Voeding en gezondheid

Uitleg productenlijst

0,15 van 1819 kcal = 273 kcal
0,3 van 1819 kcal = 546 kcal

Conclusie: mijn voeding voldoet aan de richtlijnen van een afvalprogramma en ik moet via lichamelijke activiteiten 273-546 kcal verbranden om niet (weer) in gewicht aan te komen.

Een gezonde voeding (=het gemiddelde van alle dagelijks gegeten producten met 2000 kcal voor vrouwen, 2500 kcal voor mannen en 1400-1700 kcal bij dieet) mag maximaal 35 En% eiwit, maximaal 35 En% vet, maximaal 10 En% verzadigd vet, maximaal 0.3 gram zout per 100 kcal, maximaal 25 En% eenvoudige suikers, minimaal 1.3 gram vezels per 100 kcal en maximaal 70 En% koolhydraten bevatten.

De gegeten producten in dit voorbeeld worden zichtbaar door in kolom Gegeten, Filter, (Blanks) uit te vinken, OK.

  • Voeding met meer dan 35 En% vet doet het lichaamsgewicht op termijn toenemen.
  • Voeding met meer dan 10 En% verzadigd vet doet het cholesterolgehalte op termijn toenemen.
  • Voeding met meer dan 0.3 gram zout per 100 kcal doet de bloeddruk op termijn toenemen.
  • Voeding met minder dan 1.3 gram vezels per 100 kcal doet het lichaamsgewicht en de kans op het krijgen van dikke darmkanker toenemen.
  • Voeding met meer dan 35 En% eiwit of meer dan 25 En% eenvoudige suikers of meer dan 70 En% koolhydraten doet het lichaamsgewicht op termijn toenemen.
  • Voeding met meer dan 70 En% koolhydraten kan op termijn tot een tekort aan eiwit en vetten leiden.
  • Voeding met meer dan 35 En% eiwit of meer dan 25 En% eenvoudige suikers of meer dan 70 En% koolhydraten doet het lichaamsgewicht op termijn toenemen.

Voeding is geen medicijn. Voeding voorkomt dus geen ziekte en geneest ook geen ziekte! Dus, raadpleeg een arts wanneer u ziek bent of een ziekte hebt!

Het 7-puntenprofiel van een product kan (licht) veranderen omdat de tabel voedingswaarden per 100 gram op de verpakking van een levensmiddel in de tijd kan veranderen.

Door in de kolom Gegeten “JA” in te vullen, berekent de formule automatisch uit of uw dagelijkse voeding gezond is of niet.

  • Lopen, wandelen = 175 kcal per uur
  • Fietsen = 250 kcal per uur
  • Zwemmen = 350 kcal per uur
  • Hardlopen = 650 kcal per uur
  • Spinning = 850 kcal per uur
  • Cardio fitness = 600 kcal per uur

 

Studies 2018

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken naar zwangerschap en babyvoeding:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Probiotica-supplementen zowel voor als na de zwangerschap verlagen atopische dermatitis
  2. 2 keer 2 gram inositolsupplementen per dag verlaagt zwangerschapsdiabetes
  3. 3-6 maanden na de geboorte is beste moment om eieren te introduceren
  4. PUFA-supplementen verhogen niet intelligentie van baby’s met een laag geboortegewicht
  5. Myo-inositol supplementen verlagen zwangerschapsdiabetes en een vroeggeboorte 
  6. Vegetarisch dieet tijdens zwangerschap verhoogt baby met een laag geboortegewicht onder Aziaten
  7. Bloedarmoede aan begin zwangerschap verhoogt een SGA-baby
  8. Probiotica- en visoliesupplementen tijdens zwangerschap verlagen allergie

Studies 2018

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken naar suikerziekte:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. 88 µg vitamine D per dag verlaagt suikerziekte type 2
  2. 1 portie aardappelen per dag verhoogt suikerziekte type 2
  3. Dagelijks 150 gram friet verhoogt suikerziekte type 2
  4. Knoflook verlaagt het nuchter glucosegehalte van patiënten met suikerziekte
  5. Gembersupplementen verlagen lichaamsgewicht van mensen met overgewicht of obesitas
  6. Dagelijks veel granenvezels verlaagt mogelijk suikerziekte type 2
  7. Een voeding met 6 En% plantaardig eiwit verlaagt suikerziekte type 2
  8. Minimaal 550 mg flavonoïden per dag verlaagt suikerziekte type 2
  9. Vetrijk dieet verhoogt suikerziekte type 2
  10. Foliumzuursupplementen verlagen het nuchter glucosegehalte
  11. Mensen met suikerziekte type 2 hebben baat bij lage GI-diëten
  12. Vitamine K-supplementen verlagen niet suikerziekte type 2
  13. 3 gram L-carnitinesupplementen verlagen het leptinegehalte van suikerpatiënten

Studies 2018

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken naar suikerziekte:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

2018:

  1. 3 gram L-carnitinesupplementen verlagen het leptinegehalte van suikerpatiënten

Studies 2018

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken naar de relatie tussen voeding en overgewicht:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

2018:

  1. 500 mg flavanolen per dag verlaagt BMI
  2. 50 gram koolhydraten per dag verhoogt goed cholesterolgehalte
  3. Dagelijks 30 gram donkere chocolade verlaagt lichaamsgewicht
  4. Carotenoïden via voeding verlagen mogelijk het metabole syndroom
  5. Gembersupplementen verlagen lichaamsgewicht van mensen met overgewicht of obesitas
  6. Melkeiwittensupplementen in combinatie met krachttraining verhogen spiermassa bij ouderen
  7. Groente en fruit verlagen het metabole syndroom
  8. 3 gram L-carnitinesupplementen verlagen het leptinegehalte van suikerpatiënten

Studies 2018

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken naar de realatie tussen voeding en ouderdom:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:

2018:

  1. Alzheimer-patiënten hebben een lage vitamine E bloedwaarde
  2. Vitamine A en C via voeding verlagen de oogziekte glaucoom
  3. Veel antioxidanten via voeding verlagen doodgaan aan alle oorzaken
  4. All-cause mortaliteit is het laagst bij een dieet met 50-55 En% koolhydraten
  5. Een laag seleniumgehalte in de hersenen verhoogt de ziekte van Alzheimer
  6. Veel verzadigd vet verhoogt fracturen
  7. Coronaire hartziekte en hartfalen verhogen dementie
  8. Vitamine D-gehalte tussen 25 en 35 ng/mL verlaagt ziekte van Alzheimer
  9. Dagelijks veel yoghurt en kaas verlaagt heupfracturen

Studies 2018

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken naar de relatie tussen voeding en kanker.
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Dagelijks 10 gram vezels via voeding verlaagt mogelijk eierstokkanker
  2. Dagelijks 100 μg foliumzuur via voeding verlaagt slokdarmkanker
  3. Eiwit verhoogt niet prostaatkanker
  4. Geen verband tussen vitamines en lymfklierkanker
  5. Wijn verhoogt niet dikke darmkanker
  6. Wortels verlagen borstkanker
  7. Minder dan 750 mg calcium per dag verhoogt mogelijk prostaatkanker
  8. Dagelijks 5 mg vitamine B2 verlaagt dikke darmkanker
  9. Matig rode wijn verlaagt prostaatkanker
  10. Citrusvruchten verlagen slokdarmkanker
  11. Dagelijks 10 mcg vitamine D via voeding verlaagt alvleesklierkanker
  12. Een hoog BMI verhoogt borstkanker
  13. Dagelijks veel cholesterol verhoogt mogelijk longkanker
  14. Dagelijks veel gekookte tomaten verlaagt prostaatkanker

 

Studies 2018

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken naar de relatie tussen voeding en chronische ziekten:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Nierpatiënten hebben baat bij een dieet met 5.5 En% eiwit
  2. Roodvlees, zeevruchten, fructose en alcohol verhogen jicht
  3. Patiënten met gordelroos hebben baat bij het slikken van vitamine B12
  4. Dagelijks 320-1500 mg magnesiumsupplementen verlaagt CRP-gehalte
  5. Koffie verlaagt het leptine-gehalte
  6. Glucosamine-supplementen verlichten pijn bij mensen met knie-osteoarthritis
  7. Veel vlees en alcohol verhogen leeftijdsgebonden maculaire degeneratie
  8. Veel koffie verlaagt het C-reactieve proteïne
  9. Melk verhoogt acné
  10. Visconsumptie vanaf 6-9 maanden na de geboorte verlaagt astma bij kinderen
  11. Een hoog serum urinezuurgehalte verlaagt ALS
  12. Coënzym Q10-supplementen verlagen het triglyceridengehalte van patiënten met stofwisselingsziekten
  13. Een zink-tekort verhoogt auto-immuunziekte

Studies 2018

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken naar de relatie tussen voeding en hart- en vaatziekten.
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Vitamine E via voeding verlaagt een beroerte
  2. Middellangketenige verzadigde vetzuren verhogen sneller goed cholesterol
  3. Dagelijks 150 gram friet verhoogt suikerziekte type 2
  4. Veel flavonolen, flavonen of anthocyaninen via voeding verlagen mogelijk dikke darmkanker
  5. Walnoten verlagen slecht cholesterolgehalte
  6. Veel natrium via voeding verhoogt een beroerte
  7. EPA&DHA verlagen postoperatieve atriale fibrillatie na een bypass hartoperatie
  8. Coronaire hartziekte en hartfalen verhogen dementie
  9. 1 portie gevogelte per week verlaagt een beroerte onder vrouwen
  10. Resveratrol supplementen verlagen niet cholesterolgehalte
  11. Dagelijks 20 gram vis verlaagt doodgaan aan hart- en vaatziekten

Frisdrank

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken naar de relatie tussen het drinken van frisdrank en gezondheid:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.
 

Volkorenproducten

Hieronder vindt u wetenschappelijke studies over de relatie tussen het eten van volkorenproducten en het voorkomen van ziektes:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patiënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Dagelijks 30 gram volle granen, 100 gram fruit, 100 gram groente of 200 gram zuivelproducten verlaagt dikke darmkanker
  2. Volkoren graanproducten verlaagt mogelijk alvleesklierkanker
  3. Veel volkorenproducen verlaagt een beroerte onder vrouwen
  4. Dagelijks 100 gram roodvlees, 50 gram bewerkt vlees en 250 mL suikergezoete frisdrank verhogen de bloeddruk
  5. Suikergezoete frisdrank, eieren en rood- en bewerkt vlees verhogen hart- en vaatzieken
  6. Resistent zetmeel verbebert de darmwerking van gezonde volwassenen
  7. Haver verlaagt mogelijk causaal hart- en vaatziekten
  8. 30 gram volkoren granen verlagen hart- en vaatziekte
  9. 28 gram volle granen per dag verlaagt doodgaan aan hart- en vaatziekten

XXXXXXXXXXXX

  • De graankorrel bestaat uit 3 delen. Binnenin zit de meelkern, onderin de kiem en om het geheel de zemel. De meeste voedingsstoffen zitten in de kiem en de zemel.
  • De meest voorkomende graansoorten zijn tarwe, gerst, spelt, teff, rogge, rijst, gierst en haver. In Nederland worden alleen tarwe, rogge, teff, gerst en op beperkte schaal haver verbouwd.
  • Volkoren(graan)producten zijn gemaakt van de hele (vermalen) graankorrel. Volkorenproducten zijn volkorenbrood, volkoren pasta, zilvervliesrijst, bulgur en volkoren couscous.
  • Brood wordt geregeld door het Warenwetbesluit Meel en brood. Zo moet brood van de wet een vochtgehalte  ten minste 20% en een gehalte aan keukenzout van ten hoogste 2.5% berekend op de droge stof, hebben.
  • Voor volkorenbrood is in Nederland wettelijk vastgesteld dat al het meel dat aanwezig is, moet bestaan uit volkorenmeel van de betreffende graansoort oftewel alleen brood met 100% volkorenmeel mag van de wet “volkorenbrood” genoemd worden.
  • Volkoren pasta is gemaakt van ten minste 50% volkorenmeel. 
  • Witbrood en witte pasta zijn gemaakt van tarwebloem. Tarwebloem bevat alleen het middelste deel (meelkern) van de graankorrel oftewel meel wat is ontdaan van de zemel en kiem. Dit proces wordt ook wel raffineren genoemd. (Tarwe)bloem is wit van kleur omdat het overblijvende deel, de meelkern, wit van kleur is.
  • Volkorenproducten hebben dezelfde duurzaamheidsaspecten als niet-volkoren granen en graanproducten, zoals witbrood.
  • Volkorenproducten bevatten meer B-vitamines, ijzer, magnesium en voedingsvezels dan niet-volkorenproducten.
  • Volkorenproducten zijn producten met minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal.

Studies 2017

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken naar de relatie tussen het vegetarische dieet en de gezondheid.
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Vegetarisch dieet verlaagt kanker
  2. Vetegarisch dieet verlaagt suikerziekte type 2

 

CRP-gehalte

  • Ontstekingen in het lichaam kan gemeten worden aan de hand van de volgende biomerker; de zogename ontstekingsbevorderende (pro-inflammatoire) cytokines. De ontstekingsbevorderende (pro-inflammatoire) cytokines zijn het C-reactieve proteïne (CRP), IL-1, interleukine-6 (IL-6), IL-8, MCP-1 en tumornecrosefactor-alfa (TNF-α).
  • Het C-reactief proteïne, afgekort tot CRP, is een zogenaamd acutefase-eiwit. CRP wordt geproduceerd door de lever en afgegeven in de bloedbaan. Na het ontstaan van een ontsteking neemt de hoeveelheid CRP in het lichaam binnen een paar uur toe.
  • Bij gezonde mensen zonder ontstekingen is de CRP-bloedconcentratie meestal lager dan 10 mg/L. Het merendeel van de ontstekingen leidt tot een CRP-bloedconcentratie boven 100 mg/L.

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken naar het verlagen van het CRP-gehalte:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Dagelijks 320-1500 mg magnesiumsupplementen verlaagt CRP-gehalte
  2. Veel groenten en fruit versterken het immuunsysteem
  3. Veel koffie verlaagt het C-reactieve proteïne
  4. 500 mg quercetine per dag verlaagt het CRP-gehalte
  5. Een verhoogde CRP- en IL-6-bloedconcentratie verhogen de kans op het krijgen van suikerziekte type 2
  6. Granaatappelsap verlaagt niet ontstekingen in het lichaam
  7. Dagelijks 1-2 gram L-carnitine verlaagt ontstekingen in het lichaam
  8. Coënzym Q10-supplementen verlagen mogelijk ontstekingen
  9. Vitamine K-supplementen verlagen niet suikerziekte
  10. Noten verlagen het leptinegehalte
  11. Lichamelijke activiteiten + gewichtsverlies leiden tot minder ontstekingen in het lichaam
  12. Vegetarisch dieet verlaagt ontstekingen in het lichaam
  13. Dagelijks 1-50 mg olijfolie verlaagt mogelijk hart- en vaatziekten
  14. 1-3 gram gember per dag verlaagt hart- en vaatziekten

 

Vitamin K supplementation does not reduce diabetes

Afbeelding

Objectives:
Clinical trials of vitamin K supplementation have reported conflicting results on its effect on insulin sensitivity. Therefore, this meta-analysis (systematic review) has been conducted.

Does vitamin K supplementation improve insulin sensitivity?

Study design:
This review article included 8 RCTs involving 1,077 participants. A wide variety of participants were enrolled, including older men, postmenopausal women, prediabetic premenopausal women and participants with a history of diabetes, hypertension, or vascular disease.
The number of participants ranged from 42 to 452. The study duration varied from 4 weeks to 3 years.
5 RCTs evaluated vitamin K1 ranging from 500 to 1,000 µg/d. 2 RCTs used vitamin K2 (MK-4) 1.5 and 45 mg/d and 1 RCT assessed vitamin K2 (MK-7) 100 µg/d.

All the studies were regarded as high quality.

Heterogeneity was detected in the meta-analysis.

Results and conclusions:
The investigators found that vitamin K supplementation had no effect on homeostasis model assessment of insulin resistance (HOMA-IR), fasting plasma glucose (FPG) and fasting plasma insulin (FPI). The pooled mean difference = -0.14, [95% CI = -0.35 to 0.07, p = 0.19], 0.02 mmol/L [95% CI = -3.11 to 3.70, p = 0.86] and -0.34 µIU/mL [95% CI = -1.13 to 0.45, p =0.40] for HOMA-IR, FPG and FPI, respectively.

The investigators found that vitamin K supplementation had no effect on leptin [mean difference = 0.77 ng/mL, 95% CI = -1.32 to 2.86].

The investigators found that vitamin K supplementation failed to show a significant effect on IL-6 or CRP levels. The pooled mean differences were 0.14 pg/mL [95% CI = -0.69 to 0.97] and -0.49 mg/L [95% CI = -1.18 to 0.20] for IL-6 and CRP, respectively

The investigators found that vitamin K supplementation had no effect on adiponectin [pooled mean difference = 0.82 µg/mL [95% CI: -0.89 to 2.53].

The investigators concluded that vitamin K supplementation does not improve insulin sensitivity. Given the limited evidence available and the heterogeneity in the study results, further well-designed, large sample size randomized controlled trials are warranted. Different forms and doses of vitamin K should be explored in various populations and other surrogate markers for insulin sensitivity should be measured to better establish any beneficial effects and their clinical relevance.

Original title:
Effect of vitamin K supplementation on insulin sensitivity: a meta-analysis and Suksomboon N, Poolsup N and Darli Ko Ko H.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5422317/

Additional information of El Mondo:
Find more information/studies on vitamin K and diabetes right here.
An improved insulin sensitivity decreases diabetes risk.

Eieren

Wetenschappelijke studies (review artikelen) naar de relatie tussen het eten van eieren en het ontstaan van ziektes:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Eieren verlagen leeftijdsgebonden maculaire degeneratie
  2. 1 tot 3 eieren per dag verhogen niet de bloeddruk
  3. Eieren geven geen ontstekingen in het lichaam
  4. Geen verband tussen gevogelte en hersenkanker
  5. 3-6 maanden na de geboorte is beste moment om eieren te introduceren
  6. Suikergezoete frisdrank, eieren en rood- en bewerkt vlees verhogen hart- en vaatzieken
  7. Eieren en gevogelte verhogen niet non-Hodgkin lymfoom
  8. Minimaal 3 eieren per week verhoogt suikerziekte type 2 onder Amerikanen
  9. 2-5 eieren per week verhoogt borstkanker
  10. Dagelijks 1 ei verhoogt hartfalen

XXXXXXXXXXXXXXXX

  • In Nederland worden bijna alleen eieren uit eigen land verkocht. 
  • Het is wettelijk vastgelegd dat een vers ei 28 dagen na de legdatum houdbaar is.
    Een gekookt ei kan 4 dagen tot een week bewaard worden (in een bakje in de koelkast).
  • Met de punt naar beneden blijven eieren langer goed.
  • Eieren nemen geurtjes snel over. U kunt ze daarom beter niet in de buurt van vis, ui, knoflook of ander sterk geurend eten bewaren. 
  • Bewaar eieren niet in de koelkastdeur. Door de beweging wordt het eiwit sneller dun.
  • Een ei bestaat uit ei-eiwit en ei-dooier (eigeel). Ei-eiwit en ei-dooier zijn beiden in een goed afgesloten bakje zo’n 3 dagen in de koelkast houdbaar. En bij ei-eiwit zelfs nog langer want deze kunt u prima invriezen!
  • Op grond van Europese regelgeving moet in de handel op elk ei een stempel staan met de eicode, bestaande uit 7 of meer cijfers en letters:
    • Het eerste cijfer staat voor het leefsysteem van de kip (0 = biologisch, 1 = vrije uitloop, 2 = scharrel en 3 = kooi)
    • Twee letters voor het herkomstland (bijvoorbeeld NL, BE of DE)
    • Vijf cijfers met het registratienummer van het legpluimveebedrijf
    • Eventuele extra cijfers die het stalnummer aanduiden
  • Bij de verkoop worden eieren als volgt geclassificeerd:
    • S - ei van minder dan 53 gram
    • M - ei van 53 - 63 gram
    • L - ei van 63 - 73 gram
    • XL - ei van 73 gram of meer
    • DD - ei met twee dooiers (dubbeldooier)
  • Legbatterijen voor de productie van kippeneieren zijn sinds 2012 in de Europese Unie verboden.
  • Voor 60% bestaat het ei uit het eiwit met als hoofdbestanddeel ovalbumine, 30% is dooier en 10% eischaal. De dooier bestaat uit één cel. Met een doorsnede van 3 tot 4 cm is het de grootst bekende cel. De kleur van de dooier kan variëren tussen lichtgeel en donkeroranje.
    De kleur van de dooier wordt veroorzaakt door xantofyl en hangt af van de voeding van de kip. In maïs en gras zit bijvoorbeeld veel xantofyl. Als een kip voornamelijk graan eet, blijft de dooier licht.
  • Het eiwit in rauwe eieren heeft een biologische beschikbaarheid van 51%, koken verhoogt dit percentage tot circa 91%, wat betekent dat het eiwit van gekookte eieren bijna tweemaal zo goed wordt opgenomen als dat van rauwe eieren.
  • De schaal van een kippenei is ongeveer 0.3 mm dik. De schaal is poreus voor zuurstof en kooldioxide.
    De schaal van het ei is poreus en op den duur kunnen bacteriën deze doordringen waardoor het ei bederft.
  • De eidooier bevat cholesterol. Een hoog cholesterolgehalte met name het LDL-cholesterol (slecht choleserol) leidt tot aderverkalking en aderverkalking leidt tot hart- en vaatziekten. 
  • Het eiwit van eieren bevatten alle essentiële aminozuren. Aminozuren zijn bouwstenen van eiwitten. Essentiële aminozuren zijn aminozuren die het menselijke lichaam niet kunnen produceren en daarom moeten deze aminozuren in voedingsmiddelen zitten.
  • In rauwe eieren komen avidine (een glycoproteïne) en antitrypsine voor. Avidine bindt zich aan biotine en maakt dit vitamine niet meer opneembaar voor het lichaam, waardoor bij langdurig gebruik van rauwe eieren een biotine-tekort kan ontstaan. Antitrypsine werkt het verteringsenzym trypsine tegen. Het koken of bakken van eieren maakt deze eiwitten (avidine en antitrypsine) onwerkzaam.
  • Eiwitsplitsende enzymen (proteasen of peptidasen) zijn enzymen die de vertering en afbraak van eiwitten en andere aminozuurketens regelen. Dit wordt proteolyse genoemd. Bekende eiwitsplitsende enzymen werkzaam in de humane spijsvertering zijn trypsine en chymotrypsine. Trypsinogeen is een inactief voorstadium van trypsine en wordt in de pancreas (alvleesklier) gemaakt. In de dunne darm vindt activering plaats van trypsinogeen tot trypsine, ingezet door trypsine zelf of door het enzym enteropeptidase (enterokinase). Trypsine activeert de productie van chymotrypsinogeen.
  • Eieren worden gelegd door leghennen. Ze worden speciaal gefokt voor de eierindustrie. Het zijn dus andere rassen dan vleeskippen. Voor leghennen is het belangrijk dat ze veel eieren leggen.
  • De pasgeboren leghennen gaan als ze 1 dag oud zijn naar een opfokbedrijf. Daar blijven ze tot ze 17 weken oud zijn. Ze groeien in die periode uit van een kuiken van 40 gram tot een leghen van 1500 gram.
    De jonge haantjes worden vergast met kooldioxide. Ze produceren geen eieren en hun vlees levert niet voldoende geld op.
  • Pas na 17 weken gaan de leghennen naar verschillende bedrijven en worden ze dus op een andere manier gehouden. De kippen gaan naar een biologisch-, vrije-uitloop-, scharrel- of koloniehuisvestingsysteem. De manier waarop een kip wordt gehouden heet een houderijsysteem. 
  • Een gemiddelde hen legt 6 eieren per week. Dat komt neer op 300 eieren per jaar. Na ongeveer 14 maanden gaat de leghen steeds minder eieren leggen.
    Als de hen anderhalf tot 2 jaar oud is, gaat ze naar de slacht. Het vlees komt terecht in soepen en bouillons of is bestemd voor de export.
  • Eieren kunnen zacht of hardgekookt worden.
    • 3 á 4 minuten voor een zachtgekookt ei 
    • 5 á 6 minuten voor een halfzachtgekookt ei 
    • 8 minuten voor een hardgekookt ei 
  • Na het koken kunt u de eieren laten “schrikken” door ze met koud water af te spoelen. Dan pellen ze makkelijker. Verder wordt het stollen ook gestopt, anders gaat het kookproces nog een paar minuten door.
  • Een methode om na te gaan of een ei nog eetbaar is, is door het in een pan water te leggen. Een vers ei zakt naar de bodem, een ouder ei blijft drijven.
  • Kippenei-eiwit kan allergische reacties veroorzaken en daarom moet kippenei van de Europese wetgeving in de ingrediëntenlijst van de verpakking van levensmiddelen vetgedrukt, met HOOFDLETTER of onderstreept worden vermeld.
  • Wanneer eieren in de koelkast bewaart worden, verkleint het risico op salmonellabesmetting en de groei van andere bacteriën.
  • Ongeveer 3 op de 10.000 eieren zijn besmet met salmonella. Van een besmetting kunt u flinke maag-darmklachten krijgen. Salmonella gaat dood bij minimaal 2 minuten bij 70 °C.
  • De verschijnselen van salmonella ontstaan meestal binnen 12 tot 36 uur en houden vaak 2 tot 3 dagen aan. Een besmetting kan klachten geven zoals diarree, buikpijn en koorts.
  • Salmonellabesmetting is te voorkomen door geen rauwe eieren in gerechten te verwerken die niet meer worden verhit. Denk daarbij aan bavaroise, mousse of zelfgemaakte mayonaise. 
  • Eiwit heeft een stoltraject van 63-69°C, eigeel heeft een stoltraject van 65-70°C. Hierdoor is het mogelijk om in een sous-vide een “omgekeerd”ei te maken, met zacht eiwit en stijf eigeel.
  • Paastip:
    • Als u wel een versierd ei wilt maar geen zin hebt in geklieder met verf:
      Kook de eieren met uienschillen. De eieren kleuren hierdoor roodbruin.
    • Met kurkuma of kerrie krijgt u een geel ei.
    • Liever rood? Koken met wat bietensap en
    • Voor groen voegt u spinazie aan het kookwater toe.
    • U kunt patronen of figuren aanbrengen door voor het koken (letter)stickers of plakband op het ei te plakken.

 

 

Zuivelproducten

Wetenschappelijke studies over zuivelproducten/melk:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Dagelijks 200 gram zuivelproducten verhogen ziekte van Parkinson
  2. Regelmatig visconsumptie verlaagt leeftijdsgebonden oogziekte
  3. Veel zuiveleiwitten via voeding verlaagt mogelijk nierstenen
  4. Calcium via voeding verlaagt colorectale adenomen
  5. Roodvlees, zeevruchten, fructose en alcohol verhogen jicht
  6. Melk verhoogt acné
  7. Dagelijks veel yoghurt en kaas verlaagt heupfracturen
  8. Dagelijks veel kaas verhoogt niet doodgaan aan alle oorzaken
  9. Dagelijks 30 gram volle granen, 100 gram fruit, 100 gram groente of 200 gram zuivelproducten verlaagt dikke darmkanker
  10. Zuivelproducten en melk bieden bescherming tegen dikke darmkanker
  11. Dagelijks 250 ml volle melk verhoogt doodgaan aan prostaatkanker
  12. Veel soja en magere melk verlagen borstkanker
  13. Zuivelproducten verhogen botmineraaldichtheid van postmenopauzale vrouwen
  14. Zuivelproducten verrijkt met calcium en vitamine D verhogen botmineraaldichtheid bij postmenopauzale vrouwen
  15. Dagelijks 330 ml melk verlaagt botverlies
  16. Dagelijks 200 gram melk verlaagt mogelijk obesitas
  17. Probiotica verlagen hart- en vaatziekte
  18. Dagelijks 125 gram melk verlaagt een beroerte
  19. Dagelijks 100 gram roodvlees, 50 gram bewerkt vlees en 250 mL suikergezoete frisdrank verhogen de bloeddruk
  20. Minimaal 200 gram yoghurt per dag verlaagt hart- en vaatziekten
  21. Probiotica verlagen hart- en vaatziekte
  22. Zuivelproducten verlaagt hart- en vaatziekten
  23. Vetarme zuivelproducten verlagen buikomtrek en lichaamsgewicht
  24. Zuivelproducten verlagen causaal vetmassa en BMI onder volwassenen met overgewicht
  25. Dagelijks 1 portie zuivelproducten verlaagt overgewicht

Studies 2017

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken naar de realtie tussen voeding en sporten.

De overzichtsartikelen (meta-analyses) van gerandomiseerde, placebo-gecontroleerde dubbelblinde humane studies (RCT’s) geven antwoord op de volgende vraag:
“Is het slikken van voedingssupplementen zinvol?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

De overzichtsartikelen (meta-analyses) van cohort studies of van patiënt-controle studies geven antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen?”.

  1. Veel lichamelijke activiteiten verlaagt borstkanker onder postmenopauzale vrouwen met een BMI tot 30
  2. Dagelijks 688 mg polyfenolen gedurende minimaal 7 dagen verbetert de sportprestatie

Dagelijks 688 mg polyfenolen gedurende minimaal 7 dagen verbetert de sportprestatie

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het slikken van polyfenolen de sportprestatie?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 14 studies. De dosering van de polyfenolen was 688 ± 478 mg per dag. In de studies zaten voornamelijk mannelijke sporters.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van polyfenolen gedurende minimaal 7 dagen, de sportprestatie significant met 1.90% [95% BI = 0.40-3.39] verhoogde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses van 7 studies dat het slikken van quercetine gedurende minimaal 7 dagen, de sportprestatie significant met 2.82% [95% BI = 2.05-3.58] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van 688 mg polyfenolen per dag, met name quercetine gedurende minimaal 7 dagen, de sportprestatie verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Polyphenols and Performance: A Systematic Review and Meta-Analysis by Somerville V, Bringans C and Braakhuis A.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28097488

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier meer over sportvoeding en flavonoïden.

 

Noten & zaden

Wetenschappelijke studies (overzichtsartikelen) over het eten van noten en zaden en het voorkomen van ziektes: 
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patiënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX
  • Noten groeien aan bomen. Het zijn droge vruchten, omhuld door een vruchtwand. Dit is een harde, houtachtige dop, waar meestal 1 noot in zit.
  • Noten worden onderverdeeld in boomnoten en aardnoten.
  • Boomnoten zijn noten die aan de boom groeien.
    Voorbeelden van boomnoten zijn amandelen, cashewnoten, hazelnoten, macadamia’s, paranoten, pistachenoten en walnoten.
  • De aardnoot (ook wel pindanoot, grondnoot, olienoot of apennoot genoemd), is eigenlijk geen noot maar een peulvrucht. Net als bij andere planten bevindt de bloem zich bovengronds en daaruit ontwikkelt zich na de bevruchting een peul met meestal twee zaden. Na de bevruchting ondergaat de plant een bijzondere ontwikkeling: de stengel waaraan de peul groeit wordt langer en boort zich in de grond.
    Voorbeelden van aardnoten zijn pinda’s,
  • Noten leveren ijzer, vitamine E en vitamine B1. Verder zitten in noten veel onverzadigde vetzuren (in de volksmond ook wel goede vetten genoemd).
  • Hazelnoten bevatten 82-83% mono-onverzadigde vetzuren, voornamelijk oliezuur. Daarnaast, bevatten hazelnoten veel vitamine E, fytosterolen, L-arginine, polyfenolen, folaat en vezels.
  • Het vetprofiel van hazelnoten lijkt op die van de amandelen.
  • Amandelen worden ook wel de "koning van de noten" genoemd.
  • Cashewnoten zijn deel van het fruit van de tropische boom Anacardium occidentale. De "noot" hangt onder de cashewappel, een pseudo-fruit die gevormd wordt uit de steel van de bloem.
  • Macadamia's zijn de noten van de macadamiabomen. Ze worden ook wel de “fijnste noten ter wereld” genoemd.
  • Paranoten, ook wel Braziliaanse noten of Amazonianoten genoemd, zijn de zaden van de paranotenboom Bertholletia Excelsa, een gigantische boom die in de regenwouden van de Amazone in Zuid-Amerika groeit.
  • Pistachenoten zijn de pitten van de vrucht van de boom Pistacia vera. Ze zijn ook bekend als de “lachende noot” of de “blije noot” omdat hun halfopenstaande schil op een lachende mond lijkt.
  • Een zaad is eigenlijk een heel jong plantje dat wordt omring door een beschermlaag. Als u een zaadje zou planten in aarde, komt daar een plant uit.
    Voorbeelden van zaden zijn chiazaad, hennepzaad, lijnzaad, maanzaad, pijnboompitten, pompoenpitten, sesamzaad en zonnebloempitten.
  • De Gezondheidsraad (het hoogste voedingsadviesorgaan in Nederland) adviseert ten minste 15 gram ongezouten noten per dag.

 

Vezelarme maaltijden

Vezelarme maaltijden zijn maaltijden met maximaal 1.3 gram vezels per 100 kcal en zijn minder geschikt voor mensen met overgewicht, mensen met hart- en vaatziekten, suikerpatiënten en mensen met maag-darmkanker.

De recepten:
De woorden “dit recept” of “deze maaltijd” onder de kop voedingswaarde verwijst altijd naar een eenpersoonsmaaltijd.

Vezelarme maaltijden (1.3 gram vezels per 100 kcal):

  1. Paddenstoelenlasagne voor 4 personen
  2. Sushirijst met krokante tofu en sojabonen voor 4 personen
  3. Pasta pesto met zalm en noten voor 4 personen
  4. Gevulde kalkoen met krieltjes voor 8 personen
  5. Couscoussalade met rundersteak en yoghurtdip voor 4 personen

Vitamine D-tekort tijdens zwangerschap verhoogt vroeggeboorte (Vitamin D supplementation alone during pregnancy reduces risk of preterm birth)

Afbeelding

Dutch:
De onderzoekers vonden in een overzichtsartikel van 6 RCT’s en 18 observationele studies, dat moeders met een vitamine D-gehalte 50 nmo/L tijdens de zwagenschap hadden een verhoogde kans op het krijgen van een (spontane) vroeggeboorte. Verder, verlaagt het slikken van vitamine D tijdens de zwangerschap de kans op het krijgen van een vroeggeboorte.

Lees hier meer over:
Vitamine D-tekort tijdens zwangerschap verhoogt vroeggeboorte

English:
The investigators found in a review article of 6 RCTs and 18 observational studies that a maternal circulating vitamnin D level 50 nmol/L increases risk of spontaneous preterm birth and vitamin D supplementation alone during pregnancy reduces risk of preterm birth.

Read more right here:
Vitamin D supplementation alone during pregnancy reduces risk of preterm birth

 

Appels en peren verlagen suikerziekte type 2 (Weekly one serving of apple and pear reduces type 2 diabetes mellitus risk)

Afbeelding

Dutch:
De onderzoekers vonden in een overzichtsartikel van 5 onafhankelijke prospectieve cohort studies met 14120 mensen met suikerziekte type 2 onder 228315 deelnemers, dat het eten van veel appels en peren, minstens 1 portie per week de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 verlaagde.

Lees hier meer over:
Appels en peren verlagen suikerziekte type 2

Een enkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

English:
The investigators found in a review article of 5 independent prospective cohort studies with 14,120 T2DM incident cases among 228,315 participants that a higher consumption of apples and pears; at least one serving per week reduces type 2 diabetes mellitus risk.

Read more about right here:
Weekly one serving of apple and pear reduces type 2 diabetes mellitus risk)

 

 

 

 

Linzensoep met worst en pasta voor 4 personen

Linzensoep met worst en pasta voor 4 personen

Voedingswaarden:
Dit recept levert per persoon 545 kcal, 20 gram vet, 26 gram eiwit en 65 gram koolhydraten oftewel 33 En% vet, 19 En% eiwit en 48 En% koolhydraten. Dit recept bevat 10 En% verzadigd vet en 2.3 gram vezels per 100 kcal.
33 En% vet wil zeggen, dat 20 gram vet 33% bijdraagt aan het totale caloriegehalte van dit recept van 545 kcal.
48 En% (=spreekt uit als energieprocent) koolhydraten wil zeggen, dat 65 gram koolhydraten 48% bijdraagt aan het totale caloriegehalte van dit recept van 545 kcal. 1 gram eiwit en 1 gram koolhydraten leveren 4 kcal. 1 gram vet levert 9 kcal.
2.3 gram vezels per 100 kcal wil zeggen dat in dit recept van 545 kcal 12.5 gram vezels zit.

Het hoge vezelgehalte (hoger dan de norm van 1.3 gram vezels per 100 kcal) van deze maaltijd wordt veroorzaakt door de berglinzen.
Eet peulvruchten, zoals berglinzen voor de vezels.
Welke producten uit de supermarkt minimaal 1.3 gram vezels per 100 kcal leveren, kunt u hier opzoeken.

Deze maaltijd levert 33 En% vet, waarvan 10 En% verzadigd vet en 2.3 gram vezels per 100 kcal en is daarom gezond want een gezonde maaltijd mag maximaal 35 En% vet, waarvan maximaal 10 En% verzadigd vet en moet minimaal 1.3 gram vezels per 100 kcal bevatten.
Maximaal 10 En% verzadigd vet wil zeggen, dat het aantal gram verzadigd vet maximaal 10% mag bijdragen aan het totale caloriegehalte van de desbetreffende maaltijd.
Een dagelijks gezonde voeding is een voeding met veel gezonde producten/maaltijden en weinig ongezonde producten/maaltijden of anders gezegd, het gemiddelde van alle dagelijks gegeten producten/maaltijden moet gezond (maximaal 35 En% vet, maximaal 10 En% verzadigd vet en minimaal 1.3 gram vezels per 100 kcal) zijn.
Welke producten uit de supermarkt maximaal 35 En% vet, waarvan maximaal 10 En% verzadigd vet en minimaal 1.3 gram vezels per 100 kcal bevatten, kunt u hier opzoeken.

In combinatie met:
Dit recept in combinatie met 6 sneetjes roggebrood levert 27 gram vezels.
25-30 gram vezels per dag verlaagt de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten, dikke darmkanker en overgewicht.
30 gram vezels komt overeen met producten die minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal leveren. Welke producten uit de supermarkt 1.5 gram vezels per 100 kcal leveren, kunt u hier opzoeken.
Eet volkorenbrood, zoals roggebrood voor vezels. Lees hier over de positieve kant van 25-30 gram vezels per dag. Vezelrijke producten zijn producten met minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal. Welke producten uit de supermarkt vezelrijk zijn, kunt u hier opzoeken.

Bijzonderheden:
Deze maaltijd levert per persoon 191 gram groenten, waarvan 50 gram peulvruchten in de vorm van berglinzen, 25 gram wortels, 85 gram Allium groenten in de vorm van ui en prei en 75 gram roodvlees in de vorm van spekreepjes en Weense worsten.
Deze maaltijd bevat ook olijfolie.

Bereiding & Ingrediënten van linzensoep met worst en pasta voor 4 personen

  1. Week de berglinzen in ruim water gedurende 24 uur, spoel af en laat uitlekken [Linzen zijn peulvruchten en worden veel in de Indiase keuken gebruikt].
  2. Los het groentebouillonblokje in 1.5 liters water op.
  3. Pel en snipper de uien.
  4. Verhit de olie in een grote pan en fruit de uien kort.
  5. Voeg vervolgens de spekreepjes toe en bak 3 minuten.
  6. Voeg de linzen, 1.5 liters bouillonwater en de laurierblaadjes aan de pan toe en kook afgedekt 45 minuten.
  7. Was en snijd ondertussen de prei in de lengte en vervolgens in ringen. Schil de wortels en de knolselderij en snijd ze in blokjes.
  8. Snijd de Weense worsten in plakjes.
  9. Voeg de knolselderij- en wortelblokjes en de worstenplakjes na 30 minuten aan de linzen toe.
  10. Voeg na 40 minuten de spätzle en de prei-ringen aan de linzen toe [Spätzle zijn deegsliertjes die veel gegeten worden in Duitsland, Zwitserland, Tjechië en Oostenrijk].
  11. Breng de linzensoep op smaak met appelazijn, suiker, kaliumzout en peper [Er is gekozen voor kaliumzout omdat kaliumzout in tegenstelling tot natriumzout (tafelzout) de bloeddruk verlaagt].
  12. Zeef de laurierblaadjes uit de soep.
  13. Verdeel de linzensoep over 4 borden en garneer ze met vers gesneden peterselie.  

Ingrediënten:

  • Berglinzen (200 gram)
  • Gerookte spekreepjes (100 gram)
  • Spätzle (150 gram)
  • Weense worsten (200 gram)
  • Knolselderij (125 gram, geschild)
  • Wortels (100 gram, geschild)
  • 1 prei (200 gram, gesneden)
  • 2 eetlepels suiker (26 gram)
  • 1 eetlepel olijfolie (10 ml)
  • 2 uien (140 gram, gesneden)
  • 6 eetlepels appelazijn
  • 1 bosje peterselie
  • 1 groentebouillonblokje
  • 2 laurierblaadjes
  • Kaliumzout en peper

Daily 3 cups of tea decrease risk of depression

Research question:
Does tea consumption decrease depression risk?

Study design:
This meta-analysis (review article) contained 11 observational studies (22,817 participants with 4,743 cases of depression).

The Begg rank correlation test and the Egger linear regression test indicated no evidence of publication bias [Begg’s test: Z = 0.06, p = 0.951; Egger’s test: t = -0.1, p = 0.925].

Results and conclusions:
The researchers found in the meta-analysis of 22,817 participants with 4,743 cases of depression, a significant 31% decrease [RR = 0.69, 95% CI = 0.63-0.75, I2 = 41.9%] in the risk of developing depression for higher tea consumption compared with low tea consumption. Significant means, there is a relationship at a 95% confidence interval.

The researchers found overall, higher tea consumption had a protective effect against depression in all subgroups except for study location.

The researchers found a significant reduced risk of 32% [RR = 0.68, 95% CI = 0.62-0.75] in Asia populations for higher tea consumption compared with low tea consumption. Significant because RR of 1 was not found in the 95% confidence interval ranging from 0.62 to 0.75. RR of 1 means no relationship or risk.

The researchers found in the dose-response analysis consisted of 10,600 participants with 2,107 cases of depression a significant 37% decrease [95% CI = 0.55-0.71, I2 = 0.00%] in the risk of developing depression for every 3 cups/day increment in tea consumption.

The researchers concluded that higher consumption of tea was associated with lower risk of depression. The dose-response analysis identified a linear association between tea consumption, and the risk of depression, with every 3 cups/day increment in tea consumption associated with a 37% decrease in the risk of depression.

Original title:
Tea consumption and the risk of depression: a meta-analysis of observational studies by Dong X, Yang C, […], Lu Z.

Link:
http://journals.sagepub.com/doi/full/10.1177/0004867414567759

Additional information of El Mondo:
Find more studies/information on tea consumption right here.