Voeding en gezondheid

Hoe gezond zijn mijn maaltijden?

Afbeelding

HOE GEZOND IS MIJN FASTFOOD?
      - Hollandse friet (250 gram)
      - 2 runderkroketten (160 gram)
      - 1 grote lepel mayonaise (50 ml)
Friet en kroketten worden gaar gemaakt in de airfryer gedurende 20 minuten bij 200 graden C. Pas na 10 minuten de kroketten mee laten garen met de friet.

Aan de tabel "voedingswaarden per 100 GRAM / PER 100 ML" is NIET te zien hoe gezond een maaltijd is.
Dat is ALLEEN te zien wanneer deze voedingswaarden PER 100 GRAM / PER 100 ML / PER PERSOON en de GEGETEN PORTIES ingevuld worden in de 7-punten voedingsapp.

Het 7-punten voedingsprofiel laat in één oogopslag zien hoe gezond of ongezond een maatijd is.

7-punten voedingsprofiel van een gezonde maaltijd ziet als volgt uit:

  1. maximaal 35 En% vet
  2. maximaal 10 En% verzadigd vet
  3. maximaal 70 En% koolhydraten
  4. maximaal 25 En% suikers
  5. minimaal 1.3 gram vezels per 100 kcal
  6. maximaal 35 En% eiwit
  7. maximaal 0.3 gram zout per 100 kcal

Maximaal 35 En% vet wil zeggen, dat het aantal gram vet maximaal 35% bijdraagt aan het totale caloriegehalte (kcal) van het desbetreffende product/de maaltijd/dieet. In een 2000 kcal-dieet komt dit overeen met 77.8 gram vet (77.8X9 kcal = 700.2 kcal. 700.2 kcal draagt 35% bij aan 2000 kcal).
1 gram vet levert 9 kcal, 1 gram koolhydraten, 1 gram suikes of 1 gram eiwit levert 4 kcal.
0.3 gram zout per 100 kcal komt overeen met 6 gram zout per 2000 kcal-dieet.
1.3 gram vezels per 100 kcal komt overeen met 26 gram vezels per 2000 kcal-dieet.

Met 7-punten voedingsprofiel app kunt u diëtist worden over uw dagelijkse voeding zonder tussenkomst van een diëtist!
 

ONTBIJT:


MIDDAGETEN:

  1. Brood pindakaas met chocolademelk

AVONDETEN:

  1. Mie nestjes met vegetarische wokreepjes
  2. Chili schotel met fruitmix
  3. Stamppot zuurkool met rookworst, proteine kwark en fanta

TUSSENDOORTJES:

  1. Tiramisu, muesli repen, vitamine water en fruitsalade
  2. Voetbalavond

DE HELE DAG:

  1. Ontbijtdrank, crackers met ricotta-fetaspread, vega poké bowl en roomtoetje
  2. Havermout, groentesoep en couscous met kipgehaltballetjes en spinazie
  3. Brood, bonensoep, kipketjap maaltijdsalade en rode druiven
  4. Frittata, knäckebröd met rivierkreeftjes en tajine van kip

PRODUCTEN:

  1. Hoe gezond is Breaker cheese cake?

Geen verschil tusssen krachttraining met hoge belasting en lage belasting op botmineraaldichtheid

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een verschil in de botmineraaldichtheid van de femurhals en de lumbale wervelkolom bij middelbare en oudere mensen tussen krachttraining met een hoge belasting (≥70% van 1RM) en krachttraining met een lage belasting (70% van 1RM)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 6 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden geen verschil in de botmineraaldichtheid van de femurhals [MD = 0.00 g/cm2, 95% BI = -0.01 tot 0.01, p = 0.63, I2 = 47%, p = 0.07]  en de lumbale wervelkolom [MD = 0.01 g/cm2, 95% BI = -0.00 tot 0.02, p = 0.12, I2 = 59%, p = 0.02] tussen krachttraining met een hoge belasting (≥70% van 1RM) en krachttraining met een lage belasting (70% van 1RM).

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat krachttraining met een hoge belasting (≥70% van 1RM) de botmineraaldichtheid van de femurhals bij mensen met een normale botmineraaldichtheid significant verhoogde [MD = 0.01 g/cm2, 95% BI = 0.00 tot 0.02, p = 0.04].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat krachttraining met een hoge belasting (≥70% van 1RM) gedurende maximaal 6 maanden, de botmineraaldichtheid van de femurhals significant verhoogde [MD = 0.01 g/cm2, 95% BI = 0.00 tot 0.02, p = 0.03].

De onderzoekers concludeerden dat zowel krachttraining met een hoge belasting (≥70% van 1RM) als krachttraining met een lage belasting (70% van 1RM) vergelijkbare effecten hadden op de botmineraaldichtheid van de femurhals en de lumbale wervelkolom bij middelbare en oudere mensen.

Oorspronkelijke titel:
High and Low-Load Resistance Training Produce Similar Effects on Bone Mineral Density of Middle-Aged and Older People: A Systematic Review With Meta-Analysis of Randomized Clinical Trials by Souza D, Barbalho M, […], Gentil P.

Link:
https://www.sciencedirect.com/science/article/abs/pii/S0531556520303211?via%3Dihub

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier meer over verhogen van botmineraaldichtheid, sportvoeding en krachttraining.

Studies 2021

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken (overzichtsartikelen) naar kanker:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. 600 mg/d vitamine E suppletie verbetert chemotherapie-geïnduceerde perifere neuropathie
  2. Borstvoeding verlaagt eierstokkanker onder vrouwen met BRCA-1 of BRCA-2 genmutatie
  3. Geen verband tussen wortelconsumptie en blaaskanker
  4. Dagelijks 600 mg omega-3 vetzurensupplementen verlagen mogelijk chemotherapie geïnduceerde perifere neuropathie
  5. Kruisbloemige groenten, knoflook, citrusvruchten en tomaten verlagen mogelijk dikke darmkanker
  6. Obesitas verhoogt dikke darmkanker bij mannen met Lynch Syndroom
  7. Calcium via voeding verlaagt colorectale adenomen
  8. Veel transvet verhoogt prostaatkanker en dikke darmkanker
  9. Dagelijks 100 mg coënzym Q10 supplementen verlaagt ontstekingen bij mensen met borstkanker
  10. Overgewicht verhoogt leverkanker
  11. Veel verzadigd vet verhoogt leverkanker
  12. Thee en koffie verlagen hersentumor
  13. Veel paddenstoelen verlagen kanker
  14. Dagelijks 1 kopje groene thee verlaagt slokdarmkanker onder vrouwen
  15. Aardappelen verhogen niet kanker
  16. Dagelijks 100 mg magnesium via voeding verlaagt doodgaan aan kanker
  17. Veel gevogelte verhoogt alvleesklierkanker
  18. Geen verband tussen acrylamide en borstkanker, baarmoederslijmvlieskanker en eierstokkanker

Zuivelproducten verlagen causaal vetmassa en BMI onder volwassenen met overgewicht

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een causaal verband tussen het eten van zuivelproducten of het slikken van calciunsupplementen en het verlagen van de vetmassa of de BMI onder volwassenen met overgewicht (BMI>25) of obesitas (BMI>30)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 14 RCT’s met minimal 12 weken onder volwassenen.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van zuivelproducten de vetmassa significant verlaagde onder volwassenen met overgewicht of obesitas [SMD = -0.40, 95% BI = -0.77 tot -0.02].
Het verlagen van de vetmassa werd ook teruggevonden in goedopgezette RCT’s.  

De onderzoekers vonden dat het eten van zuivelproducten de BMI onder volwassenen met overgewicht of obesitas significant verlaagde [SMD = -0.46 kg/m2, 95% BI = -0.67 tot -0.26].
Het verlagen van de BMI werd ook teruggevonden in goedopgezette RCT’s.  

De onderzoekers vonden dat het slikken van calciumsupplementen de vetmassa onder volwassenen met overgewicht of obesitas significant verlaagde [SMD = -0.15, 95% BI = -0.28 tot -0.02].
Echter, het verlagen van de vetmassa werd niet teruggevonden in goedopgezette RCT’s.  

De onderzoekers concludeerden dat er een causaal verband bestond tussen het eten van zuivelproducten en het verlagen van zowel de vetmassa als de BMI onder volwassenen met overgewicht of obesitas.  

Oorspronkelijke titel:
Meta-analysis of randomized controlled trials on calcium supplements and dairy products for changes in body weight and obesity indices by Hong JY, Lee JS, [...], Kim MK.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33292017/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over zuivelproducten, BMI, calcium en overgewicht.

Botontkalking

Wetenschappelijkes studies (overzichtsartikelen) over voeding en botontkalking:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Veel selenium via voeding verhoogt botdichtheid
  2. Een lager serum magnesiumgehalte verhoogt fracturen
  3. 100 µg/d vitamine K + 1000 mg/d calciumsupplementen verhogen botmineraaldichtheid
  4. Stoeloefeningen zorgen voor krachtbehoud bij ouderen
  5. Vegetariërs en veganisten hebben een lage botmineraaldichtheid dan alleseters
  6. Alcohol verhoogt botbreuk
  7. Veel β-cryptoxanthine via voeding verlaagt botontkalking en heupfracturen
  8. Suikerziekte type 1 verlaagt botmineraaldichtheid bij kinderen en adolescenten
  9. Geen verschil tusssen krachttraining met hoge belasting en lage belasting op botmineraaldichtheid
  10. Dagelijks 1 glas alcohol verhoogt botontkalking
  11. Borstvoeding geven beschermt vrouwen tegen botontkalking op latere leeftijd
  12. Vitamine C-rijke voedingsmiddelen verhogen botmineraaldichtheid
  13. Dagelijks 20-25 mcg vitamine D3 supplementen verlagen kans op osteoporotische breuk en vallen bij ouderen
  14. Zuivelproducten verrijkt met calcium en vitamine D verhogen botmineraaldichtheid bij postmenopauzale vrouwen
  15. Veel thee verlaagt heupfracturen onder vrouwen
  16. Teveel vet in het lichaam vermindert de botmassa
  17. Thee drinken leidt tot grote botdichtheid

XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX

  • Gedurende het hele leven maakt uw lichaam nieuw botweefsel aan en breekt oud botweefsel af. Bot is dus een levend weefsel en wordt steeds vernieuwd.
    Per jaar wordt meer dan 10 procent van uw botten vernieuwd.
  • Tot ongeveer het 25ste jaar is de botopbouw is groter dan de botafbraak. Tussen 25ste en 50ste jaar is een evenwicht tussen botopbouw en botafbraak.
  • Osteoporose (osteon = bot en porose = opening) is de medische naam voor botontkalking.
  • Osteoporose ontstaat als er meer bot wordt afgebroken dan wordt aangemaakt.
  • Osteoporose komt veel voor bij mensen boven de 50 jaar.
  • Soms ontstaat osteoporose eerder, bijvoorbeeld als u een andere reumatische aandoening hebt, zoals reumatoïde artritis (RA), axiale spondyloartritis (de ziekte van Bechterew) of SLE.
  • Ook langdurig gebruik van prednison leidt vaak tot osteoporose.
  • Wereldwijd krijgt ongeveer 1 op de 3 vrouwen en 1 op de 8 mannen osteoporose. Dat komt omdat mannen over het algemeen meer botmassa hebben dan vrouwen.
  • Botontkalking treedt bij vrouwen vaker op na de overgang. Dit komt omdat vrouwen dan minder van het vrouwelijke geslachtshormoon oestrogeen produceert. Oestrogeen is een hormoon dat de botafbraak remt.
  • De belangrijkste risicofactoren van botontkalking zijn:
    • alcohol
    • botbreuken in de familie
    • een laag lichaamsgewicht
    • een lage BMI
    • een lage botmassa
    • één of meerdere botbreuken na het 50e levensjaar
    • een tekort aan vitamine D
    • erfelijkheid
    • langdurig gebruik van corticosteroïden
    • onvoldoende inname van calcium en vitamine D
    • roken
    • verhoogde neiging tot vallen, duizelig, weinig spierkracht
    • vroegtijdige overgang (vóór 45ste levensjaar)
    • weinig of geen lichaamsbeweging
    • ziekten/aandoeningen zoals een te snelle schildklier, reumatoïde artritis, hormoon-afwijkingen, sommige bloed-, nier-, maag-, darm- en leverziekten en zeldzame erfelijke aandoeningen
  • Typische botbreuken bij osteoporose zijn heup-, pols- of ruggenwervelbreuken.
  • Een DEXA-meting (Dual Energy X-ray Absorptiometry) kan botontkalking opsporen. Bij een DEXA-meting wordt de dichtheid van het bot oftewel de botmassa gemeten.
  • De DEXA-meting wordt uitgedrukt in een T-score en een Z-score:
    • T-score: uw botdichtheid wordt vergeleken met de botdichtheid van een gezonde vrouw/man rond het 35e jaar;
    • Z-score: uw botdichtheid wordt vergeleken met de botdichtheid van iemand van uw leeftijd.
  • Bij een uitslag van een T-score tussen de +1 en -1 is alles prima.
  • Bij een uitslag van een T-score tussen de -1 en -2.5 is er sprake van osteopenie (verminderde botmassa).
  • Bij een uitslag van een T-score vanaf -2.5 is er sprake van osteoporose.
  • Een andere manier om osteoporose vast te stellen is het meten van de biomarkers (biomerkers) zoals "alkaline phosphatase" en "amino-terminal propeptide of type 1 procollagen". Dit zijn markers die de mate van botaanmaak kunnen weergeven.
    In de urine kan de biomerkers "telopeptides" gemeten worden, die de botafbraak weergeven. Echter, het gebruik van de biomarkers is momenteel niet 100% betrouwbaar, vanwege zijn vele variaties van dag tot dag.
    Biomarkers (zoals cholesterolgehalte, nuchter bloedsuikergehalte of het eiwit PSA) zijn biologische markers die aan kunnen geven dat iemand ziek is, die kunnen voorspellen hoe ernstig een ziektebeloop zal zijn, of die laten zien of een behandeling werkt of niet.
  • Sporten, met name krachttraining kan de botmassa verhogen. Sporten waarbij uw lichaam met zijn eigen gewicht wordt belast, heeft het grootste effect op de botmassa.
  • Wanneer u wat breekt na het 50ste jaar is het altijd verstandig te vragen of er sprake is van osteoporose. Ook al wordt er door de desbetreffende arts niets over gezegd.
  • Mensen van 50 jaar en ouder en jongere mensen met botontkalking wordt 1200 mg (elementaire) calcium per dag (oftewel 3 gram calciumcarbonaat) geadviseerd. Dit in combinatie met tenminste 10 microgram (400 IE) vitamine D3 per dag.
  • Voor mensen van 70 jaar en ouder wordt een inname van 1200 mg calcium geadviseerd, samen met 20 microgram (800 IE) vitamine D3 per dag..
  • 500 mg elementaire calcium komt overeen met 1250 mg calciumcarbonaat. Calciumcarbonaat is de veel voorkomende calciumvorm in voedingssupplementen.
  • Calcium in levensmiddelen zijn altijd elementaire calcium. 100 ml halfvolle melk levert 123 mg calcium oftewel 123 mg elementaire calcium.

Zuivelproducten verrijkt met calcium en vitamine D verhogen botmineraaldichtheid bij postmenopauzale vrouwen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van calciumsupplementen in combinatie met vitamine D-supplementen de kans op het krijgen van osteoporose (botontkalking) bij postmenopauzale vrouwen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatten 10 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van calciumsupplementen in combinatie met vitamine D-supplementen, de totale botmineraaldichtheid bij postmenopauzale vrouwen significant verhoogde [SMD = 0.537, 95% BI = 0.227 tot 0.847].

De onderzoekers vonden dat het slikken van calciumsupplementen in combinatie met vitamine D-supplementen, de botmineraaldichtheid van de lumbale wervelkolom bij postmenopauzale vrouwen significant verhoogde [SMD = 0.233, 95% BI = 0.073 tot 0.392, p 0.001],

De onderzoekers vonden dat het slikken van calciumsupplementen in combinatie met vitamine D-supplementen, de botmineraaldichtheid van de armen bij postmenopauzale vrouwen significant verhoogde [SMD = 0.464, 95% BI = 0.186 tot 0.741],

De onderzoekers vonden dat het slikken van calciumsupplementen in combinatie met vitamine D-supplementen, de botmineraaldichtheid van de femurhals bij postmenopauzale vrouwen significant verhoogde [SMD = 0.187, 95% BI = 0.010 tot 0.364],

De onderzoekers vonden dat het slikken van calciumsupplementen in combinatie met vitamine D-supplementen, de kans op het krijgen van heupfracturen bij postmenopauzale vrouwen significant met 13.6% [RR = 0.864, 95% BI = 0.763 tot 0.979] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van calciumsupplementen in combinatie met maximaal 400 IE (10 mcg) vitamine D-supplementen per dag, de botmineraaldichtheid van de femurhals bij postmenopauzale vrouwen significant verhoogde [SMD = 0.335, 95% BI = 0.113 tot.558].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat zuivelproducten verrijkt met calcium en vitamine D, de totale botmineraaldichtheid bij postmenopauzale vrouwen significant verhoogde [SMD = 0.784, 95% BI = 0.322 tot 1.247].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat zuivelproducten verrijkt met calcium en vitamine D, de botmineraaldichtheid van de lumbale wervelkolom bij postmenopauzale vrouwen significant verhoogde [SMD = 0.320, 95% BI = 0.146 tot 0.494].

De onderzoekers concludeerden dat zuivelproducten verrijkt met calcium en vitamine D een gunstig effect hebben op de botmineraaldichtheid en dat het slikken van calciumsupplementen in combinatie met vitamine D-supplementen, de kans op het krijgen van heupfracturen bij postmenopauzale vrouwen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effects of combined calcium and vitamin D supplementation on osteoporosis in postmenopausal women: a systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Liu C, Kuang X […], Li D.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33237064/

Extra informatie van El Mondo:     
Vind hier meer studies over zuivelconsumptie, verhogen van botmineralendichtheid, vitamine D en calcium.

Alfa-liponzuur supplementen verlagen buikomtrek van vrouwen

Onderzoeksvraag:
Er zijn talloze onderzoeken naar het effect van alfa-liponzuur (ALA) op het krijgen van obesitas. Echter, er was geen dosis-afhankelijke meta-analyse beschikbaar over de effecten van de dosering en de duur van alfa-liponzuur-suppletie op het krijgen van obesitas. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het slikken van alfa-liponzuur supplementen het krijgen van obesitas?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 21 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van alfa-liponzuur supplementen het lichaamsgewicht significant verlaagde [WMD = -2.29 kg, 95% BI = -2.98 tot -1.60, p 0.01].

De onderzoekers vonden dat het slikken van alfa-liponzuur supplementen de BMI significant verlaagde [WMD = -0.49 kg/m2, 95% BI = -0.83 tot -0.15, p = 0.005].

De onderzoekers vonden dat het slikken van alfa-liponzuur supplementen de buikomtrek van vrouwen significant verlaagde [WMD = -4.099, 95% BI = -7.837 tot -0.361, p = 0.032].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van alfa-liponzuur supplementen het lichaamsgewicht en de BMI verlaagde. Verder verlaagde het slikken van alfa-liponzuur supplementen de buikomtrek van vrouwen.

Oorspronkelijke titel:
Alpha-lipoic acid supplementation significantly reduces the risk of obesity in an updated systematic review and dose response meta-analysis of randomised placebo-controlled clinical trials by Vajdi M and Farhangi MA.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/32091656

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vetten en overgewicht.

Alfa-liponzuur is een zwavelhoudend vetzuur, dat van nature voorkomt in het menselijk lichaam.

Coënzym Q10-supplementen verlagen niet lichaamsgewicht en BMI

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van coënzym Q10-supplementen het lichaamsgewicht en de BMI?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 17 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden geen verband tusssen het slikken van coënzym Q10-supplementen en het verlagen van het lichaamsgewicht [WMD = 0.28 kg, 95% BI = -0.91 tot 1.47, p = 0.64].
Geen verband omdat de gevonden p-waarde van 0.64 groter was dan de p-waarde van 0.05.
Geen verband werd ook teruggevonden in de subgroepenanalyses.

De onderzoekers vonden geen verband tusssen het slikken van coënzym Q10-supplementen en het verlagen van de BMI [WMD = -0.03, 95% BI = -0.4 tot 0.34, p = 0.86].
Geen verband werd ook teruggevonden in de subgroepenanalyses.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van coënzym Q10-supplementen zowel het lichaamsgewicht als de BMI niet verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effect of Q10 supplementation on body weight and body mass index: A systematic review and meta-analysis of randomized controlled clinical trials by Saboori S, Rad EY, […], Falahi E.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31336462

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over geen verband/overzichtsartikel, coënzym Q10 en overgewicht.

 

Dagelijks 40 gram soja consumptie gedurende 12 weken verhoogt het IGF-1 gehalte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Het is bekend dat een laag Insulin-like Growth Factor 1 (IGF-1) gehalte in het lichaam geassocieerd wordt met vele aandoeningen. Verschillende onderzoeken hebben aangetoond dat sojaconsumptie het IGF-1 gehalte kan beïnvloeden, maar de bevindingen blijven onduidelijk en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verhoogt sojaconsumption het IGF-1 gehalte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 klinische studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat sojaconsummptie het IGF-1 gehalte significant verhoogde [WMD = 13.5 ng/mL, 95% BI = 5.2 tot 21.8, I2 = 97%].
Dit effect was het grootst bij ≤40 gram soja per dag [WMD = 11.7 ng/mL, 95% BI = 10.9 tot 12.6, I2 = 98%], bij een sojaconsumptie gedurende maximaal 12 weken [WMD = 26.6 ng/mL, 95% BI = 9.1 tot 44.1, I2 = 0.0%] en bij ongezonde personen [WMD = 36 ng/mL, 95% BI = 32.7 tot 39.4, I2 = 84%] ten opzichte van gezonde personen [WMD = 9.8 ng/mL, 95% BI = 8.9 tot 10.7, I2 = 90%].

De onderzoekers concludeerden dat ≤40 gram soja per dag gedurende maximaal 12 weken het IGF-1 gehalte verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
The Effect of Soy Intervention on Insulin-Like Growth Factor 1 Levels: A Meta-Analysis of Clinical Trials by Jiawei Zeng J, Feng Y, […], Chen X.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/32072706/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over soja en suikerziekte.

Insulin-like Growth Factor 1 (IGF-1) is een eiwit dat in de lever onder invloed van het groeihormoon wordt geproduceerd. IGF-1 geeft een stabielere weergave van het groeihormoon. Geeft de hypofyse weinig groeihormoon af, dan zal de lever minder IGF-1 produceren. IGF-1 verlaagt het bloedsuikergehalte in het lichaam. Suikerpatiënten hebben vaak een hoog bloedsuikergehalte.
 

MS

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken (overzichtsartikelen) naar MS:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Een laag zink- en ijzergehalte verhogen MS
  2. 0.5 portie vis per week verlaagt MS
  3. Een hoger vitamine D-gehalte tijdens zwangerschap verlaagt MS bij nakomeling
  4. Een hoog homocysteïnegehalte verhoogt MS

XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX

  • Multiple sclerose (MS) een chronische auto-immuunziekte van het centrale zenuwstelsel (het centrale zenuwstelsel bestaat uit de hersenen en het ruggenmerg). Doordat er iets mis is in het afweersysteem, wordt de laag (myeline) om de zenuwen aangevallen en beschadigd. De zenuwen komen hierdoor bloot te liggen en geven minder goed signalen van en naar de hersenen door. Soms gebeurt dit zelfs helemaal niet. Hierdoor kunnen plotseling verlammings- en uitvalsverschijnselen optreden.
  • De auto-immuunziekte is een ziekte waarbij ons eigen afweersysteem de zenuwcellen aanvalt en beschadigt.
  • Myeline is een soort isolatielaag die rond de zenuwvezels zit en belangrijk is voor de werking en overleving van de zenuwcellen.
  • De naam “multiple sclerose” verwijst naar de hersenen. “Multiple” betekent veelvuldig en is afgeleid van het Latijnse multiplex en “sclerose” betekent verharding en is afkomstig van het middeleeuws-Latijnse sclerosis, dat op haar beurt afgeleid is van het Griekse σκλήρωσις sklérōsis. In de witte stof van de hersenen bevinden zich meerdere (vandaar de term “multiple”) sclerotische haarden. Sclerotische haarden bestaan uit littekenweefsel, ontstaan doordat het beschermende omhulsel (myeline) van de zenuwbanen stelselmatig wordt afgebroken.
  • MS verloopt bij iedereen anders. Vooraf valt niet te zeggen hoe de ziekte bij u verloopt en welke klachten u krijgt. De een ervaart klachten die een ander nooit krijgt. Ook de ernst van zo’n klacht verschilt vaak. Neem bijvoorbeeld krachtverlies in uw benen: sommigen ervaren zware benen, anderen belanden zelf in een rolstoel.
  • MS komt vaker voor in koudere landen dan in warmere landen.
  • MS komt tweeënhalf keer zo vaak voor bij vrouwen als bij mannen.
  • De eerste symptomen laten zich zien wanneer mensen tussen de 20 en 40 jaar oud zijn.
  • De meest voorkomende klachten bij MS zijn:
    • Blaasklachten: toegenomen aandrang, achterblijven van urine en incontinentie.
    • Cognitieve problemen: minder goed concentreren en herinneren.
    • Coördinatieklachten: spraakstoornis, duizeligheid, draaierigheid en tremors.
    • Darmproblemen: obstipatie en incontinentie.
    • Klachten bij bewegen: krachtverlies, spasticiteit, krampen en stijfheid.
    • Klachten vanuit de hersenstam: zenuwpijn, gevoelsstoornis in het gezicht en dubbelzien.
    • Problemen met het gezichtsvermogen: zenuwontsteking in één of beide ogen.
    • Psychologische klachten: stress, depressies en angsten.
    • Seksuele problemen: libidoverlies, impotentie en genitale pijn.
    • Sensibiliteitsstoornissen: tintelingen, prikkelingen, doofheid, pijn, koude voeten of handen en spierpijn.
    • Vermoeidheid: moeheid in rust en snel vermoeid.
  • De oorzaak van MS is tot op heden nog niet bekend. Mogelijk zijn er erfelijke en/of omgevingsfactoren in het spel.
  • Broers en zussen van een persoon met MS hebben een 25 maal hoger risico om de ziekte te ontwikkelen.
  • Multiple sclerose wordt, naargelang het verloop van de ziekte, onderverdeeld in 3 categorieën:
    1. Recidiverende en herstellende MS (Relapsing-Remitting MS): zo’n 85 procent van mensen met MS heeft deze vorm. Recidiverende en herstellende MS wordt gekenmerkt door een ziekteverloop van aanvallen (relapsing) en herstel (remitting). Deze ups en downs komen gemiddeld zo’n drie keer per jaar voor. Zeker in het begin van de ziekte is er een goede kans op herstel.
    2. Primair progressieve MS (Primary-Progressive MS of PPMS): dit is de minst voorkomende vorm van MS. Deze vorm komt voor bij maar 5 procent van de mensen met MS. Bij primair progressieve MS is uw ruggenmerg aangetast en merkt u direct vanaf het begin achteruitgang: beide benen verstijven en verzwakken. Ook merkt u dat de kracht in uw benen steeds minder wordt. De eerste symptomen ervaart u vaak pas na uw veertigste.
      Bij de primair progressieve vorm van MS verergeren klachten geleidelijk. Er is geen sprake van aanvallen en herstel.
    3. Secundair progressieve MS (Secondary-Progressive MS of SPMS): bij ongeveer 65 procent van de mensen met relapsing remitting MS gaat de MS binnen 20 jaar over in secundair progressieve MS. De klachten die mensen met de secundair progressieve MS hebben, nemen wel toe en herstellen niet helemaal. Het is niet te voorspellen hoe snel de klachten verergeren. Het lijkt alsof deze vorm van MS met leeftijd te maken heeft.
      Bij de secundair progressieve vorm van MS blijven aanvallen weg.
  • In Nederland komt MS voor bij één op de 1000 personen.
  • Volgens de huidige schattingen vermindert MS de levensverwachting met ongeveer 7 jaar en is de gemiddelde overlevingsduur 30 jaar.

 

Multiple sclerose

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken naar multiple sclerose:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX

  • Multiple sclerose (MS) een chronische auto-immuunziekte van het centrale zenuwstelsel (het centrale zenuwstelsel bestaat uit de hersenen en het ruggenmerg). Doordat er iets mis is in het afweersysteem, wordt de laag (myeline) om de zenuwen aangevallen en beschadigd. De zenuwen komen hierdoor bloot te liggen en geven minder goed signalen van en naar de hersenen door. Soms gebeurt dit zelfs helemaal niet. Hierdoor kunnen plotseling verlammings- en uitvalsverschijnselen optreden.
    De auto-immuunziekte is een ziekte waarbij ons eigen afweersysteem de zenuwcellen aanvalt en beschadigt.
    Myeline is een soort isolatielaag die rond de zenuwvezels zit en belangrijk is voor de werking en overleving van de zenuwcellen.
  • De naam “multiple sclerose” verwijst naar de hersenen. “Multiple” betekent veelvuldig en is afgeleid van het Latijnse multiplex en “sclerose” betekent verharding en is afkomstig van het middeleeuws-Latijnse sclerosis, dat afgeleid is van het Griekse σκλήρωσις sklérōsis. In de witte stof van de hersenen bevinden zich meerdere (vandaar de term “multiple”) sclerotische haarden. Sclerotische haarden bestaan uit littekenweefsel, ontstaan doordat het beschermende omhulsel (myeline) van de zenuwbanen stelselmatig wordt afgebroken.
  • Het eerste deel van de naam multipele sclerose is afgeleid van het Latijnse multiplex, meervoudig. Het tweede deel is afkomstig van het middeleeuws-Latijnse sclerosis, afgeleid van het Griekse σκλήρωσις sklérōsis, verharding[58].
  • MS verloopt bij iedereen anders. Vooraf valt niet te zeggen hoe de ziekte bij u verloopt en welke klachten u krijgt. De een ervaart klachten die een ander nooit krijgt. Ook de ernst van zo’n klacht verschilt vaak. Neem bijvoorbeeld krachtverlies in uw benen: sommigen ervaren zware benen, anderen belanden zelf in een rolstoel.
  • MS komt vaker voor in koudere landen dan in warmere landen.
  • MS komt tweeënhalf keer zo vaak voor bij vrouwen als bij mannen.
  • De eerste symptomen laten zich zien wanneer mensen tussen de 20 en 40 jaar oud zijn.
  • De meest voorkomende klachten bij MS zijn:
    • Blaasklachten: toegenomen aandrang, achterblijven van urine en incontinentie.
    • Cognitieve problemen: minder goed concentreren en herinneren.
    • Coördinatieklachten: spraakstoornis, duizeligheid, draaierigheid en tremors.
    • Darmproblemen: obstipatie en incontinentie.
    • Klachten bij bewegen: krachtverlies, spasticiteit, krampen en stijfheid.
    • Klachten vanuit de hersenstam: zenuwpijn, gevoelsstoornis in het gezicht en dubbelzien.
    • Problemen met het gezichtsvermogen: zenuwontsteking in één of beide ogen.
    • Psychologische klachten: stress, depressies en angsten.
    • Seksuele problemen: libidoverlies, impotentie en genitale pijn.
    • Sensibiliteitsstoornissen: tintelingen, prikkelingen, doofheid, pijn, koude voeten of handen en spierpijn.
    • Vermoeidheid: moeheid in rust en snel vermoeid.
  • De oorzaak van MS is tot op heden nog niet bekend. Mogelijk zijn er erfelijke en/of omgevingsfactoren in het spel.
  • Broers en zussen van een persoon met MS hebben een 25 maal hoger risico om de ziekte te ontwikkelen.
  • Multiple sclerose wordt, naargelang het verloop van de ziekte, onderverdeeld in 3 categorieën:
    1. Recidiverende en herstellende MS (Relapsing-Remitting MS): zo’n 85 procent van mensen met MS heeft deze vorm. Recidiverende en herstellende MS wordt gekenmerkt door een ziekteverloop van aanvallen (relapsing) en herstel (remitting). Deze ups en downs komen gemiddeld zo’n drie keer per jaar voor. Zeker in het begin van de ziekte is er een goede kans op herstel.
    2. Primair progressieve MS (Primary-Progressive MS): dit is de minst voorkomende vorm van MS. Deze vorm komt voor bij maar 5 procent van de mensen met MS. Bij primair progressieve MS is uw ruggenmerg aangetast en merkt u direct vanaf het begin achteruitgang: beide benen verstijven en verzwakken. Ook merkt u dat de kracht in uw benen steeds minder wordt. Opvallend is dat primair progressieve MS geen aanvallen kent. De eerste symptomen ervaart u vaak pas na uw veertigste.
    3. Secundair progressieve MS (Secondary-Progressive MS): ongeveer de helft van de patiënten met een “relapsing-remitting MS” bereikt deze fase na gemiddeld tien jaar. Kenmerkend is dat de toestand dan geleidelijk verergert in de periode tussen de opflakkeringen. Herstel is dan niet meer mogelijk.
  • In Nederland komt MS voor bij één op de 1000 personen.
  • Volgens de huidige schattingen vermindert MS de levensverwachting met ongeveer 7 jaar en is de gemiddelde overlevingsduur 30 jaar.

 

Vis verlaagt het metabole syndroom

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Resultaten met betrekking tot de associatie (het verband) tussen visconsumptie en het risico op het krijgen van het metabool syndroom (MetS) zijn dubbelzinnig (tegenstrijdig) en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het eten van vis de kans op het krijgen van het metabole syndroom?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 cross-sectionele studies en 6 cohort studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in cohort studies dat het eten van vis de kans op het krijgen van het metabole syndroom significant met 20% [OR = 0.80, 95% BI = 0.66 tot 0.96, p = 0.017, I2 = 62.9%] verlaagde.
Echter, dit verlaagde risico was niet significant in cross-sectionele studies [OR = 0.80, 95% BI = 0.70 tot 1.02, p = 0.085, I2 = 50.1%].

De onderzoekers concludeerden dat het eten van vis de kans op het krijgen van het metabole syndroom verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
A systematic review and meta-analysis of the association between fish consumption and risk of metabolic syndrome by Karimi G, Heidari Z, [...], Haghighatdoost F.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/32127332

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over visconsumptie en het metabole syndroom.

Studies 2020

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken naar sportvoeding:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Geen verschil tusssen krachttraining met hoge belasting en lage belasting op botmineraaldichtheid
  2. 1.5-2 gram arginine per dag gedurende 4-7 weken verhogen sportprestaties
  3. Licht intensieve lichamelijke activiteit verlaagt doodgaan aan kanker
  4. Eiwittensupplementen verhogen vetvrije massa bij ouderen
  5. Whole body vibration training verhoogt botdichtheid bij postmenopauzale vrouwen

Veel linolzuur via voeding verlaagt doodgaan aan hart- en vaatziekten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Het huidige bewijs over het verband tussen de inname van linolzuur (LA), het overheersende n-6 (ω-6) vetzuur en de mortaliteit is inconsistent en is niet samengevat in een systematische review of meta-analyse. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt de inname van linolzuur via voeding (het eten van linolzuur) of het hebben van een hoog linolzuurgehalte in het bloed de mortaliteit?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 44 prospectieve cohort studies met in totaal 811069 deelnemers, waarvan 170076 mensen doodgegaan waren aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit), 50786 mensen doodgegaan waren aan hart- en vaatziekten en 59684 mensen doodgegaan waren aan kanker.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel linolzuur de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 13% [gepoolde RR = 0.87, 95% BI = 0.81 tot 0.94, I2 = 67.9%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel linolzuur de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten significant met 13% [gepoolde RR = 0.87, 95% BI = 0.82 tot 0.92, I2 = 3.7%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel linolzuur de kans op doodgaan aan kanker significant met 11% [gepoolde RR = 0.89, 95% BI = 0.85 tot 0.93, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging van het linolzuurgehalte met 1 standaarddeviatie, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 9% [gepoolde RR = 0.91, 95% BI = 0.87 tot 0.95, I2 = 64.1%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging van het linolzuurgehalte met 1 standaarddeviatie, de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten significant met 11% [gepoolde RR = 0.89, 95% BI = 0.85 tot 0.94, I2 = 28.9%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging van het linolzuurgehalte met 1 standaarddeviatie, de kans op doodgaan aan kanker significant met 9% [gepoolde RR = 0.91, 95% BI = 0.84 tot 0.98, I2 = 26.3%] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat zowel het eten van veel linolzuur als het hebben van een hoog linolzuurgehalte, de kans op doodgaan aan alle oorzaken, hart- en vaatziekten en kanker verlaagden.

Oorspronkelijke titel:
Dietary intake and biomarkers of linoleic acid and mortality: systematic review and meta-analysis of prospective cohort studies by Li J, Guasch-Ferré M, […], Hu FB.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/32020162

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over linolzuur, ouderdom, hart- en vaatziekten en kanker.  
 

Studies 2020

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken (overzichtsartikelen) naar het verband tussen voeding en zwangerschap & lactatie:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Probiotica-supplementen tijdens zwangerschap verlagen eczeem bij nakomelingen
  2. Een hoger vitamine D-gehalte tijdens zwangerschap verlaagt MS bij nakomeling
  3. N-3 vetzurensupplementen verlagen pre-eclampsie tijdens de zwangerschap

Studies 2020

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken naar de relatie tussen voeding en overgewicht:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Zuivelproducten verlagen causaal vetmassa en BMI onder volwassenen met overgewicht
  2. Pistachenoten verlagen het BMI
  3. Alfa-liponzuur supplementen verlagen buikomtrek van vrouwen
  4. Coënzym Q10-supplementen verlagen niet lichaamsgewicht en BMI
  5. 6 maanden genisteïne verlaagt bloedruk van patiënten met metabole syndroom

6 maanden genisteïne verlaagt bloedruk van patiënten met metabole syndroom

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Genisteïne is een fyto-oestrogeen met mogelijke gezondheidsvoordelen ter preventie van hart- en vaatziekten. Echter, het bewijs met betrekking tot het positieve effect op hypertensie (een hoge bloeddruk) is niet doorslaggevend en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het slikken van genisteïne-supplementen de bloeddruk?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 4 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van genisteïne-supplementen de systolische bloeddruk niet verlaagde [WMD = -5.32 mmHg, 95% BI = -14.59 tot 3.96].

De onderzoekers vonden dat het slikken van genisteïne-supplementen de diastolische bloeddruk niet verlaagde [WMD = -2.06 mmHg, 95% BI = -6.41 tot 2.28].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van genisteïne-supplementen gedurende minimaal 6 maanden de systolische bloeddruk van patiënten met het metabole syndroom significant met 13.73 mmHg [WMD = -13.73 mmHg, 95% BI = -18.10 tot -9.37] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van genisteïne-supplementen gedurende minimaal 6 maanden de diastolische bloeddruk van patiënten met het metabole syndroom significant met 5.18 mmHg [WMD = -5.18 mmHg, 95% BI = -6.62 tot -3.74] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van genisteïne-supplementen gedurende minimaal 6 maanden de bloeddruk van patiënten met het metabole syndroom verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effects of genistein on blood pressure: A systematic review and meta-analysis by Hemati N, Asis M, […], Abdollahi M.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31955737

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over genisteïne, overgewicht, het metabole syndroom en het verlagen van de bloeddruk.


 

Studies 2020

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken naar de relatie tussen voeding en hart- en vaatziekten:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Dagelijks 1 mg heme-ijzer via voeding verhoogt doodgaan aan hart- en vaatziekten
  2. Dagelijks 3 kopjes koffie of meer verhoogt causaal hart- en vaatziekten
  3. Plantaardige eiwitten verlagen doodgaan aan hart- en vaatziekten
  4. 2-3 porties vis per week verlagen coronaire hartziekte onder patiënten met suikerziekte type 2
  5. 1 gram natrium per dag verhoogt hart- en vaatziekten met 6%
  6. Een hoge visconsumptie verlaagt coronaire hartziekte
  7. Vitamine C tekort verhoogt de bloeddruk
  8. Groene thee verlaagt bloeddruk bij mensen met een hoge bloeddruk
  9. Kalium-inname tot 3128 mg per dag verlaagt bloeddruk
  10. Tomaten verhogen goed cholesterolgehalte
  11. Calciumsupplementen verhogen hartinfarct
  12. 1 tot 3 eieren per dag verhogen niet de bloeddruk
  13. Dagelijs 100 mg magnesium via voeding verlaagt een beroerte
  14. Ziekte van Alzheimer verhoogt een hersenbloeding
  15. Aardbeien verlagen slecht cholesterolgehalte
  16. Koolhydratenarme diëten verlagen hart- en vaatziekten

Studies 2020

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken (overzichtsartikelen) naar de relatie tussen voeding en suikerziekte:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. 2-3 porties vis per week verlagen coronaire hartziekte onder patiënten met suikerziekte type 2
  2. Vitamine B3-supplementen verlagen slecht cholesterol van patiënten met suikerziekte type 2
  3. Dagelijks 8.4 tot 10 gram inulinesupplementen voor 8 weken verlagen suikerziekte type 2
  4. Zuurbessen verlagen insulinegehalte
  5. Dagelijks 40 gram soja consumptie gedurende 12 weken verhoogt het IGF-1 gehalte
  6. Dagelijs 100 mg magnesium via voeding verlaagt een beroerte
  7. Tofu verlaagt suikerziekte type 2

 

Studies 2020

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken naar de realatie tussen voeding en ouderdom:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:

  1. Dagelijks 2 gram omega-3 supplementen verhogen spiermassa bij ouderen
  2. Zuivelproducten verrijkt met calcium en vitamine D verhogen botmineraaldichtheid bij postmenopauzale vrouwen
  3. Dagelijks 54 mg genisteïne verhogen botmineraaldichtheid van postmenopauzale vrouwen
  4. Obesitas verhoogt dementie

Studies 2020

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken (overzichtsartikelen) naar de relatie tussen voeding en chronische ziekten:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Dagelijks 0.5 tot 6 gram taurine-supplementen verlagen bloeddruk van patiënten met leverontregeling
  2. Sojaproducten verlagen causaal het CRP-gehalte
  3. 0.5 portie vis per week verlaagt MS
  4. Een hoger serum seleniumgehalte en een lager serum zinkgehalte verhogen vitiligo
  5. Ernstige vitamine D-tekort verhoogt doodgaan onder patiënten met bloedvergiftiging
  6. Een hoog homocysteïnegehalte verhoogt MS
  7. Hepatitis B-virus infectie verhoogt chronische nierziekte
  8. Vlees verhoogt niet astma bij kinderen
  9. Lood verhoogt ALS

Studies 2020

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken (overzichtsartikelen) naar de relatie tussen voeding en kanker:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Dagelijks 5 gram noten verlagen kanker
  2. Dagelijks 100 mcg foliumzuur via voeding verlaagt borstkanker onder premenopauzale vrouwen
  3. Een hoge vitamine C-inname via voeding verlaagt borstkanker
  4. Overlevenden van kanker moeten dagelijks meer dan 400 gram groente en fruit eten
  5. Groene bladgroenten, alliumgroenten, vezels en flavonoïden verlagen eierstokkanker
  6. Beta-cryptoxanthine via voeding verlaagt blaaskanker
  7. Omega-3 PUFA’s via voeding verlaagt spijsverteringskanker
  8. 40 gram ingemaake groenten per dag verhoogt maagkanker
  9. Dagelijks 100 microgram foliumzuur via voeding verlaagt ER negatief/PR negatief borstkanker
  10. Licht intensieve lichamelijke activiteit verlaagt doodgaan aan kanker
  11. Dagelijks 20 gram boomnoten verlaagt kanker aan het spijsverteringsstelsel
  12. Knoflook verlaagt mogelijk dikke darmkanker
  13. 3 keer per week groente en fruit verlaagt maagkanker

ASTMA & COPD

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken naar de relatie tussen voeding en astma & CODP:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Albuminegehalte van COPD-patiënten is lager dan van niet COPD-patiënten
  2. Melatonine supplementen verbeteren slaapkwaliteit van volwassenen met slaapstoornis
  3. Dagelijks 400 mg vitamine C supplementen verbetert longfunctie van COPD patiënten
  4. Veel fruit, vezels, vis en vitamine C verlagen COPD in volwassenen
  5. Vlees verhoogt niet astma bij kinderen
  6. Astma verhoogt doodgaan aan hart- en vaatziekten onder vrouwen
  7. Visconsumptie vanaf 6-9 maanden na de geboorte verlaagt astma bij kinderen
  8. Visconsumptie tijdens de zwangerschap verlaagt niet allergie bij nakomelingen in de leeftijd tussen 0 en 8 jaar
  9. Een laag vitamine D-gehalte tijdens de zwangerschap verhoogt eczeem in de kindertijd
  10. Een hoog leptinegehalte verhoogt astma
  11. Weinig lichamelijke activiteiten verhoogt mogelijk astma bij kinderen
  12. Astma verhoogt longkanker
  13. 1200 mg NAC per dag verkomt een longaanval bij CODP-patiënten
  14. Vitamine D-tekort verhoogt COPD
  15. Vitamine D supplementen verlagen astma bij kinderen

XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX

  • De verschillende longziekten zijn:
    • Acute bronchitis
    • Alpha-1
    • Asbestose
    • Astma
    • Bronchopulmonale dysplasie (BPD)
    • Bronchiëctasieën
    • Congenitale cysteuze adenomatoide malformatie van de long (CCAM)
    • Congenitale hernia diafragmatic (CHD)
    • COPD (Chronic Obstructive Pulmonary Disease)
    • Cystic fibrosis (CF)
    • Klaplong
    • Longembolie
    • Longfibrose
    • Longontsteking
    • Longkanker
    • Longvlieskanker
    • Primaire Ciliaire Dyskinesi (PCD)
    • Pleuritis
    • Pulmonale arteriële hypertensie (PAH)
    • RS virus
    • Sarcoïdose
    • Tuberculose (TBC)
  • Astma is een chronische longziekte waarbij de longen continu zijn ontstoken, hetgeen ademhalingsproblemen kan veroorzaken.
    Het woord “astma” komt uit het Grieks en betekent “gehijg”of “gepiep”.
  • Ongeveer 3 op de 100 mensen hebben last van astma.
  • Astma komt bij vrouwen vaker voor dan bij mannen, behalve op jonge leeftijd, daar komt het vaker voor bij jongens dan bij meisjes.
  • Het is niet bekend wat de precieze oorzaak van astma is.
    Wel is bekend dat erfelijkheid een rol speelt. Als één van de ouders astma of een allergie heeft, is er 50% kans dat het kind astma krijgt.
  • De astmaklachten variëren per persoon en per moment. Astma komt in aanvallen.
  • Mensen met astma zijn benauwd en hoesten, vooral 's nachts, waarbij soms slijm wordt opgehoest. Ook hebben ze vaak last van een piepende, zagende of brommende ademhaling.
  • Een astma-aanval kan uitgelokt worden door meerdere factoren, zoals stuifmeel, huisdieren, huisstofmijt, rook, inspanning of aanhoudende spanning of stress.
  • Astma is vaak goed te behandelen met medicijnen, in combinatie met het opvolgen van leefstijladviezen, zoals niet roken en voldoende bewegen.
  • De belangrijkste medicijnen bij de behandeling van astma zijn ontstekingsremmers en luchtwegverwijders.
  • COPD is een verzamelnaam voor chronische bronchitis en longemfyseem.
  • COPD is een longziekte waarbij de longen ontstoken zijn.
    De afkorting COPD staat voor Chronic Obstructive Pulmonary Disease (Chronische Obstructieve Long Ziekte).
    Langer bestaande ontsteking kan leiden tot littekenvorming. Deze beschadigingen zorgen ervoor dat de luchtwegen zich vernauwen.
  • Kortademigheid en hoesten zijn de 2 belangrijkste klachten van COPD.
  • COPD ontstaat in grofweg 80 procent van de gevallen na jarenlang roken.
  • Spirometrie is een eenvoudige, pijnloze en zeer betrouwbare techniek om de longfunctie of longcapaciteit te meten en vervolgens grafisch uit te beelden.
    Via spirometrie kan een arts met zekerheid stellen of iemand aan een obstructieve longaandoening lijdt en kan hij/zij ook het verloop van de ziekte opvolgen.
  • Een spirometrie gebeurt met een spirometer. Dit is een apparaat verbonden met een slangetje in rubber of karton waarin de patiënt moet blazen.
  • De één seconde waarde (ESW), ook wel het geforceerde expiratoire volume in 1 seconde (FEV1) genoemd, is het maximale volume lucht (in liters) dat bij snelle en geforceerde uitademing vanuit volledige inademing in één seconde kan worden uitgeblazen.
    Het is belangrijk om die ESW-waarde te vergelijken met de "normale" waarden van een vergelijkbaar persoon (leeftijd, geslacht, grootte). Aan de hand daarvan kan de ernst van de luchtwegvernauwing geëvalueerd worden.
  • De geforceerde vitale capaciteit (FVC, van het Engelse Forced Vital Capacity) is het volume lucht (in liters) dat na volledige inademing maximaal kan worden uitgeademd. Het wordt gemeten tijdens een geforceerde uitademing. De patiënt moet daarbij zo hard en zo diep mogelijk inademen en daarna zo hard en zo snel mogelijk volledig uitademen.
  • Een gezonde volwassene kan tussen 70% en 80% van zijn/haar vitale capaciteit uitademen tijdens de eerste seconde bij een geforceerde uitademing.
    Ligt de waarde (uitgedrukt als ESW/FVC) lager dan 70%, dan is de kans groot dat de luchtwegen vernauwd zijn door COPD of astma.
  • Een volwassene ademt ongeveer twaalf tot twintig keer per minuut. De longen hebben een inhoud van 5 tot 7 liter.
  • De grootste hoeveelheid lucht die een persoon kan opnemen bij een diepe inademing, wordt de vitale capaciteit (VC) genoemd.
  • Het is niet mogelijk om de hele longinhoud uit te ademen, hoe sterk ook uitgeademd wordt. Gemiddeld blijft er altijd nog ongeveer 1.2 liters (tussen de 0.5 en 3.5 liters) lucht in de longen achter. Dit wordt het luchtresidu (RV) genoemd.
  • De totale capaciteit (TC) van de longen is dus het luchtresidu (RV) + vitale capaciteit (VC).
  • De verschillen tussen astma en COPD zijn:

 

Astma

COPD

Belangrijkste risicofactor

Atopie

Roken

Luchtwegobstructie

Wisselend, in de regel reversibel

Per definitie deels irreversibel

Pathofysiologie

Chronische ontsteking in alle luchtwegen, meestal gevoelig voor corticosteroïden

Chronische ontsteking met name in de kleine luchtwegen, relatief ongevoelig voor corticosteroïden

Leeftijd

Alle leeftijden

Meestal > 40 jaar

Beloop

Overwegend gunstig met variabele symptomen

Overwegend chronisch met geleidelijk progressieve symptomen

Allergologisch onderzoek

Geïndiceerd

Niet geïndiceerd

Longfunctie

Overwegend normaal (of met reversibele obstructie)

Blijvend verminderd (irreversibele obstructie)

Levensverwachting

(Vrijwel) normaal bij optimale behandeling

Verminderd, ook bij optimale behandeling

Inhalatiecorticosteroïden (ICS)

Meestal geïndiceerd, behalve bij weinig frequente klachten

Niet geïndiceerd, behalve bij frequente exacerbaties

Een hoog serum kopergehalte verhoogt obesitas

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
De relatie tussen het serum kopergehalte in het lichaam en overgewicht/obesitas blijft controversieel en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verhoogt een hoog serum kopergehalte de kans op het krijgen van overgewicht/obesitas?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 21 studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het serum kopergehalte van kinderen met obesitas significant hoger was dan van kinderen zonder obesitas [SMD = 0.74, 95% = 0.16 tot 1.32].

De onderzoekers vonden dat het serum kopergehalte van volwassenen met obesitas significant hoger was dan van volwassenen zonder obesitas [SMD = 0.39, 95% = 0.02 tot 0.76].

De onderzoekers vonden geen significant verschil tussen het serum kopergehalte van kinderen met overgewicht en kinderen zonder overgewicht [SMD = 1.52, 95% =  -0.07 tot 3.12].

De onderzoekers vonden geen significant verschil tussen het serum kopergehalte van volwassenen met overgewicht en volwassenen zonder overgewicht [SMD = 0.16, 95% =  -0.06 tot 0.38].

De onderzoekers vonden een significant verschil in de SMD tussen kinderen met obesitas die gediagnosticeerd werden door gewicht-voor-lengte en kinderen zonder obesitas [SMD = 1.56, 95% BI = 0.57 tot 2.55].  

De onderzoekers vonden een significant verschil in de SMD tussen volwassenen met obesitas die gediagnosticeerd werden door het BMI (WHO) en volwassenen zonder obesitas [SMD = 0.54, 95% BI = 0.08 tot 1.01].  

De onderzoekers concludeerden dat zowel kinderen als volwassenen met obesitas een hoog serum kopergehalte in het lichaam hadden.

Oorspronkelijke titel:
The Relationship Between Serum Copper and Overweight/Obesity: a Meta-analysis by Gu K, Li X, […], Jiang X.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31300957

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over koper en overgewicht.

Studies 2019

Hieronder vindt u wetenschappelijke studies over krachttraining en gezondheid.
De overzichtsartikelen (meta-analyses) van gerandomiseerde, placebo-gecontroleerde dubbelblinde humane studies (RCT’s) geven antwoord op de volgende vraag:
“Is het slikken van voedingssupplementen zinvol?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

De overzichtsartikelen (meta-analyses) van cohort studies of van patiënt-controle studies geven antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen?”.

  1. Krachttraining verlaagt cholesterolgehalte