Voeding en gezondheid

Tomaten verlagen hart- en vaatziekten onder volwassenen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van tomaten of het slikken van lycopeen de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten onder volwassenen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 21 studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van tomaten het LDL-cholesterolgehalte significant met 0.22 mmol/L [p = 0.006] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van tomaten het plasma IL-6 gehalte significant met 0.25 punt [p = 0.03] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van tomaten de flow-gemedieerde dilatatie (flow-mediated dilatation, FMD) significant met 2.53% [p = 0.01] verbeterde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van lycopeen de systolische bloeddruk (de bovendruk) significant met 5.66 mmHg [p = 0.002] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat zowel het eten van tomaten als het slikken van lycopeen de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten onder volwassenen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Tomato and lycopene supplementation and cardiovascular risk factors: A systematic review and meta-analysis by Cheng HM, Koutsidis G, […], Lara J.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28129549

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over hart- en vaatziekten en groenteconsumptie, carotenoiden.

Hartpatiënten hebben vaak een hoog LDL-cholescholgehalte en een hoge bloeddruk.

Deze producten uit de supermarkt zijn geschikt voor hartpatiënten.

100 microgram foliumzuur per dag verlaagt mogelijk slokdarmkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van folaat (foliumzuur) de kans op het krijgen van slokdarmkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 1 cohort studie en 18 patiënt-controle studies.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel folaat vegeleken met weinig, de kans op het krijgen van slokdarmkanker significant met 37% [OR = 0.63, 95% BI = 0.56-0.71] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoog serum folaatgehalte vegeleken met een laag, de kans op het krijgen van slokdarmkanker significant met 29% [OR = 0.71, 95% BI = 0.55-0.92] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 100 microgram folaat per dag, de kans op het krijgen van slokdarmkanker significant met 12% [OR = 0.88, 95% BI = 0.83-0.95] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat zowel het eten van veel folaat (minimaal 100 microgram per dag) als een hoog bloed folaatgehalte de kans op het krijgen van slokdarmkanker mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat dit overzichtsartikel alleen maar patënt-controle studies kende.

Oorspronkelijke titel:
Folate intake, serum folate levels and esophageal cancer risk: an overall and dose-response meta-analysis by Zhao Y, Guo C, […], Li H.

Link:
http://www.impactjournals.com/oncotarget/index.php?journal=oncotarget&page=article&op=view&path[]=14432&path[]=46030

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over folaat/foliumzuur en kanker.
Lees hier meer over cohort studies, publicatie bias en patiënt-controle studies.

Deze maaltijden leveren minimaal 100 microgram folaat/foliumzuur.


 

Astma verhoogt longkanker

Onderzoeksvraag:
Verhoogt astma de kans op het krijgen van longkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 18 cohort studies met in totaal 16375202 deelnemers.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat astma de kans op het krijgen van longkanker significant met 44% [OR = 1.44, 95% BI = 1.31-1.59, p 0.00001, I2 = 83%] verhoogde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat astma de kans op het krijgen van longkanker onder niet rokers significant met 28% [OR = 1.28, 95% BI = 1.10-1.50, p = 0.002, I2 = 0%] verhoogde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat astma de kans op het krijgen van longkanker onder blanken significant met 53% [OR = 1.53, 95% BI = 1.37-1.72, p 0.00001, I2 = 56%] verhoogde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat astma de kans op het krijgen van longkanker onder Aziaten significant met 52% [OR = 1.52, 95% BI = 1.15-2.01, p 0.00001, I2 = 93%] verhoogde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat astma de kans op het krijgen van longkanker onder mannen significant met 38% [OR = 1.38, 95% BI = 1.31-1.46, p 0.00001, I2 = 24%] verhoogde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat astma de kans op het krijgen van longkanker onder vrouwen significant met 68% [OR = 1.68, 95% BI = 1.45-1.95, p 0.00001, I2 = 63%] verhoogde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses geen verband tussen astma en de kans op het krijgen van longadenocarcinoom [OR = 1.01, 95% BI = 0.69-1.50, p = 0,95, I2 = 45%].

De onderzoekers concludeerden dat astma de kans op het krijgen van longkanker verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Asthma and the risk of lung cancer: a meta-analysis by Qu YL, Liu J, [...], Hou SJ.

Link:
http://www.impactjournals.com/oncotarget/index.php?journal=oncotarget&page=article&op=view&path[]=14595&path[]=46568

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over chronische ziekten en kanker.

Longadenocarcinomen zijn de meest voorkomende vorm van longkanker en hebben de mogelijkheid om zich te verspreiden naar andere weefsels. Een van de moeilijkheden van het behandelen longadenocarcinomen is dat als de oorspronkelijke tumor niet volledig vernietigd of verwijderd kan terugkomen. Het roken van sigaretten, waaronder passief (secondhand) roken, is de belangrijkste oorzaak van longadenocarcinomen. Ongeveer 1% van de longadenocarcinomen worden gedreven door oncogeen ROS1-rearrangement.



 

Vet verhoogt non-Hodgkin lymfeklierkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het eten van vet de kans op het krijgen van non-Hodgkin-lymfeklierkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 2 cohort studies en 8 patiënt-controle studies.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van vet het risico op non-Hodgkin-lymfeklierkanker significant met 26% [RR = 1.26, 95% BI = 1.12-1.42] verhoogde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van vet het risico op diffuus grootcellig B cel lymfoom (een soort non-Hodgkin-lymfeklierkanker) significant met 41% [RR = 1.41, 95% BI = 1.08-1.84] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van vet het risico op non-Hodgkin-lymfeklierkanker, met name diffuus grootcellig B cel lymfoom verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary Fat Consumption and Non-Hodgkin's Lymphoma Risk: A Meta-analysis by Han TJ, Li JS, [...], Xu HZ.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28094569

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vetconsumptie en kanker.
Lees hier meer over patiënt-controle studies, cohort studies en overzichtsartikel.

Een dieet met veel vet is een dieet met meer dan 35 En% vet en meer dan 10 En% verzadigd vet.

Een dieet met weinig vet is een dieet met maximaal 30 En% vet en maximaal 7 En% verzadigd vet.
Een vetarm dieet bestaat grotendeels uit producten met maximaal 30 En% vet en maximaal 7 En% verzadigd vet. Welke producten uit de supermarkt maximaal 30 En% vet en maximaal 7 En% verzadigd vet bevatten, kunt u hier opzoeken.

Deze maaltijden passen in een vetarm dieet.
 

Dagelijks veel peulvruchten verlaagt hart- en vaatziekten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van peulvruchten de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 prospectieve cohort studies met in totaal 367000 deelnemers, waarvan 18475 mensen met hart- en vaatziekten (7451 mensen met een coronaire hartziekte en 6336 mensen met een beroerte).

Er was weinig of geen heterogeniteit tussen de studies en er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel peulvruchten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van zowel hart- en vaatziekten als coronaire hartziekte significant met 10% [RR = 0.90, 95% BI = 0.84-0.97] verlaagde.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van peulvruchten en het krijgen van een beroerte.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel peulvruchten de kans op het krijgen van zowel hart- en vaatziekten als coronaire hartziekte verlaagde. Echter, het eten van peulvruchten verlaagde niet de kans op het krijgen van een beroerte.

Oorspronkelijke titel:
Legume consumption and CVD risk: a systematic review and meta-analysis by Marventano S, Izquierdo Pulido M, […], Grosso G.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28077199

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over hart- en vaatziekten en groenteconsumptie.

De Gezondheidsraad (het hoogste Nederlandse voedingsadviesorgraan) raadt minimaal 200 gram groenten per dag aan. Waarom u dagelijks minimaal 200 gram groenten moet eten, kunt u hier lezen.

Deze maaltijden leveren peulvruchten.

Dagelijks 10 gram vezels verlaagt mogelijk alvleesklierkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van vezels de kans op het krijgen van alvleesklierkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 13 patiënt-controle studies en 1 cohort studie met in totaal 3287 mensen met alvleesklierkanker.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel vezels vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van alvleesklierkanker significant met 48% [OR = 0.52, 95% BI = 0.44-0.61, I2 = 7.3%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 10 gram vezels per dag, de kans op het krijgen van alvleesklierkanker significant met 12% [OR = 0.88, 95% BI = 0.84-0.92] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel vezels (minimaal 10 gram per dag) de kans op het krijgen van alvleesklierkanker mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat dit overzichtsartikel alleen maar patiënt-controle studies kende.

Oorspronkelijke titel:
Dietary fiber intake is inversely associated with risk of pancreatic cancer: a meta-analysis by Mao QQ, Lin YW, […], Xie LP.

Link:
http://apjcn.nhri.org.tw/server/APJCN/26/1/89.pdf

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vezelconsumptie en kanker.
Lees hier meer over patiënt-controle studies, cohort studies en overzichtsartikel.

Deze maaltijden leveren minimaal 10 gram vezels.

Een dagelijkse voeding met veel vezels is een voeding met minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal. Een voeding met minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal bestaat grotendeels uit producten met minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal. Welke producten uit de supermarkt minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal bevatten, kunt u hier opzoeken.
 

Tofu verlaagt coronaire hartzieke onder vrouwen en Aziaten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van soja de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 prospectieve cohort studies en 7 patiënt-controle studies met in totaal 17269 mensen met hart- en vaatziekten waarvan 6265 mensen met een beroerte, 10806 mensen met coronaire hartziekte en 198 mensen met andere oorzaken. 

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel soja vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten significant met 26% [SRR = 0.74, 95% BI = 0.58-0.95] verlaagde. Dit significant verlaagde risico werd met name teruggevonden in patiënt-controle studies [SRR = 0.63, 95% BI = 0.51-0.77], onder Aziaten [SRR = 0.77, 95% BI = 0.67-0.90] en onder vrouwen [SRR = 0.83, 95% BI = 0.69-0.99].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van tofu de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten significant met 20% [SRR = 0.80, 95% BI = 0.64-1.00] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van soja de kans op het krijgen van een beroerte significant met 18% [SRR = 0.82, 95% BI = 0.68-0.99] verlaagde. Significant wil zeggen, er kan met 95% betrouwbaarheid gezegd worden dat het eten van soja het krijgen van een beroerte verlaagt.  

De onderzoekers vonden dat het eten van soja de kans op het krijgen van een coronaire hartziekte significant met 17% [SRR = 0.83, 95% BI = 0.72-0.95] verlaagde.

De onderzoekers vonden geen verband tussen soja-isoflavonen en de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten, een beroerte of coronaire hartziekte.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van soja, met name tofu de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten, een beroerte en coronaire hartziekte, met name onder Aziaten en vrouwen verlaagde. Echter, dit verlaagde risico werd niet teruggevonden voor soja-isoflavonen.

Oorspronkelijke titel:
Association between consumption of soy and risk of cardiovascular disease: A meta-analysis of observational studies by Yan Z, Zhang X, […], Dong W.

Link:
http://journals.sagepub.com/doi/full/10.1177/2047487316686441

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over hart- en vaatziekten en sojaconsumptie. Beroerte en coronaire hartziekte zijn de subgroepen binnen hart- en vaatziekten.

Isoflavonen zijn de polyfenolen in sojaproducten. Tot de sojaproducten behoren onder andere tofu, tempeh en miso.

Deze maaltijden bevatten tofu.

Tofu verlaagt coronaire hartzieke onder vrouwen en Aziaten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van soja de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 prospectieve cohort studies en 7 patiënt-controle studies met in totaal 17269 mensen met hart- en vaatziekten waarvan 6265 mensen met een beroerte, 10806 mensen met coronaire hartziekte en 198 mensen met andere oorzaken. 

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel soja vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten significant met 26% [SRR = 0.74, 95% BI = 0.58-0.95] verlaagde. Dit significant verlaagde risico werd met name teruggevonden in patiënt-controle studies [SRR = 0.63, 95% BI = 0.51-0.77], onder Aziaten [SRR = 0.77, 95% BI = 0.67-0.90] en onder vrouwen [SRR = 0.83, 95% BI = 0.69-0.99].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van tofu de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten significant met 20% [SRR = 0.80, 95% BI = 0.64-1.00] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van soja de kans op het krijgen van een beroerte significant met 18% [SRR = 0.82, 95% BI = 0.68-0.99] verlaagde. Significant wil zeggen, er kan met 95% betrouwbaarheid gezegd worden dat het eten van soja het krijgen van een beroerte verlaagt.  

De onderzoekers vonden dat het eten van soja de kans op het krijgen van een coronaire hartziekte significant met 17% [SRR = 0.83, 95% BI = 0.72-0.95] verlaagde.

De onderzoekers vonden geen verband tussen soja-isoflavonen en de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten, een beroerte of coronaire hartziekte.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van soja, met name tofu de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten, een beroerte en coronaire hartziekte, met name onder Aziaten en vrouwen verlaagde. Echter, dit verlaagde risico werd niet teruggevonden voor soja-isoflavonen.

Oorspronkelijke titel:
Association between consumption of soy and risk of cardiovascular disease: A meta-analysis of observational studies by Yan Z, Zhang X, […], Dong W.

Link:
http://journals.sagepub.com/doi/full/10.1177/2047487316686441

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over hart- en vaatziekten en sojaconsumptie. Beroerte en coronaire hartziekte zijn de subgroepen binnen hart- en vaatziekten.

Isoflavonen zijn de polyfenolen in sojaproducten. Tot de sojaproducten behoren onder andere tofu, tempeh en miso.

Deze maaltijden bevatten tofu.

Zoetstofgezoete frisdrank verhoogt het metabole syndroom

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het drinken van frisdrank de kans op het krijgen van het metabole syndroom?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 cross-sectionele studies en 4 prospectieve cohort studies met in totaal 56244 deelnemers. De leeftijd varieerde tussen 6 en 98 jaar. 

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in gepoolde analyses dat het drinken van frisdrank de kans op het krijgen van het metabole syndroom verhoogde.

De onderzoekers vonden in cross-sectionele studies dat het drinken van suikergezoete frisdrank de kans op het krijgen van het metabole syndroom significant met 46% [RR = 1.46, 95% BI = 1.18-1.91] verhoogde. Echter, dit significant verhoogde risico werd niet teruggevonden in cohort studies.

De onderzoekers vonden in cross-sectionele studies dat het drinken van zoetstofgezoete frisdrank de kans op het krijgen van het metabole syndroom significant met 145% [RR = 2.45, 95% BI = 1.15-5.14] verhoogde.

De onderzoekers vonden in prospectieve cohort studies dat het drinken van zoetstofgezoete frisdrank de kans op het krijgen van het metabole syndroom significant met 32% [RR = 1.32, 95% BI = 1.21-1.44] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat het drinken van frisdrank, met name zoetstofgezoete frisdrank de kans op het krijgen van het metabole syndroom verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Soft drink intake and the risk of metabolic syndrome: A systematic review and meta-analysis by Narain A, Kwok CS and Mamas MA.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28074617

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier over overgewicht en het metabole syndroom.

Mensen met het metabole syndroom wordt aangeraden te kiezen voor maaltijden/producten met maximaal 30 En% vet, waarvan maximaal 7 En% verzadigd vet en minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal. Welke producten/maaltijden uit de supermarkt geschikt zijn voor mensen met het metabole syndroom kunt u hier opzoeken.

 

Dagelijks 200 mg flavonoïden via voeding verlaagt all-cause mortaliteit

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van flavonoïden de kans op mortaliteit?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 prospectieve cohort studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel flavonoïden vergeleken met weinig, de kans op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit) significant met 18% [RR = 0.82, 95% BI = 0.72-0.92] verlaagde. Het risico was het laagste bij 200 mg flavonoïden per dag.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel flavonoïden vergeleken met weinig, de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten niet significant met 15% [RR = 0.85, 95% BI = 0.70-1.03] verlaagde. Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel flavonoïden vergeleken met weinig, de kans op doodgaan aan coronaire hartziekte niet significant met 26% [RR = 0.74, 95% BI = 0.54-1.02] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van 200 mg flavonoïden per dag de kans op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit) verlaagde. Echter, het verlaagde niet de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten of coronaire hartziekte.

Oorspronkelijke titel:
Dietary total flavonoids intake and risk of mortality from all causes and cardiovascular disease in the general population: a systematic review and meta-analysis of cohort studies by Liu XM, Liu YJ, [...], He QQ.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28054441

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over hart- en vaatziekten en flavonoïden.

Levensmiddelen

Aantal mg flavonoïden per 100 gram product

Boerenkool

93

Bramen

100

Groene thee

132

Aardbeien

141

Zwarte bessen

157

Bosbessen

163

Rode kool

209

Vers peterselie

216

Verse pruimen

220

Pistachenoten

237

Veenbessen

437

Pecannoten

493

 

Dagelijks 20 gram olijfolie verlaagt hart- en vaatziekten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Epidemiologische studies hebben de preventieve effecten van het eten van olijfolie tegen cardiovasculaire gebeurtenissen en sterfte door alle oorzaken aangetoond, maar de resultaten blijven inconsistent. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het eten van veel olijfolie de kans op het krijgen van zowel hart- en vaatziekten als doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 13 prospectieve cohort studies met een follow-up duur van 4 tot 28 jaar.

De cohort studies waren goed opgezet.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 8 cohort studies (261016 deelnemers, waarvan 14033 mensen met hart- en vaatziekte), vergeleken met een lage consumptie, dat een hoge consumptie van olijfolie de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten significant met 15% [RR = 0.85, 95% BI = 0.77 tot 0.93, p 0.001, I2 = 41%, p = 0.107] verlaagde.
Dit significante verlaagde risico bleef gelijk in zowel de subgroepenanalyses als de sensitiviteitsanalyses.
Dit significante verlaagde risico nam niet meer toe boven 20 gram olijfolie per dag.

De onderzoekers vonden in 11 cohort studies (713000 deelnemers, waarvan 173817 doden), vergeleken met een lage consumptie, dat een hoge consumptie van olijfolie de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 17% [RR = 0.83, 95% BI = 0.77 tot 0.90, p 0.001, I2 = 93%, p 0.001] verlaagde.
Dit significante verlaagde risico bleef gelijk in zowel de subgroepenanalyses als de sensitiviteitsanalyses.
Dit significante verlaagde risico nam niet meer toe boven 20 gram olijfolie per dag.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses dat elke verhoging met 5 gram olijfolie per dag, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten significant met 4% [RR = 0.96, 95% BI = 0.93 tot 0.99, p = 0.005] verlaagde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses dat elke verhoging met 5 gram olijfolie per dag, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 4% [RR = 0.96, 95% BI = 0.95 tot 0.96, p 0.001] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van 20 gram olijfolie per dag, de kans op het krijgen van zowel hart- en vaatziekten als doodgaan aan alle oorzaken verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Olive oil consumption and risk of cardiovascular disease and all-cause mortality: A meta-analysis of prospective cohort studies by Xia M, Zhong Y, [...], Qian C.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC9623257/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over olijfolie en hart- en vaatziekten.

Dagelijks 25-200 gram pinda’s verlagen mogelijk causaal triglyceridengehalte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Hoewel talrijke studies het beschermende effect van het eten van noten op cardiovasculair risico hebben gemeld, is het bewijs voor de rol van pinda's bij het handhaven van de cardiometabole gezondheid niet overtuigend. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verbetert een hoge consumptie van pinda’s causaal de risicofactoren van hart- en vaatziekten, zoals cholesterolgehalte en LDL/HDL verhouding?
Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 RCT’s met in totaal 643 deelnemers in de leeftijd van 18 tot 84 jaar.
De hoeveelheid pinda’s varieerde tussen 25 en 200 gram per dag met een follow-up duur van 2 tot 24 weken.

De studies waren slecht opgezet.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van pinda’s het triglyceridengehalte significant verlaagde [MD = -0.13, 95% BI = -0.20 tot -0.07, p 0.0001].

De onderzoekers vonden bij gezonde personen dat het eten van pinda’s het totale cholesterolgehalte significant verlaagde [MD = -0.40, 95% BI = -0.71 tot -0.09, p = 0.01].

De onderzoekers vonden bij gezonde personen dat het eten van pinda’s de LDL/HDL verhouding significant verlaagde [MD = -0.19, 95% BI = -0.36 tot -0.01, p = 0.03].

De onderzoekers vonden bij mensen met een hoog cardiometabolisch risico dat het eten van pinda’s tot een significante toename van het lichaamsgewicht leidde [MD = 0.97, 95% BI = 0.54 tot 1.41, p 0.0001].

De onderzoekers concludeerden dat het eten van 25 tot 200 gram pinda’s per dag gedurende 2 tot 24 weken, zowel het triglyceridengehalte als het totale cholesterolgehalte mogelijk causaal verlaagde. Mogelijk omdat de studies slecht opgezet waren.

Oorspronkelijke titel:
Effect of Peanut Consumption on Cardiovascular Risk Factors: A Randomized Clinical Trial and Meta-Analysis by Parilli-Moser I, Hurtado-Barroso S, […], Lamuela-Raventós RM.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC9011914/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over noten, cholesterol en hart- en vaatziekten.

Seleniumsupplementen verlagen depressie

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
De resultaten van studies bij mensen met betrekking tot selenium en depressieve stoornissen zijn inconsistent en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt een hoge selenium inname (via voeding of voedingssuplementen) de kans op het krijgen van depressie?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 20 studies (4 RCT’s, 9 cross-sectionele studies, 4 patiënt-controle studies en 3 prospectieve cohort studies) met in totaal 47164 deelnemers in de leeftijd van 18 tot 82 jaar.

Er was geen publicatie bias.
De RCT’s waren goed opgezet.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge inname van seleniumsupplementen de kans op het krijgen van postnatale depressie significant met 3% [OR = 0.97, 95% BI = 0.95 tot 0.99, I2 = 0.0%, p = 0.507] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van seleniumsupplementen de kans op het krijgen van depressieve symptomen significant verlaagde [WMD = -0.37, 95% BI = -0.56 tot -0.18, I2 = 0.0%, p = 0.959].

De onderzoekers concludeerden dat een hoge inname van seleniumsupplementen de kans op het krijgen van postnatale depressie verlaagde. Verder, verlaagde het slikken van seleniumsupplementen de kans op het krijgen van depressieve symptomen.

Oorspronkelijke titel:
The role of selenium in depression: a systematic review and meta-analysis of human observational and interventional studies by Sajjadi SS, Foshati S, […], Rouhani H.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC8776795/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over selenium en depressie.

Tomaten verlagen causaal tumornecrosefactor-alfa gehalte bij volwassenen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Ontsteking is een belangrijke oorzaak van chronische ziekten. Verschillende studies hebben de effecten van het eten van tomaten op de inflammatoire biomarkers (C-reactieve proteïne (CRP), interleukine 6 (IL-6) en tumornecrosefactor-α (TNF-α) onderzocht maar de resultaten zijn dubbelzinnig en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het eten van tomaten causaal de kans op het krijgen van ontstekingen bij volwassenen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 7 RCT’s met in totaal 465 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van tomaten het tumornecrosefactor-alfa gehalte (TNF-α gehalte) bij volwassenen significant verlaagde [Hedges' g = -0.45, 95% BI = -0.76 tot -0.13, p = 0.005, I2 = 0.0%].
Echter, het had geen effect op het CRP en IL-6 gehalte.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van tomaten het tumornecrosefactor-alfa gehalte (TNF-α gehalte) bij volwassenen causaal verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effect of tomato consumption on inflammatory markers in health and disease status: A systematic review and meta-analysis of clinical trials by Widjaja G, Doewes RI, […], Aravindhan S.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/35871957/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over tomaten en chronische ziekten.

Tumornecrosefactor-alfa (TNF-α) is een inflammatoir cytokine dat verhoogd is bij hartfalen.

Brassica-groenten verlagen causaal totaal cholesterolgehalte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Eerdere onderzoeken naar het effect van de Brassica-groenten op het bloedglucosegehalte en het lipidenprofiel hebben geen overtuigende bevindingen opgeleverd. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verbetert een hoge consumptie van Brassica-groenten causaal de risicofactoren van hart- en vaatziekten, zoals cholesterol-, nuchter bloedsuiker-, HbA1c en triglyceridengehalte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 9 RCT’s met in totaal 548 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in gepoolde analyses dat het eten van veel Brassica-groenten het totale cholesterolgehalte significant verlaagde [SMD = -0.28, 95% BI= -0.48 tot -0.08, p = 0.005].
Echter, het verlaagde niet het serum triglyceriden, LDL cholesterol, nuchter bloedsuiker en het HbA1c gehalte.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van Brassica-groenten het totale cholesterolgehalte causaal verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
The effect of Brassica vegetables on blood glucose levels and lipid profiles in adults. A systematic review and meta-analysis by Darand M, Alizadeh S and Mansourian M.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/35412701/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over groenteconsumptie, cholesterol, suikerziekte en hart- en vaatziekten.

Onder de familie “Brassica” vallen alle koolsoorten (bloemkool, broccoli, Chinese kool, witte kool), maar ook mosterd, raapzaad, paksoi en knolraap.


 

Groente en fruit verlagen baarmoederhalskanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van groente of fruit de kans op het krijgen van endometriumkanker (baarmoederhalskanker)?
Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 21 patiënt-controle studies en 6 cohort studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van groente de kans op het krijgen van endometriumkanker significant met 24% [gepoolde odds ratio [OR], relatieve risico [RR], hazard ratio [HR] = 0.76, 95% BI = 0.63 tot 0.91] verlaagde.
Dit resultaat werd gevonden in studies van hoge kwaliteit.

De onderzoekers vonden dat het eten van kruisbloemige groente de kans op het krijgen van endometriumkanker significant met 19% [gepoolde OR = 0.81, 95% BI = 0.70 tot 0.94] verlaagde.
Dit resultaat werd gevonden in studies van hoge kwaliteit.

De onderzoekers vonden dat het eten van donkergroene en geel-oranje groente de kans op het krijgen van endometriumkanker significant met 36% [gepoolde OR = 0.64, 95% BI = 0.42 tot 0.97] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van fruit de kans op het krijgen van endometriumkanker significant met 19% [gepoolde OR = 0.81, 95% BI = 0.70 tot 0.92] verlaagde.
Dit resultaat werd gevonden in studies van hoge kwaliteit.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van zowel groente (met name kruisbloemige, donkergroene en geel-oranje groente) als fruit de kans op het krijgen van endometriumkanker (baarmoederhalskanker) verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
The influence of dietary vegetables and fruits on endometrial cancer risk: a meta-analysis of observational studies by Lu YT, Gunathilake M and Kim J.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/36151331/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over patiënt-controle en cohort studies, kanker en groenten en fruit consumptie.

 

Vitamine E supplementen verlagen ziekte van Alzheimer

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Dementie is een chronische progressieve neurodegeneratieve ziekte die kan leiden tot invaliditeit en het overlijden bij mensen, maar er is nog steeds geen effectieve preventie en behandeling voorhanden. Vanwege de neuroprotectieve effecten van vitamine E heeft een groot aantal onderzoekers onderzocht of vitamine E het risico op dementie kan verminderen. Sommige onderzoekers zijn van mening dat vitamine E het risico op dementie kan verminderen, terwijl anderen tegenovergestelde conclusie trekken en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt een hoge vitamine E inname (via voeding of voedingssupplementen) de kans op het krijgen van dementie en de ziekte van Alzheimer?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 13 cohort studies met 46968 deelnemers, waarvan 6046 mensen met dementie na een follow-up duur van 4 tot 23 jaar en 2 patiënt-controle studies met 3157 controles en 3459 mensen met dementie (=de patiënten).

De NOS waarde varieerde tussen 6 en 8 (het betekent dat de studies goed opgezet waren).
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in gepoolde analyses dat een hoge vitamine E inname (via voeding en/of voedingssupplementen) de kans op het krijgen van dementie significant met 21% [OR = 0.79, 95% BI = 0.70 tot 0.88, I2 = 35.0%] verlaagde.
Dit significante verlaagde risico werd ook teruggevonden in cohort studies [OR = 0.79, 95% BI = 0.69 tot 0.89] en in studies met een NOS waarde boven 7 [OR = 0.85, 95% BI = 0.75 tot 0.97].

De onderzoekers vonden in de subgroepanalyses dat een hoge vitamine E inname via voeding de kans op het krijgen van dementie significant met 22% [OR = 0.78, 95% BI = 0.65 tot 0.95] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepanalyses dat een hoge vitamine E inname via voedingssupplementen de kans op het krijgen van dementie significant met 17% [OR = 0.83, 95% BI = 0.73 tot 0.94] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge vitamine E inname (via voeding en/of voedingssupplementen) de kans op het krijgen van de ziekte van Alzheimer significant met 22% [OR = 0.78, 95% BI = 0.64 tot 0.94, I2 = 36.9%] verlaagde.

Dit significante verlaagde risico werd ook teruggevonden in cohort studies [OR = 0.77, 95% BI = 0.63 tot 0.94].

De onderzoekers vonden in de subgroepanalyses dat een hoge vitamine E inname via voeding de kans op het krijgen van de ziekte van Alzheimer niet significant met 17% [OR = 0.83, 95% BI = 0.64 tot 1.09] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepanalyses dat een hoge vitamine E inname via voedingssupplementen de kans op het krijgen van de ziekte van Alzheimer significant met 33% [OR = 0.67, 95% BI = 0.47 tot 0.96] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat de resultaten die gevonden waren in gepoolde analyses gelijk bleven in de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers concludeerden dat een hoge vitamine E inname zowel via voeding als voedingssupplementen de kans op het krijgen van dementie verlaagde. Verder, verlaagde alleen een hoge vitamine E inname via voedingssupplementen de kans op het krijgen van de ziekte van Alzheimer.

Oorspronkelijke titel:
Association of vitamin E intake in diet and supplements with risk of dementia: A meta-analysis by Zhao R, Han X, [...], You H.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC9376618/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine E en dementie
 

Hoog alfa-linoleenzuur bloedgehalte verlaagt dikke darmkanker

Onderzoeksvraag:
Verlaagt een hoog alfa-linoleenzuur bloedgehalte of een hoge alfa-linoleenzuur inname via voeding de kans op het krijgen van dikke darmkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 15 cohort studies met 12239 mensen met dikke darmkanker onder 861725 deelnemers.
De gemiddelde follow-up duur was 9.3 jaar.
Er was geen publicatie bias.
13 van de 15 studies hadden een NOS waarde van 8. Anders gezegd, 13 studies waren goed opgezet.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoog alfa-linoleenzuur bloedgehalte, de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 17% [gepoolde RR = 0.83, 95% BI = 0.69 tot 0.99, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging van het alfa-linoleenzuur bloedgehalte met 0.1%, de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 10% [gepoolde RR = 0.90, 95% BI = 0.80 tot 0.99, I2 = 38.6%] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat een hoog alfa-linoleenzuur bloedgehalte, de kans op het krijgen van dikke darmkanker verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Association of Dietary Intake and Biomarker of α-Linolenic Acid With Incident Colorectal Cancer: A Dose-Response Meta-Analysis of Prospective Cohort Studies by Dai ZB, Ren XL, […], Xu L.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC9301188/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over patiënt-controle en cohort studies, alfa-linoleenzuur en dikke darmkanker.

Vind hier welke producten veel alfa-linoleenzuur bevatten.

Een hoog alfa-linoleenzuur bloedgehalte kan verkregen worden door producten te eten die veel alfa-linoleenzuur bevatten en/of alfa-linoleenzuur supplementen te slikken.

 

Regelmatig visconsumptie verlaagt leeftijdsgebonden oogziekte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen het eten van de verschillende voedingsgroepen (vis, magere melk, gevogelte en vlees) en de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden oogziekte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 15 observationele studies met in totaal 51695 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 15 studies met 51695 deelnemers, dat het regelmatig eten van vis de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden oogziekte significant met 30% [OR = 0.70, 95% BI = 0.62 tot 0.79] verlaagde.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden in 3 studies met 7723 deelnemers dat het regelmatig eten van magere melk, gevogelte of dierlijke producten behalve vlees, de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden oogziekte significant met 30% [OR = 0.70, 95% BI = 0.61 tot 0.79] verlaagde.
Significant omdat OR van 1 niet in de 95% BI van 0.61 tot 0.79 zat. OR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden in 8 studies met 28753 deelnemers dat het regelmatig eten van roodvlees, de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden oogziekte significant met 41% [OR = 1.41, 95% BI = 1.07 tot 1.86] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat het regelmatig eten van vis, magere melk, gevogelte of dierlijke producten behalve vlees, de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden oogziekte verlaagde. Echter, het regelmatig eten van roodvlees verhoogde juist de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden oogziekte.

Oorspronkelijke titel:
Linkage between a plant-based diet and age-related eye diseases: a systematic review and meta-analysis by Cirone C, Cirone KD and Malvankar-Mehta MS.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/36102832/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vis, melk, gevogelte, vlees en oogziekte

Regelmatig visconsumptie komt in de praktijk neer op minimaal 2 keer vis (100-150 gram per keer) per week.

Dagelijks 400 mg vitamine C supplementen verbetert longfunctie van COPD patiënten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Hebben COPD patiënten baat bij het slikken van vitamine C supplementen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 RCT’s met in totaal 487 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van 400 mg vitamine C supplementen per dag of hoger, het percentage geforceerde expiratoire volume in 1 seconde (FEV1%) bij COPD patiënten verbeterde [SMD = 1.08, 95% BI = 0.03 tot 2.12, p = 0.04].

De onderzoekers vonden dat het slikken van 400 mg vitamine C supplementen per dag of hoger, de FEV1/FVC verhouding bij COPD patiënten verbeterde [WMD = 0.66, 95% BI = 0.26 tot 1.06, p = 0.001].

De onderzoekers vonden dat het slikken van 400 mg vitamine C supplementen per dag of hoger, het serum vitamine C gehalte bij COPD patiënten verhoogde [SMD = 0.63, 95% BI = 0.02 tot 1.24, p = 0.04].

De onderzoekers vonden dat het slikken van 400 mg vitamine C supplementen per dag of hoger, het serum GSH gehalte bij COPD patiënten verhoogde [SMD = 2.47, 95% BI = 1.06 tot 3.89, p = 0.0006].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van 400 mg vitamine C supplementen per dag of hoger, het serum gehalte aan antioxidanten, met name vitamine C en GSH verhoogde en de longfunctie, met name FEV1% en FEV1/FVC verbeterde van COPD patiënten.

Oorspronkelijke titel:
Efficacy of Vitamin C Supplementation on Chronic Obstructive Pulmonary Disease (COPD): A Systematic Review and Meta-Analysis by Lei T, Lu T, […], Liu J.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC9473551/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over COPD en vitamine C.

Geforceerde expiratoire volume in 1 seconde (FEV1) of de éénsecondewaarde (ESW) is de maximale hoeveelheid lucht die u na een volledige inademing snel en geforceerd kunt uitademen in één seconde. Het is belangrijk om die FEV1 waarde te vergelijken met de “normale” waarde van een vergelijkbaar persoon (leeftijd, geslacht, grootte). Aan de hand daarvan kan de ernst van de luchtwegvernauwing geëvalueerd worden.

FVC of de geforceerde vitale capaciteit is de totale hoeveelheid lucht die na een volledige inademing maximaal kan worden uitgeademd.

Tiffeneau index of FEV1/FVC verhouding zegt iets over hoe open de luchtwegen staan. Normaal gesproken moet deze waarde groter dan 0.7 zijn. Bij een waarde onder 0.7 is er sprake van vernauwde luchtwegen.

 

Hoge vezelinname verlaagt causaal hart- en vaatziekten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verbetert een hoge vezelinname causaal de risicofactoren van hart- en vaatziekten, zoals cholesterol-, nuchter bloedsuiker-, HbA1c en nuchter insuline gehalte, bloeddruk en HOMA-IR waarde)?

Studieopzet:
Dit paraplu-overzichtsartikel bevatte 52 meta-analyses (overzichtsartikelen) van RCT’s met in totaal 47197 deelnemers. 

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge vezelinname het nuchter bloedsuikergehalte significant verlaagde [ES = -0.55, 95% BI = -0.73 tot -0.38, p 0.001].
Significant wil zeggen, er kan met 95% zekerheid gezegd worden, dat een hoge vezelinname het nuchter bloedsuikergehalte werkelijk verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge vezelinname het nuchter plasma insulinegehalte significant verlaagde [ES = -1.22, 95% BI = -1.63 tot -0.82, p 0.001].
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat een hoge vezelinname de HOMA-IR waarde significant verlaagde [ES = -0.43, 95% BI = -0.60 tot -0.27, p 0.001].

De onderzoekers vonden dat een hoge vezelinname het HbA1c gehalte significant verlaagde [ES = -0.38, 95% BI = -0.50 tot -0.26, p 0.001].

De onderzoekers vonden dat een hoge vezelinname het totale cholesterolgehalte significant verlaagde [ES = -0.28, 95% BI = -0.39 tot -0.16, p 0.001].

De onderzoekers vonden dat een hoge vezelinname het LDL cholesterolgehalte (slecht cholesterol) significant verlaagde [ES = -0.25, 95% BI = -0.34 tot -0.16, p 0.001].

De onderzoekers vonden dat een hoge vezelinname het tumornecrosefactor-alfa (TNFα)  gehalte significant verlaagde [ES = -0.78, 95% BI = -1.39 tot -0.16, p 0.001].

De onderzoekers vonden dat een hoge vezelinname de diastolische bloeddruk (onderdruk) significant verlaagde [ES = -0.67, 95% BI = -0.96 tot -0.37, p 0.001].

De onderzoekers concludeerden dat een hoge vezelinname de risicofactoren van hart- en vaatziekten, met name cholesterol-, nuchter bloedsuiker-, HbA1c, het tumornecrosefactor-alfa en nuchter insuline gehalte, bloeddruk en HOMA-IR waarde causaal verbeterde.

Oorspronkelijke titel:
Associations between dietary fiber intake and cardiovascular risk factors: An umbrella review of meta-analyses of randomized controlled trials by Fu L, Zhang G, […], Tan M.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC9511151/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vezel, cholesterol, hoge bloeddruk, suikerziekte en hart- en vaatziekten.

Een hoge vezelinname komt overeen met een dieet met minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal. Gebruik de 7-punten voedingsprofiel app om te zien of uw dagelijkse voeding 1.5 gram vezels per 100 kcal bevat.
Deze producten in de supermarkt bevat 1.5 gram vezels per 100 kcal.

Tumornecrosefactor-alfa (TNFα, ook wel cachectine of cachexine genoemd) is een van de twee bekende tumornecrosefactoren en een cytokine. Tumornecrosefactor-alfa speelt een belangrijke rol bij de ontstekingsprocessen en de acutefasereactie.

De overproductie van tumornecrosefactor-alfa wordt in verband gebracht met een aantal ziekten, zoals kanker. Tumornecrosefactor-alfa activeert namelijk door aan Tumor Necrosis Factor receptor 1 (TNFr1) of Tumor Necrosis Factor receptor 2 (TNFr2) te binden.

Een paraplu overzichtsartikel is een wetenschappelijk artikel met alleen maar overzichtsartikelen over een bepaald onderwerp (zoals hart- en vaatziekten). De conclusie in een paraplu overzichtsartikel is nog betrouwbaarder dan in een afzonderlijk overzichtsartikel.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van (prospectieve) cohort studies of patiënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

Dagelijks 20-25 mcg vitamine D3 supplementen verlagen kans op osteoporotische breuk en vallen bij ouderen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Hoewel recente studies gepubliceerd zijn waarin de verschillende doseringen en intervallen van vitamine D suppletie vergeleken worden, moet er nog worden opgehelderd of er een geschikte dosering of interval bestaat voor het verminderde risico op het krijgen van fracturen en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd. 

Verlaagt het slikken van vitamine D3 supplementen de kans op het krijgen van breuk of de kans op vallen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 32 RCT’s met in totaal 104363 patiënten.

De gemiddelde studiegrootte was 3162 patiënten per studie.
De gemiddelde vitamine D3 dosering was 800 IE per dag.
De gemiddelde vitamine D interventie was 24 maanden.
De gemiddelde leeftijd was 72 jaar.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het dagelijks slikken van 800-1000 IE vitamine D3 supplementen de kans op het krijgen van osteoporotische breuk bij ouderen significant met 13% [gepoold relatieve risico = 0.87, 95% BI = 0.78 tot 0.97, I2 = 23.5%] verlaagde.
Dit significant verlaagde risico werd niet teruggevonden beneden 800 IE en boven 1000 IE vitamine D3 supplementen.

De onderzoekers vonden dat het dagelijks slikken van 800-1000 IE vitamine D3 supplementen de kans op vallen bij ouderen significant met 9% [gepoold relatieve risico = 0.91, 95% BI = 0.85 tot 0.98, I2 = 70.9%] verlaagde.
Dit significant verlaagde risico werd niet teruggevonden beneden 800 IE en boven 1000 IE vitamine D3 supplementen.

De onderzoekers concludeerden dat het dagelijks slikken van 800-1000 IE (20-25 mcg) vitamine D3 supplementen gedurende 24 maanden zowel de kans op het krijgen van osteoporotische breuk als de kans op vallen bij ouderen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effect of Vitamin D Supplementation on Risk of Fractures and Falls According to Dosage and Interval: A Meta-Analysis by Kong SH, Jang HN, […], Shin CS.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC9081312/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine D en botontkalking
 

Vitamine E-supplementen verbeteren kwaliteit van leven van mensen met reumatoïde artritis

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Hebben mensen met reumatoïde artritis (chronische gewrichtsreuma) baat bij het slikken van vitamine E supplementen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 9 RCT’s met in totaal 39845 patiënten. 

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat mensen met reumatoïde artritis met gevoelige gewrichten baat hadden bij het slikken van vitamine E supplementen [MD = -1.66, 95% BI = -6.32 tot -2.99, I2 = 93%, p 0.00001].

De onderzoekers vonden dat mensen met reumatoïde artritis met gezwollen gewrichten baat hadden bij het slikken van vitamine E supplementen [MD = -0.46, 95% BI = -1.98 tot -1.07, I2 = 56%,p = 0.08].

De onderzoekers concludeerden dat het vermogen van vitamine E om de darmbarrière te herstellen en het maagdarmkanaal te verbeteren, kan verband houden met de preventie en behandeling van reumatoïde artritis. Vitamine E-supplementen die regelmatig worden gebruikt, kunnen mensen met reumatoïde artritis helpen gewrichtspijn, oedeem en stijfheid te verminderen en hun algehele kwaliteit van leven te verbeteren.

Oorspronkelijke titel:
Effect of vitamin E supplementation in rheumatoid arthritis: a systematic review and meta-analysis by Kou H, Qing Z, […], Ma J.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/35468933/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over reuma, significant/RCT’s en vitamine E.

 

Dagelijks 500 mg flavonoïden via voeding verlaagt hart- en vaatziekte, suikerziekte en een hoge bloeddruk

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een dosisafhankelijk verband tussen het eten van flavonoïden en de verlaagde kans op het krijgen van een cardiometabole ziekte, zoals hart- en vaatziekte, suikerziekte (diabetes), hypertensie (een hoge bloeddruk), chronische nierschade, obesitas en dyslipidemie (een verstoorde verhouding van de vetstoffen (cholesterol) in het bloed)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 47 prospectieve cohort studies met in totaal 1346676 deelnemers, waarvan 127507 mensen met een cardiometabole ziekte.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 500 mg flavonoïden per dag via voeding, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekte significant met 7% [gepoolde RR = 0.93, 95% BI = 0.88 tot 0.98] verlaagde.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 500 mg flavonoïden per dag via voeding, de kans op het krijgen van suikerziekte significant met 11% [gepoolde RR = 0.89, 95% BI = 0.84 tot 0.94] verlaagde.
Significant wil zeggen, er kan met 95% zekerheid gezegd worden, dat elke verhoging met 500 mg flavonoïden per dag via voeding, de kans op het krijgen van suikerziekte werkelijk met 11% verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 500 mg flavonoïden per dag via voeding, de kans op het krijgen van een hoge bloeddruk significant met 3% [gepoolde RR = 0.97, 95% BI = 0.94 tot 0.99] verlaagde.
Significant omdat gepoolde RR van 1 niet in de 95% BI van 0.94 tot 0.99 zat. Gepoolde RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden ook een lineair-dosisafhankelijk verband tussen de totale inname van flavonoïden via voeding en het krijgen van hart- en vaatziekte [p niet-lineariteit = 0.541] en suikerziekte [p niet-lineariteit = 0.077].

De onderzoekers concludeerden dat het eten van 500 mg flavonoïden per dag, de kans op het krijgen van zowel hart- en vaatziekte, suikerziekte als het hebben van een hoge bloeddruk verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Total dietary flavonoid intake and risk of cardiometabolic diseases: A dose-response meta-analysis of prospective cohort studies by Li T, Zhao Y, […], Liu J.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/36148848/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over flavonoïden, diabetes en het voorkomen van een hoge bloeddruk.


 

Vitamine D-tekort verhoogt blindheid bij mensen met suikerziekte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Er is aangetoond dat vitamine D bloedgehaltes geassocieerd zijn met diabetische retinopathie, maar tot op heden is er geen onderzoek uitgevoerd naar de relatie tussen vitamine D en zichtsbedreigende diabetische retinopathie en niet-zichtbedreigende diabetische retinopathie. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verhoogt een vitamine D tekkort (gedefinieerd als 25(OH)D 20 ng/mL) de kans op het krijgen van diabetische retinopathie bij mensen met suikerziekte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 cross-sectionele studies en 1 patiënt-controle studie met in total 9057 deelnemers.
De studies waren goed opgezet.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een vitamine D tekort (25(OH)D 20 ng/mL) de kans op het krijgen van zichtsbedreigende diabetische retinopathie bij mensen met suikerziekte significant met 80% [OR = 1.80, 95% BI = 1.40 tot 2.30, p ≤ 0.001, I2 = 39.39%] verhooogde.
Echter, dit significant verhoogde risico werd niet teruggevonden voor niet-zichtbedreigende  diabetische retinopathie [OR = 1.10, 95% BI = 0.90 tot 1.27, p = 0.48, I2 = 30.2%].

De onderzoekers concludeerden dat een vitamine D tekort (gedefinieerd als 25(OH)D 20 ng/mL) de kans op het krijgen van zichtsbedreigende diabetische retinopathie bij mensen met suikerziekte verhoogde en daarom is het belangrijk dat een vitamine D-tekort adequaat en tijdig wordt behandeld om het risico op blindheid bij mensen met suikerziekte te verminderen.

Oorspronkelijke titel:
Associations between vitamin D status and sight threatening and non-sight threatening diabetic retinopathy: a systematic review and meta-analysis by Trott M, Driscoll R, […], Pardhan S.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC9167360/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine D en suikerziekte.

Netvliesafwijkingen (diabetische retinopathie, DRP) is een ziekte van de kleine bloedvaten in het netvlies waarbij vaatwandlekkage en nieuwvorming van vaten de functie van het oog en daarmee het gezichtsvermogen bedreigen.

Het is opvallend dat het 5-20 jaar kan duren voordat iemand met diabetes klinische netvliesafwijkingen ontwikkelt. Hoe langer de diabetes bestaat, des te groter de kans op netvliesafwijkingen. De kans op netvliesafwijkingen neemt tevens toe naarmate de diabetes slecht gereguleerd is.

Patiënten met diabetes type 1 (suikerziekte type 1)

  • gedurende de eerste 5 jaar komt bij patiënten zelden netvliesafwijkingen voor.
  • na 5 jaar  heeft 25% van de patiënten een retinopathie.
  • na 10 jaar heeft 60% van de patiënten een retinopathie.
  • na 15 jaar heeft ongeveer 80% van de patiënten een retinopathie.
  • na 20 jaar heeft ongeveer 95% van de patiënten een retinopathie.

Patiënten met diabetes type 2 (suikerziekte type 2)

  • bij het stellen van de diagnose suikerziekte blijkt 20-38% al diabetische retinopathie te hebben.
  • binnen 5 jaar  na het stellen van de diagnose heeft 24% (patiënten zonder insulinetherapie) tot 40% (patiënten met insulinetherapie) een retinopathie.
  • bij 22% van de patiënten zonder diabetische retinopathie bij het stellen van de diagnose bleek er na 6 jaar diabetische retinopathie te  zijn ontstaan.
  • na 20 jaar heeft zo’n 85% van de patiënten een retinopathie.

De meest betrouwbare manier om een vitamine D-tekort vast te stellen is door het vitamine D gehlate in het bloed via de huisarts te laten meten.