Voeding en gezondheid

<400 mg groene koffiebonen-extract supplementen verlagen de bloeddruk

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van groene koffiebonen-extract supplementen de bloeddruk?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 9 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van groene koffiebonen-extract supplementen de systolische bloeddruk (de bovendruk) significant verlaagde [WMD = -3.093 mmHg, 95% BI = -3.914 to -2.273, I2 = 0.0%].

De onderzoekers vonden dat het slikken van groene koffiebonen-extract supplementen de diastolische bloeddruk (de onderdruk) significant verlaagde [WMD = -3.093 mmHg, 95% BI = -3.914 to -2.273, I2 = 0.0%].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van groene koffiebonen-extract supplementen, zowel de diastolische bloeddruk als de systolische bloeddruk van mensen met een hoge bloeddruk significant verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van 400 mg groene koffiebonen-extract supplementen per dag, zowel de diastolische bloeddruk als de systolische bloeddruk significant verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van groene koffiebonen-extract supplementen gedurende 4 weken, zowel de diastolische bloeddruk als de systolische bloeddruk significant verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van 400 mg groene koffiebonen-extract supplementen per dag gedurende 4 weken, zowel de diastolische bloeddruk (de onderdruk) als de systolische bloeddruk (de bovendruk) van mensen met een hoge bloeddruk verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
The effect of green coffee extract supplementation on blood pressure: A systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Han B, Nazary-Vannani A, […], Kord-Varkaneh H.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31429515

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over koffie en het verlagen van de bloeddruk.
 

150 mg/dag quercetine-supplementen verlagen LDL-cholesterol van mensen met obesitas

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
De vetverdeling bij mensen met overgewicht of obesitas is direct gerelateerd aan de metabole ziekten (stofwisselingsziekten). Suppletie met quercetine (slikken van quercetine-supplementen) kan een geschikte aanpak zijn om de risicofactoren van de metabole ziekten bij mensen met obesitas te verminderen. Daarom werd dit overzichtsartikel (meta-analyse) uitgevoerd.

Verbetert het slikken van quercetine-supplementen de risicofactoren van de metabole ziekten bij mensen met obesitas?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 5 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van ≥150 mg/dag quercetine-supplementen gedurende >6 weken het LDL-cholesterolgehalte (slecht cholesterol) van mensen met obesitas significant verlaagde [SMD = -0.8, 95% BI = -1.21 tot -0.39, p 0.00001].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van ≥150 mg/dag quercetine-supplementen gedurende >6 weken het LDL-cholesterolgehalte (slecht cholesterol) van mensen met obesitas verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Quercetin Actions on Lipid Profiles in Overweight and Obese Individuals: A Systematic Review and Meta-analysis by Guo W, Gong X and Li M.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31465275

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over quercetine, cholesterol en overgewicht.
 

Dagelijks 2 gram L-carnitine verlaagt bloeddruk van mensen met overgewicht

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
L-carnitine speelt een fundamentele biologische rol in het metabolisme (stofwisseling) van lipiden (vetten) en kan de bloeddruk positief beïnvloeden door de insulineresistentie te verlagen. Echer, deze mechanisme blijft onduidelijk en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het slikken van L-carnitine supplementen de bloeddruk?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 RCT’s.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van L-carnitine supplementen de diastolische bloeddruk (de onderdruk) significant verlaagde [WMD = -1.162 mmHg, 95% BI = -2.020 tot -0.303, p = 0.008].

Echter, het slikken van L-carnitine supplementen verlaagde niet de systolische bloeddruk (de bovendruk) [WMD = -0.085 mmHg, 95% BI = -1.455 tot 1.285, p = 0.903].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van L-carnitine supplementen de diastolische bloeddruk van mensen met overgewicht en obesitas significant verlaagde [WMD = -1.232 mmHg, 95% BI = -2.297 tot -0.167, p = 0.023].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van maximaal 2 gram L-carnitine supplementen per dag, de diastolische bloeddruk significant verlaagde [WMD = -1.639 mmHg, 95% BI = -3.038 tot -0.240, p = 0.022].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van maximaal 2 gram L-carnitine supplementen per dag, de diastolische bloeddruk (de onderdruk) van mensen met overgewicht en obesitas verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effects of L-carnitine supplementation on blood pressure: a systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Askarpour M, Hadi A, […], Ghaedi E.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31481697

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over overgewicht, L-carnitine en het verlagen van de bloeddruk.
 

Bijzonderheden bij het invullen voedingswaarden per 100g/100ml

  • Mocht de voedingswaarden per 100g/100ml van een product niet bekend zijn, kunt u hier opzoeken.
  • Vul NIET de voedingswaarden PER PORTIE in, maar altijd PER 100G/100ML.
  • Afhankelijk van uw toetsenbord (Engels of Nederlands ingesteld), moet u met een komma of een punt invullen. Dus 2.1 of 2,1.
  • U kunt 2 decimalen achter de komma invullen. Dus 2.22 of 2,22.
  • Gegeten portie is ALTIJD een GEHEEL getal. Dus 15 gram en NIET 15,5 gram!
  • Controleer na het invullen van het LAATSTE product of alle gegevens kloppen. Klik dan pas op “OPSLAAN”.
    U kunt namelijk ná het klikken op “OPSLAAN” niet meer terug om het individuele product aan te passen!
    Het individuele product kunt u aanpassen door op BEWERKEN te klikken. Bijvoorbeeld: u hebt besloten om van product A niet 200 gram maar 150 gram te eten.
  • Het vezelgehalte van een levensmiddel staat NIET altijd op de verpakking vermeld omdat het NIET wettelijk verplicht is. Het vezelgehalte per 100g/100ml hoeft u daarom ook niet in te vullen!
    Het vezelgehalte wordt automatisch berekend met deze formule:
    (Totaal kcal – (aantal gram vetten x 9 kcal + aantal gram koolhydraten x 4 kcal + aantal eiwitten x 4 kcal))/2 kcal.
  • De voedingstips staan hier.
  • De makkelijkste manier om een GEZONDE LEVENSSTIJL te volgen, is door te kiezen voor ALLEEN MAAR producten die ook voldoen aan het 7-punten voedingsprofiel van de GEZONDE LEVENSSTIJL.
  • Een screenshot maken: druk op de toets “PrtScSysRq” op het toetsenbord.

 

Veel vitamine C via voeding verlaagt doodgaan aan hart- en vaatziekten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van veel antioxidanten, zoals vitamine C, beta-caroteen en vitamine E of het hebben van een hoog gehalte aan antioxidanten in het bloed, de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 15 prospectieve cohort studies en 3 interventiestudies met in totaal 320548 deelnemers en 16974 mensen die dood zijn gegaan aan hart- en vaatziekten.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel vitamine C, de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten significant met 21% [relatieve risico = 0.79, 95% BI =  0.68-0.89, I2 = 46%, n = 10] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoog vitamine C gehalte in het bloed, de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten significant met 40% [relatieve risico = 0.60, 95% BI =  0.42-0.78, I2 = 65%, n = 6] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoog vitamine E gehalte in het bloed, de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten significant met 18% [relatieve risico = 0.82, 95% BI =  0.76-0.88, I2 = 0%, n = 5] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoog beta-caroteen gehalte in het bloed, de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten significant met 32% [relatieve risico = 0.68, 95% BI =  0.52-0.83, I2 = 50%, n = 6] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de dosisafhankelijke meta-analyse dat het gehalte van antioxidanten in het bloed sterker geassocieerd waren met het risico op doodgaan aan hart- en vaatziekten dan de inname van antioxidanten via voeding.

De onderzoekers concludeerden dat zowel een hoge vitamine C inname via voeding, een hoog vitamine C gehalte in het bloed, een hoog vitamine E gehalte in het bloed als een hoog beta-caroteen gehalte in het bloed, de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten verlaagden.

Oorspronkelijke titel:
Dietary and circulating vitamin C, vitamin E, β-carotene and risk of total cardiovascular mortality: a systematic review and dose-response meta-analysis of prospective observational studies by Jayedi A, Rashidy-Pour A, […], Shab-Bidar S.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30630552

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over antioxidanten, vitamine C, E, beta-caroteen en doodgaan aan hart- en vaatziekten. 

Het vitamine C gehalte in het bloed kan verhoogd worden door levensmiddelen te eten die veel vitamine C bevatten en/of vitamine C supplementen te slikken.

Veel vitamine C via voeding verlaagt doodgaan aan hart- en vaatziekten (Higher circulating concentration of vitamin C, vitamin E and β-carotene reduce cardiovascular mortality)

Afbeelding

Dutch:
De onderzoekers vonden in een overzichtsartikel van 15 prospectieve cohort studies en 3 interventiestudies met in totaal 320548 deelnemers en 16974 mensen die dood zijn gegaan aan hart- en vaatziekten, dat zowel een hoge vitamine C inname via voeding, een hoog vitamine C gehalte in het bloed, een hoog vitamine E gehalte in het bloed als een hoog beta-caroteen gehalte in het bloed, de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten verlaagden.

Lees hier meer over:
Veel vitamine C via voeding verlaagt doodgaan aan hart- en vaatziekten

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

English:
The investigators found in a review article of a total of 15 prospective cohort studies and 3 prospective evaluations within interventional studies with 320,548 participants and 16,974 deaths from total cardiovascular mortality, that higher dietary vitamin C intakes and higher circulating concentrations of vitamin C, vitamin E and β-carotene are associated with a lower risk of total cardiovascular mortality.

Read more right here:
Higher circulating concentration of vitamin C, vitamin E and β-carotene reduce cardiovascular mortality

A review article of cohort studies or case-control studies will answer the following question:
"Should I change my diet?".

Spanish:
Los investigadores encontraron en un artículo de revisión de 15 estudios de cohorte prospectivos y 3 evaluaciones prospectivas dentro de estudios intervencionistas con 320,548 participantes y 16,974 muertes por mortalidad cardiovascular total, que una mayor ingesta de vitamina C en la dieta y las mayores concentraciones circulantes de vitamina C, vitamina E y β-caroteno están asociadas con un menor riesgo de mortalidad cardiovascular total.

Leer más aquí:
Concentraciones circulantes más altas de vitamina C, vitamina E y β-caroteno reducen la mortalidad cardiovascular

Un artículo de revisión de estudios de cohorte o estudios de casos y controles contestará la pregunta siguiente:
"¿Tengo que cambiar mi dieta?".

Voedingstips

  1. 1 gram zout = 0.4 gram natrium.
  2. Een snufje zout  weegt 0.5 gram en levert 0 kcal.
  3. Een theelepel zout weegt 2 gram en levert 0 kcal.
  4. 1 eetlepel (zonnebloem)olie weegt 10 ml.
  5. De portiegrootte van een levenmiddel kunt u hier opzoeken.
  6. Het vezelgehalte van een levensmiddel staat niet altijd op de verpakking vermeld omdat het niet wettelijk verplicht is. Het vezelgehalte van een levensmiddel kan berekend met deze formule:
    (Totaal kcal – (aantal gram vetten x 9 kcal + aantal gram koolhydraten x 4 kcal + aantal eiwitten x 4 kcal))/2 kcal.

Anthocyaninen via voeding verlaagt hypertensie

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van flavonoïden (zoals flavonolen, flavonen of anthocyaninen) de kans op het krijgen van een hoge bloeddruk (hypertensie)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 15 cross-sectionele studies and 7 prospectieve cohort studies ( 200256 deelnemers, waarvan 45732 mensen met een hoge bloeddruk).

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel flavonoïden de kans op het krijgen van een hoge bloeddruk niet significant met 4% [risk ratio = 0.96, 95% BI = 0.89 tot 1.03, I2 = 74%, p = 0.01] verlaagde.
Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

Echter, de onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van veel anthocyaninen de kans op het krijgen van een hoge bloeddruk significant met 8% [risk ratio = 0.92, 95% BI = 0.88 tot 0.97] verlaagde.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel anthocyaninen de kans op het krijgen van een hoge bloeddruk verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary Polyphenol Intake, Blood Pressure, and Hypertension: A Systematic Review and Meta-Analysis of Observational Studies by Godos J, Vitale M, […], Grosso G.

Link:
https://www.mdpi.com/2076-3921/8/6/152/htm

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over flavonoïden en het verlagen van een hoge bloeddruk.  

Cashewnoten verlagen de bloeddruk

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van cashewnoten het gehalte van de bloedvetten (zoals triglyceriden, cholesterol) en de bloeddruk (zoals de systolische en diastolische bloeddruk)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 5 RCT’s met 246 deelnemers in de interventie groep (groep die cashewnoten kreeg) en  235 deelnemers in de placebo groep (groep die geen cashewnoten kreeg).

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van cashewnoten het triglyceridengehalte significant verlaagde [WMD = -14.39, 95% BI = -27.30 tot -1.49, I2 = 82%]. 
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het eten van cashewnoten de systolische bloeddruk (bovendruk) significant verlaagde [WMD = -1 mm/Hg, 95% BI = -5.12 tot -3.01, I2 = 0%]. 

De onderzoekers vonden dat het eten van cashewnoten de diastolische bloeddruk (onderdruk) significant verlaagde [WMD = -4.06 mm/Hg, 95% BI = -1.65 tot -0.35, I2 = 0%]. 

De onderzoekers concludeerden dat het eten van cashewnoten zowel het triglyceridengehalte als de bloeddruk verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
The Effect of Cashew Nut on Cardiovascular Risk Factors and Blood Pressure: A Systematic Review and Meta-analysis (P06-117-19) by Mahboobi S.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC6573847/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over notenconsumptie, het verlagen van de bloeddruk en hart- en vaatziekten.

Hartpatiënten hebben een hoog gehalte aan de bloedvetten en een hoge bloeddruk.

 

Studies 2019

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken naar de relatie tussen het vegetarische dieet en de gezondheid: 
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Vegetarisch dieet verlaagt botontkalking bij postmenopauzale vrouwen

CRP-gehalte

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken  (overzichtsartikelen) naar het verlagen van het CRP-gehalte:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Dagelijks 0.8-10 mg foliumzuursupplementen verlagen CRP gehalte
  2. Seleniumsupplementen verlagen hs-CRP gehalte onder patiënten met stofwisselingsziekte
  3. Sojaproducten verlagen causaal het CRP-gehalte
  4. Aardbeien verlagen slecht cholesterolgehalte
  5. Krachttraining verlaagt cholesterolgehalte
  6. Probiotica supplementen verlagen hart- en vaatziekten bij nierpatiënten
  7. Omega-3 vetzuren verlagen CRP-gehalte van nierpatiënten met hemodialyse
  8. Dagelijks 320-1500 mg magnesiumsupplementen verlaagt CRP-gehalte
  9. Veel groenten en fruit versterken het immuunsysteem
  10. Veel koffie verlaagt het C-reactieve proteïne
  11. 300 mg anthocyaninen per dag verlaagt ontstekingen
  12. 500 mg quercetine per dag verlaagt het CRP-gehalte
  13. Een verhoogde CRP- en IL-6-bloedconcentratie verhogen de kans op het krijgen van suikerziekte type 2
  14. Eieren geven geen ontstekingen in het lichaam
  15. Granaatappel verlaagt ontstekingen bij volwassenen
  16. Granaatappelsap verlaagt niet ontstekingen in het lichaam
  17. Minimaal 12 weken L-carnitine supplementen verlaagt ontstekingen
  18. Dagelijks 1-2 gram L-carnitine verlaagt ontstekingen in het lichaam
  19. Coënzym Q10-supplementen verlagen mogelijk ontstekingen
  20. Vitamine K-supplementen verlagen niet suikerziekte
  21. Noten verlagen het leptinegehalte
  22. Lichamelijke activiteiten + gewichtsverlies leiden tot minder ontstekingen in het lichaam
  23. Vegetarisch dieet verlaagt ontstekingen in het lichaam
  24. Dagelijks 1-50 mg olijfolie verlaagt mogelijk hart- en vaatziekten
  25. 1-3 gram gember per dag verlaagt hart- en vaatziekten
  26. Astaxanthine verhoogt causaal goed cholesterolgehalte
  27. Carotenoïdensupplementen verlagen ontstekingen

XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX

  • Ontstekingen in het lichaam kan gemeten worden aan de hand van de volgende biomerker; de zogename ontstekingsbevorderende (pro-inflammatoire) cytokines. De ontstekingsbevorderende (pro-inflammatoire) cytokines zijn het C-reactieve proteïne (CRP), IL-1, interleukine-6 (IL-6), IL-8, MCP-1, het vasculair adhesiemolecuul-1 (VCAM-1), tumornecrosefactor-alfa (TNF-α).
  • Het C-reactief proteïne, afgekort tot CRP, is een zogenaamd acutefase-eiwit. CRP wordt geproduceerd door de lever en afgegeven in de bloedbaan. Na het ontstaan van een ontsteking neemt de hoeveelheid CRP in het lichaam binnen een paar uur toe.
  • Bij gezonde mensen zonder ontstekingen is de CRP-bloedconcentratie meestal lager dan 10 mg/L. Het merendeel van de ontstekingen leidt tot een CRP-bloedconcentratie boven 100 mg/L.
  • Het gehalte C-reactief proteïne (CRP-eiwit) in het bloed is een maat voor de ontstekingsbelasting in het lichaam.

 

Coënzym Q10 supplementen verlagen ontstekingen in patiënten met coronaire hartziekte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Hebben coënzym Q10 supplementen positieve effecten op de biomerkers van ontsteking en oxidatieve stress bij patiënten met coronaire hartziekte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 13 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat coënzym Q10 supplementen het superoxide dismutase (SOD)-gehalte van patiënten met coronaire hartziekte significant verhoogden [SMD = 2.63, 95% BI = 1.17 tot 4.09, p 0.001, I2 = 94.5%].

De onderzoekers vonden dat coënzym Q10 supplementen het catalasegehalte van patiënten met coronaire hartziekte significant verhoogden [SMD = 1.00, 95% BI = 0.57 tot 1.43, p  0.001, I2 = 24.5%]. 

De onderzoekers vonden dat coënzym Q10 supplementen het malondialdehydegehalte van patiënten met coronaire hartziekte significant verlaagden [SMD = -4.29, 95% BI = -6.72 tot -1.86, p = 0.001, I2 = 97.6%]. 

De onderzoekers vonden dat coënzym Q10 supplementen het dienegehalte van patiënten met coronaire hartziekte significant verlaagden [SMD = -2.40, 95% BI = -3.11 tot -1.68, p  0.001, I2 = 72.6%]. 

De onderzoekers concludeerden dat coënzym Q10 supplementen het superoxide dismutase (SOD)-gehalte en het catalasegehalte verhoogden terwijl ze het malondialdehydegehalte en het dienegehalte van patiënten met coronaire hartziekte verlaagden.

Oorspronkelijke titel:
The effects of coenzyme Q10 supplementation on biomarkers of inflammation and oxidative stress in among coronary artery disease: a systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Jorat MV, Tabrizi R, […], Asemi Z.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30758695

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over coënzym Q10 en hart- en vaatziekten.

Malondialdehyde is een biomerker voor oxidatieve stress. Een teveel aan vrije radicalen of een tekort aan antioxidanten zorgt voor oxidatieve stress. Oxidatieve stress kan leiden tot ontstekingen in het lichaam. Chronische ontstekingen kunnen leiden tot ziekten, zoals hart- en vaatziekten.

Superoxide dismutase beschermt het lichaam tegen de schadelijke werking van vrije zuurstofradicalen. Superoxide dismutase wordt ook wel antioxidatieve enzymen genoemd.

Catalase inactiveert waterstofperoxide tot water en zuurstof. Waterstofperoxide is een vrije radicaal. Vrije radicalen kunnen onschadelijk worden gemaakt door antioxidanten, zoals vitamin C en E en door antioxidatieve enzymen, zoals superoxide dismutase en catalase.
 

ALS

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken naar de ziekte ALS:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Plasma creatininegehalte voorspelt mogelijk ALS
  2. Lood verhoogt ALS
  3. Een hoog serum urinezuurgehalte verlaagt ALS
  4. Alcohol verlaagt mogelijk ALS
  5. Het eten van carotenoïden verlaagt ALS

XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX

  • ALS is een progressieve zenuw/spierziekte die leidt tot spierzwakte en verlamming.
  • ALS staat voor Amyotrofische Laterale Sclerose; amyotrofisch (myo is Grieks voor spier) duidt op verval van de spieren doordat de zenuwvoorziening uitvalt, sclerose wijst op een abnormale verharding van weefsel, in dit geval het ruggemerg. Laterale duidt op verval van één van de zenuwbanen in het ruggemerg, de piramidebaan.
  • Bij ALS sterven de motorische zenuwcellen in het ruggenmerg, de hersenstam en de hersenen langzaam af. Dit zijn de zenuwcellen die de spieren in het lichaam aansturen.
  • Jaarlijks krijgen 400-500 Nederlanders de diagnose ALS, maar er overlijden ieder jaar ook 400-500 mensen aan.
  • Bij 80% van de patiënten manifesteert ALS zich tussen 40 en 70 jaar.
  • ALS treft meer mannen dan vrouwen (3:2).
  • De exacte oorzaak van de ziekte ALS is nog niet bekend.
  • In 5-10% van de gevallen is er sprake van erfelijkheid.
  • De gemiddelde levensverwachting van ALS is 3 tot 5 jaar na de eerste symptomen.
  • 20% van de ALS-patiënten leeft langer dan vijf jaar na de eerste klachten en 5% leeft nog twintig jaar.
  • Tot 50% van de ALS-patiënten heeft lichte cognitieve problemen of gedragsveranderingen.
  • Bij ongeveer 5% van de patiënten gaat ALS samen met frontotemporale dementie, een vorm van dementie waarbij gedragsverandering op de voorgrond staat. 
  • De belangrijkste klacht bij ALS is de toenemende spierzwakte, waardoor verlamming (bijvoorbeeld de ademhalingsspieren) optreedt.
  • ALS is niet besmettelijk.
  • ALS komt overal ter wereld voor, in alle bevolkingsgroepen.
  • Anno 2019 is ALS niet te genezen.

Kiwi verlaagt niet hart- en vaatziekten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verbetert het eten van kiwi de risicofactoren van hart- en vaatziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 5 RCT’s met in totaal 489 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden geen causaal verband tussen het eten van kiwi en
-de systolische bloeddruk [MD = -1.72 mmHg, 95% BI = -4.27 tot 0.84];
-de diastolische bloeddruk [MD = -2.35 mmHg, 95% BI = -5.10 tot 0.41];
-het totale cholesterolgehalte [MD = -0.14 mmol/L, 95% BI = -0.71 tot 0.43];
-het triglyceridengehalte [MD = -0.23 mmol/L, 95% BI = -0.66 tot 0.20];
-het LDL cholesterolgehalte (slecht cholesterol) [MD = -0.41 mmol/L, 95% BI = -0.99 tot 0.18];
-het HDL cholesterolgehalte (goed cholesterol) [MD = 0.15 mmol/L, 95% BI = -0.18 to 0.48];
-het nuchter bloedglucosegehalte [MD = -0.08 mmol/L, 95% BI = -0.37 tot 0.21];
-de HOMA-IR waarde [MD = -0.29, 95% BI = -0.61 tot 0.02];
-het lichaamsgewicht [MD = -1.08 kg, 95% BI = -4.22 tot 2.05].

De onderzoekers concludeerden dat het eten van kiwi de risicofactoren van hart- en vaatziekten niet verbeterde.

Oorspronkelijke titel:
Effect of kiwifruit on metabolic health in patients with cardiovascular risk factors: a systematic review and meta-analysis by Suksomboon N, Poolsup N and Lin W.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC6350646/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het eten van fruit en hart- en vaatziekten.
 

Nierziekten

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken (overzichtsartikelen) naar nierziekten:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. intraveneuze NAC-suppletie verlaagt serum creatininegehalte
  2. Probiotica supplementen verlagen hart- en vaatziekten bij nierpatiënten
  3. Ernstige vitamine D-tekort verhoogt doodgaan onder patiënten met bloedvergiftiging
  4. Hepatitis B-virus infectie verhoogt chronische nierziekte
  5. Creatinesupplementen leiden niet tot nierschade
  6. Magnesiumtekort verhoogt doodgaan aan hart- en vaatziekten onder patiënten met chronische nierziekte
  7. Vitamine D verlaagt cholesterolgehalte van mensen met chronische nierziekte
  8. Nierpatiënten hebben baat bij een dieet met 5.5 En% eiwit
  9. Lichamelijke oefeningen verbeteren kwaliteit van leven van nierpatiënten
  10. Groenten, fruit en beta-caroteen verlagen nierkanker
  11. Een laag koolhydratendieet verbetert nierfunctie van mensen met overgewicht

XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX

  • De meeste mensen worden met twee nieren geboren. Elke nier heeft een lengte van ongeveer 10-15 cm en een gewicht van ongeveer 160 gram (zo groot als de vuist van een volwassene).
  • De twee nieren verwijderen afvalstoffen uit uw lichaam die u bijvoorbeeld binnenkrijgt via het eten of medicijnen. Een nier bestaat uit miljoenen kleine filtertjes waar iedere dag zo’n 200 liter bloed doorheen stroomt. Een volwassen vrouw heeft gemiddeld 4.5 liter bloed en een man 5.6. Per dag stroomt uw bloed dus zo’n veertig keer door de beide nieren.
  • Het bloed komt de nier binnen via de nierslagader, waarna het via het niermerg terecht komt in de nierschors met nefronen. Hier vindt het zuiveringsproces plaats. Het gefilterde bloed stroomt via de nierader naar het hart. De urine met daarin afvalstoffen gaat via de nierkelkjes en het nierbekken via de urineleider naar de blaas.
  • De functies van de nieren zijn onder andere:
    • Ze reinigen het bloed door er afvalstoffen, zout, fosfaat, kalium, vocht, waterstof, ammonium en eventuele medicijnresten uit te filteren.
    • Ze zijn verantwoordelijk voor de zuurgraad in het bloed, wat belangrijk is voor het functioneren van de lichaamscellen.
    • Ze helpen de botopbouw en houden de balans tussen calcium (kalk) en fosfaat in stand door het activeren van vitamine D.
    • Ze produceren een aantal hormonen, waaronder EPO (erytropoietine). EPO houdt het aantal rode bloedlichaampjes op peil, waardoor voldoende zuurstof naar de lichaamscellen getransporteerd kan worden. Bij onvoldoende EPO zijn er minder rode bloedlichaampjes, wat zich uit in een lagere Hb-waarde (hemoglobinewaarde). EPO is in de sportwereld doping.
    • Samen met het zenuwstelsel, de bijnieren, de hart- en de bloedvaten, regelen de nieren de bloeddruk. Ze bewaken de balans tussen zout en water. Veel zout trekt veel vocht aan wat leidt tot een hoge bloeddruk, weinig zout en vocht tot een lage bloeddruk. Bij hoge bloeddruk krijgen de nieren minder bloed. De bloedvaatjes vernauwen en beschadigen, waardoor ze geleidelijk - maar blijvend - stoppen met zuiveren.
  • Bij nierziekten oftewel nefrologische aandoeningen kunnen de beide nieren de belangrijke taken minder goed of niet uitvoeren. Mensen met nierziekten worden nierpatiënten genoemd.
  • De werking van de nieren kan worden onderzocht in urine of bloed.
  • De geschatte nierfunctie wordt uitgedrukt in eGFR (estimated Glomerular Filtration Rate is Nederlands voor geschatte glomerulaire filtratie snelheid). eGFR geeft aan met welke snelheid de nieren het bloed filteren op afvalstoffen.
  • Artsen delen de nierfunctie in verschillende stadia in.
    • G1: normale of hoge nierfunctie
      eGFR: meer dan 90    
    • G2: mild afgenomen nierfunctie
      eGFR: 60 - 89    
    • G3a: mild tot matig afgenomen nierfunctie
      eGFR: 45 - 59    
    • G3b: matig tot ernstig afgenomen nierfunctie
      eGFR: 30 - 44    
    • G4: ernstig afgenomen nierfunctie
      eGFR: 15 -29    
    • G5: nierfalen
      eGFR: minder dan 15    
  • Cystatine C is een goede marker om glomerulaire filtratiesnelheid GFR te meten en daarom kan cystatine C nierfalen beter voorspellen.
    Cystatine C is een stof die door bijna alle lichaamscellen wordt geproduceerd en op een constant niveau in het bloed aanwezig is.
    Bij verslechtering van de nierfunctie stijgt het niveau van cystatine C (net als dat van creatinine).
  • Het bepalen van de nierfunctie via creatinine heeft nadelen. Met name het spiermetabolisme (spierstofwisseling) kan een storende factor zijn, omdat dit het serumcreatinine beïnvloedt.
  • Er is sprake van nierfalen wanneer uw nieren voor minder dan 15% werken.
  • Symptomen van niet goed werkende nieren:
    • Wanneer de nieren het bloed niet meer goed kunnen zuiveren, stapelen de afvalstoffen zich op in het lichaam. U kunt dan last krijgen van bijvoorbeeld misselijkheid, jeuk en een algeheel ziek gevoel. Uit onderzoek blijkt dan meestal dat het creatininegehalte in het bloed te hoog is en dat er minder creatine in de urine zit.
      Creatinine (ook wel: kreatinine) is een afvalproduct van de spieren.
    • Wanneer de nieren niet meer goed werken, stapelen ureum in het bloed op.
  • Nierpatiënten kampen vaak met ernstige jeuk, misselijkheid en vermoeidheid. Verder hebben ze een verhoogd risico op ontstekingen en hart- en vaatprblemen.
  • Nierschade ontstaat meestal door een hoge bloeddruk of diabetes. Echter, nierschade kan ook het gevolg zijn van een hersenvliesontsteking.
  • Bij 10 tot 20% van de mensen met nierschade is de oorzaak onbekend.
  • Als uw beide nieren nog nauwelijks werken en een niertransplantatie niet (meteen) kan, hebt u een kunstnier nodig om in leven te blijven. Dat heet dialyseren.
  • De Karnofsky-score wordt gebruikt om op een schaal van 0 tot 100 aan te geven hoe de functionele toestand van de dialysepatiënt is.

Karnofsky score

90-100

Volledig actief, in staat tot normale activiteit zonder beperkingen.

70-80

Beperkt in uitvoeren van zware activiteit, maar in staat tot uitvoeren van lichte arbeid.

50-60

In staat tot verzorging van zichzelf, maar niet in staat tot werken; meer dan 50% van de tijd dat de persoon wakker is, is deze zeer vermoeid of uitgeput.

30-40

In staat tot beperkte verzorging van zichzelf; aan bed of stoel gebonden voor meer dan 50% van de tijd dat de persoon wakker is.

10-20

Volledig afhankelijk, kan zichzelf niet meer verzorgen; volledig aangewezen op bed of stoel.

  • Er zijn twee manieren om te dialyseren.
    1. Peritoneaaldialyse (PD) of buikdialyse (uw buikvlies filtert de afvalstoffen uit uw bloed; u krijgt daarvoor een katheter in de buik). Peritoneaaldialyse doet u doorgaans thuis, vier of vijf keer per dag gedurende 40 minuten.
    2. Hemodialyse (HD) of bloeddialyse (een kunstnier in een machine filtert het bloed; deze machine sluit u aan op een bloedvat). Bij hemodialyse (hemo betekent bloed) ligt u drie tot vier keer per week, gemiddeld vier uur lang, aangesloten op het hemodialyseapparaat. Het duurt ongeveer vier uur om het bloed schoon te spoelen met een kunstnier.
  • Het voordeel van buikdialyse is dat u niet heel vaak naar het ziekenhuis hoeft (dus het geeft u meer vrijheid en energie), maar het is wel minder effectief. Het kan slechts 5 tot 10% van de nierfunctie overnemen. Bij bloeddialyse is dit 10 tot 15%.
  • Vergeleken met bloeddialyse brengt buikdialyse meer complicaties met zich mee, zoals een buikvliesontsteking.
  • Zowel bloeddialyse als buikdialyse kennen heftige bijwerkingen. Bloeddialyse heeft andere bijwerkingen dan buikdialyse.
    Veel patiënten zeggen daarom “dialyseren is geen leven maar overleven”.
  • De huidige kunstnier die gebruikt wordt bij bloeddialyse is een grote machine die maar liefst 80 kilo weegt. Bovendien heeft het apparaat krachtstroom (een normaal huis heeft geen krachtstroom) nodig om te kunnen werken en verbruikt de kunstnier per dialyse 120 liter spoelvloeistof.
  • De Nierstichting en verschillende onderzoeksinstituten werken op dit moment hard aan de bouw van een hemodialyseapparaat dat slechts enkele liters water nodig heeft en op een normaal stopcontact werkt,  de zogenaamde draagbare kunstnier.
  • De Nierstichting verwacht in 2020 of 2021 de draagbare kunstnier voor het eerst te testen met nierpatiënten.
  • Met de draagbare kunstnier krijgt u als dialysepatiënt meer controle over uw eigen behandeling en dagelijks leven. U kunt bijvoorbeeld zelf bepalen hoe vaak en hoe lang u dialyseert. U hebt geen krachtstroom nodig en ook geen waterzuiveringsinstallatie.
  • De draagbare kunstnier kan de kwaliteit van leven verbeteren voor veel dialysepatiënten.
  • Mensen kunnen met  één gezonde nier goed leven. Die ene nier die u na de nierdonatie overhoudt, gaat harder werken en compenseert zo voor de gedoneerde nier. Daarom is nierdonatie bij leven mogelijk.
  • Ongeveer 10 procent van de nierdonoren krijgt complicaties rond de operatie, zoals een wondinfectie, longontsteking of trombose.
  • Op 1 juli 2020 gaat in Nederland de nieuwe donorwet in.
  • ​​​Een nier van een levende donor gaat gemiddeld twintig jaar mee.
  • In Nederland geeft ongeveer 500 keer per jaar iemand bij leven een nier aan een nierpatiënt.
  • Een gemiddeld persoon van 45 jaar uit de algemene bevolking, leeft naar verwachting nog ruim 35 jaar.
  • Iemand die op zijn 45e een niertransplantatie ondergaat, leeft naar verwachting nog ruim 20 jaar.
  • Iemand die op zijn 45e start met dialyse, leeft naar verwachting nog 10 jaar. 
  • Mensen die hemodialyseren en mensen die peritoneale dialyse doen, hebben ongeveer dezelfde levensverwachting.
  • Nierdialyse zorgt voor een grotere kans op overlijden, met name aan hart­- en vaatziekten. Bijna 60 op de 100 dialysepatiënten (58%) overlijden uiteindelijk hieraan.
  • Voedingsgadviezen bij nierziekten:
    • Nierpatiënten worden aangeraden dagelijks minstens 35 kcal/kg te eten. Dus als u 80 kilo weegt, moet u dan minstens 2800 kcal (35 kcal x 80 kilo) per dag eten.
    • Als de nierfunctie is gedaald naar 30% krijgt u een dieet met eiwitbeperking.
    • Nierpatiënten worden aangeraden dagelijks 0.5-0.6 gram eiwit te eten per kilo gezond lichaamsgewicht. Dus als u 80 kilo weegt, mag u dan 40 tot 48 gram eiwit (0.5 x 80 tot 0.6 x 80) per dag eten.
      0.5-0.6 gram eiwit per kg per dag is nodig voor een neutrale stikstofbalans.
    • Nierpatiënten worden aangeraden dagelijks maximaal 5 gram zout oftewel 2 gram natrium te eten. 1 gram zout geeft 0.4 gram natrium.
      Wanneer de nieren minder goed of niet meer werken, blijft er veel natrium (lees zout) in het lichaam achter. Het lichaam bevat dan te veel vocht. Dit merkt de nierpatiënt doordat het lichaam vocht vasthoudt, vooral in de enkels en rondom de ogen (oedeem). De patiënt kan ook een hoge bloeddruk krijgen.
    • De kaliumwaarde van nierpatiënten moet onder 5.5 mmol/L liggen. Is de waarde hoger dan 5.5 mmol/L, dan hebt u een dieet met kaliumbeperking nodig. U mag dan maximaal 3 gram (3000 mg) kalium eten. Het kaliumgehalte van levensmiddelen kunt u hier opzoeken. Diëtisten gebruiken ook deze website om diëten voor te schrijven.
    • De fosfaatwaarde van nierpatiënten moet onder 1.3 mmol/L blijven. Is het fosfaatgehalte hoger dan 1.3 mmol/L dan moet u fosfaatbinders gebruiken.
      Het fosfaatgehalte van levensmiddelen kunt u hier opzoeken.
    • Bij buikdialyse zijn vaak minder dieetbeperkingen nodig dan bij bloeddialyse.
    • Tijdens de dialyse verbruikt uw lichaam meer eiwitten. Bovendien spoelt dialyse aminozuren (eiwitten bestaan uit de bouwstenen aminozuren) uit het bloed.
      Na de start van een dialysebehandeling zal de eiwitbehoefte toenemen. U hebt dan 1 tot 1.2 gram eiwit per kilogram gezond lichaamsgewicht nodig.
    • Wat houdt 35 kcal/kg, maximaal 0.5-0.6 gram eiwit/kg en maximaal 5 gram zout per dag in voor een nierpatënt die 80 kg weegt?
    • Als u 80 kg weegt moet u dagelijks 2800 kcal (80 kg x 35 kcal), maximaal 40-48 gram eiwit (0.5 x 80 en 0.6 x 80) en maximaal 5 gram zout eten.
    • Met hart- en vaatziekten als de belangrijkste gevolg van de nierziekte, ziet het 7-punten voedingsprofiel van een nierpatiënt van 80 kg als volgt uit:
      1. 2800 kcal
      2. maximaal 7 En% eiwit
      3. maximaal 2 gram zout per 100 kcal
      4. maximaal 30 En% vet
      5. maximaal 7 En% verzadigd vet
      6. minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal
      7. maximaal 65 En% koolhydraten
      8. maximaal 10 En% suikers
    • De makkelijkste manier om een dieet met maximaal 7 En% eiwit, maximaal 2 gram zout per 100 kcal, maximaal 30 En% vet, maximaal 7 En% verzadigd vet, minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal, maximaal 65 En% koolhydraten en maximaal 10 En% suikers te volgen is door te kiezen voor alleen maar producten/maaltijden met maximaal 7 En% eiwit, maximaal 2 gram zout per 100 kcal, maximaal 30 En% vet, maximaal 7 En% verzadigd vet, minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal, maximaal 65 En% koolhydraten en maximaal 10 En% suikers.
      Echter, de meest praktische manier om dit dieet te volgen is, al uw dagelijks gegeten producten/maaltijden moeten gemiddeld maximaal 7 En% eiwit, maximaal 2 gram zout per 100 kcal, maximaal 30 En% vet, maximaal 7 En% verzadigd vet, minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal, maximaal 65 En% koolhydraten en maximaal 10 En% suikers bevatten.

 

Transvetzuren verhogen hart- en vaatziekten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verschillende epidemiologische studies hebben het verband onderzocht tussen de vetinname via voeding en het risico op hart- en vaatziekten. Voedingsaanbevelingen gebaseerd op de resultaten uit de systematische review en meta-analyse kunnen echter geloofwaardig zijn en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Wat is de relatie tussen de verschillende vetsoorten en het krijgen van hart- en vaatziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 56 cohort studies.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van veel vet en de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten [RR = 0.97, 95% BI = 0.93-1.01, I2 = 54.0%].

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van veel verzadigd vet en de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten [RR = 0.97, 95% BI = 0.93-1.02, I2 = 56.8%].

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van veel enkelvoudige onverzadigde vetzuren en de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten [RR = 0.97, 95% BI = 0.93-1.01, I2 = 50.3%].

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van veel meervoudige onverzadigde vetzuren (PUFA) en de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten [RR = 0.97, 95% BI = 0.93-1.004, I2 = 55.8%].

De onderzoekers vonden dat het eten van veel transvetzuren de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten significant met 14% verhoogde [RR = 1.14, 95% BI = 1.08-1.21, I2 = 26.1%]. Dit significant verhoogde risico bleef gelijk in de sensitiviteitsanalyse.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van veel meervoudige onverzadigde vetzuren (PUFA) gedurende minimaal 10 jaar de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten significant met 5% [RR = 0.95, 95% BI = 0.91-0.99, I2 = 62.4%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de dosisafhankelijke analyses dat elke verhoging met 2 En% transvetzuren per dag, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten significant met 16% [RR = 1.16, 95% BI = 1.07-1.25] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel meervoudige onverzadigde vetzuren (PUFA) gedurende minimaal 10 jaar de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten verlaagde, terwijl elke verhoging met 2 En% transvetzuren per dag, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten juist verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary total fat, fatty acids intake, and risk of cardiovascular disease: a dose-response meta-analysis of cohort studies by Zhu Y, Bo Y and Liu Y.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC6451787/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het eten van vet en hart- en vaatziekten.
 

Foliumzuursupplementen verlagen nucher insulinegehalte (Folate supplementation lowers HOMA-IR)

Afbeelding

Dutch:
De onderzoekers vonden in een overzichtsartikel van 29 RCTs met in totaal 22250 deelnemers, dat het slikken van foliumzuursupplementen het nucher insulinegehalte en de HOMA-IR waarde van mensen met suikerziekte type 2 verlaagde.

Lees hier meer over:
Foliumzuursupplementen verlagen nucher insulinegehalte

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

English:
The investigators found in a review article of 29 RCTs (22,250 participants), that folate supplementation lowers fasting insulin and HOMA-IR. However, folate supplementation does not reduce risk of type 2 diabetes.

Read more right here:
Folate supplementation lowers HOMA-IR

A review article of randomized, placebo-controlled double blind clinical trials (RCTs) will answer the following question:
"Do taking dietary supplements make sense?" Yes for a positive conclusion and no for a negative conclusion.

Spanish:
Los investigadores encontraron en un artículo de revisión de 29 ensayos doble-ciegos, aleatorizados, placebo controlados (22,250 participantes), que la suplementación con folato reduce la insulina en ayunas y el modelo homeostático de evaluación de la resistencia a la insulina (HOMA-IR). Sin embargo, la suplementación con folato no reduce el riesgo de diabetes tipo 2.

Leer más aquí:
Suplementación con folato no reduce diabetes tipo 2

Un artículo de revisión de ensayos doble-ciegos, aleatorizados, placebo controlados (review of RCTs en inglés) contestará a la siguiente pregunta:
"¿Tengo que tomar suplementos dietéticos?" Sí para una conclusión positiva y no para una conclusión negativa.

 


 

 

Studies 2019

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken naar de relatie tussen voeding en hart- en vaatziekten:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. 400 mg groene koffiebonen-extract supplementen verlagen de bloeddruk
  2. 150 mg/dag quercetine-supplementen verlagen LDL-cholesterol van mensen met obesitas
  3. Dagelijks 2 gram L-carnitine verlaagt bloeddruk van mensen met overgewicht
  4. Veel vitamine C via voeding verlaagt doodgaan aan hart- en vaatziekten
  5. Anthocyaninen via voeding verlaagt hypertensie
  6. Cashewnoten verlagen de bloeddruk
  7. Coënzym Q10 supplementen verlagen ontstekingen in patiënten met coronaire hartziekte
  8. Kiwi verlaagt niet hart- en vaatziekten
  9. Transvetzuren verhogen hart- en vaatziekten
  10. Veel antioxidanten via voeding verlagen doodgaan aan hart- en vaatziekten
  11. Pinda’s gedurende 12 weken verhoogt goed cholesterol

 

Pinda’s gedurende 12 weken verhoogt goed cholesterol

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Er zijn verschillende studies uitgevoerd naar de relatie tussen het eten van pinda en het  krijgen van hart- en vaatziekten. Echter, de bevindingen zijn tegenstrijdig en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het eten van pinda’s de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 13 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van pinda’s geen significant effect had op het gewicht [WMD = -0.11 kg, p = 0.773].
Niet significant omdat de gevonden p-waarde van 0.773 groter was dan p-waarde van 0.05.

De onderzoekers vonden dat het eten van pinda’s geen significant effect had op de buikomtrek [WMD = -1.41 cm, p = 0.139].

De onderzoekers vonden dat het eten van pinda’s geen significant effect had op het BMI [WMD = -0.14 kg/m2, p = 0.428].

De onderzoekers vonden dat het eten van pinda’s geen significant effect had op de systolische bloeddruk [WMD = -0.09 mmHg, p = 0.939].

De onderzoekers vonden dat het eten van pinda’s geen significant effect had op de diastolische bloeddruk [WMD = 0.60 mmHg, p = 0.652].

De onderzoekers vonden dat het eten van pinda’s geen significant effect had op het LDL-cholesterolgehalte (slecht cholesterol) [WMD = -3.31 mg/dL, p = 0.472].

De onderzoekers vonden dat het eten van pinda’s geen significant effect had op het triglyceridengehalte [WMD = -7.59 mg/dL, p = 0.180].

De onderzoekers vonden dat het eten van pinda’s geen significant effect had op het totale cholesterolgehalte [WMD = 3.15 mg/dL, p = 0.171].

De onderzoekers vonden dat het eten van pinda’s geen significant effect had op het nuchter bloedsuikergehalte [WMD = 0.57 mg/dL p = 0.604].

De onderzoekers vonden dat het eten van pinda’s geen significant effect had op het insulinegehalte [WMD = -0.40, p = 0.582].

De onderzoekers vonden dat het eten van (totaal) pinda’s het HDL-cholesterolgehalte (goed cholesterol) significant verhoogde [WMD = 2.72 mg/dlL p = 0.001], met name bij pinda olie, hoog oliezuur pinda, pinda pit, bij gezonde personen en bij pinda consumptie langer dan 12 weken.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van (hoog oliezuur) pinda’s gedurende minimaal 12 weken het HDL-cholesterolgehalte (goed cholesterol) bij gezonde personen verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Peanut and cardiovascular disease risk factors: A systematic review and meta-analysis by Jafari Azad B, Daneshzad E and Azadbakht L.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30638042

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het eten van noten en hart- en vaatziekten.

 

Studies 2019

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken naar sportvoeding:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

2019:

  1. Creatinesupplementen leiden niet tot nierschade
  2. 3 mg creatine/kg/dag gedurende 14 dagen bevordert anaërobe prestaties van voetballers
  3. Lichamelijke activiteiten verlagen longkanker onder rokers

Studies 2019

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken naar zwangerschap en babyvoeding:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Foliumzuur tijdens zwangerschap verlaagt acute lymfatische leukemie bij kinderen
  2. 0.6-2 gram calciumsupplementen per dag verlaagt zwangerschapsvergiftiging
  3. Steady state bloed foliumzuurconcentratie wordt bereikt met 100 mcg foliumzuur 
  4. Een hoog vitamine D-gehalte voor de geboorte verlaagt ADHD

Aardappel

Hieronder vindt u wetenschappelijke studies over het eten van aardappel en gezondheid:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Dagelijks 80 gram aardappelen verhogen suikerziekte type 2
  2. Aardappelen verhogen niet kanker
  3. Geen verband tussen aardappelen en doodgaan aan kanker

Studies 2019

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken naar de relatie tussen voeding en overgewicht.
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. 150 mg/dag quercetine-supplementen verlagen LDL-cholesterol van mensen met obesitas
  2. Dagelijks 280 mg calcium verlaagt mogelijk het metabole syndroom
  3. Mensen met overgewicht/obesitas hebben baat bij probiotica
  4. Dagelijks 400 μg chromiumsupplementen verlagen het vetgehalte
  5. Boomnoten verlagen metabole syndroom

Studies 2019

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken naar de realatie tussen voeding en ouderdom:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:

2019:

  1. Een hoog urinezuurgehalte verhoogt de botdichtheid
  2. Hoog homocysteïnegehalte verhoogt ziekte van Alzheimer
  3. Dagelijks 1 portie groentes en fruit verlaagt heupfracturen
  4. Verzadigd vet verhoogt cognitieve stoornissen
  5. Geen verband tussen aardappelen en doodgaan aan kanker
  6. Dagelijks 500 mg vitamine C via voeding verlaagt oogziekte leeftijdsgebonden cataract