Voeding en gezondheid

Quercetinesupplementen verlagen bloeddruk

Onderzoeksvraag:
Klinische onderzoeken naar de cardiovasculaire beschermende effecten van quercetine bij mensen hebben tegenstrijdige resultaten opgeleverd en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het slikken van quercetinesupplementen de bloeddruk en het gehalte aan bloedvetten (zoals triglyceriden- en cholelesterolgehalte)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 17 RCT’s met in totaal 896 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van quercetinesupplementen de systolische bloeddruk significant verlaagde [WMD = -3.09 mmHg, 95% BI = -4.59 tot -1.59, p = 0.0001].

De onderzoekers vonden dat het slikken van quercetinesupplementen de diastolische bloeddruk significant verlaagde [WMD = -2.86 mmHg, 95% BI = -5.09 tot -0.63, p = 0.01].

De onderzoekers vonden dat het slikken van quercetinesupplementen gedurende minimal 8 weken het HDL-cholesterolgehalte significant verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van quercetinesupplementen gedurende minimal 8 weken het triglyceridengehalte significant verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van quercetinesupplementen gedurende minimal 8 weken de bloeddruk en het triglyceridengehalte verlaagde, terwijl het HDL-cholesterolgehalte (goed cholesterol) verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Effect of quercetin supplementation on plasma lipid profiles, blood pressure, and glucose levels: a systematic review and meta-analysis by Huang H, Liao D, [...], Pu R.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31940027

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het verlagen van het cholesterolgehalte en de bloeddruk, RCT’s /significant en quercetine.


 

Psylliumvezel verlaagt slecht cholesterol bij mensen met suikerziekte

Onderzoeksvraag:
Is er een causaal verband tussen het eten van psylliumvezel en de verbeteringen van de risicofactoren van suikerziekte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 9 RCT’s met in totaal 395 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van psylliumvezel het triglyceridengehalte significant verlaagde [WMD = -19.18 mg/dL, 95% BI = -31.76 tot -6.60, I2 = 98%].

De onderzoekers vonden dat het eten van psylliumvezel het LDL-cholesterolgehalte (slecht cholesterol) significant verlaagde [WMD = -8.96 mg/dL, 95% BI = -13.39 tot -4.52, I2 = 97%].

De onderzoekers vonden dat het eten van psylliumvezel het nuchter bloedglucosegehalte significant verlaagde [WMD = -31.71 ml/dL, 95% BI = -50.04 tot -13.38, I2 = 97%].

De onderzoekers vonden dat het eten van psylliumvezel het HbA1c-gehalte significant verlaagde [WMD = -0.91%, 95% BI = -1.31 tot -0.51, I2 = 99%].

De onderzoekers concludeerden dat het eten van psylliumvezel het triglyceridengehalte, het LDL-cholesterolgehalte, het nuchter bloedglucosegehalte en het HbA1c-gehalte van mensen met suikerziekte verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
The effect of psyllium consumption on weight, body mass index, lipid profile, and glucose metabolism in diabetic patients: A systematic review and dose-response meta-analysis of randomized controlled trials by Xiao Z, Chen H, [...], Wei Y.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31919936

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vezels en suikerziekte.

Psylliumvezels zijn de buitenste schilletjes van de zaadjes van de plant die we in het Latijn plantago ovata noemen.

Thee verlaagt mogelijk dikke darmkanker onder vrouwen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Gegevens uit in-vitro en dierenstudies ondersteunen het preventieve effect van thee (Camellia sinensis) tegen colorectale kanker (dikke darmkanker). Verder evalueerden veel epidemiologische studies het verband tussen theeconsumptie en het risico op het krijgen van colorectale kanker, maar de resultaten waren inconsistent. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het drinken van thee de kans op het krijgen van dikke darmkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 20 cohort studies met in totaal 2068137 deelnemers, waarvan 21437 mensen met dikke darmkanker.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het drinken van veel thee, de kans op het krijgen van dikke darmkanker niet significant met 3% [gepoolde RR = 0.97, 95% BI = 0.94-1.01, I2 = 24.0%, p = 0.093] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses, dat het drinken van veel thee, de kans op het krijgen van dikke darmkanker onder vrouwen significant met 7% [gepoolde RR = 0.93, 95% BI = 0.86-1.00, p 0.05] verlaagde.
Echter, dit verlaagde risico was niet significant onder mannen [RR = 0.97, 95% BI = 0.90-1.04].

De onderzoekers vonden in studies waarbij gecorrigeerd werd voor kofieconsumptie, dat het drinken van veel thee, de kans op het krijgen van dikke darmkanker onder vrouwen niet significant met 3% [gepoolde RR = 0.97, 95% BI = 0.87-1.09, p > 0.05] verlaagde.

De onderzoekers vonden in studies waarbij niet gecorrigeerd werd voor kofieconsumptie, dat het drinken van veel thee, de kans op het krijgen van dikke darmkanker onder vrouwen significant met 10% [gepoolde RR = 0.90, 95% BI = 0.82-1.00, p 0.05] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het drinken van veel thee, de kans op het krijgen van dikke darmkanker onder vrouwen mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat het verlaagde risico niet significant was in studies waarbij gecorrigeerd werd voor kofieconsumptie.

Oorspronkelijke titel:
Tea consumption and colorectal cancer risk: a meta-analysis of prospective cohort studies by Zhu MZ, Lu DM, […], Liu ZH.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/32078065

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over thee en dikke darmkanker.


 

Hartfalen verhoogt dementie

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
De uitkomsten met betrekking tot cognitieve stoornissen bij hartfalen zijn verschillend omdat het bewijs gefragmenteerd en de steekproefgrootte klein is. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verhoogt hartfalen de kans op het krijgen van dementie?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 12 studies met in totaal 2406680 mensen met hartfalen.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat hartfalen de kans op het krijgen van dementie, veroorzaakt door alle oorzaken significant met 28% [OR/RR  =  1.28, 95% BI = 1.15 tot 1.43, I2 = 70.0%, p   0.001] verhoogde.
Dit verhoogde risico bleef gelijk in de sensitiviteitsanalyse.
Significant omdat OR/RR van 1 niet in de 95% BI van 1.15 tot 1.43 zat. OR/RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

Echter, de onderzoekers vonden geen verband tussen hartfalen en de kans op het krijgen van de ziekte van Alzheimer [OR/RR  =  1.38, 95% BI = 0.90 tot 2.13, I2 = 74.8%, p   0.008].
Geen verband werd ook teruggevonden in de sensitiviteitsanalyse.
Geen verband omdat OR/RR van 1 in de 95% BI van 0.90 tot 2.13 zat. OR/RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers concludeerden dat hartfalen de kans op het krijgen van dementie, maar niet de ziekte van Alzheimer, verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Associations between heart failure and risk of dementia: A PRISMA-compliant meta-analysis by Li J, Wu Y, [...], Nie J.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC7004760/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over hartfalen en dementie
 

N-3 vetzurensupplementen verlagen pre-eclampsie tijdens de zwangerschap

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
De werkzaamheid van n-3 vetzurensupplementen ter preventie van zwangerschap-geïnduceerde hypertensie of pre-eclampsie blijft onduidelijk en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlagen n-3 vetzurensupplementen (EPA en/of DHA en/of ALA) hypertensie of pre-eclampsie tijdens de zwangerschap?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 14 RCTs. 

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van n-3 vetzurensupplementen, de kans op het krijgen van pre-eclampsie tijdens de zwangerschap significant met 18% [RR = 0.82, 95% BI = 0.70 tot 0.97, p = 0.024, I2 = 19.0%] verlaagde.
Het verlaagde echter niet hypertensie (hoge bloeddruk) tijdens de zwangerschap [RR = 0.98, 95% BI = 0.90 tot 1.07, p = 0.652, I2 = 0%].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van n-3 vetzurensupplementen, de kans op het krijgen van pre-eclampsie tijdens de zwangerschap verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Efficacy of n-3 fatty acids supplementation on the prevention of pregnancy induced-hypertension or preeclampsia: A systematic review and meta-analysis by Bakouei F, Delavar MA, […], Taheri Z.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/32039806

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over zwangerschap, het verlagen van de bloeddruk en n-3 vetzuren.

Pre-eclampsie is een zwangerschapscomplicatie die gekenmerkt wordt door een combinatie van te hoge bloeddruk en eiwitverlies via de urine.
 

LDL cholesterol verhoogt hart- en vaatziekten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Vermindert een LDL-cholesterolverlagende behandeling het risico op het krijgen van ernstige vaataandoeningen (een samenstelling van cardiovasculaire mortaliteit, niet-fataal hartinfarct, niet-fatale ischemische beroerte of coronaire revascularisatie)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 52 RCT’s met in totaal 327037 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat elke verlaging van het LDL-cholesterolgehalte met 1 mmol/L de kans op het krijgen van ernstige vaataandoeningen significant met 19% [relatieve risico = 0.81, 95% BI = 0.78 tot 0.84, p 0.0001] verlaagde.
Dit verlaagde risico was onafhankelijk van het LDL-cholesterolgehalte (slecht cholesterol) aan het begin van de studie, de aanwezigheid van diabetes [p = 0.878 voor interactie] of chronische nierziekte [p = 0.934 voor interactie].

De onderzoekers concludeerden dat elke verlaging van het LDL-cholesterolgehalte met 1 mmol/L de kans op het krijgen van ernstige vaataandoeningen (een samenstelling van cardiovasculaire mortaliteit, niet-fataal hartinfarct, niet-fatale ischemische beroerte of coronaire revascularisatie) verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Intensive LDL cholesterol-lowering treatment beyond current recommendations for the prevention of major vascular events: a systematic review and meta-analysis of randomised trials including 327 037 participants by Wang N, Fulcher J, […], Lal S.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31862150

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het verlagen van het cholesterolgehalte en hart- en vaatziekten.


 

Dagelijks 20 gram boomnoten verlaagt kanker aan het spijsverteringsstelsel

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Epidemiologische studies hebben het verband onderzocht tussen de consumptie van noten en het risico op het krijgen van verschillende kankersoorten. De huidige bevindingen zijn echter inconsistent en er is geen definitieve conclusie getrokken uit de prospectieve studies. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het eten van noten de kans op het krijgen van kanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 33 cohort studies met meer dan 50000 kankergevallen.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel noten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van kanker significant met 10% [RR = 0.90, 95% BI = 0.85-0.95] verlaagde.
Dit verlaagde risico was allleen terug te vinden voor boomnoten.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel noten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van kanker aan het spijsverteringsstelsel significant met 17% [RR = 0.83, 95% BI = 0.77-0.89] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van 20 gram noten per dag, de kans op het krijgen van kanker significant met 10% [RR = 0.90, 95% BI = 0.82-0.99] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van 20 gram boomnoten per dag, de kans op het krijgen van kanker aan het spijsverteringsstelsel verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Nut Consumption and Risk of Cancer: A Meta-analysis of Prospective Studies by Long J, Ji Z, […], Cheng L.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/32041895

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over noten en kanker.


 

Hepatitis B-virus infectie verhoogt chronische nierziekte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
De activiteit van de hepatitis B-virus (HBV) als risicofactor voor de incidentie en progressie van de chronische nierziekte is nog niet opgehelderd. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verhoogt een hepatitis B-virus infectie de kans op het krijgen van chronische nierziekte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 33 studies met in totaal 7849849 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 11 cohort studies met in totaal 1056645 deelnemers, dat een hepatitis B-virus infectie de kans op het krijgen van chronische nierziekte significant met 40% [adjusted HR = 1.40, 95% BI = 1.16 tot 1.69, p 0.001, I2 = 49.5%, p 0.0001] verhoogde.

De onderzoekers vonden in 10 cross-sectionele studies met in totaal 3222545 deelnemers, geen verband tussen een hepatitis B-virus infectie en de prevalentie van chronische nierziekte [adjusted OR = 1.04, 95% BI = 0.90 tot 1.218, p = 0.5].

De onderzoekers concludeerden dat een hepatitis B-virus infectie de kans op het krijgen van chronische nierziekte verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
HBV infection is a risk factor for chronic kidney disease: Systematic review and meta-analysis by Fabrizi F, Cerutti R, […], Messa P.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/32037008

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over nierziekte
 

3 keer per week groente en fruit verlaagt maagkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Welke factoren worden in verband gebracht met het krijgen van maagkanker?  

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 232 observationele studies met in totaal 33831063 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een H. pylori infectie de kans op het krijgen van maagkanker significant met 156% [OR = 2.56, 95% BI = 2.18 tot 3.00] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat rokers een significante verhoogde kans van 61% [OR = 1.61, 95% BI = 1.49 tot 1.75] hadden op het krijgen van maagkanker.

De onderzoekers vonden dat ex-rokers een significante verhoogde kans van 43% [OR = 1.43, 95% BI = 1.29 tot 1.59] hadden op het krijgen van maagkanker.

De onderzoekers vonden dat drinkers een significante verhoogde kans van 19% [OR = 1.19, 95% BI = 1.10 tot 1.29] hadden op het krijgen van maagkanker.

De onderzoekers vonden dat ex-drinkers een significante verhoogde kans van 73% [OR = 1.73, 95% BI = 1.17 tot 2.56] hadden op het krijgen van maagkanker.

De onderzoekers vonden dat het eten van minimaal 3 keer fruit per week, de kans op het krijgen van maagkanker significant met 52% [OR = 0.48, 95% BI = 0.37 tot 0.63] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van ingemaakte groenten, de kans op het krijgen van maagkanker significant met 28% [OR = 1.28, 95% BI = 1.09 tot 1.51] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van minimaal 3 keer groente per week, de kans op het krijgen van maagkanker significant met 38% [OR = 0.62, 95% BI = 0.49 tot 0.79] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het drinken van groene thee, de kans op het krijgen van maagkanker significant met 12% [OR = 0.88, 95% BI = 0.80 tot 0.97] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat zowel roken, drinken als een H. pylori infectie de kans op het krijgen van maagkanker verhoogde, terwijl zowel minimaal 3 keer fruit en groente per week als groene thee de kans op het krijgen van maagkanker verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Risk factors for stomach cancer: a systematic review and meta-analysis by Poorolajal J, Moradi L, [...], Gohari-Ensaf F.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/32023777

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over alcohol, groente en fruit, thee en kanker.

Koolhydraten verhogen niet fracturen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Ondanks het groeiende bewijs voor het verband tussen andere macronutriënten via voeding en de gezondheid van de botten, is er beperkte en inconsistente kennis beschikbaar over de inname van koolhydraten. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verhoogt het eten van koolhydraten de kans op het krijgen van fracturen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte observationele studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van koolhydraten en de kans op het krijgen van fracturen [gepoolde relatieve risico = 1.24, 95% BI = 0.84-1.84, p = 0.27, I2 = 57.7%, p = 0.05].

De onderzoekers concludeerden dat het eten van koolhydraten de kans op het krijgen van fracturen niet verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary carbohydrate intake and risk of bone fracture: a systematic review and meta-analysis of observational studies by Mozaffari H, Daneshzad E and Azadbakht L.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31982636

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over koolhydraten en ouderdom
 

Zout verhoogt slokdarmkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Er zijn aanwijzingen dat essentiële voedingsstoffen sterk gecorreleerd zijn met het optreden van slokdarmkanker. Echter, de bevindingen in observationele studies naar de relatie tussen koolhydraten via voeding en zoutconsumptie en het risico op het krijgen van slokdarmkanker blijven controversieel en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verhoogt de inname van koolhydraten of zout via voeding de kans op het krijgen van slokdarmkanker?  

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 patiënt-controle studies en 1 cohort studie over koolhydratenconsumptie en 16 patiënt-controle studies en 2 cohort studies over zoutconsumptie.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in gepoolde analyses dat het eten van koolhydraten de kans op het krijgen van slokdarmkanker significant met 38% [OR = 0.62, 95% BI = 0.50-0.77] verlaagde.

De onderzoekers vonden in patiënt-controle studies dat het eten van zout de kans op het krijgen van slokdarmkanker significant met 97% [OR = 1.97, 95% BI = 1.50-2.61] verhoogde.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat het eten van zout de kans op het krijgen van slokdarmkanker significant met 4% [OR = 1.04, 95% BI = 1.00-1.08] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van zout de kans op het krijgen van slokdarmkanker verhoogde.  

Oorspronkelijke titel:
Associations of dietary carbohydrate and salt consumption with esophageal cancer risk: a systematic review and meta-analysis of observational studies by Banda KJ, Chiu HY, [...], Huang HC.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31995192

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over koolhydraten, zout en kanker.

Volgens de WHO komt een hoge zoutconsumptie overeen met meer dan 5 gram zout per dag.
Meer dan 5 gram zout per dag komt overeen met een dieet met meer dan 0.25 gram zout per 100 kcal. De makkelijkse manier om een dieet met meer dan 0.25 gram zout per 100 kcal te volgen, is door te kiezen voor alleen maar producten die ook meer dan 0.25 gram zout per 100 kcal bevatten. Deze producten in de supermarkt bevat meer dan 0.25 gram zout per dag.
Gebruik de 7-punten voedingsprofiel app om te zien of uw dagelijkse voeding ook meer dan 0.25 gram zout per dag bevat.


 

6 maanden genisteïne verlaagt bloedruk van patiënten met metabole syndroom

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Genisteïne is een fyto-oestrogeen met mogelijke gezondheidsvoordelen ter preventie van hart- en vaatziekten. Echter, het bewijs met betrekking tot het positieve effect op hypertensie (een hoge bloeddruk) is niet doorslaggevend en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het slikken van genisteïne-supplementen de bloeddruk?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 4 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van genisteïne-supplementen de systolische bloeddruk niet verlaagde [WMD = -5.32 mmHg, 95% BI = -14.59 tot 3.96].

De onderzoekers vonden dat het slikken van genisteïne-supplementen de diastolische bloeddruk niet verlaagde [WMD = -2.06 mmHg, 95% BI = -6.41 tot 2.28].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van genisteïne-supplementen gedurende minimaal 6 maanden de systolische bloeddruk van patiënten met het metabole syndroom significant met 13.73 mmHg [WMD = -13.73 mmHg, 95% BI = -18.10 tot -9.37] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van genisteïne-supplementen gedurende minimaal 6 maanden de diastolische bloeddruk van patiënten met het metabole syndroom significant met 5.18 mmHg [WMD = -5.18 mmHg, 95% BI = -6.62 tot -3.74] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van genisteïne-supplementen gedurende minimaal 6 maanden de bloeddruk van patiënten met het metabole syndroom verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effects of genistein on blood pressure: A systematic review and meta-analysis by Hemati N, Asis M, […], Abdollahi M.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31955737

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over genisteïne, overgewicht, het metabole syndroom en het verlagen van de bloeddruk.


 

Lood verhoogt ALS

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Lood is een bekende risicofactor voor amyotrofische laterale sclerose (ALS). Echter, de resultaten in de onderzoeken naar de relatie tussen blootstelling aan lood en het optreden van ALS zijn niet consistent. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verhoogt een blootstelling aan lood de kans op het krijgen van ALS?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 patiënt-controle studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge blootstelling aan lood de kans op het krijgen van ALS significant met 28% [OR = 1.28, 95% BI = 1.02 tot 1.63] verhoogde.
Het verhoogde risico bleef gelijk in de subgroepenanalyses en de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers concludeerden dat een hoge blootstelling aan lood de kans op het krijgen van ALS verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Population-based study of environmental/occupational lead exposure and amyotrophic lateral sclerosis: a systematic review and meta-analysis by Meng E, Mao Y, […], Jin W.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31578652

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over ALS

Koolhydratenarme diëten verlagen hart- en vaatziekten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Koolhydratenarme diëten worden geassocieerd met cardiovasculaire risicofactoren maar de resultaten van verschillende onderzoeken zijn echter niet consistent en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verbeteren koolhydratenarme diëten (minder dan 40 En% koolhydraten) de risicofactoren van hart- en vaatziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 12 RCT’s met 820 in de interventiegroep (groep met dieet met minder dan 40 En% koolhydraten) en 820 in de controlegroep (groep met dieet met 45-55 En% koolhydraten). De leeftijd van de patiënten varieerden tussen 31 en 65 jaar.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat koolhydratenarme diëten (dieet met minder dan 40 En% koolhydraten) het triglyceridengehalte significant met 0.15 mmol/L [95% BI = -0.23 tot -0.07, I2 = 75%, p = 0.001] verlaagde.
De resultaten bleven in de sensitiviteitsanalyses gelijk.
Er was publicatie bias.

De onderzoekers vonden in subgroepenanalyses dat koolhydratenarme diëten gedurende maximaal 6 maanden, het triglyceridengehalte significant met 0.23 mmol/L [95% BI = -0.32 tot -0.15] verlaagde.

De onderzoekers vonden in subgroepenanalyses dat koolhydratenarme diëten gedurende 12 tot 23 maanden, het triglyceridengehalte significant met 0.17 mmol/L [95% BI = -0.32 tot -0.01] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat koolhydratenarme diëten het lichaamsgewicht significant met 1.58 kg [95% BI = -1.58 tot -0.75, I2 = 75%, p = 0.001 I2 = 49%, p = 0.01] verlaagde.
De resultaten bleven in de sensitiviteitsanalyses gelijk.

De onderzoekers vonden in subgroepenanalyses dat koolhydratenarme diëten gedurende maximaal 6 maanden, het lichaamsgewicht significant met 1.14 kg [95% BI = -1.65 tot -0.63] verlaagde.

De onderzoekers vonden in subgroepenanalyses dat koolhydratenarme diëten gedurende 6 tot 11 maanden, het lichaamsgewicht significant met 1.73 kg [95% BI = -2.7 tot -0.76] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat koolhydratenarme diëten de systolische bloeddruk (bovendruk) significant met 1.41 mmHg [95% BI = -2.26 tot -0.56, I2 = 0%, p = 0.84] verlaagde.
De resultaten bleven in de sensitiviteitsanalyses gelijk.

De onderzoekers vonden in subgroepenanalyses dat koolhydratenarme diëten gedurende maximaal 6 maanden, de systolische bloeddruk significant met 2.97 mmHg [95% BI = -4.62 tot -1.31] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat koolhydratenarme diëten de diastolische bloeddruk (onderdruk) significant met 1.71 mmHg [95% BI = -2.36 tot -1.06, I2 = 14%, p = 0.29] verlaagde.
De resultaten bleven in de sensitiviteitsanalyses gelijk.

De onderzoekers vonden in subgroepenanalyses dat koolhydratenarme diëten gedurende maximaal 6 maanden, de diastolische bloeddruk significant met 2.76 mmHg [95% BI = -4.07 tot -1.46] verlaagde.

De onderzoekers vonden in subgroepenanalyses dat koolhydratenarme diëten gedurende 6 tot 11 maanden, de diastolische bloeddruk significant met 2.11 mmHg [95% BI = -3.28 tot -0.93] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat koolhydratenarme diëten het HDL-cholesterolgehalte (goed cholesterol) significant met 0.1 mmol/L [95% BI = 0.08 tot 0.12, I2 = 41%, p = 0.02] verhoogde.
De resultaten bleven in de sensitiviteitsanalyses gelijk.

De onderzoekers vonden in subgroepenanalyses dat koolhydratenarme diëten gedurende maximaal 6 maanden, het HDL-cholesterolgehalte significant met 0.08 mmol/L [95% BI = 0.27 tot 0.57] verhoogde.

De onderzoekers vonden in subgroepenanalyses dat koolhydratenarme diëten gedurende 6 en 11 maanden, het HDL-cholesterolgehalte significant met 0.12 mmol/L [95% BI = 0.09 tot 0.15] verhoogde.

De onderzoekers vonden in subgroepenanalyses dat koolhydratenarme diëten gedurende 12 tot 23 maanden, het HDL-cholesterolgehalte significant met 0.12 mmol/L [95% BI = 0.08 tot 0.15] verhoogde.

De onderzoekers vonden in subgroepenanalyses dat koolhydratenarme diëten gedurende 24 maanden, het HDL-cholesterolgehalte significant met 0.08 mmol/L [95% BI = 0.04 tot 0.12] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat koolhydratenarme diëten het totale cholesterolgehalte significant met 0.13 mmol/L [95% BI = 0.08 tot 0.19] verhoogde.
De resultaten bleven in de sensitiviteitsanalyses gelijk.

De onderzoekers vonden dat koolhydratenarme diëten het LDL-cholesterolgehalte (slecht cholesterol) significant met 0.11 mmol/L [95% BI = 0.02 tot 0.19, I2 = 71%, p = 0.0001] verhoogde.
De resultaten bleven in de sensitiviteitsanalyses gelijk.

De onderzoekers concludeerden dat koolhydratenarme diëten (minder dan 40 En% koolhydraten) gedurenden maximaal 6 maanden of 6 tot 11 maanden de risicofactoren van hart- en vaatziekten verberterden. Echter, dit positieve effect verdween bij koolhydratenarme diëten gedurende 24 maanden of langer.

Oorspronkelijke titel:
The effects of low-carbohydrate diets on cardiovascular risk factors: A meta-analysis by Dong T, Guo M, [...], Chen B.

Link:
https://journals.plos.org/plosone/article?id=10.1371/journal.pone.0225348

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over koolhydraten en hart- en vaatziekten.

De makkelijkste manier om een dieet met minder dan 40 En% koolhydraten te volgen, is door alleen te kiezen voor producten/maaltijden met minder dan 40 En% koolhydraten. Welke producten in de supermarkt ook minder dan 40 En% koolhydraten bevatten, kunt u hier opzoeken.
40 En% koolhydraten wil zeggen dat het aantal gram koolhydraten 40% bijdraagt aan het totale kcal van het dieet. Als het dieet 2000 kcal bevat, draagt 200 gram koolhydraten 40% bij aan deze 2000 kcal.
1 gram koolhydraten levert 4 kcal. Dus 200 gram koolhydraten levert 800 kcal en 800 kcal is 40% van 2000 kcal.

 

Tofu verlaagt suikerziekte type 2

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Eerdere bevindingen over de associatie (het verband) tussen peulvruchten en soja en het risico op het krijgen van suikerziekte type 2 zijn tegenstrijdig. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het eten van peulvruchten of soja de kans op het krijgen van suikerziekte type 2?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 15 cohort studies met in totaal 565810 deelnemers, waarvan 32093 mensen met suikerziekte type 2. 

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van peulvruchten de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 niet verlaagde [RR = 0.95, 95% BI = 0.79 tot 1.14, I2 = 84.8%].

De onderzoekers vonden dat het eten van soja de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 niet verlaagde [RR = 0.83, 95% BI = 0.68 tot 1.01, I2 = 90.8%].
Geen verband omdat RR van 1 in de 95% BI van 0.68 tot 1.01 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden dat het drinken van sojamelk de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 niet verlaagde [RR = 0.89, 95% BI = 0.71 tot 1.11, I2 = 91.7%].

De onderzoekers vonden dat het eten van tofu de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 8% [RR = 0.92, 95% BI = 0.84 tot 0.99] verlaagde.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het eten van soja-eiwitten de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 16% [RR = 0.84, 95% BI = 0.75 tot 0.95] verlaagde.
Significant omdat RR van 1 niet in de 95% BI van 0.75 tot 0.95 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden dat het eten van soja-isoflavonen de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 12% [RR = 0.88, 95% BI = 0.81 tot 0.96] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat zowel het eten van tofu, soja-eiwitten als soja-isoflavonen de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 verlaagden.

Oorspronkelijke titel:
Legume and soy intake and risk of type 2 diabetes: a systematic review and meta-analysis of prospective cohort studies by Tang J, Wan Y, […], Feng F.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31915830

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over soja en suikerziekte.
 

Obesitas verhoogt dementie

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Welke factoren verhogen de kans op het krijgen van dementie?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 34 prospectieve cohort studies met in totaal 159594 volwasenen (jonder dan 65 jaar aan het begin van de studie), waarvan 13540 uiteindelijk dementie kregen tijdens de studie.  

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het hebben van obesitas in de middelbare leeftijd de kans op het krijgen van dementie significant met 78% [RR = 1.78, 95% BI = 1.31-2.41] verhoogde.
Dit verhoogde risico bleef gelijk in de sensitiviteitsanalyses.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat suikerziekte de kans op het krijgen van dementie significant met 69% [RR = 1.69, 95% BI = 1.38-2.07] verhoogde.
Dit verhoogde risico bleef gelijk in de sensitiviteitsanalyses.
Significant wil zeggen, er kan met 95% zekerheid gezegd worden, dat suikerziekte de kans op het krijgen van dementie werkelijk met 69% verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het roken in de middelbare leeftijd de kans op het krijgen van dementie significant met 61% [RR = 1.61, 95% BI = 1.32-1.95] verhoogde.
Dit verhoogde risico bleef gelijk in de sensitiviteitsanalyses.
Significant omdat RR van 1 niet in de 95% BI van 1.32 tot 1.95 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden dat een hoog cholesterolgehalte de kans op het krijgen van dementie significant met 57% [RR = 1.57, 95% BI = 1.19-2.07] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat een hoge bloeddruk de kans op het krijgen van dementie significant met 72% [RR = 1.72, 95% BI = 1.25-2.37] verhoogde.

De onderzoekers vonden ook dat zowel een hoog homocysteïnegehalte, stress als veel drinken de kans op het krijgen van dementie verhoogde.

De onderzoekers vonden dat zowel een gezond dieet als een hormonentherapie in de middelbare leeftijd de kans op het krijgen van dementie verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat zowel mensen in de middelbare leeftijd met obesitas of suikerziekte als het roken in de middelbare leeftijd de kans op het krijgen van dementie verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Midlife Modifiable Risk Factors for Dementia: A Systematic Review and Meta-analysis of 34 Prospective Cohort Studies by Li XY, Zhang M, [...], Tan L.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31902364

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over cholesterol, het verlagen van de bloeddruk, suikerziekte, overgewicht, dementie en ouderdom.

De middelbare leeftijd is de levensfase tussen het veertigste en vijfenzestigste jaar.

Een gezond dieet is een dieet met:

  1. maximaal 35 En% eiwit
  2. maximaal 70 En% koolhydraten
  3. maximaal 25 En% suikers
  4. maximaal 35 En% vet
  5. maximaal 10 En% verzadigd vet
  6. maximaal 0.3 gram zout per 100 kcal
  7. minimaal 1.3 gram vezels per 100 kcal

De makkelijkste manier om een gezond dieet te volgen, is door te kiezen voor alleen maar producten/maaltijden met:

  1. maximaal 35 En% eiwit
  2. maximaal 70 En% koolhydraten
  3. maximaal 25 En% suikers
  4. maximaal 35 En% vet
  5. maximaal 10 En% verzadigd vet
  6. maximaal 0.3 gram zout per 100 kcal
  7. minimaal 1.3 gram vezels per 100 kcal

Echter, de meest praktische manier om een gezond dieet te volgen is, al uw dagelijks gegeten producten/maaltijden moeten gemiddeld:

  1. maximaal 35 En% eiwit
  2. maximaal 70 En% koolhydraten
  3. maximaal 25 En% suikers
  4. maximaal 35 En% vet
  5. maximaal 10 En% verzadigd vet
  6. maximaal 0.3 gram zout per 100 kcal
  7. minimaal 1.3 gram vezels per 100 kcal

Welke producten in de supermarkt gezond zijn kunt u hier opzoeken.

Vlees verhoogt niet astma bij kinderen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Veel studies tonen aan dat het eten van vlees geassocieerd wordt met het risico op het krijgen van astma bij kinderen, maar de resultaten zijn inconsistent. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Is er een relatie tussen het eten van vlees en het krijgen van astma bij kinderen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 9 studies.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van minimal 3 keer vlees per week, de kans op het krijgen van astma bij kinderen niet significant met 27% [OR  =  1.27, 95% BI  =  0.80 tot 2.01, p  = 0 .308] verhoogde.
Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het dagelijks eten van vlees, de kans op het krijgen van astma bij kinderen niet significant met 13% [OR  =  1.13, 95% BI  =  0.93 tot 1.37, p  = 0 .234] verhoogde.
Niet significant omdat de gevonden p-waarde van 0.234 groter was dan de p-waarde van 0.05.

De onderzoekers concludeerden dat het dagelijks eten van vlees, de kans op het krijgen van astma bij kinderen niet verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary meat intake and risk of asthma in children: evidence from a meta-analysis by Zhang D, Cao L, [...], Wang Z.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31895767

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vleesconsumptie en astma

Knoflook verlaagt mogelijk dikke darmkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van knoflook de kans op het krijgen van dikke darmkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 studies met in totaal 12558 mensen met dikke darmkanker.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel knoflook vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 20% [relatieve risico = 0.80, 95% BI = 0.69 tot 0.91, I 2 =  68.3%, p 0 .01] verlaagde.
Dit verlaagde risico bleef gelijk in de sensitiviteitsanalyses.
Significant omdat relatieve risico van 1 niet in de 95% BI van 0.69 tot 0.91 zat. Relatieve risico van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden in patiënt-controle studies dat het eten van veel knoflook vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 29% [relatieve risico = 0.71, 95% BI = 0.60 tot 0.84] verlaagde.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat het eten van veel knoflook vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van dikke darmkanker niet significant met 1% [relatieve risico = 0.99, 95% BI = 0.80 tot 1.23] verlaagde.
Niet significant omdat relatieve risico van 1 in de 95% BI van 0.80 tot 1.23 zat. Relatieve risico van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel knoflook de kans op het krijgen van dikke darmkanker mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat het verlaagde risico niet teruggevonden werd in de cohort studies.

Oorspronkelijke titel:
Garlic intake and the risk of colorectal cancer: A meta-analysis by Zhou X, Qian H, […], Zeng L.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31895803

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over significant/cohort studies, knoflook en kanker.
 

Een hoog kaliumgehalte in het bloed verlaagt suikerziekte type 2

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een relatie tussen kalium en het krijgen van suikerziekte type 2?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 prospectieve cohort studies met in totaal 119993 deelnemers, waarvan 5053 mensen met suikerziekte type 2.
De follow-up duur varieerde tussen 5 en 18.1 jaar. De leeftijd van de deelnemers aan het begin van de studies varieerde tussen 18 en 95 jaar.

De meeste studies verstrekten geadjusted RR, voor onder andere leeftijd, geslacht, ras, BMI en familiegeschiedenis van diabetes.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in de sensitiviteitsanalyse dat een hoog serum kaliumgehalte (=kaliumgehalte in het bloed) de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 37% [RR = 0.63, 95% BI = 0.52-0.73, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging van het serum kaliumgehalte met 1 mmol/L de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 17% [RR = 0.83, 95% BI = 0.73-0.95] verlaagde.

De onderzoekers vonden geen verband tussen een hoge kaliuminname via voeding en de verlaagde kans op het krijgen van suikerziekte type 2 [RR = 0.93, 95% BI = 0.81-1.06, I2 = 0.0%]. Geen verband want RR van 1 zat in de 95% BI van 0.81 tot 1.06. RR van 1 betekent geen risico/verband.

De onderzoekers vonden dat elke 1000 mg kalium via voeding, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 niet verlaagde [RR = 1.00, 95% BI = 0.96-1.05, I2 = 0.0%].

De onderzoekers vonden geen verband tussen een hoog kaliumgehalte in de 24-uurs urine en de verlaagde kans op het krijgen van suikerziekte type 2 [RR = 0.83, 95% BI = 0.39-1.75].

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 10 mmol kalium in de 24-uurs urine, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 niet verlaagde [RR = 1.00, 95% BI = 0.95-1.05].

De onderzoekers concludeerden dat alleen een hoog serum kaliumgehalte (=kaliumgehalte in het bloed) de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Potassium measurements and risk of type 2 diabetes: a dose-response meta-analysis of prospective cohort studies by Peng Y, Zhong GC, […], Yang G.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5725047/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over suikerziekte en kalium.

Het kaliumgehalte in het bloed kan verhoogd worden door veel kaliumrijke voedingsmiddelen te eten en/of kaliumsupplementen te slikken.

Deze maaltijden bevatten veel kalium.

 

Veel thee verlaagt heupfracturen onder vrouwen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verschillende studies zijn uitgevoerd naar de relatie tussen het drinken van thee en het risico op het krijgen van botontkalking (osteoporose). Echter, de resultaten waren tegenstrijdig en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het drinken van thee botontkalking?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 2 prospectieve cohort studies, 4 patiënt-controle studies en 11 cross-sectionele studies met in totaal 107819 mensen met botontkalking. De belangrijkste symptoom van botontkalking in deze studies waren heupfracturen. 10 studies (inclusief alle patiënt-controle studies en cohort studies) waren van hoge kwaliteit oftewel goed opgezet.

Er was geen pubicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het drinken van veel thee vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van botontkalking significant met 38% [OR = 0.62, 95% BI = 0.46-0.83, I2  =  94%, p    0.01] verlaagde. Toen de heterogeniteit werd verlaagd, bleef het verlaagde risico nog steeds significant [95% BI = 0.57-0.74, I2 = 30%].
Dit significant verlaagde risico bleef gehandhaafd in de supgroepenanalyses.

De onderzoekers vonden dat het drinken van veel thee vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van heupfracturen significant met 26% [OR  =  0.74, 95% BI = 0.63-0.88] verlaagde. 

De onderzoekers vonden onder vrouwen een significant verlaagde risico van 27% [OR  =  0.73, 95% CI = 0.54-0.99] voor het krijgen van botontkalking.

De onderzoekers concludeerden dat het drinken van veel thee, de kans op het krijgen van botontkalking, met name heupfracturen en met name onder vrouwen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Association between tea consumption and osteoporosis: A meta-analysis by Sun K, Wang L, [...], Li X.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5728912/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over thee consumptie en ouderdom.


 

Visoliesupplementen verbeteren niet de insulinegevoeligheid van mensen met suikerziekte type 2

Onderzoeksvraag:
Verbetert het slikken van visoliesupplementen de insulinegevoeligheid?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 17 RCT’s (1 crossover en de rest is parallel) met in totaal 672 deelnemers.
De dosering van visoliesupplement varieerde tussen 1 en 4 gram per dag.

De duur van de studie varieerde tussen 4 en 24 weken.
Er was geen publicatie bias.


Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in gepoolde analyse dat het slikken van visoliesupplementen geen effect had op de insulinegevoeligheid [SMD = 0.17, 95% BI = -0.15 tot 0.48, p = 0.292, I2 = 58.1%, p = 0.001].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyse dat het slikken van visoliesupplementen een significant positief effect had op de insulinegevoeligheid bij mensen met tenminste een van de symptomen van stofwisselingsstoornissen [SMD = 0.53, 95% BI = 0.17-0.88, p 0.001].
Echter, het slikken van visoliesupplementen had geen effect op de insulinegevoeligheid bij gezonde mensen en mensen met suikerziekte type 2.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyse dat het slikken van visoliesupplementen tot 12 weken een significant positief effect had op de insulinegevoeligheid [SMD = 0.31, 95% BI = 0.01-0.61, p = 0.04]. Echter, het effect was niet meer significant na 12 weken.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van 1-4 g visoliesupplementen per dag gedurende een periode van 12 weken, de insulinegevoeligheid van mensen met tenminste een van de symptomen van stofwisselingsstoornissen (=mensen met het metabole syndroom) verbeterde. Echter, het verbeterde niet de insulinegevoeligheid van mensen met suikerziekte type 2.

Oorspronkelijke titel:
Fish oil supplementation and insulin sensitivity: a systematic review and meta-analysis by Gao H, Geng T, [...], Zhao Q.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5496233/

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier meer over suikerziekte en visoliesupplementen.
Een verbeterde insulinegevoeligheid verlaagt de kans op het krijgen van suikerziekte type 2.
In visoliesupplementen zitten vaak EPA en DHA.
 

Cranberry verlaagt mogelijk urineweginfectie bij vrouwen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Vrouwen lopen 50% risico op het krijgen van urineweginfectie tijdens hun leven en bij 20 tot 30% van deze vrouwen komt de urineweginfectie terug. Cranberry (Vaccinium spp.) wordt geprezen voor de behandeling van urineweginfectie. Echter, de doeltreffendheid ervan is controversieel. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt cranberry de terugkeer van urineweginfectie bij gezonde vrouwen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 7 RCT’s met gezonde niet zwangere vrouwen boven 18 jaar met urineweginfectie (n = 1498 deelnemers).
2 studies hadden een hoog follow-up verlies (=veel mensen die de studie voortijdig verlieten) of het rapporteren van de outcome (resultaat) was selectief.
Slechts 2 studies hadden meer dan 300 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat cranberry de kans op de terugkeer van urineweginfectie bij gezonde vrouwen significant met 26% [gepoolde RR = 0.74, 95% BI = 0.55-0.98, I2 = 54%] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat cranberry waarschijnlijk de terugkeer van urineweginfectie bij gezonde vrouwen verlaagde. Waarschijnlijk omdat de studies te klein en/of van lage kwaliteit waren.

Oorspronkelijke titel:
Cranberry Reduces the Risk of Urinary Tract Infection Recurrence in Otherwise Healthy Women: A Systematic Review and Meta-Analysis by Zhuxuan Fu, DeAnn Liska, […], Mei Chung.

Link:
http://jn.nutrition.org/content/147/12/2282.abstract

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over overzichtsartikel/RCT’s/significant, chronische ziekten en fruit.

Studies van lage kwaliteit of met te weinig deelnemers geven onbetrouwbare resultaten. 
 

Vis verlaagt heupfracturen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt zowel het eten van vis als n-3 PUFA’s de kans op het krijgen van heupfracturen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 7 prospectieve cohort studies en 3 patiënt-controle studies met in totaal 292657 deelnemers. De deelnemers waren minimaal 20 jaar.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van vis, de kans op het krijgen van heupfracturen significant met 12% verlaagde [gepoold effect = 0.88, 95% BI = 0.79-0.98, p = 0.02] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van n-3 PUFA’s, de kans op het krijgen van heupfracturen significant met 12% verlaagde [gepoold effect = 0.88, 95% BI = 0.80-0.98, p = 0.02] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat zowel het eten van vis als n-3 PUFA’s, de kans op het krijgen van heupfracturen verlaagden.

Oorspronkelijke titel:
Dietary intake of fish, n-3 polyunsaturated fatty acids and risk of hip fracture: A systematic review and meta-analysis on observational studies by Sadeghi O, Djafarian K, […], Shab-Bidar S.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29244536

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over visconsumptie en ouderdom.

Het vet in vis is allemaal n-3 PUFA’s.

Deze maaltijden bevatten vis.

Een laag vet dieet verlaagt cholesterogehalte van mensen met overgewicht of obesitas

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt een dieet met weinig vet het cholesterolgehalte van mensen met overgewicht of obesitas zonder stofwisselingsstoornissen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 20 RCTs met in totaal 2106 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het volgen van een laag vet dieet vergeleken met een hoog vet dieet, het totale cholesterolgehalte van mensen met overgewicht of obesitas significant met 7.05 mg/dL [95% BI = -11.30 tot -2.80, p = 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het volgen van een laag vet dieet vergeleken met een hoog vet dieet, het LDL-cholesterolgehalte (slecht cholesterol) van mensen met overgewicht of obesitas significant met 4.41 mg/dL [95% BI = -7.81 tot -1.00, p = 0.011] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het volgen van een laag vet dieet vergeleken met een hoog vet dieet, het HDL-cholesterolgehalte (goed cholesterol) van mensen met overgewicht of obesitas significant met 2.57 mg/dL [95% BI = -3.85 tot -1.28, p 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het volgen van een laag vet dieet vergeleken met een hoog vet dieet, het bloedvetgehalte van mensen met overgewicht of obesitas significant met 11.68 mg/dL [95% BI = 5.90 tot 17.45, p 0.011] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat het volgen van een laag vet dieet zowel het goede (HDL-cholesterol) als het slechte cholesterogehalte (LDL-cholesterol) van mensen met overgewicht (BMI = 25-30) of obesitas (BMI >30) zonder stofwisselingsstoornissen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effects of low-fat compared with high-fat diet on cardiometabolic indicators in people with overweight and obesity without overt metabolic disturbance: a systematic review and meta-analysis of randomised controlled trials by Lu M, Wan Y, [...], Li D.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29212558

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over cholesterol, overgewicht en vet.

Een dieet met weinig vet is een dieet met maximaal 30 En% vet, waarvan maximaal 7 En% verzadigd vet. De makkelijkste manier om een dieet met maximaal 30 En% vet, waarvan maximaal 7 En% verzadigd vet te volgen, is door te kiezen voor alleen maar producten/maaltijden met maximaal 30 En% vet, waarvan maximaal 7 En% verzadigd vet. Welke producten uit de supermarkt maximaal 30 En% vet, waarvan maximaal 7 En% verzadigd vet bevatten, kunt u hier opzoeken.

Deze maaltijden leveren maximaal 30 En% vet, waarvan maximaal 7 En% verzadigd vet.
 

Een hoge vitamine A via voeding verhoogt heupfracturen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een relatie tussen vitamine A en de kans op het krijgen van fracturen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 prospectieve cohort studies en 2 geneste patiënt-controle studies met in totaal 319077 deelnemers, waarvan 109056 post-menopauzale vrouwen (=vrouwen na de menopauze. De leeftijd van de laatste menstruatie (menopauze) is gemiddeld 51 jaar).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge inname van retinol (dierlijke variant van vitamine A) via voeding, de kans op het krijgen van fracturen significant met 5% [RR = 0.95, 95% BI = 0.91-1.00, I2 = 30.01%, p = 0.40] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge inname van retinol (dierlijke variant van vitamine A) via voeding, de kans op het krijgen van heupfracturen significant met 40% [RR = 1.40, 95% BI = 1.02-1.91, I2 = 64.64%, p = 0.04] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat een hoge inname van vitamine A (zowel dierlijke als plantaardige variant van vitamine A) via voeding, de kans op het krijgen van fracturen significant met 6% [RR = 0.94, 95% BI = 0.88-0.99, I2 = 35.18%, p = 0.20] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge inname van vitamine A (zowel dierlijke als plantaardige variant van vitamine A) via voeding, de kans op het krijgen van heupfracturen significant met 29% [RR = 1.29, 95% BI = 1.06-1.57, I2 = 0.00%, p = 0.60] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat een lage retinolbloedwaarde, de kans op het krijgen van heupfracturen significant met 27% [RR = 1.27, 95% BI = 1.05-1.53, I2 = 0.00%, p = 0.62] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat een hoge vitamine A-inname via voeding, de kans op het krijgen van heupfracturen verhoogde. Echter, het verlaagde de kans op het krijgen van totale fracturen.

Oorspronkelijke titel:
The Effect of Vitamin A on Fracture Risk: A Meta-Analysis of Cohort Studies by Zhang X, Zhang R, [...], Chen G.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5615580/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine A en ouderdom.

Post-menopauzale vrouwen zijn vrouwen na de menopauze. De leeftijd van de laatste menstruatie (menopauze) is gemiddeld 51 jaar. Dus post-menopauzale vrouwen zijn vrouwen vaak ouder dan 51 jaar.

Vitamine A bestaat uit de dierlijke variant, retinol en de plantaardige variant, beta-caroteen.