Voeding en gezondheid

BMI

Leeftijd (jaar)

Aanbevolen BMI voor jongens

Aanbevolen BMI voor meisjes

4

14.40-17.55

14.25-17.28

5

14.20-17.42

14.05-17.15

6

14.04-17.55

13.90-17.34

7

14.02-17.92

13.94-17.75

8

14.10-18.44

14.06-18.35

9

14.29-19.10

14.26-19.07

10

14.53-19.84

14.57-19.86

11

14.84-20.55

14.99-20.74

12

15.23-21.22

15.52-21.68

13

15.70-21.91

16.13-22.58

14

16.25-22.62

16.73-23.34

15

16.84-23.29

17.28-23.94

16

17.42-23.90

17.75-24.37

17

17.98-24.46

18.16-24.70

18 en ouder

18-50-25.00

18.50-25.00

Een vrouw met 65 kg en 1.57 meters heeft een BMI van 26.4 (65/(1.57x1.57)). BMI is kg/m2.

 

Gezonde levensstijl

Mensen die een gezonde levensstijl nastreven, worden aangeraden te kiezen voor maaltijden met maximaal 35 En% vet, met maximaal 10 En% verzadigd vet, met maximaal 0.3 gram zout per 100 kcal, met minimaal 1.3 gram vezels per 100 kcal, met een GI-getal van maximaal 70 en voor maaltijden die minimaal 450 mg EPA en DHA per dag leveren.

  • Een verantwoord ontbijt bevat maximaal 350 kcal.
  • Een verantwoorde lunch bevat maximaal 450 kcal.
  • Een verantwoorde avondmaaltijd bevat maximaal 750 kcal.
  • De minimale dagelijkse energiebehoefte bedraagt 1400-1700 kcal.
  1. Maaltijden met teveel verzadigde vet (>7-10 En%) verhogen op termijn het cholesterolgehalte.
  2. Maaltijden met teveel vet (>30-35 En%) verhogen op termijn het lichaamsgewicht.
  3. Maaltijden met teveel zout (>0.3 gram zout per 100 kcal) verhogen op termijn de bloeddruk en nierproblemen.
  4. Maaltijden met te weinig vezels (<1.3 gram vezels per 100 kcal) verhogen op termijn het lichaamsgewicht en bepaalde kankersoorten, zoals dikkedarmkanker.
  5. Maaltijden met een hoog GI-getal (70 of hoger) verhogen op termijn het lichaamsgewicht.
  6. Maaltijden met teveel eenvoudige suikers (>25 En% eenvoudige suikers) verhogen op termijn het lichaamsgewicht.

De recepten:
De woorden “dit recept” of “deze maaltijd” onder de kop voedingswaarde verwijst altijd naar een eenpersoonsmaaltijd.

Gezonde maaltijden zijn:

  1. Broccoli-salade met quinoa voor 4 personen
  2. Mexicaanse taco's met vis en zoete aardappelen voor 4 personen
  3. Linzensoep met worst en pasta voor 4 personen
  4. Varkensfilet met spruitjes en aardappelpuree voor 4 personen
  5. Zoete aardappelen met kip en ovengroenten voor 4 personen
  6. Zoete aardappelen boerenkoolstamppot voor 4 personen
  7. Tagliatelle met mosselen voor 4 personen
  8. Couscous met pompoen en kikkererwten voor 4 personen
  9. Kalkoen met bonen en tomaten voor 4 personen
  10. Vegetarische wraps met kidneybonen voor 4 personen
  11. Varkensragout met champignons voor 4 personen
  12. Paella met zeevruchten voor 4 personen
  13. Woknoedels met paksoi en garnalen voor 4 personen
  14. Bloemkoolpasta met tomaten, snijbonen en tonijn voor 4 personen
  15. Belgische wilde konijnenstoofpot voor 4 personen
  16. Spaghetti met zongedroogde tomaten en postelein voor 4 personen
  17. Quinoawok met peultjes voor 4 personen
  18. Vegetarische pompoenchili met zwarte bonen voor 4 personen
  19. Vegetarische couscous met wokgroenten voor 4 personen   
  20. Spaanse paella voor 4 personen
  21. Pasta met sardines en olijven voor 4 personen
  22. Risotto met groenten en rookworst voor 4 personen
  23. Risotto met spinazie en pijnboompitten voor 4 personen
  24. Stoofschotel met worst en bonen voor 4 personen
  25. Aardappelstamppot met spinazie en hazelnoten voor 4 personen
  26. Quinoa met feta en pijnboompitten voor 4 personen
  27. Rijst met kipteriyaki voor 4 personen
  28. Risotto met garnalen en zalm voor 4 personen
  29. Vegetarische bonenstoof voor 4 personen
  30. Rijstvermicelli met loempia en garnalen voor 4 personen
  31. Kippenbout met koolrabipuree voor 4 personen
  32. Macaroni-bonensoep met tonijn voor 4 personen
  33. Couscous met kipburger en groenten voor 4 personen
  34. Pittige bulgur met garnalen voor 4 personen
  35. Rijst met tofu, mango, paksoi en grapefruit voor 4 personen
  36. Pompoen-bonensoep voor 4 personen
  37. Aardappelen met kibbeling op kool voor 4 personen
  38. Vietnamese phở (rijstnoedelsoep) met kip en taugé voor 4 personen
  39. Vietnamese zure ananassoep met garnalen voor 4 personen
  40. Pasta in tomatensoep voor 4 personen
  41. Vietnamese noedelsoep (bánh canh) met makreel, ui en tomaten voor 1 persoon
  42. Minikrieltjes met vegetarische groenteschijf en broccoli voor 4 personen
  43. Spaghetti met gerookte zalm en groenten voor 4 personen
  44. Tomatensoep met balletjes voor 4 personen
  45. Kiwi, paprika en sinaasappelsalade voor 1 persoon
  46. Instantnoedel met lever, taugé en paprika voor 1 persoon
  47. Argentijnse tortilla voor 4 personen
  48. Rijst met garnalen en Chinese kool voor 4 personen
  49. Rijst met wokgroenten en kippenhartjes voor 4 personen

20 microgram vitamine D per dag verlaagt fracturen bij ouderen

 

Onderzoeksvraag:
De resultaten van de meta-analyses naar de relatie tussen vitamine D-suppletie en het verminderen van fracturen zijn inconsistent. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het slikken van 800 IE vitamine D de kans op het krijgen van heupfracturen en niet-vertebrale fracturen bij ouderen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 RCT’s met 31022 personen (gemiddelde leeftijd van 76 jaar, 91% vrouwen) met 1111 incidentele heupfracturen en 3770 niet-vertebrale fracturen.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van gemiddeld 800 IE (20 microgram) vitamine D per dag de kans op het krijgen van heupfracturen significant met 30% deed afnemen. De hazard ratio was 0.70 [95% BI = 0.58-0.86]. Significant wil zeggen, het kan met 95% betrouwbaarheid gezegd worden dat het verlaagde risico van 30% toe te schrijven was aan het slikken van gemiddeld 800 IE vitamine D per dag.

De onderzoekers vonden dat het slikken van gemiddeld 800 IE (20 microgram) vitamine D per dag de kans op het krijgen van niet-vertebrale fracturen significant met 14% deed afnemen. De hazard ratio was 0.86 [95% BI = 0.76-0.96]. Significant want 1 zat niet in de 95% BI van 0.76-0.96.

De onderzoekers vonden dat het dagelijks slikken van vitamine D (lager dan 800 IE) vergeleken met het niet dagelijks slikken van vitamine D de kans op het krijgen van heupfracturen niet-significant met 10% deed afnemen. De hazard ratio was 0.90 [95% BI = 0.80-1.01]. Niet-significant wil zeggen, het kan niet met 95% betrouwbaarheid gezegd worden dat het verlaagde risico van 10% toe te schrijven was aan het dagelijks slikken van vitamine D. Niet-significant betekent geen verband.

De onderzoekers vonden dat het dagelijks slikken van vitamine D (lager dan 800 IE) vergeleken met het niet dagelijks slikken van vitamine D de kans op het krijgen van niet-vertebrale fracturen significant met 7% deed afnemen. De hazard ratio was 0.93 [95% BI = 0.87-0.99].

De onderzoekers concludeerden dat het dagelijkse slikken van 800 IE vitamine D per dag of meer de kans op het krijgen van heupfracturen en niet-vertebrale fracturen bij mensen van 65 jaar of ouder deed afnemen.

Oorspronkelijke titel:
A Pooled Analysis of Vitamin D Dose Requirements for Fracture Prevention by Bischoff-Ferrari HA, Willett WC, […], Dawson-Hughes B.

Link:
http://www.nejm.org/doi/full/10.1056/NEJMoa1109617

Extra informatie van El Mondo:
Wetenschappelijke studies tonen aan dat om gewenste bloedwaarden van 75-80 nanomol/l te krijgen 800-1200 IE vitamine D per dag nodig is.
40 IE vitamine D staat gelijk aan 1 microgram vitamine D. Dus 1200 IE is dan 1200/40 = 30 microgram vitamine D per dag.

Lees meer over vitamine D in de presentatie vitamine D.

Een hoog homocysteïnegehalte verhoogt fracturen bij ouderen


Onderzoeksvraag:
Eerdere studies laten inconsistente bevindingen zien met betrekking tot het verband tussen verhoogde plasma homocysteïneconcentraties en het risico op het krijgen van botbreuken.

Verhoogt een hoog homocysteïnegehalte de kans op het krijgen van fracturen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 9 studies met 14863 deelnemers.
Het random-effects model werd gebruikt.

Resultaten en conclusies:
De meta-analyse liet zien dat mensen met het hoogste homocysteïnegehalte significant 67% [95% BI = 1.17-2.38] meer kans liepen op het krijgen van heupfracturen dan de mensen met het laagste homocysteïnegehalte. Significant wil zeggen, het kan met 95% betrouwbaarheid gezegd worden dat het verhoogde risico van 67% op het krijgen van heupfracturen toe te schrijven was aan het hoge homocysteïnegehalte.

Het gepoolde relatieve risico van deelnemers met alle fracturen in vergelijking met de controlegroep was 1.59 [95% BI = 1.30-1.96]. Anders gezegd, mensen met het hoogste homocysteïnegehalte liepen significant 59% meer kans op het krijgen van alle fracturen dan de mensen met het laagste homocysteïnegehalte

De onderzoekers concludeerden dat het hoge homocysteïnegehalte de kans op het krijgen van fracturen verhoogde en dit verhoogde risico was onafhankelijk van andere risicofactoren. Het routinematig meten van het homocysteïnegehalte zal nuttig zijn bij het identificeren van het risico op het krijgen van botbreuken bij ouderen.

Oorspronkelijke titel:
Homocysteine level and risk of fracture: A meta-analysis and systematic review by Yang J, Xinhua Hu X, […], Liu B.

Link:
http://www.thebonejournal.com/article/S8756-3282(12)00942-8/abstract

Extra informatie van El Mondo:
Het homocysteïnegehalte van gezonde mannen is 13-14 µmol/liter en van gezonde vrouwen is 12-13 µmol/liter. Een hoog homocysteïnegehalte is ook een risicofactor voor hart- en vaatziekten. Het hoge homocysteïnegehalte kan effectief verlaagd worden met 500 microgram foliumzuursupplementen per dag. Het hoge homocysteïnegehalte kan niet verlaagd worden met vitamine B6 en B12. Echter, voldoende foliumzuur, vitamine B6 en B12 via voeding kunnen een hoog homocysteïnegehalte voorkomen.

Andere risicofactoren voor het krijgen fracturen bij ouderen zijn een lage inname van calcium, vitamine D en te weinig lichamelijke activiteiten.

Waarom zit vitamine C vaak in producten waarin ook aroma’s zitten?

De toegevoegde natuurlijke aroma’s in levensmiddelen zijn zeer gevoelig voor afbraak door zuurstof (zuurstof zit altijd in een levensmiddel). Door de afbraak van aroma’s verliest het product geur en smaak en dat is ongewenst. Vitamine C kan deze afbraak tegengaan.

Vitamine C wordt heel vaak aan levensmiddelen toegevoegd om bepaalde ingrediënten in het product tegen afbraak of verkleuring te beschermen. Om geen vragen (zoals, waarom zit vitamine C in een bak vlees?) in de mond van de consument te leggen wordt vitamine C op de verpakking vaak vermeld als E300 of als L-ascorbinezuur want er zijn maar weinig consumenten die weten dat E300 en L-ascorbinezuur synoniemen zijn van vitamine C.

Foliumzuurverrijking verlaagt de prevalentie van de neurale buis defecten


Onderzoeksvraag:
Dit overzichtsartikel werd uitgevoerd om de impact van het toevoegen van foliumzuur aan meel (ook wel foliumzuurverrijking genoemd) op de prevalentie van de neurale buis defecten te beoordelen.

Verlaagt foliumzuurverrijking van levensmiddelen de prevalentie van de neurale buis defecten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 27 studies.

Resultaten en conclusies:
Costa Rica liet een significante reductie in de neurale buis defecten van 60% zien.
De prevalentie in Chili daalde tussen 1999-2007 van 18.6 tot 7.3 per 10 000 geboorten maar  toonde een lichte stijging tot 8.5 in 2008-2009, mogelijk als gevolg van de veranderingen in de fortificatiegrenzen.

De laagste prevalentie van de neurale buis defecten werd waargenomen bij een foliumzuurverrijking van 1.5 mg per kg.

De onderzoekers concludeerden dat het toevoegen van foliumzuur aan meel een grote invloed had op de neurale buis defecten in alle landen waar dit gemeld werd. Chili toonde een 55% vermindering van de prevalentie van de neurale buis defecten tussen 1999 en 2009. Maar er is een noodzaak om voortdurend toezicht op de gehaltes van de meelfortificatie te houden om zo de voordelen te kunnen maximaliseren en om potentiële risico’s van teveel foliumzuur te voorkomen dan wel waakzaam te zijn voor eventuele nieuwe bijwerkingen, welke geassocieerd zijn met teveel foliumzuur.

Oorspronkelijke titel:
Impact of folic acid fortification of flour on neural tube defects: a systematic review by Castillo-Lancellottia C, Tura JA and Ricardo Uauya R.

Link:
http://journals.cambridge.org/action/displayAbstract;jsessionid=2F7D1ACC68E18220E3935A218D6FFA3B.journals?fromPage=online&aid=8654076

Extra informatie van El Mondo:
De erkende wereldwijde aanbeveling voor het toevoegen van foliumzuur aan tarwemeel heeft een gehalte van 1 tot 5 mg per kg. Het toevoegen van foliumzuur aan tarwemeel is een goedkope manier om de prevalentie van de neurale buis defecten te verlagen.

Lees meer over foliumzuur in de presentatie foliumzuur.

IJzerverrijking verlaagt de kans op het krijgen van een ijzertekort


Onderzoeksvraag:
Het nut van het toevoegen van ijzer aan levensmiddelen (ook wel ijzerverrijking genoemd) om het ijzertekort, de bloedarmoede en de biologische uitkomsten te verbeteren is niet eenduidig ​​bewezen. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verbetert ijzerverrijking van levensmiddelen de biologische indicatoren van ijzer in het lichaam?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 60 RCT’s. Er werd een significante heterogeniteit waargenomen voor de meeste van de geëvalueerde resultaten.

Resultaten en conclusies:
De meta-analyse toonde aan dat ijzerverrijking van voedingsmiddelen in een significante stijging van de hemoglobineconcentratie (0.42 g/dL, 95% BI = 0.28-0.56, p<0.001) en van de serum ferritineconcentratie [1.36 µg/L, 95% BI = 1.23-1.52, p<0.001) resulteerde. Significant wil zeggen, er kan met 95% betrouwbaarheid gezegd worden dat ijzerverrijking van voedingsmiddelen de hemoglobineconcentratie werkelijk met 0.42 g/dL deed toenemen.

De meta-analyse toonde aan dat ijzerverrijking van voedingsmiddelen tot een verlaagde risico op het krijgen van bloedarmoede (RR = 0.59, 95% BI = 0.48-0.71, p<0.001) en ijzertekort (RR = 0.48, 95% BI = 0.38-0.62, p<0.001) leidde.
RR = 0.59 wil zeggen, ijzerverrijking van voedingsmiddelen verlaagde het risico op het krijgen van bloedarmoede significant met 41%.

De meta-analyse toonde aan dat ijzerverrijking van voedingsmiddelen een verbetering van de andere indicatoren van ijzer liet zien en het had geen effect op de serum zinkconcentraties, infecties, lichamelijke groei en mentale en motorische ontwikkeling.

De onderzoekers concludeerden dat de consumptie van ijzerverrijkte voedingsmiddelen in een verbetering van de hemoglobineconcentratie en de serum ferritineconcentratie resulteerde en tot een verminderd risico op het krijgen van bloedarmoede en ijzertekort leidde.

Oorspronkelijke titel:
Effect of iron-fortified foods on hematologic and biological outcomes: systematic review of randomized controlled trials by Gera T, Sachdev HS and BoyE.

Link:
http://ajcn.nutrition.org/content/96/2/309.short

Extra informatie van El Mondo:
Het toevoegen van ijzer aan levensmiddelen is een goedkope manier om het ijzertekort in ontwikkelingslanden aan te pakken. IJzertekort is een groot probleem in ontwikkelingslanden omdat enerzijds weinig tot geen vlees wordt gegeten en anderzijds wegens een slechte gezondheidszorg.  

Lees meer over ijzer in de presentatie ijzer.

Zijn de vitamines gebruikt in voedingssupplementen en verrijkte levensmiddelen natuurlijk?

Nee, vitamines in voedingssupplementen en verrijkte levensmiddelen worden synthetisch geproduceerd. Synthetische vitamines zijn nu eenmaal goedkoper dan natuurlijke vitamines. Maar synthetische en natuurlijke vitamines hebben dezelfde chemische structuren en kunnen daarom elkaars functies in het lichaam vervangen. Met andere woorden het lichaam maakt geen onderscheid tussen synthetische en natuurlijke vitamines.

Waarom zijn glutenvrije broden compact en brokkelig van structuur?

Glutenvrije broden zijn compacter en brokkeliger dan gewone broden waar gluten inzitten. Dat komt door het ontbreken van het gluten. Gluten zijn eiwitten die in gewone broden een sterk, visco-elastisch netwerk vormen, dat de gasbellen tijdens het rijzen en bakken van het brood vasthoudt. Het vasthouden van de gasbellen tijdens het rijzen en bakken van het brood zorgt juist ervoor dat het brood luchtig en minder brokkelig van structuur wordt.

Producten mogen van de Warenwet als “glutenvrij” geëtiketteerd worden wanneer ze minder dan 20 mg gluten per kg product (20 ppm) bevatten.

Gluten zitten in tarwe, kamut, spelt, rogge en gerst. Gluten is de verzamelnaam voor het eiwit gliadine en glutenine. Gluten zijn de zogenaamde reserve-eiwitten in tarwe. Bij personen met glutenallergie wordt na het eten van voedsel dat gluten bevat, de dunne darmwand beschadigd door de gliadinen.
          

           

Waarom is de ingrediëntenlijst van sommige verpakkingen van levensmiddelen zolang?

Door elk ingrediënt in de ingrediëntenlijst voluit te schrijven, hoeft de fabrikant namelijk geen E-nummers te vermelden.  Zo is E300 voluit geschreven vitamine C, E330 voluit geschreven citroenzuur, E322 voluit geschreven lecithine en E331 voluit geschreven natriumcitraat.

Door elk ingrediënt in de ingrediëntenlijst voluit te schrijven,wordt de suggestie gewekt dat het product geen E-nummers bevat! Of het product ook daadwerkelijk geen E-nummers bevat, komt de consument pas achter wanneer de Warenwet (de levensmiddelenwetgeving) geraadpleegd wordt. Maar welke consument gaat nou met de Warenwet in de hand boodschappen doen?

Het voluit schrijven van elk ingrediënt in de ingrediëntenlijst wordt vaak toegepast bij babyvoeding, sappen voor jonge kinderen en dieetproducten.

 

Hoe ziet de energieverdeling over de hele dag uit?

De Gezondheidsraad adviseert per dag 2000 kcal voor vrouwen en 2500 kcal voor mannen.

Het ontbijt moet 20% (15-25)van die 2000 of 2500 kcal leveren.
De lunch moet 30% (20-35) van die 2000 of 2500 kcal leveren.
Het avondeten moet 30% (20-35) van die 2000 of 2500 kcal leveren.
Tussendoortjes moeten 20% (15-25) van die 2000 of 2500 kcal leveren.

Polyfenolen verbeteren het cognitief functioneren


Onderzoeksvraag:
Polyfenolen worden onderverdeeld in flavonoïden, lignanen, fenolzuren en stilbenen.  Flavonoïden worden op hun beurt onderverdeeld in flavonolen (bijv. quercetine en kaempferol), flavanolen (bijv. catechine en epicatechine) en hun polymeren (bijv. proanthocyanidinen), flavones (bijv. apigenine en luteoline), flavanonen (bijv. naringenin en hesperetin), isoflavonen (bijv. genisteine en daïdzeïne) en anthocyanen (bijv. cyanidine en malvidine).

Een recent overzichtsartikel van RCT’s naar het effect van de consumptie van flavonoïden op het cognitief functioneren concludeerde dat er enkele bemoedigende aanwijzingen zijn dat flavonoïden gunstig kunnen zijn voor de cognitie. Echter, is er geen recent systematisch overzichtsartikel naar alle polyfenolen. Daarom is het doel van dit overzichtsartikel om het verband tussen de consumptie van polyfenolen en de cognitieve functie systematisch te evalueren.

Kan het eten van polyfenolen positief bijdragen aan het cognitief functioneren?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 28 studies, waarvan 4 bessensap studies, 4 cacao studies, 13 isoflavonensupplement studies, 3 andere supplement studies, en 4 epidemiologische studies.
16 van deze 28 studies vonden cognitieve voordelen na de consumptie van polyfenolen.

Resultaten en conclusies:
Er waren aanwijzingen dat de consumptie van extra polyfenolen tot cognitieve voordelen kon leiden echter de waargenomen effecten waren klein.

Declaratief geheugen en vooral ruimtelijk geheugen leken het meest gevoelig te zijn voor de consumptie van polyfenolen. Echter, de effecten konden verschillen afhankelijk van het type polyfenol.

Polyfenolen uit bessensap was het meest gunstig voor het directe verbaalgeheugen, terwijl isoflavonen geassocieerd werden met aanzienlijke verbeteringen voor het vertraagde ruimtelijk geheugen en de executieve functies.

Vergelijkingen tussen de studies werden gehinderd door methodologische inconsistenties. Daarom was er geen duidelijk bewijs voor een verband tussen de cognitieve uitkomsten en de hoeveelheid polyfenolen, de duur van de interventie of de onderzochte populatie.

De onderzoekers concludeerden dat de consumptie van polyfenolen potentiële voordelen had op het cognitief functioneren, zowel acuut als chronisch.

Oorspronkelijke titel:
The effects of flavonoid and other polyphenol consumption on cognitive performance: A systematic research review of human experimental and epidemiological studies by Lamporta DJ, Dyeb L, […], Lawtonb CL.

Link:
http://iospress.metapress.com/content/c813pm8470014458/fulltext.pdf

Extra informatie van El Mondo:
Eet dagelijkse 200-300 gram groenten en 2-5 stuks fruit om zo voldoende polyfenolen binnen te krijgen.

Het slikken van vitamine B6, B12 en foliumzuur verbetert niet het cognitief vermogen van ouderen

Onderzoeksvraag:
Een verhoogd plasma homocysteïnegehalte ​​wordt in verband gebracht met het krijgen van cognitieve stoornissen en dementie op latere leeftijd maar een verhoogd plasma homocysteïnegehalte kan worden verlaagd door het dagelijks slikken van vitamine B6, B12 en foliumzuur.

Kan het slikken van vitamine B6, B12 en foliumzuur het cognitief vermogen van ouderen verbeteren?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 19 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
Het slikken van B-vitamines (vitamine B6, B12 en foliumzuur) toonde geen significante verbetering van het cognitieve vermogen bij personen met [SMD = 0.10, 95% BI = -0.08 tot 0.28] of zonder [SMD = -0.03, 95% BI = -0.1 tot 0.04] significante cognitieve stoornissen.

Dit gevonden resultaat was onafhankelijk van de studieduur [SMD = 0.05, 95% BI  = -0.10 tot 0.20 en SMD =0, 95% BI = -0.08 tot 0.08], de studiegrootte (SMD = 0.05, 95% BI = -0.09 tot 0.19 en SMD = - 0.02, 95% BI = -0.10 tot 0.05] en de vraag of deelnemers uit landen met een lage foliumzuurstatus kwamen [SMD = 0.14, 95% BI = -0.12 tot 0.40 en SMD = -0.10, 95% BI = -0.23 tot 0.04].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van vitamine B6, B12 en foliumzuur alleen of in combinatie het cognitieve vermogen bij ouderen met of zonder bestaande cognitieve stoornissen, niet verbeterde. Maar het moet nog worden vastgesteld of een langdurige behandeling met B-vitamines het risico op dementie op latere leeftijd kan verminderen.

Oorspronkelijke titel:
Effect of Homocysteine Lowering Treatment on Cognitive Function: A Systematic Review and Meta-Analysis of Randomized Controlled Trials by Ford AH and Almeida OP.

Link:
http://iospress.metapress.com/content/m42p8130lq7hk785

Extra informatie van El Mondo:
Dagelijkse lichamelijke activiteiten en denkspelletjes kunnen het cognitief vermogen bij ouderen verbeteren.

 

Geen verband tussen hoge foliumzuurinname en borstkanker

 

Onderzoeksvraag:
Een verhoogde inname van foliumzuur kan nuttig zijn bij tekorten onder de bevolking. Echter, bij vrouwen met voldoende foliumzuur levert dit geen extra voordelen op het kan zelf het risico op het krijgen van bepaalde vormen van kanker verhogen. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verhoogt de inname van foliumzuur het risico op het krijgen van borstkanker bij vrouwen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 14 patiënt-controle studies, 15 cohort studies, 7 nested patiënt-controle studies, 2 RCT’s en 2 meta-analyses.

Resultaten en conclusies:
Dit overzichtartikel ondersteunt niet de hypothese dat een hoger inname van foliumzuur het risico op borstkanker vermindert. Echter, sommige studies laten een hoger risico op het krijgen van borstkanker zien, in populaties de blootgesteld zijn aan een hoge foliumzuurinname na het verrijken van levensmiddelen met foliumzuur, vooral wanneer foliumzuur gebruikt wordt.

Dit overzichtsartikel ondersteunt de noodzaak om voorzichtig te zijn om vrouwen bloot te stellen aan een hoge inname van foliumzuur, vooral in landen met een verplichte foliumzuurverrijking.

Oorspronkelijke titel:
Folatos y riesgo de cáncer de mama: revisión sistemática por Castillo C, Tur JA y Uauy R.

Link:
http://www.scielo.cl/scielo.php?pid=S0034-98872012000200016&script=sci_arttext

Extra informatie van El Mondo:
In Nederland is er geen sprake van een verplichte toevoeging van foliumzuur aan levensmiddelen.
Lees meer over foliumzuur in de presentatie foliumzuur.

Het eten van vis verlaagt waarschijnlijk dikke darmkanker

 

Onderzoeksvraag:
Visconsumptie kan bescherming bieden tegen dikkedarmkanker, maar de resultaten van observationele studies zijn inconsistent. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het eten van vis het risico op het krijgen van dikkedarmkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 22 prospectieve cohort studies en 19 patiënt-controle studies. Er was sprake van heterogeniteit tussen de patiënt-controle studies, maar niet tussen de cohort studies. Vanwege de kleine steekproefgrootte, was er beperkt statisch power om de nulhypothese of geen publicatie bias definitief af te wijzen. Anders gezegd, de gevonden conclusie van dit overzichtsartikel moet met voorzichtigheid geïnterpreteerd worden.

Resultaten en conclusies:
De meta-analyse liet zien dat het eten van vis het risico op het krijgen van dikkedarmkanker significant met 12% [Summary OR = 0.88, 95% BI = 0.80-0.95] verlaagde.

De meta-analyse liet zien dat het eten van vis in de hoogste categorie vergeleken met de laagste categorie in patiënt-controle studies, het risico op het krijgen van dikkedarmkanker significant met 17% [Pooled OR = 0.83, 95% BI = 0.72-0.95] verlaagde.

De meta-analyse liet zien dat het eten van vis in de hoogste categorie vergeleken met de laagste categorie in cohort studies, het risico op het krijgen van dikkedarmkanker
niet-significant met 7% [Pooled OR = 0.93, 95% BI = 0.86-1.01] verlaagde.

Een significante inverse associatie werd gevonden tussen visconsumptie en rectumkanker [Summary OR = 0.79, 95% BI =0.65-0.97] en er was een bescheiden trend waargenomen tussen de consumptie van vis en colonkanker [Summary OR = 0.96, 95% BI = 0.81-1.14].

De onderzoekers suggereerden dat het eten van vis de kans op het krijgen van dikkedarmkanker verlaagde.

Oorspronkelijke titel:

Fish Consumption and Colorectal Cancer Risk in Humans: A Systematic Review and Meta-analysis by Wu S, Feng B, […], Fan D.

Link:
http://download.journals.elsevierhealth.com/pdfs/journals/0002-9343/PIIS0002934312001234.pdf

Extra informatie van El Mondo:
De aanbeveling voor visconsumptie is 2 keer (100-150 gram vis per keer) per week, waarvan minstens 1 keer vette vis.
Lees meer over vette vissen in de presentatie EPA & DHA.

 

Groene thee verlaagt maagkanker bij vrouwen


Onderzoeksvraag:
Talrijke in- vitro en dierenstudies hebben aangetoond dat het drinken van groene thee een beschermend effect tegen kanker heeft. Echter, de resultaten van epidemiologische studies zijn tegenstrijdig en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het drinken van groene thee het risico op het krijgen van maagkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 3 patiënt-controle studies, 8 cohort studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden geen preventief effect van het drinken van groene thee voor maagkanker.

Maar de hazard ratio gevonden in 6 cohort studies bij vrouwen die 5 kopjes groene thee of meer per dag dronken, was 0.79 [95% BI = 0.65-0.96]. Anders gezegd, vrouwen die 5 kopjes groene thee of meer per dag dronken, liepen significant 21% minder kans op het krijgen van maagkanker dan vrouwen die geen groene thee dronken.
Patiënt-controle studies toonden ook consistent een zwakke inverse associatie tussen het drinken van groene thee en het risico op het krijgen van maagkanker bij vrouwen.

De onderzoekers concludeerden dat het drinken van 5 kopjes groene thee of meer per dag het risico op het krijgen van maagkanker bij vrouwen deed afnemen. Echter, het epidemiologische bewijs is nog steeds onvoldoende om enige associatie bij mannen aan te kunnen tonen.

Oorspronkelijke titel:
Green Tea Consumption and Gastric Cancer Risk: An Evaluation Based on a Systematic Review of Epidemiologic Evidence Among the Japanese Population by Sasazuki S, Tamakoshi A, […], Tsugane S.

Link:
http://jjco.oxfordjournals.org/content/42/4/335.short

Extra informatie van El Mondo:
Het beschermende effect van groene thee tegen maagkanker bij vrouwen is gevonden in een overzichtsartikel van cohort studies. Maar een overzichtsartikel van cohort studies kan geen causaal verband tussen groene thee en maagkanker aantonen. Een overzichtsartikel van cohort studies kan alleen antwoord op de vraag: ”Moet ik mijn voedingspatroon aanpassen?” geven.
Echter het kan geen antwoord op de vraag :”Is het slikken van groene theesupplementen tegen maagkanker zinvol?”geven. Om deze vraag te kunnen beantwoorden, moet een beschermend effect gevonden worden in een overzichtsartikel van RCT’s. Alleen RCT’s kunnen een causaal verband aantonen en bij het slikken van voedingssupplementen moet een causaal verband aanwezig zijn.

Selenium verlaagt de kans op het krijgen van prostaatkanker


Onderzoeksvraag:
Prostaatkanker is een groeiend probleem voor de volksgezondheid. Verschillende humane studies hebben een potentieel beschermend effect van selenium aangetoond, maar de conclusies van de gepubliceerde studies zijn inconsistent. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt selenium het risico op het krijgen van prostaatkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 12 studies met 13254 deelnemers, waarvan 5007 mensen met prostaatkanker.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het risico op het krijgen van prostaatkanker afnam met toenemende plasma/serum seleniumconcentratie tot 170 ng/mL.

Drie hoge kwalitatieve studies opgenomen in dit meta-analyse lieten zien dat de concentratie van selenium in teennagels (0.85-0.94 ug/g) het risico op het krijgen van prostaatkanker significant met 71% verlaagde [geschat RR = 0.29, 95% BI = 0.14-0.61].  

De onderzoekers concludeerden dat er een relatie tussen een relatief smalle marge van seleniumstatus en het verminderde risico op het krijgen van prostaatkanker bestond. Verdere studies in populaties met een lage seleniumstatus is nodig.

Oorspronkelijke titel:
Selenium and prostate cancer: systematic review and meta-analysis by Hurst R, Hooper L, […], Fairweather-Tait SJ.

Link:
http://ajcn.nutrition.org/content/96/1/111.short

Extra informatie van El Mondo:
Van selenium is bekend dat de marge tussen te weinig en teveel selenium vrij klein is. Dat maakt dat het slikken van selenium niet ongevaarlijk is omdat de grens van teveel selenium makkelijk overschreden wordt.
Lees meer over selenium in de presentatie selenium.

Magnesiumsupplementen verlagen licht de bloeddruk


Onderzoeksvraag:
Tot op heden is er onvoldoende bewijs betreffende het effect van magnesiumsupplementen op de bloeddruk. Deze meta-analyse werd daarom uitgevoerd om het effect van magnesiumsupplementen op de bloeddruk te beoordelen.

Verlagen magnesiumsupplementen de bloeddruk?


Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 22 RCT’s met 1173 deelnemers, een follow-up duur van 3 tot 24 weken en een gemiddelde magnesiuminname van 410 mg (120-973 mg) per dag.

Resultaten en conclusies:
De meta-analyse liet zien dat een magnesiuminname de systolische bloeddruk (de bovendruk) significant met 3-4 mmHg en de diastolische druk (onderdruk) significant met 2-3 mmHg deed afnemen, met een verdere daling van de bloeddruk bij een magnesiuminname van >370 mg per dag.

De onderzoekers concludeerden dat magnesiumsupplementen (410 mg per dag) een lichte daling van de bloeddruk gaf maar het was wel klinisch significant.

Oorspronkelijke titel:
Effect of magnesium supplementation on blood pressure: a meta-analysis by Kass L, Weekes J and Carpenter L.

Link:
http://www.nature.com/ejcn/journal/v66/n4/full/ejcn20124a.html

Extra informatie van El Mondo:
Kies voor magnesiumtaurinaat in magnesiumsupplementen.

Visoliesupplementen verlagen de bloeddruk bij mensen met een hoge bloeddruk


Onderzoeksvraag:
Er wordt algemeen aangenomen dat visolie de gezondheid van de hart- en bloedvaten bevorderen door de bloeddruk te verlagen, maar het bewijs is niet sluitend. Daarom werd dit meta-analyse uitgevoerd.

Verlagen visoliesupplementen de bloeddruk?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 17 RCT’s met 1524 deelnemers en een suppletieduur van minstens 8 weken.

Resultaten en conclusies:
De meta-analyse van 8 studies liet zien dat het slikken van visoliesupplementen bij mensen met een hoge bloeddruk de systolische bloeddruk (de bovendruk) significant met 2.56 mmHg [95% BI = 0.58-4.53] en de diastolische druk (onderdruk) significant met 1.47 mmHg [95% BI = 0.41-2.53] deed afnemen. Significant wil zeggen, het kan met 95% betrouwbaarheid gezegd worden dat de daling van de bloeddruk werkelijk toe te schrijven was aan het slikken van visoliesupplementen.

De meta-analyse van 9 studies bij mensen zonder een hoge bloeddruk liet geen significante daling van de bloeddruk zien. Geen significantie wil zeggen geen verband.

De meta-regressie toonde geen significante relatie aan tussen de hoeveelheid visoliesupplementen en het effect op bloeddruk.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van visoliesupplementen de bloeddruk bij mensen met een hoge bloeddruk verlaagde maar het is geen alternatief voor de bloeddrukverlagende medicijnen.

Oorspronkelijke titel:
A systematic review of fish-oil supplements for the prevention and treatment of hypertension by Campbell F, Dickinson HO, […], Bradburn M.

Link:
http://cpr.sagepub.com/content/early/2012/01/30/2047487312437056.abstract

Extra informatie van El Mondo:
Lees meer over visoliesupplementen in de presentatie EPA & DHA.

 

PUFA-supplementen bieden geen bescherming tegen hart- en vaatziekten


Onderzoeksvraag:
Er bestaat een aanzienlijke controverse over de relatie van omega-3 meervoudig onverzadigde vetzuren (PUFA's) en de belangrijkste cardiovasculaire eindpunten.Deze meta-analyse van klinische studies was om de rol van PUFA-suppletie op belangrijke cardiovasculaire uitkomsten te beoordelen.

Verlagen PUFA-supplementen de kans op het krijgen van hart- en vaatziekte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 20 klinische studies met 68680 patiënten, waarvan 7044 doden, 3993 hartdood, 1150 plotselinge dood, 1837 hartinfarcten en 1490 beroertes.

Resultaten en conclusies:
De meta-analyse liet zien dat tussen het slikken van PUFA-supplementen en totale mortaliteit geen statistisch significante associatie bestond. Het relatieve risico was 0.96 [95% BI = 0.91-1.02]. Geen significantie want het relatieve risico van 1 zat in de 95% BI van 0.91-1.02. Geen significantie wil zeggen geen verband.

De meta-analyse liet zien dat tussen het slikken van PUFA-supplementen en hartdood geen statistisch significante associatie bestond.

De meta-analyse liet zien dat tussen het slikken van PUFA-supplementen en plotselinge dood geen statistisch significante associatie bestond. Het relatieve risico was 0.87 [95% BI = 0.75-1.01].

De meta-analyse liet zien dat tussen het slikken van PUFA-supplementen en hartinfarcten geen statistisch significante associatie bestond. Het relatieve risico was 0.89 [95% BI = 0.76-1.04].

De meta-analyse liet zien dat tussen het slikken van PUFA-supplementen en beroertes geen statistisch significante associatie bestond. Het relatieve risico was 1.05 [95% BI = 0.93-1.18].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van PUFA-supplementen niet geassocieerd was met een lager risico op de totale mortaliteit, hartdood, plotselinge dood, hartinfarcten of beroerte.

Oorspronkelijke titel:
Association Between Omega-3 Fatty Acid Supplementation and Risk of Major Cardiovascular Disease Events: A Systematic Review and Meta-analysis by Rizos EC, Ntzani EE, […], Elisaf MS.

Link:
http://jama.jamanetwork.com/article.aspx?articleid=1357266

Extra informatie van El Mondo:
In reclame wordt op grond van wetenschappelijke studies in mensen, beweerd dat levensmiddelen verrijkt met PUFA’s goed voor het hart zijn en er komen steeds meer producten verrijkt met PUFA’s op de markt. Maar overzichtsartikelen van studies in mensen kunnen deze bewering niet onderbouwen. Waar zit dan het verschil? Het verschil zit in 2 punten.
Ten eerste wordt in reclame slechts 1 of 2 studies (soms van slechte kwaliteit) in mensen geciteerd terwijl een overzichtsartikel meerdere studies (van goede kwaliteit) bevat.
Ten tweede wordt vaak in reclame studies met zachte eindpunten gebruikt terwijl een overzichtsartikel harde eindpunten kent. Zachte eindpunten zijn een hoog cholesterol- of bloedvetgehalte. Harde eindpunten zijn dood aan een hartinfarct of beroerte.
Om echt te weten of PUFA’s uiteindelijk de kans op hart- en vaatziekte verkleint, moet dus naar de conclusies van studies (het liefst een overzichtsartikel) met harde eindpunten gekeken worden.
Zachte en harde eindpunten van een wetenschappelijke studie zijn te vergelijken met het volgende voorbeeld:
Een hardloper die 35 km wint, wil nog niet zeggen dat die ook 42 km wint. Dus iemand met een hoog cholesterolgehalte wil nog niet zeggen dat die ook doodgaat aan een hartaanval.
 

Geen verband tussen transvetzuren en de suikerhuishouding


Onderzoeksvraag:
Hoewel het bewijs van cohort studies suggereert dat de inname van transvetzuren kan worden geassocieerd met insulineresistentie en diabetes, leveren gerandomiseerde placebo-gecontroleerde dubbelblinde humane studies (RCT's) tegenstrijdige resultaten. Dit meta-analyse onderzocht de rol van de inname van transvetzuren op de glucose homeostase (suikerhuishouding).

Heeft het eten van transvetzuren nadelige invloed op de suikerhuishouding in het lichaam?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 7 RCT’s. Er was geen sprake van publicatiebias.

 

Resultaten en conclusies:

De  meta-analyse liet zien dat een verhoogde inname van transvetzuren niet resulteerde in een significante verandering van de suiker- en insulineconcentratie in het bloed.

Een verhoogde inname van transvetzuren leidde tot een significante verhoging van het totale en LDL-cholesterolgehalte. The pooled effect size (ES) was respectievelijk 0.28 [95% BI = 0.04-0.51] and 0.36 [95% BI = 0.13-0.60].

Een verhoogde inname van transvetzuren leidde tot een significante verlaging van het HDL-cholesterolgehalte. The pooled effect size (ES) was respectievelijk -0.25 [95% BI = -0.48 tot -0.01].

Er was geen sprake van dosisafhankelijke relatie tussen de pooled effect size en de inname van transvetzuren.

De onderzoekers concludeerden dat een verhoogde inname van transvetzuren niet leidde tot veranderingen in de glucose-, insuline- of triglycerideconcentraties, maar het leidde wel tot een toename in het totale- en LDL- en een afname in HDL-cholesterolgehalte. Er was dus geen bewijs voor een mogelijke voordeel van de vermindering van de inname van transvetzuren op de glucose homeostase.

Oorspronkelijke titel:
Effects of trans fatty acids on glucose homeostasis: a meta-analysis of randomized, placebo-controlled clinical trials by Aronis KN, Khan SM and Mantzoros CS.

Link:

http://ajcn.nutrition.org/content/96/5/1093.abstract

Extra informatie van El Mondo:
Lees meer over de meta-analyse, cohort studies, significantie en RCT in de presentatie studieopzet.

Lees meer over transvetzuren in de presentatie vetten.

Een hoog totale- en LDL-cholesterolgehalte en een hoog triglycerideconcentratie verhogen de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten.
Een hoog HDL-cholesterolgehalte verlaagt de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten.

 

Zitten er E-nummers in voedingssupplementen?

Ja, er zitten E-nummers in voedingssupplementen. In voedingssupplementen zitten glansmiddelen en stabilisatoren. Het glansmiddel magnesiumstearaat is voor de wet E572 en de stabilisator siliciumdioxide is voor de wet E551.

Het is onmogelijk om voedingssupplementen zonder E-nummers te maken. Welke E-nummers toegelaten zijn in levensmiddelen en voedingssupplementen zijn te lezen op deze website.