Voeding en gezondheid

Dagelijks 0.5 tot 6 gram taurine-supplementen verlagen bloeddruk van patiënten met leverontregeling

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Taurine speelt een cruciale rol bij het reguleren van de glucose- en lipidenmetabolisme (lipidenstofwisseling), de bloeddrukhomeostase (bloeddrukevenwicht) en obesitas, grotendeels vanwege de cytoprotectieve, antioxiderende en ontstekingsremmende werking. Ondanks de veelbelovende resultaten uit de dierenstudies, was de werkzaamheid van taurine-supplementen in studies bij mensen inconsistent (tegenstrijdig) en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Hebben patiënten met leverontregeling baat bij het slikken van taurine-supplementen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 12 RCT’s.

De doseringen van taurine-supplementen varieerden tussen 0.5 en 6 gram per dag gedurende 15 dagen tot 6 maanden.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van taurine-supplementen de systolische bloeddruk (bovendruk) van patiënten met leverontregeling, significant verlaagde [WMD = -4.67 mmHg, 95% BI = -9.10 tot -0.25].

De onderzoekers vonden dat het slikken van taurine-supplementen de diastolische bloeddruk (onderdruk) van patiënten met leverontregeling, significant verlaagde [WMD = -2.90 mmHg, 95% BI = -4.29 tot -1.52].

De onderzoekers vonden dat het slikken van taurine-supplementen het totale cholesterolgehalte van patiënten met leverontregeling, significant verlaagde [WMD = -10.87 mg/dL, 95% BI = -16.96 tot -4.79].

De onderzoekers vonden dat het slikken van taurine-supplementen het triglyceridengehalte van patiënten met leverontregeling, significant verlaagde [WMD = -13.05 mg/dL, 95% BI = -25.88 tot -0.22].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van 0.5 tot 6 gram taurine-supplementen per dag gedurende 15 dagen tot 6 maanden zowel de bloeddruk, het totale cholesterolgehalte als het triglyceridengehalte van patiënten met leverontregeling verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
The effects of taurine supplementation on obesity, blood pressure and lipid profile: A meta-analysis of randomized controlled trials by Guan L and Miao P.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/32871172/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over taurine, het verlagen van cholesterolgehalte en hart- en vaatziekten.

Taurine is een zwavelhoudende aminozuurachtige stofwisselingsproduct van de zwavelhoudende aminozuren cysteïne en methionine. Hoewel het vaak bij de categorie aminozuren wordt gerekend, is taurine eigenlijk geen echt aminozuur, omdat het op de plaats van de carboxylgroep een sulfonzuurgroep bevat en daardoor niet ingebouwd kan worden in de eiwitstructuren van het menselijk lichaam.

Levensmiddelen

Aantal mg taurine per 100 gram product

Octopus

388

Inktvis

356.7

Kokkels

240

Oesters

70

Varkensvlees

50.1

Lamsvlees

43.8

Kalfsvlees

39.8

Garnalen

39.4

Tonijn

39

Kabeljauw

31

Kalkoen

29.5

Kip

17.5

 

 

Sojaproducten verlagen causaal het CRP-gehalte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Sojaproducten bevatten verschillende verbindingen met ontstekingsremmende eigenschappen, zoals genisteïne en daïdzeïne, die naar verluidt via verschillende routes werken. Ecther, gerandomiseerde gecontroleerde studies die het effect van sojaproducten op inflammatoire markers beoordelen, laten inconsistente resultaten zien en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Heeft suppletie met sojaproducten positieve effecten op de ontstekingsremmende biomerkers, zoals CRP en IL-6?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 51 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat suppletie met sojaproducten het CRP-gehalte significant verlaagde [MD = -0.27 mg/L, 95% BI =  -0.51 tot -0.02, p = 0.028].

De onderzoekers vonden dat suppletie met sojaproducten het IL-6 gehalte niet significant verlaagde [MD = 0.0 pg/mL, 95% BI = -0.06 tot 0.06, p = 0.970].

De onderzoekers vonden dat suppletie met sojaproducten het TNF-α gehalte niet significant verlaagde [MD = -0.04 pg/mL, 95% BI = -0.11 tot 0.03, p = 0.252].

De onderzoekers vonden in subgroepenanalyses dat suppletie met sojaproducten het IL-6 gehalte significant verlaagde in studies langer dan 12 weken.

De onderzoekers vonden in subgroepenanalyses dat suppletie tot 100 mg isoflavonen per dag het IL-6 gehalte significant verlaagde.

De onderzoekers vonden in subgroepenanalyses dat suppletie met sojaproducten het TNF-α gehalte significant verlaagde in studies langer dan 12 weken.

De onderzoekers vonden in subgroepenanalyses dat suppletie tot 100 mg isoflavonen per dag het TNF-α gehalte significant verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat suppletie met sojaproducten het CRP-gehalte verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
The effects of soy supplementation on inflammatory biomarkers: A systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Asbaghi O, Yaghubi E, […], Ghaedi E.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/32979840/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over soja en het verlagen van het CRP-gehalte.


 

0.5 portie vis per week verlaagt MS

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Er is onduidelijk bewijs voor de rol van visconsumptie bij het ontstaan van multiple sclerose (MS) en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het eten van vis de kans op het krijgen van multiple sclerose (MS)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 6 observationele studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van vis (ten minste 0.5 portie vis per week) de kans op het krijgen van MS significant met 23% [OR = 0.77, 95% BI = 0.64 tot 0.92, p = 0.004, I2 = 54.7%] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van ten minste 0.5 portie vis per week gedurende de adolescentieperiode en daarna de kans op het krijgen van multiple sclerose verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary fish intake and the risk of multiple sclerosis: a systematic review and meta-analysis of observational studies by Rezaeizadeh H, Mohammadpour Z, […], Homayon IA.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/32787642/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over visconsumptie en MS.

Probiotica-supplementen tijdens zwangerschap verlagen eczeem bij nakomelingen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Probiotica worden steeds vaker gebruikt door zwangere vrouwen, terwijl de effectiviteit op de zwangerschapsuitkomsten nog ontbreken en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Hebben probiotica-supplementen tijdens de zwangerschap positieve effecten op zwangerschapsuitkomsten, zoal eczeem, zwangerschapsduur?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 18 RCT’s met in totaal 4356 zwangere vrouwen.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat probiotica-supplementen tijdens de zwangerschap de kans op het krijgen van atopisch eczeem bij nakomelingen significant met 32% [RR = 0.68, 95% BI = 0.58 tot 0.81, p 0.001, zonder significante heterogeniteit] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat probiotica-supplementen tijdens de zwangerschap de kans op het krijgen van eczeem bij nakomelingen significant met 21% [RR = 0.79, 95% BI = 0.68 tot 0.91, p = 0.002, zonder significante heterogeniteit] verlaagde.

De onderzoekers vonden een associatie tussen probiotica-supplementen tijdens de zwangerschap en een verlengde zwangerschapsduur [WMD = 0.09, 95% BI = 0.04 tot 0.15, p = 0.001, zonder significante heterogeniteit].

De onderzoekers vonden dat probiotica-supplementen tijdens de zwangerschap de kans op mortaliteit significant met 66% [RR = 0.34, 95% BI = 0.13 tot 0.91, p = 0.031, zonder significante heterogeniteit] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat probiotica-supplementen tijdens de zwangerschap de kans op het krijgen van necrotiserende enterocolitis significant met 62% [RR = 0.38, 95% BI = 0.18 tot 0.81, p = 0.012, zonder significante heterogeniteit] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat probiotica-supplementen tijdens de zwangerschap de kans op het krijgen van (atopisch) eczeem, necrotiserende enterocolitis en mortaliteit verlaagde en de zwangerschapsduur verlengde.

Oorspronkelijke titel:
Effect of probiotic supplementation in pregnant women: a meta-analysis of randomised controlled trials by Kuang L and Jiang Y.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31856928

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over zwangerschap en probiotica.

Necrotiserende enterocolitis is een ernstige darmontsteking die kan ontstaan door de onrijpheid van de darmen van te vroeg geboren baby’s en/of baby’s met een zeer laag geboortegewicht.
 

Veel fruit, vezels, vis en vitamine C verlagen COPD in volwassenen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
De relatie tussen voedingspatroon en het risico op het krijgen van chronische obstructieve longziekte (COPD) is beschreven. Echter, de exclusieve rol van de voedingsfactoren blijft controversieel en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Is er een verband tussen de verschillende voedingsgroepen en het krijgen van COPD in volwassenen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 cohort studies, 6 patiënt-controle studies en 20 cross-sectionele studies.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel fruit vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van COPD significant met 26% [relatieve risico = 0.74, 95% BI = 0.65 tot 0.85, I2 = 44%] verlaagde.

Dit verlaagde risico was in cohort studies 29% [RR = 0.71, 95% BI = 0.63 tot 0.79, I2 = 0.0%].

De onderzoekers vonden dat het eten van veel fruit vergeleken met weinig, de kans op doodgaan aan COPD significant met 47% [relatieve risico = 0.53, 95% BI = 0.39 tot 0.74, I2 = 0.0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel vezels vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van COPD significant met 35% [relatieve risico = 0.65, 95% BI = 0.55 tot 0.78] verlaagde.
Dit verlaagde risico was in cohort studies 39% [RR = 0.61, 95% BI = 0.54 tot 0.68, I2 = 0.0%].

De onderzoekers vonden dat het eten van veel vis vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van COPD significant met 29% [relatieve risico = 0.71, 95% BI = 0.58 tot 0.85, I2% = 76%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel vitamine C vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van COPD significant met 11% [relatieve risico = 0.89, 95% BI = 0.76 tot 0.99, I2 = 73%] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat een hoge consumptie van fruit, vezels, vis en vitamine C de kans op het krijgen van COPD in volwassenen verlaagde. 

Oorspronkelijke titel:
Dietary Factors and Risk of Chronic Obstructive Pulmonary Disease: A Systemic Review and Meta-Analysis by Seyedrezazadeh E, Moghaddam MP, […], Kolahdooz F.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC7309892/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over fruit, vezels, vis, vitamine C en COPD.

Een hoger serum seleniumgehalte en een lager serum zinkgehalte verhogen vitiligo

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
De antioxidantenstatus (het antioxidantengehalte in het lichaam) wordt beschouwd als de belangrijke factor in de pathogenese (het verloop) van vitiligo. Echter, er zijn controversiële bevindingen over het serum antioxidantengehalte bij vitiligo-patiënten en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Is er een verband tussen het serum antioxidantengehalte (zoals zink, selendium en koper) en het risico op het krijgen van vitiligo?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 studies met 570 mensen met vitiligo en 580 mensen zonder vitiligo (de controles).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in de sensitiviteitsanalyses, dat een hoger serum zinkgehalte het risico op het krijgen van vitiligo significant met 71% [OR = 0.29, 95% BI = 0.15 tot 0.54, p 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de sensitiviteitsanalyses, dat een hoger serum seleniumgehalte het risico op het krijgen van vitiligo significant met 341% [OR = 4.31, 95% BI = 2.72 tot 6.81, p 0.001] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat een hoger serum seleniumgehalte en een lager serum zinkgehalte het risico op het krijgen van vitiligo verhoogden.

Oorspronkelijke titel:
Serum Level of Antioxidant Vitamins and Minerals in Patients With Vitiligo, a Systematic Review and Meta-Analysis by Huo J, Liu T, [...], Wang R.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/32593085/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over antioxidanten, selenium en zink.

Vitiligo is een aandoening waarbij er melkwitte vlekken op de huid ontstaan doordat de pigmentcellen in de huid kapot gaan. Ongeveer 0.5 tot 2% van de wereldbevolking heeft vitiligo. Het kan op elke leeftijd ontstaan, maar bij de helft van de mensen begint vitiligo al voor het 20e levensjaar.


 

Ernstige vitamine D-tekort verhoogt doodgaan onder patiënten met bloedvergiftiging

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Vitamine D-tekort is gerelateerd aan het risico op het krijgen van sepsis (bloedvergiftiging). Echter, eerdere studies laten inconsistente resultaten met betrekking tot het verband tussen het serum 25-hydroxyvitamine D gehalte (vitamine D gehalte in het bloed) en de sterfterisico bij patiënten met sepsis zien en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verhoogt het hebben van een laag vitamine D gehalte de kans op doodgaan onder patiënten met sepsis (bloedvergiftiging)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 studies met 1736 patiënten met sepsis.
De gemiddelde leeftijd in de studies varieerde tussen 57 en 75 jaar.
De studiegrootte varieerde tussen 57 en 610 deelnemers.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat een vitamine D gehalte 10 ng/mL de kans op doodgaan onder patiënten met sepsis significant met 92% [adjusted RR = 1.92, 95% BI = 1.09 tot 2.55, p  0.001] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat een vitamine D gehalte 10 ng/mL (een ernstige vitamine D-tekort) de kans op doodgaan onder patiënten met sepsis verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Serum 25-Hydroxyvitamin D and the risk of mortality in adult patients with Sepsis: a meta-analysis by Li Y and Ding S.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC7057612/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine D.

Een hoog homocysteïnegehalte verhoogt MS

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Multiple sclerose (MS) is een demyeliniserende en invaliderende ontstekingsziekte van het centrale zenuwstelsel. MS wordt veroorzaakt door complexe omgevingsfactoren die vooral vatbare jongeren genetisch beïnvloeden. Opkomende gegevens suggereren dat veranderingen in het serum gehalte van homocysteïne (Hcy), vitamine B12 en folaat (foliumzuur) in verband kunnen worden gebracht met MS. Echter, eerdere bevindingen zijn niet altijd consistent. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Hebben mensen met MS een laag serum homocysteïne-, vitamine B12- of folaatgehalte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 21 studies met 1738 mensen met MS en 1424 mensen zonder MS (de controles).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat mensen met MS een hoger serum homocysteïnegehalte hadden dan mensen zonder MS [SMD = 0.64, 95% BI = 0.33 tot 0.95, p 0.0001].

Echter, de onderzoekers vonden geen significant verschil in het serum vitamine B12-gehalte tussen mensen met MS en mensen zonder MS [SMD = -0.08, 95% BI = -0.35 tot 0.20, p = 0.58].

Echter, de onderzoekers vonden geen significant verschil in het serum folaatgehalte tussen mensen met MS en mensen zonder MS [SMD = 0.07, 95% BI = -0.14 tot 0.28, p = 0.52].

De onderzoekers vonden dat mensen met relapsing-remitting MS (RRMS) een hoger serum homocysteïnegehalte hadden dan mensen zonder MS [SMD = 0.67, 95% BI = 0.21 tot 1.13, p = 0.004].

De onderzoekers vonden vergeleken met mensen zonder MS, dat er geen verschil was tussen het serum homocysteïnegehalte van mannen met MS [SMD = 0.56, 95% BI = -0.13 tot 1.26, p = 0.11] en vrouwen met MS [SMD = 0.22, 95% BI = -0.16 tot 0.60, p = 0.25].

De onderzoekers concludeerden dat mensen met MS, met name relapsing-remitting MS een hoger serum homocysteïnegehalte hadden dan mensen zonder MS.

Oorspronkelijke titel:
Serum levels of Homocysteine, Vitamin B12 and Folate in Patients with Multiple Sclerosis: an Updated Meta-Analysis by Li X, Yuan J, [...], Hu W.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC7085269/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over MS en het verlagen van het homocysteïnegehalte.

300 mg anthocyaninen per dag verlaagt ontstekingen

Onderzoeksvraag:
Is er een causaal verband tussen de inname van anthocyaninen via voeding en het verlaagde kans op het krijgen van ontstekingen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 32 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat de inname van anthocyaninen via voeding het C-reactieve proteïne-gehalte (CRP-gehalte) significant verlaagde [-0.33 mg/L, 95% BI = -0.55 tot -0.11, p = 0.003].

De onderzoekers vonden dat de inname van anthocyaninen via voeding het interleukin-6 gehalte significant verlaagde [-0.41 ρg/mL, 95% BI = -0.70 tot -0.13, p = 0.004].

De onderzoekers vonden dat de inname van anthocyaninen via voeding het tumornecrosefactor-alfa gehalte (TNF-α gehalte) significant verlaagde [-0.64 ρg/mL, 95% BI = -1.18 tot -0.09, p = 0.023].

De onderzoekers vonden dat de inname van anthocyaninen via voeding het intercellulair adhesiemolecuul-1 significant verlaagde [-52.4 ng/mL, 95% BI = -85.7 tot -19.1, p = 0.002].

De onderzoekers vonden dat de inname van anthocyaninen via voeding het vasculair adhesiemolecuul-1 gehalte (VCAM-1 gehalte) significant verlaagde [-49.6 ng/mL, 95% BI = -72.7 tot -26.5, p  0.001].

De onderzoekers vonden dat de inname van anthocyaninen via voeding het adiponectine gehalte significant verhoogde [0.75 μg/mL, 95% BI = 0.23 tot 1.26, p = 0.004].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat de inname van meer dan 300 mg anthocyaninen per dag via voeding het CRP, IL-6, TNF-α en VCAM-1 gehalte significant verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat de inname van meer dan 300 mg anthocyaninen per dag via voeding het CRP, IL-6, TNF-α en VCAM-1 gehalte verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Impact of dietary anthocyanins on systemic and vascular inflammation: Systematic review and meta-analysis on randomised clinical trials by Fallah AA, Sarmast E, […], Jafari T.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31669599

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over chronische ziekte en anthocyaninen.

Ontstekingen in het lichaam kan gemeten worden aan de hand van de volgende biomerker; de zogename ontstekingsbevorderende (pro-inflammatoire) cytokines. De ontstekingsbevorderende (pro-inflammatoire) cytokines zijn het C-reactieve proteïne (CRP), IL-1, interleukine-6 (IL-6), IL-8, MCP-1, het vasculair adhesiemolecuul-1 (VCAM-1) en tumornecrosefactor-alfa (TNF-α).

 

Granaatappel verlaagt ontstekingen bij volwassenen

Onderzoeksvraag:
Is er een causaal verband tussen de inname van granaatappel en het verlaagde risico op het krijgen van ontstekingen bij volwassenen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 16 RCT’s met in totaal 572 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat granaatappel het hs-CRP-gehalte significant verlaagde [WMD = -6.57 mg/L, 95% BI = -10.04 tot -3.10, p = 0.000].

De onderzoekers vonden dat granaatappel het IL6-gehalte significant verlaagde [WMD = -1.68 pg/mL, 95% BI = -3.52 tot -0.157, p = 0.000].

De onderzoekers vonden dat granaatappel het TNF-α-gehalte significant verlaagde [WMD = -2.37 pg/mL, 95% BI = -3.67 tot -1.07, p = 0.00].

De onderzoekers concludeerden dat granaatappel het hs-CRP-gehalte, het IL6-gehalte en het TNF-α-gehalte bij volwassenen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
The effects of pomegranate supplementation on biomarkers of inflammation and endothelial dysfunction: A meta-analysis and systematic review by Wang P, Zhang Q, [...], Yao G.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/32147056

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over ontstekingen en fruit.

Ontstekingen in het lichaam kan gemeten worden aan de hand van de biomerkers, zoals het hooggevoelige C-reactieve proteïne (hs-CRP) gehalte, het interleukine-6 (IL-6) gehalte en het tumornecrosefactor-alfa (TNF-α) gehalte.
Ontstekingen in het lichaam kunnen de weerstand verlagen. Een lage weerstand maakt het lichaam vatbaar maken voor ziektes.

Hepatitis B-virus infectie verhoogt chronische nierziekte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
De activiteit van de hepatitis B-virus (HBV) als risicofactor voor de incidentie en progressie van de chronische nierziekte is nog niet opgehelderd. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verhoogt een hepatitis B-virus infectie de kans op het krijgen van chronische nierziekte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 33 studies met in totaal 7849849 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 11 cohort studies met in totaal 1056645 deelnemers, dat een hepatitis B-virus infectie de kans op het krijgen van chronische nierziekte significant met 40% [adjusted HR = 1.40, 95% BI = 1.16 tot 1.69, p 0.001, I2 = 49.5%, p 0.0001] verhoogde.

De onderzoekers vonden in 10 cross-sectionele studies met in totaal 3222545 deelnemers, geen verband tussen een hepatitis B-virus infectie en de prevalentie van chronische nierziekte [adjusted OR = 1.04, 95% BI = 0.90 tot 1.218, p = 0.5].

De onderzoekers concludeerden dat een hepatitis B-virus infectie de kans op het krijgen van chronische nierziekte verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
HBV infection is a risk factor for chronic kidney disease: Systematic review and meta-analysis by Fabrizi F, Cerutti R, […], Messa P.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/32037008

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over nierziekte
 

Lood verhoogt ALS

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Lood is een bekende risicofactor voor amyotrofische laterale sclerose (ALS). Echter, de resultaten in de onderzoeken naar de relatie tussen blootstelling aan lood en het optreden van ALS zijn niet consistent. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verhoogt een blootstelling aan lood de kans op het krijgen van ALS?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 patiënt-controle studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge blootstelling aan lood de kans op het krijgen van ALS significant met 28% [OR = 1.28, 95% BI = 1.02 tot 1.63] verhoogde.
Het verhoogde risico bleef gelijk in de subgroepenanalyses en de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers concludeerden dat een hoge blootstelling aan lood de kans op het krijgen van ALS verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Population-based study of environmental/occupational lead exposure and amyotrophic lateral sclerosis: a systematic review and meta-analysis by Meng E, Mao Y, […], Jin W.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31578652

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over ALS

Vlees verhoogt niet astma bij kinderen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Veel studies tonen aan dat het eten van vlees geassocieerd wordt met het risico op het krijgen van astma bij kinderen, maar de resultaten zijn inconsistent. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Is er een relatie tussen het eten van vlees en het krijgen van astma bij kinderen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 9 studies.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van minimal 3 keer vlees per week, de kans op het krijgen van astma bij kinderen niet significant met 27% [OR  =  1.27, 95% BI  =  0.80 tot 2.01, p  = 0 .308] verhoogde.
Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het dagelijks eten van vlees, de kans op het krijgen van astma bij kinderen niet significant met 13% [OR  =  1.13, 95% BI  =  0.93 tot 1.37, p  = 0 .234] verhoogde.
Niet significant omdat de gevonden p-waarde van 0.234 groter was dan de p-waarde van 0.05.

De onderzoekers concludeerden dat het dagelijks eten van vlees, de kans op het krijgen van astma bij kinderen niet verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary meat intake and risk of asthma in children: evidence from a meta-analysis by Zhang D, Cao L, [...], Wang Z.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31895767

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vleesconsumptie en astma

1200 mg NAC per dag verkomt een longaanval bij CODP-patiënten

Onderzoeksvraag:
Hebben COPD-patiënten baat bij het slikken van NAC?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 13 studies (waarvan 10 RCT’s) met 1933 COPD-patiënten in de NAC-groep en 2222 COPD-patiënten in de controle-groep.

De duur van de studies varieerde tussen 4 en 36 maanden.
Er werden geen siginificante bijwerkingen in de NAC-groep gevonden.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat patiënten behandeld met zowel een hoge (>600 mg per dag) als lage dosis NAC (600 mg per dag) lieten significant en consistent minder exacerbaties van chronische bronchitis of COPD zien [RR = 0.75, 95% BI = 0.66-0.84, p 0.01].
Echter, dit beschermende effect was duidelijker bij patiënten zonder luchtwegobstructie.

De onderzoekers vonden dat 600 mg NAC per dag of hoger was ook effectief bij COPD-patiënten, die gediagnosticeerd waren met de spirometrische criteria [RR = 0.75, 95% BI = 0.68-0.82, p = 0.04].

De onderzoekers concludeerden dat NAC toegediend moest worden in een dosis van ≥1200 mg per dag om exacerbaties te voorkomen, terwijl voor patiënten die lijden aan chronische bronchitis, maar zonder luchtwegobstructie, een onderhoudsbehandeling van 600 mg per dag voldoende was.

Oorspronkelijke titel:
Influence of N-acetylcysteine on chronic bronchitis or COPD exacerbations: a meta-analysis by Cazzola M, Calzetta L, […], Matera MG.

Link:
http://err.ersjournals.com/content/24/137/451.long

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over chronische ziekten. N-Acetyl Cysteïne oftewel NAC is een afgeleide van het zwavelhoudende aminozuur cysteïne. Cysteïne is een bouwsteen van glutathion. N-acetyl cysteïne kan een cel effectiever binnendringen dan cysteïne. Glutathion is één van de krachtigste lichaamseigen antioxidanten.

COPD komt vrijwel uitsluitend voor bij (ex-)rokers van 40 jaar en ouder.

Een longaanval wordt door artsen exacerbatie genoemd. Een longaanval is vaak te herkennen aan:

  • Duidelijk meer hoesten dan normaal.
  • Duidelijk meer en taaier slijm dan normaal.
  • Duidelijk meer benauwdheid dan normaal.

Voor de diagnostiek van COPD en monitoring van de behandeling wordt spirometrie aanbevolen. De spirometrische criteria, zoals FEV1, FVC en FEV1/FVC-ratio, worden geïnterpreteerd met behulp van referentiewaarden.

De verschillen tussen astma en COPD zijn:

 

Astma

COPD

Belangrijkste risicofactor

Atopie

Roken

Luchtwegobstructie

Wisselend, in de regel reversibel

Per definitie deels irreversibel

Pathofysiologie

Chronische ontsteking in alle luchtwegen, meestal gevoelig voor corticosteroïden

Chronische ontsteking met name in de kleine luchtwegen, relatief ongevoelig voor corticosteroïden

Leeftijd

Alle leeftijden

Meestal > 40 jaar

Beloop

Overwegend gunstig met variabele symptomen

Overwegend chronisch met geleidelijk progressieve symptomen

Allergologisch onderzoek

Geïndiceerd

Niet geïndiceerd

Longfunctie

Overwegend normaal (of met reversibele obstructie)

Blijvend verminderd (irreversibele obstructie)

Levensverwachting

(Vrijwel) normaal bij optimale behandeling

Verminderd, ook bij optimale behandeling

Inhalatiecorticosteroïden (ICS)

Meestal geïndiceerd, behalve bij weinig frequente klachten

Niet geïndiceerd, behalve bij frequente exacerbaties

 

Veel vezels via voeding verlaagt colitis ulcerosa en de ziekte van Crohn

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van vezels de kans op het krijgen van inflammatoire darmziekten, zoals colitis ulcerosa en de ziekte van Crohn?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 2 cohort studies, 1 geneste patiënt-controle studie en 5 patiënt-controle studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel vezels vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van colitis ulcerosa significant met 20% [95% BI = 0.64-1.00] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel vezels vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van de ziekte van Crohn significant met 56% [95% BI = 0.29-0.69] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 10 gram vezels per dag de kans op het krijgen van de ziekte van Crohn significant met 13% [p 0.05] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel vezels de kans op het krijgen van inflammatoire darmziekten, zoals colitis ulcerosa en de ziekte van Crohn verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary fiber intake reduces risk of inflammatory bowel disease: result from a meta-analysis by Liu X, Wu Y, [...], Zhang D.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/26126709

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het eten van vezels.

Een vezelrijke maaltijd bevat minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal. Deze maaltijd is vezelrijk.
Welke producten uit de supermarkt 1.5 gram vezels per 100 kcal leveren, kunt u hier opzoeken.
 

Dagelijks 400 ml koffie verlaagt depressie

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het drinken van koffie de kans op het krijgen van depressie?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 12 observationele studies met in totaal 346913 deelnemers, waarvan 8146 mensen met depressie.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het drinken van veel koffie vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van depressie significant met 24% [gepoolde RR = 0.76, 95% BI = 0.64-0.91] verlaagde. Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden een non-lineair J-vormige relatie tussen het drinken van koffie en het risico op het krijgen van depressie met de grootste bescherming voor 400 ml koffie per dag.

De onderzoekers concludeerden dat het drinken van veel koffie, bij voorkeur 400 ml per dag, de kans op het krijgen van depressie verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Coffee, tea, caffeine and risk of depression: a systematic review and dose-response meta-analysis of observational studies by Grosso G, Micek A, […], Galvano F.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/26518745

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het drinken van koffie.

Een laag magnesiumgehalte verhoogt mogelijk depressie

Onderzoeksvraag:
Verhoogt een laag magnesiumgehalte in het bloed de kans op het krijgen van depressie­?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 3 cohort studies, 2 cross-sectionele studies en 1 patiënt-controle studie met in totaal 19137 patiënten.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat patiënten met een laag magnesiumgehalte in het bloed een 34% verhoogde kans [RR = 1.34, 95% BI = 1.01-1.79, I2 = 33%]  hadden op het krijgen van depressie. Echter, dit verhoogde risico was niet meer significant wanneer het beperkt werd tot patiënt-controle en cohort studies [RR = 1.38, 95% BI = 0.92-2.07, I2 = 24%].
Niet significant (wil zeggen geen verband bij 95% betrouwbaarheid) want RR van 1 zat in de 95% BI van 0.92 tot 2.07. RR van 1 betekent geen risico.  

Op grond van de gevonden resultaten concludeerden de onderzoekers dat een laag magnesiumgehalte in het bloed de kans op het krijgen van een depressie mogelijk verhoogde. Mogelijk omdat het verhoogde risico niet significant was wanneer het beperkt werd tot patiënt-controle en cohort studies.

Oorspronkelijke titel:
Hypomagnesaemia linked to depression: a systematic review and meta-analysis by Cheungpasitporn W, Thongprayoon C, […], Erickson SB.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/25827510

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over magnesium.
Deze maaltijden bevatten minimaal 200 mg magnesium.

 

0.9 g DHA en 1.4 g EPA gedurende 8 weken verlagen depressie onder vrouwen

Onderzoeksvraag:
Verlagen de visvetzuren EPA en DHA de kans op het krijgen van depressie onder vrouwen­?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 RCT’s met 182 patënten in de placebo-groep en 185 patiënten die DHA en EPA kregen. De gemiddelde studieduur was 8 weken. De gemiddelde dosering was 1.4 g EPA en 0.9 g DHA.

Er was geen heterogeniteit tussen de studies en geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat de inname van DHA en EPA als monotherapie de kans op het krijgen van een depressie onder vrouwen significant met 35% [95% BI = 0.41-0.90, I2 = 13%] verlaagde

De onderzoekers concludeerden dat de inname van 0.9 g DHA en 1.4 g EPA gedurende 8 weken als monotherapie de kans op het krijgen van een depressie onder vrouwen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Combined application of eicosapentaenoic acid and docosahexaenoic acid on depression in women: a meta-analysis of double-blind randomized controlled trials by Yang JR, Han D, […], Qiu XH.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4536843/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over de positieve kant van EPA en DHA. Deze vissen bevatten 1.4 g EPA en 0.9 g DHA.

 

Vis verlaagt depressie

Onderzoeksvraag:
Het verband tussen visconsumptie en het risico op het krijgen van depressie is controversieel. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het eten van vis de kans op het krijgen van depressie­?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 26 studies met in totaal 150278 deelnemers.

Er was geen sprake van publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel vis vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van depressie significant met 17% [95% BI = 0.74 tot 0.93] verlaagde.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat het eten van veel vis vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van depressie significant met 16% [RR = 0.84, 95% BI = 0.75 tot 0.94, n=10] verlaagde.

De onderzoekers vonden in cross-sectionele studies dat het eten van veel vis vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van depressie significant met 18% [RR = 0.82, 95% BI = 0.68 tot 1.00, n=16] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel vis vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van depressie zowel onder mannen als vrouwen significant verlaagde.

Op grond van de gevonden resultaten concludeerden de onderzoekers dat het eten veel vis de kans op het krijgen van depressie verlaagde.  

Oorspronkelijke titel:
Fish consumption and risk of depression: a meta-analysis by Li F, Liu X and Zhang D.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/26359502

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over visconsumptie.