Voeding en gezondheid

100 µg/d vitamine K + 1000 mg/d calciumsupplementen verhogen botmineraaldichtheid

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Met de toenemende incidentie van osteoporose (botontkalking) worden vitamine K en calcium in veel onderzoeken in verband gebracht met botmineraaldichtheid (BMD) en ondergecarboxyleerd osteocalcine (UcOC), maar de resultaten van de onderzoeken naar het gecombineerde effect van vitamine K en calcium op botmineraaldichtheid en ondergecarboxyleerd osteocalcine in mensen zijn inconsequent (tegenstrijdig). Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verhoogt het sikken van vitamine K supplementen in combinatie met calciumsupplementen de botmineraaldichtheid?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 RCT’s met in totaal 1346 patiënten.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine K supplementen in combinatie met calciumsupplementen de botmineraaldichtheid van de lumbale wervelkolom significant verhoogde [SMD = 0.20, 95% BI = 0.07 tot 0.32, I2 = 46.9%, p = 0.049].
Echter, dit significant verhoogde effect was niet signifcant in de trim and fill methode (waarbij gecorrigeerd werd voor publicatie bias) [SMD = 0.067, 95% BI = -0.044 tot 0.178].

De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine K supplementen in combinatie met calciumsupplementen het gehalte van ondergecarboxyleerd osteocalcine significant verlaagde [SMD = -1.71, 95% BI = -2.45 tot -0.96, I2 = 95.7%, p  0.01].
Dit significant verlaagde effect werd ook teruggevonden in analyses waarbij gecorrigeerd werd voor publicatie bias [SMD = - 0.947, 95% BI = -1.211 tot -0.687].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van  ≤100 µg/d vitamine K supplementen in combinatie met calciumsupplementen de botmineraaldichtheid van de lumbale wervelkolom significant verhoogde [SMD = 0.40, 95% BI = 0.20 tot 0.61, I2 = 49.9%].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van vitamine K2 supplementen in combinatie met calciumsupplementen de botmineraaldichtheid van de lumbale wervelkolom significant verhoogde [SMD = 0.30, 95% BI = 0.10 tot 0.51, I2 = 0%].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van vitamine K supplementen in combinatie met  ≤1000 mg/d calciumsupplementen de botmineraaldichtheid van de lumbale wervelkolom significant verhoogde [SMD = 0.19, 95% BI = 0.05 tot 0.32, I2 = 62.3%].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van vitamine K supplementen in combinatie met calciumsupplementen gedurende maximaal 1 jaar de botmineraaldichtheid van de lumbale wervelkolom significant verhoogde [SMD = 0.38, 95% BI = 0.19 tot 0.57, I2 = 40%].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van ≤100 µg/d vitamine K2 supplementen in combinatie met  ≤1000 mg/d calciumsupplementen gedurende maximaal 1 jaar de botmineraaldichtheid van de lumbale wervelkolom verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
The combined effect of vitamin K and calcium on bone mineral density in humans: a meta-analysis of randomized controlled trials by Hu L, Ji J, [...], Yu B.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC8515712/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over overzichtsartikel/publicatie bias/RCT’s, vitamine K, calcium en botontkalking.

Een hoog gehalte aan ondergecarboxyleerd osteocalcine verhoogt de kans op het krijgen van botontkalking.

Ondergecarboxyleerd osteocalcine (ucOC of PIVKA-osteocalcine) is een gevoeliger marker voor vitamine K-insufficiëntie.

De incidentie is het aantal nieuwe zieken of ziekten in een populatie over een bepaalde periode.
 

Magnesiumsupplementen verlagen niet krampen in de benen tijdens zwangerschap

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van magnesiumsupplementen krampen in de benen tijdens de zwangerschap?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 4 RCT’s met in totaal 332 zwangere vrouwen.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van magnesiumsupplementen de frequentie van de krampen in de benen tijdens de zwangerschap niet verlaagde [WMD = -0.47, 95% BI = -1.14 tot 0.20, p = 0.167].

De onderzoekers vonden dat het slikken van magnesiumsupplementen het herstel van de krampen in de benen tijdens de zwangerschap niet verlaagde [OR = 0.47, 95% BI = 0.14 to 1.52, p = 0.207].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van magnesiumsupplementen niet effectief was bij de behandeling van de krampen in de benen tijdens de zwangerschap.

Oorspronkelijke titel:
Effect of oral magnesium supplementation for relieving leg cramps during pregnancy: A meta-analysis of randomized controlled trials by Liu J, Song G, [...], Meng T.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/34247796/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over zwangerschap en magnesium.

 

Kalium verlaagt hart- en vaatziekten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:.
Is er een dosisafhankeljijk verband tussen het eten van natrium en kalium, gemeten in meerdere 24-uurs urine, en de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 6 prospectieve cohort studies met in totaal 10709 gezonde volwassenen (54.2% vrouwen), waarvan 571 mensen met hart- en vaatziekten.
De gemiddelde leeftijd was 51.5±12.6 jaar.
De gemiddelde follow-up duur was 8.8 jaar.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden voor elke verhoging met 1000 mg natrium in de 24-uurs urine, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten significant met 18% [hazard ratio = 1.18, 95% BI = 1.08 tot 1.29] verhoogde.

De onderzoekers vonden voor elke verhoging met 1000 mg kalium in de 24-uurs urine, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten significant met 18% [hazard ratio = 0.82, 95% BI = 0.72 tot 0.94] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat een hogere natrium- en lagere kaliumconsumptie, zoals gemeten in de meerdere 24-uurs urine, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten verhoogde. Deze verhoogde risico was dosisafhankelijk.

Oorspronkelijke titel:
24-Hour Urinary Sodium and Potassium Excretion and Cardiovascular Risk by Ma Y, He FJ, […], Hu FB.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/34767706/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over significant/cohort/RCTs, zout- en kaliumconsumptie en het verlagen van hart- en vaatziekten.

De 24-uurs urine is de hoeveelheid urine die verzameld is gedurende 1 dag. Het bepalen van het natriumgehalte in de 24-uurs urine is een betrouwbare manier om de zoutiname via voeding bij een (proef)persoon gedurende 1 dag vast te stellen. Een hogere zoutinname leidt tot een hogere natriumgehalte in de 24-uurs urine. Zout bestaat uit natrium en chloride en verlaat het lichaam via de urine.

1 gram zout oftewel natriumchoride levert 400 mg natrium en 600 mg chloride. Dus 1000 mg natrium in de 24-uurs urine komt overeen met 2.5 (1000 mg/400 mg) gram zout.

Paddenstoelen verlagen doodgaan aan alle oorzaken

Onderzoeksvraag:
Of de consumptie van paddenstoelen - een rijke bron aan krachtige antioxidanten ergothioneïne en glutathion, vitamines en mineralen (bijv. selenium en koper) - geassocieerd is met een lager sterfterisico, is niet goed begrepen en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het eten van paddenstoelen de kans op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 5 prospectieve cohort studies met in totaal 601893 deelnemers, waarvan 50787 doden aan all-cause mortaliteit (doodgaan aan alle oorzaken).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van paddenstoelen de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 6% [gepoolde risk ratio = 0.94, 95% BI = 0.91 tot 0.98] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van paddenstoelen de kans op doodgaan aan alle oorzaken verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Prospective study of dietary mushroom intake and risk of mortality: results from continuous National Health and Nutrition Examination Survey (NHANES) 2003-2014 and a meta-analysis by Ba DM, Gao X, [...], Richie Jr JP.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC8454070/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over paddenstoelen en ouderdom.

Veel carotenoïden via voeding verlagen suikerziekte type 2

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Eerdere meta-analyses hebben een beschermend effect aangetoond tussen sommige carotenoïden en het risico op het krijgen van het metabole syndroom, hart- en vaatziekten, kanker en doodgaan aan alle oorzaken. Echter, de resultaten voor de associaties tussen carotenoïden en het krijgen van diabetes type 2 (suikerziekte type 2) blijven inconsistent en er is geen systematische review (een overzichtsartikel) over dit onderwerp uitgevoerd. Daarom werd dit overzichtsartikel (meta-analyse) uitgevoerd.

Verlaagt het eten van veel carotenoïden of het hebben van een hoog carotenoïdengehalte, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 13 studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel beta-caroteen de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 22% [gepoolde RR = 0.78, 95% BI = 0.70 tot 0.87, I2 = 13.7%, n = 6] verlaagde.
Dit significante, verlaagde risico werd ook teruggevonden voor het eten van veel (totale) carotenoïden, alfa-caroteen en luteïne/zeaxanthine.

De onderzoekers vonden dat een hoog beta-caroteengehalte de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 40% [gepoolde RR = 0.60, 95% BI = 0.46 tot 0.78, I2 = 56.2%, n = 7] verlaagde.
Dit significante, verlaagde risico werd ook teruggevonden voor het hoge (totale) carotenoïden-, lycopeen- en luteïnegehalte.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses, een non-lineair verband tussen het gehalte van alfa-caroteen, beta-caroteen, luteïne en het totale carotenoïden en het krijgen van suikerziekte type 2.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van zowel veel (totale) carotenoïden als het hebben van een hoog (totale) carotenoïdengehalte, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary Intake and Circulating Concentrations of Carotenoids and Risk of Type 2 Diabetes: A Dose-Response Meta-Analysis of Prospective Observational Studies by Jiang YW, Sun ZH, [...], Pan A.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33979433/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over carotenoïden en suikerziekte.

Een hoog beta-caroteengehalte in het lichaam kan verkregen worden door voeding te eten die veel beta-carotten bevat en/of beta-caroteensupplementen te slikken.

 

Dagelijks 200-700 gram groente en fruit verlaagt fragiliteit

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van groente en/of fruit de kans op fragiliteit?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 cohort studies en 4 cross-sectionele studies met in totaal 18616 mensen met fragiliteit en 101969 mensen zonder fragiliteit (de controles).

De bewijslast was matig, gebaseerd op de NutriGrade-score.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 7 cohort studies, vergeken met een lage groente- en fruitconsumptie, dat een hoge groente- en fruitconsumptie de kans op fragiliteit significant met 35% [RR = 0.65, 95% BI = 0.50 tot 0.84, I2 = 81%] verlaagde.
Dit significante verlaagde risico werd niet teruggevonden voor alleen groenteconsumptie of alleen fruitconsumptie.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 200 gram groente en fruit per dag, de kans op fragiliteit significant met 14% verlaagde.
Deze significante verlaagde risio steeg lineair tot 700 gram groente en fruit per dag en vlakte daarna af.

De onderzoekers concludeerden dat het dagelijks eten van 200-700 gram groente en fruit (samen) de kans op fragiliteit verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Fruit and vegetable intake and risk of frailty: A systematic review and dose response meta-analysis by Ghoreishy SM, Asoudeh F, […], Mohammadi H.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/34534684/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over groente- en fruitconsumptie en ouderdom.

Fragiliteit (breekbaarheid, broosheid) bij ouderen is een dynamische toestand waarin een oudere verkeert die tekorten heeft in één of meerdere gebieden van het menselijk functioneren (lichamelijk, psychisch, sociaal), die onder invloed van een diversiteit aan variabelen wordt veroorzaakt en die de kans op het optreden van ongewenste uitkomsten vergroot.
 

4000 mg inositolsupplementen verlagen bloeddruk

Afbeelding

Onderzoeksvraag:.
De mogelijke effecten van het slikken van inositolsupplementen op de bloeddruk zijn onderzocht in de verschillende interventiestudies. Toch zijn de bevindingen in deze context controversieel en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het slikken van inositolsupplementen de bloeddruk?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 7 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van inositolsupplementen de systolische bloeddruk significant verlaagde [WMD = -5.69 mmHg, 95% BI = -7.35 tot -4.02, p 0.001].
Dit signifcante verlagende effect werd in de subgroepenanalyses met name teruggevonden bij mensen met het metabole syndroom, bij het slikken van minimaal 8 weken inositolsupplementen en bij 4000 mg inositolsupplementen.

De onderzoekers vonden dat het slikken van inositolsupplementen de diastolische bloeddruk significant verlaagde [WMD = -7.12 mmHg, 95% BI = -10.18 tot -4.05, p 0.001].
Dit signifcante verlagende effect werd in de subgroepenanalyses met name teruggevonden bij mensen met het metabole syndroom, bij het slikken van minimaal 8 weken inositolsupplementen en bij 4000 mg inositolsupplementen.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van 4000 mg inositolsupplementen gedurende minimaal 8 weken de bloeddruk, met name bij mensen met het metabole syndroom verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
The effect of inositol supplementation on blood pressure: A systematic review and meta-analysis of randomized-controlled trials by Tari SH, Sohouli MH, […], Rahideh ST.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/34330516/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over significant/cohort/RCTs, inositol en het verlagen van de bloeddruk.

Een RCT is een interventiestudie.
 

Dagelijks 0.8-10 mg foliumzuursupplementen verlagen CRP gehalte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Foliumzuursuppletie verlagen ontstekingen. Echter, de bewezen effecten op de ontstekingsmarkers zijn onduidelijk omdat klinische studies over dit onderwerp inconsistente resultaten laten zien en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.  

Verlaagt het slikken van foliumzuursupplementen het gehalte van de ontstekingsmarkers, zoals het CRP en IL-6 en TNF-α gehalte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 12 RCT’s met in totaal 1392 deelnemers.
De gemiddelde leeftijd varieerde tussen 24.2 en 68.1 jaar.

De studiegrootte varieerde tussen 19 en 530 deelnemers.
De suppletieduur (duur van de studie) varieerde tussen 2 en 52 weken.

De dagelijkse dosering van foliumzuursupplementen varieerde tussen 0.8 mg en 10 mg.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van foliumzuursupplementen het CRP gehalte significant verlaagde [WMD = -0.59 mg/L, 95% BI = -0.85 tot -0.33, p 0.001, I2 = 91.3%, p 0.001, n = 1279 deelnemers].
Dit significante verlaagde effect werd ook teruggevonden in de subgroepenanalyes en de sensitiviteitsanalyses. 

De onderzoekers vonden geen verband tussen het slikken van foliumzuursupplementen en het verlagende effect op het IL-6 [WMD = -0.12, 95% BI = -0.95 tot 0.72 pg/mL, p = 0.780] en TNF-α gehalte [WMD = -0.18, 95% BI = -0.86 tot 0.49 pg/mL, p = 0.594].  
Geen verband omdat de gevonden p-waarde van 0.594 groter was dan de p-waarde van 0.05.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van 0.8-10 mg foliumzuursupplementen per dag het CRP gehalte verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effects of Folic Acid Supplementation on Inflammatory Markers: A Grade-Assessed Systematic Review and Dose-Response Meta-Analysis of Randomized Controlled Trials by Asbaghi O, Ashtary-Larky D, […], Naeini AA.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC8308638/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over significant/RCT’s/overzichtsartikel, foliumzuur en CRP.

 

Roodvlees verhoogt metabole syndroom

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen het eten van roodvlees of gevogelte en het krijgen van het metabole syndroom?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 9 prospectieve cohort studies met in totaal 21869 deelnemers, Alle studies hadden zowel mannelijke als vrouwelijke deelnemers.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van roodvlees de kans op het krijgen van het metabole syndroom significant met 35% [gepoolde multi-variable adjusted RR = 1.35, 95% BI = 1.13 tot 1.62, p = 0.001, I2 = 54.4%, p = 0.032] verhoogde.
Dit significante verhoogde risico werd ook teruggevonden voor studies waarbij gecorrigeerd werd voor BMI [RR = 1.4, 95% BI = 1.23 tot 1.6, p 0.001] en lichamelijke activiteiten [RR = 1.48, 95% BI = 1.29 tot 1.71, p 0.001].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van bewerkt roodvlees de kans op het krijgen van het metabole syndroom significant met 48% [multi-variable adjusted RR = 1.48, 95% BI = 1.11 tot 1.97, p = 0.007, I2 = 64.7%, p = 0.037] verhoogde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van onbewerkt roodvlees de kans op het krijgen van het metabole syndroom significant met 32% [multi-variable adjusted RR = 1.32, 95% BI = 1.14 tot 1.54, p = 0.0003, I2 = 0%, p = 0.397] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van gevogelte de kans op het krijgen van het metabole syndroom significant met 15% [gepoolde multi-variable adjusted RR = 0.85, 95% BI = 0.75 tot 0.97, p = 0.02, I2 = 0%, p = 0.707] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van roodvlees (zowerl bewerkt als onbewerkt) de kans op het krijgen van het metabole syndroom verhoogde, terwijl het eten van gevogelte de kans op het krijgen van het metabole syndroom juist verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Association of Red Meat and Poultry Consumption With the Risk of Metabolic Syndrome: A Meta-Analysis of Prospective Cohort Studies by Guo H, Ding J, [...], Zhang Y.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC8295459/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over roodvlees, gevogelte en het metabole syndroom.

Bewerkt roodvlees zijn onder andere hamburgers, gehakt, vleeswaren (ham, salami), worst (rookworst, ossenworst). rosbief, bacon en filet americain.

Dagelijks 50 mg anthocyaninen of 100 mg proanthocyanidinen via voeding verlagen coronaire hartziekte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:.
Epidemiologische studies hebben aangetoond dat een hogere inname van flavonoïden het risico op het krijgen van coronaire hartziekte verlaagt. Echter, welke subklassen van flavonoïden het risico op het krijgen van coronaire hartziekte zou kunnen verminderen, is controversieel gebleven en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het eten van verschillende subklassen (zoals anthocyaninen, flavonolen, isoflanonen) van flavonoïden het risico op het krijgen van coronaire hartziekte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 19 onafhankelijke prospectieve cohort studies met in totaal  894471 deelnemers, waarvan 34707 mensen met een coronaire hartziekte.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van anthocyaninen de kans op het krijgen van een coronaire hartziekte significant met 10% [RR = 0.90, 95% BI = 0.83 tot 0.98] verlaagde.
Dit significante, verlaagde risico bleef gehandhaafd (gelijk) in de sensitiviteitsanalyses en de subgroepenanalyses.

De onderzoekers vonden dat het eten van proanthocyanidinen de kans op het krijgen van een coronaire hartziekte significant met 22% [RR = 0.78, 95% BI = 0.65 tot 0.94] verlaagde.
Dit significante, verlaagde risico bleef gehandhaafd in de sensitiviteitsanalyses en de subgroepenanalyses.

De onderzoekers vonden dat het eten van flavonolen de kans op het krijgen van een coronaire hartziekte significant met 12% [RR = 0.88, 95% BI = 0.79 tot 0.98] verlaagde.
Dit significante, verlaagde risico bleef gehandhaafd in de sensitiviteitsanalyses en de subgroepenanalyses.

De onderzoekers vonden dat het eten van flavonen de kans op het krijgen van een coronaire hartziekte significant met 6% [RR = 0.94, 95% BI = 0.89 tot 0.99] verlaagde.
Dit significante, verlaagde risico bleef gehandhaafd in de sensitiviteitsanalyses en de subgroepenanalyses.

De onderzoekers vonden dat het eten van isoflanonen de kans op het krijgen van een coronaire hartziekte significant met 10% [RR = 0.90, 95% BI = 0.83 tot 0.98] verlaagde.
Dit significante, verlaagde risico bleef gehandhaafd in de sensitiviteitsanalyses en de subgroepenanalyses.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyse, dat elke verhoging met 50 mg anthocyaninen per dag, de kans op het krijgen van een coronaire hartziekte significant met 5% verlaagde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyse, dat elke verhoging met 100 mg proanthocyanidinen per dag, de kans op het krijgen van een coronaire hartziekte significant met 5% verlaagde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyse, dat elke verhoging met 25 mg flavonolen per dag, de kans op het krijgen van een coronaire hartziekte significant met 5% verlaagde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyse, dat elke verhoging met 5 mg flavonen per dag, de kans op het krijgen van een coronaire hartziekte significant met 5% verlaagde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyse, dat elke verhoging met 0.5 mg isoflavonen per dag, de kans op het krijgen van een coronaire hartziekte significant met 5% verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het dagelijks eten van 50 mg anthocyaninen, 100 mg proanthocyanidinen, 25 mg flavonolen, 5 mg flavonen of 0.5 mg isoflavonen de kans op het krijgen van een coronaire hartziekte verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Flavonoid subclasses and coronary heart disease risk: a meta-analysis of prospective cohort studies by Fan ZK, Wang C, [...], Li D.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/34470681/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over significant/cohort/RCTs, flavonoïden en hart- en vaatzieke.

 

Borstvoeding verlaagt eierstokkanker onder vrouwen met BRCA-1 of BRCA-2 genmutatie

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het geven van borstvoeding de kans op het krijgen van eierstokkanker onder vrouwen met een BRCA1 of BRCA2 genmutatie?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 1 cohort studie en 4 patiënt-controle studies met in totaal 14601 vrouwen met een BRCA1 of BRCA2 genmutatie.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in gepoolde analyses, dat het geven van borstvoeding de kans op het krijgen van eierstokkanker onder vrouwen met een BRCA1 genmutatie significant met 23.3% [gepoolde OR = 0.767, 95% BI = 0.688 tot 0.856, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses, dat het geven van borstvoeding de kans op het krijgen van eierstokkanker onder vrouwen met een BRCA2 genmutatie niet significant met 18.3% [gepoolde OR = 0.817, 95% BI = 0.650 to 1.028, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses, dat het geven van borstvoeding gedurende minimaal 1 jaar de kans op het krijgen van eierstokkanker onder vrouwen met een BRCA1 genmutatie significant met 21.3% [OR = 0.787, 95% BI = 0.682 to 0.907, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses, dat het geven van borstvoeding gedurende minimaal 1 jaar de kans op het krijgen van eierstokkanker onder vrouwen met een BRCA2 genmutatie significant met 43.3% [OR = 0.567, 95% CI = 0.400 tot 0.802, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het geven van borstvoeding gedurende minimaal 1 jaar de kans op het krijgen van eierstokkanker onder zowel vrouwen met een BRCA1 als BRCA2 genmutatie verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
The preventive effect of breastfeeding against ovarian cancer in BRCA1 and BRCA2 mutation carriers: A systematic review and meta-analysis by Eoh KJ, Park EY, […], Lim MC.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/34304906/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over borstvoeding en kanker.


 

Vitamine D supplementen verlagen astma bij kinderen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
De associatie tussen het serum 25-hydroxyvitamine D 25(OH)D gehalte (vitamine D gehalte in het bloed) en het optreden van astma bij kinderen is controversieel en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.  

Verhoogt een laag vitamine D gehalte (gemeten als 25(OH)D gehalte) in het bloed de kans op het krijgen van astma bij kinderen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 35 studies met in totaal 5711 kinderen met astma en 21561 kinderen zonder astma (de controles).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het vitamine D gehalte van kinderen met astma significant lager was dan van kinderen zonder astma [21.7 ng/mL versus 26.5 ng/mL, SMD = -1.36, 95% BI = -2.40 tot -0.32, p = 0.010].

De onderzoekers vonden dat de behandeling met vitamine D supplementen de kans op terugval bij kinderen met astma significant met 65% [RR = 0.35, 95% BI = 0.35 tot 0.79, p = 0.002] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat een laag vitamine D gehalte in het bloed de kans op het krijgen van astma verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Vitamin D and asthma occurrence in children: A systematic review and meta-analysis by Wang Q, Ying Q, [...], Chen J.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/34366195/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over significant/RCT’s/overzichtsartikel, vitamine D en astma.

 

Enkelvoudig onverzadigde vetzuren verlagen doodgaan aan alle oorzaken

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
De bevindingen over het verband tussen de inname van enkelvoudig onverzadigde vetzuren (MUFA) via voeding en het risico op sterfte zijn tegenstrijdig en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 17 prospectieve cohort studies met in totaal 1022321 deelnemers in de leeftijd van 20 jaar en ouder, waarvan 191283 doden aan alle oorzaken, 55437 doden aan hart- en vaatziekten en 64448 doden aan kanker.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van enkelvoudig onverzadigde vetzuren de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 6% [RR = 0.94, 95% BI = 0.90 tot 0.98, I2 = 55.5%, p = 0.005] verlaagde.
Dit significante verlaagde risico werd niet teruggevonden voor doodgaan aan hart- en vaatziekten of kanker.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 5 energieprocent (5 En%) uit enkelvoudig onverzadigde vetzuren de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 3% [RR = 0.97, 95% BI = 0.96 tot 0.98] verlaagde.
Dit significante verlaagde risico werd niet teruggevonden voor doodgaan aan hart- en vaatziekten of kanker.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van enkelvoudig onverzadigde vetzuren de kans op doodgaan aan alle oorzaken verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary intakes of monounsaturated fatty acids and risk of mortality from all causes, cardiovascular disease and cancer: A systematic review and dose-response meta-analysis of prospective cohort studies by Lotfi K, Salari-Moghaddam A, […], Esmaillzadeh A.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/34560281/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vetzuren, kanker, hart- en vaatziekten en ouderdom.
Zoek hier welke producten veel enkelvoudig onverzadigde vetzuren bevatten.
 

Vitamine D tekort verhoogt acné

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Vitamine D-tekort wordt vaak in verband gebracht met de verschillende medische aandoeningen. Echter, een uitgebreide meta-analyse die het verband tussen het vitamine D-gehalte en acné beoordeelt, ontbreekt en daarom werd dit overzichtsartikel (meta-analyse) uitgevoerd.  

Verhoogt een laag vitamine D gehalte (gemeten als 25(OH)D gehalte) de kans op het krijgen van acné?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 13 studies met in totaal 1362 patiënten met acné en 1081 mensen zonder acné (de controles).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het vitamine D gehalte in het bloed van patiënten met acné significant lager was dan van patiënten zonder acné [gepoolde MD = -9.02 ng/mL, 95% BI = -13.22 tot -4.81, p 0.0001].

De onderzoekers vonden dat een vitamine D tekort de kans op het krijgen van acné met 197% [gepoolde OR = 2.97, 95% BI = 1.68 tot 5.23, I2 = 72%] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het vitamine D gehalte in het bloed negatief correleerde met de  ernst van acné.

De onderzoekers concludeerden dat een vitamine D tekort zowel de kans op het krijgen van acné als de ernst van acné verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Association between Vitamin D Level and Acne, and Correlation with Disease Severity: A Meta-Analysis by Hasamoh Y, Thadanipon K, […], Juntongjin P.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/34348293/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over significant/RCT’s/overzichtsartikel, vitamine D en chronische ziektes.

Stoeloefeningen zorgen voor krachtbehoud bij ouderen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhogen stoeloefeningen kracht bij ouderen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 25 studies met in totaal 1388 deelnemers.
19 studies waren RCTs.
De gemiddelde leeftijd varieerde tussen 55 en 88 jaar.

De interventieduur varieerde tussen 2 en 72 weken, waarbij de meest voorkomende interventieduur 12 weken was, met 2 tot 14 sessies per week. De sessies duurden tussen 15 en 110 minuten.

De stoeloefeningen waren onder andere yoga, tai chi en schommelstoel.

17 studies hadden een laag risico op bias (dat wil zeggen 17 studies hadden een hoge kwaliteit) en 5 studies hadden een hoog risico op bias (5 studies hadden een lage kwaliteit).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat stoeloefeningen de bovenste extremiteit significant verbeterden [handgreepsterkte test: MD = 2.10, 95% BI = 0.76 tot 3.43, I2 = 42% en 30 seconden armcurltest: MD = 2.82, 95% BI = 1.34 tot 4.31, I2 = 71%].
Deze veranderingen werden waargenomen in korte (12 weken) en middellange termijn (12 weken tot 6 maanden) interventies.

De onderzoekers vonden dat stoeloefeningen de functie van de onderste extremiteit significant verbeterden [30 seconden stoelstand test: MD = 2.25, 95% BI = 0.64 tot 3.86, I2 = 62%].
Deze veranderingen werden waargenomen in korte (12 weken) en middellange termijn (12 weken tot 6 maanden) interventies.

De onderzoekers concludeerden dat stoeloefeningen effectief zijn en moeten worden gepromoot als eenvoudige en makkelijk te implementeren activiteiten om kracht te behouden en te ontwikkelen bij ouderen.

Oorspronkelijke titel:
The Effect of Chair-Based Exercise on Physical Function in Older Adults: A Systematic Review and Meta-Analysis by Klempel N, Blackburn NE, […], Tully MA.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC7920319/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over sportvoeding en het verhogen van de botmineraaldichtheid.

Studies met een laag risico op bias wil zeggen dat de studies een hoge kwaliteit hebben. De resultaten gevonden in studies met een hoge kwaliteit zijn betrouwbaarder dan in studies met een lage kwaliteit. 

Tot de skeletbeenderen van de vrije bovenste extremiteit behoren het opperarmbeen, het onderarmbeen en de hand.

De onderste extremiteit wordt anatomisch verdeeld in bekkengordel, boven- en onderbeen en voet.