significante verlaagde risico bleef gelijk in zowel de subgroepenanalyses als de sensitiviteitsanalyses.
Dit significante verlaagde risico nam niet meer toe boven 20 gram olijfolie per dag.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses dat elke verhoging met 5 gram olijfolie per dag, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten significant met 4% [RR = 0.96, 95% BI = 0.93 tot 0.99, p = 0.005] verlaagde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses dat elke verhoging met 5 gram olijfolie per dag, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 4% [RR = 0.96, 95% BI = 0.95 tot 0.96, p 0.001] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van 20 gram olijfolie per dag, de kans op het krijgen van zowel hart- en vaatziekten als doodgaan aan alle oorzaken verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Olive oil consumption and risk of cardiovascular disease and all-cause mortality: A meta-analysis of prospective cohort studies by Xia M, Zhong Y, [...], Qian C.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC9623257/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over olijfolie en hart- en vaatziekten.

Dagelijks 25-200 gram pinda’s verlagen mogelijk causaal triglyceridengehalte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Hoewel talrijke studies het beschermende effect van het eten van noten op cardiovasculair risico hebben gemeld, is het bewijs voor de rol van pinda's bij het handhaven van de cardiometabole gezondheid niet overtuigend. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verbetert een hoge consumptie van pinda’s causaal de risicofactoren van hart- en vaatziekten, zoals cholesterolgehalte en LDL/HDL verhouding?
Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 RCT’s met in totaal 643 deelnemers in de leeftijd van 18 tot 84 jaar.
De hoeveelheid pinda’s varieerde tussen 25 en 200 gram per dag met een follow-up duur van 2 tot 24 weken.

De studies waren slecht opgezet.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van pinda’s het triglyceridengehalte significant verlaagde [MD = -0.13, 95% BI = -0.20 tot -0.07, p 0.0001].

De onderzoekers vonden bij gezonde personen dat het eten van pinda’s het totale cholesterolgehalte significant verlaagde [MD = -0.40, 95% BI = -0.71 tot -0.09, p = 0.01].

De onderzoekers vonden bij gezonde personen dat het eten van pinda’s de LDL/HDL verhouding significant verlaagde [MD = -0.19, 95% BI = -0.36 tot -0.01, p = 0.03].

De onderzoekers vonden bij mensen met een hoog cardiometabolisch risico dat het eten van pinda’s tot een significante toename van het lichaamsgewicht leidde [MD = 0.97, 95% BI = 0.54 tot 1.41, p 0.0001].

De onderzoekers concludeerden dat het eten van 25 tot 200 gram pinda’s per dag gedurende 2 tot 24 weken, zowel het triglyceridengehalte als het totale cholesterolgehalte mogelijk causaal verlaagde. Mogelijk omdat de studies slecht opgezet waren.

Oorspronkelijke titel:
Effect of Peanut Consumption on Cardiovascular Risk Factors: A Randomized Clinical Trial and Meta-Analysis by Parilli-Moser I, Hurtado-Barroso S, […], Lamuela-Raventós RM.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC9011914/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over noten, cholesterol en hart- en vaatziekten.

Seleniumsupplementen verlagen depressie

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
De resultaten van studies bij mensen met betrekking tot selenium en depressieve stoornissen zijn inconsistent en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt een hoge selenium inname (via voeding of voedingssuplementen) de kans op het krijgen van depressie?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 20 studies (4 RCT’s, 9 cross-sectionele studies, 4 patiënt-controle studies en 3 prospectieve cohort studies) met in totaal 47164 deelnemers in de leeftijd van 18 tot 82 jaar.

Er was geen publicatie bias.
De RCT’s waren goed opgezet.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge inname van seleniumsupplementen de kans op het krijgen van postnatale depressie significant met 3% [OR = 0.97, 95% BI = 0.95 tot 0.99, I2 = 0.0%, p = 0.507] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van seleniumsupplementen de kans op het krijgen van depressieve symptomen significant verlaagde [WMD = -0.37, 95% BI = -0.56 tot -0.18, I2 = 0.0%, p = 0.959].

De onderzoekers concludeerden dat een hoge inname van seleniumsupplementen de kans op het krijgen van postnatale depressie verlaagde. Verder, verlaagde het slikken van seleniumsupplementen de kans op het krijgen van depressieve symptomen.

Oorspronkelijke titel:
The role of selenium in depression: a systematic review and meta-analysis of human observational and interventional studies by Sajjadi SS, Foshati S, […], Rouhani H.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC8776795/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over selenium en depressie.

Tomaten verlagen causaal tumornecrosefactor-alfa gehalte bij volwassenen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Ontsteking is een belangrijke oorzaak van chronische ziekten. Verschillende studies hebben de effecten van het eten van tomaten op de inflammatoire biomarkers (C-reactieve proteïne (CRP), interleukine 6 (IL-6) en tumornecrosefactor-α (TNF-α) onderzocht maar de resultaten zijn dubbelzinnig en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het eten van tomaten causaal de kans op het krijgen van ontstekingen bij volwassenen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 7 RCT’s met in totaal 465 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van tomaten het tumornecrosefactor-alfa gehalte (TNF-α gehalte) bij volwassenen significant verlaagde [Hedges' g = -0.45, 95% BI = -0.76 tot -0.13, p = 0.005, I2 = 0.0%].
Echter, het had geen effect op het CRP en IL-6 gehalte.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van tomaten het tumornecrosefactor-alfa gehalte (TNF-α gehalte) bij volwassenen causaal verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effect of tomato consumption on inflammatory markers in health and disease status: A systematic review and meta-analysis of clinical trials by Widjaja G, Doewes RI, […], Aravindhan S.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/35871957/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over tomaten en chronische ziekten.

Tumornecrosefactor-alfa (TNF-α) is een inflammatoir cytokine dat verhoogd is bij hartfalen.

Brassica-groenten verlagen causaal totaal cholesterolgehalte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Eerdere onderzoeken naar het effect van de Brassica-groenten op het bloedglucosegehalte en het lipidenprofiel hebben geen overtuigende bevindingen opgeleverd. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verbetert een hoge consumptie van Brassica-groenten causaal de risicofactoren van hart- en vaatziekten, zoals cholesterol-, nuchter bloedsuiker-, HbA1c en triglyceridengehalte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 9 RCT’s met in totaal 548 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in gepoolde analyses dat het eten van veel Brassica-groenten het totale cholesterolgehalte significant verlaagde [SMD = -0.28, 95% BI= -0.48 tot -0.08, p = 0.005].
Echter, het verlaagde niet het serum triglyceriden, LDL cholesterol, nuchter bloedsuiker en het HbA1c gehalte.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van Brassica-groenten het totale cholesterolgehalte causaal verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
The effect of Brassica vegetables on blood glucose levels and lipid profiles in adults. A systematic review and meta-analysis by Darand M, Alizadeh S and Mansourian M.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/35412701/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over groenteconsumptie, cholesterol, suikerziekte en hart- en vaatziekten.

Onder de familie “Brassica” vallen alle koolsoorten (bloemkool, broccoli, Chinese kool, witte kool), maar ook mosterd, raapzaad, paksoi en knolraap.


 

Groente en fruit verlagen baarmoederhalskanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van groente of fruit de kans op het krijgen van endometriumkanker (baarmoederhalskanker)?
Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 21 patiënt-controle studies en 6 cohort studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van groente de kans op het krijgen van endometriumkanker significant met 24% [gepoolde odds ratio [OR], relatieve risico [RR], hazard ratio [HR] = 0.76, 95% BI = 0.63 tot 0.91] verlaagde.
Dit resultaat werd gevonden in studies van hoge kwaliteit.

De onderzoekers vonden dat het eten van kruisbloemige groente de kans op het krijgen van endometriumkanker significant met 19% [gepoolde OR = 0.81, 95% BI = 0.70 tot 0.94] verlaagde.
Dit resultaat werd gevonden in studies van hoge kwaliteit.

De onderzoekers vonden dat het eten van donkergroene en geel-oranje groente de kans op het krijgen van endometriumkanker significant met 36% [gepoolde OR = 0.64, 95% BI = 0.42 tot 0.97] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van fruit de kans op het krijgen van endometriumkanker significant met 19% [gepoolde OR = 0.81, 95% BI = 0.70 tot 0.92] verlaagde.
Dit resultaat werd gevonden in studies van hoge kwaliteit.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van zowel groente (met name kruisbloemige, donkergroene en geel-oranje groente) als fruit de kans op het krijgen van endometriumkanker (baarmoederhalskanker) verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
The influence of dietary vegetables and fruits on endometrial cancer risk: a meta-analysis of observational studies by Lu YT, Gunathilake M and Kim J.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/36151331/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over patiënt-controle en cohort studies, kanker en groenten en fruit consumptie.

 

Vitamine E supplementen verlagen ziekte van Alzheimer

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Dementie is een chronische progressieve neurodegeneratieve ziekte die kan leiden tot invaliditeit en het overlijden bij mensen, maar er is nog steeds geen effectieve preventie en behandeling voorhanden. Vanwege de neuroprotectieve effecten van vitamine E heeft een groot aantal onderzoekers onderzocht of vitamine E het risico op dementie kan verminderen. Sommige onderzoekers zijn van mening dat vitamine E het risico op dementie kan verminderen, terwijl anderen tegenovergestelde conclusie trekken en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt een hoge vitamine E inname (via voeding of voedingssupplementen) de kans op het krijgen van dementie en de ziekte van Alzheimer?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 13 cohort studies met 46968 deelnemers, waarvan 6046 mensen met dementie na een follow-up duur van 4 tot 23 jaar en 2 patiënt-controle studies met 3157 controles en 3459 mensen met dementie (=de patiënten).

De NOS waarde varieerde tussen 6 en 8 (het betekent dat de studies goed opgezet waren).
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in gepoolde analyses dat een hoge vitamine E inname (via voeding en/of voedingssupplementen) de kans op het krijgen van dementie significant met 21% [OR = 0.79, 95% BI = 0.70 tot 0.88, I2 = 35.0%] verlaagde.
Dit significante verlaagde risico werd ook teruggevonden in cohort studies [OR = 0.79, 95% BI = 0.69 tot 0.89] en in studies met een NOS waarde boven 7 [OR = 0.85, 95% BI = 0.75 tot 0.97].

De onderzoekers vonden in de subgroepanalyses dat een hoge vitamine E inname via voeding de kans op het krijgen van dementie significant met 22% [OR = 0.78, 95% BI = 0.65 tot 0.95] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepanalyses dat een hoge vitamine E inname via voedingssupplementen de kans op het krijgen van dementie significant met 17% [OR = 0.83, 95% BI = 0.73 tot 0.94] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge vitamine E inname (via voeding en/of voedingssupplementen) de kans op het krijgen van de ziekte van Alzheimer significant met 22% [OR = 0.78, 95% BI = 0.64 tot 0.94, I2 = 36.9%] verlaagde.

Dit significante verlaagde risico werd ook teruggevonden in cohort studies [OR = 0.77, 95% BI = 0.63 tot 0.94].

De onderzoekers vonden in de subgroepanalyses dat een hoge vitamine E inname via voeding de kans op het krijgen van de ziekte van Alzheimer niet significant met 17% [OR = 0.83, 95% BI = 0.64 tot 1.09] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepanalyses dat een hoge vitamine E inname via voedingssupplementen de kans op het krijgen van de ziekte van Alzheimer significant met 33% [OR = 0.67, 95% BI = 0.47 tot 0.96] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat de resultaten die gevonden waren in gepoolde analyses gelijk bleven in de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers concludeerden dat een hoge vitamine E inname zowel via voeding als voedingssupplementen de kans op het krijgen van dementie verlaagde. Verder, verlaagde alleen een hoge vitamine E inname via voedingssupplementen de kans op het krijgen van de ziekte van Alzheimer.

Oorspronkelijke titel:
Association of vitamin E intake in diet and supplements with risk of dementia: A meta-analysis by Zhao R, Han X, [...], You H.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC9376618/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine E en dementie
 

Hoog alfa-linoleenzuur bloedgehalte verlaagt dikke darmkanker

Onderzoeksvraag:
Verlaagt een hoog alfa-linoleenzuur bloedgehalte of een hoge alfa-linoleenzuur inname via voeding de kans op het krijgen van dikke darmkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 15 cohort studies met 12239 mensen met dikke darmkanker onder 861725 deelnemers.
De gemiddelde follow-up duur was 9.3 jaar.
Er was geen publicatie bias.
13 van de 15 studies hadden een NOS waarde van 8. Anders gezegd, 13 studies waren goed opgezet.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoog alfa-linoleenzuur bloedgehalte, de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 17% [gepoolde RR = 0.83, 95% BI = 0.69 tot 0.99, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging van het alfa-linoleenzuur bloedgehalte met 0.1%, de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 10% [gepoolde RR = 0.90, 95% BI = 0.80 tot 0.99, I2 = 38.6%] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat een hoog alfa-linoleenzuur bloedgehalte, de kans op het krijgen van dikke darmkanker verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Association of Dietary Intake and Biomarker of α-Linolenic Acid With Incident Colorectal Cancer: A Dose-Response Meta-Analysis of Prospective Cohort Studies by Dai ZB, Ren XL, […], Xu L.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC9301188/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over patiënt-controle en cohort studies, alfa-linoleenzuur en dikke darmkanker.

Vind hier welke producten veel alfa-linoleenzuur bevatten.

Een hoog alfa-linoleenzuur bloedgehalte kan verkregen worden door producten te eten die veel alfa-linoleenzuur bevatten en/of alfa-linoleenzuur supplementen te slikken.

 

Regelmatig visconsumptie verlaagt leeftijdsgebonden oogziekte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen het eten van de verschillende voedingsgroepen (vis, magere melk, gevogelte en vlees) en de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden oogziekte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 15 observationele studies met in totaal 51695 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 15 studies met 51695 deelnemers, dat het regelmatig eten van vis de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden oogziekte significant met 30% [OR = 0.70, 95% BI = 0.62 tot 0.79] verlaagde.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden in 3 studies met 7723 deelnemers dat het regelmatig eten van magere melk, gevogelte of dierlijke producten behalve vlees, de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden oogziekte significant met 30% [OR = 0.70, 95% BI = 0.61 tot 0.79] verlaagde.
Significant omdat OR van 1 niet in de 95% BI van 0.61 tot 0.79 zat. OR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden in 8 studies met 28753 deelnemers dat het regelmatig eten van roodvlees, de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden oogziekte significant met 41% [OR = 1.41, 95% BI = 1.07 tot 1.86] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat het regelmatig eten van vis, magere melk, gevogelte of dierlijke producten behalve vlees, de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden oogziekte verlaagde. Echter, het regelmatig eten van roodvlees verhoogde juist de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden oogziekte.

Oorspronkelijke titel:
Linkage between a plant-based diet and age-related eye diseases: a systematic review and meta-analysis by Cirone C, Cirone KD and Malvankar-Mehta MS.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/36102832/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vis, melk, gevogelte, vlees en oogziekte

Regelmatig visconsumptie komt in de praktijk neer op minimaal 2 keer vis (100-150 gram per keer) per week.

Dagelijks 400 mg vitamine C supplementen verbetert longfunctie van COPD patiënten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Hebben COPD patiënten baat bij het slikken van vitamine C supplementen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 RCT’s met in totaal 487 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van 400 mg vitamine C supplementen per dag of hoger, het percentage geforceerde expiratoire volume in 1 seconde (FEV1%) bij COPD patiënten verbeterde [SMD = 1.08, 95% BI = 0.03 tot 2.12, p = 0.04].

De onderzoekers vonden dat het slikken van 400 mg vitamine C supplementen per dag of hoger, de FEV1/FVC verhouding bij COPD patiënten verbeterde [WMD = 0.66, 95% BI = 0.26 tot 1.06, p = 0.001].

De onderzoekers vonden dat het slikken van 400 mg vitamine C supplementen per dag of hoger, het serum vitamine C gehalte bij COPD patiënten verhoogde [SMD = 0.63, 95% BI = 0.02 tot 1.24, p = 0.04].

De onderzoekers vonden dat het slikken van 400 mg vitamine C supplementen per dag of hoger, het serum GSH gehalte bij COPD patiënten verhoogde [SMD = 2.47, 95% BI = 1.06 tot 3.89, p = 0.0006].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van 400 mg vitamine C supplementen per dag of hoger, het serum gehalte aan antioxidanten, met name vitamine C en GSH verhoogde en de longfunctie, met name FEV1% en FEV1/FVC verbeterde van COPD patiënten.

Oorspronkelijke titel:
Efficacy of Vitamin C Supplementation on Chronic Obstructive Pulmonary Disease (COPD): A Systematic Review and Meta-Analysis by Lei T, Lu T, […], Liu J.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC9473551/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over COPD en vitamine C.

Geforceerde expiratoire volume in 1 seconde (FEV1) of de éénsecondewaarde (ESW) is de maximale hoeveelheid lucht die u na een volledige inademing snel en geforceerd kunt uitademen in één seconde. Het is belangrijk om die FEV1 waarde te vergelijken met de “normale” waarde van een vergelijkbaar persoon (leeftijd, geslacht, grootte). Aan de hand daarvan kan de ernst van de luchtwegvernauwing geëvalueerd worden.

FVC of de geforceerde vitale capaciteit is de totale hoeveelheid lucht die na een volledige inademing maximaal kan worden uitgeademd.

Tiffeneau index of FEV1/FVC verhouding zegt iets over hoe open de luchtwegen staan. Normaal gesproken moet deze waarde groter dan 0.7 zijn. Bij een waarde onder 0.7 is er sprake van vernauwde luchtwegen.

 

Hoge vezelinname verlaagt causaal hart- en vaatziekten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verbetert een hoge vezelinname causaal de risicofactoren van hart- en vaatziekten, zoals cholesterol-, nuchter bloedsuiker-, HbA1c en nuchter insuline gehalte, bloeddruk en HOMA-IR waarde)?

Studieopzet:
Dit paraplu-overzichtsartikel bevatte 52 meta-analyses (overzichtsartikelen) van RCT’s met in totaal 47197 deelnemers. 

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge vezelinname het nuchter bloedsuikergehalte significant verlaagde [ES = -0.55, 95% BI = -0.73 tot -0.38, p 0.001].
Significant wil zeggen, er kan met 95% zekerheid gezegd worden, dat een hoge vezelinname het nuchter bloedsuikergehalte werkelijk verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge vezelinname het nuchter plasma insulinegehalte significant verlaagde [ES = -1.22, 95% BI = -1.63 tot -0.82, p 0.001].
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat een hoge vezelinname de HOMA-IR waarde significant verlaagde [ES = -0.43, 95% BI = -0.60 tot -0.27, p 0.001].

De onderzoekers vonden dat een hoge vezelinname het HbA1c gehalte significant verlaagde [ES = -0.38, 95% BI = -0.50 tot -0.26, p 0.001].

De onderzoekers vonden dat een hoge vezelinname het totale cholesterolgehalte significant verlaagde [ES = -0.28, 95% BI = -0.39 tot -0.16, p 0.001].

De onderzoekers vonden dat een hoge vezelinname het LDL cholesterolgehalte (slecht cholesterol) significant verlaagde [ES = -0.25, 95% BI = -0.34 tot -0.16, p 0.001].

De onderzoekers vonden dat een hoge vezelinname het tumornecrosefactor-alfa (TNFα)  gehalte significant verlaagde [ES = -0.78, 95% BI = -1.39 tot -0.16, p 0.001].

De onderzoekers vonden dat een hoge vezelinname de diastolische bloeddruk (onderdruk) significant verlaagde [ES = -0.67, 95% BI = -0.96 tot -0.37, p 0.001].

De onderzoekers concludeerden dat een hoge vezelinname de risicofactoren van hart- en vaatziekten, met name cholesterol-, nuchter bloedsuiker-, HbA1c, het tumornecrosefactor-alfa en nuchter insuline gehalte, bloeddruk en HOMA-IR waarde causaal verbeterde.

Oorspronkelijke titel:
Associations between dietary fiber intake and cardiovascular risk factors: An umbrella review of meta-analyses of randomized controlled trials by Fu L, Zhang G, […], Tan M.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC9511151/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vezel, cholesterol, hoge bloeddruk, suikerziekte en hart- en vaatziekten.

Een hoge vezelinname komt overeen met een dieet met minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal. Gebruik de 7-punten voedingsprofiel app om te zien of uw dagelijkse voeding 1.5 gram vezels per 100 kcal bevat.
Deze producten in de supermarkt bevat 1.5 gram vezels per 100 kcal.

Tumornecrosefactor-alfa (TNFα, ook wel cachectine of cachexine genoemd) is een van de twee bekende tumornecrosefactoren en een cytokine. Tumornecrosefactor-alfa speelt een belangrijke rol bij de ontstekingsprocessen en de acutefasereactie.

De overproductie van tumornecrosefactor-alfa wordt in verband gebracht met een aantal ziekten, zoals kanker. Tumornecrosefactor-alfa activeert namelijk door aan Tumor Necrosis Factor receptor 1 (TNFr1) of Tumor Necrosis Factor receptor 2 (TNFr2) te binden.

Een paraplu overzichtsartikel is een wetenschappelijk artikel met alleen maar overzichtsartikelen over een bepaald onderwerp (zoals hart- en vaatziekten). De conclusie in een paraplu overzichtsartikel is nog betrouwbaarder dan in een afzonderlijk overzichtsartikel.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van (prospectieve) cohort studies of patiënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

Dagelijks 20-25 mcg vitamine D3 supplementen verlagen kans op osteoporotische breuk en vallen bij ouderen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Hoewel recente studies gepubliceerd zijn waarin de verschillende doseringen en intervallen van vitamine D suppletie vergeleken worden, moet er nog worden opgehelderd of er een geschikte dosering of interval bestaat voor het verminderde risico op het krijgen van fracturen en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd. 

Verlaagt het slikken van vitamine D3 supplementen de kans op het krijgen van breuk of de kans op vallen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 32 RCT’s met in totaal 104363 patiënten.

De gemiddelde studiegrootte was 3162 patiënten per studie.
De gemiddelde vitamine D3 dosering was 800 IE per dag.
De gemiddelde vitamine D interventie was 24 maanden.
De gemiddelde leeftijd was 72 jaar.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het dagelijks slikken van 800-1000 IE vitamine D3 supplementen de kans op het krijgen van osteoporotische breuk bij ouderen significant met 13% [gepoold relatieve risico = 0.87, 95% BI = 0.78 tot 0.97, I2 = 23.5%] verlaagde.
Dit significant verlaagde risico werd niet teruggevonden beneden 800 IE en boven 1000 IE vitamine D3 supplementen.

De onderzoekers vonden dat het dagelijks slikken van 800-1000 IE vitamine D3 supplementen de kans op vallen bij ouderen significant met 9% [gepoold relatieve risico = 0.91, 95% BI = 0.85 tot 0.98, I2 = 70.9%] verlaagde.
Dit significant verlaagde risico werd niet teruggevonden beneden 800 IE en boven 1000 IE vitamine D3 supplementen.

De onderzoekers concludeerden dat het dagelijks slikken van 800-1000 IE (20-25 mcg) vitamine D3 supplementen gedurende 24 maanden zowel de kans op het krijgen van osteoporotische breuk als de kans op vallen bij ouderen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effect of Vitamin D Supplementation on Risk of Fractures and Falls According to Dosage and Interval: A Meta-Analysis by Kong SH, Jang HN, […], Shin CS.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC9081312/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine D en botontkalking
 

Vitamine E-supplementen verbeteren kwaliteit van leven van mensen met reumatoïde artritis

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Hebben mensen met reumatoïde artritis (chronische gewrichtsreuma) baat bij het slikken van vitamine E supplementen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 9 RCT’s met in totaal 39845 patiënten. 

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat mensen met reumatoïde artritis met gevoelige gewrichten baat hadden bij het slikken van vitamine E supplementen [MD = -1.66, 95% BI = -6.32 tot -2.99, I2 = 93%, p 0.00001].

De onderzoekers vonden dat mensen met reumatoïde artritis met gezwollen gewrichten baat hadden bij het slikken van vitamine E supplementen [MD = -0.46, 95% BI = -1.98 tot -1.07, I2 = 56%,p = 0.08].

De onderzoekers concludeerden dat het vermogen van vitamine E om de darmbarrière te herstellen en het maagdarmkanaal te verbeteren, kan verband houden met de preventie en behandeling van reumatoïde artritis. Vitamine E-supplementen die regelmatig worden gebruikt, kunnen mensen met reumatoïde artritis helpen gewrichtspijn, oedeem en stijfheid te verminderen en hun algehele kwaliteit van leven te verbeteren.

Oorspronkelijke titel:
Effect of vitamin E supplementation in rheumatoid arthritis: a systematic review and meta-analysis by Kou H, Qing Z, […], Ma J.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/35468933/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over reuma, significant/RCT’s en vitamine E.

 

Dagelijks 500 mg flavonoïden via voeding verlaagt hart- en vaatziekte, suikerziekte en een hoge bloeddruk

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een dosisafhankelijk verband tussen het eten van flavonoïden en de verlaagde kans op het krijgen van een cardiometabole ziekte, zoals hart- en vaatziekte, suikerziekte (diabetes), hypertensie (een hoge bloeddruk), chronische nierschade, obesitas en dyslipidemie (een verstoorde verhouding van de vetstoffen (cholesterol) in het bloed)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 47 prospectieve cohort studies met in totaal 1346676 deelnemers, waarvan 127507 mensen met een cardiometabole ziekte.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 500 mg flavonoïden per dag via voeding, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekte significant met 7% [gepoolde RR = 0.93, 95% BI = 0.88 tot 0.98] verlaagde.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 500 mg flavonoïden per dag via voeding, de kans op het krijgen van suikerziekte significant met 11% [gepoolde RR = 0.89, 95% BI = 0.84 tot 0.94] verlaagde.
Significant wil zeggen, er kan met 95% zekerheid gezegd worden, dat elke verhoging met 500 mg flavonoïden per dag via voeding, de kans op het krijgen van suikerziekte werkelijk met 11% verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 500 mg flavonoïden per dag via voeding, de kans op het krijgen van een hoge bloeddruk significant met 3% [gepoolde RR = 0.97, 95% BI = 0.94 tot 0.99] verlaagde.
Significant omdat gepoolde RR van 1 niet in de 95% BI van 0.94 tot 0.99 zat. Gepoolde RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden ook een lineair-dosisafhankelijk verband tussen de totale inname van flavonoïden via voeding en het krijgen van hart- en vaatziekte [p niet-lineariteit = 0.541] en suikerziekte [p niet-lineariteit = 0.077].

De onderzoekers concludeerden dat het eten van 500 mg flavonoïden per dag, de kans op het krijgen van zowel hart- en vaatziekte, suikerziekte als het hebben van een hoge bloeddruk verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Total dietary flavonoid intake and risk of cardiometabolic diseases: A dose-response meta-analysis of prospective cohort studies by Li T, Zhao Y, […], Liu J.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/36148848/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over flavonoïden, diabetes en het voorkomen van een hoge bloeddruk.


 

Vitamine D-tekort verhoogt blindheid bij mensen met suikerziekte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Er is aangetoond dat vitamine D bloedgehaltes geassocieerd zijn met diabetische retinopathie, maar tot op heden is er geen onderzoek uitgevoerd naar de relatie tussen vitamine D en zichtsbedreigende diabetische retinopathie en niet-zichtbedreigende diabetische retinopathie. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verhoogt een vitamine D tekkort (gedefinieerd als 25(OH)D 20 ng/mL) de kans op het krijgen van diabetische retinopathie bij mensen met suikerziekte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 cross-sectionele studies en 1 patiënt-controle studie met in total 9057 deelnemers.
De studies waren goed opgezet.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een vitamine D tekort (25(OH)D 20 ng/mL) de kans op het krijgen van zichtsbedreigende diabetische retinopathie bij mensen met suikerziekte significant met 80% [OR = 1.80, 95% BI = 1.40 tot 2.30, p ≤ 0.001, I2 = 39.39%] verhooogde.
Echter, dit significant verhoogde risico werd niet teruggevonden voor niet-zichtbedreigende  diabetische retinopathie [OR = 1.10, 95% BI = 0.90 tot 1.27, p = 0.48, I2 = 30.2%].

De onderzoekers concludeerden dat een vitamine D tekort (gedefinieerd als 25(OH)D 20 ng/mL) de kans op het krijgen van zichtsbedreigende diabetische retinopathie bij mensen met suikerziekte verhoogde en daarom is het belangrijk dat een vitamine D-tekort adequaat en tijdig wordt behandeld om het risico op blindheid bij mensen met suikerziekte te verminderen.

Oorspronkelijke titel:
Associations between vitamin D status and sight threatening and non-sight threatening diabetic retinopathy: a systematic review and meta-analysis by Trott M, Driscoll R, […], Pardhan S.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC9167360/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine D en suikerziekte.

Netvliesafwijkingen (diabetische retinopathie, DRP) is een ziekte van de kleine bloedvaten in het netvlies waarbij vaatwandlekkage en nieuwvorming van vaten de functie van het oog en daarmee het gezichtsvermogen bedreigen.

Het is opvallend dat het 5-20 jaar kan duren voordat iemand met diabetes klinische netvliesafwijkingen ontwikkelt. Hoe langer de diabetes bestaat, des te groter de kans op netvliesafwijkingen. De kans op netvliesafwijkingen neemt tevens toe naarmate de diabetes slecht gereguleerd is.

Patiënten met diabetes type 1 (suikerziekte type 1)

  • gedurende de eerste 5 jaar komt bij patiënten zelden netvliesafwijkingen voor.
  • na 5 jaar  heeft 25% van de patiënten een retinopathie.
  • na 10 jaar heeft 60% van de patiënten een retinopathie.
  • na 15 jaar heeft ongeveer 80% van de patiënten een retinopathie.
  • na 20 jaar heeft ongeveer 95% van de patiënten een retinopathie.

Patiënten met diabetes type 2 (suikerziekte type 2)

  • bij het stellen van de diagnose suikerziekte blijkt 20-38% al diabetische retinopathie te hebben.
  • binnen 5 jaar  na het stellen van de diagnose heeft 24% (patiënten zonder insulinetherapie) tot 40% (patiënten met insulinetherapie) een retinopathie.
  • bij 22% van de patiënten zonder diabetische retinopathie bij het stellen van de diagnose bleek er na 6 jaar diabetische retinopathie te  zijn ontstaan.
  • na 20 jaar heeft zo’n 85% van de patiënten een retinopathie.

De meest betrouwbare manier om een vitamine D-tekort vast te stellen is door het vitamine D gehlate in het bloed via de huisarts te laten meten.


 

Vitamine D gehalte tussen 40 en 75 nmol/L verlaagt bloeddruk bij volwassenen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het hebben van een hoog vitamine D gehalte het risico op het krijgen van hypertenstie (een hoge bloeddruk) bij volwassenen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 prospectieve cohort studies en 1 geneste patiënt-controle studie met in totaal 66757 deelnemers en 59 cross-sectionele studies met in totaal 260944 deelnemers.

De NOS scores onder cohort studies varieerde tussen 6 en 9.
De NOS scores onder cross-sectionele studies varieerde tussen 4 en 10.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van cohort studies (n = 66757 deelnemers) dat een hoog vitamine D gehalte het risico op het krijgen van hypertensie significant met 16% [RR = 0.84, 95% BI = 0.73 to 0.96, I2 = 64%, p = 0.001] verlaagde.
Dit significant verlaagde effect bleef gelijk in de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses van cohort studies dat elke verhoging van het vitamine D gehalte met 25 nmol/L, het risico op het krijgen van hypertensie significant met 5% [RR = 0.95, 95% BI = 0.90 to 1.00] verlaagde.
Dit significant verlaagde effect werd gevonden bij een vitamne D gehalte tussen 45 en 70 nmol/L.

De onderzoekers vonden ook een significant nonlinear verband tussen het vitamine D gehalte en het risico op het krijgen van hypertensie in cohort studies.

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van cross-sectionele studies (n = 248657 deelnemers) dat een hoog vitamine D gehalte het risico op het krijgen van hypertensie significant met 16% [OR = 0.84, 95% BI = 0.79 to 0.90, I2 = 67.5%, p 0.001] verlaagde.
Dit significant verlaagde effect bleef gelijk in de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses van cross-sectionele studies dat elke verhoging van het vitamine D gehalte met 25 nmol/L, het risico op het krijgen van hypertensie significant met 6% [RR = 0.94, 95% BI = 0.90 to 0.99] verlaagde.
Dit significant verlaagde effect werd gevonden bij een vitamne D gehalte tussen 40 en 75 nmol/L.

De onderzoekers vonden ook een significant nonlinear verband tussen het vitamine D gehalte en het risico op het krijgen van hypertensie in cross-sectionele studies.

De onderzoekers concludeerden dat een vitamine D gehalte tussen 40 en 75 nmol/L het risico op het krijgen van hypertenste (een hoge bloeddruk) bij volwassenen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Serum Vitamin D Levels in Relation to Hypertension and Pre-hypertension in Adults: A Systematic Review and Dose-Response Meta-Analysis of Epidemiologic Studies by Mokhtari E, Hajhashemy Z and Saneei P.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC8961407/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine D en het voorkomen van een hoge bloeddruk.

Veel foliumzuur via voeding verlaagt dikke darmkanker onder Europeanen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt een hoge folaatinname (foliumzuurinname) via voeding de kans op het krijgen van dikke darmkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 24 cohort studies met in totaal 6165894 deelnemers, waarvan 37280 mensen met dikke darmkanker.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge folaatinname via voeding de kans op het krijgen van dikke darmkanker signficant met 12% [gepoolede relatieve risico = 0.88, 95% BI = 0.83 tot 0.92, p = 0.0004] verlaagde.
Dit significante, verlaagde risico werd alleen teruggevonden onder mensen die in de VS wonen en onder Europeanen.

De onderzoekers vonden dat een hoge folaatinname via voeding de kans op het krijgen van dikke darmkanker bij mensen die matig alcohol drinken, signficant met 3% [relatieve risico = 0.97, 95% BI = 0.96 tot 0.99 p = 0.008] verlaagde.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat een hoge folaatinname via voeding de kans op het krijgen van dikke darmkanker bij mensen die veel alcohol drinken, signficant met 5% [relatieve risico = 0.95, 95% BI = 0.92 tot 0.98, p = 0.003] verlaagde.
Significant omdat relatieve risico van 1 niet in de 95% BI van 0.92 tot 0.98 zat. Relatieve risico van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden dat een hoge folaatinname via voeding de kans op het krijgen van dikke darmkanker bij mensen die geen alcohol drinken, niet verlaagde [relatieve risico = 1.00, 95% BI = 0.98 tot 1.02, p = 0.827].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat een hoge folaatinname via voeding de kans op het krijgen van colonkanker significant met 14% [relatieve risico = 0.86, 95% BI = 0.81 tot 0.92, p = 0.0004] verlaagde.
Dit verlaagde risico was echter niet significant voor rectaalkanker RR = 0.92, 95% BI = 0.84 tot 1.02, p = 0.112].
Niet significant omdat de gevonden p-waarde van 0.112 groter was dan de p-waarde van 0.05.

De onderzoekers concludeerden dat een hoge folaatinname via voeding de kans op het krijgen van dikke darmkanker (met name colonkanker) onder mensen (met een matige of hoge alcoholconsumptie) die in de VS wonen en onder Europeanen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Folate intake and risk of colorectal cancer: a systematic review and up-to-date meta-analysis of prospective studies by Fu H, He J, […], Chang H.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/35579178/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over patiënt-controle en cohort studies, folaatinname of foliumzuurinname in de volksmond en dikke darmkanker.

Colonkanker en rectaalkanker vormen samen dikke darmkanker.

Veel witvlees en vis verlagen leverkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Het verband tussen vleesconsumptie en het risico op het krijgen van hepatocellulair carcinoom is nog steeds onduidelijk. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verhoogt het eten van veel vlees de kans op het krijgen van hepatocellulair carcinoom (leverkanker)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 17 observationele studies met in totaal 2915680 deelnemers, waarvan 4953 mensen met leverkanker.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van veel roodvlees en het krijgen van leverkanker [relatieve risico = 1.04, 95% BI = 0.91 tot 1.18, I2 = 50.50%, p = 0.033].
Geen verband omdat relatieve risico van 1 in de 95% BI van 0.91 tot 1.18 zat. Relatieve risico van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van veel (totaal) vlees en het krijgen van leverkanker [relatieve risico = 1.01, 95% BI = 0.90 tot 1.13, I2 = 15.50%, p = 0.0316].

De onderzoekers vonden dat het eten van veel bewerkt vlees de kans op het krijgen van leverkanker significant met 20% [relatieve risico = 1.20, 95% BI = 1.02 tot 1.41, I2 = 26.30%, p = 0.228] verhoogde.
Significant omdat relatieve risico van 1 niet in de 95% BI van 1.02 tot 1.41 zat. Relatieve risico van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel witvlees de kans op het krijgen van leverkanker significant met 24% [relatieve risico = 0.76, 95% BI = 0.63 tot 0.92, I2 = 68.30%, p = 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel vis de kans op het krijgen van leverkanker significant met 9% [relatieve risico = 0.91, 95% BI = 0.86 tot 0.96, I2 = 40.90%, p = 0.095] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel bewerkt vlees de kans op het krijgen van leverkanker verhoogde, terwijl veel witvlees en vis de kans op het krijgen van leverkanker juist verlaagden.

Oorspronkelijke titel:
Meat Intake and the Risk of Hepatocellular Carcinoma: A Meta-Analysis of Observational Studies by Yu J, Liu Z, […], Chen W.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/35583453/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over patiënt-controle en cohort studies, vlees- en visconsumptie en kanker.

10 tot 7500 microgram vitamine D supplementen verhogen handgreepsterkte van postmenopauzale vrouwen

Onderzoeksvraag:
Bij postmenopauzale vrouwen komt vitamine D-tekort (gedefinieerd bij een circulerende gehalte van 25(OH)D lager dan 20 ng/mL (50 nmol/L)) regelmatig voor. Maar het effect van vitamine D supplementen op de spierfunctie van postmenopauzale vrouwen is controversieel en daarom werd dit overzichstartikel uitgevoerd.

Verhoogt het slikken van vitamine D supplementen de spierkracht van postmenopauzale vrouwen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 19 RCT’s met in totaal 5398 deelnemers.

De studiegrootte varieerde tussen 20 en 2347 deelnemers.
De duur van het slikken vitamine D supplementen varieerde tussen 3 en 60 maanden.
De dosering van vitamine D3 supplementen in 12 van 19 RCT’s varieerde tussen 400 en 300000 IE (10 en 7500 microgram) per dag.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van 9 RCT’s (1997 deelnemers in de vitamine D groep en 2232 deelnemers in de controle groep) dat het slikken van viamine D supplementen de handgreepsterkte van postmenopauzale vrouwen significant verhoogde 

[WMD = 0.876 kg, 95% BI = 0.180 tot 1.571, p = 0.014, I2 = 68.5%, p = 0.001].
Dan met name bij een baseline vitamine D bloedgehalte >75 nmol/L (30 ng/mL) [WMD = 0.478 kg, 95% BI = 0.963 to 1.918, p = 0.003], zonder calcium [WMD = 1.931 kg, 95% BI = 0.166 tot 3.697, p = 0.032] en bij deelnemers boven 60 jaar [WMD = 1.116 kg, 95% BI = 0.433 tot 1.799, p = 0.001].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken 10 tot 7500 microgram vitamine D supplementen gedurende 3 tot 60 maanden, de handgreepsterkte van postmenopauzale vrouwen, met name boven 60 jaar verhoogde.  

Oorspronkelijke titel:
Vitamin D Supplementation Improves Handgrip Strength in Postmenopausal Women: A Systematic Review and Meta-Analysis of Randomized Controlled Trials by Zhang JL, Poon CCW, […], Zhang Y.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC9199366/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine D en ouderdom.

1 IE vitamine D3 = 0.025 microgram vitamine D3.

 

Hoog bloedgehalte aan carotenoïden en vitamine E verlaagt leeftijdsgebonden maculaire degeneratie

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
De gegevens uit onderzoeken ondersteunen een gunstig effect van carotenoïden en vitamines op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie. Echter, de studies naar de relaties tussen de bloedgehaltes van deze voedingsstoffen en het risico op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie zijn beperkt en leveren tegenstrijdige resultaten op. Daarom werd dit overzichtartikel uitgevoerd.

Verlaagt het hebben van een hoog gehalte aan luteïne/zeaxanthine, beta-caroteen, beta-cryptoxanthine, lycopeen of alfa-tocoferol in het bloed, de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 9 studies (1 cohort, 4 patiënt-controle en 4 cross-sectionele studies) met in totaal 15674 deelnemers, waarvan 2077 mensen met leeftijdsgebonden maculaire degeneratie.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in de meta-analyse dat een hoog gehalte aan luteïne/zeaxanthine in het bloed, de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie significant met 47% [OR = 0.53, 95% BI = 0.40 tot 0.72, p 0.001, I2 = 43.3%, p = 0.079] verlaagde. 
Dit verlaagde risico bleef gelijk in de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers vonden in de meta-analyse dat een hoog gehalte aan beta-caroteen in het bloed, de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie significant met 52% [OR = 0.48, 95% BI = 0.28 tot 0.84, p 0.01, I2 = 71.7%, p = 0.003] verlaagde. 
Dit verlaagde risico bleef gelijk in de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers vonden in de meta-analyse dat een hoog gehalte aan beta-cryptoxanthine in het bloed, de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie significant met 52% [OR = 0.48, 95% BI = 0.23 tot 1.00, p = 0.04, I2 = 83.5%, p 0.001] verlaagde. 
Dit verlaagde risico bleef gelijk in de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers vonden in de meta-analyse dat een hoog gehalte aan lycopeen in het bloed, de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie significant met 30% [OR = 0.70, 95% BI = 0.54 tot 0.90, p = 0.006, I2 = 0%, p = 0.67] verlaagde. 
Dit verlaagde risico bleef gelijk in de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers vonden in de meta-analyse dat een hoog gehalte aan alfa-tocoferol (vitamine E) in het bloed, de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie significant met 50% [OR = 0.50, 95% BI = 0.31 tot 0.81, p = 0.005, I2 = 34.4%, p = 0.19] verlaagde. 
Dit verlaagde risico bleef gelijk in de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers concludeerden dat een hoog gehalte aan zowel luteïne/zeaxanthine, beta-caroteen, beta-cryptoxanthine, lycopeen als alfa-tocoferol (vitamine E) in het bloed, de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie verlaagden.

Oorspronkelijke titel:
The Associations of Plasma Carotenoids and Vitamins With Risk of Age-Related Macular Degeneration: Results From a Matched Case-Control Study in China and Meta-Analysis by Jiang H, Fan  Y, […], Ma L.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC8873933/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over cohort/significant, carotenoïden en leeftijdsgebonden maculaire degeneratie. 

Een hoog gehalte aan beta-caroteen in het bloed kan verkregen worden door beta-caroteenrijke levensmiddelen te eten en/of het slikken van beta-caroteensupplementen.
 

Veel zuiveleiwitten via voeding verlaagt mogelijk nierstenen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt een hoge inname (consumptie) van eiwitten via voeding de kans op het krijgen van niestenen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 14 prospectieve cohort studies.
Volgens het NutriGrade puntensysteem was de bewijslast van de studies laag.
Er was pubicatie bias voor dierlijke eiwitten.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge inname van dierlijke eiwitten (niet afkomstig van zuivelproducten) via voeding, de kans op het krijgen van nierstenen significant met 11% [RR = 1.11, 95% BI = 1.03 tot 1.20, I2 = 0%, n = 4] verhoogde.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat een hoge inname van vlees en vleesproducten via voeding, de kans op het krijgen van nierstenen significant met 22% [RR = 1.22, 95% BI = 1.09 tot 1.38, I2 = 13%, n = 3] verhoogde.
Significant omdat RR van 1 niet in de 95% BI van 1.09 tot 1.38 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden dat een hoge inname van verwerkt vlees via voeding, de kans op het krijgen van nierstenen significant met 29% [RR = 1.29, 95% BI = 1.10 tot 1.51, I2 = 0%, n = 2] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat een hoge inname van zuiveleiwitten via voeding, de kans op het krijgen van nierstenen significant met 9% [RR = 0.91, 95% BI = 0.84 tot 0.99, I2 = 0%, n = 4] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 100 gram roodvlees, de kans op het krijgen van nierstenen significant met 39% [RR = 1.39, 95% BI = 1.13 tot 1.71] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat hoge inname van vlees en vleesproducten de kans op het krijgen van nierstenen mogelijk verhoogde, terwijl een hoge inname van zuiveleiwitten via voeding de kans op het krijgen van nierstenen mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat de bewijslast van de studies laag was en er was sprake van publicatie bias.

Oorspronkelijke titel:
Associations of Total Protein or Animal Protein Intake and Animal Protein Sources with Risk of Kidney Stones: A Systematic Review and Dose-Response Meta-Analysis by Asoudeh F, Talebi S, […], Mohammadi H.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/35179185/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over significant/RCT’s en eiwitten.

Wanneer in het overzichtsartikel de bewijslast van de studies laag is en er is sprake van publicatie bias, dan zijn de gevonden resultaten niet erg betrouwbaar.

 

Veel zuiveleiwitten via voeding verlaagt mogelijk nierstenen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt een hoge inname (consumptie) van eiwitten via voeding de kans op het krijgen van niestenen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 14 prospectieve cohort studies.
Volgens het NutriGrade puntensysteem was de bewijslast van de studies laag.
Er was pubicatie bias voor dierlijke eiwitten.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge inname van dierlijke eiwitten (niet afkomstig van zuivelproducten) via voeding, de kans op het krijgen van nierstenen significant met 11% [RR = 1.11, 95% BI = 1.03 tot 1.20, I2 = 0%, n = 4] verhoogde.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat een hoge inname van vlees en vleesproducten via voeding, de kans op het krijgen van nierstenen significant met 22% [RR = 1.22, 95% BI = 1.09 tot 1.38, I2 = 13%, n = 3] verhoogde.
Significant omdat RR van 1 niet in de 95% BI van 1.09 tot 1.38 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden dat een hoge inname van verwerkt vlees via voeding, de kans op het krijgen van nierstenen significant met 29% [RR = 1.29, 95% BI = 1.10 tot 1.51, I2 = 0%, n = 2] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat een hoge inname van zuiveleiwitten via voeding, de kans op het krijgen van nierstenen significant met 9% [RR = 0.91, 95% BI = 0.84 tot 0.99, I2 = 0%, n = 4] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 100 gram roodvlees, de kans op het krijgen van nierstenen significant met 39% [RR = 1.39, 95% BI = 1.13 tot 1.71] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat hoge inname van vlees en vleesproducten de kans op het krijgen van nierstenen mogelijk verhoogde, terwijl een hoge inname van zuiveleiwitten via voeding de kans op het krijgen van nierstenen mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat de bewijslast van de studies laag was en er was sprake van publicatie bias.

Oorspronkelijke titel:
Associations of Total Protein or Animal Protein Intake and Animal Protein Sources with Risk of Kidney Stones: A Systematic Review and Dose-Response Meta-Analysis by Asoudeh F, Talebi S, […], Mohammadi H.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/35179185/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over significant/RCT’s en eiwitten.

Wanneer in het overzichtsartikel de bewijslast van de studies laag is en er is sprake van publicatie bias, dan zijn de gevonden resultaten niet erg betrouwbaar.

 

Dagelijks 50 mg amandelen verlagen causaal slecht cholesterol bij mensen met suikerziekte type 2

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van amandelen causaal de risicofactoren (cholesterolgehalte, nuchter insulin- en suikergehalte, CRP-gehalte, BMI en bloeddruk) van hart- en vaatziekten bij mensen met suikerziekte type 2?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 9 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden een causaal verband tussen het eten van amandelen en het verlagen van het LDL-cholesterolgehalte [WMD = -5.28 mg/dL, 95% BI = -9.92 tot -0.64, p = 0.026] bij mensen met suikerziekte type 2.
Dit significant verlaagde effect werd vooral teruggevonden bij een consumptie van minimaal 50 mg amandelen per dag en bij een baseline LDL-cholesterolgehalte tot 130 mg/dL.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van minimaal 50 mg amandelen per dag het LDL-cholesterolgehalte (slecht cholesterol) bij mensen met suikerziekte type 2 met een LDL-cholesterolgehalte tot 130 mg/dL, causaal verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effects of almond on cardiometabolic outcomes in patients with type 2 diabetes: A systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Moosavian SP, Rahimlou M, […], Jalili C.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/35443097/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het verlagen van het choleterolgehalte, suikerziekte, het eten van noten en hart- en vaatziekten.

Een causaal (oorzakelijk) verband kan gevonden in RCT’s.

 

Eiwittensuppletie + lichaamsbeweging verhogen spierkracht van Aziatische ouderen met sarcopenie

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhogen eiwittensupplementen in combinatie met lichaamsbeweging de spierkracht bij gezonde ouderen met sarcopenie (sarcopenie is leeftijdsgebonden verlies van spiermassa en spierfunctie)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 14 RCT’s met in totaal 888 ouderen.
De kracht van de onderste extremiteit werd beoordeeld met behulp van knie-extensie (n = 3) of beenextensie (n = 1) in de 4 Aziatische studies met in totaal 138 mensen in de groep met zowel lichamelijke oefeningen en eiwittensuppletie en 142 mensen in de groep met alleen lichamelijke oefeningen.

De interventieduur was 12 weken.
De dagelijkse hoeveelheid eiwit varieerde tussen 3 gram en 40 gram.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in de Aziatische studies, vergeleken met de groep met alleen lichamelijke oefeningen, een significante toename in de spierkracht van de onderste extremiteiten in de groep met zowel lichamelijke oefeningen en eiwittensupplementen [SMD = 0,24, 95% BI = 0.00 tot 0.47, p = 0.048, I2 = 0.0%, p = 0.513].

De onderzoekers concludeerden dat eiwittensupplementen (3-40 gram per dag gedurende 12 weken) in combinatie met lichaamsbeweging (knie- en beenextensie) de spierkracht van de onderste extremiteiten bij gezonde Aziatische ouderen met sarcopenie verhoogden.

Oorspronkelijke titel:
Effects of protein supplementation and exercise on delaying sarcopenia in healthy older individuals in Asian and non-Asian countries: A systematic review and meta-analysis by Li L, He Y, […], Liu X.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC8808080/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over eiwit, krachttraining en ouderdom.

De onderste extremiteit wordt anatomisch verdeeld in bekkengordel, boven- en onderbeen en voet.
 

Dagelijks 50 mg flavanonen via voeding verlaagt een beroerte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Epidemiologische studies geven aan dat een hogere inname van flavonoïden geassocieerd is met een verminderd risico op het krijgen van een beroerte, maar welke subtypes van flavonoïden een belangrijke rol spelen bij de bescherming tegen een beroerte, blijft onduidelijk. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het eten van verschillende subtypes (flavanonen, flavanolen) van flavonoïden de kans op het krijgen van een beroerte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 prospectieve cohort studies met in totaal 387076 deelnemers waarvan 9564 mensen met een beroerte.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge inname van flavanonen via voeding, de kans op het krijgen van een beroerte significant met 15% [RR = 0.85, 95% BI = 0.78 tot 0.93] verlaagde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses dat elke verhoging met 50 mg flavanonen per dag via voeding, de kans op het krijgen van een beroerte significant met 11% [RR = 0.89, 95% BI = 0.84 tot 0.94] verlaagde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses dat elke verhoging met 200 mg flavan-3-olen (flavanolen) per dag via voeding, de kans op het krijgen van een beroerte significant met 14% [RR = 0.86, 95% BI = 0.75 tot 0.98] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat zowel 50 mg flavanonen als 200 mg flavan-3-olen (flavanolen) per dag via voeding, de kans op het krijgen van een beroerte verlaagden.

Oorspronkelijke titel:
A meta-analysis of prospective cohort studies of flavonoid subclasses and stroke risk by Li XQ, Wang C, […], Guo XF.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/35023220/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het eten van flavonoïden en het voorkomen van een beroerte.