Voeding en gezondheid

100 gram fruit per dag verlagen het metabole syndroom

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van groenten of fruit de kans op het krijgen van het metabole syndroom?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 7 cross-sectionele studies en 2 cohort studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 100 gram fruit per dag, de kans op het krijgen van het metabole syndroom significant met 3% verlaagde [OR = 0.97, 95% BI = 0.95 tot 0.99, I2 = 26.7%]. 
Dit verlaagde risico was niet significant voor elke verhoging met 100 gram groente per dag [OR = 0.98, 95% BI = 0.96 tot 1.01, I2 = 54.6%].

De onderzoekers concludeerden dat het eten van fruit, minimaal 100 gram per dag, de kans op het krijgen van het metabole syndroom verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Fruit and vegetable consumption and the metabolic syndrome: a systematic review and dose-response meta-analysis by Lee M, Lim M and Kim J.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31514758

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over groente en fruit en het metabole syndroom.
 

Een hoog vitamine E-gehalte verlaagt ziekte van Alzheimer (Lower vitamin E levels increase Alzheimer's disease)

Dutch:
De onderzoekers vonden in een overzichtsartikel van 31 studies, dat een hoog vitamine E-gehalte in het bloed de kans op het krijgen van dementie, met name de ziekte van Alzheimer en leeftijdsgebonden cognitieve stoornissen verlaagde.

Lees hier meer over:
Een hoog vitamine E-gehalte verlaagt ziekte van Alzheimer

English:
The investigators found in a review article of 31 studies, that lower α-tocopherol (vitamin E) levels have a strong association with Alzheimer's disease and mild cognitive impairment supporting evidence for the role of diet and vitamin E in Alzheimer's disease risk and age-related cognitive decline.

Read more right here:
Lower vitamin E levels increase Alzheimer's disease

Spanish:
Los investigadores encontraron en un artículo de revisión de 31 estudios, que los niveles más bajos de α-tocoferol (vitamina E) tienen una fuerte asociación con la enfermedad de Alzheimer y el deterioro cognitivo leve que respalda la evidencia del papel de la dieta y la vitamina E en el riesgo de enfermedad de Alzheimer y el deterioro cognitivo relacionado con la edad.

Leer más aquí:
Niveles más bajos de vitamina E aumentan la enfermedad de Alzheimer

Dagelijks 280 mg calcium verlaagt mogelijk het metabole syndroom

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Epidemiologische onderzoeken naar de relatie tussen de inname van calcium via voeding en het risico op het krijgen van het metabole syndroom hebben controversiële resultaten opgeleverd. Daarom werd dit overzichtsartikel (meta-analyse) uitgevoerd.

Verlaagt calcium-inname via voeding de kans op het krijgen van het metabole syndroom?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 15 cross-sectionele studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel calcium vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van het metabole syndroom significant met 20% [gepoolde OR = 0.80, 95% BI = 0.70 tot 0.91] verlaagde.

De onderzoekers vonden een non-lineair verband tussen het eten van calcium en de kans op het krijgen van het metabole syndroom.

De onderzoekers vonden dat het eten van 280 mg calcium per dag, de kans op het krijgen van het metabole syndroom significant met 13% [OR = 0.87, 95% BI = 0.82 tot 0.93] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van minimaal 280 mg calcium per dag, de kans op het krijgen van het metabole syndroom mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat dit overzichtsartikel alleen maar cross-sectionele studies en geen cohort studies bevatte.

Oorspronkelijke titel:
Dietary calcium intake and the risk of metabolic syndrome: evidence from observational studies by Cheng L, Hu D and Jiang W.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30846011

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over calcium, het metabole syndroom en overgewicht.
 

Bijzonderheden bij het invullen voedingswaarden per 100g/100ml

  • Mocht de voedingswaarden per 100g/100ml van een product niet bekend zijn, kunt u hier opzoeken.
  • Vul NIET de voedingswaarden PER PORTIE in, maar altijd PER 100G/100ML.
  • Afhankelijk van uw toetsenbord (Engels of Nederlands ingesteld), moet u met een komma of een punt invullen. Dus 2.1 of 2,1.
  • U kunt 2 decimalen achter de komma invullen. Dus 2.22 of 2,22.
  • Gegeten portie is ALTIJD een GEHEEL getal. Dus 15 gram en NIET 15,5 gram!
  • Controleer na het invullen van het LAATSTE product of alle gegevens kloppen. Klik dan pas op “OPSLAAN”.
    U kunt namelijk ná het klikken op “OPSLAAN” niet meer terug om het individuele product aan te passen!
    Het individuele product kunt u aanpassen door op BEWERKEN te klikken. Bijvoorbeeld: u hebt besloten om van product A niet 200 gram maar 150 gram te eten.
  • Het vezelgehalte van een levensmiddel staat NIET altijd op de verpakking vermeld omdat het NIET wettelijk verplicht is. Het vezelgehalte per 100g/100ml hoeft u daarom ook niet in te vullen!
    Het vezelgehalte wordt automatisch berekend met deze formule:
    (Totaal kcal – (aantal gram vetten x 9 kcal + aantal gram koolhydraten x 4 kcal + aantal eiwitten x 4 kcal))/2 kcal.
  • De voedingstips staan hier.
  • De makkelijkste manier om een GEZONDE LEVENSSTIJL te volgen, is door te kiezen voor ALLEEN MAAR producten die ook voldoen aan het 7-punten voedingsprofiel van de GEZONDE LEVENSSTIJL.
  • Een screenshot maken: druk op de toets “PrtScSysRq” op het toetsenbord.

 

Hoog homocysteïnegehalte verhoogt ziekte van Alzheimer

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt een hoog homocysteïnegehalte de kans op het krijgen van cognitieve stoornissen, zoals dementie en ziekte van Alzheimer?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 28 prospectieve cohort studies met in totaal 28257 deelnemers, waarvan 2557 mensen met cognitieve stoornissen (1035 mensen met dementie door alle oorzaken, 530 mensen met de ziekte van Alzheimer, 92 mensen met vasculaire dementie en >900 mensen met cognitieve stoornissen maar zonder dementie).

De gemiddelde follow-up duur varieerde tussen 2.7 en 35 jaar.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden een duidelijk lineair, dosisafhankelijk verband tussen het homocysteïnegehalte en de ziekte van Alzheimer.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging van het homocysteïnegehalte met 5 μmol/L, de kans op het krijgen van de ziekte van Alzheimer significant met 15% [gepoolde RR = 1.15, 95% BI = 1.04 to 1.26, I2 = 56.6%, n = 5] verhoogde.
Dit verhoogde risico bleef gehandhaafd in de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers concludeerden dat een hoog homocysteïnegehalte de kans op het krijgen van de ziekte van Alzheimer verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Hyperhomocysteinemia and risk of incident cognitive outcomes: An updated dose-response meta-analysis of prospective cohort studies by Zhou F and Chen S.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30826501

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over de ziekte van Alzheimer.

Veel vitamine C via voeding verlaagt doodgaan aan hart- en vaatziekten (Higher circulating concentration of vitamin C, vitamin E and β-carotene reduce cardiovascular mortality)

Afbeelding

Dutch:
De onderzoekers vonden in een overzichtsartikel van 15 prospectieve cohort studies en 3 interventiestudies met in totaal 320548 deelnemers en 16974 mensen die dood zijn gegaan aan hart- en vaatziekten, dat zowel een hoge vitamine C inname via voeding, een hoog vitamine C gehalte in het bloed, een hoog vitamine E gehalte in het bloed als een hoog beta-caroteen gehalte in het bloed, de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten verlaagden.

Lees hier meer over:
Veel vitamine C via voeding verlaagt doodgaan aan hart- en vaatziekten

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

English:
The investigators found in a review article of a total of 15 prospective cohort studies and 3 prospective evaluations within interventional studies with 320,548 participants and 16,974 deaths from total cardiovascular mortality, that higher dietary vitamin C intakes and higher circulating concentrations of vitamin C, vitamin E and β-carotene are associated with a lower risk of total cardiovascular mortality.

Read more right here:
Higher circulating concentration of vitamin C, vitamin E and β-carotene reduce cardiovascular mortality

A review article of cohort studies or case-control studies will answer the following question:
"Should I change my diet?".

Spanish:
Los investigadores encontraron en un artículo de revisión de 15 estudios de cohorte prospectivos y 3 evaluaciones prospectivas dentro de estudios intervencionistas con 320,548 participantes y 16,974 muertes por mortalidad cardiovascular total, que una mayor ingesta de vitamina C en la dieta y las mayores concentraciones circulantes de vitamina C, vitamina E y β-caroteno están asociadas con un menor riesgo de mortalidad cardiovascular total.

Leer más aquí:
Concentraciones circulantes más altas de vitamina C, vitamina E y β-caroteno reducen la mortalidad cardiovascular

Un artículo de revisión de estudios de cohorte o estudios de casos y controles contestará la pregunta siguiente:
"¿Tengo que cambiar mi dieta?".

Voedingstips

  1. 1 gram zout = 0.4 gram natrium.
  2. Een snufje zout  weegt 0.5 gram en levert 0 kcal.
  3. Een theelepel zout weegt 2 gram en levert 0 kcal.
  4. 1 eetlepel (zonnebloem)olie weegt 10 ml.
  5. De portiegrootte van een levenmiddel kunt u hier opzoeken.
  6. Het vezelgehalte van een levensmiddel staat niet altijd op de verpakking vermeld omdat het niet wettelijk verplicht is. Het vezelgehalte van een levensmiddel kan berekend met deze formule:
    (Totaal kcal – (aantal gram vetten x 9 kcal + aantal gram koolhydraten x 4 kcal + aantal eiwitten x 4 kcal))/2 kcal.

Studies 2019

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken naar de relatie tussen het vegetarische dieet en de gezondheid: 
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Vegetarisch dieet verlaagt botontkalking bij postmenopauzale vrouwen

CRP-gehalte

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken  (overzichtsartikelen) naar het verlagen van het CRP-gehalte:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Dagelijks 0.8-10 mg foliumzuursupplementen verlagen CRP gehalte
  2. Seleniumsupplementen verlagen hs-CRP gehalte onder patiënten met stofwisselingsziekte
  3. Sojaproducten verlagen causaal het CRP-gehalte
  4. Aardbeien verlagen slecht cholesterolgehalte
  5. Krachttraining verlaagt cholesterolgehalte
  6. Probiotica supplementen verlagen hart- en vaatziekten bij nierpatiënten
  7. Omega-3 vetzuren verlagen CRP-gehalte van nierpatiënten met hemodialyse
  8. Dagelijks 320-1500 mg magnesiumsupplementen verlaagt CRP-gehalte
  9. Veel groenten en fruit versterken het immuunsysteem
  10. Veel koffie verlaagt het C-reactieve proteïne
  11. 300 mg anthocyaninen per dag verlaagt ontstekingen
  12. 500 mg quercetine per dag verlaagt het CRP-gehalte
  13. Een verhoogde CRP- en IL-6-bloedconcentratie verhogen de kans op het krijgen van suikerziekte type 2
  14. Eieren geven geen ontstekingen in het lichaam
  15. Granaatappel verlaagt ontstekingen bij volwassenen
  16. Granaatappelsap verlaagt niet ontstekingen in het lichaam
  17. Minimaal 12 weken L-carnitine supplementen verlaagt ontstekingen
  18. Dagelijks 1-2 gram L-carnitine verlaagt ontstekingen in het lichaam
  19. Coënzym Q10-supplementen verlagen mogelijk ontstekingen
  20. Vitamine K-supplementen verlagen niet suikerziekte
  21. Noten verlagen het leptinegehalte
  22. Lichamelijke activiteiten + gewichtsverlies leiden tot minder ontstekingen in het lichaam
  23. Vegetarisch dieet verlaagt ontstekingen in het lichaam
  24. Dagelijks 1-50 mg olijfolie verlaagt mogelijk hart- en vaatziekten
  25. 1-3 gram gember per dag verlaagt hart- en vaatziekten
  26. Astaxanthine verhoogt causaal goed cholesterolgehalte
  27. Carotenoïdensupplementen verlagen ontstekingen

XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX

  • Ontstekingen in het lichaam kan gemeten worden aan de hand van de volgende biomerker; de zogename ontstekingsbevorderende (pro-inflammatoire) cytokines. De ontstekingsbevorderende (pro-inflammatoire) cytokines zijn het C-reactieve proteïne (CRP), IL-1, interleukine-6 (IL-6), IL-8, MCP-1, het vasculair adhesiemolecuul-1 (VCAM-1), tumornecrosefactor-alfa (TNF-α).
  • Het C-reactief proteïne, afgekort tot CRP, is een zogenaamd acutefase-eiwit. CRP wordt geproduceerd door de lever en afgegeven in de bloedbaan. Na het ontstaan van een ontsteking neemt de hoeveelheid CRP in het lichaam binnen een paar uur toe.
  • Bij gezonde mensen zonder ontstekingen is de CRP-bloedconcentratie meestal lager dan 10 mg/L. Het merendeel van de ontstekingen leidt tot een CRP-bloedconcentratie boven 100 mg/L.
  • Het gehalte C-reactief proteïne (CRP-eiwit) in het bloed is een maat voor de ontstekingsbelasting in het lichaam.

 

Dagelijks 400 μg chromiumsupplementen verlagen het vetgehalte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
De rol van chromium als afslankmiddel blijft twijfelachtig. Hoewel eerdere bevindingen van meta-analyses kleine reducties in het lichaamsgewicht na een chromiumsuppletie (het slikken van chromiumsupplementen) bij personen met overgewicht/obesitas lieten zien, zijn er aanzienlijke beperkingen met deze bevindingen. Daarom werd dit overzichtsartikel (meta-analyse) uitgevoerd.

Hebben mensen met overgewicht/obesitas baat bij het slikken van chromiumsupplementen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 21 RCT’s met in totaal 1316 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van chromiumsupplementen het lichaamsgewicht van mensen met overgewicht/obesitas significant verlaagde [WMD = -0.75 kg, 95% BI = -1.04 tot -0.45, p  0.001].  
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het slikken van chromiumsupplementen het BMI van mensen met overgewicht/obesitas significant verlaagde [WMD = -0.40 kg/m2, 95% BI = -0.66 tot -0.13, p  0.003].  
Significant wil zeggen, er kan met 95% zekerheid gezegd worden, dat het slikken van chromiumsupplementen het BMI van mensen met overgewicht/obesitas werkelijk verlaagde

De onderzoekers vonden dat het slikken van chromiumsupplementen het vetgehalte van mensen met overgewicht/obesitas significant verlaagde [WMD = -0.68%, 95% BI = -1.32 tot -0.03, p = 0.04].  
Significant omdat de gevonden p-waarde van 0.04 kleiner was dan de p-waarde van 0.05.

De onderzoekers vonden in subgroepenanalyses (om meer informatie te krijgen) dat het slikken van maximaal 400 μg chromiumsupplementen per dag gedurende maximaal 12 weken, het vetgehalte van mensen met overgewicht/obesitas significant verlaagde.

De onderzoekers vonden in subgroepenanalyses dat het slikken van maximaal 400 μg (400 mcg oftewel 400 microgram) chromiumsupplementen per dag gedurende maximaal 12 weken, het lichaamsgewicht van mensen met overgewicht/obesitas significant verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van maximaal 400 μg chromiumsupplementen per dag gedurende maximaal 12 weken zowel het vetgehalte als het lichaamsgewicht van mensen met overgewicht/obesitas verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
A meta-analysis of the effect of chromium supplementation on anthropometric indices of subjects with overweight or obesity by Tsang C, Taghizadeh M, […], Jafarnejad S.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31115179

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over chromium, overzichtsartikel/significant en overgewicht.

ALS

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken naar de ziekte ALS:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Plasma creatininegehalte voorspelt mogelijk ALS
  2. Lood verhoogt ALS
  3. Een hoog serum urinezuurgehalte verlaagt ALS
  4. Alcohol verlaagt mogelijk ALS
  5. Het eten van carotenoïden verlaagt ALS

XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX

  • ALS is een progressieve zenuw/spierziekte die leidt tot spierzwakte en verlamming.
  • ALS staat voor Amyotrofische Laterale Sclerose; amyotrofisch (myo is Grieks voor spier) duidt op verval van de spieren doordat de zenuwvoorziening uitvalt, sclerose wijst op een abnormale verharding van weefsel, in dit geval het ruggemerg. Laterale duidt op verval van één van de zenuwbanen in het ruggemerg, de piramidebaan.
  • Bij ALS sterven de motorische zenuwcellen in het ruggenmerg, de hersenstam en de hersenen langzaam af. Dit zijn de zenuwcellen die de spieren in het lichaam aansturen.
  • Jaarlijks krijgen 400-500 Nederlanders de diagnose ALS, maar er overlijden ieder jaar ook 400-500 mensen aan.
  • Bij 80% van de patiënten manifesteert ALS zich tussen 40 en 70 jaar.
  • ALS treft meer mannen dan vrouwen (3:2).
  • De exacte oorzaak van de ziekte ALS is nog niet bekend.
  • In 5-10% van de gevallen is er sprake van erfelijkheid.
  • De gemiddelde levensverwachting van ALS is 3 tot 5 jaar na de eerste symptomen.
  • 20% van de ALS-patiënten leeft langer dan vijf jaar na de eerste klachten en 5% leeft nog twintig jaar.
  • Tot 50% van de ALS-patiënten heeft lichte cognitieve problemen of gedragsveranderingen.
  • Bij ongeveer 5% van de patiënten gaat ALS samen met frontotemporale dementie, een vorm van dementie waarbij gedragsverandering op de voorgrond staat. 
  • De belangrijkste klacht bij ALS is de toenemende spierzwakte, waardoor verlamming (bijvoorbeeld de ademhalingsspieren) optreedt.
  • ALS is niet besmettelijk.
  • ALS komt overal ter wereld voor, in alle bevolkingsgroepen.
  • Anno 2019 is ALS niet te genezen.

Nierziekten

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken (overzichtsartikelen) naar nierziekten:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. intraveneuze NAC-suppletie verlaagt serum creatininegehalte
  2. Probiotica supplementen verlagen hart- en vaatziekten bij nierpatiënten
  3. Ernstige vitamine D-tekort verhoogt doodgaan onder patiënten met bloedvergiftiging
  4. Hepatitis B-virus infectie verhoogt chronische nierziekte
  5. Creatinesupplementen leiden niet tot nierschade
  6. Magnesiumtekort verhoogt doodgaan aan hart- en vaatziekten onder patiënten met chronische nierziekte
  7. Vitamine D verlaagt cholesterolgehalte van mensen met chronische nierziekte
  8. Nierpatiënten hebben baat bij een dieet met 5.5 En% eiwit
  9. Lichamelijke oefeningen verbeteren kwaliteit van leven van nierpatiënten
  10. Groenten, fruit en beta-caroteen verlagen nierkanker
  11. Een laag koolhydratendieet verbetert nierfunctie van mensen met overgewicht

XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX

  • De meeste mensen worden met twee nieren geboren. Elke nier heeft een lengte van ongeveer 10-15 cm en een gewicht van ongeveer 160 gram (zo groot als de vuist van een volwassene).
  • De twee nieren verwijderen afvalstoffen uit uw lichaam die u bijvoorbeeld binnenkrijgt via het eten of medicijnen. Een nier bestaat uit miljoenen kleine filtertjes waar iedere dag zo’n 200 liter bloed doorheen stroomt. Een volwassen vrouw heeft gemiddeld 4.5 liter bloed en een man 5.6. Per dag stroomt uw bloed dus zo’n veertig keer door de beide nieren.
  • Het bloed komt de nier binnen via de nierslagader, waarna het via het niermerg terecht komt in de nierschors met nefronen. Hier vindt het zuiveringsproces plaats. Het gefilterde bloed stroomt via de nierader naar het hart. De urine met daarin afvalstoffen gaat via de nierkelkjes en het nierbekken via de urineleider naar de blaas.
  • De functies van de nieren zijn onder andere:
    • Ze reinigen het bloed door er afvalstoffen, zout, fosfaat, kalium, vocht, waterstof, ammonium en eventuele medicijnresten uit te filteren.
    • Ze zijn verantwoordelijk voor de zuurgraad in het bloed, wat belangrijk is voor het functioneren van de lichaamscellen.
    • Ze helpen de botopbouw en houden de balans tussen calcium (kalk) en fosfaat in stand door het activeren van vitamine D.
    • Ze produceren een aantal hormonen, waaronder EPO (erytropoietine). EPO houdt het aantal rode bloedlichaampjes op peil, waardoor voldoende zuurstof naar de lichaamscellen getransporteerd kan worden. Bij onvoldoende EPO zijn er minder rode bloedlichaampjes, wat zich uit in een lagere Hb-waarde (hemoglobinewaarde). EPO is in de sportwereld doping.
    • Samen met het zenuwstelsel, de bijnieren, de hart- en de bloedvaten, regelen de nieren de bloeddruk. Ze bewaken de balans tussen zout en water. Veel zout trekt veel vocht aan wat leidt tot een hoge bloeddruk, weinig zout en vocht tot een lage bloeddruk. Bij hoge bloeddruk krijgen de nieren minder bloed. De bloedvaatjes vernauwen en beschadigen, waardoor ze geleidelijk - maar blijvend - stoppen met zuiveren.
  • Bij nierziekten oftewel nefrologische aandoeningen kunnen de beide nieren de belangrijke taken minder goed of niet uitvoeren. Mensen met nierziekten worden nierpatiënten genoemd.
  • De werking van de nieren kan worden onderzocht in urine of bloed.
  • De geschatte nierfunctie wordt uitgedrukt in eGFR (estimated Glomerular Filtration Rate is Nederlands voor geschatte glomerulaire filtratie snelheid). eGFR geeft aan met welke snelheid de nieren het bloed filteren op afvalstoffen.
  • Artsen delen de nierfunctie in verschillende stadia in.
    • G1: normale of hoge nierfunctie
      eGFR: meer dan 90    
    • G2: mild afgenomen nierfunctie
      eGFR: 60 - 89    
    • G3a: mild tot matig afgenomen nierfunctie
      eGFR: 45 - 59    
    • G3b: matig tot ernstig afgenomen nierfunctie
      eGFR: 30 - 44    
    • G4: ernstig afgenomen nierfunctie
      eGFR: 15 -29    
    • G5: nierfalen
      eGFR: minder dan 15    
  • Cystatine C is een goede marker om glomerulaire filtratiesnelheid GFR te meten en daarom kan cystatine C nierfalen beter voorspellen.
    Cystatine C is een stof die door bijna alle lichaamscellen wordt geproduceerd en op een constant niveau in het bloed aanwezig is.
    Bij verslechtering van de nierfunctie stijgt het niveau van cystatine C (net als dat van creatinine).
  • Het bepalen van de nierfunctie via creatinine heeft nadelen. Met name het spiermetabolisme (spierstofwisseling) kan een storende factor zijn, omdat dit het serumcreatinine beïnvloedt.
  • Er is sprake van nierfalen wanneer uw nieren voor minder dan 15% werken.
  • Symptomen van niet goed werkende nieren:
    • Wanneer de nieren het bloed niet meer goed kunnen zuiveren, stapelen de afvalstoffen zich op in het lichaam. U kunt dan last krijgen van bijvoorbeeld misselijkheid, jeuk en een algeheel ziek gevoel. Uit onderzoek blijkt dan meestal dat het creatininegehalte in het bloed te hoog is en dat er minder creatine in de urine zit.
      Creatinine (ook wel: kreatinine) is een afvalproduct van de spieren.
    • Wanneer de nieren niet meer goed werken, stapelen ureum in het bloed op.
  • Nierpatiënten kampen vaak met ernstige jeuk, misselijkheid en vermoeidheid. Verder hebben ze een verhoogd risico op ontstekingen en hart- en vaatprblemen.
  • Nierschade ontstaat meestal door een hoge bloeddruk of diabetes. Echter, nierschade kan ook het gevolg zijn van een hersenvliesontsteking.
  • Bij 10 tot 20% van de mensen met nierschade is de oorzaak onbekend.
  • Als uw beide nieren nog nauwelijks werken en een niertransplantatie niet (meteen) kan, hebt u een kunstnier nodig om in leven te blijven. Dat heet dialyseren.
  • De Karnofsky-score wordt gebruikt om op een schaal van 0 tot 100 aan te geven hoe de functionele toestand van de dialysepatiënt is.

Karnofsky score

90-100

Volledig actief, in staat tot normale activiteit zonder beperkingen.

70-80

Beperkt in uitvoeren van zware activiteit, maar in staat tot uitvoeren van lichte arbeid.

50-60

In staat tot verzorging van zichzelf, maar niet in staat tot werken; meer dan 50% van de tijd dat de persoon wakker is, is deze zeer vermoeid of uitgeput.

30-40

In staat tot beperkte verzorging van zichzelf; aan bed of stoel gebonden voor meer dan 50% van de tijd dat de persoon wakker is.

10-20

Volledig afhankelijk, kan zichzelf niet meer verzorgen; volledig aangewezen op bed of stoel.

  • Er zijn twee manieren om te dialyseren.
    1. Peritoneaaldialyse (PD) of buikdialyse (uw buikvlies filtert de afvalstoffen uit uw bloed; u krijgt daarvoor een katheter in de buik). Peritoneaaldialyse doet u doorgaans thuis, vier of vijf keer per dag gedurende 40 minuten.
    2. Hemodialyse (HD) of bloeddialyse (een kunstnier in een machine filtert het bloed; deze machine sluit u aan op een bloedvat). Bij hemodialyse (hemo betekent bloed) ligt u drie tot vier keer per week, gemiddeld vier uur lang, aangesloten op het hemodialyseapparaat. Het duurt ongeveer vier uur om het bloed schoon te spoelen met een kunstnier.
  • Het voordeel van buikdialyse is dat u niet heel vaak naar het ziekenhuis hoeft (dus het geeft u meer vrijheid en energie), maar het is wel minder effectief. Het kan slechts 5 tot 10% van de nierfunctie overnemen. Bij bloeddialyse is dit 10 tot 15%.
  • Vergeleken met bloeddialyse brengt buikdialyse meer complicaties met zich mee, zoals een buikvliesontsteking.
  • Zowel bloeddialyse als buikdialyse kennen heftige bijwerkingen. Bloeddialyse heeft andere bijwerkingen dan buikdialyse.
    Veel patiënten zeggen daarom “dialyseren is geen leven maar overleven”.
  • De huidige kunstnier die gebruikt wordt bij bloeddialyse is een grote machine die maar liefst 80 kilo weegt. Bovendien heeft het apparaat krachtstroom (een normaal huis heeft geen krachtstroom) nodig om te kunnen werken en verbruikt de kunstnier per dialyse 120 liter spoelvloeistof.
  • De Nierstichting en verschillende onderzoeksinstituten werken op dit moment hard aan de bouw van een hemodialyseapparaat dat slechts enkele liters water nodig heeft en op een normaal stopcontact werkt,  de zogenaamde draagbare kunstnier.
  • De Nierstichting verwacht in 2020 of 2021 de draagbare kunstnier voor het eerst te testen met nierpatiënten.
  • Met de draagbare kunstnier krijgt u als dialysepatiënt meer controle over uw eigen behandeling en dagelijks leven. U kunt bijvoorbeeld zelf bepalen hoe vaak en hoe lang u dialyseert. U hebt geen krachtstroom nodig en ook geen waterzuiveringsinstallatie.
  • De draagbare kunstnier kan de kwaliteit van leven verbeteren voor veel dialysepatiënten.
  • Mensen kunnen met  één gezonde nier goed leven. Die ene nier die u na de nierdonatie overhoudt, gaat harder werken en compenseert zo voor de gedoneerde nier. Daarom is nierdonatie bij leven mogelijk.
  • Ongeveer 10 procent van de nierdonoren krijgt complicaties rond de operatie, zoals een wondinfectie, longontsteking of trombose.
  • Op 1 juli 2020 gaat in Nederland de nieuwe donorwet in.
  • ​​​Een nier van een levende donor gaat gemiddeld twintig jaar mee.
  • In Nederland geeft ongeveer 500 keer per jaar iemand bij leven een nier aan een nierpatiënt.
  • Een gemiddeld persoon van 45 jaar uit de algemene bevolking, leeft naar verwachting nog ruim 35 jaar.
  • Iemand die op zijn 45e een niertransplantatie ondergaat, leeft naar verwachting nog ruim 20 jaar.
  • Iemand die op zijn 45e start met dialyse, leeft naar verwachting nog 10 jaar. 
  • Mensen die hemodialyseren en mensen die peritoneale dialyse doen, hebben ongeveer dezelfde levensverwachting.
  • Nierdialyse zorgt voor een grotere kans op overlijden, met name aan hart­- en vaatziekten. Bijna 60 op de 100 dialysepatiënten (58%) overlijden uiteindelijk hieraan.
  • Voedingsgadviezen bij nierziekten:
    • Nierpatiënten worden aangeraden dagelijks minstens 35 kcal/kg te eten. Dus als u 80 kilo weegt, moet u dan minstens 2800 kcal (35 kcal x 80 kilo) per dag eten.
    • Als de nierfunctie is gedaald naar 30% krijgt u een dieet met eiwitbeperking.
    • Nierpatiënten worden aangeraden dagelijks 0.5-0.6 gram eiwit te eten per kilo gezond lichaamsgewicht. Dus als u 80 kilo weegt, mag u dan 40 tot 48 gram eiwit (0.5 x 80 tot 0.6 x 80) per dag eten.
      0.5-0.6 gram eiwit per kg per dag is nodig voor een neutrale stikstofbalans.
    • Nierpatiënten worden aangeraden dagelijks maximaal 5 gram zout oftewel 2 gram natrium te eten. 1 gram zout geeft 0.4 gram natrium.
      Wanneer de nieren minder goed of niet meer werken, blijft er veel natrium (lees zout) in het lichaam achter. Het lichaam bevat dan te veel vocht. Dit merkt de nierpatiënt doordat het lichaam vocht vasthoudt, vooral in de enkels en rondom de ogen (oedeem). De patiënt kan ook een hoge bloeddruk krijgen.
    • De kaliumwaarde van nierpatiënten moet onder 5.5 mmol/L liggen. Is de waarde hoger dan 5.5 mmol/L, dan hebt u een dieet met kaliumbeperking nodig. U mag dan maximaal 3 gram (3000 mg) kalium eten. Het kaliumgehalte van levensmiddelen kunt u hier opzoeken. Diëtisten gebruiken ook deze website om diëten voor te schrijven.
    • De fosfaatwaarde van nierpatiënten moet onder 1.3 mmol/L blijven. Is het fosfaatgehalte hoger dan 1.3 mmol/L dan moet u fosfaatbinders gebruiken.
      Het fosfaatgehalte van levensmiddelen kunt u hier opzoeken.
    • Bij buikdialyse zijn vaak minder dieetbeperkingen nodig dan bij bloeddialyse.
    • Tijdens de dialyse verbruikt uw lichaam meer eiwitten. Bovendien spoelt dialyse aminozuren (eiwitten bestaan uit de bouwstenen aminozuren) uit het bloed.
      Na de start van een dialysebehandeling zal de eiwitbehoefte toenemen. U hebt dan 1 tot 1.2 gram eiwit per kilogram gezond lichaamsgewicht nodig.
    • Wat houdt 35 kcal/kg, maximaal 0.5-0.6 gram eiwit/kg en maximaal 5 gram zout per dag in voor een nierpatënt die 80 kg weegt?
    • Als u 80 kg weegt moet u dagelijks 2800 kcal (80 kg x 35 kcal), maximaal 40-48 gram eiwit (0.5 x 80 en 0.6 x 80) en maximaal 5 gram zout eten.
    • Met hart- en vaatziekten als de belangrijkste gevolg van de nierziekte, ziet het 7-punten voedingsprofiel van een nierpatiënt van 80 kg als volgt uit:
      1. 2800 kcal
      2. maximaal 7 En% eiwit
      3. maximaal 2 gram zout per 100 kcal
      4. maximaal 30 En% vet
      5. maximaal 7 En% verzadigd vet
      6. minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal
      7. maximaal 65 En% koolhydraten
      8. maximaal 10 En% suikers
    • De makkelijkste manier om een dieet met maximaal 7 En% eiwit, maximaal 2 gram zout per 100 kcal, maximaal 30 En% vet, maximaal 7 En% verzadigd vet, minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal, maximaal 65 En% koolhydraten en maximaal 10 En% suikers te volgen is door te kiezen voor alleen maar producten/maaltijden met maximaal 7 En% eiwit, maximaal 2 gram zout per 100 kcal, maximaal 30 En% vet, maximaal 7 En% verzadigd vet, minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal, maximaal 65 En% koolhydraten en maximaal 10 En% suikers.
      Echter, de meest praktische manier om dit dieet te volgen is, al uw dagelijks gegeten producten/maaltijden moeten gemiddeld maximaal 7 En% eiwit, maximaal 2 gram zout per 100 kcal, maximaal 30 En% vet, maximaal 7 En% verzadigd vet, minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal, maximaal 65 En% koolhydraten en maximaal 10 En% suikers bevatten.

 

Foliumzuursupplementen verlagen nucher insulinegehalte (Folate supplementation lowers HOMA-IR)

Afbeelding

Dutch:
De onderzoekers vonden in een overzichtsartikel van 29 RCTs met in totaal 22250 deelnemers, dat het slikken van foliumzuursupplementen het nucher insulinegehalte en de HOMA-IR waarde van mensen met suikerziekte type 2 verlaagde.

Lees hier meer over:
Foliumzuursupplementen verlagen nucher insulinegehalte

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

English:
The investigators found in a review article of 29 RCTs (22,250 participants), that folate supplementation lowers fasting insulin and HOMA-IR. However, folate supplementation does not reduce risk of type 2 diabetes.

Read more right here:
Folate supplementation lowers HOMA-IR

A review article of randomized, placebo-controlled double blind clinical trials (RCTs) will answer the following question:
"Do taking dietary supplements make sense?" Yes for a positive conclusion and no for a negative conclusion.

Spanish:
Los investigadores encontraron en un artículo de revisión de 29 ensayos doble-ciegos, aleatorizados, placebo controlados (22,250 participantes), que la suplementación con folato reduce la insulina en ayunas y el modelo homeostático de evaluación de la resistencia a la insulina (HOMA-IR). Sin embargo, la suplementación con folato no reduce el riesgo de diabetes tipo 2.

Leer más aquí:
Suplementación con folato no reduce diabetes tipo 2

Un artículo de revisión de ensayos doble-ciegos, aleatorizados, placebo controlados (review of RCTs en inglés) contestará a la siguiente pregunta:
"¿Tengo que tomar suplementos dietéticos?" Sí para una conclusión positiva y no para una conclusión negativa.

 


 

 

Studies 2019

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken naar de relatie tussen voeding en hart- en vaatziekten:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. 400 mg groene koffiebonen-extract supplementen verlagen de bloeddruk
  2. 150 mg/dag quercetine-supplementen verlagen LDL-cholesterol van mensen met obesitas
  3. Dagelijks 2 gram L-carnitine verlaagt bloeddruk van mensen met overgewicht
  4. Veel vitamine C via voeding verlaagt doodgaan aan hart- en vaatziekten
  5. Anthocyaninen via voeding verlaagt hypertensie
  6. Cashewnoten verlagen de bloeddruk
  7. Coënzym Q10 supplementen verlagen ontstekingen in patiënten met coronaire hartziekte
  8. Kiwi verlaagt niet hart- en vaatziekten
  9. Transvetzuren verhogen hart- en vaatziekten
  10. Veel antioxidanten via voeding verlagen doodgaan aan hart- en vaatziekten
  11. Pinda’s gedurende 12 weken verhoogt goed cholesterol

 

Studies 2019

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken naar sportvoeding:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

2019:

  1. Creatinesupplementen leiden niet tot nierschade
  2. 3 mg creatine/kg/dag gedurende 14 dagen bevordert anaërobe prestaties van voetballers
  3. Lichamelijke activiteiten verlagen longkanker onder rokers

Studies 2019

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken naar zwangerschap en babyvoeding:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Foliumzuur tijdens zwangerschap verlaagt acute lymfatische leukemie bij kinderen
  2. 0.6-2 gram calciumsupplementen per dag verlaagt zwangerschapsvergiftiging
  3. Steady state bloed foliumzuurconcentratie wordt bereikt met 100 mcg foliumzuur 
  4. Een hoog vitamine D-gehalte voor de geboorte verlaagt ADHD

Aardappel

Hieronder vindt u wetenschappelijke studies over het eten van aardappel en gezondheid:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Dagelijks 80 gram aardappelen verhogen suikerziekte type 2
  2. Aardappelen verhogen niet kanker
  3. Geen verband tussen aardappelen en doodgaan aan kanker

Geen verband tussen aardappelen en doodgaan aan kanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen het eten van aardappelen en doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit), kanker of hart- en vaatziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 20 prospectieve cohort studies met 25208 mensen die doodgingen aan all-cause mortaliteit, 4877 mensen die doodgingen aan kanker en 2366 mensen die doodgingen aan hart- en vaatziekten.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden geen significant verband tussen het eten van aardappelen en doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit) [RR = 0.90, 95% BI = 0.80 tot 1.02, p = 0.096].

De onderzoekers vonden geen significant verband tussen het eten van aardappelen en doodgaan aan kanker (kanker mortaliteit) [RR = 1.09, 95% BI = 0.96 tot 1.24, p = 0.204].

De onderzoekers vonden geen significant verband tussen het eten van aardappelen en doodgaan aan hart- en vaatziekten.

De onderzoekers concludeerden dat er geen verband was tussen het eten van aardappelen en doodgaan aan alle oorzaken, kanker of hart- en vaatziekten.

Oorspronkelijke titel:
Potato consumption and risk of all cause, cancer and cardiovascular mortality: a systematic review and dose-response meta-analysis of prospective cohort studies by Darooghegi Mofrad M, Milajerdi A, […], Azadbakht L.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30638040

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over aardappelenconsumptie en ouderdom
 

Studies 2019

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken naar de relatie tussen voeding en overgewicht.
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. 150 mg/dag quercetine-supplementen verlagen LDL-cholesterol van mensen met obesitas
  2. Dagelijks 280 mg calcium verlaagt mogelijk het metabole syndroom
  3. Mensen met overgewicht/obesitas hebben baat bij probiotica
  4. Dagelijks 400 μg chromiumsupplementen verlagen het vetgehalte
  5. Boomnoten verlagen metabole syndroom

Boomnoten verlagen metabole syndroom

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van noten de kans op het krijgen van het metabole syndroom?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 6 cross-sectionele studies en 5 prospectieve cohort studies met in totaal 89224 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van noten, de kans op het krijgen van het metabole syndroom significant met 16% [multivariable adjusted RR = 0.84, 95% BI = 0.76-0.92, p  0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van boomnoten, de kans op het krijgen van het metabole syndroom significant met 3% [multivariable adjusted RR = 0.97, 95% BI = 0.94-1.00, p = 0.04] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van pinda’s, de kans op het krijgen van het metabole syndroom niet verlaagde [multivariable adjusted RR = 1.01, 95% BI = 0.96-1.06, p = 0.68].

De onderzoekers concludeerden dat het eten van noten, met name boomnoten de kans op het krijgen van het metabole syndroom verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Relationship Between Nut Consumption and Metabolic Syndrome: A Meta-Analysis of Observational Studies by Zhang Y and Zhang DZ.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30716015

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het eten van noten, significant/RR en het metabole syndroom.

Voorbeelden van boomnoten zijn amandelen, cashewnoten, hazelnoten, macadamia’s, paranoten, pistachenoten en walnoten. Pinda’s zijn geen noten, maar peulvruchten, die onder de grond groeien en worden daarom aardnoten genoemd.

 

Studies 2019

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken naar de realatie tussen voeding en ouderdom:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:

2019:

  1. Een hoog urinezuurgehalte verhoogt de botdichtheid
  2. Hoog homocysteïnegehalte verhoogt ziekte van Alzheimer
  3. Dagelijks 1 portie groentes en fruit verlaagt heupfracturen
  4. Verzadigd vet verhoogt cognitieve stoornissen
  5. Geen verband tussen aardappelen en doodgaan aan kanker
  6. Dagelijks 500 mg vitamine C via voeding verlaagt oogziekte leeftijdsgebonden cataract

Studies 2019

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken naar suikerziekte:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

2019:

  1. Vetarme zuivelproducten verlagen buikomtrek en lichaamsgewicht
  2. Graanvezels via voeding verlagen suikerziekte type 2
  3. Patiënten met suikerziekte hebben baat bij voeding met een lage n-6/n-3 ratio
  4. Zinksupplementen verlagen suikerziekte
  5. Hoge eiwitconsumptie verhoogt suikerziekte type 2
  6. Foliumzuursupplementen verlagen nucher insulinegehalte
  7. Suikerpatiënten type 2 hebben baat bij 13.1 gram viskeuze voedingsvezelssupplementen

Studies 2019

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken naar chronische ziekten:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Vitamine B12, D en E verlagen eczeem
  2. Een hoog zinkgehalte in de hersenvocht verlaagt ziekte van Parkinson
  3. Omega-3 vetzuren verlagen CRP-gehalte van nierpatiënten met hemodialyse
  4. Een laag selenium- en zinkgehalte verhogen reumatoïde artritis
  5. 60-500 mg coënzym Q10 supplementen per dag verlagen ontstekingen
  6. Eieren geven geen ontstekingen in het lichaam
  7. Magnesiumtekort verhoogt doodgaan aan hart- en vaatziekten onder patiënten met chronische nierziekte
  8. Vitamine D verlaagt cholesterolgehalte van mensen met chronische nierziekte
  9. Visconsumptie verbetert longfunctie van rokers
  10. Lichamelijke oefeningen verbeteren kwaliteit van leven van nierpatiënten
  11. 200 gram fruit per dag verlaagt galstenen
  12. Minimaal 12 weken L-carnitine supplementen verlaagt ontstekingen
  13. Plasma creatininegehalte voorspelt mogelijk ALS
  14. Probiotica en prebiotica verlagen onstekingen bij suikerpatiënten
  15. 10-40 gram vezels per dag verlagen divertikelziekte
  16. Magnesiumtekort verhoogt ADHD
  17. Een hoog vitamine D-gehalte voor de geboorte verlaagt ADHD
  18. Dagelijks 3 kopjes koffie verlaagt doodgaan aan alle oorzaken
  19. Vis verlaagt ziekte van Crohn
  20. Vitamine D-tekort verhoogt de ziekte van Parkinson

Studies 2018

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken naar sportvoeding:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. 1 tot 6 gram taurinesupplementen per dag verbeteren het uithoudingsvermogen