Voeding en gezondheid

Studies 2019

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken naar suikerziekte:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

2019:

  1. Vetarme zuivelproducten verlagen buikomtrek en lichaamsgewicht
  2. Graanvezels via voeding verlagen suikerziekte type 2
  3. Patiënten met suikerziekte hebben baat bij voeding met een lage n-6/n-3 ratio
  4. Zinksupplementen verlagen suikerziekte
  5. Hoge eiwitconsumptie verhoogt suikerziekte type 2
  6. Foliumzuursupplementen verlagen nucher insulinegehalte
  7. Suikerpatiënten type 2 hebben baat bij 13.1 gram viskeuze voedingsvezelssupplementen

Studies 2019

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken naar chronische ziekten:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Vitamine B12, D en E verlagen eczeem
  2. Een hoog zinkgehalte in de hersenvocht verlaagt ziekte van Parkinson
  3. Omega-3 vetzuren verlagen CRP-gehalte van nierpatiënten met hemodialyse
  4. Een laag selenium- en zinkgehalte verhogen reumatoïde artritis
  5. 60-500 mg coënzym Q10 supplementen per dag verlagen ontstekingen
  6. Eieren geven geen ontstekingen in het lichaam
  7. Magnesiumtekort verhoogt doodgaan aan hart- en vaatziekten onder patiënten met chronische nierziekte
  8. Vitamine D verlaagt cholesterolgehalte van mensen met chronische nierziekte
  9. Visconsumptie verbetert longfunctie van rokers
  10. Lichamelijke oefeningen verbeteren kwaliteit van leven van nierpatiënten
  11. 200 gram fruit per dag verlaagt galstenen
  12. Minimaal 12 weken L-carnitine supplementen verlaagt ontstekingen
  13. Plasma creatininegehalte voorspelt mogelijk ALS
  14. Probiotica en prebiotica verlagen onstekingen bij suikerpatiënten
  15. 10-40 gram vezels per dag verlagen divertikelziekte
  16. Magnesiumtekort verhoogt ADHD
  17. Een hoog vitamine D-gehalte voor de geboorte verlaagt ADHD
  18. Dagelijks 3 kopjes koffie verlaagt doodgaan aan alle oorzaken
  19. Vis verlaagt ziekte van Crohn
  20. Vitamine D-tekort verhoogt de ziekte van Parkinson

Studies 2018

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken naar sportvoeding:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. 1 tot 6 gram taurinesupplementen per dag verbeteren het uithoudingsvermogen

Studies 2019

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken naar kanker:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. 100 gram groente per dag verlaagt longkanker onder rokers
  2. Wortels verlagen longkanker
  3. 10 mg soja-isoflavonen via voeding verlaagt doodgaan aan borstkanker
  4. 50 gram cholesterol per dag verhoogt eierstokkanker
  5. 1 mg heme-ijzer per dag verhoogt borstkanker
  6. Geen verband tussen gevogelte en hersenkanker
  7. Koffie verlaagt hersenkanker onder Aziaten
  8. Cafeïnevrije koffie verlaagt mogelijk eierstokkanker
  9. Veel antioxidanten via voeding verlagen doodgaan aan hart- en vaatziekten
  10. Vis verlaagt borstkanker onder Aziaten
  11. Lichamelijke activiteiten verlagen longkanker onder rokers
  12. Een hoge transvetzurenconcentratie verhoogt borstkanker onder postmenopauzale vrouwen
  13. Dagelijks 100 microgram foliumzuur via voeding verlaagt borstkanker
  14. Dagelijks 100-300 gram groente of fruit verlaagt kanker

Alzheimer-patiënten hebben een lage vitamine E bloedwaarde (Alzheimer's disease patients have a low plasma vitamin E level)

Dutch:
De onderzoekers vonden in een overzichtsartikel dat een verlaagde vitamine E bloedwaarde, de kans op het krijgen van de ziekte van Alzheimer verhoogde.

Lees hier meer over:
Alzheimer-patiënten hebben een lage vitamine E bloedwaarde

English:
The investigators found in a review article that increasing vitamin E level in the plasma through vitamin E riched diet is useful to prevent Alzheimer's disease.

Read more right here:
Alzheimer's disease patients have a low plasma vitamin E level

Spanish:
Los investigadores encontraron en un artículo de revisión, que aumentando el nivel de vitamina E en el plasma a través de una dieta rica en vitamina E es útil para prevenir la enfermedad de Alzheimer.

Leer más aquí:
Pacientes con Alzheimer tienen un bajo nivel de vitamina E
 

 





 

Vitamine E via voeding verlaagt een beroerte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Bevindingen uit observationele studies naar de relatie tussen vitamine E-inname en het risico op het krijgen van een beroerte blijven controversieel en de dosisafhankelijke relatie tussen vitamine E-inname en het risico op het krijgen van een beroerte moet nog bepaald worden. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het eten van vitamine E via voeding de kans op het krijgen van een beroerte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 9 prospectieve cohort studies met 3284 mensen met een beroerte onder 220371 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge vitamine E-inname via voeding, de kans op het krijgen van een beroerte significant met 17% [RR = 0.83, 95% BI = 0.73 tot 0.94] verlaagde. Dit verlaagde risico bleef gelijk in de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers vonden dat een hoge vitamine E-inname via voeding gedurende maximaal 10 jaar de kans op het krijgen van een beroerte significant met 16% [RR = 0.84, 95% BI = 0.72 tot 0.91] verlaagde.

De onderzoekers vonden een non-lineair verband tussen een hoge vitamine E-inname via voeding en de kans op het krijgen van een beroerte [p = 0.0249].

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel vitamine E (een hoge vitamine E-inname via voeding) de kans op het krijgen van een beroerte verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Vitamin E intake and risk of stroke: a meta-analysis by Cheng P, Wang L, [...], Zhu J.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30401005

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine E en het voorkomen van een beroerte.
 

Jicht

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken naar de relatie tussen voeding en het voorkomen van jicht:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Roodvlees, zeevruchten, fructose en alcohol verhogen jicht
  2. Dagelijks 60 gram fructose of meer verhoogt jicht
  3. Een hoog serum urinezuurgehalte verlaagt ALS
  4. Een hoog urinezuurgehalte verhoogt de botdichtheid

XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX

  • Jicht (artritis urica) is een reumatische aandoening aan het gewricht, welke wordt veroorzaakt door het onvermogen van het lichaam om urinezuur af te voeren, waardoor het lichaam deze gaat omzetten in vaste vorm; de urinezuurkristallen. Urinezuurkristallen slaan neer in de gewrichten, wat voor een pijnlijke ontsteking zorgt.
  • In het warme bloed lost urinezuur gemakkelijk op, maar bij een te hoge concentratie hiervan kan dit zuur neerslaan in de vorm van kleine naaldvormige kristallen. In een relatief koude omgeving, zoals handen en voeten, gebeurt dit het gemakkelijkst.
  • Een sterk verhoogde concentratie urinezuur in het bloed (hyperurikemie) is de onderliggende oorzaak van jicht. Urinezuur is een afbraakproduct van bestanddelen van celkerneiwit, met name van de purinebasen adenine en guanine.
  • Voeding is maar voor zo’n 10 procent verantwoordelijk voor het urinezuurgehalte in het bloed; de overige 90 procent wordt bepaald door factoren binnen het lichaam.
  • Jicht komt bij mannen vier keer zo vaak voor als bij vrouwen en ontstaat meestal na het 40ste levensjaar.
  • Vrouwen hebben in het algemeen een lager urinezuurgehalte dan mannen. Dit komt omdat met de maandelijkse menstruatie vrouwen veel zure afvalstoffen, waaronder urinezuur, afvoeren. Na de menopauze is deze mogelijkheid verdwenen en is het urinezuurgehalte in het algemeen gelijk aan die van de man.
    Bij het meten van urinezuur in het bloed wordt bij mannen een bovengrens van 7 mg per 100 ml gehanteerd en bij vrouwen is dat 6 mg per 100 ml.
  • 10% van mensen met te veel urinezuur in het bloed (hyperurikemie) zal ooit een jichtaanval krijgen Een jichtaanval komt over het algemeen plotseling opzetten en duurt één tot drie weken. Wanneer u meer dan drie keer per jaar een jichtaanval hebt, is er sprake van chronische jicht.
  • Er zijn 2 manieren waarop het urinezuurgehalte in het bloed te hoog wordt.
    1. het lichaam maakt teveel urinezuur aan
    2. het lichaam breekt teweinig urinezuur af
  • Oorzaken van een verhoogde aanmaak (productie) van urinezuur zijn:
    • erfelijk bepaald; de een heeft een hogere urinezuurproductie dan de ander
    • extra afbraak van weefsel, bijvoorbeeld spierweefsel
    • hart- en vaatziekten, zoals hartfalen
    • overgewicht
    • psoriasis
    • tumoren
  • Het urinezuurgehalte in het bloed kan ook verhoogd worden door het eten van purinezuurrijke levensmiddelen.

Levensmiddelen

Gehalte aan purinezuur per 100 gram

Rosbief

110 mg

Runderbraadlap

112 mg

Kabeljauw

120 mg

Kalkoenfilet

120 mg

Tonijn

120 mg

Garnalen

130 mg

Schapenvlees

130 mg

Cervelaatworst

133 mg

Inktvis

135 mg

Kalfsfilet

140 mg

Konijn

150 mg

Hert

160 mg

Kikkererwten

160 mg

Gans

170 mg

Gehakt half om half

170 mg

Gerookte zalm

174 mg

Lamsvlees

180 mg

Makreel

186 mg

Linzen

200 mg

Varkensfilet

212 mg

Runderlever

230 mg

Ansjovis

260 mg

Haring

317 mg

Sardientjes

349 mg

Sojabonen

356 mg

Kalfszwezerik

918 mg

Overzicht  medicatie  bij jicht:  aanvalsbehandeling

stofnaam

merknaam®

toedieningsvorm: sterkte

colchicine

merkloos

tablet: ½ mg

NSAID's

diclofenac


ibuprofen






indometacine


naproxen
 

merkloos, Cataflam®
Voltaren®
 
merkloos, Advil®
Brufen®, Nurofen®
Sarixell®, Spidifen®
Zafen®



merkloos


merkloos, Aleve®
 

tablet (mga*): 12½-100 mg
 zetpil: 25, 50 en 100 mg
 
 bruispoeder: 400 en 600 mg
 capsule, dragee: 200, 400 mg
 suspensie: 20 mg/ml
 smelttablet: 200 mg
 tablet (mga*): 200-800 mg
 zetpil: 125 en 500 mg
 
 capsule (mga*): 25-75 mg
 zetpil: 50 en 100 mg
 
 tablet: 220-550 mg
 zetpil: 250 en 500 mg

Maagbescherming  (vanwege NSAID-gebruik)

omeprazol


misoprostol

Vaste combinaties
diclofenac/
      /misoprostol

naproxen/
      /esomeprazol

merkloos, Losec®
 Losecosan®, Omecat®

merkloos, Cytotec®


merkloos, Arthrotec®


Vimovo®
 

capsule, tablet: 10-40 mg

 
 tablet: 200 microg

 
 tablet: 50/200 en 75/200 mg

 
 tablet mga*: 500/20 mg
 

COX-2-remmers

celecoxib

etoricoxib

merkloos, Celebrex®

Arcoxia®

capsule: 100 en 200 mg
 
 tablet: 30-120 mg

Corticosteroïden

prednisolon



prednison

merkloos
Prednisolon FNA


merkloos, Lodotra®

capsule: 10-75 mg
 drank: 1 en 5 mg/ml
 tablet: 5, 20 en 30 mg
 
 tablet (mga*): 1, 2 en 5 mg

mga* = met gereguleerde afgifte

 
 

Header search-page gefilterd

Hier ziet u alle producten. U kunt op voedingsingrediënt filteren. Zo kunt u direct op zoek naar gerechten die voldoen aan uw criteria. De ingredienten worden nu op zout 20% gefilterd.

Middellangketenige verzadigde vetzuren verhogen sneller goed cholesterol

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Middellangketenige verzadigde vetzuren (MCFA's) kunnen de circulerende lipiden en de lipoproteïnen anders beïnvloeden dan langketenige verzadigde vetzuren (LCSFA's), maar de resultaten in menselijke interventiestudies zijn tegenstrijdig. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Hebben middellangketenige verzadigde vetzuren (MCFA's) en langketenige verzadigde vetzuren (LCSFA's) verschillende invloeden op de circulerende lipiden en de lipoproteïnen in het menselijk lichaam?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 crossover en 1 parallel interventiestudies met in totaal 299 deelnemers (gemiddelde leeftijd was 38 jaar en gemiddelde BMI was 24).

Er was geen statistische heterogeniteit voor het HDL-cholesterol, apoA-I en triglyceridengehalte maar wel voor het totale cholesterol [I2 = 49%] en LDL-cholesterolgehalte [I2 = 58%].

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden ten opzichte van een dieet met veel langketenige verzadigde vetzuren, dat een dieet met veel middellangketenige verzadigde vetzuren het HDL-cholesterolgehalte (goed cholesterol) significant met 0.11 mmol/L [MD = 0.11 mmol/L, 95% BI = 0.07 tot 0.15 mmol/L] verhoogde, zonder effect te hebben op het triglyceriden-, LDL- (slecht cholesterol) en totaal cholesterolgehalte.

De onderzoekers vonden ten opzichte van een dieet met veel langketenige verzadigde vetzuren dat een dieet met veel middellangketenige verzadigde vetzuren het apolipoprotein A-I (apoA-I) gehalte significant met 0.08 g/L [MD = 0.08 g/L, 95% BI = 0.02 tot 0.14 g/L] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat een dieet met veel middellangketenige verzadigde vetzuren (MCFA's) het HDL-cholesterolgehalte en het apolipoprotein A-I (apoA-I) gehalte sneller verhoogde dan een dieet met veel langketenige verzadigde vetzuren (LCSFA's).

Oorspronkelijke titel:
Differential effects of medium- and long-chain saturated fatty acids on blood lipid profile: a systematic review and meta-analysis by Panth N, Abbott KA, […], Garg ML.

Link:
https://academic.oup.com/ajcn/article-abstract/108/4/675/5100313?redirectedFrom=fulltext

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over cholesterol, vetconsumptie en hart- en vaatziekten.

Door het meten van het apolipoprotein A-I (apoA-I) en het cholesterolgehalte kan de arts het risico op het krijgen van hart- en vaatziekten bepalen. Het apolipoprotein A-I (apoA-I) en het cholesterolgehalte worden in het vakjargon de biomerkers van hart- en vaatziekten genoemd.

Aan de hand van het aantal koolstofatomen in de keten worden vetzuren (in de volksmond ook vet genoemd) in 3 groepen verdeeld:
korte-keten-vetzuren (6 of minder)
middellange-keten-vetzuren (6-12) en
lange-keten-vetzuren (12 of meer).

Kokosolie bevat in tegenstelling tot de meeste vetten veel middellangketenige verzadigde vetzuren (MCFA's).

Knoflook verlaagt het nuchter glucosegehalte van patiënten met suikerziekte (Ajo reduce colesterol malo en pacientes diabéticos)

Afbeelding

Dutch:
De onderzoekers vonden in een overzichtsartikel van 33 studies met in totaal 1273 deelnemers, dat knoflook het lipidenprofiel en het bloedglucosegehalte van patiënten met suikerziekte verbeterde.

Lees hier meer over:

Knoflook verlaagt het nuchter glucosegehalte van patiënten met suikerziekte

English:
The investigators found in a review article of 33 articles with a total of 1,273 individuals, that garlic improves lipid profile as well as glucose parameters and can be therapeutically effective in patients suffering from cardiovascular diseases and diabetes.

Read more right here:
Garlic increases good cholesterol in diabetic patients

Spanish:
Los investigadores encontraron en un artículo de revisión de 33 artículos con un total de 1,273 individuos, que el ajo mejora el perfil de lípidos y los parámetros de glucosa y puede ser terapéuticamente efectivo en pacientes que padecen enfermedades cardiovasculares y diabetes.

Leer más aquí:
Ajo reduce colesterol malo en pacientes diabéticos



 



 

 

 

Header search-page

Hieronder ziet u het 7-punten voedingsprofiel van zo'n 1770 producten in de supermarkt. U kunt elk voedingsingrediënt (zoals vet, koolhydraten, enz.) filteren. Na het filteren krijgt u direct de producten/maaltijden te zien die voldoen aan uw voedingsbehoefte.

U kunt filteren tot 1 decimaal oftewel 1 cijfer achter de komma. Werk afhankelijk van uw toetsenbord met punt of met komma (bijv. 0,3 of 0.3)!

Een voorbeeld:
U hebt overgewicht en wilt weten welke producten/maaltijden in de supermarkt u het beste kunt eten. Mensen met overgewicht worden aangeraden te kiezen voor producten/maaltijden met:
maximaal 30 En% vet
maximaal 7 En% verzadigd vet
minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal

Dus uw filter ziet als volgt uit:

Problemen met het filteren:
Stelt u voert 1.5 in bij Vezels (g) per 100 kcal (groter of gelijk aan) maar de filter geeft niet vanaf 1.5 gram vezels per 100 kcal weer. In dat geval moet u niet 1.5 maar 1,5 invullen. Afhankelijk van uw toetsenbord werkt de filter de ene keer op punt decimaal (1.5) en de andere keer op komma decimaal (1,5).

Veel flavonolen, flavonen of anthocyaninen via voeding verlagen mogelijk dikke darmkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van flavonoïden (zoals flavonolen, flavonen of anthocyaninen) de kans op het krijgen van dikke darmkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 5 prospectieve cohort studies en 7 patiënt-controle studies met in totaal 17481 personen met dikke darmkanker en 740859 personen zonder dikke darmkanker.

Alle studies werden gecorrigeerd voor een breed scala aan mogelijke confounders van colorectale kanker, zoals leeftijd, geslacht, BMI, fysieke activiteit, familiegeschiedenis van colorectale kanker, onderwijs, energie-inname, alcohol, vezelinname, rode en verwerkte vleesinname, tabak, aspirine en niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen.

Er was heterogeniteit tussen de studies.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van veel flavonoïden en de verlaagde kans op het krijgen van dikke darmkanker [gepoolde OR = 0.73, 95% BI = 0.48-1.10]. Geen verband want OR van 1 zat in de 95% BI van 0.48 tot 1.10.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses ook geen verband tussen het eten van veel flavanonen en de verlaagde kans op het krijgen van dikke darmkanker.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses ook geen verband tussen het eten van veel flavan-3-olen en de verlaagde kans op het krijgen van dikke darmkanker.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses van zowel cohort studies als patiënt-controle studies, dat het eten van veel flavonolen de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 30% [OR = 0.70, 95% BI = 0.54-0.90] verlaagde.
Echter, dit verlaagde risico werd niet teruggevonden in de cohort studies [RR = 1.00, 95% BI = 0.92-1.08].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses van zowel cohort studies als patiënt-controle studies, dat het eten van veel flavonen de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 21% [OR = 0.79, 95% BI = 0.83-0.99] verlaagde. 
Echter, dit verlaagde risico werd niet teruggevonden in de cohort studies [RR = 1.02, 95% BI = 0.94-1.11].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses van zowel cohort studies als patiënt-controle studies, dat het eten van veel anthocyaninen de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 22% [OR = 0.78, 95% BI = 0.64-0.95] verlaagde. 
Echter, dit verlaagde risico werd niet teruggevonden in de cohort studies [RR = 1.00, 95% BI = 0.91-1.10].

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses, dat elke 10 mg flavonolen via voeding per dag, de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 14% [gepoolde OR = 0.86, 95% BI = 0.76-0.97] verlaagde.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses, dat elke 1 mg flavonen via voeding per dag, de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 9% [gepoolde OR = 0.91, 95% BI = 0.84-0.99] verlaagde.
Significant omdat OR van 1 niet in de 95% BI van 0.84 tot 0.99 zat. OR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat veel flavonolen via voeding, de kans op het krijgen van colonkanker significant met 20% [OR = 0.80, 95% CI = 0.68-0.94] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat veel flavonen via voeding, de kans op het krijgen van rectaalkanker significant met 18% [OR = 0.82, 95% CI = 0.70-0.97] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel flavonolen, flavonen en anthocyaninen de kans op het krijgen van dikke darmkanker mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat het verlaagde risico niet significant was in de cohort studies en er was heterogeniteit tussen de studies.

Oorspronkelijke titel:
Dietary Flavonoids and the Risk of Colorectal Cancer: An Updated Meta-Analysis of Epidemiological Studies by Chang H, Lin Lei L, […], Guohua Zhao G.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC6073812/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over overzichtsartikel/significant/publicatie bias, flavonoïden en dikke darmkanker.

De resultaten van een overzichtsartikel zijn pas betrouwbaar wanneer ze ook teruggevonden worden in cohort studies. Dus het significant verlaagde risico moet zowel in patiënt-controle studies (meer gevoelig voor fouten) als in cohort studies (minder gevoelig voor fouten) teruggevonden worden.
 

temp ingredienten tabel

Vetten:  Kcal:  Verzadigd vet:  Koolhydraten:  Suikers:  Vezels:  Eiwitten:  Zout: 
[data]
[data]
[data]
[data]
[data]
[data]
[data]
[data]

Walnoten verlagen slecht cholesterolgehalte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verbetert een voeding met veel walnoten het lipidenprofiel?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 26 klinische studies met in totaal 1059 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een voeding met veel walnoten, het totale cholesterolgehalte significant met 6.99 mg/dL [WMD = -6.99 mg/dL 95% BI = -9.39 tot -4.58 mg/dL, p 0.001] verlaagde.
Significant wil zeggen, er kan met 95% zekerheid gezegd worden, dat een voeding met veel walnoten, het totale cholesterolgehalte werkelijk met 6.99 mg/dL verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een voeding met veel walnoten, het LDL cholesterolgehalte significant met 5.51 mg/dL [WMD = -5.51 mg/dL, 95% BI = -7.72 tot -3.29 mg/dL, p 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een voeding met veel walnoten, het triglyceridengehalte significant met 4.69 mg/dL [WMD = -4.69 mg/dL, 95% BI = -8.93 tot -0.45 mg/dL, p = 0.03] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een voeding met veel walnoten, het apolipoproteïne B-gehalte significant met 3.74 mg/dL [WMD = -3.74 mg/dL, 95% BI = -6.51 tot -0.97 mg/dL, p = 0.008] verlaagde.

De onderzoekers vonden geen verband tussen een voeding met veel walnoten en de verlaging van het apolipoproteïne A-gehalte [WMD = 2.91 mg/dL, 95% BI = -5.98 tot 0.08 mg/dL, p = 0.057].

De onderzoekers vonden geen verband tussen een voeding met veel walnoten en het verlagen van het lichaamsgewicht [WMD = -0.12 kg, 95% BI = -2.12 tot 1.88, p = 0.90].

De onderzoekers vonden geen verband tussen een voeding met veel walnoten en het verlagen van de systolische bloeddruk (de bovendruk)  [WMD = -0.72 mmHg, 95% BI = -2.75 tot 1.30, p = 0.48].

De onderzoekers vonden geen verband tussen een voeding met veel walnoten en het verlagen van de diastolische bloeddruk (de onderdruk) [WMD = -0.10 mmHg, 95% BI = -1.49 to 1.30, p = 0.88].

De onderzoekers concludeerden dat een voeding met veel walnoten, zowel het totale cholesterolgehalte, het LDL-cholesterolgehalte (slecht cholesterol) als het apolipoprotein B-gehalte verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effects of walnut consumption on blood lipids and other cardiovascular risk factors: an updated meta-analysis and systematic review of controlled trials by Guasch-Ferré M, Li J, […], Tobias DK.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29931130

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over noten, cholesterolgehalte, bloeddruk en hart- en vaatziekten.

Mensen met atherosclerose (aderverkalking) hebben vaak een verhoogd totaal cholesterolgehalte, een verhoogd LDL-cholesterol gehalte, een verhoogd triglyceridengehalte en een verhoogd apolipoproteïne B-gehalte.

Mensen met atherosclerose (aderverkalking) worden aangeraden te kiezen voor producten/maaltijden met maximaal 30 En% vet, maximaal 7 En% verzadigd vet, maximaal 0.2 gram zout per 100 kcal en minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal. Welke producten/maaltijden in de supermarkt geschikt zijn voor mensen met atherosclerose (aderverkalking) kunt u hier opzoeken.
 

Veel natrium via voeding verhoogt een beroerte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Het verband tussen een hoge natriuminname en het risico op het krijgen van een beroerte is geaccepteerd. Echter, de dosisafhankelijke relatie tussen de natriuminname en het risico op mortaliteit door alle oorzaken is nog niet vastgesteld. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Is er een dosisafhankelijke relatie tussen zowel de natriuminname als de natrium-kalium ratio en het krijgen een beroerte onder mensen ouder dan 18 jaar?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 14 prospectieve cohort studies en 1 patiënt-controle studie met in totaal 261732 mensen, waarvan 10150 mensen met een beroerte.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 1 gram natrium per dag via voeding, de kans op het krijgen van een beroerte significant met 6% [gepoolde RR = 1.06, 95% BI = 1.02-1.10, I2 = 60%, n = 14 studies] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 1 punt in de natrium-kalium ratio (mmol/mmol), de kans op het krijgen van een beroerte significant met 22% [gepoolde RR = 1.22, 95% BI = 1.04-1.41, I2 = 60%, n = 5 studies] verhoogde.

De onderzoekers vonden een lineair verband tussen het krijgen van een beroerte en het verhogen van de natriuminname via voeding.

De onderzoekers vonden een lineair verband tussen het krijgen van een beroerte en het verhogen van de natrium-kalium ratio.

De onderzoekers concludeerden dat zowel een hoge natriuminname via voeding als een hoge natrium-kalium ratio, de kans op het krijgen van een beroerte onder volwassenen verhoogden.

Oorspronkelijke titel:
Dietary sodium, sodium-to-potassium ratio, and risk of stroke: A systematic review and nonlinear dose-response meta-analysis by Jayedi A, Ghomashi F, […], Shab-Bidar S.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29907351

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over natrium- en kaliuminname en het voorkomen van een beroerte.
Natrium is een onderdeel van zout. Dus een voeding met veel natrium is dus een voeding met veel zout.

Een voeding met veel zout is een voeding met minimaal 0.3 gram zout per 100 kcal.
Een zoutarme voeding is een voeding met maximaal 0.2 gram zout per 100 kcal. Een zoutarme voeding bestaat grotendeels uit producten met maximaal 0.2 gram zout per 100 kcal. Deze producten uit de supermarkt bevatten maximaal 0.2 gram zout per 100 kcal.
 

Studies 2018

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken naar de relatie tussen het vegetarische dieet en de gezondheid: 
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Vegetarisch dieet tijdens zwangerschap verhoogt baby met een laag geboortegewicht onder Aziaten

EPA&DHA verlagen postoperatieve atriale fibrillatie na een bypass hartoperatie

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Er zijn veronderstelllingen dat n-3 meervoudig onverzadigde vetzuren (PUFA) een anti-aritmisch effect hebben op postoperatieve atriale fibrillatie. Echer, de resultaten zijn tegenstrijdig. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Hebben n-3 meervoudig onverzadigde vetzuren positieve effecten op postoperatieve atriale fibrillatie bij patiënten die een hartoperatie ondergaan?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 14 studies met in totaal 3570 patiënten.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat n-3 meervoudig onverzadigde vetzuren de kans op het krijgen van postoperatieve atriale fibrillatie significant met 16% [RR = 0.84, 95% BI = 0.73-0.98, p = 0.03] verlaagde.
Significant wil zeggen, er kan met 95% zekerheid gezegd worden, dat n-3 meervoudig onverzadigde vetzuren de kans op het krijgen van postoperatieve atriale fibrillatie werkelijk met 16% verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyse dat EPA:DHA  verhouding  1 de kans op het krijgen van postoperatieve atriale fibrillatie significant met 49% [RR = 0.51, 95% BI = 0.36-0.73, p = 0.0003] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyse dat n-3 meervoudig onverzadigde vetzuren, de kans op het krijgen van postoperatieve atriale fibrillatie na een coronaire-bypassoperatie (een bypass hartoperatie) significant met 32% [RR = 0.68, 95% BI = 0.47-0.97, p = 0.03] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat n-3 meervoudig onverzadigde vetzuren in de verhouding EPA:DHA 1 de kans op het krijgen van postoperatieve atriale fibrillatie na een coronaire-bypassoperatie verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
N-3 polyunsaturated fatty acids for prevention of postoperative atrial fibrillation: updated meta-analysis and systematic review by Wang H, Chen J and Zhao L.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29380237

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over EPA&DHA en hart- en vaatziekten.

Wanneer de slagaders onvoldoende bloed kunnen leveren aan het hart, kan de chirurg een coronaire-bypassoperatie (CABG) of omleidingsoperatie voorstellen. In Europa is de bypassoperatie een van de meest uitgevoerde hartoperaties om de bloedstroom naar het hart te herstellen.

Atriale fibrillatie is een type hartritmestoornis die een snelle en onregelmatige pols (hartslag) veroorzaakt. Atriale fibrillatie die optreedt na een operatie wordt postoperatieve atriale fibrillatie genoemd.
 

Dagelijkse voeding tips

  • Voeding met minder dan 1.3 gram vezels per 100 kcal doet het lichaamsgewicht en de kans op het krijgen van dikke darmkanker toenemen.
  • Voeding met meer dan 35 En% eiwit of meer dan 25 En% eenvoudige suikers of meer dan 70 En% koolhydraten doet het lichaamsgewicht op termijn toenemen.
  • Voeding met meer dan 70 En% koolhydraten kan op termijn tot een tekort aan eiwit en vetten leiden.
  • Voeding met meer dan 35 En% eiwit of meer dan 25 En% eenvoudige suikers of meer dan 70 En% koolhydraten doet het lichaamsgewicht op termijn toenemen.

Voeding is geen medicijn. Voeding voorkomt dus geen ziekte en geneest ook geen ziekte! Dus, raadpleeg een arts wanneer u ziek bent of een ziekte hebt! Het 7-puntenprofiel van een product kan (licht) veranderen omdat de tabel voedingswaarden per 100 gram op de verpakking van een levensmiddel in de tijd kan veranderen.

Activiteit Verbrand
Lopen, wandelen = 175 kcal per uur
Fietsen = 250 kcal per uur
Zwemmen = 350 kcal per uur
Hardlopen = 650 kcal per uur
Spinning = 850 kcal per uur
Cardio fitness = 600 kcal per uur

 

Uitleg productenlijst

0,15 van 1819 kcal = 273 kcal
0,3 van 1819 kcal = 546 kcal

Conclusie: mijn voeding voldoet aan de richtlijnen van een afvalprogramma en ik moet via lichamelijke activiteiten 273-546 kcal verbranden om niet (weer) in gewicht aan te komen.

Een gezonde voeding (=het gemiddelde van alle dagelijks gegeten producten met 2000 kcal voor vrouwen, 2500 kcal voor mannen en 1400-1700 kcal bij dieet) mag maximaal 35 En% eiwit, maximaal 35 En% vet, maximaal 10 En% verzadigd vet, maximaal 0.3 gram zout per 100 kcal, maximaal 25 En% eenvoudige suikers, minimaal 1.3 gram vezels per 100 kcal en maximaal 70 En% koolhydraten bevatten.

De gegeten producten in dit voorbeeld worden zichtbaar door in kolom Gegeten, Filter, (Blanks) uit te vinken, OK.

  • Voeding met meer dan 35 En% vet doet het lichaamsgewicht op termijn toenemen.
  • Voeding met meer dan 10 En% verzadigd vet doet het cholesterolgehalte op termijn toenemen.
  • Voeding met meer dan 0.3 gram zout per 100 kcal doet de bloeddruk op termijn toenemen.
  • Voeding met minder dan 1.3 gram vezels per 100 kcal doet het lichaamsgewicht en de kans op het krijgen van dikke darmkanker toenemen.
  • Voeding met meer dan 35 En% eiwit of meer dan 25 En% eenvoudige suikers of meer dan 70 En% koolhydraten doet het lichaamsgewicht op termijn toenemen.
  • Voeding met meer dan 70 En% koolhydraten kan op termijn tot een tekort aan eiwit en vetten leiden.
  • Voeding met meer dan 35 En% eiwit of meer dan 25 En% eenvoudige suikers of meer dan 70 En% koolhydraten doet het lichaamsgewicht op termijn toenemen.

Voeding is geen medicijn. Voeding voorkomt dus geen ziekte en geneest ook geen ziekte! Dus, raadpleeg een arts wanneer u ziek bent of een ziekte hebt!

Het 7-puntenprofiel van een product kan (licht) veranderen omdat de tabel voedingswaarden per 100 gram op de verpakking van een levensmiddel in de tijd kan veranderen.

Door in de kolom Gegeten “JA” in te vullen, berekent de formule automatisch uit of uw dagelijkse voeding gezond is of niet.

  • Lopen, wandelen = 175 kcal per uur
  • Fietsen = 250 kcal per uur
  • Zwemmen = 350 kcal per uur
  • Hardlopen = 650 kcal per uur
  • Spinning = 850 kcal per uur
  • Cardio fitness = 600 kcal per uur

 

Studies 2018

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken naar zwangerschap en babyvoeding:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Probiotica-supplementen zowel voor als na de zwangerschap verlagen atopische dermatitis
  2. 2 keer 2 gram inositolsupplementen per dag verlaagt zwangerschapsdiabetes
  3. 3-6 maanden na de geboorte is beste moment om eieren te introduceren
  4. PUFA-supplementen verhogen niet intelligentie van baby’s met een laag geboortegewicht
  5. Myo-inositol supplementen verlagen zwangerschapsdiabetes en een vroeggeboorte 
  6. Vegetarisch dieet tijdens zwangerschap verhoogt baby met een laag geboortegewicht onder Aziaten
  7. Bloedarmoede aan begin zwangerschap verhoogt een SGA-baby
  8. Probiotica- en visoliesupplementen tijdens zwangerschap verlagen allergie

Studies 2018

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken naar suikerziekte:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. 88 µg vitamine D per dag verlaagt suikerziekte type 2
  2. 1 portie aardappelen per dag verhoogt suikerziekte type 2
  3. Dagelijks 150 gram friet verhoogt suikerziekte type 2
  4. Knoflook verlaagt het nuchter glucosegehalte van patiënten met suikerziekte
  5. Gembersupplementen verlagen lichaamsgewicht van mensen met overgewicht of obesitas
  6. Dagelijks veel granenvezels verlaagt mogelijk suikerziekte type 2
  7. Een voeding met 6 En% plantaardig eiwit verlaagt suikerziekte type 2
  8. Minimaal 550 mg flavonoïden per dag verlaagt suikerziekte type 2
  9. Vetrijk dieet verhoogt suikerziekte type 2
  10. Foliumzuursupplementen verlagen het nuchter glucosegehalte
  11. Mensen met suikerziekte type 2 hebben baat bij lage GI-diëten
  12. Vitamine K-supplementen verlagen niet suikerziekte type 2
  13. 3 gram L-carnitinesupplementen verlagen het leptinegehalte van suikerpatiënten

Studies 2018

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken naar suikerziekte:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

2018:

  1. 3 gram L-carnitinesupplementen verlagen het leptinegehalte van suikerpatiënten

Olijfolie verhoogt sneller het HDL cholesterolgehalte dan andere plantaardige oliën

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen het eten van olijfolie en andere plantaardige oliën en het cholestterolgehalte en het triglyceridengehalte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 27 RCTs met in totaal 1089 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat de stijging van het HDL-cholesterolgehalte (goed cholesterol) hoger was voor olijfolie dan voor andere plantaardige oliën. Deze verhoging was bovendien significant [WMD = 1.37 mg/dL, 95% BI = 0.4-2.36].

De onderzoekers vonden dat de daling van het totale cholesterolgehalte kleiner was voor olijfolie dan voor andere plantaardige oliën. Deze daling was bovendien significant [WMD = 16.27 mg/dL, 95% BI = 2.8-10.6].

De onderzoekers vonden dat de daling van het LDL-cholesterolgehalte (slecht cholesterol) lager was voor olijfolie dan voor andere plantaardige oliën. Deze daling was bovendien significant [WMD = 4.2 mg/dL, 95% BI = 1.4-7.01].

De onderzoekers vonden dat de daling van het triglyceridengehalte lager was voor olijfolie dan voor andere plantaardige oliën. Deze daling was bovendien significant [WMD = 4.31 mg/dL, 95% BI = 0.5-8.12].

De onderzoekers concludeerden dat olijfolie het HDL cholesterolgehalte sneller deed stijgen dan andere plantaardige oliën. Echter, andere plantaardige oliën verlaagden het totale en LDL-cholesterolgehalte en triglyceridengehalte sneller dan olijfolie.

Oorspronkelijke titel:
Comparison of blood lipid-lowering effects of olive oil and other plant oils: A systematic review and meta-analysis of 27 randomized placebo-controlled clinical trials by Ghobadi S, Hassanzadeh-Rostami Z, […], Faghih S.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29420053

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het verlagen van het cholesterolgehalte.