Voeding en gezondheid

Koolhydratenarme diëten verlagen hart- en vaatziekten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Koolhydratenarme diëten worden geassocieerd met cardiovasculaire risicofactoren maar de resultaten van verschillende onderzoeken zijn echter niet consistent en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verbeteren koolhydratenarme diëten (minder dan 40 En% koolhydraten) de risicofactoren van hart- en vaatziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 12 RCT’s met 820 in de interventiegroep (groep met dieet met minder dan 40 En% koolhydraten) en 820 in de controlegroep (groep met dieet met 45-55 En% koolhydraten). De leeftijd van de patiënten varieerden tussen 31 en 65 jaar.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat koolhydratenarme diëten (dieet met minder dan 40 En% koolhydraten) het triglyceridengehalte significant met 0.15 mmol/L [95% BI = -0.23 tot -0.07, I2 = 75%, p = 0.001] verlaagde.
De resultaten bleven in de sensitiviteitsanalyses gelijk.
Er was publicatie bias.

De onderzoekers vonden in subgroepenanalyses dat koolhydratenarme diëten gedurende maximaal 6 maanden, het triglyceridengehalte significant met 0.23 mmol/L [95% BI = -0.32 tot -0.15] verlaagde.

De onderzoekers vonden in subgroepenanalyses dat koolhydratenarme diëten gedurende 12 tot 23 maanden, het triglyceridengehalte significant met 0.17 mmol/L [95% BI = -0.32 tot -0.01] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat koolhydratenarme diëten het lichaamsgewicht significant met 1.58 kg [95% BI = -1.58 tot -0.75, I2 = 75%, p = 0.001 I2 = 49%, p = 0.01] verlaagde.
De resultaten bleven in de sensitiviteitsanalyses gelijk.

De onderzoekers vonden in subgroepenanalyses dat koolhydratenarme diëten gedurende maximaal 6 maanden, het lichaamsgewicht significant met 1.14 kg [95% BI = -1.65 tot -0.63] verlaagde.

De onderzoekers vonden in subgroepenanalyses dat koolhydratenarme diëten gedurende 6 tot 11 maanden, het lichaamsgewicht significant met 1.73 kg [95% BI = -2.7 tot -0.76] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat koolhydratenarme diëten de systolische bloeddruk (bovendruk) significant met 1.41 mmHg [95% BI = -2.26 tot -0.56, I2 = 0%, p = 0.84] verlaagde.
De resultaten bleven in de sensitiviteitsanalyses gelijk.

De onderzoekers vonden in subgroepenanalyses dat koolhydratenarme diëten gedurende maximaal 6 maanden, de systolische bloeddruk significant met 2.97 mmHg [95% BI = -4.62 tot -1.31] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat koolhydratenarme diëten de diastolische bloeddruk (onderdruk) significant met 1.71 mmHg [95% BI = -2.36 tot -1.06, I2 = 14%, p = 0.29] verlaagde.
De resultaten bleven in de sensitiviteitsanalyses gelijk.

De onderzoekers vonden in subgroepenanalyses dat koolhydratenarme diëten gedurende maximaal 6 maanden, de diastolische bloeddruk significant met 2.76 mmHg [95% BI = -4.07 tot -1.46] verlaagde.

De onderzoekers vonden in subgroepenanalyses dat koolhydratenarme diëten gedurende 6 tot 11 maanden, de diastolische bloeddruk significant met 2.11 mmHg [95% BI = -3.28 tot -0.93] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat koolhydratenarme diëten het HDL-cholesterolgehalte (goed cholesterol) significant met 0.1 mmol/L [95% BI = 0.08 tot 0.12, I2 = 41%, p = 0.02] verhoogde.
De resultaten bleven in de sensitiviteitsanalyses gelijk.

De onderzoekers vonden in subgroepenanalyses dat koolhydratenarme diëten gedurende maximaal 6 maanden, het HDL-cholesterolgehalte significant met 0.08 mmol/L [95% BI = 0.27 tot 0.57] verhoogde.

De onderzoekers vonden in subgroepenanalyses dat koolhydratenarme diëten gedurende 6 en 11 maanden, het HDL-cholesterolgehalte significant met 0.12 mmol/L [95% BI = 0.09 tot 0.15] verhoogde.

De onderzoekers vonden in subgroepenanalyses dat koolhydratenarme diëten gedurende 12 tot 23 maanden, het HDL-cholesterolgehalte significant met 0.12 mmol/L [95% BI = 0.08 tot 0.15] verhoogde.

De onderzoekers vonden in subgroepenanalyses dat koolhydratenarme diëten gedurende 24 maanden, het HDL-cholesterolgehalte significant met 0.08 mmol/L [95% BI = 0.04 tot 0.12] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat koolhydratenarme diëten het totale cholesterolgehalte significant met 0.13 mmol/L [95% BI = 0.08 tot 0.19] verhoogde.
De resultaten bleven in de sensitiviteitsanalyses gelijk.

De onderzoekers vonden dat koolhydratenarme diëten het LDL-cholesterolgehalte (slecht cholesterol) significant met 0.11 mmol/L [95% BI = 0.02 tot 0.19, I2 = 71%, p = 0.0001] verhoogde.
De resultaten bleven in de sensitiviteitsanalyses gelijk.

De onderzoekers concludeerden dat koolhydratenarme diëten (minder dan 40 En% koolhydraten) gedurenden maximaal 6 maanden of 6 tot 11 maanden de risicofactoren van hart- en vaatziekten verberterden. Echter, dit positieve effect verdween bij koolhydratenarme diëten gedurende 24 maanden of langer.

Oorspronkelijke titel:
The effects of low-carbohydrate diets on cardiovascular risk factors: A meta-analysis by Dong T, Guo M, [...], Chen B.

Link:
https://journals.plos.org/plosone/article?id=10.1371/journal.pone.0225348

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over koolhydraten en hart- en vaatziekten.

De makkelijkste manier om een dieet met minder dan 40 En% koolhydraten te volgen, is door alleen te kiezen voor producten/maaltijden met minder dan 40 En% koolhydraten. Welke producten in de supermarkt ook minder dan 40 En% koolhydraten bevatten, kunt u hier opzoeken.
40 En% koolhydraten wil zeggen dat het aantal gram koolhydraten 40% bijdraagt aan het totale kcal van het dieet. Als het dieet 2000 kcal bevat, draagt 200 gram koolhydraten 40% bij aan deze 2000 kcal.
1 gram koolhydraten levert 4 kcal. Dus 200 gram koolhydraten levert 800 kcal en 800 kcal is 40% van 2000 kcal.

 

Tofu verlaagt suikerziekte type 2

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Eerdere bevindingen over de associatie (het verband) tussen peulvruchten en soja en het risico op het krijgen van suikerziekte type 2 zijn tegenstrijdig. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het eten van peulvruchten of soja de kans op het krijgen van suikerziekte type 2?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 15 cohort studies met in totaal 565810 deelnemers, waarvan 32093 mensen met suikerziekte type 2. 

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van peulvruchten de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 niet verlaagde [RR = 0.95, 95% BI = 0.79 tot 1.14, I2 = 84.8%].

De onderzoekers vonden dat het eten van soja de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 niet verlaagde [RR = 0.83, 95% BI = 0.68 tot 1.01, I2 = 90.8%].
Geen verband omdat RR van 1 in de 95% BI van 0.68 tot 1.01 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden dat het drinken van sojamelk de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 niet verlaagde [RR = 0.89, 95% BI = 0.71 tot 1.11, I2 = 91.7%].

De onderzoekers vonden dat het eten van tofu de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 8% [RR = 0.92, 95% BI = 0.84 tot 0.99] verlaagde.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het eten van soja-eiwitten de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 16% [RR = 0.84, 95% BI = 0.75 tot 0.95] verlaagde.
Significant omdat RR van 1 niet in de 95% BI van 0.75 tot 0.95 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden dat het eten van soja-isoflavonen de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 12% [RR = 0.88, 95% BI = 0.81 tot 0.96] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat zowel het eten van tofu, soja-eiwitten als soja-isoflavonen de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 verlaagden.

Oorspronkelijke titel:
Legume and soy intake and risk of type 2 diabetes: a systematic review and meta-analysis of prospective cohort studies by Tang J, Wan Y, […], Feng F.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31915830

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over soja en suikerziekte.
 

Obesitas verhoogt dementie

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Welke factoren verhogen de kans op het krijgen van dementie?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 34 prospectieve cohort studies met in totaal 159594 volwasenen (jonder dan 65 jaar aan het begin van de studie), waarvan 13540 uiteindelijk dementie kregen tijdens de studie.  

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het hebben van obesitas in de middelbare leeftijd de kans op het krijgen van dementie significant met 78% [RR = 1.78, 95% BI = 1.31-2.41] verhoogde.
Dit verhoogde risico bleef gelijk in de sensitiviteitsanalyses.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat suikerziekte de kans op het krijgen van dementie significant met 69% [RR = 1.69, 95% BI = 1.38-2.07] verhoogde.
Dit verhoogde risico bleef gelijk in de sensitiviteitsanalyses.
Significant wil zeggen, er kan met 95% zekerheid gezegd worden, dat suikerziekte de kans op het krijgen van dementie werkelijk met 69% verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het roken in de middelbare leeftijd de kans op het krijgen van dementie significant met 61% [RR = 1.61, 95% BI = 1.32-1.95] verhoogde.
Dit verhoogde risico bleef gelijk in de sensitiviteitsanalyses.
Significant omdat RR van 1 niet in de 95% BI van 1.32 tot 1.95 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden dat een hoog cholesterolgehalte de kans op het krijgen van dementie significant met 57% [RR = 1.57, 95% BI = 1.19-2.07] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat een hoge bloeddruk de kans op het krijgen van dementie significant met 72% [RR = 1.72, 95% BI = 1.25-2.37] verhoogde.

De onderzoekers vonden ook dat zowel een hoog homocysteïnegehalte, stress als veel drinken de kans op het krijgen van dementie verhoogde.

De onderzoekers vonden dat zowel een gezond dieet als een hormonentherapie in de middelbare leeftijd de kans op het krijgen van dementie verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat zowel mensen in de middelbare leeftijd met obesitas of suikerziekte als het roken in de middelbare leeftijd de kans op het krijgen van dementie verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Midlife Modifiable Risk Factors for Dementia: A Systematic Review and Meta-analysis of 34 Prospective Cohort Studies by Li XY, Zhang M, [...], Tan L.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31902364

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over cholesterol, het verlagen van de bloeddruk, suikerziekte, overgewicht, dementie en ouderdom.

De middelbare leeftijd is de levensfase tussen het veertigste en vijfenzestigste jaar.

Een gezond dieet is een dieet met:

  1. maximaal 35 En% eiwit
  2. maximaal 70 En% koolhydraten
  3. maximaal 25 En% suikers
  4. maximaal 35 En% vet
  5. maximaal 10 En% verzadigd vet
  6. maximaal 0.3 gram zout per 100 kcal
  7. minimaal 1.3 gram vezels per 100 kcal

De makkelijkste manier om een gezond dieet te volgen, is door te kiezen voor alleen maar producten/maaltijden met:

  1. maximaal 35 En% eiwit
  2. maximaal 70 En% koolhydraten
  3. maximaal 25 En% suikers
  4. maximaal 35 En% vet
  5. maximaal 10 En% verzadigd vet
  6. maximaal 0.3 gram zout per 100 kcal
  7. minimaal 1.3 gram vezels per 100 kcal

Echter, de meest praktische manier om een gezond dieet te volgen is, al uw dagelijks gegeten producten/maaltijden moeten gemiddeld:

  1. maximaal 35 En% eiwit
  2. maximaal 70 En% koolhydraten
  3. maximaal 25 En% suikers
  4. maximaal 35 En% vet
  5. maximaal 10 En% verzadigd vet
  6. maximaal 0.3 gram zout per 100 kcal
  7. minimaal 1.3 gram vezels per 100 kcal

Welke producten in de supermarkt gezond zijn kunt u hier opzoeken.

Vlees verhoogt niet astma bij kinderen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Veel studies tonen aan dat het eten van vlees geassocieerd wordt met het risico op het krijgen van astma bij kinderen, maar de resultaten zijn inconsistent. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Is er een relatie tussen het eten van vlees en het krijgen van astma bij kinderen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 9 studies.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van minimal 3 keer vlees per week, de kans op het krijgen van astma bij kinderen niet significant met 27% [OR  =  1.27, 95% BI  =  0.80 tot 2.01, p  = 0 .308] verhoogde.
Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het dagelijks eten van vlees, de kans op het krijgen van astma bij kinderen niet significant met 13% [OR  =  1.13, 95% BI  =  0.93 tot 1.37, p  = 0 .234] verhoogde.
Niet significant omdat de gevonden p-waarde van 0.234 groter was dan de p-waarde van 0.05.

De onderzoekers concludeerden dat het dagelijks eten van vlees, de kans op het krijgen van astma bij kinderen niet verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary meat intake and risk of asthma in children: evidence from a meta-analysis by Zhang D, Cao L, [...], Wang Z.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31895767

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vleesconsumptie en astma

Knoflook verlaagt mogelijk dikke darmkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van knoflook de kans op het krijgen van dikke darmkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 studies met in totaal 12558 mensen met dikke darmkanker.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel knoflook vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 20% [relatieve risico = 0.80, 95% BI = 0.69 tot 0.91, I 2 =  68.3%, p 0 .01] verlaagde.
Dit verlaagde risico bleef gelijk in de sensitiviteitsanalyses.
Significant omdat relatieve risico van 1 niet in de 95% BI van 0.69 tot 0.91 zat. Relatieve risico van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden in patiënt-controle studies dat het eten van veel knoflook vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 29% [relatieve risico = 0.71, 95% BI = 0.60 tot 0.84] verlaagde.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat het eten van veel knoflook vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van dikke darmkanker niet significant met 1% [relatieve risico = 0.99, 95% BI = 0.80 tot 1.23] verlaagde.
Niet significant omdat relatieve risico van 1 in de 95% BI van 0.80 tot 1.23 zat. Relatieve risico van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel knoflook de kans op het krijgen van dikke darmkanker mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat het verlaagde risico niet teruggevonden werd in de cohort studies.

Oorspronkelijke titel:
Garlic intake and the risk of colorectal cancer: A meta-analysis by Zhou X, Qian H, […], Zeng L.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31895803

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over significant/cohort studies, knoflook en kanker.