Voeding en gezondheid

Folic acid supplementation reduces stroke

Objectives:
The AHA/ASA guidelines for primary stroke prevention are almost a decade old. The current recommendation regarding folic acid supplementation is based on only 8 clinical trials and an additional 13 folate trials have been published since then. Therefore, this review article has been conducted.

Does folic acid supplementation reduce stroke risk?

Study design:
This review article included 21 RCTs, totaling 115,559 participants. 
All 21 trials were free of attrition bias and reporting bias and there was no significant publication bias.

Results and conclusions:
The investigators found in the pooled analysis that folic acid supplementation significantly reduced the risk of stroke by 10% [RR = 0.90, 95% CI = 0.83 to 0.98]. 

The investigators found subgroup analyses showed that folic acid efficacy was greater in areas without fortified grain or with partially-fortified grain [RR = 0.83, 95% CI = 0.75 to 0.93; RR = 1.04 in areas with grain fortification, p-interaction = 0.003]. 
In this group, folic acid supplementation was most efficacious in those without a history of stroke or myocardial infarction [RR = 0.77, 95% CI = 0.68 to 0.86; RR = 0.94 for participants with a history of stroke or myocardial infarction, p-interaction = 0.008]. 

The investigators found the efficacy of folic acid remained consistent regardless of baseline folate levels, folic acid dosage, baseline vitamin B12 levels, vitamin B12 dosage, homocysteine reduction, intervention duration and whether folic acid was taken alone or in combination [all p-interaction > 0.05]. 

The investigators concluded folic acid supplementation reduces the risk of stroke. Grain fortification and history of stroke or myocardial infarction may be the most important influences on the efficacy of folic acid for stroke prevention.

Original title: 
Folic acid supplementation for stroke prevention: A systematic review and meta-analysis of 21 randomized clinical trials worldwide by Zhang N, Zhou Z, […], Li J. 

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/38824900/ 

Additional information of El Mondo:
Find more information/studies on folic acid and cardiovascular diseases right here. 

Foliumzuursupplementen verlagen een beroerte

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van foliumzuursupplementen, het risico op het krijgen van een beroerte?
 

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 21 RCT’s met in totaal 115559 deelnemers.
Er was geen publicatie bias.
 

Resultaten en conclusies: 
De onderzoekers vonden in gepoolde analyses, dat het slikken van foliumzuursupplementen, het risico op het krijgen van een beroerte significant met 10% [RR = 0.90, 95% BI = 0.83 tot 0.98] verlaagde. 
Dit significante, verlaagde effect was groter in de gebieden zonder foliumzuurverrijkte of gedeeltelijk foliurzuurverrijkte granen [RR = 0.83, 95% BI = 0.75 tot 0.93]. 

 

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses, dat het slikken van foliumzuursupplementen, het risico op het krijgen van een beroerte onder mensen zonder een beroertegeschiedenis of hartinfarctgeschiedenis, in de gebieden zonder foliumzuurverrijkte of gedeeltelijk foliurzuurverrijkte granen significant met 23% [RR = 0.77, 95% BI = 0.68 tot 0.86] verlaagde. 

 

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van foliumzuursupplementen, het risico op het krijgen van een beroerte verlaagde. 
 

Oorspronkelijke titel: 
Folic acid supplementation for stroke prevention: A systematic review and meta-analysis of 21 randomized clinical trials worldwide by Zhang N, Zhou Z, […], Li J. 

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/38824900/

 

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over RCT’S/publicatie bias, foliumzuur, het verlagen van een beroete en hart- en vaatziekten. 

100 mg choline via voeding verhoogt doodgaan aan hart- en vaatziekten

Onderzoeksvraag:

Verhoogt het eten van veel choline of betaïne de mortaliteit?
 

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 6 cohort studies met in totaal 482778 deelnemers, waarvan 57235 mensen met een all-cause mortaliteit (doodgaan aan alle oorzaken), 9351 mensen met een hart- en vaatziekte mortaliteit (doodgaan aan hart- en vaatziekten) en 4400 mensen die dood gingen aan een beroerte. 

 

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 100 mg choline via voeding per dag, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 6% [RR = 1.06, 95% BI = 1.03 tot 1.10, I2 = 83.7%, p < 0.001] verhoogde. 

 

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 100 mg choline via voeding per dag, de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten significant met 11% [RR = 1.11, 95% BI = 1.06 tot 1.16, I2 = 54.3%, p < 0.02] verhoogde. 

 

De onderzoekers vonden dat 50 tot 250 mg betaïne via voeding per dag, de kans op doodgaan aan een beroerte significant verhoogde. 

 

De onderzoekers concludeerden dat 100 mg choline via voeding per dag, de kans op doodgaan aan zowel alle oorzaken als hart- en vaatziekten verhoogde. Verder verhoogde 50 tot 250 mg betaïne via voeding per dag, de kans op doodgaan aan een beroerte. 
 

Oorspronkelijke titel: 
Higher dietary choline intake is associated with increased risk of all-cause and cause-specific mortality: A systematic review and dose-response meta-analysis of cohort studies by Sharifi-Zahabi E, Soltani S, […], Shidfar F. 

 

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/39341000/

 

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over significant/RCT’s, choline en hart- en vaatziekten. 

 

Levensmiddelen

Choline per 100 gram

Runderlever

418.2 mg

Eieren 

293.8 mg

Oesters 

101 mg

Zalm

88 mg

Pistache

71 mg

Cashew

61 mg

Bloemkool

44.3 mg

Spruitjes 

40.6 mg

 

Dagelijks 2 tot 6 kopjes koffie verlaagt doodgaan aan hart- en vaatziekten onder mannen

 

Onderzoeksvraag:
Verhoogt de consumptie van suiker- of zoetstofgezoete drank, thee, koffie, fruitsap, energiedrank of alcohol op lange termijn de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten?
 

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 20 prospectieve cohort studies met een follow-up duur tussen 5.5 jaar en 40 jaar.
Er was geen publicatiebias. 
 

Resultaten en conclusies: 
De onderzoekers vonden in 2 studies met in totaal 2518 doden dat het dagelijks drinken van 2 tot 6 kopjes koffie op lange termijn, de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten onder mannen significant met 37% [ gepoolde HR = 0.63, 95% BI = 0.46 tot 0.87, p = 0.005, I2 = 0%] verlaagde.
Echter, dit significante verlaagde risico werd niet teruggevonden onder vrouwen. 

 

De onderzoekers vonden in 2 studies met in totaal 3874 doden onder 113673 deelnemers dat het drinken van thee op lange termijn, de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten onder volwassenen (zowel mannen als vrouwen) significant met 19% [ gepoolde HR = 0.81, 95% BI = 0.72 tot 0.92, p ≤ 0.001, I2 = 19%] verlaagde.

 

De onderzoekers vonden in 6 studies met in totaal 1969 doden dat het drinken van alcohol op lange termijn, de kans op het krijgen van een beroerte onder mannen significant met 44% [gepoolde HR = 1.41, 95% BI = 1.06 tot 1.94, p = 0.02, I2 = 44%] verhoogde.
 

De onderzoekers vonden in 6 studies met in totaal 969 doden dat het drinken van alcohol op lange termijn, de kans op het krijgen van een beroerte onder vrouwen significant met 126% [gepoolde HR = 2.26, 95% BI = 1.34 tot 3.81, p = 0.002, I2 = 1%] verhoogde.

 

De onderzoekers vonden in 6 studies met in totaal 10293 doden onder 131134 deelnemers dat het drinken van suikerhoudende drank op lange termijn, de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten significant met 31% [ gepoolde HR = 1.31, 95% BI = 1.16 tot 1.46, p ≤ 0.0001, I2 = 0%] verhoogde.
Echter, dit significante verhoogde risico werd niet teruggevonden voor zoetstofgezoete drank. 


De onderzoekers concludeerden dat een langdurige koffieconsumptie (2 tot 6 kopjes per dag) gunstig was voor mannen en dat een langdurige theeconsumptie gunstig was voor alle volwassenen. Zowel een langdurige hoge consumptie van alcohol als met suikergezoete drank verhoogden de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten, zowel bij mannen als bij vrouwen. Vanwege het beperkte aantal beschikbare onderzoeken konden geen conclusies getrokken worden over het potentiële voordeel of de mogelijke schade van de langdurige consumptie van vruchtensap en energiedrank op de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten. 
 

Oorspronkelijke titel: 
Long-Term Consumption of 6 Different Beverages and Cardiovascular Disease-Related Mortality: A Systematic Review and Meta-Analysis of Prospective Cohort Studies by Bhandari B, Zeng L, […], Xu X. 

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC10904171/

 

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over koffie en thee, alcohol, het verlagen van een beroete en hart- en vaatziekten. 

25 gram carotenoïdensupplementen verlaagt bloeddruk

Afbeelding
Carotenoidensupplementen en blloeddruk

Onderzoeksvraag:
Hypertensie (hoge bloeddruk) wordt over de hele wereld beschouwd als een ernstig probleem voor de volksgezondheid. Hoge bloeddruk kan worden verbeterd door suppletie met carotenoïden. Echter, gerandomiseerde gecontroleerde onderzoeken (RCT's) leveren tegenstrijdig bewijs en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd. 

 

Verlaagt het slikken van carotenoïdensupplementen (carotenoïden-suppletie) de bloeddruk?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 19 RCT’s met in totaal 1151 deelnemers. 
De studies waren van hoge kwaliteit. 

 

Resultaten en conclusies: 
De onderzoekers vonden dat het slikken van carotenoïdensupplementen de systolische bloeddruk (bovendruk) significant verlaagde [WMD = -2.492 mmHg, 95% BI = -4.52 tot -0.47, p = 0.016].
Dit verlaagde effect was het grootst bij Aziaten, mensen boven 50 jaar, deelnemers die niet gezond waren, mensen met een bovendruk hoger dan 130 en een onderdruk hoger dan 80 mmHg en bij minimaal 10 mg carotenoïdensupplementen. 

 

De onderzoekers vonden dat het slikken van carotenoïdensupplementen de diastolische bloeddruk (onderdruk) significant verlaagde [WMD = -1.60 mmHg, 95% BI = -2.73 tot -0.47, p = 0.005].

Dit verlaagde effect was het grootst bij Aziaten, mensen boven 50 jaar, deelnemers die niet gezond waren, mensen met een bovendruk hoger dan 130 en een onderdruk hoger dan 80 mmHg en bij minimaal 10 mg carotenoïdensupplementen.

 

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses dat het slikken van 0-25 gram carotenoïdensupplementen per dag, de systolische bloeddruk (bovendruk) significant verlaagde. 

 

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses dat het slikken van 0-20 gram carotenoïdensupplementen per dag, de diastolische bloeddruk (onderdruk) significant verlaagde. 


De onderzoekers concludeerden dat het dagelijks slikken van 10-25 gram carotenoïdensupplementen zowel de systolische bloeddruk (bovendruk) als de diastolische bloeddruk (onderdruk) verlaagde, met name bij ongezonde mensen met een hoge bloeddruk. 

Oorspronkelijke titel: 
Effect of carotenoid supplementation on blood pressure in adults: a GRADE-assessed systematic review and dose-response meta-analysis of randomized controlled trials by Behzadi M, Akbarzadeh M, […], Bideshki MV. 

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/38219250/ 

 

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over overzichtsarkelen/RCT’s, carotenoïdensupplementen, het verlagen van de bloeddruk en hart- en vaatziekten.

 

Hartpatiënten worden aangeraden te kiezen voor vezelrijke, vetarme en zoutarme producten. Deze producten staan hier.

Mensen met een hoge bloeddruk worden aangeraden te kiezen voor zoutarme producten. Deze producen staan hier

 

Coënzyme Q10 supplementen verbeteren enthotheelfunctie

Onderzoeksvraag:
Coënzyme Q10 (CoQ10) wordt gezien als een potentieel therapeutisch middel voor het verbeteren van de endotheelfunctie (de verwijding en vernauwing van de bloedvaten). Verschillende gerandomiseerde klinische onderzoeken hebben het effect van CoQ10-suppletie op de endotheelfunctie onderzocht. Echter, deze onderzoeken hebben tegenstrijdige resultaten opgeleverd en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd. 

 

Verbetert het slikken van coënzyme Q10 supplementen (CoQ10-suppletie) de enthotheelfunctie?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 12 RCT’s met in totaal 489 deelnemers. 

 

Resultaten en conclusies: 
De onderzoekers vonden dat het slikken van coënzyme Q10 supplementen de flow-gemedieerde dilatatie significant verberterde [WMD = 1.45, 95% BI = 0.55 tot 2.36, p < 0.02]. 
Deze significante verbetering bleef onveranderd in de sensitiviteitsanalyses. 

 

De onderzoekers vonden in de meta-regressie dat de veranderingen in de enthotheelfunctie afhankelijk was van de doseringen van de coënzyme Q10 supplementen [helling = 0.01, 95% BI = 0.004 tot 0.03, p = 0.006]. 

 

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van coënzyme Q10 supplementen de enthotheelfunctie verbeterde en deze verbetering was dosisafhankelijk. 

 

Oorspronkelijke titel: 
Effect of Coenzyme Q10 Supplementation on Vascular Endothelial Function: A Systematic Review and Meta-Analysis of Randomized Controlled Trials by Daei S, Ildarabadi A, […], Mohamadi-Sartang M. 

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/38630421/

 

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over coënzyme Q10 supplementen en hart- en vaatziekten. 

 

De endotheeldisfunctie is een vroege voorspeller voor hart- en vaatziekten. Een verbeterde endotheelfunctie verlaagt de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten. 

De hartfunctie wordt vaak gemeten aan de hand van flow-gemedieerde dilatatie.

 

Hartpatiënten worden aangeraden te kiezen voor vezelrijke, vetarme en zoutarme producten. 
Vezelrijke, vetarme en zoutarme producten zijn producten met minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal, maximaal 30 En% vet en maximaal 0.2 gram zout per 100 kcal. Vind hier welke producten geschikt zijn voor hartpatiënten. 
Bereken hier of uw dagelijkse voeding voldoet aan de eisen voor hartpatiënten. 

Bereken hier of uw voeding van afgelopen half jaar voldoet aan de eisen voor hartpatiënten.



 

Vitamine E via voeding verlaagt een beroerte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Bevindingen uit observationele studies naar de relatie tussen vitamine E-inname en het risico op het krijgen van een beroerte blijven controversieel en de dosisafhankelijke relatie tussen vitamine E-inname en het risico op het krijgen van een beroerte moet nog bepaald worden. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het eten van vitamine E via voeding de kans op het krijgen van een beroerte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 9 prospectieve cohort studies met 3284 mensen met een beroerte onder 220371 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge vitamine E-inname via voeding, de kans op het krijgen van een beroerte significant met 17% [RR = 0.83, 95% BI = 0.73 tot 0.94] verlaagde. Dit verlaagde risico bleef gelijk in de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers vonden dat een hoge vitamine E-inname via voeding gedurende maximaal 10 jaar de kans op het krijgen van een beroerte significant met 16% [RR = 0.84, 95% BI = 0.72 tot 0.91] verlaagde.

De onderzoekers vonden een non-lineair verband tussen een hoge vitamine E-inname via voeding en de kans op het krijgen van een beroerte [p = 0.0249].

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel vitamine E (een hoge vitamine E-inname via voeding) de kans op het krijgen van een beroerte verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Vitamin E intake and risk of stroke: a meta-analysis by Cheng P, Wang L, [...], Zhu J.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30401005

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine E en het voorkomen van een beroerte.
 

Middellangketenige verzadigde vetzuren verhogen sneller goed cholesterol

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Middellangketenige verzadigde vetzuren (MCFA's) kunnen de circulerende lipiden en de lipoproteïnen anders beïnvloeden dan langketenige verzadigde vetzuren (LCSFA's), maar de resultaten in menselijke interventiestudies zijn tegenstrijdig. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Hebben middellangketenige verzadigde vetzuren (MCFA's) en langketenige verzadigde vetzuren (LCSFA's) verschillende invloeden op de circulerende lipiden en de lipoproteïnen in het menselijk lichaam?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 crossover en 1 parallel interventiestudies met in totaal 299 deelnemers (gemiddelde leeftijd was 38 jaar en gemiddelde BMI was 24).

Er was geen statistische heterogeniteit voor het HDL-cholesterol, apoA-I en triglyceridengehalte maar wel voor het totale cholesterol [I2 = 49%] en LDL-cholesterolgehalte [I2 = 58%].

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden ten opzichte van een dieet met veel langketenige verzadigde vetzuren, dat een dieet met veel middellangketenige verzadigde vetzuren het HDL-cholesterolgehalte (goed cholesterol) significant met 0.11 mmol/L [MD = 0.11 mmol/L, 95% BI = 0.07 tot 0.15 mmol/L] verhoogde, zonder effect te hebben op het triglyceriden-, LDL- (slecht cholesterol) en totaal cholesterolgehalte.

De onderzoekers vonden ten opzichte van een dieet met veel langketenige verzadigde vetzuren dat een dieet met veel middellangketenige verzadigde vetzuren het apolipoprotein A-I (apoA-I) gehalte significant met 0.08 g/L [MD = 0.08 g/L, 95% BI = 0.02 tot 0.14 g/L] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat een dieet met veel middellangketenige verzadigde vetzuren (MCFA's) het HDL-cholesterolgehalte en het apolipoprotein A-I (apoA-I) gehalte sneller verhoogde dan een dieet met veel langketenige verzadigde vetzuren (LCSFA's).

Oorspronkelijke titel:
Differential effects of medium- and long-chain saturated fatty acids on blood lipid profile: a systematic review and meta-analysis by Panth N, Abbott KA, […], Garg ML.

Link:
https://academic.oup.com/ajcn/article-abstract/108/4/675/5100313?redirectedFrom=fulltext

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over cholesterol, vetconsumptie en hart- en vaatziekten.

Door het meten van het apolipoprotein A-I (apoA-I) en het cholesterolgehalte kan de arts het risico op het krijgen van hart- en vaatziekten bepalen. Het apolipoprotein A-I (apoA-I) en het cholesterolgehalte worden in het vakjargon de biomerkers van hart- en vaatziekten genoemd.

Aan de hand van het aantal koolstofatomen in de keten worden vetzuren (in de volksmond ook vet genoemd) in 3 groepen verdeeld:
korte-keten-vetzuren (6 of minder)
middellange-keten-vetzuren (6-12) en
lange-keten-vetzuren (12 of meer).

Kokosolie bevat in tegenstelling tot de meeste vetten veel middellangketenige verzadigde vetzuren (MCFA's).

Veel flavonolen, flavonen of anthocyaninen via voeding verlagen mogelijk dikke darmkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van flavonoïden (zoals flavonolen, flavonen of anthocyaninen) de kans op het krijgen van dikke darmkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 5 prospectieve cohort studies en 7 patiënt-controle studies met in totaal 17481 personen met dikke darmkanker en 740859 personen zonder dikke darmkanker.

Alle studies werden gecorrigeerd voor een breed scala aan mogelijke confounders van colorectale kanker, zoals leeftijd, geslacht, BMI, fysieke activiteit, familiegeschiedenis van colorectale kanker, onderwijs, energie-inname, alcohol, vezelinname, rode en verwerkte vleesinname, tabak, aspirine en niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen.

Er was heterogeniteit tussen de studies.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van veel flavonoïden en de verlaagde kans op het krijgen van dikke darmkanker [gepoolde OR = 0.73, 95% BI = 0.48-1.10]. Geen verband want OR van 1 zat in de 95% BI van 0.48 tot 1.10.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses ook geen verband tussen het eten van veel flavanonen en de verlaagde kans op het krijgen van dikke darmkanker.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses ook geen verband tussen het eten van veel flavan-3-olen en de verlaagde kans op het krijgen van dikke darmkanker.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses van zowel cohort studies als patiënt-controle studies, dat het eten van veel flavonolen de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 30% [OR = 0.70, 95% BI = 0.54-0.90] verlaagde.
Echter, dit verlaagde risico werd niet teruggevonden in de cohort studies [RR = 1.00, 95% BI = 0.92-1.08].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses van zowel cohort studies als patiënt-controle studies, dat het eten van veel flavonen de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 21% [OR = 0.79, 95% BI = 0.83-0.99] verlaagde. 
Echter, dit verlaagde risico werd niet teruggevonden in de cohort studies [RR = 1.02, 95% BI = 0.94-1.11].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses van zowel cohort studies als patiënt-controle studies, dat het eten van veel anthocyaninen de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 22% [OR = 0.78, 95% BI = 0.64-0.95] verlaagde. 
Echter, dit verlaagde risico werd niet teruggevonden in de cohort studies [RR = 1.00, 95% BI = 0.91-1.10].

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses, dat elke 10 mg flavonolen via voeding per dag, de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 14% [gepoolde OR = 0.86, 95% BI = 0.76-0.97] verlaagde.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses, dat elke 1 mg flavonen via voeding per dag, de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 9% [gepoolde OR = 0.91, 95% BI = 0.84-0.99] verlaagde.
Significant omdat OR van 1 niet in de 95% BI van 0.84 tot 0.99 zat. OR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat veel flavonolen via voeding, de kans op het krijgen van colonkanker significant met 20% [OR = 0.80, 95% CI = 0.68-0.94] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat veel flavonen via voeding, de kans op het krijgen van rectaalkanker significant met 18% [OR = 0.82, 95% CI = 0.70-0.97] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel flavonolen, flavonen en anthocyaninen de kans op het krijgen van dikke darmkanker mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat het verlaagde risico niet significant was in de cohort studies en er was heterogeniteit tussen de studies.

Oorspronkelijke titel:
Dietary Flavonoids and the Risk of Colorectal Cancer: An Updated Meta-Analysis of Epidemiological Studies by Chang H, Lin Lei L, […], Guohua Zhao G.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC6073812/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over overzichtsartikel/significant/publicatie bias, flavonoïden en dikke darmkanker.

De resultaten van een overzichtsartikel zijn pas betrouwbaar wanneer ze ook teruggevonden worden in cohort studies. Dus het significant verlaagde risico moet zowel in patiënt-controle studies (meer gevoelig voor fouten) als in cohort studies (minder gevoelig voor fouten) teruggevonden worden.
 

Walnoten verlagen slecht cholesterolgehalte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verbetert een voeding met veel walnoten het lipidenprofiel?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 26 klinische studies met in totaal 1059 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een voeding met veel walnoten, het totale cholesterolgehalte significant met 6.99 mg/dL [WMD = -6.99 mg/dL 95% BI = -9.39 tot -4.58 mg/dL, p 0.001] verlaagde.
Significant wil zeggen, er kan met 95% zekerheid gezegd worden, dat een voeding met veel walnoten, het totale cholesterolgehalte werkelijk met 6.99 mg/dL verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een voeding met veel walnoten, het LDL cholesterolgehalte significant met 5.51 mg/dL [WMD = -5.51 mg/dL, 95% BI = -7.72 tot -3.29 mg/dL, p 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een voeding met veel walnoten, het triglyceridengehalte significant met 4.69 mg/dL [WMD = -4.69 mg/dL, 95% BI = -8.93 tot -0.45 mg/dL, p = 0.03] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een voeding met veel walnoten, het apolipoproteïne B-gehalte significant met 3.74 mg/dL [WMD = -3.74 mg/dL, 95% BI = -6.51 tot -0.97 mg/dL, p = 0.008] verlaagde.

De onderzoekers vonden geen verband tussen een voeding met veel walnoten en de verlaging van het apolipoproteïne A-gehalte [WMD = 2.91 mg/dL, 95% BI = -5.98 tot 0.08 mg/dL, p = 0.057].

De onderzoekers vonden geen verband tussen een voeding met veel walnoten en het verlagen van het lichaamsgewicht [WMD = -0.12 kg, 95% BI = -2.12 tot 1.88, p = 0.90].

De onderzoekers vonden geen verband tussen een voeding met veel walnoten en het verlagen van de systolische bloeddruk (de bovendruk)  [WMD = -0.72 mmHg, 95% BI = -2.75 tot 1.30, p = 0.48].

De onderzoekers vonden geen verband tussen een voeding met veel walnoten en het verlagen van de diastolische bloeddruk (de onderdruk) [WMD = -0.10 mmHg, 95% BI = -1.49 to 1.30, p = 0.88].

De onderzoekers concludeerden dat een voeding met veel walnoten, zowel het totale cholesterolgehalte, het LDL-cholesterolgehalte (slecht cholesterol) als het apolipoprotein B-gehalte verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effects of walnut consumption on blood lipids and other cardiovascular risk factors: an updated meta-analysis and systematic review of controlled trials by Guasch-Ferré M, Li J, […], Tobias DK.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29931130

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over noten, cholesterolgehalte, bloeddruk en hart- en vaatziekten.

Mensen met atherosclerose (aderverkalking) hebben vaak een verhoogd totaal cholesterolgehalte, een verhoogd LDL-cholesterol gehalte, een verhoogd triglyceridengehalte en een verhoogd apolipoproteïne B-gehalte.

Mensen met atherosclerose (aderverkalking) worden aangeraden te kiezen voor producten/maaltijden met maximaal 30 En% vet, maximaal 7 En% verzadigd vet, maximaal 0.2 gram zout per 100 kcal en minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal. Welke producten/maaltijden in de supermarkt geschikt zijn voor mensen met atherosclerose (aderverkalking) kunt u hier opzoeken.
 

Veel natrium via voeding verhoogt een beroerte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Het verband tussen een hoge natriuminname en het risico op het krijgen van een beroerte is geaccepteerd. Echter, de dosisafhankelijke relatie tussen de natriuminname en het risico op mortaliteit door alle oorzaken is nog niet vastgesteld. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Is er een dosisafhankelijke relatie tussen zowel de natriuminname als de natrium-kalium ratio en het krijgen een beroerte onder mensen ouder dan 18 jaar?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 14 prospectieve cohort studies en 1 patiënt-controle studie met in totaal 261732 mensen, waarvan 10150 mensen met een beroerte.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 1 gram natrium per dag via voeding, de kans op het krijgen van een beroerte significant met 6% [gepoolde RR = 1.06, 95% BI = 1.02-1.10, I2 = 60%, n = 14 studies] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 1 punt in de natrium-kalium ratio (mmol/mmol), de kans op het krijgen van een beroerte significant met 22% [gepoolde RR = 1.22, 95% BI = 1.04-1.41, I2 = 60%, n = 5 studies] verhoogde.

De onderzoekers vonden een lineair verband tussen het krijgen van een beroerte en het verhogen van de natriuminname via voeding.

De onderzoekers vonden een lineair verband tussen het krijgen van een beroerte en het verhogen van de natrium-kalium ratio.

De onderzoekers concludeerden dat zowel een hoge natriuminname via voeding als een hoge natrium-kalium ratio, de kans op het krijgen van een beroerte onder volwassenen verhoogden.

Oorspronkelijke titel:
Dietary sodium, sodium-to-potassium ratio, and risk of stroke: A systematic review and nonlinear dose-response meta-analysis by Jayedi A, Ghomashi F, […], Shab-Bidar S.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29907351

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over natrium- en kaliuminname en het voorkomen van een beroerte.
Natrium is een onderdeel van zout. Dus een voeding met veel natrium is dus een voeding met veel zout.

Een voeding met veel zout is een voeding met minimaal 0.3 gram zout per 100 kcal.
Een zoutarme voeding is een voeding met maximaal 0.2 gram zout per 100 kcal. Een zoutarme voeding bestaat grotendeels uit producten met maximaal 0.2 gram zout per 100 kcal. Deze producten uit de supermarkt bevatten maximaal 0.2 gram zout per 100 kcal.
 

EPA&DHA verlagen postoperatieve atriale fibrillatie na een bypass hartoperatie

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Er zijn veronderstelllingen dat n-3 meervoudig onverzadigde vetzuren (PUFA) een anti-aritmisch effect hebben op postoperatieve atriale fibrillatie. Echer, de resultaten zijn tegenstrijdig. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Hebben n-3 meervoudig onverzadigde vetzuren positieve effecten op postoperatieve atriale fibrillatie bij patiënten die een hartoperatie ondergaan?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 14 studies met in totaal 3570 patiënten.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat n-3 meervoudig onverzadigde vetzuren de kans op het krijgen van postoperatieve atriale fibrillatie significant met 16% [RR = 0.84, 95% BI = 0.73-0.98, p = 0.03] verlaagde.
Significant wil zeggen, er kan met 95% zekerheid gezegd worden, dat n-3 meervoudig onverzadigde vetzuren de kans op het krijgen van postoperatieve atriale fibrillatie werkelijk met 16% verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyse dat EPA:DHA  verhouding  1 de kans op het krijgen van postoperatieve atriale fibrillatie significant met 49% [RR = 0.51, 95% BI = 0.36-0.73, p = 0.0003] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyse dat n-3 meervoudig onverzadigde vetzuren, de kans op het krijgen van postoperatieve atriale fibrillatie na een coronaire-bypassoperatie (een bypass hartoperatie) significant met 32% [RR = 0.68, 95% BI = 0.47-0.97, p = 0.03] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat n-3 meervoudig onverzadigde vetzuren in de verhouding EPA:DHA 1 de kans op het krijgen van postoperatieve atriale fibrillatie na een coronaire-bypassoperatie verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
N-3 polyunsaturated fatty acids for prevention of postoperative atrial fibrillation: updated meta-analysis and systematic review by Wang H, Chen J and Zhao L.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29380237

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over EPA&DHA en hart- en vaatziekten.

Wanneer de slagaders onvoldoende bloed kunnen leveren aan het hart, kan de chirurg een coronaire-bypassoperatie (CABG) of omleidingsoperatie voorstellen. In Europa is de bypassoperatie een van de meest uitgevoerde hartoperaties om de bloedstroom naar het hart te herstellen.

Atriale fibrillatie is een type hartritmestoornis die een snelle en onregelmatige pols (hartslag) veroorzaakt. Atriale fibrillatie die optreedt na een operatie wordt postoperatieve atriale fibrillatie genoemd.
 

Olijfolie verhoogt sneller het HDL cholesterolgehalte dan andere plantaardige oliën

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen het eten van olijfolie en andere plantaardige oliën en het cholestterolgehalte en het triglyceridengehalte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 27 RCTs met in totaal 1089 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat de stijging van het HDL-cholesterolgehalte (goed cholesterol) hoger was voor olijfolie dan voor andere plantaardige oliën. Deze verhoging was bovendien significant [WMD = 1.37 mg/dL, 95% BI = 0.4-2.36].

De onderzoekers vonden dat de daling van het totale cholesterolgehalte kleiner was voor olijfolie dan voor andere plantaardige oliën. Deze daling was bovendien significant [WMD = 16.27 mg/dL, 95% BI = 2.8-10.6].

De onderzoekers vonden dat de daling van het LDL-cholesterolgehalte (slecht cholesterol) lager was voor olijfolie dan voor andere plantaardige oliën. Deze daling was bovendien significant [WMD = 4.2 mg/dL, 95% BI = 1.4-7.01].

De onderzoekers vonden dat de daling van het triglyceridengehalte lager was voor olijfolie dan voor andere plantaardige oliën. Deze daling was bovendien significant [WMD = 4.31 mg/dL, 95% BI = 0.5-8.12].

De onderzoekers concludeerden dat olijfolie het HDL cholesterolgehalte sneller deed stijgen dan andere plantaardige oliën. Echter, andere plantaardige oliën verlaagden het totale en LDL-cholesterolgehalte en triglyceridengehalte sneller dan olijfolie.

Oorspronkelijke titel:
Comparison of blood lipid-lowering effects of olive oil and other plant oils: A systematic review and meta-analysis of 27 randomized placebo-controlled clinical trials by Ghobadi S, Hassanzadeh-Rostami Z, […], Faghih S.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29420053

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het verlagen van het cholesterolgehalte.

1 portie gevogelte per week verlaagt een beroerte onder vrouwen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van gevogelte de kans op het krijgen van een beroerte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 7 prospectieve cohort studies met in totaal 354718 deelnemers. 

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in gepoolde analyse dat het eten van veel gevogelte vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van een beroerte niet significant met 8% [RR = 0.92, 95% BI = 0.82-1.03, I2 = 19.8%, p = 0.28] verlaagde.
Niet significant wil zeggen, er kan niet met 95% betrouwbaarheid gezegd worden dat het eten van veel gevogelte de kans op het krijgen van een beroerte werkelijk met 8% verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyse dat het eten van veel gevogelte vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van een beroerte onder Amerikanen significant met 14% [RR = 0.86, 95% BI = 0.77-0.95, I2 = 0.0%, p = 0.38] verlaagde.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyse dat het eten van veel gevogelte vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van een beroerte onder vrouwen significant met 17% [RR = 0.83, 95% BI = 0.72-0.93, I2 = 0.0%, p = 0.63] verlaagde.
Significant omdat RR van 1 niet in de 95% BI van 0.72 tot 0.93 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyse geen verband tussen het eten van veel gevogelte en het krijgen van een herseninfarct of ischemische beroerte [RR = 0.91, 95% BI = 0.79-1.02, I2 = 0.0%, p = 0.93].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyse geen verband tussen het eten van veel gevogelte en het krijgen een hersenbloeding of hemorragische beroerte [RR = 0.82, 95% BI = 0.59-1.04, I2 = 20.5%, p = 0.28].

De onderzoekers vonden geen verband tussen elke verhoging met 1 portie gevogelte per week en de kans op het krijgen van een beroerte [RR = 1.00, 95% BI = 0.96-1.03, I2 = 69.0%, p = 0.004].

De onderzoekers vonden in de dosisafhankelijke analyse dat het verlaagde risico op het krijgen van een beroerte bij maximaal 1 portie gevogelte per week lag.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van 1 portie gevogelte per week, de kans op het krijgen van een beroerte, met name onder Amerikanen en vrouwen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary poultry intake and the risk of stroke: A dose-response meta-analysis of prospective cohort studies by Mohammadi H, Jayedi A, […], Shab-Bidar S.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29460808

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het verlagen van een beroerte en vleesconsumptie.

1 portie gevogelte komt overeen met 100 gram. Gevogelte zijn:  

  •  kalkoen
  • eend
  • duif
  • gans
  • struisvogel
  • emoe
  • parelhoen
  • fazant
  • patrijs
  • kwartel

Dagelijks 20 gram vis verlaagt doodgaan aan hart- en vaatziekten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van vis de mortaliteit (doodgaan aan) en is deze relatie continent gebonden?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 14 prospectieve cohort studies met in totaal 911348 deelnemers waarvan 75451 mensen die dood zijn gegaan.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyse, dat elke verhoging met 20 gram vis per dag, de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten significant met 4% [RR = 0.96, 95% BI = 0.94-0.98, I2 = 0%, n = 8] verlaagde. Dit verlaagde risico was in de subgroepenanalyses alleen significant in de Aziatische studies.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyse, dat elke verhoging met 20 gram vis per dag, de kans op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit) significant met 2% [RR = 0.98, 95% BI = 0.97-1.00, I2 = 81.9%, n = 14] verlaagde. Dit verlaagde risico was in de subgroepenanalyses alleen significant in de Aziatische studies.

De onderzoekers vonden in Westerse studies, een U-vormige relatie tussen het eten van vis en de kans op doodgaan aan zowel alle oorzaken als hart- en vaatziekten.

De onderzoekers vonden in Aziatische studies, een rechtlijnige relatie (een lineair relatie) tussen het eten van vis en de kans op doodgaan aan zowel alle oorzaken als hart- en vaatziekten.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van vis, minimaal 20 gram per dag de kans op doodgaan aan zowel alle oorzaken als hart- en vaatziekten verlaagde. Echter, dit verlaagde risico was niet hetzelfde voor Europa en Azië.

Oorspronkelijke titel:
Fish consumption and risk of all-cause and cardiovascular mortality: a dose-response meta-analysis of prospective observational studies by Jayedi A, Shab-Bidar S, […], Djafarian K.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29317009

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over hart- en vaatziekten en visconsumptie.

Deze maaltijden leveren minimaal 20 gram vis.