Voeding en gezondheid

Studies 2020

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken naar sportvoeding:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Geen verschil tusssen krachttraining met hoge belasting en lage belasting op botmineraaldichtheid
  2. 1.5-2 gram arginine per dag gedurende 4-7 weken verhogen sportprestaties
  3. Licht intensieve lichamelijke activiteit verlaagt doodgaan aan kanker
  4. Eiwittensupplementen verhogen vetvrije massa bij ouderen
  5. Whole body vibration training verhoogt botdichtheid bij postmenopauzale vrouwen

Studies 2020

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken (overzichtsartikelen) naar het verband tussen voeding en zwangerschap & lactatie:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Probiotica-supplementen tijdens zwangerschap verlagen eczeem bij nakomelingen
  2. Een hoger vitamine D-gehalte tijdens zwangerschap verlaagt MS bij nakomeling
  3. N-3 vetzurensupplementen verlagen pre-eclampsie tijdens de zwangerschap

Studies 2020

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken naar de relatie tussen voeding en overgewicht:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Zuivelproducten verlagen causaal vetmassa en BMI onder volwassenen met overgewicht
  2. Pistachenoten verlagen het BMI
  3. Alfa-liponzuur supplementen verlagen buikomtrek van vrouwen
  4. Coënzym Q10-supplementen verlagen niet lichaamsgewicht en BMI
  5. 6 maanden genisteïne verlaagt bloedruk van patiënten met metabole syndroom

Studies 2020

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken naar de relatie tussen voeding en hart- en vaatziekten:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Dagelijks 1 mg heme-ijzer via voeding verhoogt doodgaan aan hart- en vaatziekten
  2. Dagelijks 3 kopjes koffie of meer verhoogt causaal hart- en vaatziekten
  3. Plantaardige eiwitten verlagen doodgaan aan hart- en vaatziekten
  4. 2-3 porties vis per week verlagen coronaire hartziekte onder patiënten met suikerziekte type 2
  5. 1 gram natrium per dag verhoogt hart- en vaatziekten met 6%
  6. Een hoge visconsumptie verlaagt coronaire hartziekte
  7. Vitamine C tekort verhoogt de bloeddruk
  8. Groene thee verlaagt bloeddruk bij mensen met een hoge bloeddruk
  9. Kalium-inname tot 3128 mg per dag verlaagt bloeddruk
  10. Tomaten verhogen goed cholesterolgehalte
  11. Calciumsupplementen verhogen hartinfarct
  12. 1 tot 3 eieren per dag verhogen niet de bloeddruk
  13. Dagelijs 100 mg magnesium via voeding verlaagt een beroerte
  14. Ziekte van Alzheimer verhoogt een hersenbloeding
  15. Aardbeien verlagen slecht cholesterolgehalte
  16. Koolhydratenarme diëten verlagen hart- en vaatziekten

Studies 2020

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken (overzichtsartikelen) naar de relatie tussen voeding en suikerziekte:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. 2-3 porties vis per week verlagen coronaire hartziekte onder patiënten met suikerziekte type 2
  2. Vitamine B3-supplementen verlagen slecht cholesterol van patiënten met suikerziekte type 2
  3. Dagelijks 8.4 tot 10 gram inulinesupplementen voor 8 weken verlagen suikerziekte type 2
  4. Zuurbessen verlagen insulinegehalte
  5. Dagelijks 40 gram soja consumptie gedurende 12 weken verhoogt het IGF-1 gehalte
  6. Dagelijs 100 mg magnesium via voeding verlaagt een beroerte
  7. Tofu verlaagt suikerziekte type 2

 

Studies 2020

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken naar de realatie tussen voeding en ouderdom:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:

  1. Dagelijks 2 gram omega-3 supplementen verhogen spiermassa bij ouderen
  2. Zuivelproducten verrijkt met calcium en vitamine D verhogen botmineraaldichtheid bij postmenopauzale vrouwen
  3. Dagelijks 54 mg genisteïne verhogen botmineraaldichtheid van postmenopauzale vrouwen
  4. Obesitas verhoogt dementie

Studies 2020

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken (overzichtsartikelen) naar de relatie tussen voeding en chronische ziekten:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Dagelijks 0.5 tot 6 gram taurine-supplementen verlagen bloeddruk van patiënten met leverontregeling
  2. Sojaproducten verlagen causaal het CRP-gehalte
  3. 0.5 portie vis per week verlaagt MS
  4. Een hoger serum seleniumgehalte en een lager serum zinkgehalte verhogen vitiligo
  5. Ernstige vitamine D-tekort verhoogt doodgaan onder patiënten met bloedvergiftiging
  6. Een hoog homocysteïnegehalte verhoogt MS
  7. Hepatitis B-virus infectie verhoogt chronische nierziekte
  8. Vlees verhoogt niet astma bij kinderen
  9. Lood verhoogt ALS

Studies 2020

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken (overzichtsartikelen) naar de relatie tussen voeding en kanker:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Dagelijks 5 gram noten verlagen kanker
  2. Dagelijks 100 mcg foliumzuur via voeding verlaagt borstkanker onder premenopauzale vrouwen
  3. Een hoge vitamine C-inname via voeding verlaagt borstkanker
  4. Overlevenden van kanker moeten dagelijks meer dan 400 gram groente en fruit eten
  5. Groene bladgroenten, alliumgroenten, vezels en flavonoïden verlagen eierstokkanker
  6. Beta-cryptoxanthine via voeding verlaagt blaaskanker
  7. Omega-3 PUFA’s via voeding verlaagt spijsverteringskanker
  8. 40 gram ingemaake groenten per dag verhoogt maagkanker
  9. Dagelijks 100 microgram foliumzuur via voeding verlaagt ER negatief/PR negatief borstkanker
  10. Licht intensieve lichamelijke activiteit verlaagt doodgaan aan kanker
  11. Dagelijks 20 gram boomnoten verlaagt kanker aan het spijsverteringsstelsel
  12. Knoflook verlaagt mogelijk dikke darmkanker
  13. 3 keer per week groente en fruit verlaagt maagkanker

ASTMA & COPD

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken naar de relatie tussen voeding en astma & CODP:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Albuminegehalte van COPD-patiënten is lager dan van niet COPD-patiënten
  2. Melatonine supplementen verbeteren slaapkwaliteit van volwassenen met slaapstoornis
  3. Dagelijks 400 mg vitamine C supplementen verbetert longfunctie van COPD patiënten
  4. Veel fruit, vezels, vis en vitamine C verlagen COPD in volwassenen
  5. Vlees verhoogt niet astma bij kinderen
  6. Astma verhoogt doodgaan aan hart- en vaatziekten onder vrouwen
  7. Visconsumptie vanaf 6-9 maanden na de geboorte verlaagt astma bij kinderen
  8. Visconsumptie tijdens de zwangerschap verlaagt niet allergie bij nakomelingen in de leeftijd tussen 0 en 8 jaar
  9. Een laag vitamine D-gehalte tijdens de zwangerschap verhoogt eczeem in de kindertijd
  10. Een hoog leptinegehalte verhoogt astma
  11. Weinig lichamelijke activiteiten verhoogt mogelijk astma bij kinderen
  12. Astma verhoogt longkanker
  13. 1200 mg NAC per dag verkomt een longaanval bij CODP-patiënten
  14. Vitamine D-tekort verhoogt COPD
  15. Vitamine D supplementen verlagen astma bij kinderen

XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX

  • De verschillende longziekten zijn:
    • Acute bronchitis
    • Alpha-1
    • Asbestose
    • Astma
    • Bronchopulmonale dysplasie (BPD)
    • Bronchiëctasieën
    • Congenitale cysteuze adenomatoide malformatie van de long (CCAM)
    • Congenitale hernia diafragmatic (CHD)
    • COPD (Chronic Obstructive Pulmonary Disease)
    • Cystic fibrosis (CF)
    • Klaplong
    • Longembolie
    • Longfibrose
    • Longontsteking
    • Longkanker
    • Longvlieskanker
    • Primaire Ciliaire Dyskinesi (PCD)
    • Pleuritis
    • Pulmonale arteriële hypertensie (PAH)
    • RS virus
    • Sarcoïdose
    • Tuberculose (TBC)
  • Astma is een chronische longziekte waarbij de longen continu zijn ontstoken, hetgeen ademhalingsproblemen kan veroorzaken.
    Het woord “astma” komt uit het Grieks en betekent “gehijg”of “gepiep”.
  • Ongeveer 3 op de 100 mensen hebben last van astma.
  • Astma komt bij vrouwen vaker voor dan bij mannen, behalve op jonge leeftijd, daar komt het vaker voor bij jongens dan bij meisjes.
  • Het is niet bekend wat de precieze oorzaak van astma is.
    Wel is bekend dat erfelijkheid een rol speelt. Als één van de ouders astma of een allergie heeft, is er 50% kans dat het kind astma krijgt.
  • De astmaklachten variëren per persoon en per moment. Astma komt in aanvallen.
  • Mensen met astma zijn benauwd en hoesten, vooral 's nachts, waarbij soms slijm wordt opgehoest. Ook hebben ze vaak last van een piepende, zagende of brommende ademhaling.
  • Een astma-aanval kan uitgelokt worden door meerdere factoren, zoals stuifmeel, huisdieren, huisstofmijt, rook, inspanning of aanhoudende spanning of stress.
  • Astma is vaak goed te behandelen met medicijnen, in combinatie met het opvolgen van leefstijladviezen, zoals niet roken en voldoende bewegen.
  • De belangrijkste medicijnen bij de behandeling van astma zijn ontstekingsremmers en luchtwegverwijders.
  • COPD is een verzamelnaam voor chronische bronchitis en longemfyseem.
  • COPD is een longziekte waarbij de longen ontstoken zijn.
    De afkorting COPD staat voor Chronic Obstructive Pulmonary Disease (Chronische Obstructieve Long Ziekte).
    Langer bestaande ontsteking kan leiden tot littekenvorming. Deze beschadigingen zorgen ervoor dat de luchtwegen zich vernauwen.
  • Kortademigheid en hoesten zijn de 2 belangrijkste klachten van COPD.
  • COPD ontstaat in grofweg 80 procent van de gevallen na jarenlang roken.
  • Spirometrie is een eenvoudige, pijnloze en zeer betrouwbare techniek om de longfunctie of longcapaciteit te meten en vervolgens grafisch uit te beelden.
    Via spirometrie kan een arts met zekerheid stellen of iemand aan een obstructieve longaandoening lijdt en kan hij/zij ook het verloop van de ziekte opvolgen.
  • Een spirometrie gebeurt met een spirometer. Dit is een apparaat verbonden met een slangetje in rubber of karton waarin de patiënt moet blazen.
  • De één seconde waarde (ESW), ook wel het geforceerde expiratoire volume in 1 seconde (FEV1) genoemd, is het maximale volume lucht (in liters) dat bij snelle en geforceerde uitademing vanuit volledige inademing in één seconde kan worden uitgeblazen.
    Het is belangrijk om die ESW-waarde te vergelijken met de "normale" waarden van een vergelijkbaar persoon (leeftijd, geslacht, grootte). Aan de hand daarvan kan de ernst van de luchtwegvernauwing geëvalueerd worden.
  • De geforceerde vitale capaciteit (FVC, van het Engelse Forced Vital Capacity) is het volume lucht (in liters) dat na volledige inademing maximaal kan worden uitgeademd. Het wordt gemeten tijdens een geforceerde uitademing. De patiënt moet daarbij zo hard en zo diep mogelijk inademen en daarna zo hard en zo snel mogelijk volledig uitademen.
  • Een gezonde volwassene kan tussen 70% en 80% van zijn/haar vitale capaciteit uitademen tijdens de eerste seconde bij een geforceerde uitademing.
    Ligt de waarde (uitgedrukt als ESW/FVC) lager dan 70%, dan is de kans groot dat de luchtwegen vernauwd zijn door COPD of astma.
  • Een volwassene ademt ongeveer twaalf tot twintig keer per minuut. De longen hebben een inhoud van 5 tot 7 liter.
  • De grootste hoeveelheid lucht die een persoon kan opnemen bij een diepe inademing, wordt de vitale capaciteit (VC) genoemd.
  • Het is niet mogelijk om de hele longinhoud uit te ademen, hoe sterk ook uitgeademd wordt. Gemiddeld blijft er altijd nog ongeveer 1.2 liters (tussen de 0.5 en 3.5 liters) lucht in de longen achter. Dit wordt het luchtresidu (RV) genoemd.
  • De totale capaciteit (TC) van de longen is dus het luchtresidu (RV) + vitale capaciteit (VC).
  • De verschillen tussen astma en COPD zijn:

 

Astma

COPD

Belangrijkste risicofactor

Atopie

Roken

Luchtwegobstructie

Wisselend, in de regel reversibel

Per definitie deels irreversibel

Pathofysiologie

Chronische ontsteking in alle luchtwegen, meestal gevoelig voor corticosteroïden

Chronische ontsteking met name in de kleine luchtwegen, relatief ongevoelig voor corticosteroïden

Leeftijd

Alle leeftijden

Meestal > 40 jaar

Beloop

Overwegend gunstig met variabele symptomen

Overwegend chronisch met geleidelijk progressieve symptomen

Allergologisch onderzoek

Geïndiceerd

Niet geïndiceerd

Longfunctie

Overwegend normaal (of met reversibele obstructie)

Blijvend verminderd (irreversibele obstructie)

Levensverwachting

(Vrijwel) normaal bij optimale behandeling

Verminderd, ook bij optimale behandeling

Inhalatiecorticosteroïden (ICS)

Meestal geïndiceerd, behalve bij weinig frequente klachten

Niet geïndiceerd, behalve bij frequente exacerbaties

Studies 2019

Hieronder vindt u wetenschappelijke studies over krachttraining en gezondheid.
De overzichtsartikelen (meta-analyses) van gerandomiseerde, placebo-gecontroleerde dubbelblinde humane studies (RCT’s) geven antwoord op de volgende vraag:
“Is het slikken van voedingssupplementen zinvol?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

De overzichtsartikelen (meta-analyses) van cohort studies of van patiënt-controle studies geven antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen?”.

  1. Krachttraining verlaagt cholesterolgehalte

 

Een hoog vitamine E-gehalte verlaagt ziekte van Alzheimer (Lower vitamin E levels increase Alzheimer's disease)

Dutch:
De onderzoekers vonden in een overzichtsartikel van 31 studies, dat een hoog vitamine E-gehalte in het bloed de kans op het krijgen van dementie, met name de ziekte van Alzheimer en leeftijdsgebonden cognitieve stoornissen verlaagde.

Lees hier meer over:
Een hoog vitamine E-gehalte verlaagt ziekte van Alzheimer

English:
The investigators found in a review article of 31 studies, that lower α-tocopherol (vitamin E) levels have a strong association with Alzheimer's disease and mild cognitive impairment supporting evidence for the role of diet and vitamin E in Alzheimer's disease risk and age-related cognitive decline.

Read more right here:
Lower vitamin E levels increase Alzheimer's disease

Spanish:
Los investigadores encontraron en un artículo de revisión de 31 estudios, que los niveles más bajos de α-tocoferol (vitamina E) tienen una fuerte asociación con la enfermedad de Alzheimer y el deterioro cognitivo leve que respalda la evidencia del papel de la dieta y la vitamina E en el riesgo de enfermedad de Alzheimer y el deterioro cognitivo relacionado con la edad.

Leer más aquí:
Niveles más bajos de vitamina E aumentan la enfermedad de Alzheimer

Bijzonderheden bij het invullen voedingswaarden per 100g/100ml

  • Mocht de voedingswaarden per 100g/100ml van een product niet bekend zijn, kunt u hier opzoeken.
  • Vul NIET de voedingswaarden PER PORTIE in, maar altijd PER 100G/100ML.
  • Afhankelijk van uw toetsenbord (Engels of Nederlands ingesteld), moet u met een komma of een punt invullen. Dus 2.1 of 2,1.
  • U kunt 2 decimalen achter de komma invullen. Dus 2.22 of 2,22.
  • Gegeten portie is ALTIJD een GEHEEL getal. Dus 15 gram en NIET 15,5 gram!
  • Controleer na het invullen van het LAATSTE product of alle gegevens kloppen. Klik dan pas op “OPSLAAN”.
    U kunt namelijk ná het klikken op “OPSLAAN” niet meer terug om het individuele product aan te passen!
    Het individuele product kunt u aanpassen door op BEWERKEN te klikken. Bijvoorbeeld: u hebt besloten om van product A niet 200 gram maar 150 gram te eten.
  • Het vezelgehalte van een levensmiddel staat NIET altijd op de verpakking vermeld omdat het NIET wettelijk verplicht is. Het vezelgehalte per 100g/100ml hoeft u daarom ook niet in te vullen!
    Het vezelgehalte wordt automatisch berekend met deze formule:
    (Totaal kcal – (aantal gram vetten x 9 kcal + aantal gram koolhydraten x 4 kcal + aantal eiwitten x 4 kcal))/2 kcal.
  • De voedingstips staan hier.
  • De makkelijkste manier om een GEZONDE LEVENSSTIJL te volgen, is door te kiezen voor ALLEEN MAAR producten die ook voldoen aan het 7-punten voedingsprofiel van de GEZONDE LEVENSSTIJL.
  • Een screenshot maken: druk op de toets “PrtScSysRq” op het toetsenbord.

 

Veel vitamine C via voeding verlaagt doodgaan aan hart- en vaatziekten (Higher circulating concentration of vitamin C, vitamin E and β-carotene reduce cardiovascular mortality)

Afbeelding

Dutch:
De onderzoekers vonden in een overzichtsartikel van 15 prospectieve cohort studies en 3 interventiestudies met in totaal 320548 deelnemers en 16974 mensen die dood zijn gegaan aan hart- en vaatziekten, dat zowel een hoge vitamine C inname via voeding, een hoog vitamine C gehalte in het bloed, een hoog vitamine E gehalte in het bloed als een hoog beta-caroteen gehalte in het bloed, de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten verlaagden.

Lees hier meer over:
Veel vitamine C via voeding verlaagt doodgaan aan hart- en vaatziekten

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

English:
The investigators found in a review article of a total of 15 prospective cohort studies and 3 prospective evaluations within interventional studies with 320,548 participants and 16,974 deaths from total cardiovascular mortality, that higher dietary vitamin C intakes and higher circulating concentrations of vitamin C, vitamin E and β-carotene are associated with a lower risk of total cardiovascular mortality.

Read more right here:
Higher circulating concentration of vitamin C, vitamin E and β-carotene reduce cardiovascular mortality

A review article of cohort studies or case-control studies will answer the following question:
"Should I change my diet?".

Spanish:
Los investigadores encontraron en un artículo de revisión de 15 estudios de cohorte prospectivos y 3 evaluaciones prospectivas dentro de estudios intervencionistas con 320,548 participantes y 16,974 muertes por mortalidad cardiovascular total, que una mayor ingesta de vitamina C en la dieta y las mayores concentraciones circulantes de vitamina C, vitamina E y β-caroteno están asociadas con un menor riesgo de mortalidad cardiovascular total.

Leer más aquí:
Concentraciones circulantes más altas de vitamina C, vitamina E y β-caroteno reducen la mortalidad cardiovascular

Un artículo de revisión de estudios de cohorte o estudios de casos y controles contestará la pregunta siguiente:
"¿Tengo que cambiar mi dieta?".

Voedingstips

  1. 1 gram zout = 0.4 gram natrium.
  2. Een snufje zout  weegt 0.5 gram en levert 0 kcal.
  3. Een theelepel zout weegt 2 gram en levert 0 kcal.
  4. 1 eetlepel (zonnebloem)olie weegt 10 ml.
  5. De portiegrootte van een levenmiddel kunt u hier opzoeken.
  6. Het vezelgehalte van een levensmiddel staat niet altijd op de verpakking vermeld omdat het niet wettelijk verplicht is. Het vezelgehalte van een levensmiddel kan berekend met deze formule:
    (Totaal kcal – (aantal gram vetten x 9 kcal + aantal gram koolhydraten x 4 kcal + aantal eiwitten x 4 kcal))/2 kcal.

Studies 2019

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken naar de relatie tussen het vegetarische dieet en de gezondheid: 
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Vegetarisch dieet verlaagt botontkalking bij postmenopauzale vrouwen

CRP-gehalte

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken  (overzichtsartikelen) naar het verlagen van het CRP-gehalte:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Dagelijks 0.8-10 mg foliumzuursupplementen verlagen CRP gehalte
  2. Seleniumsupplementen verlagen hs-CRP gehalte onder patiënten met stofwisselingsziekte
  3. Sojaproducten verlagen causaal het CRP-gehalte
  4. Aardbeien verlagen slecht cholesterolgehalte
  5. Krachttraining verlaagt cholesterolgehalte
  6. Probiotica supplementen verlagen hart- en vaatziekten bij nierpatiënten
  7. Omega-3 vetzuren verlagen CRP-gehalte van nierpatiënten met hemodialyse
  8. Dagelijks 320-1500 mg magnesiumsupplementen verlaagt CRP-gehalte
  9. Veel groenten en fruit versterken het immuunsysteem
  10. Veel koffie verlaagt het C-reactieve proteïne
  11. 300 mg anthocyaninen per dag verlaagt ontstekingen
  12. 500 mg quercetine per dag verlaagt het CRP-gehalte
  13. Een verhoogde CRP- en IL-6-bloedconcentratie verhogen de kans op het krijgen van suikerziekte type 2
  14. Eieren geven geen ontstekingen in het lichaam
  15. Granaatappel verlaagt ontstekingen bij volwassenen
  16. Granaatappelsap verlaagt niet ontstekingen in het lichaam
  17. Minimaal 12 weken L-carnitine supplementen verlaagt ontstekingen
  18. Dagelijks 1-2 gram L-carnitine verlaagt ontstekingen in het lichaam
  19. Coënzym Q10-supplementen verlagen mogelijk ontstekingen
  20. Vitamine K-supplementen verlagen niet suikerziekte
  21. Noten verlagen het leptinegehalte
  22. Lichamelijke activiteiten + gewichtsverlies leiden tot minder ontstekingen in het lichaam
  23. Vegetarisch dieet verlaagt ontstekingen in het lichaam
  24. Dagelijks 1-50 mg olijfolie verlaagt mogelijk hart- en vaatziekten
  25. 1-3 gram gember per dag verlaagt hart- en vaatziekten
  26. Astaxanthine verhoogt causaal goed cholesterolgehalte
  27. Carotenoïdensupplementen verlagen ontstekingen

XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX

  • Ontstekingen in het lichaam kan gemeten worden aan de hand van de volgende biomerker; de zogename ontstekingsbevorderende (pro-inflammatoire) cytokines. De ontstekingsbevorderende (pro-inflammatoire) cytokines zijn het C-reactieve proteïne (CRP), IL-1, interleukine-6 (IL-6), IL-8, MCP-1, het vasculair adhesiemolecuul-1 (VCAM-1), tumornecrosefactor-alfa (TNF-α).
  • Het C-reactief proteïne, afgekort tot CRP, is een zogenaamd acutefase-eiwit. CRP wordt geproduceerd door de lever en afgegeven in de bloedbaan. Na het ontstaan van een ontsteking neemt de hoeveelheid CRP in het lichaam binnen een paar uur toe.
  • Bij gezonde mensen zonder ontstekingen is de CRP-bloedconcentratie meestal lager dan 10 mg/L. Het merendeel van de ontstekingen leidt tot een CRP-bloedconcentratie boven 100 mg/L.
  • Het gehalte C-reactief proteïne (CRP-eiwit) in het bloed is een maat voor de ontstekingsbelasting in het lichaam.

 

ALS

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken naar de ziekte ALS:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Plasma creatininegehalte voorspelt mogelijk ALS
  2. Lood verhoogt ALS
  3. Een hoog serum urinezuurgehalte verlaagt ALS
  4. Alcohol verlaagt mogelijk ALS
  5. Het eten van carotenoïden verlaagt ALS

XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX

  • ALS is een progressieve zenuw/spierziekte die leidt tot spierzwakte en verlamming.
  • ALS staat voor Amyotrofische Laterale Sclerose; amyotrofisch (myo is Grieks voor spier) duidt op verval van de spieren doordat de zenuwvoorziening uitvalt, sclerose wijst op een abnormale verharding van weefsel, in dit geval het ruggemerg. Laterale duidt op verval van één van de zenuwbanen in het ruggemerg, de piramidebaan.
  • Bij ALS sterven de motorische zenuwcellen in het ruggenmerg, de hersenstam en de hersenen langzaam af. Dit zijn de zenuwcellen die de spieren in het lichaam aansturen.
  • Jaarlijks krijgen 400-500 Nederlanders de diagnose ALS, maar er overlijden ieder jaar ook 400-500 mensen aan.
  • Bij 80% van de patiënten manifesteert ALS zich tussen 40 en 70 jaar.
  • ALS treft meer mannen dan vrouwen (3:2).
  • De exacte oorzaak van de ziekte ALS is nog niet bekend.
  • In 5-10% van de gevallen is er sprake van erfelijkheid.
  • De gemiddelde levensverwachting van ALS is 3 tot 5 jaar na de eerste symptomen.
  • 20% van de ALS-patiënten leeft langer dan vijf jaar na de eerste klachten en 5% leeft nog twintig jaar.
  • Tot 50% van de ALS-patiënten heeft lichte cognitieve problemen of gedragsveranderingen.
  • Bij ongeveer 5% van de patiënten gaat ALS samen met frontotemporale dementie, een vorm van dementie waarbij gedragsverandering op de voorgrond staat. 
  • De belangrijkste klacht bij ALS is de toenemende spierzwakte, waardoor verlamming (bijvoorbeeld de ademhalingsspieren) optreedt.
  • ALS is niet besmettelijk.
  • ALS komt overal ter wereld voor, in alle bevolkingsgroepen.
  • Anno 2019 is ALS niet te genezen.

Nierziekten

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken (overzichtsartikelen) naar nierziekten:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. intraveneuze NAC-suppletie verlaagt serum creatininegehalte
  2. Probiotica supplementen verlagen hart- en vaatziekten bij nierpatiënten
  3. Ernstige vitamine D-tekort verhoogt doodgaan onder patiënten met bloedvergiftiging
  4. Hepatitis B-virus infectie verhoogt chronische nierziekte
  5. Creatinesupplementen leiden niet tot nierschade
  6. Magnesiumtekort verhoogt doodgaan aan hart- en vaatziekten onder patiënten met chronische nierziekte
  7. Vitamine D verlaagt cholesterolgehalte van mensen met chronische nierziekte
  8. Nierpatiënten hebben baat bij een dieet met 5.5 En% eiwit
  9. Lichamelijke oefeningen verbeteren kwaliteit van leven van nierpatiënten
  10. Groenten, fruit en beta-caroteen verlagen nierkanker
  11. Een laag koolhydratendieet verbetert nierfunctie van mensen met overgewicht

XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX

  • De meeste mensen worden met twee nieren geboren. Elke nier heeft een lengte van ongeveer 10-15 cm en een gewicht van ongeveer 160 gram (zo groot als de vuist van een volwassene).
  • De twee nieren verwijderen afvalstoffen uit uw lichaam die u bijvoorbeeld binnenkrijgt via het eten of medicijnen. Een nier bestaat uit miljoenen kleine filtertjes waar iedere dag zo’n 200 liter bloed doorheen stroomt. Een volwassen vrouw heeft gemiddeld 4.5 liter bloed en een man 5.6. Per dag stroomt uw bloed dus zo’n veertig keer door de beide nieren.
  • Het bloed komt de nier binnen via de nierslagader, waarna het via het niermerg terecht komt in de nierschors met nefronen. Hier vindt het zuiveringsproces plaats. Het gefilterde bloed stroomt via de nierader naar het hart. De urine met daarin afvalstoffen gaat via de nierkelkjes en het nierbekken via de urineleider naar de blaas.
  • De functies van de nieren zijn onder andere:
    • Ze reinigen het bloed door er afvalstoffen, zout, fosfaat, kalium, vocht, waterstof, ammonium en eventuele medicijnresten uit te filteren.
    • Ze zijn verantwoordelijk voor de zuurgraad in het bloed, wat belangrijk is voor het functioneren van de lichaamscellen.
    • Ze helpen de botopbouw en houden de balans tussen calcium (kalk) en fosfaat in stand door het activeren van vitamine D.
    • Ze produceren een aantal hormonen, waaronder EPO (erytropoietine). EPO houdt het aantal rode bloedlichaampjes op peil, waardoor voldoende zuurstof naar de lichaamscellen getransporteerd kan worden. Bij onvoldoende EPO zijn er minder rode bloedlichaampjes, wat zich uit in een lagere Hb-waarde (hemoglobinewaarde). EPO is in de sportwereld doping.
    • Samen met het zenuwstelsel, de bijnieren, de hart- en de bloedvaten, regelen de nieren de bloeddruk. Ze bewaken de balans tussen zout en water. Veel zout trekt veel vocht aan wat leidt tot een hoge bloeddruk, weinig zout en vocht tot een lage bloeddruk. Bij hoge bloeddruk krijgen de nieren minder bloed. De bloedvaatjes vernauwen en beschadigen, waardoor ze geleidelijk - maar blijvend - stoppen met zuiveren.
  • Bij nierziekten oftewel nefrologische aandoeningen kunnen de beide nieren de belangrijke taken minder goed of niet uitvoeren. Mensen met nierziekten worden nierpatiënten genoemd.
  • De werking van de nieren kan worden onderzocht in urine of bloed.
  • De geschatte nierfunctie wordt uitgedrukt in eGFR (estimated Glomerular Filtration Rate is Nederlands voor geschatte glomerulaire filtratie snelheid). eGFR geeft aan met welke snelheid de nieren het bloed filteren op afvalstoffen.
  • Artsen delen de nierfunctie in verschillende stadia in.
    • G1: normale of hoge nierfunctie
      eGFR: meer dan 90    
    • G2: mild afgenomen nierfunctie
      eGFR: 60 - 89    
    • G3a: mild tot matig afgenomen nierfunctie
      eGFR: 45 - 59    
    • G3b: matig tot ernstig afgenomen nierfunctie
      eGFR: 30 - 44    
    • G4: ernstig afgenomen nierfunctie
      eGFR: 15 -29    
    • G5: nierfalen
      eGFR: minder dan 15    
  • Cystatine C is een goede marker om glomerulaire filtratiesnelheid GFR te meten en daarom kan cystatine C nierfalen beter voorspellen.
    Cystatine C is een stof die door bijna alle lichaamscellen wordt geproduceerd en op een constant niveau in het bloed aanwezig is.
    Bij verslechtering van de nierfunctie stijgt het niveau van cystatine C (net als dat van creatinine).
  • Het bepalen van de nierfunctie via creatinine heeft nadelen. Met name het spiermetabolisme (spierstofwisseling) kan een storende factor zijn, omdat dit het serumcreatinine beïnvloedt.
  • Er is sprake van nierfalen wanneer uw nieren voor minder dan 15% werken.
  • Symptomen van niet goed werkende nieren:
    • Wanneer de nieren het bloed niet meer goed kunnen zuiveren, stapelen de afvalstoffen zich op in het lichaam. U kunt dan last krijgen van bijvoorbeeld misselijkheid, jeuk en een algeheel ziek gevoel. Uit onderzoek blijkt dan meestal dat het creatininegehalte in het bloed te hoog is en dat er minder creatine in de urine zit.
      Creatinine (ook wel: kreatinine) is een afvalproduct van de spieren.
    • Wanneer de nieren niet meer goed werken, stapelen ureum in het bloed op.
  • Nierpatiënten kampen vaak met ernstige jeuk, misselijkheid en vermoeidheid. Verder hebben ze een verhoogd risico op ontstekingen en hart- en vaatprblemen.
  • Nierschade ontstaat meestal door een hoge bloeddruk of diabetes. Echter, nierschade kan ook het gevolg zijn van een hersenvliesontsteking.
  • Bij 10 tot 20% van de mensen met nierschade is de oorzaak onbekend.
  • Als uw beide nieren nog nauwelijks werken en een niertransplantatie niet (meteen) kan, hebt u een kunstnier nodig om in leven te blijven. Dat heet dialyseren.
  • De Karnofsky-score wordt gebruikt om op een schaal van 0 tot 100 aan te geven hoe de functionele toestand van de dialysepatiënt is.

Karnofsky score

90-100

Volledig actief, in staat tot normale activiteit zonder beperkingen.

70-80

Beperkt in uitvoeren van zware activiteit, maar in staat tot uitvoeren van lichte arbeid.

50-60

In staat tot verzorging van zichzelf, maar niet in staat tot werken; meer dan 50% van de tijd dat de persoon wakker is, is deze zeer vermoeid of uitgeput.

30-40

In staat tot beperkte verzorging van zichzelf; aan bed of stoel gebonden voor meer dan 50% van de tijd dat de persoon wakker is.

10-20

Volledig afhankelijk, kan zichzelf niet meer verzorgen; volledig aangewezen op bed of stoel.

  • Er zijn twee manieren om te dialyseren.
    1. Peritoneaaldialyse (PD) of buikdialyse (uw buikvlies filtert de afvalstoffen uit uw bloed; u krijgt daarvoor een katheter in de buik). Peritoneaaldialyse doet u doorgaans thuis, vier of vijf keer per dag gedurende 40 minuten.
    2. Hemodialyse (HD) of bloeddialyse (een kunstnier in een machine filtert het bloed; deze machine sluit u aan op een bloedvat). Bij hemodialyse (hemo betekent bloed) ligt u drie tot vier keer per week, gemiddeld vier uur lang, aangesloten op het hemodialyseapparaat. Het duurt ongeveer vier uur om het bloed schoon te spoelen met een kunstnier.
  • Het voordeel van buikdialyse is dat u niet heel vaak naar het ziekenhuis hoeft (dus het geeft u meer vrijheid en energie), maar het is wel minder effectief. Het kan slechts 5 tot 10% van de nierfunctie overnemen. Bij bloeddialyse is dit 10 tot 15%.
  • Vergeleken met bloeddialyse brengt buikdialyse meer complicaties met zich mee, zoals een buikvliesontsteking.
  • Zowel bloeddialyse als buikdialyse kennen heftige bijwerkingen. Bloeddialyse heeft andere bijwerkingen dan buikdialyse.
    Veel patiënten zeggen daarom “dialyseren is geen leven maar overleven”.
  • De huidige kunstnier die gebruikt wordt bij bloeddialyse is een grote machine die maar liefst 80 kilo weegt. Bovendien heeft het apparaat krachtstroom (een normaal huis heeft geen krachtstroom) nodig om te kunnen werken en verbruikt de kunstnier per dialyse 120 liter spoelvloeistof.
  • De Nierstichting en verschillende onderzoeksinstituten werken op dit moment hard aan de bouw van een hemodialyseapparaat dat slechts enkele liters water nodig heeft en op een normaal stopcontact werkt,  de zogenaamde draagbare kunstnier.
  • De Nierstichting verwacht in 2020 of 2021 de draagbare kunstnier voor het eerst te testen met nierpatiënten.
  • Met de draagbare kunstnier krijgt u als dialysepatiënt meer controle over uw eigen behandeling en dagelijks leven. U kunt bijvoorbeeld zelf bepalen hoe vaak en hoe lang u dialyseert. U hebt geen krachtstroom nodig en ook geen waterzuiveringsinstallatie.
  • De draagbare kunstnier kan de kwaliteit van leven verbeteren voor veel dialysepatiënten.
  • Mensen kunnen met  één gezonde nier goed leven. Die ene nier die u na de nierdonatie overhoudt, gaat harder werken en compenseert zo voor de gedoneerde nier. Daarom is nierdonatie bij leven mogelijk.
  • Ongeveer 10 procent van de nierdonoren krijgt complicaties rond de operatie, zoals een wondinfectie, longontsteking of trombose.
  • Op 1 juli 2020 gaat in Nederland de nieuwe donorwet in.
  • ​​​Een nier van een levende donor gaat gemiddeld twintig jaar mee.
  • In Nederland geeft ongeveer 500 keer per jaar iemand bij leven een nier aan een nierpatiënt.
  • Een gemiddeld persoon van 45 jaar uit de algemene bevolking, leeft naar verwachting nog ruim 35 jaar.
  • Iemand die op zijn 45e een niertransplantatie ondergaat, leeft naar verwachting nog ruim 20 jaar.
  • Iemand die op zijn 45e start met dialyse, leeft naar verwachting nog 10 jaar. 
  • Mensen die hemodialyseren en mensen die peritoneale dialyse doen, hebben ongeveer dezelfde levensverwachting.
  • Nierdialyse zorgt voor een grotere kans op overlijden, met name aan hart­- en vaatziekten. Bijna 60 op de 100 dialysepatiënten (58%) overlijden uiteindelijk hieraan.
  • Voedingsgadviezen bij nierziekten:
    • Nierpatiënten worden aangeraden dagelijks minstens 35 kcal/kg te eten. Dus als u 80 kilo weegt, moet u dan minstens 2800 kcal (35 kcal x 80 kilo) per dag eten.
    • Als de nierfunctie is gedaald naar 30% krijgt u een dieet met eiwitbeperking.
    • Nierpatiënten worden aangeraden dagelijks 0.5-0.6 gram eiwit te eten per kilo gezond lichaamsgewicht. Dus als u 80 kilo weegt, mag u dan 40 tot 48 gram eiwit (0.5 x 80 tot 0.6 x 80) per dag eten.
      0.5-0.6 gram eiwit per kg per dag is nodig voor een neutrale stikstofbalans.
    • Nierpatiënten worden aangeraden dagelijks maximaal 5 gram zout oftewel 2 gram natrium te eten. 1 gram zout geeft 0.4 gram natrium.
      Wanneer de nieren minder goed of niet meer werken, blijft er veel natrium (lees zout) in het lichaam achter. Het lichaam bevat dan te veel vocht. Dit merkt de nierpatiënt doordat het lichaam vocht vasthoudt, vooral in de enkels en rondom de ogen (oedeem). De patiënt kan ook een hoge bloeddruk krijgen.
    • De kaliumwaarde van nierpatiënten moet onder 5.5 mmol/L liggen. Is de waarde hoger dan 5.5 mmol/L, dan hebt u een dieet met kaliumbeperking nodig. U mag dan maximaal 3 gram (3000 mg) kalium eten. Het kaliumgehalte van levensmiddelen kunt u hier opzoeken. Diëtisten gebruiken ook deze website om diëten voor te schrijven.
    • De fosfaatwaarde van nierpatiënten moet onder 1.3 mmol/L blijven. Is het fosfaatgehalte hoger dan 1.3 mmol/L dan moet u fosfaatbinders gebruiken.
      Het fosfaatgehalte van levensmiddelen kunt u hier opzoeken.
    • Bij buikdialyse zijn vaak minder dieetbeperkingen nodig dan bij bloeddialyse.
    • Tijdens de dialyse verbruikt uw lichaam meer eiwitten. Bovendien spoelt dialyse aminozuren (eiwitten bestaan uit de bouwstenen aminozuren) uit het bloed.
      Na de start van een dialysebehandeling zal de eiwitbehoefte toenemen. U hebt dan 1 tot 1.2 gram eiwit per kilogram gezond lichaamsgewicht nodig.
    • Wat houdt 35 kcal/kg, maximaal 0.5-0.6 gram eiwit/kg en maximaal 5 gram zout per dag in voor een nierpatënt die 80 kg weegt?
    • Als u 80 kg weegt moet u dagelijks 2800 kcal (80 kg x 35 kcal), maximaal 40-48 gram eiwit (0.5 x 80 en 0.6 x 80) en maximaal 5 gram zout eten.
    • Met hart- en vaatziekten als de belangrijkste gevolg van de nierziekte, ziet het 7-punten voedingsprofiel van een nierpatiënt van 80 kg als volgt uit:
      1. 2800 kcal
      2. maximaal 7 En% eiwit
      3. maximaal 2 gram zout per 100 kcal
      4. maximaal 30 En% vet
      5. maximaal 7 En% verzadigd vet
      6. minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal
      7. maximaal 65 En% koolhydraten
      8. maximaal 10 En% suikers
    • De makkelijkste manier om een dieet met maximaal 7 En% eiwit, maximaal 2 gram zout per 100 kcal, maximaal 30 En% vet, maximaal 7 En% verzadigd vet, minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal, maximaal 65 En% koolhydraten en maximaal 10 En% suikers te volgen is door te kiezen voor alleen maar producten/maaltijden met maximaal 7 En% eiwit, maximaal 2 gram zout per 100 kcal, maximaal 30 En% vet, maximaal 7 En% verzadigd vet, minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal, maximaal 65 En% koolhydraten en maximaal 10 En% suikers.
      Echter, de meest praktische manier om dit dieet te volgen is, al uw dagelijks gegeten producten/maaltijden moeten gemiddeld maximaal 7 En% eiwit, maximaal 2 gram zout per 100 kcal, maximaal 30 En% vet, maximaal 7 En% verzadigd vet, minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal, maximaal 65 En% koolhydraten en maximaal 10 En% suikers bevatten.

 

Foliumzuursupplementen verlagen nucher insulinegehalte (Folate supplementation lowers HOMA-IR)

Afbeelding

Dutch:
De onderzoekers vonden in een overzichtsartikel van 29 RCTs met in totaal 22250 deelnemers, dat het slikken van foliumzuursupplementen het nucher insulinegehalte en de HOMA-IR waarde van mensen met suikerziekte type 2 verlaagde.

Lees hier meer over:
Foliumzuursupplementen verlagen nucher insulinegehalte

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

English:
The investigators found in a review article of 29 RCTs (22,250 participants), that folate supplementation lowers fasting insulin and HOMA-IR. However, folate supplementation does not reduce risk of type 2 diabetes.

Read more right here:
Folate supplementation lowers HOMA-IR

A review article of randomized, placebo-controlled double blind clinical trials (RCTs) will answer the following question:
"Do taking dietary supplements make sense?" Yes for a positive conclusion and no for a negative conclusion.

Spanish:
Los investigadores encontraron en un artículo de revisión de 29 ensayos doble-ciegos, aleatorizados, placebo controlados (22,250 participantes), que la suplementación con folato reduce la insulina en ayunas y el modelo homeostático de evaluación de la resistencia a la insulina (HOMA-IR). Sin embargo, la suplementación con folato no reduce el riesgo de diabetes tipo 2.

Leer más aquí:
Suplementación con folato no reduce diabetes tipo 2

Un artículo de revisión de ensayos doble-ciegos, aleatorizados, placebo controlados (review of RCTs en inglés) contestará a la siguiente pregunta:
"¿Tengo que tomar suplementos dietéticos?" Sí para una conclusión positiva y no para una conclusión negativa.

 


 

 

Studies 2019

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken naar de relatie tussen voeding en hart- en vaatziekten:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. 400 mg groene koffiebonen-extract supplementen verlagen de bloeddruk
  2. 150 mg/dag quercetine-supplementen verlagen LDL-cholesterol van mensen met obesitas
  3. Dagelijks 2 gram L-carnitine verlaagt bloeddruk van mensen met overgewicht
  4. Veel vitamine C via voeding verlaagt doodgaan aan hart- en vaatziekten
  5. Anthocyaninen via voeding verlaagt hypertensie
  6. Cashewnoten verlagen de bloeddruk
  7. Coënzym Q10 supplementen verlagen ontstekingen in patiënten met coronaire hartziekte
  8. Kiwi verlaagt niet hart- en vaatziekten
  9. Transvetzuren verhogen hart- en vaatziekten
  10. Veel antioxidanten via voeding verlagen doodgaan aan hart- en vaatziekten
  11. Pinda’s gedurende 12 weken verhoogt goed cholesterol

 

Studies 2019

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken naar sportvoeding:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

2019:

  1. Creatinesupplementen leiden niet tot nierschade
  2. 3 mg creatine/kg/dag gedurende 14 dagen bevordert anaërobe prestaties van voetballers
  3. Lichamelijke activiteiten verlagen longkanker onder rokers

Studies 2019

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken naar zwangerschap en babyvoeding:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Foliumzuur tijdens zwangerschap verlaagt acute lymfatische leukemie bij kinderen
  2. 0.6-2 gram calciumsupplementen per dag verlaagt zwangerschapsvergiftiging
  3. Steady state bloed foliumzuurconcentratie wordt bereikt met 100 mcg foliumzuur 
  4. Een hoog vitamine D-gehalte voor de geboorte verlaagt ADHD

Aardappel

Hieronder vindt u wetenschappelijke studies over het eten van aardappel en gezondheid:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Dagelijks 80 gram aardappelen verhogen suikerziekte type 2
  2. Aardappelen verhogen niet kanker
  3. Geen verband tussen aardappelen en doodgaan aan kanker

Studies 2019

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken naar de relatie tussen voeding en overgewicht.
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. 150 mg/dag quercetine-supplementen verlagen LDL-cholesterol van mensen met obesitas
  2. Dagelijks 280 mg calcium verlaagt mogelijk het metabole syndroom
  3. Mensen met overgewicht/obesitas hebben baat bij probiotica
  4. Dagelijks 400 μg chromiumsupplementen verlagen het vetgehalte
  5. Boomnoten verlagen metabole syndroom