Voeding en gezondheid

Pistachenoten verlagen het BMI

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van pistachenoten de kans op het krijgen van overgewicht?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 RCT’s met in totaal 1593 deelnemers.

De pistachenotenconsumptie was lager dan 50 g/dag in 3 studies.
De interventieduur was korter dan 12 weken in 4 studies.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van pistachenoten, het BMI significant verlaagde [-0.18 kg/m2, 95% BI = -0.26 tot -0.11 kg/m2, p 0.001, I2 = 29.8%, p = 0.180].

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van pistachenoten en het verlagen van het lichaamsgewicht [WMD = -0.22 kg, 95% BI = -0.50 tot 0.07 kg, I2 = 0.0%].

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van pistachenoten en het verlagen van de buikomtrek [WMD = 0.76 cm, 95% BI = -0.11 tot 1.63 cm, I2 = 7.0%].

De onderzoekers concludeerden dat het eten van pistachenoten, het BMI verlaagde, zonder invloed te hebben op het lichaamsgewicht.

Oorspronkelijke titel:
The relationship between pistachio (Pistacia vera L) intake and adiposity: A systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Xia K, Yang T, […], Chen XZ.

Link:
https://journals.lww.com/md-journal/Fulltext/2020/08210/The_relationship_between_pistachio__Pistacia_vera.7.aspx

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over notenconsumptie en overgewicht.

Botontkalking

Wetenschappelijkes studies (overzichtsartikelen) over voeding en botontkalking:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Veel selenium via voeding verhoogt botdichtheid
  2. Een lager serum magnesiumgehalte verhoogt fracturen
  3. 100 µg/d vitamine K + 1000 mg/d calciumsupplementen verhogen botmineraaldichtheid
  4. Stoeloefeningen zorgen voor krachtbehoud bij ouderen
  5. Vegetariërs en veganisten hebben een lage botmineraaldichtheid dan alleseters
  6. Alcohol verhoogt botbreuk
  7. Veel β-cryptoxanthine via voeding verlaagt botontkalking en heupfracturen
  8. Suikerziekte type 1 verlaagt botmineraaldichtheid bij kinderen en adolescenten
  9. Geen verschil tusssen krachttraining met hoge belasting en lage belasting op botmineraaldichtheid
  10. Dagelijks 1 glas alcohol verhoogt botontkalking
  11. Borstvoeding geven beschermt vrouwen tegen botontkalking op latere leeftijd
  12. Vitamine C-rijke voedingsmiddelen verhogen botmineraaldichtheid
  13. Dagelijks 20-25 mcg vitamine D3 supplementen verlagen kans op osteoporotische breuk en vallen bij ouderen
  14. Zuivelproducten verrijkt met calcium en vitamine D verhogen botmineraaldichtheid bij postmenopauzale vrouwen
  15. Veel thee verlaagt heupfracturen onder vrouwen
  16. Teveel vet in het lichaam vermindert de botmassa
  17. Thee drinken leidt tot grote botdichtheid

XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX

  • Gedurende het hele leven maakt uw lichaam nieuw botweefsel aan en breekt oud botweefsel af. Bot is dus een levend weefsel en wordt steeds vernieuwd.
    Per jaar wordt meer dan 10 procent van uw botten vernieuwd.
  • Tot ongeveer het 25ste jaar is de botopbouw is groter dan de botafbraak. Tussen 25ste en 50ste jaar is een evenwicht tussen botopbouw en botafbraak.
  • Osteoporose (osteon = bot en porose = opening) is de medische naam voor botontkalking.
  • Osteoporose ontstaat als er meer bot wordt afgebroken dan wordt aangemaakt.
  • Osteoporose komt veel voor bij mensen boven de 50 jaar.
  • Soms ontstaat osteoporose eerder, bijvoorbeeld als u een andere reumatische aandoening hebt, zoals reumatoïde artritis (RA), axiale spondyloartritis (de ziekte van Bechterew) of SLE.
  • Ook langdurig gebruik van prednison leidt vaak tot osteoporose.
  • Wereldwijd krijgt ongeveer 1 op de 3 vrouwen en 1 op de 8 mannen osteoporose. Dat komt omdat mannen over het algemeen meer botmassa hebben dan vrouwen.
  • Botontkalking treedt bij vrouwen vaker op na de overgang. Dit komt omdat vrouwen dan minder van het vrouwelijke geslachtshormoon oestrogeen produceert. Oestrogeen is een hormoon dat de botafbraak remt.
  • De belangrijkste risicofactoren van botontkalking zijn:
    • alcohol
    • botbreuken in de familie
    • een laag lichaamsgewicht
    • een lage BMI
    • een lage botmassa
    • één of meerdere botbreuken na het 50e levensjaar
    • een tekort aan vitamine D
    • erfelijkheid
    • langdurig gebruik van corticosteroïden
    • onvoldoende inname van calcium en vitamine D
    • roken
    • verhoogde neiging tot vallen, duizelig, weinig spierkracht
    • vroegtijdige overgang (vóór 45ste levensjaar)
    • weinig of geen lichaamsbeweging
    • ziekten/aandoeningen zoals een te snelle schildklier, reumatoïde artritis, hormoon-afwijkingen, sommige bloed-, nier-, maag-, darm- en leverziekten en zeldzame erfelijke aandoeningen
  • Typische botbreuken bij osteoporose zijn heup-, pols- of ruggenwervelbreuken.
  • Een DEXA-meting (Dual Energy X-ray Absorptiometry) kan botontkalking opsporen. Bij een DEXA-meting wordt de dichtheid van het bot oftewel de botmassa gemeten.
  • De DEXA-meting wordt uitgedrukt in een T-score en een Z-score:
    • T-score: uw botdichtheid wordt vergeleken met de botdichtheid van een gezonde vrouw/man rond het 35e jaar;
    • Z-score: uw botdichtheid wordt vergeleken met de botdichtheid van iemand van uw leeftijd.
  • Bij een uitslag van een T-score tussen de +1 en -1 is alles prima.
  • Bij een uitslag van een T-score tussen de -1 en -2.5 is er sprake van osteopenie (verminderde botmassa).
  • Bij een uitslag van een T-score vanaf -2.5 is er sprake van osteoporose.
  • Een andere manier om osteoporose vast te stellen is het meten van de biomarkers (biomerkers) zoals "alkaline phosphatase" en "amino-terminal propeptide of type 1 procollagen". Dit zijn markers die de mate van botaanmaak kunnen weergeven.
    In de urine kan de biomerkers "telopeptides" gemeten worden, die de botafbraak weergeven. Echter, het gebruik van de biomarkers is momenteel niet 100% betrouwbaar, vanwege zijn vele variaties van dag tot dag.
    Biomarkers (zoals cholesterolgehalte, nuchter bloedsuikergehalte of het eiwit PSA) zijn biologische markers die aan kunnen geven dat iemand ziek is, die kunnen voorspellen hoe ernstig een ziektebeloop zal zijn, of die laten zien of een behandeling werkt of niet.
  • Sporten, met name krachttraining kan de botmassa verhogen. Sporten waarbij uw lichaam met zijn eigen gewicht wordt belast, heeft het grootste effect op de botmassa.
  • Wanneer u wat breekt na het 50ste jaar is het altijd verstandig te vragen of er sprake is van osteoporose. Ook al wordt er door de desbetreffende arts niets over gezegd.
  • Mensen van 50 jaar en ouder en jongere mensen met botontkalking wordt 1200 mg (elementaire) calcium per dag (oftewel 3 gram calciumcarbonaat) geadviseerd. Dit in combinatie met tenminste 10 microgram (400 IE) vitamine D3 per dag.
  • Voor mensen van 70 jaar en ouder wordt een inname van 1200 mg calcium geadviseerd, samen met 20 microgram (800 IE) vitamine D3 per dag..
  • 500 mg elementaire calcium komt overeen met 1250 mg calciumcarbonaat. Calciumcarbonaat is de veel voorkomende calciumvorm in voedingssupplementen.
  • Calcium in levensmiddelen zijn altijd elementaire calcium. 100 ml halfvolle melk levert 123 mg calcium oftewel 123 mg elementaire calcium.

1.5-2 gram arginine per dag gedurende 4-7 weken verhogen sportprestaties

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Van stikstofoxide-gerelateerde ergogene (prestatieverhogende) hulpmiddelen, zoals arginine (Arg) is aangetoond dat ze een positieve invloed hebben op de sportprestaties via de verschillende fysiologische en metabole mechanismen. Echter, de onderzoeksresultaten zijn controversieel en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verbeteren arginine-supplementen de sportprestaties?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 15 RCT’s met in totaal 386 mannen en 8 vrouwen.

Acute arginine-suppletie: 0.15 gram arginine per kg lichaamsgewicht (10-11 gram) tussen 60 en 90 minuten vóór de sportprestatie.

Chronische arginine-suppletie: 1.5-2 gram arginine per dag gedurende 4-7 weken of 10-12 gram arginine per dag gedurende 8 weken.

Er was publicatie bias voor aërobe sportprestaties.
Er was geen publicatie bias voor anaërobe sportprestaties.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat zowel het slikken van acute als chonische arginine-supplementen de aërobe sportprestaties significant verbeterde [SMD = 0.84, 95% BI = 0.12 tot 1.56, p = 0.02, I2 = 89%, p 0.001].

De onderzoekers vonden dat zowel het slikken van acute als chonische arginine-supplementen de anaërobe sportprestaties significant verbeterde [SMD = 0.24, 95% BI = 0.05 tot 0.43, p = 0.01, I2 = 0%, p = 0.85].

De onderzoekers concludeerden dat zowel het slikken van acute als chonische arginine-supplementen de aërobe sportprestaties en de anaërobe sportprestaties verbeterden.

Oorspronkelijke titel:
Effects of Arginine Supplementation on Athletic Performance Based on Energy Metabolism: A Systematic Review and Meta-Analysis by Viribay A, Burgos J, […], Mielgo-Ayuso J.

Link:
https://www.mdpi.com/2072-6643/12/5/1300/htm

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier meer over sportvoeding en arginine.

 

 

MS

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken (overzichtsartikelen) naar MS:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Een laag zink- en ijzergehalte verhogen MS
  2. 0.5 portie vis per week verlaagt MS
  3. Een hoger vitamine D-gehalte tijdens zwangerschap verlaagt MS bij nakomeling
  4. Een hoog homocysteïnegehalte verhoogt MS

XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX

  • Multiple sclerose (MS) een chronische auto-immuunziekte van het centrale zenuwstelsel (het centrale zenuwstelsel bestaat uit de hersenen en het ruggenmerg). Doordat er iets mis is in het afweersysteem, wordt de laag (myeline) om de zenuwen aangevallen en beschadigd. De zenuwen komen hierdoor bloot te liggen en geven minder goed signalen van en naar de hersenen door. Soms gebeurt dit zelfs helemaal niet. Hierdoor kunnen plotseling verlammings- en uitvalsverschijnselen optreden.
  • De auto-immuunziekte is een ziekte waarbij ons eigen afweersysteem de zenuwcellen aanvalt en beschadigt.
  • Myeline is een soort isolatielaag die rond de zenuwvezels zit en belangrijk is voor de werking en overleving van de zenuwcellen.
  • De naam “multiple sclerose” verwijst naar de hersenen. “Multiple” betekent veelvuldig en is afgeleid van het Latijnse multiplex en “sclerose” betekent verharding en is afkomstig van het middeleeuws-Latijnse sclerosis, dat op haar beurt afgeleid is van het Griekse σκλήρωσις sklérōsis. In de witte stof van de hersenen bevinden zich meerdere (vandaar de term “multiple”) sclerotische haarden. Sclerotische haarden bestaan uit littekenweefsel, ontstaan doordat het beschermende omhulsel (myeline) van de zenuwbanen stelselmatig wordt afgebroken.
  • MS verloopt bij iedereen anders. Vooraf valt niet te zeggen hoe de ziekte bij u verloopt en welke klachten u krijgt. De een ervaart klachten die een ander nooit krijgt. Ook de ernst van zo’n klacht verschilt vaak. Neem bijvoorbeeld krachtverlies in uw benen: sommigen ervaren zware benen, anderen belanden zelf in een rolstoel.
  • MS komt vaker voor in koudere landen dan in warmere landen.
  • MS komt tweeënhalf keer zo vaak voor bij vrouwen als bij mannen.
  • De eerste symptomen laten zich zien wanneer mensen tussen de 20 en 40 jaar oud zijn.
  • De meest voorkomende klachten bij MS zijn:
    • Blaasklachten: toegenomen aandrang, achterblijven van urine en incontinentie.
    • Cognitieve problemen: minder goed concentreren en herinneren.
    • Coördinatieklachten: spraakstoornis, duizeligheid, draaierigheid en tremors.
    • Darmproblemen: obstipatie en incontinentie.
    • Klachten bij bewegen: krachtverlies, spasticiteit, krampen en stijfheid.
    • Klachten vanuit de hersenstam: zenuwpijn, gevoelsstoornis in het gezicht en dubbelzien.
    • Problemen met het gezichtsvermogen: zenuwontsteking in één of beide ogen.
    • Psychologische klachten: stress, depressies en angsten.
    • Seksuele problemen: libidoverlies, impotentie en genitale pijn.
    • Sensibiliteitsstoornissen: tintelingen, prikkelingen, doofheid, pijn, koude voeten of handen en spierpijn.
    • Vermoeidheid: moeheid in rust en snel vermoeid.
  • De oorzaak van MS is tot op heden nog niet bekend. Mogelijk zijn er erfelijke en/of omgevingsfactoren in het spel.
  • Broers en zussen van een persoon met MS hebben een 25 maal hoger risico om de ziekte te ontwikkelen.
  • Multiple sclerose wordt, naargelang het verloop van de ziekte, onderverdeeld in 3 categorieën:
    1. Recidiverende en herstellende MS (Relapsing-Remitting MS): zo’n 85 procent van mensen met MS heeft deze vorm. Recidiverende en herstellende MS wordt gekenmerkt door een ziekteverloop van aanvallen (relapsing) en herstel (remitting). Deze ups en downs komen gemiddeld zo’n drie keer per jaar voor. Zeker in het begin van de ziekte is er een goede kans op herstel.
    2. Primair progressieve MS (Primary-Progressive MS of PPMS): dit is de minst voorkomende vorm van MS. Deze vorm komt voor bij maar 5 procent van de mensen met MS. Bij primair progressieve MS is uw ruggenmerg aangetast en merkt u direct vanaf het begin achteruitgang: beide benen verstijven en verzwakken. Ook merkt u dat de kracht in uw benen steeds minder wordt. De eerste symptomen ervaart u vaak pas na uw veertigste.
      Bij de primair progressieve vorm van MS verergeren klachten geleidelijk. Er is geen sprake van aanvallen en herstel.
    3. Secundair progressieve MS (Secondary-Progressive MS of SPMS): bij ongeveer 65 procent van de mensen met relapsing remitting MS gaat de MS binnen 20 jaar over in secundair progressieve MS. De klachten die mensen met de secundair progressieve MS hebben, nemen wel toe en herstellen niet helemaal. Het is niet te voorspellen hoe snel de klachten verergeren. Het lijkt alsof deze vorm van MS met leeftijd te maken heeft.
      Bij de secundair progressieve vorm van MS blijven aanvallen weg.
  • In Nederland komt MS voor bij één op de 1000 personen.
  • Volgens de huidige schattingen vermindert MS de levensverwachting met ongeveer 7 jaar en is de gemiddelde overlevingsduur 30 jaar.

 

Eiwittensupplementen verhogen vetvrije massa bij ouderen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Hebben eiwittensupplementen een positief effect op de lichaamssamenstelling en de spierfunctie van gezonde volwassenen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 65 RCT’s met in totaal van 2907 deelnemers (1514 mannen en 1380 vrouwen, 13 onbekend geslacht).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat eiwittensupplementen de vetvrije massa bij volwassenen significant verhoogden [MD = 0.62 kg, 95% BI = 0.36 tot 0.88].
Dit effect werd ook teruggevonden in de sensitiviteitsanalyses en was niet afhankelijk van het moment van de inname van de eiwittensupplementen.

De onderzoekers vonden dat eiwittensupplementen de vetvrije massa bij ouderen significant verhoogden [MD = 0.46 kg, 95% BI = 0.23 tot 0.70].
Dit effect werd ook teruggevonden in de sensitiviteitsanalyses en was niet afhankelijk van het moment van de inname van de eiwittensupplementen.

De onderzoekers concludeerden dat eiwittensupplementen de vetvrije massa bij zowel gezonde volwassenen als ouderen verhoogden.

Oorspronkelijke titel:
The Role of Protein Intake and its Timing on Body Composition and Muscle Function in Healthy Adults: A Systematic Review and Meta-Analysis of Randomized Controlled Trials by Wirth J, Hillesheim E and Brennan L.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/32232404

Extra informatie van El Mondo:                      
Vind hier meer studies over de eiwittensupplementen en sportvoeding

Hoe meer vetvrije massa iemand heeft, hoe hoger de ruststofwisseling is. De ruststofwisseling is het energieverbruik van het lichaam in rust. Deze stofwisseling is nodig voor de levensprocessen zoals ademhalen en op temperatuur blijven. In rust betekent liggend in een aangename omgevingstemperatuur (ongeveer 22°C) met een lege maag.    

 

Multiple sclerose

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken naar multiple sclerose:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX

  • Multiple sclerose (MS) een chronische auto-immuunziekte van het centrale zenuwstelsel (het centrale zenuwstelsel bestaat uit de hersenen en het ruggenmerg). Doordat er iets mis is in het afweersysteem, wordt de laag (myeline) om de zenuwen aangevallen en beschadigd. De zenuwen komen hierdoor bloot te liggen en geven minder goed signalen van en naar de hersenen door. Soms gebeurt dit zelfs helemaal niet. Hierdoor kunnen plotseling verlammings- en uitvalsverschijnselen optreden.
    De auto-immuunziekte is een ziekte waarbij ons eigen afweersysteem de zenuwcellen aanvalt en beschadigt.
    Myeline is een soort isolatielaag die rond de zenuwvezels zit en belangrijk is voor de werking en overleving van de zenuwcellen.
  • De naam “multiple sclerose” verwijst naar de hersenen. “Multiple” betekent veelvuldig en is afgeleid van het Latijnse multiplex en “sclerose” betekent verharding en is afkomstig van het middeleeuws-Latijnse sclerosis, dat afgeleid is van het Griekse σκλήρωσις sklérōsis. In de witte stof van de hersenen bevinden zich meerdere (vandaar de term “multiple”) sclerotische haarden. Sclerotische haarden bestaan uit littekenweefsel, ontstaan doordat het beschermende omhulsel (myeline) van de zenuwbanen stelselmatig wordt afgebroken.
  • Het eerste deel van de naam multipele sclerose is afgeleid van het Latijnse multiplex, meervoudig. Het tweede deel is afkomstig van het middeleeuws-Latijnse sclerosis, afgeleid van het Griekse σκλήρωσις sklérōsis, verharding[58].
  • MS verloopt bij iedereen anders. Vooraf valt niet te zeggen hoe de ziekte bij u verloopt en welke klachten u krijgt. De een ervaart klachten die een ander nooit krijgt. Ook de ernst van zo’n klacht verschilt vaak. Neem bijvoorbeeld krachtverlies in uw benen: sommigen ervaren zware benen, anderen belanden zelf in een rolstoel.
  • MS komt vaker voor in koudere landen dan in warmere landen.
  • MS komt tweeënhalf keer zo vaak voor bij vrouwen als bij mannen.
  • De eerste symptomen laten zich zien wanneer mensen tussen de 20 en 40 jaar oud zijn.
  • De meest voorkomende klachten bij MS zijn:
    • Blaasklachten: toegenomen aandrang, achterblijven van urine en incontinentie.
    • Cognitieve problemen: minder goed concentreren en herinneren.
    • Coördinatieklachten: spraakstoornis, duizeligheid, draaierigheid en tremors.
    • Darmproblemen: obstipatie en incontinentie.
    • Klachten bij bewegen: krachtverlies, spasticiteit, krampen en stijfheid.
    • Klachten vanuit de hersenstam: zenuwpijn, gevoelsstoornis in het gezicht en dubbelzien.
    • Problemen met het gezichtsvermogen: zenuwontsteking in één of beide ogen.
    • Psychologische klachten: stress, depressies en angsten.
    • Seksuele problemen: libidoverlies, impotentie en genitale pijn.
    • Sensibiliteitsstoornissen: tintelingen, prikkelingen, doofheid, pijn, koude voeten of handen en spierpijn.
    • Vermoeidheid: moeheid in rust en snel vermoeid.
  • De oorzaak van MS is tot op heden nog niet bekend. Mogelijk zijn er erfelijke en/of omgevingsfactoren in het spel.
  • Broers en zussen van een persoon met MS hebben een 25 maal hoger risico om de ziekte te ontwikkelen.
  • Multiple sclerose wordt, naargelang het verloop van de ziekte, onderverdeeld in 3 categorieën:
    1. Recidiverende en herstellende MS (Relapsing-Remitting MS): zo’n 85 procent van mensen met MS heeft deze vorm. Recidiverende en herstellende MS wordt gekenmerkt door een ziekteverloop van aanvallen (relapsing) en herstel (remitting). Deze ups en downs komen gemiddeld zo’n drie keer per jaar voor. Zeker in het begin van de ziekte is er een goede kans op herstel.
    2. Primair progressieve MS (Primary-Progressive MS): dit is de minst voorkomende vorm van MS. Deze vorm komt voor bij maar 5 procent van de mensen met MS. Bij primair progressieve MS is uw ruggenmerg aangetast en merkt u direct vanaf het begin achteruitgang: beide benen verstijven en verzwakken. Ook merkt u dat de kracht in uw benen steeds minder wordt. Opvallend is dat primair progressieve MS geen aanvallen kent. De eerste symptomen ervaart u vaak pas na uw veertigste.
    3. Secundair progressieve MS (Secondary-Progressive MS): ongeveer de helft van de patiënten met een “relapsing-remitting MS” bereikt deze fase na gemiddeld tien jaar. Kenmerkend is dat de toestand dan geleidelijk verergert in de periode tussen de opflakkeringen. Herstel is dan niet meer mogelijk.
  • In Nederland komt MS voor bij één op de 1000 personen.
  • Volgens de huidige schattingen vermindert MS de levensverwachting met ongeveer 7 jaar en is de gemiddelde overlevingsduur 30 jaar.

 

Studies 2020

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken naar sportvoeding:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Geen verschil tusssen krachttraining met hoge belasting en lage belasting op botmineraaldichtheid
  2. 1.5-2 gram arginine per dag gedurende 4-7 weken verhogen sportprestaties
  3. Licht intensieve lichamelijke activiteit verlaagt doodgaan aan kanker
  4. Eiwittensupplementen verhogen vetvrije massa bij ouderen
  5. Whole body vibration training verhoogt botdichtheid bij postmenopauzale vrouwen

Whole body vibration training verhoogt botdichtheid bij postmenopauzale vrouwen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Welke soorten lichamelijke trainingen (trillingen van het hele lichaam (whole body vibration training), aërobe training, krachttraining en gecombineerde training) verhogen de botdichtheid (botmineraaldichtheid) van de lumbale wervelkolom en de femorale nek bij postmenopauzale vrouwen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 16 RCT’s with 1624 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden geen significante verandering in de botdichtheid van de lumbale wervelkolom na lichamelijke trainingen [MD = 0.01 g/cm2, 95% BI = -0.01 tot 0.02].

De onderzoekers vonden geen significante verandering in de botdichtheid van de femorale nek na lichamelijke trainingen [MD = 0.00 g/cm2, 95% CI = -0.01 to 0.01].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat de botdichtheid van de lumbale wervelkolom [MD = 0.01, 95% CI = 0.00 tot 0.02] aanzienlijk toenam als de trillingen van het hele lichaam (whole body vibration training) als interventie werden gebruikt in vergelijking met RCT's die gebruikt maakten van aërobe training [MD = -0.01, 95% CI = -0.02 tot -0.01], krachttraining [MD = 0.01, 95% CI = - 0.04 tot 0.06] en gecombineerde training [MD = 0.03, 95% CI = - 0.01 tot 0.08].

Daarentegen, vonden de onderzoekers dat de botdichtheid van de lumbale wervelkolom [MD = -0.01, 95% CI = -0.02 tot -0.01] aanzienlijk afnam wanneer aërobe training werd gebruikt als interventie in vergelijking met RCT's die gebruikt maakten van krachttraining, gecombineerde training of whole body vibration training.

De onderzoekers concludeerden dat whole body vibration training een effectieve methode was om de botdichtheid van de lumbale wervelkolom bij postmenopauzale vrouwen te verbeteren.

Oorspronkelijke titel:
The Impact of Different Modes of Exercise Training on Bone Mineral Density in Older Postmenopausal Women: A Systematic Review and Meta-analysis Research by Mohammad Rahimi GR, Smart NA, […], Mohammad Rahimi N.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/32055889  

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier meer over sportvoeding.

 

Studies 2020

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken (overzichtsartikelen) naar het verband tussen voeding en zwangerschap & lactatie:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Probiotica-supplementen tijdens zwangerschap verlagen eczeem bij nakomelingen
  2. Een hoger vitamine D-gehalte tijdens zwangerschap verlaagt MS bij nakomeling
  3. N-3 vetzurensupplementen verlagen pre-eclampsie tijdens de zwangerschap

Studies 2020

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken naar de relatie tussen voeding en overgewicht:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Zuivelproducten verlagen causaal vetmassa en BMI onder volwassenen met overgewicht
  2. Pistachenoten verlagen het BMI
  3. Alfa-liponzuur supplementen verlagen buikomtrek van vrouwen
  4. Coënzym Q10-supplementen verlagen niet lichaamsgewicht en BMI
  5. 6 maanden genisteïne verlaagt bloedruk van patiënten met metabole syndroom

Studies 2020

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken naar de relatie tussen voeding en hart- en vaatziekten:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Dagelijks 1 mg heme-ijzer via voeding verhoogt doodgaan aan hart- en vaatziekten
  2. Dagelijks 3 kopjes koffie of meer verhoogt causaal hart- en vaatziekten
  3. Plantaardige eiwitten verlagen doodgaan aan hart- en vaatziekten
  4. 2-3 porties vis per week verlagen coronaire hartziekte onder patiënten met suikerziekte type 2
  5. 1 gram natrium per dag verhoogt hart- en vaatziekten met 6%
  6. Een hoge visconsumptie verlaagt coronaire hartziekte
  7. Vitamine C tekort verhoogt de bloeddruk
  8. Groene thee verlaagt bloeddruk bij mensen met een hoge bloeddruk
  9. Kalium-inname tot 3128 mg per dag verlaagt bloeddruk
  10. Tomaten verhogen goed cholesterolgehalte
  11. Calciumsupplementen verhogen hartinfarct
  12. 1 tot 3 eieren per dag verhogen niet de bloeddruk
  13. Dagelijs 100 mg magnesium via voeding verlaagt een beroerte
  14. Ziekte van Alzheimer verhoogt een hersenbloeding
  15. Aardbeien verlagen slecht cholesterolgehalte
  16. Koolhydratenarme diëten verlagen hart- en vaatziekten

Studies 2020

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken (overzichtsartikelen) naar de relatie tussen voeding en suikerziekte:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. 2-3 porties vis per week verlagen coronaire hartziekte onder patiënten met suikerziekte type 2
  2. Vitamine B3-supplementen verlagen slecht cholesterol van patiënten met suikerziekte type 2
  3. Dagelijks 8.4 tot 10 gram inulinesupplementen voor 8 weken verlagen suikerziekte type 2
  4. Zuurbessen verlagen insulinegehalte
  5. Dagelijks 40 gram soja consumptie gedurende 12 weken verhoogt het IGF-1 gehalte
  6. Dagelijs 100 mg magnesium via voeding verlaagt een beroerte
  7. Tofu verlaagt suikerziekte type 2

 

Studies 2020

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken naar de realatie tussen voeding en ouderdom:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:

  1. Dagelijks 2 gram omega-3 supplementen verhogen spiermassa bij ouderen
  2. Zuivelproducten verrijkt met calcium en vitamine D verhogen botmineraaldichtheid bij postmenopauzale vrouwen
  3. Dagelijks 54 mg genisteïne verhogen botmineraaldichtheid van postmenopauzale vrouwen
  4. Obesitas verhoogt dementie

Studies 2020

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken (overzichtsartikelen) naar de relatie tussen voeding en chronische ziekten:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Dagelijks 0.5 tot 6 gram taurine-supplementen verlagen bloeddruk van patiënten met leverontregeling
  2. Sojaproducten verlagen causaal het CRP-gehalte
  3. 0.5 portie vis per week verlaagt MS
  4. Een hoger serum seleniumgehalte en een lager serum zinkgehalte verhogen vitiligo
  5. Ernstige vitamine D-tekort verhoogt doodgaan onder patiënten met bloedvergiftiging
  6. Een hoog homocysteïnegehalte verhoogt MS
  7. Hepatitis B-virus infectie verhoogt chronische nierziekte
  8. Vlees verhoogt niet astma bij kinderen
  9. Lood verhoogt ALS

Studies 2020

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken (overzichtsartikelen) naar de relatie tussen voeding en kanker:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Dagelijks 5 gram noten verlagen kanker
  2. Dagelijks 100 mcg foliumzuur via voeding verlaagt borstkanker onder premenopauzale vrouwen
  3. Een hoge vitamine C-inname via voeding verlaagt borstkanker
  4. Overlevenden van kanker moeten dagelijks meer dan 400 gram groente en fruit eten
  5. Groene bladgroenten, alliumgroenten, vezels en flavonoïden verlagen eierstokkanker
  6. Beta-cryptoxanthine via voeding verlaagt blaaskanker
  7. Omega-3 PUFA’s via voeding verlaagt spijsverteringskanker
  8. 40 gram ingemaake groenten per dag verhoogt maagkanker
  9. Dagelijks 100 microgram foliumzuur via voeding verlaagt ER negatief/PR negatief borstkanker
  10. Licht intensieve lichamelijke activiteit verlaagt doodgaan aan kanker
  11. Dagelijks 20 gram boomnoten verlaagt kanker aan het spijsverteringsstelsel
  12. Knoflook verlaagt mogelijk dikke darmkanker
  13. 3 keer per week groente en fruit verlaagt maagkanker

ASTMA & COPD

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken naar de relatie tussen voeding en astma & CODP:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Albuminegehalte van COPD-patiënten is lager dan van niet COPD-patiënten
  2. Melatonine supplementen verbeteren slaapkwaliteit van volwassenen met slaapstoornis
  3. Dagelijks 400 mg vitamine C supplementen verbetert longfunctie van COPD patiënten
  4. Veel fruit, vezels, vis en vitamine C verlagen COPD in volwassenen
  5. Vlees verhoogt niet astma bij kinderen
  6. Astma verhoogt doodgaan aan hart- en vaatziekten onder vrouwen
  7. Visconsumptie vanaf 6-9 maanden na de geboorte verlaagt astma bij kinderen
  8. Visconsumptie tijdens de zwangerschap verlaagt niet allergie bij nakomelingen in de leeftijd tussen 0 en 8 jaar
  9. Een laag vitamine D-gehalte tijdens de zwangerschap verhoogt eczeem in de kindertijd
  10. Een hoog leptinegehalte verhoogt astma
  11. Weinig lichamelijke activiteiten verhoogt mogelijk astma bij kinderen
  12. Astma verhoogt longkanker
  13. 1200 mg NAC per dag verkomt een longaanval bij CODP-patiënten
  14. Vitamine D-tekort verhoogt COPD
  15. Vitamine D supplementen verlagen astma bij kinderen

XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX

  • De verschillende longziekten zijn:
    • Acute bronchitis
    • Alpha-1
    • Asbestose
    • Astma
    • Bronchopulmonale dysplasie (BPD)
    • Bronchiëctasieën
    • Congenitale cysteuze adenomatoide malformatie van de long (CCAM)
    • Congenitale hernia diafragmatic (CHD)
    • COPD (Chronic Obstructive Pulmonary Disease)
    • Cystic fibrosis (CF)
    • Klaplong
    • Longembolie
    • Longfibrose
    • Longontsteking
    • Longkanker
    • Longvlieskanker
    • Primaire Ciliaire Dyskinesi (PCD)
    • Pleuritis
    • Pulmonale arteriële hypertensie (PAH)
    • RS virus
    • Sarcoïdose
    • Tuberculose (TBC)
  • Astma is een chronische longziekte waarbij de longen continu zijn ontstoken, hetgeen ademhalingsproblemen kan veroorzaken.
    Het woord “astma” komt uit het Grieks en betekent “gehijg”of “gepiep”.
  • Ongeveer 3 op de 100 mensen hebben last van astma.
  • Astma komt bij vrouwen vaker voor dan bij mannen, behalve op jonge leeftijd, daar komt het vaker voor bij jongens dan bij meisjes.
  • Het is niet bekend wat de precieze oorzaak van astma is.
    Wel is bekend dat erfelijkheid een rol speelt. Als één van de ouders astma of een allergie heeft, is er 50% kans dat het kind astma krijgt.
  • De astmaklachten variëren per persoon en per moment. Astma komt in aanvallen.
  • Mensen met astma zijn benauwd en hoesten, vooral 's nachts, waarbij soms slijm wordt opgehoest. Ook hebben ze vaak last van een piepende, zagende of brommende ademhaling.
  • Een astma-aanval kan uitgelokt worden door meerdere factoren, zoals stuifmeel, huisdieren, huisstofmijt, rook, inspanning of aanhoudende spanning of stress.
  • Astma is vaak goed te behandelen met medicijnen, in combinatie met het opvolgen van leefstijladviezen, zoals niet roken en voldoende bewegen.
  • De belangrijkste medicijnen bij de behandeling van astma zijn ontstekingsremmers en luchtwegverwijders.
  • COPD is een verzamelnaam voor chronische bronchitis en longemfyseem.
  • COPD is een longziekte waarbij de longen ontstoken zijn.
    De afkorting COPD staat voor Chronic Obstructive Pulmonary Disease (Chronische Obstructieve Long Ziekte).
    Langer bestaande ontsteking kan leiden tot littekenvorming. Deze beschadigingen zorgen ervoor dat de luchtwegen zich vernauwen.
  • Kortademigheid en hoesten zijn de 2 belangrijkste klachten van COPD.
  • COPD ontstaat in grofweg 80 procent van de gevallen na jarenlang roken.
  • Spirometrie is een eenvoudige, pijnloze en zeer betrouwbare techniek om de longfunctie of longcapaciteit te meten en vervolgens grafisch uit te beelden.
    Via spirometrie kan een arts met zekerheid stellen of iemand aan een obstructieve longaandoening lijdt en kan hij/zij ook het verloop van de ziekte opvolgen.
  • Een spirometrie gebeurt met een spirometer. Dit is een apparaat verbonden met een slangetje in rubber of karton waarin de patiënt moet blazen.
  • De één seconde waarde (ESW), ook wel het geforceerde expiratoire volume in 1 seconde (FEV1) genoemd, is het maximale volume lucht (in liters) dat bij snelle en geforceerde uitademing vanuit volledige inademing in één seconde kan worden uitgeblazen.
    Het is belangrijk om die ESW-waarde te vergelijken met de "normale" waarden van een vergelijkbaar persoon (leeftijd, geslacht, grootte). Aan de hand daarvan kan de ernst van de luchtwegvernauwing geëvalueerd worden.
  • De geforceerde vitale capaciteit (FVC, van het Engelse Forced Vital Capacity) is het volume lucht (in liters) dat na volledige inademing maximaal kan worden uitgeademd. Het wordt gemeten tijdens een geforceerde uitademing. De patiënt moet daarbij zo hard en zo diep mogelijk inademen en daarna zo hard en zo snel mogelijk volledig uitademen.
  • Een gezonde volwassene kan tussen 70% en 80% van zijn/haar vitale capaciteit uitademen tijdens de eerste seconde bij een geforceerde uitademing.
    Ligt de waarde (uitgedrukt als ESW/FVC) lager dan 70%, dan is de kans groot dat de luchtwegen vernauwd zijn door COPD of astma.
  • Een volwassene ademt ongeveer twaalf tot twintig keer per minuut. De longen hebben een inhoud van 5 tot 7 liter.
  • De grootste hoeveelheid lucht die een persoon kan opnemen bij een diepe inademing, wordt de vitale capaciteit (VC) genoemd.
  • Het is niet mogelijk om de hele longinhoud uit te ademen, hoe sterk ook uitgeademd wordt. Gemiddeld blijft er altijd nog ongeveer 1.2 liters (tussen de 0.5 en 3.5 liters) lucht in de longen achter. Dit wordt het luchtresidu (RV) genoemd.
  • De totale capaciteit (TC) van de longen is dus het luchtresidu (RV) + vitale capaciteit (VC).
  • De verschillen tussen astma en COPD zijn:

 

Astma

COPD

Belangrijkste risicofactor

Atopie

Roken

Luchtwegobstructie

Wisselend, in de regel reversibel

Per definitie deels irreversibel

Pathofysiologie

Chronische ontsteking in alle luchtwegen, meestal gevoelig voor corticosteroïden

Chronische ontsteking met name in de kleine luchtwegen, relatief ongevoelig voor corticosteroïden

Leeftijd

Alle leeftijden

Meestal > 40 jaar

Beloop

Overwegend gunstig met variabele symptomen

Overwegend chronisch met geleidelijk progressieve symptomen

Allergologisch onderzoek

Geïndiceerd

Niet geïndiceerd

Longfunctie

Overwegend normaal (of met reversibele obstructie)

Blijvend verminderd (irreversibele obstructie)

Levensverwachting

(Vrijwel) normaal bij optimale behandeling

Verminderd, ook bij optimale behandeling

Inhalatiecorticosteroïden (ICS)

Meestal geïndiceerd, behalve bij weinig frequente klachten

Niet geïndiceerd, behalve bij frequente exacerbaties

Studies 2019

Hieronder vindt u wetenschappelijke studies over krachttraining en gezondheid.
De overzichtsartikelen (meta-analyses) van gerandomiseerde, placebo-gecontroleerde dubbelblinde humane studies (RCT’s) geven antwoord op de volgende vraag:
“Is het slikken van voedingssupplementen zinvol?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

De overzichtsartikelen (meta-analyses) van cohort studies of van patiënt-controle studies geven antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen?”.

  1. Krachttraining verlaagt cholesterolgehalte

 

Een hoog vitamine E-gehalte verlaagt ziekte van Alzheimer (Lower vitamin E levels increase Alzheimer's disease)

Dutch:
De onderzoekers vonden in een overzichtsartikel van 31 studies, dat een hoog vitamine E-gehalte in het bloed de kans op het krijgen van dementie, met name de ziekte van Alzheimer en leeftijdsgebonden cognitieve stoornissen verlaagde.

Lees hier meer over:
Een hoog vitamine E-gehalte verlaagt ziekte van Alzheimer

English:
The investigators found in a review article of 31 studies, that lower α-tocopherol (vitamin E) levels have a strong association with Alzheimer's disease and mild cognitive impairment supporting evidence for the role of diet and vitamin E in Alzheimer's disease risk and age-related cognitive decline.

Read more right here:
Lower vitamin E levels increase Alzheimer's disease

Spanish:
Los investigadores encontraron en un artículo de revisión de 31 estudios, que los niveles más bajos de α-tocoferol (vitamina E) tienen una fuerte asociación con la enfermedad de Alzheimer y el deterioro cognitivo leve que respalda la evidencia del papel de la dieta y la vitamina E en el riesgo de enfermedad de Alzheimer y el deterioro cognitivo relacionado con la edad.

Leer más aquí:
Niveles más bajos de vitamina E aumentan la enfermedad de Alzheimer

Creatinesupplementen leiden niet tot nierschade

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Creatinesupplementen zijn bedoeld om de prestaties te verbeteren, maar er zijn aanwijzingen dat creatinesupplementen de lever- en nierfuncties kunnen beschadigen, de kwaliteit van leven kan verminderen en de mortaliteit kan verhogen. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verhoogt het slikken van creatinesupplementen de kans op het krijgen van nierschade?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 6 studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van creatinesupplementen het serum creatininegehalte niet significant [SMD = 0.48, 95% BI = 0.24-0.73, p = 0.001, I2 = 22%] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van creatinesupplementen het plasma ureumgehalte niet significant [SMD = 1.10, 95% BI = 0.34-1.85, p = 0.004, I2 = 28%] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van creatinesupplementen de kans op het krijgen van nierschade niet verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Effects of Creatine Supplementation on Renal Function: A Systematic Review and Meta-Analysis by de Souza ESA, Pertille A, […], de Oliveira JJ.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31375416

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier meer over sportvoeding, creatine en nierziekte.


 

Bijzonderheden bij het invullen voedingswaarden per 100g/100ml

  • Mocht de voedingswaarden per 100g/100ml van een product niet bekend zijn, kunt u hier opzoeken.
  • Vul NIET de voedingswaarden PER PORTIE in, maar altijd PER 100G/100ML.
  • Afhankelijk van uw toetsenbord (Engels of Nederlands ingesteld), moet u met een komma of een punt invullen. Dus 2.1 of 2,1.
  • U kunt 2 decimalen achter de komma invullen. Dus 2.22 of 2,22.
  • Gegeten portie is ALTIJD een GEHEEL getal. Dus 15 gram en NIET 15,5 gram!
  • Controleer na het invullen van het LAATSTE product of alle gegevens kloppen. Klik dan pas op “OPSLAAN”.
    U kunt namelijk ná het klikken op “OPSLAAN” niet meer terug om het individuele product aan te passen!
    Het individuele product kunt u aanpassen door op BEWERKEN te klikken. Bijvoorbeeld: u hebt besloten om van product A niet 200 gram maar 150 gram te eten.
  • Het vezelgehalte van een levensmiddel staat NIET altijd op de verpakking vermeld omdat het NIET wettelijk verplicht is. Het vezelgehalte per 100g/100ml hoeft u daarom ook niet in te vullen!
    Het vezelgehalte wordt automatisch berekend met deze formule:
    (Totaal kcal – (aantal gram vetten x 9 kcal + aantal gram koolhydraten x 4 kcal + aantal eiwitten x 4 kcal))/2 kcal.
  • De voedingstips staan hier.
  • De makkelijkste manier om een GEZONDE LEVENSSTIJL te volgen, is door te kiezen voor ALLEEN MAAR producten die ook voldoen aan het 7-punten voedingsprofiel van de GEZONDE LEVENSSTIJL.
  • Een screenshot maken: druk op de toets “PrtScSysRq” op het toetsenbord.

 

Veel vitamine C via voeding verlaagt doodgaan aan hart- en vaatziekten (Higher circulating concentration of vitamin C, vitamin E and β-carotene reduce cardiovascular mortality)

Afbeelding

Dutch:
De onderzoekers vonden in een overzichtsartikel van 15 prospectieve cohort studies en 3 interventiestudies met in totaal 320548 deelnemers en 16974 mensen die dood zijn gegaan aan hart- en vaatziekten, dat zowel een hoge vitamine C inname via voeding, een hoog vitamine C gehalte in het bloed, een hoog vitamine E gehalte in het bloed als een hoog beta-caroteen gehalte in het bloed, de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten verlaagden.

Lees hier meer over:
Veel vitamine C via voeding verlaagt doodgaan aan hart- en vaatziekten

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

English:
The investigators found in a review article of a total of 15 prospective cohort studies and 3 prospective evaluations within interventional studies with 320,548 participants and 16,974 deaths from total cardiovascular mortality, that higher dietary vitamin C intakes and higher circulating concentrations of vitamin C, vitamin E and β-carotene are associated with a lower risk of total cardiovascular mortality.

Read more right here:
Higher circulating concentration of vitamin C, vitamin E and β-carotene reduce cardiovascular mortality

A review article of cohort studies or case-control studies will answer the following question:
"Should I change my diet?".

Spanish:
Los investigadores encontraron en un artículo de revisión de 15 estudios de cohorte prospectivos y 3 evaluaciones prospectivas dentro de estudios intervencionistas con 320,548 participantes y 16,974 muertes por mortalidad cardiovascular total, que una mayor ingesta de vitamina C en la dieta y las mayores concentraciones circulantes de vitamina C, vitamina E y β-caroteno están asociadas con un menor riesgo de mortalidad cardiovascular total.

Leer más aquí:
Concentraciones circulantes más altas de vitamina C, vitamina E y β-caroteno reducen la mortalidad cardiovascular

Un artículo de revisión de estudios de cohorte o estudios de casos y controles contestará la pregunta siguiente:
"¿Tengo que cambiar mi dieta?".

Voedingstips

  1. 1 gram zout = 0.4 gram natrium.
  2. Een snufje zout  weegt 0.5 gram en levert 0 kcal.
  3. Een theelepel zout weegt 2 gram en levert 0 kcal.
  4. 1 eetlepel (zonnebloem)olie weegt 10 ml.
  5. De portiegrootte van een levenmiddel kunt u hier opzoeken.
  6. Het vezelgehalte van een levensmiddel staat niet altijd op de verpakking vermeld omdat het niet wettelijk verplicht is. Het vezelgehalte van een levensmiddel kan berekend met deze formule:
    (Totaal kcal – (aantal gram vetten x 9 kcal + aantal gram koolhydraten x 4 kcal + aantal eiwitten x 4 kcal))/2 kcal.

Studies 2019

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken naar de relatie tussen het vegetarische dieet en de gezondheid: 
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Vegetarisch dieet verlaagt botontkalking bij postmenopauzale vrouwen

CRP-gehalte

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken  (overzichtsartikelen) naar het verlagen van het CRP-gehalte:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Dagelijks 0.8-10 mg foliumzuursupplementen verlagen CRP gehalte
  2. Seleniumsupplementen verlagen hs-CRP gehalte onder patiënten met stofwisselingsziekte
  3. Sojaproducten verlagen causaal het CRP-gehalte
  4. Aardbeien verlagen slecht cholesterolgehalte
  5. Krachttraining verlaagt cholesterolgehalte
  6. Probiotica supplementen verlagen hart- en vaatziekten bij nierpatiënten
  7. Omega-3 vetzuren verlagen CRP-gehalte van nierpatiënten met hemodialyse
  8. Dagelijks 320-1500 mg magnesiumsupplementen verlaagt CRP-gehalte
  9. Veel groenten en fruit versterken het immuunsysteem
  10. Veel koffie verlaagt het C-reactieve proteïne
  11. 300 mg anthocyaninen per dag verlaagt ontstekingen
  12. 500 mg quercetine per dag verlaagt het CRP-gehalte
  13. Een verhoogde CRP- en IL-6-bloedconcentratie verhogen de kans op het krijgen van suikerziekte type 2
  14. Eieren geven geen ontstekingen in het lichaam
  15. Granaatappel verlaagt ontstekingen bij volwassenen
  16. Granaatappelsap verlaagt niet ontstekingen in het lichaam
  17. Minimaal 12 weken L-carnitine supplementen verlaagt ontstekingen
  18. Dagelijks 1-2 gram L-carnitine verlaagt ontstekingen in het lichaam
  19. Coënzym Q10-supplementen verlagen mogelijk ontstekingen
  20. Vitamine K-supplementen verlagen niet suikerziekte
  21. Noten verlagen het leptinegehalte
  22. Lichamelijke activiteiten + gewichtsverlies leiden tot minder ontstekingen in het lichaam
  23. Vegetarisch dieet verlaagt ontstekingen in het lichaam
  24. Dagelijks 1-50 mg olijfolie verlaagt mogelijk hart- en vaatziekten
  25. 1-3 gram gember per dag verlaagt hart- en vaatziekten
  26. Astaxanthine verhoogt causaal goed cholesterolgehalte
  27. Carotenoïdensupplementen verlagen ontstekingen

XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX

  • Ontstekingen in het lichaam kan gemeten worden aan de hand van de volgende biomerker; de zogename ontstekingsbevorderende (pro-inflammatoire) cytokines. De ontstekingsbevorderende (pro-inflammatoire) cytokines zijn het C-reactieve proteïne (CRP), IL-1, interleukine-6 (IL-6), IL-8, MCP-1, het vasculair adhesiemolecuul-1 (VCAM-1), tumornecrosefactor-alfa (TNF-α).
  • Het C-reactief proteïne, afgekort tot CRP, is een zogenaamd acutefase-eiwit. CRP wordt geproduceerd door de lever en afgegeven in de bloedbaan. Na het ontstaan van een ontsteking neemt de hoeveelheid CRP in het lichaam binnen een paar uur toe.
  • Bij gezonde mensen zonder ontstekingen is de CRP-bloedconcentratie meestal lager dan 10 mg/L. Het merendeel van de ontstekingen leidt tot een CRP-bloedconcentratie boven 100 mg/L.
  • Het gehalte C-reactief proteïne (CRP-eiwit) in het bloed is een maat voor de ontstekingsbelasting in het lichaam.