Een mangaantekort verhoogt mogelijk de ziekte van Alzheimer

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het hebben van een laag mangaangehalte in het lichaam de kans op het krijgen van dementie?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 17 studies met 836 mensen met de ziekte van Alzheimer en 1254 zonder de ziekte van Alzheimer. De gemiddelde leeftijd van mensen met de ziekte van Alzheimer varieerde tussen 66.2 en 87.0 jaar.

Er was een grote heterogeniteit tussen de studies.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het serum mangaangehalte van mensen met de ziekte van Alzheimer significant lager was dan van mensen zonder de ziekte van Alzheimer [SMD = -0.39, 95% BI = -0.71 tot -0.08, p = 0.015].

De onderzoekers vonden dat het serum mangaangehalte van mensen met een lichte cognitieve achteruitgang niet significant lager was dan van mensen zonder een lichte cognitieve achteruitgang [SMD = -0.31, 95% BI = -0.70 tot 0.08, p = 0.117].

De onderzoekers vonden dat het serum mangaangehalte van mensen met cognitieve achteruitgang (zowel mensen met de ziekte van Alzheimer als lichte cognitieve achteruitgang) significant lager was dan van mensen zonder cognitieve achteruitgang [SMD = -0.37, 95% BI = -0.60 tot -0.13, p = 0.002].

De onderzoekers vonden geen significant veschil tussen het serum mangaangehalte van mensen met de ziekte van Alzheimer en mensen met een milde cognitieve achteruitgang [SMD = 0.24, 95% BI = -0.23 tot 0.72, p = 0.310].

De onderzoekers concludeerden dat een tekort aan mangaan in het lichaam de kans op het krijgen van de ziekte van Alzheimer mogelijk verhoogde. Mogelijk omdat er een grote heterogeniteit tussen de studies was.

Oorspronkelijke titel:
Association of Serum Manganese Levels with Alzheimer’s Disease and Mild Cognitive Impairment: A Systematic Review and Meta-Analysis by Du K, Liu M, [...], Wei M.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5372894/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over mangaan en de ziekte van Alzheimer.
Een grote heterogeniteit tussen de studies kan leiden tot een appel-peer vergelijking. Daarom moet bij een grote heterogeniteit tussen de studies de gevonden resultaten met voorzichtigheid worden geïnterpreteerd.