Voeding en gezondheid

Psylliumvezel verlaagt slecht cholesterol bij mensen met suikerziekte

Onderzoeksvraag:
Is er een causaal verband tussen het eten van psylliumvezel en de verbeteringen van de risicofactoren van suikerziekte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 9 RCT’s met in totaal 395 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van psylliumvezel het triglyceridengehalte significant verlaagde [WMD = -19.18 mg/dL, 95% BI = -31.76 tot -6.60, I2 = 98%].

De onderzoekers vonden dat het eten van psylliumvezel het LDL-cholesterolgehalte (slecht cholesterol) significant verlaagde [WMD = -8.96 mg/dL, 95% BI = -13.39 tot -4.52, I2 = 97%].

De onderzoekers vonden dat het eten van psylliumvezel het nuchter bloedglucosegehalte significant verlaagde [WMD = -31.71 ml/dL, 95% BI = -50.04 tot -13.38, I2 = 97%].

De onderzoekers vonden dat het eten van psylliumvezel het HbA1c-gehalte significant verlaagde [WMD = -0.91%, 95% BI = -1.31 tot -0.51, I2 = 99%].

De onderzoekers concludeerden dat het eten van psylliumvezel het triglyceridengehalte, het LDL-cholesterolgehalte, het nuchter bloedglucosegehalte en het HbA1c-gehalte van mensen met suikerziekte verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
The effect of psyllium consumption on weight, body mass index, lipid profile, and glucose metabolism in diabetic patients: A systematic review and dose-response meta-analysis of randomized controlled trials by Xiao Z, Chen H, [...], Wei Y.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31919936

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vezels en suikerziekte.

Psylliumvezels zijn de buitenste schilletjes van de zaadjes van de plant die we in het Latijn plantago ovata noemen.

Thee verlaagt mogelijk dikke darmkanker onder vrouwen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Gegevens uit in-vitro en dierenstudies ondersteunen het preventieve effect van thee (Camellia sinensis) tegen colorectale kanker (dikke darmkanker). Verder evalueerden veel epidemiologische studies het verband tussen theeconsumptie en het risico op het krijgen van colorectale kanker, maar de resultaten waren inconsistent. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het drinken van thee de kans op het krijgen van dikke darmkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 20 cohort studies met in totaal 2068137 deelnemers, waarvan 21437 mensen met dikke darmkanker.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het drinken van veel thee, de kans op het krijgen van dikke darmkanker niet significant met 3% [gepoolde RR = 0.97, 95% BI = 0.94-1.01, I2 = 24.0%, p = 0.093] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses, dat het drinken van veel thee, de kans op het krijgen van dikke darmkanker onder vrouwen significant met 7% [gepoolde RR = 0.93, 95% BI = 0.86-1.00, p 0.05] verlaagde.
Echter, dit verlaagde risico was niet significant onder mannen [RR = 0.97, 95% BI = 0.90-1.04].

De onderzoekers vonden in studies waarbij gecorrigeerd werd voor kofieconsumptie, dat het drinken van veel thee, de kans op het krijgen van dikke darmkanker onder vrouwen niet significant met 3% [gepoolde RR = 0.97, 95% BI = 0.87-1.09, p > 0.05] verlaagde.

De onderzoekers vonden in studies waarbij niet gecorrigeerd werd voor kofieconsumptie, dat het drinken van veel thee, de kans op het krijgen van dikke darmkanker onder vrouwen significant met 10% [gepoolde RR = 0.90, 95% BI = 0.82-1.00, p 0.05] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het drinken van veel thee, de kans op het krijgen van dikke darmkanker onder vrouwen mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat het verlaagde risico niet significant was in studies waarbij gecorrigeerd werd voor kofieconsumptie.

Oorspronkelijke titel:
Tea consumption and colorectal cancer risk: a meta-analysis of prospective cohort studies by Zhu MZ, Lu DM, […], Liu ZH.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/32078065

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over thee en dikke darmkanker.


 

Hartfalen verhoogt dementie

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
De uitkomsten met betrekking tot cognitieve stoornissen bij hartfalen zijn verschillend omdat het bewijs gefragmenteerd en de steekproefgrootte klein is. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verhoogt hartfalen de kans op het krijgen van dementie?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 12 studies met in totaal 2406680 mensen met hartfalen.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat hartfalen de kans op het krijgen van dementie, veroorzaakt door alle oorzaken significant met 28% [OR/RR  =  1.28, 95% BI = 1.15 tot 1.43, I2 = 70.0%, p   0.001] verhoogde.
Dit verhoogde risico bleef gelijk in de sensitiviteitsanalyse.
Significant omdat OR/RR van 1 niet in de 95% BI van 1.15 tot 1.43 zat. OR/RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

Echter, de onderzoekers vonden geen verband tussen hartfalen en de kans op het krijgen van de ziekte van Alzheimer [OR/RR  =  1.38, 95% BI = 0.90 tot 2.13, I2 = 74.8%, p   0.008].
Geen verband werd ook teruggevonden in de sensitiviteitsanalyse.
Geen verband omdat OR/RR van 1 in de 95% BI van 0.90 tot 2.13 zat. OR/RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers concludeerden dat hartfalen de kans op het krijgen van dementie, maar niet de ziekte van Alzheimer, verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Associations between heart failure and risk of dementia: A PRISMA-compliant meta-analysis by Li J, Wu Y, [...], Nie J.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC7004760/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over hartfalen en dementie
 

N-3 vetzurensupplementen verlagen pre-eclampsie tijdens de zwangerschap

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
De werkzaamheid van n-3 vetzurensupplementen ter preventie van zwangerschap-geïnduceerde hypertensie of pre-eclampsie blijft onduidelijk en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlagen n-3 vetzurensupplementen (EPA en/of DHA en/of ALA) hypertensie of pre-eclampsie tijdens de zwangerschap?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 14 RCTs. 

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van n-3 vetzurensupplementen, de kans op het krijgen van pre-eclampsie tijdens de zwangerschap significant met 18% [RR = 0.82, 95% BI = 0.70 tot 0.97, p = 0.024, I2 = 19.0%] verlaagde.
Het verlaagde echter niet hypertensie (hoge bloeddruk) tijdens de zwangerschap [RR = 0.98, 95% BI = 0.90 tot 1.07, p = 0.652, I2 = 0%].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van n-3 vetzurensupplementen, de kans op het krijgen van pre-eclampsie tijdens de zwangerschap verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Efficacy of n-3 fatty acids supplementation on the prevention of pregnancy induced-hypertension or preeclampsia: A systematic review and meta-analysis by Bakouei F, Delavar MA, […], Taheri Z.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/32039806

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over zwangerschap, het verlagen van de bloeddruk en n-3 vetzuren.

Pre-eclampsie is een zwangerschapscomplicatie die gekenmerkt wordt door een combinatie van te hoge bloeddruk en eiwitverlies via de urine.
 

LDL cholesterol verhoogt hart- en vaatziekten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Vermindert een LDL-cholesterolverlagende behandeling het risico op het krijgen van ernstige vaataandoeningen (een samenstelling van cardiovasculaire mortaliteit, niet-fataal hartinfarct, niet-fatale ischemische beroerte of coronaire revascularisatie)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 52 RCT’s met in totaal 327037 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat elke verlaging van het LDL-cholesterolgehalte met 1 mmol/L de kans op het krijgen van ernstige vaataandoeningen significant met 19% [relatieve risico = 0.81, 95% BI = 0.78 tot 0.84, p 0.0001] verlaagde.
Dit verlaagde risico was onafhankelijk van het LDL-cholesterolgehalte (slecht cholesterol) aan het begin van de studie, de aanwezigheid van diabetes [p = 0.878 voor interactie] of chronische nierziekte [p = 0.934 voor interactie].

De onderzoekers concludeerden dat elke verlaging van het LDL-cholesterolgehalte met 1 mmol/L de kans op het krijgen van ernstige vaataandoeningen (een samenstelling van cardiovasculaire mortaliteit, niet-fataal hartinfarct, niet-fatale ischemische beroerte of coronaire revascularisatie) verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Intensive LDL cholesterol-lowering treatment beyond current recommendations for the prevention of major vascular events: a systematic review and meta-analysis of randomised trials including 327 037 participants by Wang N, Fulcher J, […], Lal S.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31862150

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het verlagen van het cholesterolgehalte en hart- en vaatziekten.


 

Dagelijks 20 gram boomnoten verlaagt kanker aan het spijsverteringsstelsel

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Epidemiologische studies hebben het verband onderzocht tussen de consumptie van noten en het risico op het krijgen van verschillende kankersoorten. De huidige bevindingen zijn echter inconsistent en er is geen definitieve conclusie getrokken uit de prospectieve studies. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het eten van noten de kans op het krijgen van kanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 33 cohort studies met meer dan 50000 kankergevallen.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel noten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van kanker significant met 10% [RR = 0.90, 95% BI = 0.85-0.95] verlaagde.
Dit verlaagde risico was allleen terug te vinden voor boomnoten.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel noten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van kanker aan het spijsverteringsstelsel significant met 17% [RR = 0.83, 95% BI = 0.77-0.89] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van 20 gram noten per dag, de kans op het krijgen van kanker significant met 10% [RR = 0.90, 95% BI = 0.82-0.99] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van 20 gram boomnoten per dag, de kans op het krijgen van kanker aan het spijsverteringsstelsel verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Nut Consumption and Risk of Cancer: A Meta-analysis of Prospective Studies by Long J, Ji Z, […], Cheng L.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/32041895

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over noten en kanker.


 

Hepatitis B-virus infectie verhoogt chronische nierziekte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
De activiteit van de hepatitis B-virus (HBV) als risicofactor voor de incidentie en progressie van de chronische nierziekte is nog niet opgehelderd. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verhoogt een hepatitis B-virus infectie de kans op het krijgen van chronische nierziekte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 33 studies met in totaal 7849849 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 11 cohort studies met in totaal 1056645 deelnemers, dat een hepatitis B-virus infectie de kans op het krijgen van chronische nierziekte significant met 40% [adjusted HR = 1.40, 95% BI = 1.16 tot 1.69, p 0.001, I2 = 49.5%, p 0.0001] verhoogde.

De onderzoekers vonden in 10 cross-sectionele studies met in totaal 3222545 deelnemers, geen verband tussen een hepatitis B-virus infectie en de prevalentie van chronische nierziekte [adjusted OR = 1.04, 95% BI = 0.90 tot 1.218, p = 0.5].

De onderzoekers concludeerden dat een hepatitis B-virus infectie de kans op het krijgen van chronische nierziekte verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
HBV infection is a risk factor for chronic kidney disease: Systematic review and meta-analysis by Fabrizi F, Cerutti R, […], Messa P.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/32037008

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over nierziekte
 

3 keer per week groente en fruit verlaagt maagkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Welke factoren worden in verband gebracht met het krijgen van maagkanker?  

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 232 observationele studies met in totaal 33831063 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een H. pylori infectie de kans op het krijgen van maagkanker significant met 156% [OR = 2.56, 95% BI = 2.18 tot 3.00] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat rokers een significante verhoogde kans van 61% [OR = 1.61, 95% BI = 1.49 tot 1.75] hadden op het krijgen van maagkanker.

De onderzoekers vonden dat ex-rokers een significante verhoogde kans van 43% [OR = 1.43, 95% BI = 1.29 tot 1.59] hadden op het krijgen van maagkanker.

De onderzoekers vonden dat drinkers een significante verhoogde kans van 19% [OR = 1.19, 95% BI = 1.10 tot 1.29] hadden op het krijgen van maagkanker.

De onderzoekers vonden dat ex-drinkers een significante verhoogde kans van 73% [OR = 1.73, 95% BI = 1.17 tot 2.56] hadden op het krijgen van maagkanker.

De onderzoekers vonden dat het eten van minimaal 3 keer fruit per week, de kans op het krijgen van maagkanker significant met 52% [OR = 0.48, 95% BI = 0.37 tot 0.63] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van ingemaakte groenten, de kans op het krijgen van maagkanker significant met 28% [OR = 1.28, 95% BI = 1.09 tot 1.51] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van minimaal 3 keer groente per week, de kans op het krijgen van maagkanker significant met 38% [OR = 0.62, 95% BI = 0.49 tot 0.79] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het drinken van groene thee, de kans op het krijgen van maagkanker significant met 12% [OR = 0.88, 95% BI = 0.80 tot 0.97] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat zowel roken, drinken als een H. pylori infectie de kans op het krijgen van maagkanker verhoogde, terwijl zowel minimaal 3 keer fruit en groente per week als groene thee de kans op het krijgen van maagkanker verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Risk factors for stomach cancer: a systematic review and meta-analysis by Poorolajal J, Moradi L, [...], Gohari-Ensaf F.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/32023777

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over alcohol, groente en fruit, thee en kanker.

Koolhydraten verhogen niet fracturen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Ondanks het groeiende bewijs voor het verband tussen andere macronutriënten via voeding en de gezondheid van de botten, is er beperkte en inconsistente kennis beschikbaar over de inname van koolhydraten. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verhoogt het eten van koolhydraten de kans op het krijgen van fracturen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte observationele studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van koolhydraten en de kans op het krijgen van fracturen [gepoolde relatieve risico = 1.24, 95% BI = 0.84-1.84, p = 0.27, I2 = 57.7%, p = 0.05].

De onderzoekers concludeerden dat het eten van koolhydraten de kans op het krijgen van fracturen niet verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary carbohydrate intake and risk of bone fracture: a systematic review and meta-analysis of observational studies by Mozaffari H, Daneshzad E and Azadbakht L.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31982636

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over koolhydraten en ouderdom
 

Zout verhoogt slokdarmkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Er zijn aanwijzingen dat essentiële voedingsstoffen sterk gecorreleerd zijn met het optreden van slokdarmkanker. Echter, de bevindingen in observationele studies naar de relatie tussen koolhydraten via voeding en zoutconsumptie en het risico op het krijgen van slokdarmkanker blijven controversieel en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verhoogt de inname van koolhydraten of zout via voeding de kans op het krijgen van slokdarmkanker?  

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 patiënt-controle studies en 1 cohort studie over koolhydratenconsumptie en 16 patiënt-controle studies en 2 cohort studies over zoutconsumptie.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in gepoolde analyses dat het eten van koolhydraten de kans op het krijgen van slokdarmkanker significant met 38% [OR = 0.62, 95% BI = 0.50-0.77] verlaagde.

De onderzoekers vonden in patiënt-controle studies dat het eten van zout de kans op het krijgen van slokdarmkanker significant met 97% [OR = 1.97, 95% BI = 1.50-2.61] verhoogde.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat het eten van zout de kans op het krijgen van slokdarmkanker significant met 4% [OR = 1.04, 95% BI = 1.00-1.08] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van zout de kans op het krijgen van slokdarmkanker verhoogde.  

Oorspronkelijke titel:
Associations of dietary carbohydrate and salt consumption with esophageal cancer risk: a systematic review and meta-analysis of observational studies by Banda KJ, Chiu HY, [...], Huang HC.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31995192

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over koolhydraten, zout en kanker.

Volgens de WHO komt een hoge zoutconsumptie overeen met meer dan 5 gram zout per dag.
Meer dan 5 gram zout per dag komt overeen met een dieet met meer dan 0.25 gram zout per 100 kcal. De makkelijkse manier om een dieet met meer dan 0.25 gram zout per 100 kcal te volgen, is door te kiezen voor alleen maar producten die ook meer dan 0.25 gram zout per 100 kcal bevatten. Deze producten in de supermarkt bevat meer dan 0.25 gram zout per dag.
Gebruik de 7-punten voedingsprofiel app om te zien of uw dagelijkse voeding ook meer dan 0.25 gram zout per dag bevat.


 

6 maanden genisteïne verlaagt bloedruk van patiënten met metabole syndroom

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Genisteïne is een fyto-oestrogeen met mogelijke gezondheidsvoordelen ter preventie van hart- en vaatziekten. Echter, het bewijs met betrekking tot het positieve effect op hypertensie (een hoge bloeddruk) is niet doorslaggevend en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het slikken van genisteïne-supplementen de bloeddruk?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 4 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van genisteïne-supplementen de systolische bloeddruk niet verlaagde [WMD = -5.32 mmHg, 95% BI = -14.59 tot 3.96].

De onderzoekers vonden dat het slikken van genisteïne-supplementen de diastolische bloeddruk niet verlaagde [WMD = -2.06 mmHg, 95% BI = -6.41 tot 2.28].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van genisteïne-supplementen gedurende minimaal 6 maanden de systolische bloeddruk van patiënten met het metabole syndroom significant met 13.73 mmHg [WMD = -13.73 mmHg, 95% BI = -18.10 tot -9.37] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van genisteïne-supplementen gedurende minimaal 6 maanden de diastolische bloeddruk van patiënten met het metabole syndroom significant met 5.18 mmHg [WMD = -5.18 mmHg, 95% BI = -6.62 tot -3.74] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van genisteïne-supplementen gedurende minimaal 6 maanden de bloeddruk van patiënten met het metabole syndroom verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effects of genistein on blood pressure: A systematic review and meta-analysis by Hemati N, Asis M, […], Abdollahi M.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31955737

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over genisteïne, overgewicht, het metabole syndroom en het verlagen van de bloeddruk.


 

Lood verhoogt ALS

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Lood is een bekende risicofactor voor amyotrofische laterale sclerose (ALS). Echter, de resultaten in de onderzoeken naar de relatie tussen blootstelling aan lood en het optreden van ALS zijn niet consistent. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verhoogt een blootstelling aan lood de kans op het krijgen van ALS?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 patiënt-controle studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge blootstelling aan lood de kans op het krijgen van ALS significant met 28% [OR = 1.28, 95% BI = 1.02 tot 1.63] verhoogde.
Het verhoogde risico bleef gelijk in de subgroepenanalyses en de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers concludeerden dat een hoge blootstelling aan lood de kans op het krijgen van ALS verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Population-based study of environmental/occupational lead exposure and amyotrophic lateral sclerosis: a systematic review and meta-analysis by Meng E, Mao Y, […], Jin W.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31578652

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over ALS

Koolhydratenarme diëten verlagen hart- en vaatziekten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Koolhydratenarme diëten worden geassocieerd met cardiovasculaire risicofactoren maar de resultaten van verschillende onderzoeken zijn echter niet consistent en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verbeteren koolhydratenarme diëten (minder dan 40 En% koolhydraten) de risicofactoren van hart- en vaatziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 12 RCT’s met 820 in de interventiegroep (groep met dieet met minder dan 40 En% koolhydraten) en 820 in de controlegroep (groep met dieet met 45-55 En% koolhydraten). De leeftijd van de patiënten varieerden tussen 31 en 65 jaar.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat koolhydratenarme diëten (dieet met minder dan 40 En% koolhydraten) het triglyceridengehalte significant met 0.15 mmol/L [95% BI = -0.23 tot -0.07, I2 = 75%, p = 0.001] verlaagde.
De resultaten bleven in de sensitiviteitsanalyses gelijk.
Er was publicatie bias.

De onderzoekers vonden in subgroepenanalyses dat koolhydratenarme diëten gedurende maximaal 6 maanden, het triglyceridengehalte significant met 0.23 mmol/L [95% BI = -0.32 tot -0.15] verlaagde.

De onderzoekers vonden in subgroepenanalyses dat koolhydratenarme diëten gedurende 12 tot 23 maanden, het triglyceridengehalte significant met 0.17 mmol/L [95% BI = -0.32 tot -0.01] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat koolhydratenarme diëten het lichaamsgewicht significant met 1.58 kg [95% BI = -1.58 tot -0.75, I2 = 75%, p = 0.001 I2 = 49%, p = 0.01] verlaagde.
De resultaten bleven in de sensitiviteitsanalyses gelijk.

De onderzoekers vonden in subgroepenanalyses dat koolhydratenarme diëten gedurende maximaal 6 maanden, het lichaamsgewicht significant met 1.14 kg [95% BI = -1.65 tot -0.63] verlaagde.

De onderzoekers vonden in subgroepenanalyses dat koolhydratenarme diëten gedurende 6 tot 11 maanden, het lichaamsgewicht significant met 1.73 kg [95% BI = -2.7 tot -0.76] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat koolhydratenarme diëten de systolische bloeddruk (bovendruk) significant met 1.41 mmHg [95% BI = -2.26 tot -0.56, I2 = 0%, p = 0.84] verlaagde.
De resultaten bleven in de sensitiviteitsanalyses gelijk.

De onderzoekers vonden in subgroepenanalyses dat koolhydratenarme diëten gedurende maximaal 6 maanden, de systolische bloeddruk significant met 2.97 mmHg [95% BI = -4.62 tot -1.31] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat koolhydratenarme diëten de diastolische bloeddruk (onderdruk) significant met 1.71 mmHg [95% BI = -2.36 tot -1.06, I2 = 14%, p = 0.29] verlaagde.
De resultaten bleven in de sensitiviteitsanalyses gelijk.

De onderzoekers vonden in subgroepenanalyses dat koolhydratenarme diëten gedurende maximaal 6 maanden, de diastolische bloeddruk significant met 2.76 mmHg [95% BI = -4.07 tot -1.46] verlaagde.

De onderzoekers vonden in subgroepenanalyses dat koolhydratenarme diëten gedurende 6 tot 11 maanden, de diastolische bloeddruk significant met 2.11 mmHg [95% BI = -3.28 tot -0.93] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat koolhydratenarme diëten het HDL-cholesterolgehalte (goed cholesterol) significant met 0.1 mmol/L [95% BI = 0.08 tot 0.12, I2 = 41%, p = 0.02] verhoogde.
De resultaten bleven in de sensitiviteitsanalyses gelijk.

De onderzoekers vonden in subgroepenanalyses dat koolhydratenarme diëten gedurende maximaal 6 maanden, het HDL-cholesterolgehalte significant met 0.08 mmol/L [95% BI = 0.27 tot 0.57] verhoogde.

De onderzoekers vonden in subgroepenanalyses dat koolhydratenarme diëten gedurende 6 en 11 maanden, het HDL-cholesterolgehalte significant met 0.12 mmol/L [95% BI = 0.09 tot 0.15] verhoogde.

De onderzoekers vonden in subgroepenanalyses dat koolhydratenarme diëten gedurende 12 tot 23 maanden, het HDL-cholesterolgehalte significant met 0.12 mmol/L [95% BI = 0.08 tot 0.15] verhoogde.

De onderzoekers vonden in subgroepenanalyses dat koolhydratenarme diëten gedurende 24 maanden, het HDL-cholesterolgehalte significant met 0.08 mmol/L [95% BI = 0.04 tot 0.12] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat koolhydratenarme diëten het totale cholesterolgehalte significant met 0.13 mmol/L [95% BI = 0.08 tot 0.19] verhoogde.
De resultaten bleven in de sensitiviteitsanalyses gelijk.

De onderzoekers vonden dat koolhydratenarme diëten het LDL-cholesterolgehalte (slecht cholesterol) significant met 0.11 mmol/L [95% BI = 0.02 tot 0.19, I2 = 71%, p = 0.0001] verhoogde.
De resultaten bleven in de sensitiviteitsanalyses gelijk.

De onderzoekers concludeerden dat koolhydratenarme diëten (minder dan 40 En% koolhydraten) gedurenden maximaal 6 maanden of 6 tot 11 maanden de risicofactoren van hart- en vaatziekten verberterden. Echter, dit positieve effect verdween bij koolhydratenarme diëten gedurende 24 maanden of langer.

Oorspronkelijke titel:
The effects of low-carbohydrate diets on cardiovascular risk factors: A meta-analysis by Dong T, Guo M, [...], Chen B.

Link:
https://journals.plos.org/plosone/article?id=10.1371/journal.pone.0225348

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over koolhydraten en hart- en vaatziekten.

De makkelijkste manier om een dieet met minder dan 40 En% koolhydraten te volgen, is door alleen te kiezen voor producten/maaltijden met minder dan 40 En% koolhydraten. Welke producten in de supermarkt ook minder dan 40 En% koolhydraten bevatten, kunt u hier opzoeken.
40 En% koolhydraten wil zeggen dat het aantal gram koolhydraten 40% bijdraagt aan het totale kcal van het dieet. Als het dieet 2000 kcal bevat, draagt 200 gram koolhydraten 40% bij aan deze 2000 kcal.
1 gram koolhydraten levert 4 kcal. Dus 200 gram koolhydraten levert 800 kcal en 800 kcal is 40% van 2000 kcal.

 

Tofu verlaagt suikerziekte type 2

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Eerdere bevindingen over de associatie (het verband) tussen peulvruchten en soja en het risico op het krijgen van suikerziekte type 2 zijn tegenstrijdig. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het eten van peulvruchten of soja de kans op het krijgen van suikerziekte type 2?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 15 cohort studies met in totaal 565810 deelnemers, waarvan 32093 mensen met suikerziekte type 2. 

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van peulvruchten de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 niet verlaagde [RR = 0.95, 95% BI = 0.79 tot 1.14, I2 = 84.8%].

De onderzoekers vonden dat het eten van soja de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 niet verlaagde [RR = 0.83, 95% BI = 0.68 tot 1.01, I2 = 90.8%].
Geen verband omdat RR van 1 in de 95% BI van 0.68 tot 1.01 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden dat het drinken van sojamelk de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 niet verlaagde [RR = 0.89, 95% BI = 0.71 tot 1.11, I2 = 91.7%].

De onderzoekers vonden dat het eten van tofu de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 8% [RR = 0.92, 95% BI = 0.84 tot 0.99] verlaagde.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het eten van soja-eiwitten de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 16% [RR = 0.84, 95% BI = 0.75 tot 0.95] verlaagde.
Significant omdat RR van 1 niet in de 95% BI van 0.75 tot 0.95 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden dat het eten van soja-isoflavonen de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 12% [RR = 0.88, 95% BI = 0.81 tot 0.96] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat zowel het eten van tofu, soja-eiwitten als soja-isoflavonen de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 verlaagden.

Oorspronkelijke titel:
Legume and soy intake and risk of type 2 diabetes: a systematic review and meta-analysis of prospective cohort studies by Tang J, Wan Y, […], Feng F.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31915830

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over soja en suikerziekte.
 

Obesitas verhoogt dementie

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Welke factoren verhogen de kans op het krijgen van dementie?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 34 prospectieve cohort studies met in totaal 159594 volwasenen (jonder dan 65 jaar aan het begin van de studie), waarvan 13540 uiteindelijk dementie kregen tijdens de studie.  

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het hebben van obesitas in de middelbare leeftijd de kans op het krijgen van dementie significant met 78% [RR = 1.78, 95% BI = 1.31-2.41] verhoogde.
Dit verhoogde risico bleef gelijk in de sensitiviteitsanalyses.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat suikerziekte de kans op het krijgen van dementie significant met 69% [RR = 1.69, 95% BI = 1.38-2.07] verhoogde.
Dit verhoogde risico bleef gelijk in de sensitiviteitsanalyses.
Significant wil zeggen, er kan met 95% zekerheid gezegd worden, dat suikerziekte de kans op het krijgen van dementie werkelijk met 69% verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het roken in de middelbare leeftijd de kans op het krijgen van dementie significant met 61% [RR = 1.61, 95% BI = 1.32-1.95] verhoogde.
Dit verhoogde risico bleef gelijk in de sensitiviteitsanalyses.
Significant omdat RR van 1 niet in de 95% BI van 1.32 tot 1.95 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden dat een hoog cholesterolgehalte de kans op het krijgen van dementie significant met 57% [RR = 1.57, 95% BI = 1.19-2.07] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat een hoge bloeddruk de kans op het krijgen van dementie significant met 72% [RR = 1.72, 95% BI = 1.25-2.37] verhoogde.

De onderzoekers vonden ook dat zowel een hoog homocysteïnegehalte, stress als veel drinken de kans op het krijgen van dementie verhoogde.

De onderzoekers vonden dat zowel een gezond dieet als een hormonentherapie in de middelbare leeftijd de kans op het krijgen van dementie verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat zowel mensen in de middelbare leeftijd met obesitas of suikerziekte als het roken in de middelbare leeftijd de kans op het krijgen van dementie verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Midlife Modifiable Risk Factors for Dementia: A Systematic Review and Meta-analysis of 34 Prospective Cohort Studies by Li XY, Zhang M, [...], Tan L.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31902364

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over cholesterol, het verlagen van de bloeddruk, suikerziekte, overgewicht, dementie en ouderdom.

De middelbare leeftijd is de levensfase tussen het veertigste en vijfenzestigste jaar.

Een gezond dieet is een dieet met:

  1. maximaal 35 En% eiwit
  2. maximaal 70 En% koolhydraten
  3. maximaal 25 En% suikers
  4. maximaal 35 En% vet
  5. maximaal 10 En% verzadigd vet
  6. maximaal 0.3 gram zout per 100 kcal
  7. minimaal 1.3 gram vezels per 100 kcal

De makkelijkste manier om een gezond dieet te volgen, is door te kiezen voor alleen maar producten/maaltijden met:

  1. maximaal 35 En% eiwit
  2. maximaal 70 En% koolhydraten
  3. maximaal 25 En% suikers
  4. maximaal 35 En% vet
  5. maximaal 10 En% verzadigd vet
  6. maximaal 0.3 gram zout per 100 kcal
  7. minimaal 1.3 gram vezels per 100 kcal

Echter, de meest praktische manier om een gezond dieet te volgen is, al uw dagelijks gegeten producten/maaltijden moeten gemiddeld:

  1. maximaal 35 En% eiwit
  2. maximaal 70 En% koolhydraten
  3. maximaal 25 En% suikers
  4. maximaal 35 En% vet
  5. maximaal 10 En% verzadigd vet
  6. maximaal 0.3 gram zout per 100 kcal
  7. minimaal 1.3 gram vezels per 100 kcal

Welke producten in de supermarkt gezond zijn kunt u hier opzoeken.

Vlees verhoogt niet astma bij kinderen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Veel studies tonen aan dat het eten van vlees geassocieerd wordt met het risico op het krijgen van astma bij kinderen, maar de resultaten zijn inconsistent. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Is er een relatie tussen het eten van vlees en het krijgen van astma bij kinderen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 9 studies.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van minimal 3 keer vlees per week, de kans op het krijgen van astma bij kinderen niet significant met 27% [OR  =  1.27, 95% BI  =  0.80 tot 2.01, p  = 0 .308] verhoogde.
Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het dagelijks eten van vlees, de kans op het krijgen van astma bij kinderen niet significant met 13% [OR  =  1.13, 95% BI  =  0.93 tot 1.37, p  = 0 .234] verhoogde.
Niet significant omdat de gevonden p-waarde van 0.234 groter was dan de p-waarde van 0.05.

De onderzoekers concludeerden dat het dagelijks eten van vlees, de kans op het krijgen van astma bij kinderen niet verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary meat intake and risk of asthma in children: evidence from a meta-analysis by Zhang D, Cao L, [...], Wang Z.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31895767

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vleesconsumptie en astma

Knoflook verlaagt mogelijk dikke darmkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van knoflook de kans op het krijgen van dikke darmkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 studies met in totaal 12558 mensen met dikke darmkanker.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel knoflook vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 20% [relatieve risico = 0.80, 95% BI = 0.69 tot 0.91, I 2 =  68.3%, p 0 .01] verlaagde.
Dit verlaagde risico bleef gelijk in de sensitiviteitsanalyses.
Significant omdat relatieve risico van 1 niet in de 95% BI van 0.69 tot 0.91 zat. Relatieve risico van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden in patiënt-controle studies dat het eten van veel knoflook vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 29% [relatieve risico = 0.71, 95% BI = 0.60 tot 0.84] verlaagde.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat het eten van veel knoflook vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van dikke darmkanker niet significant met 1% [relatieve risico = 0.99, 95% BI = 0.80 tot 1.23] verlaagde.
Niet significant omdat relatieve risico van 1 in de 95% BI van 0.80 tot 1.23 zat. Relatieve risico van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel knoflook de kans op het krijgen van dikke darmkanker mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat het verlaagde risico niet teruggevonden werd in de cohort studies.

Oorspronkelijke titel:
Garlic intake and the risk of colorectal cancer: A meta-analysis by Zhou X, Qian H, […], Zeng L.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31895803

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over significant/cohort studies, knoflook en kanker.
 

200-1000 mg vitamine C per dag verlaagt de oxidatieve stress

Research Question:
How many mg of vitamin C per day is needed to reduce the increased oxidative stress among athletes?

Study Design:
This overview article contained 12 studies. They were crossover or Rcts. The vitamin C supplementation period ranged from acute to 5 months.

 

Results and conclusions:
Antioxidants supplements are widely used by athletes in order to avoid the increased oxidative stress. The increased oxidative stress leads to muscle damage, a lowered immune system and fatigue.

The researchers conclude that 200-1000 mg of vitamin C per day reduces the oxidative stress while more than 1000 mg per day seems to reduce the training-induced adaptations by decreasing the mitochondrial biogenesis or by any changes of the vascular function.

200 mg of vitamin C per day, obtained by five servings of fruits and vegetables, may be enough to reduce the oxidative stress without the threshold adjustments to exceed the optimal training harms.

During periods of increased oxidative stress athletes can benefit from swallowing more than 200 mg of vitamin C per day for 1 to 2 weeks.

Original title:
Effect of Vitamin C Supplements on Physical Performance by Ballard AJ.

Link:

http://journals.lww.com/acsm-csmr/Fulltext/2012/07000/Effect_of_Vitamin_C_Supplements_on_Physical.8.aspx

Additional information about El Mondo:
Oxidative stress is caused by an imbalance between pro-oxidants and antioxidants. This imbalance can be caused by an increased level of reactive oxygen particles and/or reactive nitrogen particles or a decrease in antioxidant in the immune system. Antioxidants include vitamin C, E, zinc, beta carotene and flavonoids. Pro-oxidants include exhaust fumes, cigarette smoke, particulate matter.

 

Zout verhoogt de kans op het krijgen van maagkanker

Research Question:
Systematic literature searches of case-control studies to evaluate the relationship between salt intake and gastric cancer show a positive relationship, but a quantitative analysis of longitudinal cohort studies is missing. It was therefore carried out this review article.

Eating salt increases the chance of getting stomach cancer?

Study Design:
This overview article contained 10 cohort studies with 268718 participants, of which 1474 people who got stomach cancer. The follow-up duration was 6-15 years. There was no question of heterogeneity between the studies and publication bias.

Results and conclusions:
The researchers found that compared with the lowest salt intake, the highest salt intake the likelihood of getting stomach cancer significantly with 68% [RR = 1.68, 95% CI = 1.17-2.41, p = 0.005] did increase. Significant is, there is a link at a 95% reliability.

The researchers found that compared with the lowest salt intake, the relatively high salt intake the likelihood of getting stomach cancer significantly with 41% [RR = 1.41, 95% CI = 1.03-1.93, p = 0.032] did increase.

The associations was stronger among the Japanese population and a higher consumption of selected salt-rich foods was also associated with a high risk.

The researchers concluded that a high salt intake the likelihood of getting stomach cancer did increase.

Original title:
Habitual salt intake and risk of gastric cancer: A meta-analysis of prospective studies by D'Elia L, Rossi G, [...], Strazzullo P.

Link:
http://www.clinicalnutritionjournal.com/article/S0261-5614%2812%2900005-2/fulltext

Additional information about El Mondo:
The Health Council recommends up to 6 grams of salt per day. 6 grams of salt is equivalent to 2400 mg sodium.
A salt of America product contains nutritional seen at least 0.5 grams of sodium per 100 grams (100 ml).
A low-sodium product contains nutritional seen up to 0.1 grams of sodium per 100 grams (100 ml) or up to 0.12 grams of sodium per 100 kcal.
Read more about sodium sodium in the presentation.

Suikerziekte verhoogt de kans op primaire leverkanker


Research questio
n: Studies on the relationship between diabetes and hepatocellular carcinoma (primary liver cancer) gave inconsistent findings on. It was therefore carried out this review

article.Diabetes increases the risk of hepatocellular carcinoma?Study design:

case-cont
rol studies contained This review article 17 and 32 cohort studies.Resul

ts and conclusions: th
e meta-analysis showed a significant increased risk [RR = 2.31, 95% CI = 1.87-2.84] on getting hepatocellular carcinoma patients see under sugar. The significant increased risk of 17 case-control studies was 2.40 [95% CI = 1.85-3.11] and under 25 cohort studies was 2.23 [95% CI: 1.68-2.96]. Significant is, there is a link.

The meta-analysis also showed that diabetics 2.43 times more likely [RR = 2.43, 95% CI = 1.66-3.55] walked, dying to hepatocellular carcinoma than those without diabetes.

The researchers concluded that the chance of getting diabetes both hepatocellular carcinoma as dead to hepatocellular carcinoma increased.Original

title: Diabetes mel
litus and risk or hepatocellular carcinoma: a systematic review and meta-analysis by Wang P, Kang DH, [...], Liu Z.

Lin
k: http://onlinelibrary.wiley.com/doi/10.1002/dmrr.1291/abstract?deniedAccessCustomisedMessage=&userIsAuthent

icated=falseExtra informati
on of El Mondo: HCC or primary liver cancer is very rare in the Western world a malignant tumor, but the most frequent primary malignant liver tumor. Hepatocellular carcinoma is one of the most common malignant diseases.The main caus
es of primary liver cancer are hepatitis B, C and D, alcoholic liver cirrhosis, metabolic liver diseases (such as hemochromatosis and alpha1-antitrypsin deficiency) and non-alcoholic steatohepatitis.More t
han 80% of patients with hepatocellular carcinoma has cirrhosis of the liver.

Foliumzuursupplementen verlagen het homocysteïnegehalte bij mensen met suikerziekte type 2

Research questi
on: the evidence for the effects of folic acid on plasma homocysteine levels and the total the glycemic control in people with type 2 diabetes are contradictory. It was therefore carried out this review ar

ticle.The total plasma homocysteine levels and folic acid supplements improve the glycemic control in people with type 2 diabetes

?Study desig
n: this overview article contained 4 studies with 183 patients with diabetes ty

pe 2. results and conclu
sions: the meta-analysis showed that folic acid supplements had a significant effect on the total plasma homocysteine levels in patients with type 2 diabetes. The weighted mean difference was-3.52 [95% CI =-4.44 to-2.60]. Significant is, there is a link at 95% reliability.

The meta-analysis showed that folic acid supplements had a non-significant effect on the HbA1c levels in patients with type 2 diabetes. The weighted mean difference was-0.37 [95% CI =-1.10 to 0.35]. Non-significant is, there is no link.

The researchers concluded that folic acid supplements the total plasma homocysteine levels in patients with type 2 diabetes reduced and there was a trend to recognize in improving glycemic control.Original title: Eff

ect of folic acid sup
plementation on plasma total homocysteine levels and glycemic control in patients with type 2 diabetes: A systematic review and meta-analysis by Sudchada P, Saokaewemail S, [...], http://www.sciencedirect.co

m/sci
ence/article/pii/S016882271200215XExtra information from Khaith

ong w. Link: El Mondo: read m
ore about folic acid and homocysteine levels in the presentation the high folic acid.
 

Het eten van vis verlaagt de kans op cerebrovasculaire ziekten


Research questi
on: offer eating fish and swallowing PUFA fatty acids protection against cerebrovascular diseases (diseases in the blood vessels of the brain)?

Study design
: this overview article contained 26 prospective cohort studies and 12 Rcts with 34817 794000 participants, of which with a cerebrovascular diseas
e.There was no indication of publication bias and heterogeneity between the studies and within the subgr

oups.Results and conclusi
ons: the meta-analysis of cohort studies showed a pooled relative risk of 0.94 [95% CI = 0.90-0.96] see for cerebrovascular disease at 2-4 servings of fish per week compared with 1 serving of fish per week. In other words, people who ate fish 2-4 times a week, ran significant 6% less chance of getting a cerebrovascular disease than those who ate fish once a week. Significant is, there is a link at 95% reliability.

The meta-analysis of cohort studies also showed that people who ate fish 5 times or more a week, ran significant 12% [pooled RR = 0.88, 95% CI = 0.81-0.96] less chance of getting a cerebrovascular disease than those who ate fish once a week.

The meta-analysis of Rcts with primary prevention as outcome showed that people who swallowed PUFA fatty acids, ran non-significant 2% [pooled RR = 0.98, 95% CI = 0.89-1.08] less chance of getting a cerebrovascular disease than people who swallowed no PUFA fatty acids. Non-significant is, there is no link with 95% reliability.

The meta-analysis of Rcts with secondary prevention as outcome showed that people who swallowed PUFA fatty acids, ran non-significant 17% [pooled RR = 1.17, 95% CI = 0.99-1.38] more chances of getting a cerebrovascular disease than people who swallowed no PUFA fatty acids. Non-significant is, there is no link with 95% reliability.

The meta-analysis also showed that the pooled relative risks for ischemic and hemorrhagic cerebrovascular outcomes came broadly in line with those of cerebrovascular disease.

The researchers concluded that eating fish the chance of getting this reduced risk was reduced but a cerebrovascular disease not found in swallowing of PUFA fatty acids.  In other words, the researchers found no causal link between PUFA fatty acids and the reduced risk of getting a cerebrovascular disease.

Original title: Assoc
iation between fish consumption, long chain omega 3 fatty acids, and risk or cerebrovascular disease: systematic review and meta-analysis by Chowdhury R, Stevens S, [...], Franco OH.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC3484317/

Additional information about El Mon
do: In fish are fatty acids. Two of these fatty acids are EPA and DHA. EPA and DHA are also called PUFA fatty acids called. Polyunsaturated fatty acids or PUFA is English for polyunsaturated fatty aci
ds.For years it was assumed that a causal link existed between EPA and DHA and the reduced risk of heart disease. But this causal link is now by scientific studies in the form of review articles of Rcts brought down. In other words, at present is no longer considered scientifically proven that EPA and DHA chances of getting heart disease decrease. The science thinks now that EPA and DHA in combination with other good substances in fish are responsible for the reduced risk of heart disease. But it could also be that people who eat fish, a healthy lifestyle than people who do not eat fish.

Because science is no longer behind the causal link between EPA and DHA and the reduced risk of heart disease state, nutritionists recommend eating fish above the swallowing of EPA and DHA supplements to.