Voeding en gezondheid

Folic acid supplementation reduces stroke

Objectives:
The AHA/ASA guidelines for primary stroke prevention are almost a decade old. The current recommendation regarding folic acid supplementation is based on only 8 clinical trials and an additional 13 folate trials have been published since then. Therefore, this review article has been conducted.

Does folic acid supplementation reduce stroke risk?

Study design:
This review article included 21 RCTs, totaling 115,559 participants. 
All 21 trials were free of attrition bias and reporting bias and there was no significant publication bias.

Results and conclusions:
The investigators found in the pooled analysis that folic acid supplementation significantly reduced the risk of stroke by 10% [RR = 0.90, 95% CI = 0.83 to 0.98]. 

The investigators found subgroup analyses showed that folic acid efficacy was greater in areas without fortified grain or with partially-fortified grain [RR = 0.83, 95% CI = 0.75 to 0.93; RR = 1.04 in areas with grain fortification, p-interaction = 0.003]. 
In this group, folic acid supplementation was most efficacious in those without a history of stroke or myocardial infarction [RR = 0.77, 95% CI = 0.68 to 0.86; RR = 0.94 for participants with a history of stroke or myocardial infarction, p-interaction = 0.008]. 

The investigators found the efficacy of folic acid remained consistent regardless of baseline folate levels, folic acid dosage, baseline vitamin B12 levels, vitamin B12 dosage, homocysteine reduction, intervention duration and whether folic acid was taken alone or in combination [all p-interaction > 0.05]. 

The investigators concluded folic acid supplementation reduces the risk of stroke. Grain fortification and history of stroke or myocardial infarction may be the most important influences on the efficacy of folic acid for stroke prevention.

Original title: 
Folic acid supplementation for stroke prevention: A systematic review and meta-analysis of 21 randomized clinical trials worldwide by Zhang N, Zhou Z, […], Li J. 

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/38824900/ 

Additional information of El Mondo:
Find more information/studies on folic acid and cardiovascular diseases right here. 

Foliumzuursupplementen verlagen een beroerte

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van foliumzuursupplementen, het risico op het krijgen van een beroerte?
 

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 21 RCT’s met in totaal 115559 deelnemers.
Er was geen publicatie bias.
 

Resultaten en conclusies: 
De onderzoekers vonden in gepoolde analyses, dat het slikken van foliumzuursupplementen, het risico op het krijgen van een beroerte significant met 10% [RR = 0.90, 95% BI = 0.83 tot 0.98] verlaagde. 
Dit significante, verlaagde effect was groter in de gebieden zonder foliumzuurverrijkte of gedeeltelijk foliurzuurverrijkte granen [RR = 0.83, 95% BI = 0.75 tot 0.93]. 

 

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses, dat het slikken van foliumzuursupplementen, het risico op het krijgen van een beroerte onder mensen zonder een beroertegeschiedenis of hartinfarctgeschiedenis, in de gebieden zonder foliumzuurverrijkte of gedeeltelijk foliurzuurverrijkte granen significant met 23% [RR = 0.77, 95% BI = 0.68 tot 0.86] verlaagde. 

 

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van foliumzuursupplementen, het risico op het krijgen van een beroerte verlaagde. 
 

Oorspronkelijke titel: 
Folic acid supplementation for stroke prevention: A systematic review and meta-analysis of 21 randomized clinical trials worldwide by Zhang N, Zhou Z, […], Li J. 

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/38824900/

 

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over RCT’S/publicatie bias, foliumzuur, het verlagen van een beroete en hart- en vaatziekten. 

Veel beta-caroteen via voeding verlaagt leverziekten

Onderzoeksvraag:
Verlaagt een hoog carotenoïdengehalte of een hoge carotenoïdenconsumptie de kans op het krijgen van leverziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 3 RCT’s, 6 cohort studies, 11 patiënt-controle studies en 9 cross-sectionele studies en 1 RCT-gecombineerd cross-sectionele studie.

Er was geen publicatie bias. 

Resultaten en conclusies: 
De onderzoekers vonden in de gepoolde meta-analyse dat een hoog serum alfa-caroteengehalte, de kans op het krijgen van en de ernst van leverziekten significant verlaagde [SMD = -0.58, 95% BI = -0.83 tot -0.32, p < 0.001].

De onderzoekers vonden in de gepoolde meta-analyse dat een hoog serum beta-caroteengehalte, de kans op het krijgen van en de ernst van leverziekten significant verlaagde [SMD = -0.81, 95% BI = -1.13 tot -0.49, p < 0.001].

De onderzoekers vonden in de gepoolde meta-analyse dat een hoog serum lycopeengehalte, de kans op het krijgen van en de ernst van leverziekten significant verlaagde [SMD = -1.06, 95% BI = -1.74 tot -0.38, p < 0.001].

De onderzoekers vonden in de gepoolde meta-analyse dat een hoge inname van beta-caroteen via voeding, de kans op het krijgen van leverziekten significant verlaagde [SMD = -0.22, 95% BI = -0.31 tot -0.13, p < 0.001].

De onderzoekers vonden dat een inname van meer dan 6 mg carotenoïden in een energiebeperkt dieet de symptomen van de niet-alcoholische leververvetting effectief kon verlichten.

De onderzoekers concludeerden dat een hoog serum alfa-caroteengehalte, beta-caroteengehalte of een hoog serum lycopeengehalte, de kans op het krijgen van en de ernst van leverziekten verlaagde.Verder, verlaagt een hoge inname van beta-caroteen via voeding, de kans op het krijgen van leverziekten. 

Oorspronkelijke titel: 
A systematic review of dietary and circulating carotenoids and liver disease by Hu B, Sui J, […], Xia H. 

 

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/39229651/


Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over cohort studies/significant, carotenoïden en chronische ziekten. 

 

Niet-alcoholische leververvetting (NAFLD) is een veelvoorkomende leveraandoening die wereldwijd toeneemt.

 

Dagelijks 420 mg EPA supplementen verbetert cognitieve functie

Onderzoeksvraag:

Er wordt gezegd dat omega-3 meervoudig onverzadigde vetzuren (n-3 PUFA) de cognitie verbeteren, hoewel het effect hiervan twijfelachtig is en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

 

Verbetert het slikken van n-3 PUFA (zoals EPA en DHA) supplementen de cognitieve functie van niet-demente personen boven 40 jaar? 
 

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 24 RCT’s met in totaal 9660 deelnemers boven 40 jaar. 
De interventieduur varieerde tussen 3 en 36 maanden. 
De doseringen van n-3 PUFA varieerde tussen 230 en 4000 mg per dag. 
 

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het gunstige effect op de uitvoerende functie een opwaartse trend vertoonde binnen de eerste 12 maanden van de interventie. 
Dit effect werd prominent waargenomen bij een dagelijkse inname van meer dan 500 mg n-3 PUFA en tot 420 mg EPA. 
Bovendien vertoonden deze trends een verhoogde significantie in de regio's waar het bloedgehalte van DHA + EPA niet erg laag waren.

 

De onderzoekers concludeerden dat het dagelijks slikken van meer dan 500 mg n-3 PUFA of maximaal 420 mg EPA supplementen gedurende maximaal 12 maanden, de cognitieve functie van niet-demente personen boven 40 jaar verbeterde. 
 

Oorspronkelijke titel: 
The influence of n-3 polyunsaturated fatty acids on cognitive function in individuals without dementia: a systematic review and dose–response meta-analysis by Suh SW, Lim E, […], Kim KW. 

 

Link: 
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC10929146/

 

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over EPA en DHA en het verbeteren van het geheugen. 

 

100 mg choline via voeding verhoogt doodgaan aan hart- en vaatziekten

Onderzoeksvraag:

Verhoogt het eten van veel choline of betaïne de mortaliteit?
 

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 6 cohort studies met in totaal 482778 deelnemers, waarvan 57235 mensen met een all-cause mortaliteit (doodgaan aan alle oorzaken), 9351 mensen met een hart- en vaatziekte mortaliteit (doodgaan aan hart- en vaatziekten) en 4400 mensen die dood gingen aan een beroerte. 

 

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 100 mg choline via voeding per dag, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 6% [RR = 1.06, 95% BI = 1.03 tot 1.10, I2 = 83.7%, p < 0.001] verhoogde. 

 

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 100 mg choline via voeding per dag, de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten significant met 11% [RR = 1.11, 95% BI = 1.06 tot 1.16, I2 = 54.3%, p < 0.02] verhoogde. 

 

De onderzoekers vonden dat 50 tot 250 mg betaïne via voeding per dag, de kans op doodgaan aan een beroerte significant verhoogde. 

 

De onderzoekers concludeerden dat 100 mg choline via voeding per dag, de kans op doodgaan aan zowel alle oorzaken als hart- en vaatziekten verhoogde. Verder verhoogde 50 tot 250 mg betaïne via voeding per dag, de kans op doodgaan aan een beroerte. 
 

Oorspronkelijke titel: 
Higher dietary choline intake is associated with increased risk of all-cause and cause-specific mortality: A systematic review and dose-response meta-analysis of cohort studies by Sharifi-Zahabi E, Soltani S, […], Shidfar F. 

 

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/39341000/

 

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over significant/RCT’s, choline en hart- en vaatziekten. 

 

Levensmiddelen

Choline per 100 gram

Runderlever

418.2 mg

Eieren 

293.8 mg

Oesters 

101 mg

Zalm

88 mg

Pistache

71 mg

Cashew

61 mg

Bloemkool

44.3 mg

Spruitjes 

40.6 mg

 

Dagelijks 2 tot 6 kopjes koffie verlaagt doodgaan aan hart- en vaatziekten onder mannen

 

Onderzoeksvraag:
Verhoogt de consumptie van suiker- of zoetstofgezoete drank, thee, koffie, fruitsap, energiedrank of alcohol op lange termijn de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten?
 

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 20 prospectieve cohort studies met een follow-up duur tussen 5.5 jaar en 40 jaar.
Er was geen publicatiebias. 
 

Resultaten en conclusies: 
De onderzoekers vonden in 2 studies met in totaal 2518 doden dat het dagelijks drinken van 2 tot 6 kopjes koffie op lange termijn, de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten onder mannen significant met 37% [ gepoolde HR = 0.63, 95% BI = 0.46 tot 0.87, p = 0.005, I2 = 0%] verlaagde.
Echter, dit significante verlaagde risico werd niet teruggevonden onder vrouwen. 

 

De onderzoekers vonden in 2 studies met in totaal 3874 doden onder 113673 deelnemers dat het drinken van thee op lange termijn, de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten onder volwassenen (zowel mannen als vrouwen) significant met 19% [ gepoolde HR = 0.81, 95% BI = 0.72 tot 0.92, p ≤ 0.001, I2 = 19%] verlaagde.

 

De onderzoekers vonden in 6 studies met in totaal 1969 doden dat het drinken van alcohol op lange termijn, de kans op het krijgen van een beroerte onder mannen significant met 44% [gepoolde HR = 1.41, 95% BI = 1.06 tot 1.94, p = 0.02, I2 = 44%] verhoogde.
 

De onderzoekers vonden in 6 studies met in totaal 969 doden dat het drinken van alcohol op lange termijn, de kans op het krijgen van een beroerte onder vrouwen significant met 126% [gepoolde HR = 2.26, 95% BI = 1.34 tot 3.81, p = 0.002, I2 = 1%] verhoogde.

 

De onderzoekers vonden in 6 studies met in totaal 10293 doden onder 131134 deelnemers dat het drinken van suikerhoudende drank op lange termijn, de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten significant met 31% [ gepoolde HR = 1.31, 95% BI = 1.16 tot 1.46, p ≤ 0.0001, I2 = 0%] verhoogde.
Echter, dit significante verhoogde risico werd niet teruggevonden voor zoetstofgezoete drank. 


De onderzoekers concludeerden dat een langdurige koffieconsumptie (2 tot 6 kopjes per dag) gunstig was voor mannen en dat een langdurige theeconsumptie gunstig was voor alle volwassenen. Zowel een langdurige hoge consumptie van alcohol als met suikergezoete drank verhoogden de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten, zowel bij mannen als bij vrouwen. Vanwege het beperkte aantal beschikbare onderzoeken konden geen conclusies getrokken worden over het potentiële voordeel of de mogelijke schade van de langdurige consumptie van vruchtensap en energiedrank op de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten. 
 

Oorspronkelijke titel: 
Long-Term Consumption of 6 Different Beverages and Cardiovascular Disease-Related Mortality: A Systematic Review and Meta-Analysis of Prospective Cohort Studies by Bhandari B, Zeng L, […], Xu X. 

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC10904171/

 

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over koffie en thee, alcohol, het verlagen van een beroete en hart- en vaatziekten. 

Dagelijks 150-200 gram vitamine C via voeding verlaagt maagkanker

Onderzoeksvraag:
Eerdere studies suggereerden dat de inname van vitamine C via voeding de kans op het krijgen van maagkanker verlaagde, maar de meeste studies hielden geen rekening met de inname van groente en fruit en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd. 

 

Verlaagt een hoge inname van vitamine C via voeding (waarbij gecorrigeerd werd voor de inname van groente en fruit) de kans op het krijgen van kanker?


Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 14 patiënt-controle studies met in totaal 5362 kankergevallen en  11497 controles (mensen zonder kanker).

Resultaten en conclusies: 
De onderzoekers vonden vergeleken met de laagste consumptie, dat de hoogde consumptie van vitamine C via voeding de kans op het krijgen van maagkanker significant met 36% [OR = 0.64, 95% BI = 0.58 tot 0.72] verlaagde. 

De onderzoekers vonden wanneer gecorrigeerd werd voor BMI en de inname van groente en fruit, dat de hoogde consumptie van vitamine C via voeding de kans op het krijgen van maagkanker significant met 15% [OR = 0.85, 95% BI = 0.73 tot 0.98] verlaagde. 

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses wanneer gecorrigeerd werd voor BMI en de inname van groente en fruit, dat de consumptie van 150-200 gram vitamine C via voeding per dag, de kans op het krijgen van maagkanker significant met 46% [OR = 0.54, 95% BI = 0.41 tot 0.71] verlaagde. 

De onderzoekers concludeerden dat de consumptie van 150-200 gram vitamine C via voeding per dag, de kans op het krijgen van maagkanker verlaagde. 

Oorspronkelijke titel: 
Dietary intake of vitamin C and gastric cancer: a pooled analysis within the Stomach cancer Pooling (StoP) Project by Sassano M, Seyyedsalehi  MS, […], Boffetta P. 

 

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC11016516/


Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over cohort studies/significant, vitamine C en kanker

Dierlijke eiwitten verhogen suikerziekte type 2


Onderzoeksvraag:
Uit de klinische onderzoeken blijkt dat eiwitten in voeding de glucosehomeostase (een proces waarbij de bloedglucosespiegel wordt gestabiliseerd als reactie op de veranderingen van interne en externe omstandigheden) bij diabetes type 2 (suikerziekte type 2) kunnen bevorderen. Echter, de impact van eiwitten in voeding, inclusief de vraag of het eiwit van dierlijke of plantaardige oorsprong is, op het risico op het krijgen van suikerziekte type 2 is onzeker. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd. 

 

Bestaat er een verband tussen de inname van totale, dierlijke en plantaardige eiwitten via  voeding en het risico op het krijgen van suikerziekte type 2?

 

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 16 prospectieve cohort studies met in totaal 615125 deelnemers, waarvan 52342 mensen met suikerziekte type 2.

 

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat (totale) eiwitten via voeding de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 14% [pooled effect size = 1.14, 95% BI = 1.04 tot 1.24] verhoogde. 

 

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 20 gram (totale) eiwitten via voeding de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 3% verhoogde. 

 

De onderzoekers vonden dat dierlijke eiwitten via voeding de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 18% [pooled effect size = 1.18, 95% BI = 1.09 tot 1.27] verhoogde. 

 

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 20 gram dierlijke eiwitten via voeding de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 7% verhoogde. 

 

De onderzoekers vonden geen verband tussen plantaardige eiwitten via voeding en de kans op het krijgen van suikerziekte type 2. 

 

De onderzoekers vonden dat het vervangen van 20 gram dierlijke door 20 gram plantaardige eiwitten via voeding, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 20% [pooled effect size = 0.80, 95% BI = 0.76 tot 0.84] verlaagde. 

 

De onderzoekers concludeerden dat zowel (totale) eiwitten als dierlijke eiwitten via voeding de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 verhoogde. Echter, het vervangen van 20 gram dierlijke door 20 gram plantaardige eiwitten via voeding, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 juist verlaagde.

 

Oorspronkelijke titel: 
Association between total, animal, and plant protein intake and type 2 diabetes risk in adults: A systematic review and dose-response meta-analysis of prospective cohort studies by Ardakani AF, Anjom-Shoae J, […], Horowitz M. 


Link: 
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/39032197/

 

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over eiwitten en suikerziekte

Vind hier welke producen 20 gram eiwitten bevatten. 

Dagelijks 54 gram soja via voeding verlaagt kanker

 

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het dagelijks eten van veel sojaproducten de kans op het krijgen van kanker?


Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 17 cohort studies en 35 patiënt-controle studies met in totaal 861372 deelnemers, waarvan 44932 mensen met kanker. 
De studies waren van hoge kwaliteit. 

Resultaten en conclusies: 
De onderzoekers vonden in de gepoolde analyse van cohort studies en patiënt-controle studies, dat het eten van veel sojaproducten, met name tofu en sojamelk de kans op het krijgen van kanker significant met 31% [RR = 0.69, 95% BI = 0.60 tot 0.80, I2 = 82.7%, p < 0.001] verlaagde. 
Echter, dit significante, verlaagde risico werd niet teruggevonden in cohort studies.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel sojaproducten de kans op het krijgen van kanker onder vrouwen significant met 24% [RR = 0.76, 95% BI = 0.65 tot 0.89] verlaagde. 

De onderzoekers vonden dat het eten van veel sojaproducten de kans op het krijgen van maagdarmkanker significant met 26% [RR = 0.74, 95% BI = 0.61 tot 0.89] verlaagde. 

De onderzoekers vonden dat het eten van veel sojaproducten de kans op het krijgen van prostaatkanker significant met 53% [RR = 0.47, 95% BI = 0.31 tot 0.71] verlaagde. 

De onderzoekers vonden dat het eten van veel sojaproducten de kans op het krijgen van longkanker significant met 33% [RR = 0.67, 95% BI = 0.52 tot 0.86] verlaagde. 

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 54 gram sojaproducten per dag, de kans op het krijgen van kanker significant met 11% [RR = 0.89, 95% BI = 0.79 tot 0.99] verlaagde. 

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 61 gram tofu per dag, de kans op het krijgen van kanker significant met 12% [RR = 0.88, 95% BI = 0.78 tot 0.99] verlaagde. 

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 23 gram sojamelk per dag, de kans op het krijgen van kanker significant met 28% [RR = 0.72, 95% BI = 0.54 tot 0.99] verlaagde. 

De onderzoekers concludeerden dat het dagelijks eten van veel sojaproducten, met name 54 gram totale sojaproducten, 61 gram tofu of 23 gram sojamelk de kanker op het krijgen van kanker verlaagde.  

 

Oorspronkelijke titel: 
Soy Product Consumption and the Risk of Cancer: A Systematic Review and Meta-Analysis of Observational Studies by Wang C, Ding K, […], Hong H. 


Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC11013307/


Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over cohort studies/significant, soja en borstkanker

 

Dagelijks 100 gram eiwit via voeding verlaagt mogelijk heupfracturen


 

Onderzoeksvraag:

Eerdere cohort studies toonden aan dat de consumptie van totale en dierlijke eiwitten gerelateerd is aan het risico op het krijgen van fracturen. Echter, de resultaten waren niet doorslaggevend en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

 

Verlaagt een hoge eiwittenconsumptie de kans op het krijgen van fracturen?

 

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 20 cohort studies met in totaal 780322 deelnemers.
De studies waren niet goed opgezet. 

 

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 100 gram (totaal)eiwit via voeding per dag, de kans op het krijgen van fracturen significant met 43% [RR = 0.57, 95% BI = 0.36 tot 0.93] verlaagde. 

 

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 15 gram viseiwit via voeding per dag, de kans op het krijgen van fracturen significant met 5% [RR = 0.95, 95% BI = 0.91 tot 0.99] verlaagde. 

 

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 100 gram (totaal)eiwit via voeding per dag, de kans op het krijgen van heupfracturen significant met 48% verlaagde. 

 

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 100 gram dierlijk eiwit via voeding per dag, de kans op het krijgen van heupfracturen significant met 50% verlaagde. 

 

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 15 gram viseiwit via voeding per dag, de kans op het krijgen van heupfracturen significant met 5% verlaagde. 

 

De onderzoekers concludeerden dat een dagelijkse consumpie van 100 gram (totaal)eiwit, 100 gram dierlijk eiwit of 15 gram viseiwit via voeding, de kans op het krijgen van fracturen, met name heupfracturen mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat de studies niet goed opgezet waren. 

 

Oorspronkelijke titel:
Association between total and animal proteins with risk of fracture: A systematic review and dose-response meta-analysis of cohort studies by Zeraattalab-Motlagh S, Mortazavi AS, […], Mohammadi H.

 

Link: 
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/37855886/

 

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over eiwit en het verlagen van fracturen. 
100 gram eiwittenconsumptie per dag komt overeen met een dieet met 20 En% eiwit. Een dieet met 20 En% eiwit bestaat voornamelijk uit producten met 20 En% eiwit. Vind hier welke producen in de supermarkt 20 En% eiwit bevatten. 
 

20 En% eiwit wil zeggen dat het aantal gram eiwit 20% bijdraagt aan het totale caloriegehalte van het desbetreffende product. 
 

Bereken hier of uw dagelijkse voeding 20 En% eiwit bevat. (Dit tabblad is alleen zictbaar na gratis inloggen)

25 gram carotenoïdensupplementen verlaagt bloeddruk

Afbeelding
Carotenoidensupplementen en blloeddruk

Onderzoeksvraag:
Hypertensie (hoge bloeddruk) wordt over de hele wereld beschouwd als een ernstig probleem voor de volksgezondheid. Hoge bloeddruk kan worden verbeterd door suppletie met carotenoïden. Echter, gerandomiseerde gecontroleerde onderzoeken (RCT's) leveren tegenstrijdig bewijs en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd. 

 

Verlaagt het slikken van carotenoïdensupplementen (carotenoïden-suppletie) de bloeddruk?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 19 RCT’s met in totaal 1151 deelnemers. 
De studies waren van hoge kwaliteit. 

 

Resultaten en conclusies: 
De onderzoekers vonden dat het slikken van carotenoïdensupplementen de systolische bloeddruk (bovendruk) significant verlaagde [WMD = -2.492 mmHg, 95% BI = -4.52 tot -0.47, p = 0.016].
Dit verlaagde effect was het grootst bij Aziaten, mensen boven 50 jaar, deelnemers die niet gezond waren, mensen met een bovendruk hoger dan 130 en een onderdruk hoger dan 80 mmHg en bij minimaal 10 mg carotenoïdensupplementen. 

 

De onderzoekers vonden dat het slikken van carotenoïdensupplementen de diastolische bloeddruk (onderdruk) significant verlaagde [WMD = -1.60 mmHg, 95% BI = -2.73 tot -0.47, p = 0.005].

Dit verlaagde effect was het grootst bij Aziaten, mensen boven 50 jaar, deelnemers die niet gezond waren, mensen met een bovendruk hoger dan 130 en een onderdruk hoger dan 80 mmHg en bij minimaal 10 mg carotenoïdensupplementen.

 

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses dat het slikken van 0-25 gram carotenoïdensupplementen per dag, de systolische bloeddruk (bovendruk) significant verlaagde. 

 

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses dat het slikken van 0-20 gram carotenoïdensupplementen per dag, de diastolische bloeddruk (onderdruk) significant verlaagde. 


De onderzoekers concludeerden dat het dagelijks slikken van 10-25 gram carotenoïdensupplementen zowel de systolische bloeddruk (bovendruk) als de diastolische bloeddruk (onderdruk) verlaagde, met name bij ongezonde mensen met een hoge bloeddruk. 

Oorspronkelijke titel: 
Effect of carotenoid supplementation on blood pressure in adults: a GRADE-assessed systematic review and dose-response meta-analysis of randomized controlled trials by Behzadi M, Akbarzadeh M, […], Bideshki MV. 

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/38219250/ 

 

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over overzichtsarkelen/RCT’s, carotenoïdensupplementen, het verlagen van de bloeddruk en hart- en vaatziekten.

 

Hartpatiënten worden aangeraden te kiezen voor vezelrijke, vetarme en zoutarme producten. Deze producten staan hier.

Mensen met een hoge bloeddruk worden aangeraden te kiezen voor zoutarme producten. Deze producen staan hier

 

Coënzyme Q10 supplementen verbeteren enthotheelfunctie

Onderzoeksvraag:
Coënzyme Q10 (CoQ10) wordt gezien als een potentieel therapeutisch middel voor het verbeteren van de endotheelfunctie (de verwijding en vernauwing van de bloedvaten). Verschillende gerandomiseerde klinische onderzoeken hebben het effect van CoQ10-suppletie op de endotheelfunctie onderzocht. Echter, deze onderzoeken hebben tegenstrijdige resultaten opgeleverd en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd. 

 

Verbetert het slikken van coënzyme Q10 supplementen (CoQ10-suppletie) de enthotheelfunctie?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 12 RCT’s met in totaal 489 deelnemers. 

 

Resultaten en conclusies: 
De onderzoekers vonden dat het slikken van coënzyme Q10 supplementen de flow-gemedieerde dilatatie significant verberterde [WMD = 1.45, 95% BI = 0.55 tot 2.36, p < 0.02]. 
Deze significante verbetering bleef onveranderd in de sensitiviteitsanalyses. 

 

De onderzoekers vonden in de meta-regressie dat de veranderingen in de enthotheelfunctie afhankelijk was van de doseringen van de coënzyme Q10 supplementen [helling = 0.01, 95% BI = 0.004 tot 0.03, p = 0.006]. 

 

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van coënzyme Q10 supplementen de enthotheelfunctie verbeterde en deze verbetering was dosisafhankelijk. 

 

Oorspronkelijke titel: 
Effect of Coenzyme Q10 Supplementation on Vascular Endothelial Function: A Systematic Review and Meta-Analysis of Randomized Controlled Trials by Daei S, Ildarabadi A, […], Mohamadi-Sartang M. 

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/38630421/

 

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over coënzyme Q10 supplementen en hart- en vaatziekten. 

 

De endotheeldisfunctie is een vroege voorspeller voor hart- en vaatziekten. Een verbeterde endotheelfunctie verlaagt de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten. 

De hartfunctie wordt vaak gemeten aan de hand van flow-gemedieerde dilatatie.

 

Hartpatiënten worden aangeraden te kiezen voor vezelrijke, vetarme en zoutarme producten. 
Vezelrijke, vetarme en zoutarme producten zijn producten met minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal, maximaal 30 En% vet en maximaal 0.2 gram zout per 100 kcal. Vind hier welke producten geschikt zijn voor hartpatiënten. 
Bereken hier of uw dagelijkse voeding voldoet aan de eisen voor hartpatiënten. 

Bereken hier of uw voeding van afgelopen half jaar voldoet aan de eisen voor hartpatiënten.



 

Hoog carotenoïden bloedgehalte verlaagt borstkanker onder vrouwen

Onderzoeksvraag:
Carotenoïden lijken kankerbestrijdende effecten te hebben. Echter, prospectief bewijs voor de relatie tussen het serum carotenoïdengehalte (carotenoïdengehalte in het bloed) en het krijgen van borstkanker is controversieel en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt een hoog bloed (totale of verschillende) carotenoïdengehalte de kans op het krijgen van borstkanker onder vrouwen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 1 prospectieve cohort studies en 17 geneste patiënt-controle studies met in totaal 20188 deelnemers, waarvan 7608 mensen met borstkanker. 
De gemiddelde follow-up duur varieerde tussen 8 maanden en 21 jaar.
De meeste studies waren van hoge kwaliteit. 
Er was geen publicatie bias. 

Resultaten en conclusies: 
De onderzoekers vonden vergeleken met het laagste totale bloed carotenoïdengehalte, dat het hoogste totale bloed carotenoïdengehalte de kans op het krijgen van borstkanker significant met 24% [relatieve risico [RR] = 0.76, 95% BI = 0.62 tot 0.93, n = 8, I2 = 45.6%, p = 0.075] verlaagde. 
Dit significante verlaagde risico bleef gelijk in de sensitiviteitsanalyses. 

De onderzoekers vonden dat elke verhoging van het totale bloed carotenoïdengehalte met 10 μg/dL, de kans op het krijgen van borstkanker significant met 2% [RR = 0.98, 95% BI = 0.97 tot 0.99] verlaagde.

De onderzoekers vonden vergeleken met het laagste bloed alfa-caroteengehalte, dat het hoogste bloed alfa-caroteengehalte de kans op het krijgen van borstkanker significant met 23% [RR = 0.77, 95% BI = 0.68 tot 0.87, n = 13, I2 = 0.0%, p = 0.48] verlaagde. 
Dit significante verlaagde risico bleef gelijk in de sensitiviteitsanalyses.  

De onderzoekers vonden dat elke verhoging van het alfa-caroteengehalte met 10 μg/dL, de kans op het krijgen van borstkanker significant met 22% [RR = 0.78, 95% BI = 0.66 tot 0.93] verlaagde.

De onderzoekers vonden vergeleken met het laagste bloed beta-caroteengehalte, dat het hoogste bloed beta-caroteengehalte de kans op het krijgen van borstkanker significant met 20% [RR = 0.80, 95% BI = 0.65 tot 0.98, n = 15, I2 = 56.5%, p = 0.004] verlaagde. 
Dit significante verlaagde risico bleef gelijk in de sensitiviteitsanalyses.  

De onderzoekers vonden dat elke verhoging van het beta-caroteengehalte met 10 μg/dL, de kans op het krijgen van borstkanker significant met 4% [RR = 0.96, 95% BI = 0.93 tot 0.99] verlaagde.

De onderzoekers vonden vergeleken met het laagste bloed beta-cryptoxanthinegehalte, dat het hoogste bloed beta-cryptoxanthinegehalte de kans op het krijgen van borstkanker significant met 15% [RR = 0.85, 95% BI = 0.74 tot 0.96, n = 11, I2 = 0.0%, p = 0.80] verlaagde. 
Dit significante verlaagde risico bleef gelijk in de sensitiviteitsanalyses.  

De onderzoekers vonden dat elke verhoging van het beta-cryptoxanthinegehalte met 10 μg/dL, de kans op het krijgen van borstkanker significant met 10% [RR = 0.90, 95% BI = 0.82 tot 0.99] verlaagde.

De onderzoekers vonden vergeleken met het laagste bloed lycopeengehalte, dat het hoogste bloed lycopeengehalte de kans op het krijgen van borstkanker significant met 14% [RR = 0.86, 95% BI = 0.76 tot 0.98, n = 13, I2 = 0.0%, p = 0.46] verlaagde. 
Dit significante verlaagde risico bleef gelijk in de sensitiviteitsanalyses.  

De onderzoekers vonden vergeleken met het laagste bloed luteïnegehalte, dat het hoogste bloed luteïnegehalte de kans op het krijgen van borstkanker significant met 30% [RR = 0.70, 95% BI = 0.52 tot 0.93, n = 6, I2 = 17.1%, p = 0.30] verlaagde. 
Dit significante verlaagde risico bleef gelijk in de sensitiviteitsanalyses. 

De onderzoekers concludeerden dat zowel een hoog totale carotenoïden-, alfa-caroteen-, beta-caroteen-, beta-crytoxanthine-, lycopeen- als luteïnegehalte, de kans op het krijgen van borstkanker onder vrouwen verlaagde. 

Oorspronkelijke titel: 
The Association between Circulating Carotenoids and Risk of Breast Cancer: A Systematic Review and Dose-Response Meta-Analysis of Prospective Studies by Dehnavi MK, Ebrahimpour-Koujan S, […], Azadbakht L.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC10694674/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over cohort studies/significant, carotenoïden en borstkanker

 

Daily 3 cups of tea decrease risk of depression

Research question:
Does tea consumption decrease depression risk?

Study design:
This meta-analysis (review article) contained 11 observational studies (22,817 participants with 4,743 cases of depression).

The Begg rank correlation test and the Egger linear regression test indicated no evidence of publication bias [Begg’s test: Z = 0.06, p = 0.951; Egger’s test: t = -0.1, p = 0.925].

Results and conclusions:
The researchers found in the meta-analysis of 22,817 participants with 4,743 cases of depression, a significant 31% decrease [RR = 0.69, 95% CI = 0.63-0.75, I2 = 41.9%] in the risk of developing depression for higher tea consumption compared with low tea consumption. Significant means, there is a relationship at a 95% confidence interval.

The researchers found overall, higher tea consumption had a protective effect against depression in all subgroups except for study location.

The researchers found a significant reduced risk of 32% [RR = 0.68, 95% CI = 0.62-0.75] in Asia populations for higher tea consumption compared with low tea consumption. Significant because RR of 1 was not found in the 95% confidence interval ranging from 0.62 to 0.75. RR of 1 means no relationship or risk.

The researchers found in the dose-response analysis consisted of 10,600 participants with 2,107 cases of depression a significant 37% decrease [95% CI = 0.55-0.71, I2 = 0.00%] in the risk of developing depression for every 3 cups/day increment in tea consumption.

The researchers concluded that higher consumption of tea was associated with lower risk of depression. The dose-response analysis identified a linear association between tea consumption, and the risk of depression, with every 3 cups/day increment in tea consumption associated with a 37% decrease in the risk of depression.

Original title:
Tea consumption and the risk of depression: a meta-analysis of observational studies by Dong X, Yang C, […], Lu Z.

Link:
http://journals.sagepub.com/doi/full/10.1177/0004867414567759

Additional information of El Mondo:
Find more studies/information on tea consumption right here.

 

Teveel buikvet verhoogt longkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt abdominale obesitas (teveel buikvet) de kans op het krijgen van longkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 6 prospectieve cohort studies met 5827 mensen met longkanker onder 831535 deelnemers. 

De follow-up duur varieerde tussen 7 en 15.1 jaar.
De afzonderlijke studies werden gecorrigeerd voor potentiële confounders, zoals leeftijd, lichamelijke activiteit en roken.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 10 cm in buikomtrek de kans op het krijgen van longkanker significant met 10% [RR = 1.10, 95% BI = 1.04-1.17, I2 = 27.7%] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 0.1 punt in de taille-heupverhouding, de kans op het krijgen van longkanker significant met 5% [RR = 1.05, 95% BI = 1.00-1.11, I2 = 25.2%] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat een hoge taille-heup verhouding, de kans op het krijgen van longkanker onder ex-rokers significant met 11% [RR = 1.11, 95% BI = 1.00-1.23] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat een grote buikomtrek de kans op het krijgen van longkanker onder niet rokers significant met 11% [RR = 1.11, 95% BI = 1.00-1.23] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat een grote buikomtrek de kans op het krijgen van longkanker onder ex-rokers significant met 12% [RR = 1.12, 95% BI = 1.03-1.22] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat een grote buikomtrek de kans op het krijgen van longkanker onder rokers significant met 16% [RR = 1.16, 95% BI = 1.08-1.25] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat abdominale obesitas de kans op het krijgen van longkanker verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Abdominal Obesity and Lung Cancer Risk: Systematic Review and Meta-Analysis of Prospective Studies by Hidayat K, Du X, […], Shi B.

Link:
http://www.mdpi.com/2072-6643/8/12/810/htm

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over kanker en overgewicht.

Abdominale obesitas oftewel teveel buikvet kan vastgesteld worden aan de hand van de buikomtrek en de taille-heupverhouding (omtrek taille gedeeld door omtrek heupen).

Beta-caroteen via voeding verlaagt heupfracturen onder Aziatische mannen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van carotenoïden de kans op het krijgen van heupfractuur?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 5 prospectieve cohort studies en 2 patiënt-controle studies met in totaal 140265 deelnemers, waarvan 4324 mensen met fracturen. De leeftijd was 50 jaar en ouder (50-80 jaar). 80% van de studies was post-menopauzale vrouwen.

De follow-up duur van de cohort studies varieerde tussen 3.7 en 18 jaar.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel carotenoïden vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van heupfractuur niet significant met 28% [OR = 0.72, 95% BI = 0.51-1.01, I2 = 59.4%, p = 0.06] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel beta-caroteen vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van heupfractuur significant met 28% [OR = 0.72, 95% BI = 0.54-0.95] verlaagde.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het bloed carotenoïdengehalte en de kans op het krijgen van heupfractuur [OR = 0.83, 95% BI = 0.59-1.17].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van veel beta-caroteen vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van heupfractuur onder mannen significant met 47% [OR = 0.57, 95% BI = 0.40-0.81] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van veel beta-caroteen vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van heupfractuur onder mensen ouder dan 60 jaar significant met 43% [OR = 0.57, 95% BI = 0.40-0.81] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van veel beta-caroteen vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van heupfractuur onder mensen met een normaal gewicht (BMI ≤ 25) significant met 38% [OR = 0.62, 95% BI = 0.40-0.96, p = 0.03] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van veel beta-caroteen vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van heupfractuur onder Aziaten significant met 38% [OR = 0.62, 95% BI = 0.40-0.96, p = 0.03] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel beta-caroteen de kans op het krijgen van heupfractuur onder Aziatische mannen ouder dan 60 jaar met een normaal gewicht verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Carotenoids and risk of fracture: a meta-analysis of observational studies by Xu J, Song C, [...], X L.

Link:
http://www.impactjournals.com/oncotarget/index.php?journal=oncotarget&page=article&op=view&path[]=13678&path[]=43468

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over ouderdom en carotenoïden.

Beta-caroteen geeft de karakteristieke kleur aan oranje en gele groenten en fruit.
Deze maaltijd bevat veel beta-caroteen.

Calciumsupplementen verlaagt het slechte cholesterol

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van calciumsupplementen het cholesterolgehalte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 22 clinische studies met in totaal 4071 deelnemers.

De studieduur varieerde tussen 2 weken en 5 jaar.  

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van calciumsupplementen het LDL-cholesterolgehalte (slecht cholesterol) significant met 0.12 mmol/L [95% BI = -0.22 tot -0.02, I2 = 78.6%] verlaagde. Echter, het effect nam af wanneer naast calcium ook vitamine D werd geslikt.

De onderzoekers vonden dat het slikken van calciumsupplementen het HDL-cholesterolgehalte (goed cholesterol) significant met 0.05 mmol/L [95% BI = 0.00 tot 0.10, I2 = 97.1%] verhoogde.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het slikken van calciumsupplementen en het triglyceridengehalte.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van calciumsupplementen het slechte cholesterolgehalte (LDL-cholesterol) verlaagde en het goede cholesterolgehalte (HDL-cholesterol) verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
The Effects of Dietary Calcium Supplements Alone or With Vitamin D on Cholesterol Metabolism: A Meta-Analysis of Randomized Controlled Trials by Chen C, Ge S, […], Li C.

Link:
http://journals.lww.com/jcnjournal/Abstract/publishahead/The_Effects_of_Dietary_Calcium_Supplements_Alone.99526.aspx

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over hart- en vaatziekten, cholesterol en calcium.  

 

Alfa-caroteen, beta-caroteen en luteïne/zeaxanthine via voeding verlaagt non-Hodgkin-lymfklierkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van carotenoïden de kans op het krijgen van non-Hodgkin-lymfklierkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 7 patiënt-controle studies en 3 cohort studies.  

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel alfa-caroteen vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van non-Hodgkin-lymfklierkanker significant met 13% [RR = 0.87, 95% BI = 0.78-0.97] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel beta-caroteen vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van non-Hodgkin-lymfklierkanker significant met 20% [RR = 0.80, 95% BI = 0.68-0.94] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel luteïne/zeaxanthine vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van non-Hodgkin-lymfklierkanker significant met 18% [RR = 0.82, 95% BI = 0.69-0.97] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel alfa-caroteen of beta-caroteen vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van diffuus grootcellig B cel lymfoom (een soort non-Hodgkin-lymfklierkanker) significant verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 1000 microgram alfa-caroteen per dag de kans op het krijgen van non-Hodgkin-lymfklierkanker significant met 13% verlaagde.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van lycopeen of beta-crytoxanthine en de kans op het krijgen van non-Hodgkin-lymfklierkanker.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van alfa-caroteen, beta-caroteen en luteïne/zeaxanthine de kans op het krijgen van non-Hodgkin-lymfklierkanker, met name diffuus grootcellig B cel lymfoom verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Carotenoid intake and risk of non-Hodgkin lymphoma: a systematic review and dose-response meta-analysis of observational studies by Chen F, Hu J, [...], Liu P.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28011986

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over kanker and carotenoïden.

Alfa-caroteen, beta-caroteen, luteïne/zeaxanthine, lycopeen en beta-crytoxanthine zijn carotenoïden.

100 gram rauwe wortelen levert gemiddeld 2684 microgram alfa-caroteen.
100 gram passievrucht levert 410 microgram alfa-caroteen.
 

39 gram hazelnoten per dag verlaagt het slechte cholesterolgehalte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verbetert het eten van hazelnoten de risicofactoren (zoals cholesterol- en trigyceridengehalte) van hart- en vaatziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 9 clinische studies met in totaal 425 deelnemers (46% was man, 54% was vrouw en de leeftijd varieerde tussen 18 en 55 jaar). De gemiddelde interventieduur was 74.7 dagen (28 en 84 dagen). De gemiddelde dosering was 38.7 gram hazelnoten per dag (29 en 69 gram hazelnoten per dag).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 3 RCT’s dat het eten van hazelnoten het LDL-cholesterolgehalte (slecht cholesterol) significant met 0.150 mmol/L [95% HPD = -0.308 tot -0.003] verlaagde.  

De onderzoekers vonden dat het eten van hazelnoten geen effect had op het totale cholesterolgehalte [gepoolde MD = -0.127 mmol/L, 95% HPD = -0.284 tot 0.014].  

De onderzoekers vonden dat het eten van hazelnoten geen effect had op het HDL- cholesterolgehalte [gepoolde MD = 0.002 mmol/L, 95% HPD = -0.140 tot 0.147].  

De onderzoekers vonden dat het eten van hazelnoten geen effect had op het triglyceridengehalte [gepoolde MD = 0.045 mmol/L, 95% HPD = -0.195 tot 0.269].  

De onderzoekers vonden dat het eten van hazelnoten geen effect had op het BMI [gepoolde MD = 0.062 kg/m², 95% HPD = -0.293 tot 0.469].  

De onderzoekers concludeerden dat het eten van 38.7 gram hazelnoten per dag gedurende 74.7 dagen het LDL-cholesterolgehalte (slecht cholesterol) verlaagde terwijl het lichaamsgewicht niet deed toenemen.

Oorspronkelijke titel:
Effects of Hazelnut Consumption on Blood Lipids and Body Weight: A Systematic Review and Bayesian Meta-Analysis by Perna S, Giacosa A, […], Rondanelli M.

Link:
http://www.mdpi.com/2072-6643/8/12/747/htm

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over hart- en vaatziekten en cholesterol.

Hazelnoot bevat 82-83% mono-onverzadigde vetzuren, voornamelijk oliezuur. Wetenschappelijke studies hebben aangetoond dat mono-onverzadigde vetzuren in olijfolie verantwoordelijk is voor het verlagen van het cholesterolgehalte.
Verder zijn hazelnoten rijk aan vitamine E, fytosterolen, L-arginine, polyfenolen, folaat en vezels.

Hazelnoten en amandelen hebben min of meer dezelfde vetsamenstelling.

Dagelijks 15-20 gram noten verlaagt hart- en vaatziekten en kanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van noten de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten, kanker en mortaliteit?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 20 prospectieve cohort studies met in totaal 819448 deelnemers.

1 portie noten was 28 gram.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 12 cohort studies met 12331 mensen met een coronaire hartziekte onder 315397 deelnemers, dat het eten van veel noten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van een coronaire hartziekte significant met 24% [gepoolde RR = 0.76, 95% BI = 0.69-0.84, I2 = 42%, p = 0.06] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van 1 portie noten (28 gram) per dag de kans op het krijgen van een coronaire hartziekte significant met 29% [gepoolde RR = 0.71, 95% BI = 0.63-0.80, I2 = 47%, p = 0.04] verlaagde.
De onderzoekers vonden een non-lineair verband tussen het eten van noten en de kans op het krijgen van een coronaire hartziekte, met een geringe toename in de risicovermindering boven 15-20 gram noten per dag.

De onderzoekers vonden in 12 cohort studies met 18655 mensen met hart- en vaatziekten onder 376228 deelnemers, dat het eten van veel noten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten significant met 19% [gepoolde RR = 0.81, 95% BI = 0.74-0.89, I2 = 52%, p = 0.02] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van 1 portie noten (28 gram) per dag de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten significant met 21% [gepoolde RR = 0.79, 95% BI = 0.70-0.88, I2 = 60%, p = 0.004] verlaagde.

De onderzoekers vonden een non-lineair verband tussen het eten van noten en de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten; met geen toename meer in de risicovermindering boven 15 gram noten per dag.

De onderzoekers vonden in 3 cohort studies dat het eten van veel boomnoten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten significant met 24% [gepoolde RR = 0.76, 95% BI = 0.69-0.84, I2 = 0%, p = 0.92] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 3 cohort studies dat elke verhoging met 10 gram boomnoten per dag, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten significant met 25% [gepoolde RR = 0.75, 95% BI = 0.67-0.84, I2 = 0%, p = 0.84] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 5 cohort studies dat het eten van veel pinda’s vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten significant met 24% [gepoolde RR =0.76, 95% BI = 0.70-0.81, I2 = 0%, p = 0.90] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 5 cohort studies dat elke verhoging met 10 gram pinda’s per dag, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten significant met 36% [gepoolde RR = 0.64, 95% BI = 0.50-0.81, I2 = 77%, p = 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 9 cohort studies met 18490 mensen met kanker onder 304285 deelnemers, dat het eten van veel noten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van kanker significant met 18% [gepoolde RR = 0.82, 95% BI = 0.74-0.89, I2 = 28%, p = 0.21] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van 1 portie noten (28 gram) per dag de kans op het krijgen van kanker significant met 15% [gepoolde RR = 0.85, 95% BI = 0.76-0.94, I2 = 42%, p = 0.10] verlaagde.

De onderzoekers vonden een non-lineair verband tussen het eten van noten en de kans op het krijgen van kanker.

De onderzoekers vonden in 3 cohort studies dat het eten van veel boomnoten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van kanker significant met 18% [gepoolde RR = 0.82, 95% BI = 0.76-0.90, I2 = 0%, p = 0.98] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 3 cohort studies dat elke verhoging met 10 gram boomnoten per dag, de kans op het krijgen van kanker significant met 20% [gepoolde RR = 0.80, 95% BI = 0.72-0.89, I2 = 0%, p = 0.99] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 5 cohort studies dat het eten van veel pinda’s vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van kanker significant met 7% [gepoolde RR = 0.93, 95% BI = 0.87-0.99, I2 = 19%, p = 0.30] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 5 cohort studies dat elke verhoging met 10 gram pinda’s per dag, de kans op het krijgen van kanker niet significant met 8% [gepoolde RR = 0.92, 95% BI = 0.82-1.03, I2 = 30%, p = 0.22] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 15 cohort studies met 85870 doden aan alle oorzaken onder 819448 deelnemers, dat het eten van veel noten vergeleken met weinig de kans op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit) significant met 19% [gepoolde RR = 0.81, 95% BI = 0.77-0.85, I2 = 41%, p = 0.05] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van 1 portie noten (28 gram) per dag de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 22% [gepoolde RR = 0.78, 95% BI = 0.72-0.84, I2 = 66%, p 0.0001] verlaagde.

De onderzoekers vonden een non-lineair verband tussen het eten van noten en de kans op doodgaan aan alle oorzaken; met geen toename meer in de risicovermindering boven 15-20 gram noten per dag.

De onderzoekers vonden in 4 cohort studies dat het eten van veel boomnoten vergeleken met weinig, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 20% [gepoolde RR = 0.80, 95% BI = 0.74-0.86, I2 = 58%, p = 0.07] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 3 cohort studies dat elke verhoging met 10 gram boomnoten per dag, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 18% [gepoolde RR = 0.82, 95% BI = 0.75-0.90, I2 = 70%, p = 0.02] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 5 cohort studies dat het eten van veel pinda’s vergeleken met weinig, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 15% [gepoolde RR = 0.85, 95% BI = 0.81-0.89, I2 = 34%, p = 0.19] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 5 cohort studies dat elke verhoging met 10 gram pinda’s per dag, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 23% [gepoolde RR = 0.77, 95% BI = 0.69-0.86, I2 = 64%, p = 0.03] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 2 cohort studies dat het eten van veel pindakaas vergeleken met weinig, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 11% [gepoolde RR = 0.89, 95% BI = 0.80-0.99, I2 = 31%, p = 0.23] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 2 cohort studies dat elke verhoging met 10 gram pindakaas per dag, de kans op doodgaan aan alle oorzaken niet significant met 6% [gepoolde RR = 0.94, 95% BI = 0.86-1.02, I2 = 0%, p = 0.76] verlaagde.

De onderzoekers schatten dat er in 2013 zo’n 4.4 miljoen doden (waarvan 1.19 miljoen aan hart- en vaatziekten, 469000 aan kanker, 1.07 miljoen aan ziekten aan het ademhalingsstelsel en 139000 aan suikerziekte) waren die veroorzaakt werden door het eten van minder dan 20 gram noten per dag.

De onderzoekers concludeerden dat eten van 15-20 gram noten per dag, met name boomnoten en pinda, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten, kanker en all-cause mortaliteit verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Nut consumption and risk of cardiovascular disease, total cancer, all-cause and cause-specific mortality: a systematic review and dose-response meta-analysis of prospective studies by Aune D, Keum N, […], Norat T.

Link:
https://bmcmedicine.biomedcentral.com/articles/10.1186/s12916-016-0730-3

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over kanker en hart- en vaatziekten.
Boomnoten zijn onder andere cashewnoten, walnoten, hazelnoot en eikel.

 

Veel soja en magere melk verlagen borstkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Welke producten verlagen of verhogen de kans op het krijgen van borstkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 46 cohort studies.
De gemiddelde follow-up duur varieerde tussen 3.9 en 65 jaar.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 8 cohort studies met 19912 vrouwen met borstkanker onder 691383 deelnemers, dat het eten van veel roodvlees vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van borstkanker niet significant met 5% [gepoolde RR = 1.05, 95% BI = 0.95-1.16, I2 = 63.1%] verhoogde. Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden in 6 cohort studies dat het eten van 120 gram roodvlees per dag, de kans op het krijgen van borstkanker significant met 7% [gepoolde RR = 1.07, 95% BI = 1.01-1.14, I2 = 7.1%] verhoogde. Significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden een lineair verband tussen het eten van roodvlees en de kans op het krijgen van borstkanker [p = 0.157].

De onderzoekers vonden in 14 cohort studies met 26952 vrouwen met borstkanker onder 1235085 deelnemers, dat het eten van veel bewerkt vlees vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van borstkanker significant met 7% [gepoolde RR = 1.07, 95% BI = 1.01-1.14, I2 = 34.6%] verhoogde.

De onderzoekers vonden in 12 cohort studies dat het eten van 50 gram bewerkt vlees per dag, de kans op het krijgen van borstkanker significant met 9% [gepoolde RR = 1.09, 95% BI = 1.02-1.17, I2 = 11.8%] verhoogde.

De onderzoekers vonden een lineair verband tussen het eten van bewerkt vlees en de kans op het krijgen van borstkanker [p = 0.633].

De onderzoekers vonden in 11 cohort studies met 19400 vrouwen met borstkanker onder 726947 deelnemers, dat het eten van veel gevogelte vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van borstkanker niet significant met 1% [gepoolde RR = 1.01, 95% BI = 0.93-1.11, I2 = 58%] verhoogde.

De onderzoekers vonden in 10 cohort studies dat het eten van 120 gram gevogelte per dag, de kans op het krijgen van borstkanker niet significant met 3% [gepoolde RR = 0.97, 95% BI = 0.85-1.11, I2 = 33.2%] verlaagde.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van gevogelte en de kans op het krijgen van borstkanker.

De onderzoekers vonden in 18 cohort studies met 20810 vrouwen met borstkanker onder 914451 deelnemers, dat het eten van veel vis vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van borstkanker niet significant met 4% [gepoolde RR = 1.04, 95% BI = 0.97-1.12, I2 = 47.9%] verhoogde.

De onderzoekers vonden in 13 cohort studies dat het eten van 120 gram vis per dag, de kans op het krijgen van borstkanker niet significant met 7% [gepoolde RR = 1.07, 95% BI = 0.94-1.21, I2 = 33.23%] verhoogde.

De onderzoekers vonden in 9 cohort studies met 16910 vrouwen met borstkanker onder 639720 deelnemers, dat het eten van veel eieren vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van borstkanker niet significant met 4% [gepoolde RR = 1.04, 95% BI = 0.98-1.11, I2 = 6.7%] verhoogde.

De onderzoekers vonden in 8 cohort studies dat het eten van 50 gram eieren per dag, de kans op het krijgen van borstkanker niet significant met 4% [gepoolde RR = 1.04, 95% BI = 0.94-1.15, I2 = 26.9%] verhoogde.

De onderzoekers vonden in 10 cohort studies met 12888 vrouwen met borstkanker onder 452916 deelnemers, dat het eten van veel sojaproducten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van borstkanker significant met 8% [gepoolde RR = 0.92, 95% BI = 0.84-1.00, I2 = 0.0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 7 cohort studies dat het eten van 1 portie sojaproducten per dag, de kans op het krijgen van borstkanker significant met 9% [gepoolde RR = 0.91, 95% BI = 0.84-1.00, I2 = 0.0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden een lineair verband tussen het eten van sojaproducten en de kans op het krijgen van borstkanker [p = 0.908].

De onderzoekers vonden in 3 cohort studies met 4506 vrouwen met borstkanker onder 148807 deelnemers, dat het eten van veel noten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van borstkanker niet significant met 4% [gepoolde RR = 0.96, 95% BI = 0.88-1.06, I2 = 0.0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 3 cohort studies dat het eten van 28 gram noten per dag, de kans op het krijgen van borstkanker niet significant met 4% [gepoolde RR = 0.96, 95% BI = 0.84-1.09, I2 = 0.0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 8 cohort studies met 13781 vrouwen met borstkanker onder 554775 deelnemers, dat het drinken van veel volle melk vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van borstkanker niet significant met 1% [gepoolde RR = 0.99, 95% BI = 0.87-1.12, I2 =  37.4%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 5 cohort studies dat het drinken van 200 gram volle melk per dag, de kans op het krijgen van borstkanker niet significant met 2% [gepoolde RR = 1.02, 95% BI = 0.92-1.13, I2 = 32.8%] verhoogde.

De onderzoekers vonden in 7 cohort studies met 16664 vrouwen met borstkanker onder 586726 deelnemers, dat het drinken van veel magere melk vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van borstkanker significant met 7% [gepoolde RR = 0.93, 95% BI = 0.85-1.00, I2 =  40.1%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 5 cohort studies dat het drinken van 200 gram magere melk per dag, de kans op het krijgen van borstkanker significant met 4% [gepoolde RR = 0.96, 95% BI = 0.92-1.00, I2 = 11.9%] verlaagde.

De onderzoekers vonden een lineair verband tussen het drinken van magere melk en de kans op het krijgen van borstkanker [p = 0.109].

De onderzoekers vonden in 5 cohort studies met 6793 vrouwen met borstkanker onder 225057 deelnemers, dat veel yoghurt vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van borstkanker significant met 10% [gepoolde RR = 0.90, 95% BI = 0.82-1.00, I2 = 0.0%] verlaagde

De onderzoekers vonden in 3 cohort studies dat 200 gram yoghurt per dag, de kans op het krijgen van borstkanker niet significant met 13% [gepoolde RR = 0.87, 95% BI = 0.72-1.06, I2 = 0.0%] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het dagelijks eten van 120 gram roodvlees of 50 gram bewerkt vlees de kans op het krijgen van borstkanker verhoogde, terwijl 1 portie sojaproducten of 200 gram magere melk de kans op het krijgen van borstkanker verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary Protein Sources and Incidence of Breast Cancer: A Dose-Response Meta-Analysis of Prospective Studies by Wu J, Zeng R, [...], Zheng Y.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5133114/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over borstkanker, vlees, melkproducten en soja.

Deze maaltijden bevatten veel soja oftewel minimaal 30 gram isoflavonen.

Een portie sojaproducten komt overeen met 200-250 ml sojamelk, een kwart blok tahoe, een halve kop tempé/sojabonen/sojavlees oftewel een portie sojaproducten komt overeen met 8 tot 10 gram soja-eiwitten of 25 mg isoflavonen.

 

Vis verlaagt depressie

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van vis of n-3 PUFA’s de kans op het krijgen van een depressie?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 31 observationele studies met 20000 mensen met een depressie onder 255076 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van vis de kans op het krijgen van een depressie significant met 22% [RR = 0.78, 95% BI = 0.69-0.89] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel n-3 PUFA’s vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van een depressie significant met 22% [RR = 0.78, 95% BI = 0.67-0.92] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel EPA en DHA vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van een depressie significant met 18% [RR = 0.82, 95% BI = 0.73-0.92] verlaagde.

De onderzoekers vonden een J-vormig verband tussen het eten van n-3 PUFA’s en het krijgen van een depressie met het meeste effect bij 1.8 gram n-3 PUFA’s per dag [RR = 0.30, 95% BI = 0.09-0.90].

De onderzoekers concludeerden dat het eten van vis en n-3 PUFA’s (bij voorkeur 1.8 gram n-3 PUFA’s per dag) de kans op het krijgen van een depressie verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary n-3 PUFA, fish consumption and depression: A systematic review and meta-analysis of observational studies by Grosso G, Micek A, […], Galvano F.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27544316

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over depressie en visconsumptie.

1.8 gram n-3 PUFA’s komt in de praktijk overeen met vissen die 4 dagen EPA en DHA leveren. Welke vette vissen 4 dagen EPA en DHA leveren, kunt u hier opzoeken.

Deze maaltijden leveren 4 dagen EPA en DHA.

Alfa-linoleenzuur, EPA en DHA zijn n-3 vetzuren oftewel n-3 PUFA’s.
EPA en DHA worden ook wel visvetzuren genoemd. Vette vissen hebben meer EPA en DHA dan niet vette vissen.
N-3 PUFA’s zitten in lijnzaadolie, vette vissen (haring, makreel, zalm, aal en sardine), schaaldieren en gevogelte.

Dagelijks 10 gram alcohol verlaagt galstenen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het drinken van alcohol de kans op het krijgen van galstenen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 cohort studies en 10 patiënt-controle studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het drinken veel alcohol vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van galstenen significant met 38% [gepoolde RR = 0.62, 95% BI = 0.49-0.78] verlaagde.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat het drinken veel alcohol vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van galstenen significant met 34% [gepoolde RR = 0.66, 95% BI = 0.48-0.91] verlaagde.

De onderzoekers vonden in patiënt-controle studies dat het drinken veel alcohol vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van galstenen significant met 42% [gepoolde RR = 0.58, 95% BI = 0.45-0.73] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het drinken veel alcohol vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van galstenen onder mannen significant met 43% [gepoolde RR = 0.57, 95% BI = 0.40-0.80] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het drinken veel alcohol vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van galstenen onder vrouwen significant met 36% [gepoolde RR = 0.64, 95% BI = 0.53-0.77] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het drinken van 10 gram alcohol per dag, de kans op het krijgen van galstenen significant met 12% [gepoolde RR = 0.88, 95% BI = 0.84-0.92] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het drinken van alcohol (minimaal 10 gram alcohol per dag) de kans op het krijgen van galstenen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Alcohol consumption and risk of gallstone disease: a meta-analysis by Wang J, Duan X, [...], Jiang X.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27926662

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over alcohol.
 

Vitamine A, beta-caroteen en lycopeen via voeding verlagen waarschijnlijk alvleesklierkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van vitamine A, beta-caroteen of lycopeen de kans op het krijgen van alvleesklierkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 4 cohort studies en 18 patiënt-controle studies.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van totale vitamine A de kans op het krijgen van alveesklierkanker significant met 15% [gepoolde OR = 0.85, 95% BI = 0.74-0.97, p = 0.015] verlaagde, met name onder blanken [OR = 0.84, 95% BI = 0.73-0.96, p = 0.011] en patiënt-controle studies [OR = 0.83, 95% BI = 0.72-0.95, p = 0.007].

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van retinol en de kans op het krijgen van alveesklierkanker [OR = 1.02, 95% BI = 0.78-1.34, p = 0.860].

De onderzoekers vonden dat het eten van beta-caroteen de kans op het krijgen van alveesklierkanker significant met 22% [gepoolde OR = 0.78, 95% BI = 0.66-0.92, p = 0.003] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van lycopeen de kans op het krijgen van alveesklierkanker significant met 16% [gepoolde OR = 0.84, 95% BI = 0.73-0.97, p = 0.02] verlaagde, met name onder blanken [OR = 0.86, 95% BI = 0.73-1.00, P = 0.05] en patiënt-controle studies [OR = 0.77, 95% BI = 0.64-0.92, p = 0.005]. 

De onderzoekers concludeerden dat het eten van zowel totale vitamine A (maar niet in de vorm van retinol), beta-caroteen en lycopeen de kans op het krijgen van alvleesklierkanker waarschijnlijk verlaagde. Waarschijnlijk omdat het verlaagde risico niet significant was onder de cohort studies.

Oorspronkelijke titel:
Association between vitamin A, retinol and carotenoid intake and pancreatic cancer risk: Evidence from epidemiologic studies by Huang X, Gao Y, [...], Zheng J.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5150257/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over kanker, vitamine A, beta-caroteen en lycopeen.

Deze maaltijden zijn rijk aan vitamine A, beta-caroteen of lycopeen.

Vitamine D supplementen verlagen het LDL-cholesterolgehalte van suikerpatiënten type 2

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van vitamine D het triglyceriden- en cholesterolgehalte van suikerpatiënten type 2?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 17 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine D het serum triglyceridengehalte van suikerpatiënten type 2 significant met 3.74 mg/dL [95% BI = -7.13 tot -0.34, p = 0.031] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine D het LDL-cholesterolgehalte (slecht cholesterol) van suikerpatiënten type 2 significant met 2.55 mg/dL [95% BI = -4.83 tot -0.26, p = 0.029] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine D het HDL-cholesterolgehalte (goed cholesterol) van suikerpatiënten type 2 significant met 0.72 mg/dL (95% BI = -1.27 tot -0.17, p = 0.010] verlaagde. Echter, deze verlaging was verwaarloosbaar.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het effect van vitamine D op zowel het triglyceriden- als cholesterolgehalte afhankelijk was van de dosering, de duur van de studies en het vitamine D-gehalte van de deelnemers aan het begin van de studie.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van vitamine D het triglyceriden- en het LDL-cholesterolgehalte (slecht cholesterol) van suikerpatiënten type 2 verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effects of vitamin D on serum lipid profile in patients with type 2 diabetes: A meta-analysis of randomized controlled trials by Jafari T, Fallah AA and Barani A.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27020528

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier meer studies over vitamine D, het verlagen van het cholesterolgehalte en suikerziekte.

Mensen met overgewicht hebben vaak zowel een hoog triglyceriden als LDL-cholesterogehalte. Overgewicht verhoogt de kans op het krijgen suikerziekte type 2, hart- en vaatzieken en kanker.