Voeding en gezondheid

Studies 2017

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken naar de relatie tussen het vegetarische dieet en de gezondheid.
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Vegetarisch dieet verlaagt kanker
  2. Vetegarisch dieet verlaagt suikerziekte type 2

 

CRP-gehalte

  • Ontstekingen in het lichaam kan gemeten worden aan de hand van de volgende biomerker; de zogename ontstekingsbevorderende (pro-inflammatoire) cytokines. De ontstekingsbevorderende (pro-inflammatoire) cytokines zijn het C-reactieve proteïne (CRP), IL-1, interleukine-6 (IL-6), IL-8, MCP-1 en tumornecrosefactor-alfa (TNF-α).
  • Het C-reactief proteïne, afgekort tot CRP, is een zogenaamd acutefase-eiwit. CRP wordt geproduceerd door de lever en afgegeven in de bloedbaan. Na het ontstaan van een ontsteking neemt de hoeveelheid CRP in het lichaam binnen een paar uur toe.
  • Bij gezonde mensen zonder ontstekingen is de CRP-bloedconcentratie meestal lager dan 10 mg/L. Het merendeel van de ontstekingen leidt tot een CRP-bloedconcentratie boven 100 mg/L.

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken naar het verlagen van het CRP-gehalte:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Dagelijks 320-1500 mg magnesiumsupplementen verlaagt CRP-gehalte
  2. Veel groenten en fruit versterken het immuunsysteem
  3. Veel koffie verlaagt het C-reactieve proteïne
  4. 500 mg quercetine per dag verlaagt het CRP-gehalte
  5. Een verhoogde CRP- en IL-6-bloedconcentratie verhogen de kans op het krijgen van suikerziekte type 2
  6. Granaatappelsap verlaagt niet ontstekingen in het lichaam
  7. Dagelijks 1-2 gram L-carnitine verlaagt ontstekingen in het lichaam
  8. Coënzym Q10-supplementen verlagen mogelijk ontstekingen
  9. Vitamine K-supplementen verlagen niet suikerziekte
  10. Noten verlagen het leptinegehalte
  11. Lichamelijke activiteiten + gewichtsverlies leiden tot minder ontstekingen in het lichaam
  12. Vegetarisch dieet verlaagt ontstekingen in het lichaam
  13. Dagelijks 1-50 mg olijfolie verlaagt mogelijk hart- en vaatziekten
  14. 1-3 gram gember per dag verlaagt hart- en vaatziekten

 

Probiotica-supplementen verlagen bloedglucosegehalte van suikerpatiënten type 2

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Hebben suikerpatiënten type 2 baat bij het slikken van probiotica-supplementen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 12 RCT’s met in totaal 684 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat probiotica-supplementen het nuchter bloedglucosegehalte van suikerpatiënten type 2 significant met 0.18 mg/dL [95% BI = -0.35 tot -0.01, p = 0.04, I2 = 64%, p = 0.004] verlaagden.

De onderzoekers vonden dat probiotica-supplementen het HbA1c-gehalte van suikerpatiënten type 2 significant met 0.38% [95% BI = -0.62 tot -0.14, p = 0.002, I2 = 0%, p = 0.72] verlaagden.

De onderzoekers vonden dat probiotica-supplementen het nuchter insulinegehalte van suikerpatiënten type 2 significant met 0.38 punt [95% BI = -0.59 tot -0.18, p = 0.003, I2 = 0%, p = 0.81] verlaagden.

De onderzoekers vonden dat probiotica-supplementen de HOMA-IR waarde van suikerpatiënten type 2 significant met 0.99 punt [95% BI = -1.52 tot -0.04, p = 0.0002, I2 = 86%, p 0.00001] verlaagden.

De onderzoekers vonden dat probiotica-supplementen het CRP-gehalte van suikerpatiënten type 2 significant met 1.34 mg/L [95% BI = -1.76 tot -0.92, p 0.00001, I2 = 90%, p 0.00001] verlaagden.

De onderzoekers vonden dat probiotica-supplementen zowel het triglyceridengehalte als het cholesterolgehalte van suikerpatiënten type 2 niet verlaagden.

De onderzoekers concludeerden dat probiotica-supplementen zowel het bloedglucosegehalte als het insulinegehalte van suikerpatiënten type 2 verlaagden.

Oorspronkelijke titel:
Effect of Probiotics on Glucose and Lipid Metabolism in Type 2 Diabetes Mellitus: A Meta-Analysis of 12 Randomized Controlled Trials by Yao K, Zeng L, [...], Zou X.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5491138/

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier meer over suikerziekte en probiotica.
Probiotica zit van nature in zuivelproducten, zoals kaas en yoghurt.

Deze maaltijden en producten uit de supermarkt zijn geschikt voor suikerpatiënten.

Vitamin K supplementation does not reduce diabetes

Afbeelding

Objectives:
Clinical trials of vitamin K supplementation have reported conflicting results on its effect on insulin sensitivity. Therefore, this meta-analysis (systematic review) has been conducted.

Does vitamin K supplementation improve insulin sensitivity?

Study design:
This review article included 8 RCTs involving 1,077 participants. A wide variety of participants were enrolled, including older men, postmenopausal women, prediabetic premenopausal women and participants with a history of diabetes, hypertension, or vascular disease.
The number of participants ranged from 42 to 452. The study duration varied from 4 weeks to 3 years.
5 RCTs evaluated vitamin K1 ranging from 500 to 1,000 µg/d. 2 RCTs used vitamin K2 (MK-4) 1.5 and 45 mg/d and 1 RCT assessed vitamin K2 (MK-7) 100 µg/d.

All the studies were regarded as high quality.

Heterogeneity was detected in the meta-analysis.

Results and conclusions:
The investigators found that vitamin K supplementation had no effect on homeostasis model assessment of insulin resistance (HOMA-IR), fasting plasma glucose (FPG) and fasting plasma insulin (FPI). The pooled mean difference = -0.14, [95% CI = -0.35 to 0.07, p = 0.19], 0.02 mmol/L [95% CI = -3.11 to 3.70, p = 0.86] and -0.34 µIU/mL [95% CI = -1.13 to 0.45, p =0.40] for HOMA-IR, FPG and FPI, respectively.

The investigators found that vitamin K supplementation had no effect on leptin [mean difference = 0.77 ng/mL, 95% CI = -1.32 to 2.86].

The investigators found that vitamin K supplementation failed to show a significant effect on IL-6 or CRP levels. The pooled mean differences were 0.14 pg/mL [95% CI = -0.69 to 0.97] and -0.49 mg/L [95% CI = -1.18 to 0.20] for IL-6 and CRP, respectively

The investigators found that vitamin K supplementation had no effect on adiponectin [pooled mean difference = 0.82 µg/mL [95% CI: -0.89 to 2.53].

The investigators concluded that vitamin K supplementation does not improve insulin sensitivity. Given the limited evidence available and the heterogeneity in the study results, further well-designed, large sample size randomized controlled trials are warranted. Different forms and doses of vitamin K should be explored in various populations and other surrogate markers for insulin sensitivity should be measured to better establish any beneficial effects and their clinical relevance.

Original title:
Effect of vitamin K supplementation on insulin sensitivity: a meta-analysis and Suksomboon N, Poolsup N and Darli Ko Ko H.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5422317/

Additional information of El Mondo:
Find more information/studies on vitamin K and diabetes right here.
An improved insulin sensitivity decreases diabetes risk.

Vitamine K-supplementen verlagen niet suikerziekte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verbetert het slikken van vitamine K de insulinegevoeligheid?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 RCT’s met in totaal 1077 deelnemers. De duur van de interventie varieerde tussen 4 weken tot 3 jaar.
De deelnemers waren oude mannen, postmenopauzale vrouwen zonder diabetes aan het begin van de studie.

De studies hadden een hoge kwaliteit.
Er was heterogeniteit tussen de studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden geen verband tussen het slikken van vitamine K en de HOMA-IR waarde [gepoolde MD = -0.14, 95% BI = -0.35 tot 0.07, p = 0.19].

De onderzoekers vonden geen verband tussen het slikken van vitamine K en het nuchter bloedglucosegehalte [gepoolde MD = 0.02 mmol/L, 95% BI = -3.11 tot 3.70, p = 0.86].

De onderzoekers vonden geen verband tussen het slikken van vitamine K en het nuchter insulinegehalte [gepoolde MD = -0.34 µIU/mL, 95% BI = -1.13 tot 0.45, p = 0.40].

De onderzoekers vonden geen verband tussen het slikken van vitamine K en het leptinegehalte [gepoolde MD = 0.77 ng/mL, 95% BI = -1.32 tot 2.86].

De onderzoekers vonden geen verband tussen het slikken van vitamine K en het IL-6 gehalte [gepoolde MD = 0.14 pg/mL, 95% BI = -0.69 tot 0.97].

De onderzoekers vonden geen verband tussen het slikken van vitamine K en het CRP gehalte [gepoolde MD = -0.49 mg/L, 95% BI = -1.18 tot 0.20].

De onderzoekers vonden geen verband tussen het slikken van vitamine K en het adiponectine gehalte [gepoolde MD = 0.82 µg/mL, 95% BI = -0.89 tot 2.53].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van vitamine K en de insulinegevoeligheid niet verbeterde.

Oorspronkelijke titel:
Effect of vitamin K supplementation on insulin sensitivity: a meta-analysis and Suksomboon N, Poolsup N and Darli Ko Ko H.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5422317/  

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier over suikerziekte en vitamine K.

Wanneer de insulinegevoeligheid toeneemt, daalt de kans op het krijgen van suikerziekte en andersom. De insulinegevoeligheid kan gemeten worden aan de hand van onder andere de HOMA-IR waarde, het nuchter bloedglucose- en insulinegehalte.
 

Eieren

Wetenschappelijke studies (review artikelen) naar de relatie tussen het eten van eieren en het ontstaan van ziektes:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Eieren verlagen leeftijdsgebonden maculaire degeneratie
  2. 1 tot 3 eieren per dag verhogen niet de bloeddruk
  3. Eieren geven geen ontstekingen in het lichaam
  4. Geen verband tussen gevogelte en hersenkanker
  5. 3-6 maanden na de geboorte is beste moment om eieren te introduceren
  6. Suikergezoete frisdrank, eieren en rood- en bewerkt vlees verhogen hart- en vaatzieken
  7. Eieren en gevogelte verhogen niet non-Hodgkin lymfoom
  8. Minimaal 3 eieren per week verhoogt suikerziekte type 2 onder Amerikanen
  9. 2-5 eieren per week verhoogt borstkanker
  10. Dagelijks 1 ei verhoogt hartfalen

XXXXXXXXXXXXXXXX

  • In Nederland worden bijna alleen eieren uit eigen land verkocht. 
  • Het is wettelijk vastgelegd dat een vers ei 28 dagen na de legdatum houdbaar is.
    Een gekookt ei kan 4 dagen tot een week bewaard worden (in een bakje in de koelkast).
  • Met de punt naar beneden blijven eieren langer goed.
  • Eieren nemen geurtjes snel over. U kunt ze daarom beter niet in de buurt van vis, ui, knoflook of ander sterk geurend eten bewaren. 
  • Bewaar eieren niet in de koelkastdeur. Door de beweging wordt het eiwit sneller dun.
  • Een ei bestaat uit ei-eiwit en ei-dooier (eigeel). Ei-eiwit en ei-dooier zijn beiden in een goed afgesloten bakje zo’n 3 dagen in de koelkast houdbaar. En bij ei-eiwit zelfs nog langer want deze kunt u prima invriezen!
  • Op grond van Europese regelgeving moet in de handel op elk ei een stempel staan met de eicode, bestaande uit 7 of meer cijfers en letters:
    • Het eerste cijfer staat voor het leefsysteem van de kip (0 = biologisch, 1 = vrije uitloop, 2 = scharrel en 3 = kooi)
    • Twee letters voor het herkomstland (bijvoorbeeld NL, BE of DE)
    • Vijf cijfers met het registratienummer van het legpluimveebedrijf
    • Eventuele extra cijfers die het stalnummer aanduiden
  • Bij de verkoop worden eieren als volgt geclassificeerd:
    • S - ei van minder dan 53 gram
    • M - ei van 53 - 63 gram
    • L - ei van 63 - 73 gram
    • XL - ei van 73 gram of meer
    • DD - ei met twee dooiers (dubbeldooier)
  • Legbatterijen voor de productie van kippeneieren zijn sinds 2012 in de Europese Unie verboden.
  • Voor 60% bestaat het ei uit het eiwit met als hoofdbestanddeel ovalbumine, 30% is dooier en 10% eischaal. De dooier bestaat uit één cel. Met een doorsnede van 3 tot 4 cm is het de grootst bekende cel. De kleur van de dooier kan variëren tussen lichtgeel en donkeroranje.
    De kleur van de dooier wordt veroorzaakt door xantofyl en hangt af van de voeding van de kip. In maïs en gras zit bijvoorbeeld veel xantofyl. Als een kip voornamelijk graan eet, blijft de dooier licht.
  • Het eiwit in rauwe eieren heeft een biologische beschikbaarheid van 51%, koken verhoogt dit percentage tot circa 91%, wat betekent dat het eiwit van gekookte eieren bijna tweemaal zo goed wordt opgenomen als dat van rauwe eieren.
  • De schaal van een kippenei is ongeveer 0.3 mm dik. De schaal is poreus voor zuurstof en kooldioxide.
    De schaal van het ei is poreus en op den duur kunnen bacteriën deze doordringen waardoor het ei bederft.
  • De eidooier bevat cholesterol. Een hoog cholesterolgehalte met name het LDL-cholesterol (slecht choleserol) leidt tot aderverkalking en aderverkalking leidt tot hart- en vaatziekten. 
  • Het eiwit van eieren bevatten alle essentiële aminozuren. Aminozuren zijn bouwstenen van eiwitten. Essentiële aminozuren zijn aminozuren die het menselijke lichaam niet kunnen produceren en daarom moeten deze aminozuren in voedingsmiddelen zitten.
  • In rauwe eieren komen avidine (een glycoproteïne) en antitrypsine voor. Avidine bindt zich aan biotine en maakt dit vitamine niet meer opneembaar voor het lichaam, waardoor bij langdurig gebruik van rauwe eieren een biotine-tekort kan ontstaan. Antitrypsine werkt het verteringsenzym trypsine tegen. Het koken of bakken van eieren maakt deze eiwitten (avidine en antitrypsine) onwerkzaam.
  • Eiwitsplitsende enzymen (proteasen of peptidasen) zijn enzymen die de vertering en afbraak van eiwitten en andere aminozuurketens regelen. Dit wordt proteolyse genoemd. Bekende eiwitsplitsende enzymen werkzaam in de humane spijsvertering zijn trypsine en chymotrypsine. Trypsinogeen is een inactief voorstadium van trypsine en wordt in de pancreas (alvleesklier) gemaakt. In de dunne darm vindt activering plaats van trypsinogeen tot trypsine, ingezet door trypsine zelf of door het enzym enteropeptidase (enterokinase). Trypsine activeert de productie van chymotrypsinogeen.
  • Eieren worden gelegd door leghennen. Ze worden speciaal gefokt voor de eierindustrie. Het zijn dus andere rassen dan vleeskippen. Voor leghennen is het belangrijk dat ze veel eieren leggen.
  • De pasgeboren leghennen gaan als ze 1 dag oud zijn naar een opfokbedrijf. Daar blijven ze tot ze 17 weken oud zijn. Ze groeien in die periode uit van een kuiken van 40 gram tot een leghen van 1500 gram.
    De jonge haantjes worden vergast met kooldioxide. Ze produceren geen eieren en hun vlees levert niet voldoende geld op.
  • Pas na 17 weken gaan de leghennen naar verschillende bedrijven en worden ze dus op een andere manier gehouden. De kippen gaan naar een biologisch-, vrije-uitloop-, scharrel- of koloniehuisvestingsysteem. De manier waarop een kip wordt gehouden heet een houderijsysteem. 
  • Een gemiddelde hen legt 6 eieren per week. Dat komt neer op 300 eieren per jaar. Na ongeveer 14 maanden gaat de leghen steeds minder eieren leggen.
    Als de hen anderhalf tot 2 jaar oud is, gaat ze naar de slacht. Het vlees komt terecht in soepen en bouillons of is bestemd voor de export.
  • Eieren kunnen zacht of hardgekookt worden.
    • 3 á 4 minuten voor een zachtgekookt ei 
    • 5 á 6 minuten voor een halfzachtgekookt ei 
    • 8 minuten voor een hardgekookt ei 
  • Na het koken kunt u de eieren laten “schrikken” door ze met koud water af te spoelen. Dan pellen ze makkelijker. Verder wordt het stollen ook gestopt, anders gaat het kookproces nog een paar minuten door.
  • Een methode om na te gaan of een ei nog eetbaar is, is door het in een pan water te leggen. Een vers ei zakt naar de bodem, een ouder ei blijft drijven.
  • Kippenei-eiwit kan allergische reacties veroorzaken en daarom moet kippenei van de Europese wetgeving in de ingrediëntenlijst van de verpakking van levensmiddelen vetgedrukt, met HOOFDLETTER of onderstreept worden vermeld.
  • Wanneer eieren in de koelkast bewaart worden, verkleint het risico op salmonellabesmetting en de groei van andere bacteriën.
  • Ongeveer 3 op de 10.000 eieren zijn besmet met salmonella. Van een besmetting kunt u flinke maag-darmklachten krijgen. Salmonella gaat dood bij minimaal 2 minuten bij 70 °C.
  • De verschijnselen van salmonella ontstaan meestal binnen 12 tot 36 uur en houden vaak 2 tot 3 dagen aan. Een besmetting kan klachten geven zoals diarree, buikpijn en koorts.
  • Salmonellabesmetting is te voorkomen door geen rauwe eieren in gerechten te verwerken die niet meer worden verhit. Denk daarbij aan bavaroise, mousse of zelfgemaakte mayonaise. 
  • Eiwit heeft een stoltraject van 63-69°C, eigeel heeft een stoltraject van 65-70°C. Hierdoor is het mogelijk om in een sous-vide een “omgekeerd”ei te maken, met zacht eiwit en stijf eigeel.
  • Paastip:
    • Als u wel een versierd ei wilt maar geen zin hebt in geklieder met verf:
      Kook de eieren met uienschillen. De eieren kleuren hierdoor roodbruin.
    • Met kurkuma of kerrie krijgt u een geel ei.
    • Liever rood? Koken met wat bietensap en
    • Voor groen voegt u spinazie aan het kookwater toe.
    • U kunt patronen of figuren aanbrengen door voor het koken (letter)stickers of plakband op het ei te plakken.

 

 

Zuivelproducten

Wetenschappelijke studies over zuivelproducten/melk:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Dagelijks 200 gram zuivelproducten verhogen ziekte van Parkinson
  2. Regelmatig visconsumptie verlaagt leeftijdsgebonden oogziekte
  3. Veel zuiveleiwitten via voeding verlaagt mogelijk nierstenen
  4. Calcium via voeding verlaagt colorectale adenomen
  5. Roodvlees, zeevruchten, fructose en alcohol verhogen jicht
  6. Melk verhoogt acné
  7. Dagelijks veel yoghurt en kaas verlaagt heupfracturen
  8. Dagelijks veel kaas verhoogt niet doodgaan aan alle oorzaken
  9. Dagelijks 30 gram volle granen, 100 gram fruit, 100 gram groente of 200 gram zuivelproducten verlaagt dikke darmkanker
  10. Zuivelproducten en melk bieden bescherming tegen dikke darmkanker
  11. Dagelijks 250 ml volle melk verhoogt doodgaan aan prostaatkanker
  12. Veel soja en magere melk verlagen borstkanker
  13. Zuivelproducten verhogen botmineraaldichtheid van postmenopauzale vrouwen
  14. Zuivelproducten verrijkt met calcium en vitamine D verhogen botmineraaldichtheid bij postmenopauzale vrouwen
  15. Dagelijks 330 ml melk verlaagt botverlies
  16. Dagelijks 200 gram melk verlaagt mogelijk obesitas
  17. Probiotica verlagen hart- en vaatziekte
  18. Dagelijks 125 gram melk verlaagt een beroerte
  19. Dagelijks 100 gram roodvlees, 50 gram bewerkt vlees en 250 mL suikergezoete frisdrank verhogen de bloeddruk
  20. Minimaal 200 gram yoghurt per dag verlaagt hart- en vaatziekten
  21. Probiotica verlagen hart- en vaatziekte
  22. Zuivelproducten verlaagt hart- en vaatziekten
  23. Vetarme zuivelproducten verlagen buikomtrek en lichaamsgewicht
  24. Zuivelproducten verlagen causaal vetmassa en BMI onder volwassenen met overgewicht
  25. Dagelijks 1 portie zuivelproducten verlaagt overgewicht

Studies 2017

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken naar de realtie tussen voeding en sporten.

De overzichtsartikelen (meta-analyses) van gerandomiseerde, placebo-gecontroleerde dubbelblinde humane studies (RCT’s) geven antwoord op de volgende vraag:
“Is het slikken van voedingssupplementen zinvol?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

De overzichtsartikelen (meta-analyses) van cohort studies of van patiënt-controle studies geven antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen?”.

  1. Veel lichamelijke activiteiten verlaagt borstkanker onder postmenopauzale vrouwen met een BMI tot 30
  2. Dagelijks 688 mg polyfenolen gedurende minimaal 7 dagen verbetert de sportprestatie

Olijfolie verlaagt suikerziekte type 2

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van olijfolie de kans op het krijgen van suikerziekte type 2?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 4 cohort studies met 15784 mensen met suikerziekte type 2 en  29 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel olijfolie vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 16% [RR = 0.84, 95% BI = 0.77-0.92] verlaagde. Het significant verlaagde risico was non-lineair (niet rechtlijnig).

De onderzoekers vonden in RCT’s dat het HbA1c-gehalte van mensen met suikerziekte type 2 in de olijfoliegroep significant lager was dan in de controle groep [MD = -0.27%, 95% BI = -0.37 tot -0.17].

De onderzoekers vonden in RCT’s dat het nuchter glucosegehalte van mensen met suikerziekte type 2 in de olijfoliegroep significant lager was dan in de controle groep [MD = -0.44 mmol/L, 95% BI = -0.66 tot -0.22]. 

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel olijfolie de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 verlaagde. Dit verlaagde risico was causaal.

Oorspronkelijke titel:
Olive oil in the prevention and management of type 2 diabetes mellitus: a systematic review and meta-analysis of cohort studies and intervention trials by Schwingshackl L, Lampousi AM, […], Boeing H1.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28394365

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier over suikerziekte en olijfolieconsumptie.
 

Noten & zaden

Wetenschappelijke studies (overzichtsartikelen) over het eten van noten en zaden en het voorkomen van ziektes: 
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patiënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX
  • Noten groeien aan bomen. Het zijn droge vruchten, omhuld door een vruchtwand. Dit is een harde, houtachtige dop, waar meestal 1 noot in zit.
  • Noten worden onderverdeeld in boomnoten en aardnoten.
  • Boomnoten zijn noten die aan de boom groeien.
    Voorbeelden van boomnoten zijn amandelen, cashewnoten, hazelnoten, macadamia’s, paranoten, pistachenoten en walnoten.
  • De aardnoot (ook wel pindanoot, grondnoot, olienoot of apennoot genoemd), is eigenlijk geen noot maar een peulvrucht. Net als bij andere planten bevindt de bloem zich bovengronds en daaruit ontwikkelt zich na de bevruchting een peul met meestal twee zaden. Na de bevruchting ondergaat de plant een bijzondere ontwikkeling: de stengel waaraan de peul groeit wordt langer en boort zich in de grond.
    Voorbeelden van aardnoten zijn pinda’s,
  • Noten leveren ijzer, vitamine E en vitamine B1. Verder zitten in noten veel onverzadigde vetzuren (in de volksmond ook wel goede vetten genoemd).
  • Hazelnoten bevatten 82-83% mono-onverzadigde vetzuren, voornamelijk oliezuur. Daarnaast, bevatten hazelnoten veel vitamine E, fytosterolen, L-arginine, polyfenolen, folaat en vezels.
  • Het vetprofiel van hazelnoten lijkt op die van de amandelen.
  • Amandelen worden ook wel de "koning van de noten" genoemd.
  • Cashewnoten zijn deel van het fruit van de tropische boom Anacardium occidentale. De "noot" hangt onder de cashewappel, een pseudo-fruit die gevormd wordt uit de steel van de bloem.
  • Macadamia's zijn de noten van de macadamiabomen. Ze worden ook wel de “fijnste noten ter wereld” genoemd.
  • Paranoten, ook wel Braziliaanse noten of Amazonianoten genoemd, zijn de zaden van de paranotenboom Bertholletia Excelsa, een gigantische boom die in de regenwouden van de Amazone in Zuid-Amerika groeit.
  • Pistachenoten zijn de pitten van de vrucht van de boom Pistacia vera. Ze zijn ook bekend als de “lachende noot” of de “blije noot” omdat hun halfopenstaande schil op een lachende mond lijkt.
  • Een zaad is eigenlijk een heel jong plantje dat wordt omring door een beschermlaag. Als u een zaadje zou planten in aarde, komt daar een plant uit.
    Voorbeelden van zaden zijn chiazaad, hennepzaad, lijnzaad, maanzaad, pijnboompitten, pompoenpitten, sesamzaad en zonnebloempitten.
  • De Gezondheidsraad (het hoogste voedingsadviesorgaan in Nederland) adviseert ten minste 15 gram ongezouten noten per dag.

 

Mensen met suikerziekte type 2 hebben baat bij een dieet met minder 45 En% koolhydraten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Hebben mensen met suikerziekte type 2 baat bij het volgen van een koolhydratenarm dieet?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 RCTs met in totaal 1376 mensen met suikerziekte type 2. 49% was man en de gemiddelde leeftijd was 58 jaar. De meerderheid had overgewicht. De studieduur varieerde tussen 3 en 24 maanden. Het koolhydratenenergiepercentage in de interventiegroep varieerde tussen 14 en 40 En%.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het volgen van een koolhydratendieet met gemiddeld 30 En% (14-45 En%) gedurende 3 tot 6 maanden het HbA1c-gehalte van mensen met suikerziekte type 2 significant met 0.34% [95% BI = 0.06 to 0.63] verlaagde. Echter, deze significante verlaging verdween na 1 jaar.

De onderzoekers vonden dat het glucoseverlagende effect toe nam naarmate het dieet minder koolhydraten bevat.

De onderzoekers concludeerden dat het volgen van een dieet met minder 45 En% koolhydraten gedurende 3 tot 6 maanden het HbA1c-gehalte verlaagde. Echter, deze significante verlaging verdween na 1 jaar.

Oorspronkelijke titel:
Systematic review and meta-analysis of dietary carbohydrate restriction in patients with type 2 diabetes by Snorgaard O, Poulsen GM, [...], Astrup A.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5337734/

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier over suikerziekte en koolhydraten.

Een dieet met minder dan 45 En% koolhydraten is een dieet met veel producten die ook minder dan 45 En% koolhydraten bevatten oftewel het gemiddelde van alle dagelijks gegeten producten moet minder dan 45 En% koolhydraten bevatten. Welke producten uit de supermarkt minder dan 45 En% koolhydraten bevatten, kunt u hier opzoeken.

Een dieet met minder dan 45 En% koolhydraten heeft alleen effect wanneer het destreffende dieet ook maximaal 30 En% vet bevat. Dus een dieet met minder dan 45 En% koolhydraten ziet in de praktijk als volgt uit: een dieet met maximaal 45 En% koolhydraten, maximaal 30 En% vet (waarvan maximiaal 7 En% verzadigd vet) en minimaal 20 En% eiwit. Welke producten u hiervoor moet eten kunt u hier opzoeken.

45 En% koolhydraten wil zeggen dat het aantal gram koolhydraten 45% mag bijdragen aan het desbetreffende dieet. Dus als een dieet 2000 kcal bevat, dan mag het dieet niet meer dan 225 gram koolhydraten bevatten. 225 gram koolhydraten leveren 900 kcal want 1 gram koolhydraat levert 4 kcal. 900 kcal is dan 45% van 2000 kcal.

Vezelarme maaltijden

Vezelarme maaltijden zijn maaltijden met maximaal 1.3 gram vezels per 100 kcal en zijn minder geschikt voor mensen met overgewicht, mensen met hart- en vaatziekten, suikerpatiënten en mensen met maag-darmkanker.

De recepten:
De woorden “dit recept” of “deze maaltijd” onder de kop voedingswaarde verwijst altijd naar een eenpersoonsmaaltijd.

Vezelarme maaltijden (1.3 gram vezels per 100 kcal):

  1. Paddenstoelenlasagne voor 4 personen
  2. Sushirijst met krokante tofu en sojabonen voor 4 personen
  3. Pasta pesto met zalm en noten voor 4 personen
  4. Gevulde kalkoen met krieltjes voor 8 personen
  5. Couscoussalade met rundersteak en yoghurtdip voor 4 personen

Vitamine C-supplementen gedurende minimaal 30 dagen verlaagt het glucosegehalte van suikerpatiënten type 2

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van vitamine C het glucosegehalte, het HbA1c-gehalte en het insulinegehalte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 22 RCTs met 937 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in gepoolde analyses (alle studies bij elkaar) geen verband tussen zowel het slikken van vitamine C en het glucosegehalte, het HbA1c-gehalte als het insulinegehalte.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses (om extra informatie te krijgen) dat het slikken van vitamine C het glucosegehalte van suikerpatiënten type 2 significant met 0.44 mmol/L [95% BI = -0.81 tot -0.07, p = 0.01] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses (om extra informatie te krijgen) dat het slikken van vitamine C langer dan 30 dagen het HbA1-gehalte significant met 0.53% [95% BI = -0.79 tot -0.10, p = 0.02] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het effect van het slikken van vitamine C afhankelijk was van het baseline BMI (BMI aan het begin van studie), het baseline plasma glucosegehalte en de duur van de studie. 
Verder had het slikken van vitamine C meer effect op het nuchter insulinegehalte [-13.63 pmol/L, 95% BI = -22.73 tot -4.54, p 0.01] dan op het postprandiale insulinegehalte.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van vitamine C gedurende minimaal 30 dagen het glucosegehalte van suikerpatiënten type 2 verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effects of vitamin C supplementation on glycaemic control: a systematic review and meta-analysis of randomised controlled trials by Ashor AW, Werner AD, […], Siervo M.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28294172

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier over suikerziekte en vitamine C.

Deze maaltijden leveren minimaal 100 mg vitamine C.
 

Magnesiumsupplementen verlagen hart- en vaatziekten onder suikerpatiënten type 2

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van magnesiumsupplementen de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten onder suikerpatiënten type 2?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van magnesiumsupplementen het nuchter plasma glucosegehalte van suikerpatiënten type 2 significant met 4.641 mg/dL [95% BI = -7.602 tot -1.680, p = 0.002] verlaagde. Dit significante effect was groter onder suikerpatiënten met een hypomagnesiëmie (te laag magnesiumgehalte in het lichaam).

De onderzoekers vonden dat het slikken van magnesiumsupplementen het HDL-cholesterolgehalte (goed cholesterol) van suikerpatiënten type 2 significant met 3.197 mg/dL [95% BI = 1.455 tot 4.938, p 0.001] verhoogde. Dit significante effect was groter onder suikerpatiënten met een hypomagnesiëmie.

De onderzoekers vonden dat het slikken van magnesiumsupplementen het LDL-cholesterolgehalte (slecht cholesterol) van suikerpatiënten type 2 significant met 10.668 mg/dL, 95% BI = -19.108 tot -2.228, p = 0.013] verlaagde. Dit significante effect was groter onder suikerpatiënten met een hypomagnesiëmie.

De onderzoekers vonden dat het slikken van magnesiumsupplementen het plasma triglyceridengehalte (bloedvetgehalte) van suikerpatiënten type 2 significant met 15.323 mg/dL [95% BI = -28.821 tot -1.826, p = 0.026] verlaagde. Dit significante effect was groter onder suikerpatiënten met een hypomagnesiëmie.

De onderzoekers vonden dat het slikken van magnesiumsupplementen de systolische bloeddruk van suikerpatiënten type 2 significant met 3.056 mmHg [95% BI = -5.509 tot -0.603, p = 0.015] verlaagde. Dit significante effect was groter onder suikerpatiënten met een hypomagnesiëmie.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van magnesiumsupplementen de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten onder suikerpatiënten type 2 verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effect of magnesium supplementation on type 2 diabetes associated cardiovascular risk factors: a systematic review and meta-analysis by Verma H and Garg R.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28150351

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over, magnesium, hart- en vaatziekten en suikerziekte.
Overgewicht is de belangrijkste oorzaak van suikerziekte type 2. Suikerziekte type 2 verhoogt de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten.
Hartpatiënten hebben een hoog LDL-cholesterol, een hoog triglyceridengehalte, een hoge bloeddruk en een laag HDL-cholesterolgehalte. Lees hier hoe u het LDL-cholesterolgehalte en een hoge bloeddruk kunt verlagen.

Deze producten uit de supermarkt zijn geschikt voor hartpatiënten.
 

Vitamine D-tekort tijdens zwangerschap verhoogt vroeggeboorte (Vitamin D supplementation alone during pregnancy reduces risk of preterm birth)

Afbeelding

Dutch:
De onderzoekers vonden in een overzichtsartikel van 6 RCT’s en 18 observationele studies, dat moeders met een vitamine D-gehalte 50 nmo/L tijdens de zwagenschap hadden een verhoogde kans op het krijgen van een (spontane) vroeggeboorte. Verder, verlaagt het slikken van vitamine D tijdens de zwangerschap de kans op het krijgen van een vroeggeboorte.

Lees hier meer over:
Vitamine D-tekort tijdens zwangerschap verhoogt vroeggeboorte

English:
The investigators found in a review article of 6 RCTs and 18 observational studies that a maternal circulating vitamnin D level 50 nmol/L increases risk of spontaneous preterm birth and vitamin D supplementation alone during pregnancy reduces risk of preterm birth.

Read more right here:
Vitamin D supplementation alone during pregnancy reduces risk of preterm birth

 

Appels en peren verlagen suikerziekte type 2

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van appels en peren de kans op het krijgen van suikerziekte type 2?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 5 onafhankelijke prospectieve cohort studies met 14120 mensen met suikerziekte type 2 onder 228315 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel appels en peren vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 18% [multivariate-adjusted RR = 82, 95% BI = 0.75-0.88, I2 = 0.00%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyse dat elke verhoging met 1 portie appels en peren per week, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 3% [multivariate-adjusted RR = 97, 95% BI = 0.96-0.98, p voor trend 0.001] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel appels en peren, minstens 1 portie per week de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Apple and pear consumption and type 2 diabetes mellitus risk: a meta-analysis of prospective cohort studies by Guo XF, Yang B, […], Li D.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28186516

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier over suikerziekte en de positieve kant van fruitconsumptie.
1 portie appel in dit overzichtsartikel is een kleine appel.
1 portie peer in dit overzichtsartikel is een halve peer.

Appels en peren verlagen suikerziekte type 2 (Weekly one serving of apple and pear reduces type 2 diabetes mellitus risk)

Afbeelding

Dutch:
De onderzoekers vonden in een overzichtsartikel van 5 onafhankelijke prospectieve cohort studies met 14120 mensen met suikerziekte type 2 onder 228315 deelnemers, dat het eten van veel appels en peren, minstens 1 portie per week de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 verlaagde.

Lees hier meer over:
Appels en peren verlagen suikerziekte type 2

Een enkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

English:
The investigators found in a review article of 5 independent prospective cohort studies with 14,120 T2DM incident cases among 228,315 participants that a higher consumption of apples and pears; at least one serving per week reduces type 2 diabetes mellitus risk.

Read more about right here:
Weekly one serving of apple and pear reduces type 2 diabetes mellitus risk)

 

 

 

 

Linzensoep met worst en pasta voor 4 personen

Linzensoep met worst en pasta voor 4 personen

Voedingswaarden:
Dit recept levert per persoon 545 kcal, 20 gram vet, 26 gram eiwit en 65 gram koolhydraten oftewel 33 En% vet, 19 En% eiwit en 48 En% koolhydraten. Dit recept bevat 10 En% verzadigd vet en 2.3 gram vezels per 100 kcal.
33 En% vet wil zeggen, dat 20 gram vet 33% bijdraagt aan het totale caloriegehalte van dit recept van 545 kcal.
48 En% (=spreekt uit als energieprocent) koolhydraten wil zeggen, dat 65 gram koolhydraten 48% bijdraagt aan het totale caloriegehalte van dit recept van 545 kcal. 1 gram eiwit en 1 gram koolhydraten leveren 4 kcal. 1 gram vet levert 9 kcal.
2.3 gram vezels per 100 kcal wil zeggen dat in dit recept van 545 kcal 12.5 gram vezels zit.

Het hoge vezelgehalte (hoger dan de norm van 1.3 gram vezels per 100 kcal) van deze maaltijd wordt veroorzaakt door de berglinzen.
Eet peulvruchten, zoals berglinzen voor de vezels.
Welke producten uit de supermarkt minimaal 1.3 gram vezels per 100 kcal leveren, kunt u hier opzoeken.

Deze maaltijd levert 33 En% vet, waarvan 10 En% verzadigd vet en 2.3 gram vezels per 100 kcal en is daarom gezond want een gezonde maaltijd mag maximaal 35 En% vet, waarvan maximaal 10 En% verzadigd vet en moet minimaal 1.3 gram vezels per 100 kcal bevatten.
Maximaal 10 En% verzadigd vet wil zeggen, dat het aantal gram verzadigd vet maximaal 10% mag bijdragen aan het totale caloriegehalte van de desbetreffende maaltijd.
Een dagelijks gezonde voeding is een voeding met veel gezonde producten/maaltijden en weinig ongezonde producten/maaltijden of anders gezegd, het gemiddelde van alle dagelijks gegeten producten/maaltijden moet gezond (maximaal 35 En% vet, maximaal 10 En% verzadigd vet en minimaal 1.3 gram vezels per 100 kcal) zijn.
Welke producten uit de supermarkt maximaal 35 En% vet, waarvan maximaal 10 En% verzadigd vet en minimaal 1.3 gram vezels per 100 kcal bevatten, kunt u hier opzoeken.

In combinatie met:
Dit recept in combinatie met 6 sneetjes roggebrood levert 27 gram vezels.
25-30 gram vezels per dag verlaagt de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten, dikke darmkanker en overgewicht.
30 gram vezels komt overeen met producten die minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal leveren. Welke producten uit de supermarkt 1.5 gram vezels per 100 kcal leveren, kunt u hier opzoeken.
Eet volkorenbrood, zoals roggebrood voor vezels. Lees hier over de positieve kant van 25-30 gram vezels per dag. Vezelrijke producten zijn producten met minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal. Welke producten uit de supermarkt vezelrijk zijn, kunt u hier opzoeken.

Bijzonderheden:
Deze maaltijd levert per persoon 191 gram groenten, waarvan 50 gram peulvruchten in de vorm van berglinzen, 25 gram wortels, 85 gram Allium groenten in de vorm van ui en prei en 75 gram roodvlees in de vorm van spekreepjes en Weense worsten.
Deze maaltijd bevat ook olijfolie.

Bereiding & Ingrediënten van linzensoep met worst en pasta voor 4 personen

  1. Week de berglinzen in ruim water gedurende 24 uur, spoel af en laat uitlekken [Linzen zijn peulvruchten en worden veel in de Indiase keuken gebruikt].
  2. Los het groentebouillonblokje in 1.5 liters water op.
  3. Pel en snipper de uien.
  4. Verhit de olie in een grote pan en fruit de uien kort.
  5. Voeg vervolgens de spekreepjes toe en bak 3 minuten.
  6. Voeg de linzen, 1.5 liters bouillonwater en de laurierblaadjes aan de pan toe en kook afgedekt 45 minuten.
  7. Was en snijd ondertussen de prei in de lengte en vervolgens in ringen. Schil de wortels en de knolselderij en snijd ze in blokjes.
  8. Snijd de Weense worsten in plakjes.
  9. Voeg de knolselderij- en wortelblokjes en de worstenplakjes na 30 minuten aan de linzen toe.
  10. Voeg na 40 minuten de spätzle en de prei-ringen aan de linzen toe [Spätzle zijn deegsliertjes die veel gegeten worden in Duitsland, Zwitserland, Tjechië en Oostenrijk].
  11. Breng de linzensoep op smaak met appelazijn, suiker, kaliumzout en peper [Er is gekozen voor kaliumzout omdat kaliumzout in tegenstelling tot natriumzout (tafelzout) de bloeddruk verlaagt].
  12. Zeef de laurierblaadjes uit de soep.
  13. Verdeel de linzensoep over 4 borden en garneer ze met vers gesneden peterselie.  

Ingrediënten:

  • Berglinzen (200 gram)
  • Gerookte spekreepjes (100 gram)
  • Spätzle (150 gram)
  • Weense worsten (200 gram)
  • Knolselderij (125 gram, geschild)
  • Wortels (100 gram, geschild)
  • 1 prei (200 gram, gesneden)
  • 2 eetlepels suiker (26 gram)
  • 1 eetlepel olijfolie (10 ml)
  • 2 uien (140 gram, gesneden)
  • 6 eetlepels appelazijn
  • 1 bosje peterselie
  • 1 groentebouillonblokje
  • 2 laurierblaadjes
  • Kaliumzout en peper

Daily 3 cups of tea decrease risk of depression

Research question:
Does tea consumption decrease depression risk?

Study design:
This meta-analysis (review article) contained 11 observational studies (22,817 participants with 4,743 cases of depression).

The Begg rank correlation test and the Egger linear regression test indicated no evidence of publication bias [Begg’s test: Z = 0.06, p = 0.951; Egger’s test: t = -0.1, p = 0.925].

Results and conclusions:
The researchers found in the meta-analysis of 22,817 participants with 4,743 cases of depression, a significant 31% decrease [RR = 0.69, 95% CI = 0.63-0.75, I2 = 41.9%] in the risk of developing depression for higher tea consumption compared with low tea consumption. Significant means, there is a relationship at a 95% confidence interval.

The researchers found overall, higher tea consumption had a protective effect against depression in all subgroups except for study location.

The researchers found a significant reduced risk of 32% [RR = 0.68, 95% CI = 0.62-0.75] in Asia populations for higher tea consumption compared with low tea consumption. Significant because RR of 1 was not found in the 95% confidence interval ranging from 0.62 to 0.75. RR of 1 means no relationship or risk.

The researchers found in the dose-response analysis consisted of 10,600 participants with 2,107 cases of depression a significant 37% decrease [95% CI = 0.55-0.71, I2 = 0.00%] in the risk of developing depression for every 3 cups/day increment in tea consumption.

The researchers concluded that higher consumption of tea was associated with lower risk of depression. The dose-response analysis identified a linear association between tea consumption, and the risk of depression, with every 3 cups/day increment in tea consumption associated with a 37% decrease in the risk of depression.

Original title:
Tea consumption and the risk of depression: a meta-analysis of observational studies by Dong X, Yang C, […], Lu Z.

Link:
http://journals.sagepub.com/doi/full/10.1177/0004867414567759

Additional information of El Mondo:
Find more studies/information on tea consumption right here.

 

Cancer

The human body consists of organs like liver, lungs and heart. Organs consists of tissues, and tissue consists of cells. Under normal circumstances cells only divide when needed, e.g. at recovery, growth and wound healing. This process is also called controlled cell division. Controlled cell division is necessary and innocent. However, it becomes dangerous when cell division within a particular organ is no longer under control. In that case, is called cancer. Cancer is a disorder, characterized by uncontrolled cell division in a particular organ. Cancer is often deadly when there is metastasis.

The oxidative DNA damage is a major risk factor for developing cancer. Antioxidants can protect the DNA against oxidative damage. Oxidative damages can be caused by free radicals.

The word "cancer" is derived from the Latin word "cancer", which means "lobster". There are several types of cancer.

Cancer mortality can be reduced if cases are detected and treated early. There are two components of early detection efforts:

  • Early diagnosis
  • Screening

Cancer is a leading cause of death worldwide. The main types of cancer are lung, stomach, liver, colorectal, breast and cervical cancer.
Cancer of the lung is the most common cancer in the world.
Lung, stomach, liver, colon and breast cancer cause the most cancer deaths each year.

35% of cancer cases is due to a wrong diet, such as high fat, high salt and/or less fruit and vegetables diet.

Dietary guidelines for cancer prevention:

  • Choose products with maximum 35 En% fat, products with maximum 10 En% saturated fat, products with maximum 0.5 g of sodium per 100 g (100 ml) product, products with minimum 1.3 grams of fiber per 100 kcal and fish providing at least 250 mg EPA and DHA per day.
  • Aim for a healthy weight. A healthy weight has a BMI of 18.5-25. BMI is weight divided by height squared (weight (kg)/height2 (m)).
  • Spend at least 60-90 minutes per day on physical exercises or at least 10000 steps per day.
  • Eat 25-30 grams of vegetables and 2-5 servings of fruit a day or 25-30 grams of fiber per day.
    30 grams of fiber per dag corresponds to a daily diet of minimum 1.5 grams of fiber per 100 kcal.
  • Eat plenty of whole grains, such as brown bread, oatmeal and legumes.
  • Limit to 2-3 glasses of alcohol for men, and 1-2 glasses for women a day or 30 g alcohol per day.
  • Eat no more than 6 grams of salt per day, corresponding to 2400 mg of sodium.
    6 grams salt per day corresponds to a daily diet of 0.3 g salt per 100 kcal.
  • Do not take antioxidant supplements. They do more harm than good!
  • Eat no more than 500 g of red meat per week. Red meat increases the risk of developing colorectal cancer.

Scientific studies on the relationship between diet/nutrients and cancer.
Review articles of randomized, placebo-controlled double-blind clinical trials (RCTs) will answer the following question:
"Is taking dietary supplements make sense?". Yes at a positive conclusion and no at a negative conclusion.

Review articles of cohort studies or case-control studies will answer the following question:
"Should I change my diet?".

  1. Elevated serum selenium levels may decrease high-grade prostate cancer among current and former smokers

Studies 2017

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken naar de relatie tussen voeding en suikerziekte.
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Een hoog kaliumgehalte in het bloed verlaagt suikerziekte type 2
  2. Mensen met suikerziekte type 2 hebben baat bij een koolhydratenarm dieet
  3. Een dieet met 4.4 gram alfa-linoleenzuur gedurende 3 maanden verlaagt niet suikerziekte type 2
  4. Vetegarisch dieet verlaagt suikerziekte type 2
  5. Wekelijks 30-180 gram chocolade verlaagt hart- en vaatziekten en suikerziekte
  6. Probiotica-supplementen verlagen bloedglucosegehalte van suikerpatiënten type 2
  7. Vitamine K-supplementen verlagen niet suikerziekte
  8. Olijfolie verlaagt suikerziekte type 2
  9. Mensen met suikerziekte type 2 hebben baat bij een dieet met minder 45 En% koolhydraten
  10. Vitamine C-supplementen gedurende minimaal 30 dagen verlaagt het glucosegehalte van suikerpatiënten type 2
  11. Magnesiumsupplementen verlagen hart- en vaatziekten onder suikerpatiënten type 2
  12. Appels en peren verlagen suikerziekte type 2
  13. Een laag folaat- en vitamine B12-gehalte verhogen zenuwpijn bij suikerpatiënten type 2
  14. Vitamine C en D verlagen de bloeddruk van suikerpatiënten type 2

Vitamine C en D verlagen de bloeddruk van suikerpatiënten type 2

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van vitamines en mineralen de bloeddruk van suikerpatiënten type 2?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 RCT's met in totaal 723 mensen met suikerziekte type 2 waarvan 54% mannen waren. De leeftijd varieerde tussen 50.7 en 66.8 jaar. De duur van de suikerziekte varieerde tussen 4.6 en 8.6 jaar. De interventieduur (de duur van de studie) varieerde tusssen 3 en 52 weken.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van 500-1500 mg vitamine C per dag, de diastolische bloeddruk van suikerpatiënten type 2 significant met 2.88 mmHg [95% BI = -5.31 tot -0.46, p = 0.020, I2 = 34.9%] verlaagde. Echter, het verlaagde niet de systolische bloeddruk [WMD = -3.93 mmHg, 95% BI = -14.78 tot 6.92, p = 0.478, I2 = 80.4%, p  = 0.024].

De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine D de diastolische bloeddruk van suikerpatiënten type 2 significant met 2.44 mmHg [95% BI = -3.49 tot -1.39, p  0.001, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine D de systolische bloeddruk van suikerpatiënten type 2 significant met 4.56 mmHg [95% BI = -7.65 tot -1.47, p = 0.004] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van vitamine C of vitamine D de bloeddruk van suikerpatiënten type 2 verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effects of individual micronutrients on blood pressure in patients with type 2 diabetes: a systematic review and meta-analysis of randomized clinical trials by de Paula TP, Kramer CK, [...], Azevedo MJ.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5233957/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over suikerziekte, vitamine C en D.

Welke producten uit de supermarkt geschikt zijn voor mensen met een hoge bloeddruk, kunt u hier vinden.

Studies 2017

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken naar de relatie tussen voeding en overgewicht.
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Visoliesupplementen verbeteren niet de insulinegevoeligheid van mensen met suikerziekte type 2
  2. Veel vezels via voeding verlaagt mogelijk het metabole syndroom
  3. Veel groente of fruit verlaagt het metabole syndroom onder Aziaten
  4. Teveel vet in het lichaam vermindert de botmassa
  5. Het metabole syndroom verhoogt een ischemische beroerte
  6. Een hoger DHA-gehalte in het bloed verlaagt het metabole syndroom
  7. 30 gram lijnzaad per dag gedurende minimaal 12 weken verlaagt lichaamsgewicht van mensen met overgewicht
  8. n-3 PUFA supplementen verlaagt de buikomtrek van mensen met overgewicht of obesitas
  9. Groene thee verlaagt het LDL-cholesterolgehalte van mensen met overgewicht of obesitas
  10. CLA-supplementen verlagen niet overgewicht
  11. Overgewicht verhoogt hartritmestoornis

Studies 2017

Wetenschappelijke studies over voeding en depressie:
De overzichtsartikelen (meta-analyses) van gerandomiseerde, placebo-gecontroleerde dubbelblinde humane studies (RCT’s) geven antwoord op de volgende vraag:
“Is het slikken van voedingssupplementen zinvol?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

De overzichtsartikelen (meta-analyses) van cohort studies of van patiënt-controle studies geven antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen?”.

  1. Veel zink via voeding verlaagt een depressie