Voeding en gezondheid

Aardbeien verlagen slecht cholesterolgehalte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een causaal verband tussen het eten van aardbeien en de verlaagde kans op het krijgen van hart- en vaatziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 RCT’s.

Er was een geringe heterogeniteit tussen de studies.
Er was geen pubicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van aardbeien het C-reactieve eiwitgehalte significant verlaagde [0.63 mg/L, 95% BI = -1.04 tot -0.22].

De onderzoekers vonden dat het eten van aardbeien het totale cholesterolgehalte bij mensen met een cholesterolgehalte (aan het begin van de studie) hoger dan 5 mmol/L significant verlaagde [0.52 mmol/L, 95% BI = -0.88 tot -0.15].

De onderzoekers vonden dat het eten van aardbeien het LDL-cholesterolgehalte bij mensen met een cholesterolgehalte (aan het begin van de studie) hoger dan 3 mmol/L significant verlaagde [0.31 mmol/L, 95% BI = -0.60 tot -0.02].

De onderzoekers concludeerden dat het eten van aardbeien zowel het C-reactieve eiwitgehalte als het totale en LDL-cholesterolgehalte (slecht cholesterol) bij mensen met een hoog totaal of LDL-cholesterolgehalte verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effects of strawberry intervention on cardiovascular risk factors: a meta-analysis of randomized controlled trials by Gao Q, Qin LQ, […], Dong JY.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/32238201

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over fruitconsumptie, het verlagen van het cholesterolgehalte en C-reatieve eiwitgehalte.

Een causaal verband kan aangetoond worden in studies, die RCT’s worden genoemd.

 

Glutenallergie verhoogt boezemfibrilleren

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verschillende studies hebben aangetoond dat coeliakie (glutenallergie) geassocieerd kan worden met verschillende cardiale manifestaties. Boezemfibrilleren is een van de meest voorkomende aritmieën die een aanzienlijke morbiditeit kan veroorzaken. Echter, het risico op boezemfibrilleren bij patiënten met coeliakie blijft volgens epidemiologische studies onduidelijk. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Hebben patiiënten met coeliakie een verhoogde kans op het krijgen van boezemfibrilleren?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 4 cohort studies met in totaal 64397 deelnemers.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden voor patiiënten met coeliakie een significant, verhoogde kans van 38% op het krijgen van boezemfibrilleren [OR = 1.38, 95% BI = 1.01-1.88, p 0.001, I2 = 96%].

De onderzoekers concludeerden dat coeliakie (glutenallergie) de kans op het krijgen van boezemfibrilleren verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Celiac Disease and Risk of Atrial Fibrillation: A Meta-analysis and Systematic Review by Hidalgo DF, Boonpheng B, […], Intriago M.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC7077104/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over hart- en vaatziekten.
Boezemfibrilleren is een van de meest voorkomende hartritmestoornissen, ook wel bekend als atriumfibrilleren.

 

100 gram vis per dag verlaagt hart- en vaatziekten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt visconsumptie de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten, depressie, kanker en sterfte (mortaliteit)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 34 meta-analyses met in totaal 298 prospectieve cohort studies.
Het gepoolde relatieve risico (SRR) voor elke meta-analyse werd herberekend met behulp van een random-effects model.

De studies waren van matige kwaliteit.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 100 gram vis per dag, de kans op het krijgen van all-cause mortaliteit (doodgaan aan alle oorzaken) significant met 8% [SRR = 0.92, 95% BI = 0.87 tot 0.97] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 100 gram vis per dag, de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten significant met 25% [SRR = 0.75, 95% BI = 0.65 tot 0.87] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 100 gram vis per dag, de kans op het krijgen van coronaire hartziekte significant met 12% [SRR = 0.88, 95% BI = 0.79 tot 0.99] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 100 gram vis per dag, de kans op het krijgen van een hartinfarct significant met 25% [SRR = 0.75, 95% BI = 0.65 tot 0.93] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 100 gram vis per dag, de kans op het krijgen van een beroerte significant met 14% [SRR = 0.86, 95% BI = 0.75 tot 0.99] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 100 gram vis per dag, de kans op het krijgen van hartfalen significant met 20% [SRR = 0.80, 95% BI = 0.67 tot 0.95] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 100 gram vis per dag, de kans op het krijgen van een depressie significant met 12% [SRR = 0.88, 95% BI = 0.79 tot 0.98] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 100 gram vis per dag, de kans op het krijgen van leverkanker significant met 35% [SRR = 0.65, 95% BI = 0.48 tot 0.87] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat 100 gram vis per dag de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten, depressie, leverkanker en sterfte (mortaliteit) verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Fish Consumption and the Risk of Chronic Disease: An Umbrella Review of Meta-Analyses of Prospective Cohort Studies by Jayedi A and Shab-Bidar S.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/32207773

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over visconsumptie, kanker en hart- en vaatziekten.

Een kransslagaderaandoening, ook wel coronaire hartziekte (CHZ) genoemd, is een aandoening aan het hart waardoor de bloedtoevoer naar de hartspier belemmerd wordt.


 

Probiotica verlagen hart- en vaatziekte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verbetert zowel het eten van zuiveproducten als het slikken van probiotica de risicofactoren (zoals metabole syndroom, suikerziekte type 2, cholesterol) van hart- en vaatziekte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 20 prospectieve cohort studies en 52 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in cohort studies dat het eten van gefermenteerde zuivelproducten de kans op het krijgen van een beroerte significant met 4% [RR = 0.96, 95% BI = 0.94 tot 0.98] verlaagde.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat het eten van gefermenteerde zuivelproducten de kans op het krijgen van ischemische hartziekte significant met 4% [RR = 0.96, 95% BI = 0.94 tot 0.98] verlaagde.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat het eten van gefermenteerde zuivelproducten de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekte significant met 4% [RR = 0.96, 95% BI = 0.94 tot 0.98] verlaagde.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat het eten van yoghurt de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 27% [RR = 0.73, 95% BI = 0.70 tot 0.76] verlaagde.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat het eten van yoghurt de kans op het krijgen van het metabole syndroom significant met 20% [RR = 0.80, 95% BI = 0.74 tot 0.87] verlaagde.

De onderzoekers vonden in RCT’s dat probiotica-suppletie in de vorm van zuivelmatrices tot een grotere verlaging van de vet-biomerkers leidde dan in de vorm van capsules/poedervorm bij mensen met een hoog cholesterolgehalte (hypercholesterolemie).

De onderzoekers vonden in RCT’s dat probiotica-suppletie in de vorm van capsules/poedervorm tot een grotere verlaging van de suikerziekte-biomerkers leidde dan in de vorm van zuivelmatrices bij mensen met suikerziekte.

De onderzoekers vonden in RCT’s dat probiotica-suppletie zowel in de vorm van capsules/poedervorm als zuivelmatrices tot een significante vermindering van de antropometrische parameters bij mensen met obesitas leidde.

De onderzoekers concludeerden dat zowel het eten van gefermenteerde zuivelproducten, yoghurt als het slikken van probiotica de kans op het krijgen van hart- en vaatziekte verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Fermented Dairy Products, Probiotic Supplementation, and Cardiometabolic Diseases: A Systematic Review and Meta-analysis by Companys J, Pla-Pagà L, […], Valls RM.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/32277831

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over zuivelproducten, het metabole syndroom, probiotica, hart- en vaatziekte en suikerziekte.

Kefir, yoghurt, kwark en karnemelk zijn gefermenteerde zuivelproducten.
Probiotica zitten in gefermenteerde zuivelproducten.

Vet-biomerkers zijn triglyceriden- en cholesterolgehalte.
Suikerziekte-biomerkers zijn HbA1c-, nuchter insuline- en nuchter bloedsuikergehalte en de HOMA-IR waarde.
Antropometrische parameters zijn BMI en buikomtrek.

 

Multiple sclerose

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken naar multiple sclerose:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX

  • Multiple sclerose (MS) een chronische auto-immuunziekte van het centrale zenuwstelsel (het centrale zenuwstelsel bestaat uit de hersenen en het ruggenmerg). Doordat er iets mis is in het afweersysteem, wordt de laag (myeline) om de zenuwen aangevallen en beschadigd. De zenuwen komen hierdoor bloot te liggen en geven minder goed signalen van en naar de hersenen door. Soms gebeurt dit zelfs helemaal niet. Hierdoor kunnen plotseling verlammings- en uitvalsverschijnselen optreden.
    De auto-immuunziekte is een ziekte waarbij ons eigen afweersysteem de zenuwcellen aanvalt en beschadigt.
    Myeline is een soort isolatielaag die rond de zenuwvezels zit en belangrijk is voor de werking en overleving van de zenuwcellen.
  • De naam “multiple sclerose” verwijst naar de hersenen. “Multiple” betekent veelvuldig en is afgeleid van het Latijnse multiplex en “sclerose” betekent verharding en is afkomstig van het middeleeuws-Latijnse sclerosis, dat afgeleid is van het Griekse σκλήρωσις sklérōsis. In de witte stof van de hersenen bevinden zich meerdere (vandaar de term “multiple”) sclerotische haarden. Sclerotische haarden bestaan uit littekenweefsel, ontstaan doordat het beschermende omhulsel (myeline) van de zenuwbanen stelselmatig wordt afgebroken.
  • Het eerste deel van de naam multipele sclerose is afgeleid van het Latijnse multiplex, meervoudig. Het tweede deel is afkomstig van het middeleeuws-Latijnse sclerosis, afgeleid van het Griekse σκλήρωσις sklérōsis, verharding[58].
  • MS verloopt bij iedereen anders. Vooraf valt niet te zeggen hoe de ziekte bij u verloopt en welke klachten u krijgt. De een ervaart klachten die een ander nooit krijgt. Ook de ernst van zo’n klacht verschilt vaak. Neem bijvoorbeeld krachtverlies in uw benen: sommigen ervaren zware benen, anderen belanden zelf in een rolstoel.
  • MS komt vaker voor in koudere landen dan in warmere landen.
  • MS komt tweeënhalf keer zo vaak voor bij vrouwen als bij mannen.
  • De eerste symptomen laten zich zien wanneer mensen tussen de 20 en 40 jaar oud zijn.
  • De meest voorkomende klachten bij MS zijn:
    • Blaasklachten: toegenomen aandrang, achterblijven van urine en incontinentie.
    • Cognitieve problemen: minder goed concentreren en herinneren.
    • Coördinatieklachten: spraakstoornis, duizeligheid, draaierigheid en tremors.
    • Darmproblemen: obstipatie en incontinentie.
    • Klachten bij bewegen: krachtverlies, spasticiteit, krampen en stijfheid.
    • Klachten vanuit de hersenstam: zenuwpijn, gevoelsstoornis in het gezicht en dubbelzien.
    • Problemen met het gezichtsvermogen: zenuwontsteking in één of beide ogen.
    • Psychologische klachten: stress, depressies en angsten.
    • Seksuele problemen: libidoverlies, impotentie en genitale pijn.
    • Sensibiliteitsstoornissen: tintelingen, prikkelingen, doofheid, pijn, koude voeten of handen en spierpijn.
    • Vermoeidheid: moeheid in rust en snel vermoeid.
  • De oorzaak van MS is tot op heden nog niet bekend. Mogelijk zijn er erfelijke en/of omgevingsfactoren in het spel.
  • Broers en zussen van een persoon met MS hebben een 25 maal hoger risico om de ziekte te ontwikkelen.
  • Multiple sclerose wordt, naargelang het verloop van de ziekte, onderverdeeld in 3 categorieën:
    1. Recidiverende en herstellende MS (Relapsing-Remitting MS): zo’n 85 procent van mensen met MS heeft deze vorm. Recidiverende en herstellende MS wordt gekenmerkt door een ziekteverloop van aanvallen (relapsing) en herstel (remitting). Deze ups en downs komen gemiddeld zo’n drie keer per jaar voor. Zeker in het begin van de ziekte is er een goede kans op herstel.
    2. Primair progressieve MS (Primary-Progressive MS): dit is de minst voorkomende vorm van MS. Deze vorm komt voor bij maar 5 procent van de mensen met MS. Bij primair progressieve MS is uw ruggenmerg aangetast en merkt u direct vanaf het begin achteruitgang: beide benen verstijven en verzwakken. Ook merkt u dat de kracht in uw benen steeds minder wordt. Opvallend is dat primair progressieve MS geen aanvallen kent. De eerste symptomen ervaart u vaak pas na uw veertigste.
    3. Secundair progressieve MS (Secondary-Progressive MS): ongeveer de helft van de patiënten met een “relapsing-remitting MS” bereikt deze fase na gemiddeld tien jaar. Kenmerkend is dat de toestand dan geleidelijk verergert in de periode tussen de opflakkeringen. Herstel is dan niet meer mogelijk.
  • In Nederland komt MS voor bij één op de 1000 personen.
  • Volgens de huidige schattingen vermindert MS de levensverwachting met ongeveer 7 jaar en is de gemiddelde overlevingsduur 30 jaar.

 

Dagelijks 1 kopje thee verlaagt hart- en vaatziekten onder ouderen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het drinken van thee de kans op hart- en vaatziekten en doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit) onder volwassenen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 39 prospectieve cohort studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 1 kopje thee (236.6 ml oftewel 280 mg flavonoïden voor zwarte thee en 338 mg flavonoïden voor groene thee) per dag, de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten significant met 4% verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 1 kopje thee (236.6 ml oftewel 280 mg flavonoïden voor zwarte thee en 338 mg flavonoïden voor groene thee) per dag, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten significant met 2% verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 1 kopje thee (236.6 ml oftewel 280 mg flavonoïden voor zwarte thee en 338 mg flavonoïden voor groene thee) per dag, de kans op het krijgen van een beroerte significant met 4% verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 1 kopje thee (236.6 ml oftewel 280 mg flavonoïden voor zwarte thee en 338 mg flavonoïden voor groene thee) per dag, de kans op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit) significant met 4% verlaagde.

De onderzoekers vonden in subgroepenanalyses dat elke verhoging met 1 kopje thee (236.6 ml oftewel 280 mg flavonoïden voor zwarte thee en 338 mg flavonoïden voor groene thee) per dag, de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten onder ouderen significant met 11% [gepoolde adjusted RR = 0.89, 95% BI = 0.83 tot 0.96, p = 0.001, I2 = 72.4%, n = 4] verlaagde.

De onderzoekers vonden in subgroepenanalyses dat elke verhoging met 1 kopje thee (236.6 ml oftewel 280 mg flavonoïden voor zwarte thee en 338 mg flavonoïden voor groene thee) per dag, de kans op doodgaan aan alle oorzaken onder ouderen significant met 8% [gepoolde adjusted RR = 0.92, 95% BI = 0.90 tot 0.94, p 0.0001, I2 = 0.3%, n = 3] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het dagelijks drinken van thee, minimaal 1 kopje thee (236.6 ml oftewel 280 mg flavonoïden voor zwarte thee en 338 mg flavonoïden voor groene thee) de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten en doodgaan aan alle oorzaken onder ouderen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dose-Response Relation between Tea Consumption and Risk of Cardiovascular Disease and All-Cause Mortality: A Systematic Review and Meta-Analysis of Population-Based Studies by Chung M, Zhao N, […], Wallace TC.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/32073596

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over thee en hart- en vaatziekten.
 

Studies 2020

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken naar sportvoeding:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Geen verschil tusssen krachttraining met hoge belasting en lage belasting op botmineraaldichtheid
  2. 1.5-2 gram arginine per dag gedurende 4-7 weken verhogen sportprestaties
  3. Licht intensieve lichamelijke activiteit verlaagt doodgaan aan kanker
  4. Eiwittensupplementen verhogen vetvrije massa bij ouderen
  5. Whole body vibration training verhoogt botdichtheid bij postmenopauzale vrouwen

Lijnzaad verlaagt plasma Lp(a)-gehalte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een causaal verband tussen lijnzaadsuppletie en het verlagen van het plasma Lp(a)-gehalte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 7 RCT’s met in totaal 629 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat lijnzaadsuppletie het plasma Lp(a)-gehalte significant verlaagde [MD = -2.06 mg/dL, 95% BI = -3.846 tot -0.274, p = 0.024, I2 = 0%, p = 0.986].
Dit verlaagde effect werd alleen teruggevonden bij een langdurige suppletie van lijnzaad.

De onderzoekers concludeerden dat een langdurige suppletie van lijnzaad het plasma Lp(a)-gehalte verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Impact of flaxseed supplementation on plasma lipoprotein(a) concentrations: A systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Hadi A, Askarpour M, […], Ghavami A.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/32073724

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over hart- en vaatziekten en lijnzaad.

Het plasma Lp(a)-gehalte is een risicofactor voor slagaderverkalking. Slagaderverkalking, ook wel atherosclerose genoemd, is een langzaam proces in de bloedvaatwand, dat ervoor zorgt dat de slagaders (arteriën) steeds nauwer worden. Uiteindelijk kan atherosclerose leiden tot een hart- of herseninfarct.

Een causaal verband kan aangetoond worden in een RCT. Lees hier meer over verschillende wetenschappelijkje studies.

 

500 mg vitamine C-supplementen per dag verlaagt bloeddruk

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Vitamine C als supplement wordt voorgesteld bij de behandeling van hypertensie (een hoge bloeddruk). Echter, het blijft controversieel of vitamine C de bloeddruk kan verlagen bij patiënten met primaire hypertensie en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het slikken van vitamine C-supplementen de bloeddruk van mensen met primaire hypertensie?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 RCTs met in totaal 614 deelnemers.

Er was geen pubicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine C-supplementen de systolische bloeddruk van mensen met primaire hypertensie significant verlaagde [WMD  = -4.09, 95% BI = -5.56 tot -2.62, p 0 .001, I2  =  35%, p = 0.15].

De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine C-supplementen de diastolische bloeddruk van mensen met primaire hypertensie significant verlaagde [WMD  = -2.30, 95% BI = -4.27 tot -0.331, p  = 0 .02, I2 =  75%, p = 0 .0002].

De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine C-supplementen gedurende minimaal 6 weken de systolische bloeddruk van mensen met primaire hypertensie significant verlaagde [WMD  = -4.77, 95% BI = -6.46 tot -3.08, p   0 .001, I2  =  27%, p = 0 .24].

De onderzoekers vonden dat het slikken van minimaal 500 mg vitamine C-supplementen per dag, de systolische bloeddruk van mensen met primaire hypertensie significant verlaagde [WMD  =  -5.01, 95% BI = -8.55 tot -1.48, p  = 0.005, I2  =  44%, p =  0.13].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van minimaal 500 mg vitamine C-supplementen per dag gedurende minimaal 6 weken, de systolische bloeddruk van mensen met primaire hypertensie verlaagde. 

Oorspronkelijke titel:
Effects of vitamin C supplementation on essential hypertension: A systematic review and meta-analysis by Guan Y, Dai P and Wang H.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC7034722/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine C en de bloeddruk.

Primaire hypertensie of essentiële hypertensie is de meest voorkomende vorm van hoge bloeddruk. 90-95% van de mensen met hypertensie heeft primaire hypertensie.


 

Quercetinesupplementen verlagen bloeddruk

Onderzoeksvraag:
Klinische onderzoeken naar de cardiovasculaire beschermende effecten van quercetine bij mensen hebben tegenstrijdige resultaten opgeleverd en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het slikken van quercetinesupplementen de bloeddruk en het gehalte aan bloedvetten (zoals triglyceriden- en cholelesterolgehalte)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 17 RCT’s met in totaal 896 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van quercetinesupplementen de systolische bloeddruk significant verlaagde [WMD = -3.09 mmHg, 95% BI = -4.59 tot -1.59, p = 0.0001].

De onderzoekers vonden dat het slikken van quercetinesupplementen de diastolische bloeddruk significant verlaagde [WMD = -2.86 mmHg, 95% BI = -5.09 tot -0.63, p = 0.01].

De onderzoekers vonden dat het slikken van quercetinesupplementen gedurende minimal 8 weken het HDL-cholesterolgehalte significant verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van quercetinesupplementen gedurende minimal 8 weken het triglyceridengehalte significant verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van quercetinesupplementen gedurende minimal 8 weken de bloeddruk en het triglyceridengehalte verlaagde, terwijl het HDL-cholesterolgehalte (goed cholesterol) verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Effect of quercetin supplementation on plasma lipid profiles, blood pressure, and glucose levels: a systematic review and meta-analysis by Huang H, Liao D, [...], Pu R.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31940027

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het verlagen van het cholesterolgehalte en de bloeddruk, RCT’s /significant en quercetine.


 

Hartfalen verhoogt dementie

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
De uitkomsten met betrekking tot cognitieve stoornissen bij hartfalen zijn verschillend omdat het bewijs gefragmenteerd en de steekproefgrootte klein is. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verhoogt hartfalen de kans op het krijgen van dementie?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 12 studies met in totaal 2406680 mensen met hartfalen.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat hartfalen de kans op het krijgen van dementie, veroorzaakt door alle oorzaken significant met 28% [OR/RR  =  1.28, 95% BI = 1.15 tot 1.43, I2 = 70.0%, p   0.001] verhoogde.
Dit verhoogde risico bleef gelijk in de sensitiviteitsanalyse.
Significant omdat OR/RR van 1 niet in de 95% BI van 1.15 tot 1.43 zat. OR/RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

Echter, de onderzoekers vonden geen verband tussen hartfalen en de kans op het krijgen van de ziekte van Alzheimer [OR/RR  =  1.38, 95% BI = 0.90 tot 2.13, I2 = 74.8%, p   0.008].
Geen verband werd ook teruggevonden in de sensitiviteitsanalyse.
Geen verband omdat OR/RR van 1 in de 95% BI van 0.90 tot 2.13 zat. OR/RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers concludeerden dat hartfalen de kans op het krijgen van dementie, maar niet de ziekte van Alzheimer, verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Associations between heart failure and risk of dementia: A PRISMA-compliant meta-analysis by Li J, Wu Y, [...], Nie J.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC7004760/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over hartfalen en dementie
 

Studies 2020

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken (overzichtsartikelen) naar het verband tussen voeding en zwangerschap & lactatie:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Probiotica-supplementen tijdens zwangerschap verlagen eczeem bij nakomelingen
  2. Een hoger vitamine D-gehalte tijdens zwangerschap verlaagt MS bij nakomeling
  3. N-3 vetzurensupplementen verlagen pre-eclampsie tijdens de zwangerschap

LDL cholesterol verhoogt hart- en vaatziekten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Vermindert een LDL-cholesterolverlagende behandeling het risico op het krijgen van ernstige vaataandoeningen (een samenstelling van cardiovasculaire mortaliteit, niet-fataal hartinfarct, niet-fatale ischemische beroerte of coronaire revascularisatie)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 52 RCT’s met in totaal 327037 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat elke verlaging van het LDL-cholesterolgehalte met 1 mmol/L de kans op het krijgen van ernstige vaataandoeningen significant met 19% [relatieve risico = 0.81, 95% BI = 0.78 tot 0.84, p 0.0001] verlaagde.
Dit verlaagde risico was onafhankelijk van het LDL-cholesterolgehalte (slecht cholesterol) aan het begin van de studie, de aanwezigheid van diabetes [p = 0.878 voor interactie] of chronische nierziekte [p = 0.934 voor interactie].

De onderzoekers concludeerden dat elke verlaging van het LDL-cholesterolgehalte met 1 mmol/L de kans op het krijgen van ernstige vaataandoeningen (een samenstelling van cardiovasculaire mortaliteit, niet-fataal hartinfarct, niet-fatale ischemische beroerte of coronaire revascularisatie) verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Intensive LDL cholesterol-lowering treatment beyond current recommendations for the prevention of major vascular events: a systematic review and meta-analysis of randomised trials including 327 037 participants by Wang N, Fulcher J, […], Lal S.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31862150

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het verlagen van het cholesterolgehalte en hart- en vaatziekten.


 

Studies 2020

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken naar de relatie tussen voeding en overgewicht:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Zuivelproducten verlagen causaal vetmassa en BMI onder volwassenen met overgewicht
  2. Pistachenoten verlagen het BMI
  3. Alfa-liponzuur supplementen verlagen buikomtrek van vrouwen
  4. Coënzym Q10-supplementen verlagen niet lichaamsgewicht en BMI
  5. 6 maanden genisteïne verlaagt bloedruk van patiënten met metabole syndroom

Studies 2020

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken naar de relatie tussen voeding en hart- en vaatziekten:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Dagelijks 1 mg heme-ijzer via voeding verhoogt doodgaan aan hart- en vaatziekten
  2. Dagelijks 3 kopjes koffie of meer verhoogt causaal hart- en vaatziekten
  3. Plantaardige eiwitten verlagen doodgaan aan hart- en vaatziekten
  4. 2-3 porties vis per week verlagen coronaire hartziekte onder patiënten met suikerziekte type 2
  5. 1 gram natrium per dag verhoogt hart- en vaatziekten met 6%
  6. Een hoge visconsumptie verlaagt coronaire hartziekte
  7. Vitamine C tekort verhoogt de bloeddruk
  8. Groene thee verlaagt bloeddruk bij mensen met een hoge bloeddruk
  9. Kalium-inname tot 3128 mg per dag verlaagt bloeddruk
  10. Tomaten verhogen goed cholesterolgehalte
  11. Calciumsupplementen verhogen hartinfarct
  12. 1 tot 3 eieren per dag verhogen niet de bloeddruk
  13. Dagelijs 100 mg magnesium via voeding verlaagt een beroerte
  14. Ziekte van Alzheimer verhoogt een hersenbloeding
  15. Aardbeien verlagen slecht cholesterolgehalte
  16. Koolhydratenarme diëten verlagen hart- en vaatziekten

Koolhydratenarme diëten verlagen hart- en vaatziekten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Koolhydratenarme diëten worden geassocieerd met cardiovasculaire risicofactoren maar de resultaten van verschillende onderzoeken zijn echter niet consistent en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verbeteren koolhydratenarme diëten (minder dan 40 En% koolhydraten) de risicofactoren van hart- en vaatziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 12 RCT’s met 820 in de interventiegroep (groep met dieet met minder dan 40 En% koolhydraten) en 820 in de controlegroep (groep met dieet met 45-55 En% koolhydraten). De leeftijd van de patiënten varieerden tussen 31 en 65 jaar.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat koolhydratenarme diëten (dieet met minder dan 40 En% koolhydraten) het triglyceridengehalte significant met 0.15 mmol/L [95% BI = -0.23 tot -0.07, I2 = 75%, p = 0.001] verlaagde.
De resultaten bleven in de sensitiviteitsanalyses gelijk.
Er was publicatie bias.

De onderzoekers vonden in subgroepenanalyses dat koolhydratenarme diëten gedurende maximaal 6 maanden, het triglyceridengehalte significant met 0.23 mmol/L [95% BI = -0.32 tot -0.15] verlaagde.

De onderzoekers vonden in subgroepenanalyses dat koolhydratenarme diëten gedurende 12 tot 23 maanden, het triglyceridengehalte significant met 0.17 mmol/L [95% BI = -0.32 tot -0.01] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat koolhydratenarme diëten het lichaamsgewicht significant met 1.58 kg [95% BI = -1.58 tot -0.75, I2 = 75%, p = 0.001 I2 = 49%, p = 0.01] verlaagde.
De resultaten bleven in de sensitiviteitsanalyses gelijk.

De onderzoekers vonden in subgroepenanalyses dat koolhydratenarme diëten gedurende maximaal 6 maanden, het lichaamsgewicht significant met 1.14 kg [95% BI = -1.65 tot -0.63] verlaagde.

De onderzoekers vonden in subgroepenanalyses dat koolhydratenarme diëten gedurende 6 tot 11 maanden, het lichaamsgewicht significant met 1.73 kg [95% BI = -2.7 tot -0.76] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat koolhydratenarme diëten de systolische bloeddruk (bovendruk) significant met 1.41 mmHg [95% BI = -2.26 tot -0.56, I2 = 0%, p = 0.84] verlaagde.
De resultaten bleven in de sensitiviteitsanalyses gelijk.

De onderzoekers vonden in subgroepenanalyses dat koolhydratenarme diëten gedurende maximaal 6 maanden, de systolische bloeddruk significant met 2.97 mmHg [95% BI = -4.62 tot -1.31] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat koolhydratenarme diëten de diastolische bloeddruk (onderdruk) significant met 1.71 mmHg [95% BI = -2.36 tot -1.06, I2 = 14%, p = 0.29] verlaagde.
De resultaten bleven in de sensitiviteitsanalyses gelijk.

De onderzoekers vonden in subgroepenanalyses dat koolhydratenarme diëten gedurende maximaal 6 maanden, de diastolische bloeddruk significant met 2.76 mmHg [95% BI = -4.07 tot -1.46] verlaagde.

De onderzoekers vonden in subgroepenanalyses dat koolhydratenarme diëten gedurende 6 tot 11 maanden, de diastolische bloeddruk significant met 2.11 mmHg [95% BI = -3.28 tot -0.93] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat koolhydratenarme diëten het HDL-cholesterolgehalte (goed cholesterol) significant met 0.1 mmol/L [95% BI = 0.08 tot 0.12, I2 = 41%, p = 0.02] verhoogde.
De resultaten bleven in de sensitiviteitsanalyses gelijk.

De onderzoekers vonden in subgroepenanalyses dat koolhydratenarme diëten gedurende maximaal 6 maanden, het HDL-cholesterolgehalte significant met 0.08 mmol/L [95% BI = 0.27 tot 0.57] verhoogde.

De onderzoekers vonden in subgroepenanalyses dat koolhydratenarme diëten gedurende 6 en 11 maanden, het HDL-cholesterolgehalte significant met 0.12 mmol/L [95% BI = 0.09 tot 0.15] verhoogde.

De onderzoekers vonden in subgroepenanalyses dat koolhydratenarme diëten gedurende 12 tot 23 maanden, het HDL-cholesterolgehalte significant met 0.12 mmol/L [95% BI = 0.08 tot 0.15] verhoogde.

De onderzoekers vonden in subgroepenanalyses dat koolhydratenarme diëten gedurende 24 maanden, het HDL-cholesterolgehalte significant met 0.08 mmol/L [95% BI = 0.04 tot 0.12] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat koolhydratenarme diëten het totale cholesterolgehalte significant met 0.13 mmol/L [95% BI = 0.08 tot 0.19] verhoogde.
De resultaten bleven in de sensitiviteitsanalyses gelijk.

De onderzoekers vonden dat koolhydratenarme diëten het LDL-cholesterolgehalte (slecht cholesterol) significant met 0.11 mmol/L [95% BI = 0.02 tot 0.19, I2 = 71%, p = 0.0001] verhoogde.
De resultaten bleven in de sensitiviteitsanalyses gelijk.

De onderzoekers concludeerden dat koolhydratenarme diëten (minder dan 40 En% koolhydraten) gedurenden maximaal 6 maanden of 6 tot 11 maanden de risicofactoren van hart- en vaatziekten verberterden. Echter, dit positieve effect verdween bij koolhydratenarme diëten gedurende 24 maanden of langer.

Oorspronkelijke titel:
The effects of low-carbohydrate diets on cardiovascular risk factors: A meta-analysis by Dong T, Guo M, [...], Chen B.

Link:
https://journals.plos.org/plosone/article?id=10.1371/journal.pone.0225348

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over koolhydraten en hart- en vaatziekten.

De makkelijkste manier om een dieet met minder dan 40 En% koolhydraten te volgen, is door alleen te kiezen voor producten/maaltijden met minder dan 40 En% koolhydraten. Welke producten in de supermarkt ook minder dan 40 En% koolhydraten bevatten, kunt u hier opzoeken.
40 En% koolhydraten wil zeggen dat het aantal gram koolhydraten 40% bijdraagt aan het totale kcal van het dieet. Als het dieet 2000 kcal bevat, draagt 200 gram koolhydraten 40% bij aan deze 2000 kcal.
1 gram koolhydraten levert 4 kcal. Dus 200 gram koolhydraten levert 800 kcal en 800 kcal is 40% van 2000 kcal.

 

Studies 2020

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken (overzichtsartikelen) naar de relatie tussen voeding en suikerziekte:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. 2-3 porties vis per week verlagen coronaire hartziekte onder patiënten met suikerziekte type 2
  2. Vitamine B3-supplementen verlagen slecht cholesterol van patiënten met suikerziekte type 2
  3. Dagelijks 8.4 tot 10 gram inulinesupplementen voor 8 weken verlagen suikerziekte type 2
  4. Zuurbessen verlagen insulinegehalte
  5. Dagelijks 40 gram soja consumptie gedurende 12 weken verhoogt het IGF-1 gehalte
  6. Dagelijs 100 mg magnesium via voeding verlaagt een beroerte
  7. Tofu verlaagt suikerziekte type 2

 

Studies 2020

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken naar de realatie tussen voeding en ouderdom:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:

  1. Dagelijks 2 gram omega-3 supplementen verhogen spiermassa bij ouderen
  2. Zuivelproducten verrijkt met calcium en vitamine D verhogen botmineraaldichtheid bij postmenopauzale vrouwen
  3. Dagelijks 54 mg genisteïne verhogen botmineraaldichtheid van postmenopauzale vrouwen
  4. Obesitas verhoogt dementie

Studies 2020

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken (overzichtsartikelen) naar de relatie tussen voeding en chronische ziekten:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Dagelijks 0.5 tot 6 gram taurine-supplementen verlagen bloeddruk van patiënten met leverontregeling
  2. Sojaproducten verlagen causaal het CRP-gehalte
  3. 0.5 portie vis per week verlaagt MS
  4. Een hoger serum seleniumgehalte en een lager serum zinkgehalte verhogen vitiligo
  5. Ernstige vitamine D-tekort verhoogt doodgaan onder patiënten met bloedvergiftiging
  6. Een hoog homocysteïnegehalte verhoogt MS
  7. Hepatitis B-virus infectie verhoogt chronische nierziekte
  8. Vlees verhoogt niet astma bij kinderen
  9. Lood verhoogt ALS

Studies 2020

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken (overzichtsartikelen) naar de relatie tussen voeding en kanker:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Dagelijks 5 gram noten verlagen kanker
  2. Dagelijks 100 mcg foliumzuur via voeding verlaagt borstkanker onder premenopauzale vrouwen
  3. Een hoge vitamine C-inname via voeding verlaagt borstkanker
  4. Overlevenden van kanker moeten dagelijks meer dan 400 gram groente en fruit eten
  5. Groene bladgroenten, alliumgroenten, vezels en flavonoïden verlagen eierstokkanker
  6. Beta-cryptoxanthine via voeding verlaagt blaaskanker
  7. Omega-3 PUFA’s via voeding verlaagt spijsverteringskanker
  8. 40 gram ingemaake groenten per dag verhoogt maagkanker
  9. Dagelijks 100 microgram foliumzuur via voeding verlaagt ER negatief/PR negatief borstkanker
  10. Licht intensieve lichamelijke activiteit verlaagt doodgaan aan kanker
  11. Dagelijks 20 gram boomnoten verlaagt kanker aan het spijsverteringsstelsel
  12. Knoflook verlaagt mogelijk dikke darmkanker
  13. 3 keer per week groente en fruit verlaagt maagkanker

ASTMA & COPD

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken naar de relatie tussen voeding en astma & CODP:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Albuminegehalte van COPD-patiënten is lager dan van niet COPD-patiënten
  2. Melatonine supplementen verbeteren slaapkwaliteit van volwassenen met slaapstoornis
  3. Dagelijks 400 mg vitamine C supplementen verbetert longfunctie van COPD patiënten
  4. Veel fruit, vezels, vis en vitamine C verlagen COPD in volwassenen
  5. Vlees verhoogt niet astma bij kinderen
  6. Astma verhoogt doodgaan aan hart- en vaatziekten onder vrouwen
  7. Visconsumptie vanaf 6-9 maanden na de geboorte verlaagt astma bij kinderen
  8. Visconsumptie tijdens de zwangerschap verlaagt niet allergie bij nakomelingen in de leeftijd tussen 0 en 8 jaar
  9. Een laag vitamine D-gehalte tijdens de zwangerschap verhoogt eczeem in de kindertijd
  10. Een hoog leptinegehalte verhoogt astma
  11. Weinig lichamelijke activiteiten verhoogt mogelijk astma bij kinderen
  12. Astma verhoogt longkanker
  13. 1200 mg NAC per dag verkomt een longaanval bij CODP-patiënten
  14. Vitamine D-tekort verhoogt COPD
  15. Vitamine D supplementen verlagen astma bij kinderen

XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX

  • De verschillende longziekten zijn:
    • Acute bronchitis
    • Alpha-1
    • Asbestose
    • Astma
    • Bronchopulmonale dysplasie (BPD)
    • Bronchiëctasieën
    • Congenitale cysteuze adenomatoide malformatie van de long (CCAM)
    • Congenitale hernia diafragmatic (CHD)
    • COPD (Chronic Obstructive Pulmonary Disease)
    • Cystic fibrosis (CF)
    • Klaplong
    • Longembolie
    • Longfibrose
    • Longontsteking
    • Longkanker
    • Longvlieskanker
    • Primaire Ciliaire Dyskinesi (PCD)
    • Pleuritis
    • Pulmonale arteriële hypertensie (PAH)
    • RS virus
    • Sarcoïdose
    • Tuberculose (TBC)
  • Astma is een chronische longziekte waarbij de longen continu zijn ontstoken, hetgeen ademhalingsproblemen kan veroorzaken.
    Het woord “astma” komt uit het Grieks en betekent “gehijg”of “gepiep”.
  • Ongeveer 3 op de 100 mensen hebben last van astma.
  • Astma komt bij vrouwen vaker voor dan bij mannen, behalve op jonge leeftijd, daar komt het vaker voor bij jongens dan bij meisjes.
  • Het is niet bekend wat de precieze oorzaak van astma is.
    Wel is bekend dat erfelijkheid een rol speelt. Als één van de ouders astma of een allergie heeft, is er 50% kans dat het kind astma krijgt.
  • De astmaklachten variëren per persoon en per moment. Astma komt in aanvallen.
  • Mensen met astma zijn benauwd en hoesten, vooral 's nachts, waarbij soms slijm wordt opgehoest. Ook hebben ze vaak last van een piepende, zagende of brommende ademhaling.
  • Een astma-aanval kan uitgelokt worden door meerdere factoren, zoals stuifmeel, huisdieren, huisstofmijt, rook, inspanning of aanhoudende spanning of stress.
  • Astma is vaak goed te behandelen met medicijnen, in combinatie met het opvolgen van leefstijladviezen, zoals niet roken en voldoende bewegen.
  • De belangrijkste medicijnen bij de behandeling van astma zijn ontstekingsremmers en luchtwegverwijders.
  • COPD is een verzamelnaam voor chronische bronchitis en longemfyseem.
  • COPD is een longziekte waarbij de longen ontstoken zijn.
    De afkorting COPD staat voor Chronic Obstructive Pulmonary Disease (Chronische Obstructieve Long Ziekte).
    Langer bestaande ontsteking kan leiden tot littekenvorming. Deze beschadigingen zorgen ervoor dat de luchtwegen zich vernauwen.
  • Kortademigheid en hoesten zijn de 2 belangrijkste klachten van COPD.
  • COPD ontstaat in grofweg 80 procent van de gevallen na jarenlang roken.
  • Spirometrie is een eenvoudige, pijnloze en zeer betrouwbare techniek om de longfunctie of longcapaciteit te meten en vervolgens grafisch uit te beelden.
    Via spirometrie kan een arts met zekerheid stellen of iemand aan een obstructieve longaandoening lijdt en kan hij/zij ook het verloop van de ziekte opvolgen.
  • Een spirometrie gebeurt met een spirometer. Dit is een apparaat verbonden met een slangetje in rubber of karton waarin de patiënt moet blazen.
  • De één seconde waarde (ESW), ook wel het geforceerde expiratoire volume in 1 seconde (FEV1) genoemd, is het maximale volume lucht (in liters) dat bij snelle en geforceerde uitademing vanuit volledige inademing in één seconde kan worden uitgeblazen.
    Het is belangrijk om die ESW-waarde te vergelijken met de "normale" waarden van een vergelijkbaar persoon (leeftijd, geslacht, grootte). Aan de hand daarvan kan de ernst van de luchtwegvernauwing geëvalueerd worden.
  • De geforceerde vitale capaciteit (FVC, van het Engelse Forced Vital Capacity) is het volume lucht (in liters) dat na volledige inademing maximaal kan worden uitgeademd. Het wordt gemeten tijdens een geforceerde uitademing. De patiënt moet daarbij zo hard en zo diep mogelijk inademen en daarna zo hard en zo snel mogelijk volledig uitademen.
  • Een gezonde volwassene kan tussen 70% en 80% van zijn/haar vitale capaciteit uitademen tijdens de eerste seconde bij een geforceerde uitademing.
    Ligt de waarde (uitgedrukt als ESW/FVC) lager dan 70%, dan is de kans groot dat de luchtwegen vernauwd zijn door COPD of astma.
  • Een volwassene ademt ongeveer twaalf tot twintig keer per minuut. De longen hebben een inhoud van 5 tot 7 liter.
  • De grootste hoeveelheid lucht die een persoon kan opnemen bij een diepe inademing, wordt de vitale capaciteit (VC) genoemd.
  • Het is niet mogelijk om de hele longinhoud uit te ademen, hoe sterk ook uitgeademd wordt. Gemiddeld blijft er altijd nog ongeveer 1.2 liters (tussen de 0.5 en 3.5 liters) lucht in de longen achter. Dit wordt het luchtresidu (RV) genoemd.
  • De totale capaciteit (TC) van de longen is dus het luchtresidu (RV) + vitale capaciteit (VC).
  • De verschillen tussen astma en COPD zijn:

 

Astma

COPD

Belangrijkste risicofactor

Atopie

Roken

Luchtwegobstructie

Wisselend, in de regel reversibel

Per definitie deels irreversibel

Pathofysiologie

Chronische ontsteking in alle luchtwegen, meestal gevoelig voor corticosteroïden

Chronische ontsteking met name in de kleine luchtwegen, relatief ongevoelig voor corticosteroïden

Leeftijd

Alle leeftijden

Meestal > 40 jaar

Beloop

Overwegend gunstig met variabele symptomen

Overwegend chronisch met geleidelijk progressieve symptomen

Allergologisch onderzoek

Geïndiceerd

Niet geïndiceerd

Longfunctie

Overwegend normaal (of met reversibele obstructie)

Blijvend verminderd (irreversibele obstructie)

Levensverwachting

(Vrijwel) normaal bij optimale behandeling

Verminderd, ook bij optimale behandeling

Inhalatiecorticosteroïden (ICS)

Meestal geïndiceerd, behalve bij weinig frequente klachten

Niet geïndiceerd, behalve bij frequente exacerbaties

Veel vitamine K via voeding verlaagt hart- en vaatziekten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van vitamine K de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten en doodgaan (mortaliteit)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 21 studies met in totaal 222592 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 4 studies dat de inname van veel vitamine K1 via voeding, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten significant met 8% [gepoolde HR = 0.92, 95% BI = 0.84 tot 0.99, I2 = 0%] verlaagde.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden in 2 studies dat de inname van veel vitamine K2 via voeding, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten significant met 30% [gepoolde HR = 0.70, 95% BI = 0.53 tot 0.93, I2 = 32.1%] verlaagde.
Significant omdat HR van 1 niet in de 95% BI van 0.53 tot 0.93 zat. HR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden geen verband tussen de inname van veel vitamine K via voeding en doodgaan aan alle oorzaken, doodgaan aan hart- en vaatziekten of het krijgen van een beroerte.

De onderzoekers vonden in 5 studies dat een verhoogd plasma dp-ucMGP gehalte (biomerker voor een vitamine K-tekort), de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 84% [gepoolde HR = 1.84, 95% BI = 1.48 tot 2.28, I2 = 16.8%] verhoogde.

De onderzoekers vonden in 2 studies dat een verhoogd plasma dp-ucMGP gehalte (biomerker voor een vitamine K-tekort), de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten significant met 96% [gepoolde HR = 1.96, 95% BI = 1.47 tot 2.61, I2 = 0%] verhoogde.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het circulerende osteocalcinegehalte en doodgaan aan alle oorzaken of doodgaan aan hart- en vaatziekten.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel vitamine K de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten verlaagde en een vitamine K-tekort verhoogde doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit) en hart- en vaatziekten.

Oorspronkelijke titel:
Association of vitamin K with cardiovascular events and all-cause mortality: a systematic review and meta-analysis by Chen HG, Sheng LT, […], Pan A.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31119401

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine K en hart- en vaatziekten.

100 gram verse peterselie leveren 548 microgram (548 mcg) vitamine K1 oftewel 7.5 dagen.
 

Studies 2019

Hieronder vindt u wetenschappelijke studies over krachttraining en gezondheid.
De overzichtsartikelen (meta-analyses) van gerandomiseerde, placebo-gecontroleerde dubbelblinde humane studies (RCT’s) geven antwoord op de volgende vraag:
“Is het slikken van voedingssupplementen zinvol?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

De overzichtsartikelen (meta-analyses) van cohort studies of van patiënt-controle studies geven antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen?”.

  1. Krachttraining verlaagt cholesterolgehalte

 

Druiven verlagen slecht cholesterol

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een causaal verband tussen het eten van druiven en het verlaagde effect op de bloedvetten, zoals het triglyceriden- en cholesterolgehalte in volwassenen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 48 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van druiven het totale cholesterolgehalte significant verlaagde [MD = -6.196 mg/dL, 95% BI = -9.203 tot -3.189].

De onderzoekers vonden dat het eten van druiven het LDL-cholesterolgehalte (slecht cholesterol) significant verlaagde [MD = -4.964 mg/dL, 95% BI = -7.594 tot -2.334].

De onderzoekers vonden dat het eten van druiven het triglyceridengehalte significant verlaagde [MD = -7.641 mg/dL, 95% BI = -12.120 tot -3.162].

De onderzoekers concludeerden dat er een causaal verband bestond tussen het eten van druiven en het verlaagde effect op het triglyceriden- en totale en LDL-cholesterolgehalte in volwassenen.

Oorspronkelijke titel:
Effects of grape products on blood lipids: a systematic review and dose-response meta-analysis of randomized controlled trials by Ghaedi E, Moradi S, [...], Mohammadi H.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31517353

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over fruitconsumptie, RCT’s en het verlagen van het cholesterolgehalte.

Hartpatiënten hebben vaak een hoog LDL-cholesterolgehalte en triglyceridengehalte.

Een hoog vitamine E-gehalte verlaagt ziekte van Alzheimer (Lower vitamin E levels increase Alzheimer's disease)

Dutch:
De onderzoekers vonden in een overzichtsartikel van 31 studies, dat een hoog vitamine E-gehalte in het bloed de kans op het krijgen van dementie, met name de ziekte van Alzheimer en leeftijdsgebonden cognitieve stoornissen verlaagde.

Lees hier meer over:
Een hoog vitamine E-gehalte verlaagt ziekte van Alzheimer

English:
The investigators found in a review article of 31 studies, that lower α-tocopherol (vitamin E) levels have a strong association with Alzheimer's disease and mild cognitive impairment supporting evidence for the role of diet and vitamin E in Alzheimer's disease risk and age-related cognitive decline.

Read more right here:
Lower vitamin E levels increase Alzheimer's disease

Spanish:
Los investigadores encontraron en un artículo de revisión de 31 estudios, que los niveles más bajos de α-tocoferol (vitamina E) tienen una fuerte asociación con la enfermedad de Alzheimer y el deterioro cognitivo leve que respalda la evidencia del papel de la dieta y la vitamina E en el riesgo de enfermedad de Alzheimer y el deterioro cognitivo relacionado con la edad.

Leer más aquí:
Niveles más bajos de vitamina E aumentan la enfermedad de Alzheimer