Voeding en gezondheid

Hoog bloedgehalte aan carotenoïden en vitamine E verlaagt leeftijdsgebonden maculaire degeneratie

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
De gegevens uit onderzoeken ondersteunen een gunstig effect van carotenoïden en vitamines op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie. Echter, de studies naar de relaties tussen de bloedgehaltes van deze voedingsstoffen en het risico op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie zijn beperkt en leveren tegenstrijdige resultaten op. Daarom werd dit overzichtartikel uitgevoerd.

Verlaagt het hebben van een hoog gehalte aan luteïne/zeaxanthine, beta-caroteen, beta-cryptoxanthine, lycopeen of alfa-tocoferol in het bloed, de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 9 studies (1 cohort, 4 patiënt-controle en 4 cross-sectionele studies) met in totaal 15674 deelnemers, waarvan 2077 mensen met leeftijdsgebonden maculaire degeneratie.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in de meta-analyse dat een hoog gehalte aan luteïne/zeaxanthine in het bloed, de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie significant met 47% [OR = 0.53, 95% BI = 0.40 tot 0.72, p 0.001, I2 = 43.3%, p = 0.079] verlaagde. 
Dit verlaagde risico bleef gelijk in de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers vonden in de meta-analyse dat een hoog gehalte aan beta-caroteen in het bloed, de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie significant met 52% [OR = 0.48, 95% BI = 0.28 tot 0.84, p 0.01, I2 = 71.7%, p = 0.003] verlaagde. 
Dit verlaagde risico bleef gelijk in de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers vonden in de meta-analyse dat een hoog gehalte aan beta-cryptoxanthine in het bloed, de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie significant met 52% [OR = 0.48, 95% BI = 0.23 tot 1.00, p = 0.04, I2 = 83.5%, p 0.001] verlaagde. 
Dit verlaagde risico bleef gelijk in de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers vonden in de meta-analyse dat een hoog gehalte aan lycopeen in het bloed, de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie significant met 30% [OR = 0.70, 95% BI = 0.54 tot 0.90, p = 0.006, I2 = 0%, p = 0.67] verlaagde. 
Dit verlaagde risico bleef gelijk in de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers vonden in de meta-analyse dat een hoog gehalte aan alfa-tocoferol (vitamine E) in het bloed, de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie significant met 50% [OR = 0.50, 95% BI = 0.31 tot 0.81, p = 0.005, I2 = 34.4%, p = 0.19] verlaagde. 
Dit verlaagde risico bleef gelijk in de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers concludeerden dat een hoog gehalte aan zowel luteïne/zeaxanthine, beta-caroteen, beta-cryptoxanthine, lycopeen als alfa-tocoferol (vitamine E) in het bloed, de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie verlaagden.

Oorspronkelijke titel:
The Associations of Plasma Carotenoids and Vitamins With Risk of Age-Related Macular Degeneration: Results From a Matched Case-Control Study in China and Meta-Analysis by Jiang H, Fan  Y, […], Ma L.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC8873933/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over cohort/significant, carotenoïden en leeftijdsgebonden maculaire degeneratie. 

Een hoog gehalte aan beta-caroteen in het bloed kan verkregen worden door beta-caroteenrijke levensmiddelen te eten en/of het slikken van beta-caroteensupplementen.
 

Eiwittensuppletie + lichaamsbeweging verhogen spierkracht van Aziatische ouderen met sarcopenie

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhogen eiwittensupplementen in combinatie met lichaamsbeweging de spierkracht bij gezonde ouderen met sarcopenie (sarcopenie is leeftijdsgebonden verlies van spiermassa en spierfunctie)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 14 RCT’s met in totaal 888 ouderen.
De kracht van de onderste extremiteit werd beoordeeld met behulp van knie-extensie (n = 3) of beenextensie (n = 1) in de 4 Aziatische studies met in totaal 138 mensen in de groep met zowel lichamelijke oefeningen en eiwittensuppletie en 142 mensen in de groep met alleen lichamelijke oefeningen.

De interventieduur was 12 weken.
De dagelijkse hoeveelheid eiwit varieerde tussen 3 gram en 40 gram.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in de Aziatische studies, vergeleken met de groep met alleen lichamelijke oefeningen, een significante toename in de spierkracht van de onderste extremiteiten in de groep met zowel lichamelijke oefeningen en eiwittensupplementen [SMD = 0,24, 95% BI = 0.00 tot 0.47, p = 0.048, I2 = 0.0%, p = 0.513].

De onderzoekers concludeerden dat eiwittensupplementen (3-40 gram per dag gedurende 12 weken) in combinatie met lichaamsbeweging (knie- en beenextensie) de spierkracht van de onderste extremiteiten bij gezonde Aziatische ouderen met sarcopenie verhoogden.

Oorspronkelijke titel:
Effects of protein supplementation and exercise on delaying sarcopenia in healthy older individuals in Asian and non-Asian countries: A systematic review and meta-analysis by Li L, He Y, […], Liu X.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC8808080/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over eiwit, krachttraining en ouderdom.

De onderste extremiteit wordt anatomisch verdeeld in bekkengordel, boven- en onderbeen en voet.
 

Matig alcoholconsumptie verlaagt mogelijk nierkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een verlagend of verhoogd effect tussen het eten van de verschillende producten (zoals groenten, alcohol) en de kans op he krijgen van nierkanker?

Studieopzet:
Dit paraplu-overzichtsartikel bevatte 22 meta-analyses met in totaal 502 individuele studies (59% cohort studies (n = 298), 39% patiënt-controle studies (n = 196) en 2% gepoolde studies (n = 8)) en 64 gepoolde hazard ratios (gepoolde HR).
Geen enkele meta-analyse (overzichtsartikel) had een hoge methodologische kwaliteit.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in dit paraplu overzichtsartikel dat het eten van groente de kans op het krijgen van nierkanker significant met 26% [gepoolde HR = 0.74, 95% BI = 0.63 tot 0.86, suggestief bewijs] verlaagde.

De onderzoekers vonden in dit paraplu overzichtsartikel dat vitamine C inname via voeding de kans op het krijgen van nierkanker significant met 23% [gepoolde HR = 0.77, 95% BI = 0.66 tot 0.90, suggestief bewijs] verlaagde.

De onderzoekers vonden in dit paraplu overzichtsartikel dat een matige alcoholconsumptie de kans op het krijgen van nierkanker onder zowel Europeanen als Noord-Amerkianen significant met 23% [gepoolde HR = 0.77, 95% BI = 0.70 tot 0.84, overtuigend bewijs] verlaagde.

De onderzoekers vonden in dit paraplu overzichtsartikel dat het eten van kruisbloemige groenten de kans op het krijgen van nierkanker onder Noord-Amerkianen significant met 22% [gepoolde HR = 0.78, 95% BI = 0.70 tot 0.86, zeer suggestief bewijs] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat groente en vitamine C inname via voeding de kans op het krijgen van nierkanker mogelijk verlaagden. Verder, verlaagde het matig drinken mogelijk de kans op het krijgen van nierkanker onder zowel Europeanen als Noord-Amerikanen en het eten van kruisbloemige groenten mogelijk de kans op het krijgen van nierkanker onder Noord-Amerikanen. Mogelijk omdat geen enkele meta-analyse (overzichtsartikel) een hoge methodologische kwaliteit had.

Oorspronkelijke titel:
The role of diet in renal cell carcinoma incidence: an umbrella review of meta-analyses of observational studies by Liao Z, Fang Z, […], Luo Z.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC8812002/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over patiënt-controle en cohort studies, vitamine C, groente en kanker.

Een paraplu overzichtsartikel is een wetenschappelijk artikel met alleen maar overzichtsartikelen over een bepaald onderwerp (zoals nierkanker). De conclusie in een paraplu overzichtsartikel is nog betrouwbaarder dan in een afzondelijk overzichtsartikel.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van (prospectieve) cohort studies of patiënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

Niercelcarcinoom is de medische term voor nierkanker.

Hoge consumptie van olijfolie verlaagt kanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt een hoge consumptie van olijfolie (via voeding) de kans op het krijgen van kanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 37 patiënt-controle studies met 17369 kankergevallen en 28294 mensen zonder kanker (de controles) en 8 cohort studies met 12461 kankergevallen onder 929771 deelnemers.

Significante publicatie bias werd gedetecteerd via de Egger-test in de analyse van (elke type) kanker [p 0.001], borstkanker [p = 0.013] en gastro-intestinale kanker [p = 0.048].

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van cohort en patiënt controle studies, dat een hoge consumptie van olijfolie de kans op het krijgen van (elke type) kanker significant met 31% [RR = 0.69, 95% BI = 0.62 tot 0.77] verlaagde.
Echter, dit verlaagde risico was in de subgroepenanalyses niet significant in de cohort studies [RR = 0.90, 95% BI = 0.77 tot 1.05] oftewel dit verlaagde risico werd niet teruggevonden in cohort studies.
Maar dit verlaagde risico was wel significant in de multivariate analyses [RR = 0.72, 95% BI = 0.65 tot 0.81] en hoogwaardige studies [RR = 0.72, 95% BI = 0.64 tot 0.81].

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van cohort en patiënt controle studies, dat een hoge consumptie van olijfolie de kans op het krijgen van borstkanker significant met 33% [RR = 0.67, 95% BI = 0.52 tot 0.86] verlaagde.
Echter, dit verlaagde risico was in de subgroepenanalyses niet significant in de cohort studies.
Significant omdat RR van 1 niet in de 95% BI van 0.52 tot 0.86 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van cohort en patiënt controle studies, dat een hoge consumptie van olijfolie de kans op het krijgen van gastro-intestinale kanker significant met 23% [RR = 0.77, 95% BI = 0.66 tot 0.89] verlaagde.
Echter, dit verlaagde risico was in de subgroepenanalyses niet significant in de cohort studies maar wel significant in de multivariate analyses [RR = 0.76, 95% BI = 0.63 tot 0.90] en hoogwaardige studies [RR = 0.73, 95% BI = 0.62 tot 0.86].
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van cohort en patiënt controle studies, dat een hoge consumptie van olijfolie de kans op het krijgen van bovenste aerodigestieve kanker significant met 26% [RR = 0.74, 95% BI = 0.60 tot 0.91] verlaagde.
Echter, dit verlaagde risico was in de subgroepenanalyses niet significant in de cohort studies maar wel significant in de multivariate analyses [RR = 0.75, 95% BI = 0.66 tot 0.86] en hoogwaardige studies [RR = 0.68, 95% BI = 0.52 tot 0.89].

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van alleen maar patiënt-controle studies dat een hoge consumptie van olijfolie de kans op het krijgen van urinewegkanker significant met 54% [RR = 0.46, 95% BI = 0.29 tot 0.72] verlaagde.
Dit verlaagde risico was in de subgroepenanalyses ook significant in de multivariate analyses [RR = 0.28, 95% BI = 0.20 tot 0.42] en hoogwaardige studies [RR = 0.46, 95% BI = 0.32 tot 0.66].

De onderzoekers concludeerden dat een hoge consumptie van olijfolie via voeding de kans op het krijgen van kanker verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Olive oil intake and cancer risk: A systematic review and meta-analysis by Markellos C, Ourailidou ME, […], Psaltopoulout T.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC8751986/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over patiënt-controle en cohort studies, olijfolie en kanker.

De conclusies in wetenschappelijke studies zijn nog betrouwbaarder wanneer ze ook teruggevonden worden in de cohort studies, de multivariate analyses (studies waarbij gecorrigeerd werd voor meerdere verstorende factoren) en hoogwaardige studies.


 

Koffie of cafeïne na de operatie verlaagt causaal postoperatieve ileus

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt de consumptie van koffie of cafeïne na de operatie, causaal de kans op het krijgen van postoperatieve ileus bij patiënten die electieve colorectale chirurgie ondergingen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 4 RCT’s met in totaal 312 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat consumptie van koffie of cafeïne na de operatie, de tijd tot de eerste stoelgang significant verkortte [MD = -10.36 uur, 95% BI = - 14.61 tot -6.11].

De onderzoekers vonden dat consumptie van koffie of cafeïne na de operatie, het ziekenhuisverblijf signifcant verkortte [MD = -0.95 dagen, 95% BI = -1.57 tot -0.34]. 

De onderzoekers vonden dat consumptie van koffie of cafeïne na de operatie, het gebruik van laxeermiddelen na de operatie significant met 36% [RR = 0.64, 95% BI = 0.44 tot 0.92] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat consumptie van koffie of cafeïne na de operatie de stoelgang causaal verbeterde en het verminderde causaal de duur van het ziekenhuisverblijf bij patiënten die electieve colorectale chirurgie ondergingen. Deze methode is veilig en kan postoperatieve ileus (POI) voorkomen of behandelen.
 

Oorspronkelijke titel:
The effect of coffee/caffeine on postoperative ileus following elective colorectal surgery: a meta-analysis of randomized controlled trials by Yang TW, Wang CT, […], Tsai MC.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/34993568/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over koffie, kanker en dikke darmkanker.

Electieve chirurgie is een chirurgische ingreep waar iemand bewust voor kiest, in tegenstelling tot noodzakelijke chirurgie en spoedoperaties.

Postoperatieve ileus is een veelvoorkomende complicatie na abdominale chirurgie. Een ileus is een plotselinge verstoring in de passage van voedsel door de darmen. Een ileus wordt ook wel een darmafsluiting genoemd.
Abdominale chirurgie omvat de operaties aan de verschillende organen in en rond de buik, zoals bijvoorbeeld blinde darm, galblaas, liesbreuk, buikwandbreuk.

Colorectale chirurgie zijn operaties aan de dikke- en/of endeldarm.

 

600 mg/d vitamine E suppletie verbetert chemotherapie-geïnduceerde perifere neuropathie

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Chemotherapie-geïnduceerde perifere neuropathie is een veel voorkomend symptoom, maar profylactische (preventieve) maatregelen kunnen nog steeds niet effectief worden uitgevoerd. Bovendien is de werkzaamheid van vitamine E bij het voorkomen van perifere neurotoxiciteit veroorzaakt door chemotherapie niet overtuigend en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd. 

Verlaagt vitamine E suppletie de kans op het krijgen van chemotherapie-geïnduceerde perifere neuropathie?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 RCT’s met in totaal 488 kankerpatiënten.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat suppletie met 600 mg vitamine E per dag, de kans op het krijgen van chemotherapie-geïnduceerde perifere neuropathie signifcant met 69% [risk ratio = 0.31, 95% BI = 0.14 tot 0.65, p = 0.002, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat suppletie met vitamine E de kans op het krijgen van chemotherapie-geïnduceerde perifere neuropathie bij kankerpatiënten die cisplatine kregen signifcant met 72% [risk ratio = 0.28, 95% BI = 0.14 tot 0.54, p = 0.0001, I2 = 0%] verlaagde.
Echter, dit signficante verlaagde risico werd niet teruggevonden bij kankerpatiënten die oxaliplatine kregen [risk ratio = 1.08, 95% BI = 0.95 tot 1.22, p = 0.24, I2 = 34%].

De onderzoekers vonden dat suppletie met vitamine E de surale sensorische amplitude na 3 chemokuren significant verlaagde [MD = -2.66, 95% BI = -5.09 tot -0.24, p = 0.03, I2 = 0%].
Echter, dit significante verlaagde effect werd niet teruggevonden na 6 chemokuren [MD = -1.28, 95% BI = -3.11 tot 0.54, p = 0.17, I2 = 40%].

De onderzoekers vonden dat kankerpatiënten die vitamine E kregen, hadden een grotere verbetering van de neurotoxiciteitsscore en een lagere incidentie van reflexen en distale paresthesieën (paresthesieën = het tintelend, jeukend en/of brandend gevoel of de gevoelloosheid in de ledematen dat ontstaat door een druk op een zenuw) dan de controlegroep (groep zonder vitamine E suppletie).

De onderzoekers concludeerden dat 600 mg vitamine E suppletie per dag tot een bescheiden verbetering leidde in de preventie (het voorkomen) van chemotherapie-geïnduceerde perifere neuropathie, met name bij kankerpatiënten die cisplatine kregen.

Oorspronkelijke titel:
Protective Effects of Vitamin E on Chemotherapy-Induced Peripheral Neuropathy: A Meta-Analysis of Randomized Controlled Trials by Miao H, Li R [...], Wen Z.

Link:
https://www.karger.com/Article/FullText/515620

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine E en kanker.

Chemotherapie is een behandeling van kanker met cytostatica. Cytostatica zijn stoffen die de kankercellen doden of afremmen en zich via het bloed verspreiden.

Cisplatine behoort tot een groep geneesmiddelen die cytostatica genoemd worden en die gebruikt worden voor de behandeling van kanker.

 

100 µg/d vitamine K + 1000 mg/d calciumsupplementen verhogen botmineraaldichtheid

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Met de toenemende incidentie van osteoporose (botontkalking) worden vitamine K en calcium in veel onderzoeken in verband gebracht met botmineraaldichtheid (BMD) en ondergecarboxyleerd osteocalcine (UcOC), maar de resultaten van de onderzoeken naar het gecombineerde effect van vitamine K en calcium op botmineraaldichtheid en ondergecarboxyleerd osteocalcine in mensen zijn inconsequent (tegenstrijdig). Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verhoogt het sikken van vitamine K supplementen in combinatie met calciumsupplementen de botmineraaldichtheid?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 RCT’s met in totaal 1346 patiënten.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine K supplementen in combinatie met calciumsupplementen de botmineraaldichtheid van de lumbale wervelkolom significant verhoogde [SMD = 0.20, 95% BI = 0.07 tot 0.32, I2 = 46.9%, p = 0.049].
Echter, dit significant verhoogde effect was niet signifcant in de trim and fill methode (waarbij gecorrigeerd werd voor publicatie bias) [SMD = 0.067, 95% BI = -0.044 tot 0.178].

De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine K supplementen in combinatie met calciumsupplementen het gehalte van ondergecarboxyleerd osteocalcine significant verlaagde [SMD = -1.71, 95% BI = -2.45 tot -0.96, I2 = 95.7%, p  0.01].
Dit significant verlaagde effect werd ook teruggevonden in analyses waarbij gecorrigeerd werd voor publicatie bias [SMD = - 0.947, 95% BI = -1.211 tot -0.687].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van  ≤100 µg/d vitamine K supplementen in combinatie met calciumsupplementen de botmineraaldichtheid van de lumbale wervelkolom significant verhoogde [SMD = 0.40, 95% BI = 0.20 tot 0.61, I2 = 49.9%].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van vitamine K2 supplementen in combinatie met calciumsupplementen de botmineraaldichtheid van de lumbale wervelkolom significant verhoogde [SMD = 0.30, 95% BI = 0.10 tot 0.51, I2 = 0%].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van vitamine K supplementen in combinatie met  ≤1000 mg/d calciumsupplementen de botmineraaldichtheid van de lumbale wervelkolom significant verhoogde [SMD = 0.19, 95% BI = 0.05 tot 0.32, I2 = 62.3%].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van vitamine K supplementen in combinatie met calciumsupplementen gedurende maximaal 1 jaar de botmineraaldichtheid van de lumbale wervelkolom significant verhoogde [SMD = 0.38, 95% BI = 0.19 tot 0.57, I2 = 40%].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van ≤100 µg/d vitamine K2 supplementen in combinatie met  ≤1000 mg/d calciumsupplementen gedurende maximaal 1 jaar de botmineraaldichtheid van de lumbale wervelkolom verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
The combined effect of vitamin K and calcium on bone mineral density in humans: a meta-analysis of randomized controlled trials by Hu L, Ji J, [...], Yu B.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC8515712/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over overzichtsartikel/publicatie bias/RCT’s, vitamine K, calcium en botontkalking.

Een hoog gehalte aan ondergecarboxyleerd osteocalcine verhoogt de kans op het krijgen van botontkalking.

Ondergecarboxyleerd osteocalcine (ucOC of PIVKA-osteocalcine) is een gevoeliger marker voor vitamine K-insufficiëntie.

De incidentie is het aantal nieuwe zieken of ziekten in een populatie over een bepaalde periode.
 

Paddenstoelen verlagen doodgaan aan alle oorzaken

Onderzoeksvraag:
Of de consumptie van paddenstoelen - een rijke bron aan krachtige antioxidanten ergothioneïne en glutathion, vitamines en mineralen (bijv. selenium en koper) - geassocieerd is met een lager sterfterisico, is niet goed begrepen en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het eten van paddenstoelen de kans op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 5 prospectieve cohort studies met in totaal 601893 deelnemers, waarvan 50787 doden aan all-cause mortaliteit (doodgaan aan alle oorzaken).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van paddenstoelen de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 6% [gepoolde risk ratio = 0.94, 95% BI = 0.91 tot 0.98] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van paddenstoelen de kans op doodgaan aan alle oorzaken verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Prospective study of dietary mushroom intake and risk of mortality: results from continuous National Health and Nutrition Examination Survey (NHANES) 2003-2014 and a meta-analysis by Ba DM, Gao X, [...], Richie Jr JP.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC8454070/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over paddenstoelen en ouderdom.

Dagelijks 200-700 gram groente en fruit verlaagt fragiliteit

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van groente en/of fruit de kans op fragiliteit?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 cohort studies en 4 cross-sectionele studies met in totaal 18616 mensen met fragiliteit en 101969 mensen zonder fragiliteit (de controles).

De bewijslast was matig, gebaseerd op de NutriGrade-score.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 7 cohort studies, vergeken met een lage groente- en fruitconsumptie, dat een hoge groente- en fruitconsumptie de kans op fragiliteit significant met 35% [RR = 0.65, 95% BI = 0.50 tot 0.84, I2 = 81%] verlaagde.
Dit significante verlaagde risico werd niet teruggevonden voor alleen groenteconsumptie of alleen fruitconsumptie.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 200 gram groente en fruit per dag, de kans op fragiliteit significant met 14% verlaagde.
Deze significante verlaagde risio steeg lineair tot 700 gram groente en fruit per dag en vlakte daarna af.

De onderzoekers concludeerden dat het dagelijks eten van 200-700 gram groente en fruit (samen) de kans op fragiliteit verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Fruit and vegetable intake and risk of frailty: A systematic review and dose response meta-analysis by Ghoreishy SM, Asoudeh F, […], Mohammadi H.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/34534684/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over groente- en fruitconsumptie en ouderdom.

Fragiliteit (breekbaarheid, broosheid) bij ouderen is een dynamische toestand waarin een oudere verkeert die tekorten heeft in één of meerdere gebieden van het menselijk functioneren (lichamelijk, psychisch, sociaal), die onder invloed van een diversiteit aan variabelen wordt veroorzaakt en die de kans op het optreden van ongewenste uitkomsten vergroot.
 

Borstvoeding verlaagt eierstokkanker onder vrouwen met BRCA-1 of BRCA-2 genmutatie

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het geven van borstvoeding de kans op het krijgen van eierstokkanker onder vrouwen met een BRCA1 of BRCA2 genmutatie?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 1 cohort studie en 4 patiënt-controle studies met in totaal 14601 vrouwen met een BRCA1 of BRCA2 genmutatie.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in gepoolde analyses, dat het geven van borstvoeding de kans op het krijgen van eierstokkanker onder vrouwen met een BRCA1 genmutatie significant met 23.3% [gepoolde OR = 0.767, 95% BI = 0.688 tot 0.856, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses, dat het geven van borstvoeding de kans op het krijgen van eierstokkanker onder vrouwen met een BRCA2 genmutatie niet significant met 18.3% [gepoolde OR = 0.817, 95% BI = 0.650 to 1.028, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses, dat het geven van borstvoeding gedurende minimaal 1 jaar de kans op het krijgen van eierstokkanker onder vrouwen met een BRCA1 genmutatie significant met 21.3% [OR = 0.787, 95% BI = 0.682 to 0.907, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses, dat het geven van borstvoeding gedurende minimaal 1 jaar de kans op het krijgen van eierstokkanker onder vrouwen met een BRCA2 genmutatie significant met 43.3% [OR = 0.567, 95% CI = 0.400 tot 0.802, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het geven van borstvoeding gedurende minimaal 1 jaar de kans op het krijgen van eierstokkanker onder zowel vrouwen met een BRCA1 als BRCA2 genmutatie verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
The preventive effect of breastfeeding against ovarian cancer in BRCA1 and BRCA2 mutation carriers: A systematic review and meta-analysis by Eoh KJ, Park EY, […], Lim MC.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/34304906/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over borstvoeding en kanker.


 

Enkelvoudig onverzadigde vetzuren verlagen doodgaan aan alle oorzaken

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
De bevindingen over het verband tussen de inname van enkelvoudig onverzadigde vetzuren (MUFA) via voeding en het risico op sterfte zijn tegenstrijdig en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 17 prospectieve cohort studies met in totaal 1022321 deelnemers in de leeftijd van 20 jaar en ouder, waarvan 191283 doden aan alle oorzaken, 55437 doden aan hart- en vaatziekten en 64448 doden aan kanker.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van enkelvoudig onverzadigde vetzuren de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 6% [RR = 0.94, 95% BI = 0.90 tot 0.98, I2 = 55.5%, p = 0.005] verlaagde.
Dit significante verlaagde risico werd niet teruggevonden voor doodgaan aan hart- en vaatziekten of kanker.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 5 energieprocent (5 En%) uit enkelvoudig onverzadigde vetzuren de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 3% [RR = 0.97, 95% BI = 0.96 tot 0.98] verlaagde.
Dit significante verlaagde risico werd niet teruggevonden voor doodgaan aan hart- en vaatziekten of kanker.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van enkelvoudig onverzadigde vetzuren de kans op doodgaan aan alle oorzaken verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary intakes of monounsaturated fatty acids and risk of mortality from all causes, cardiovascular disease and cancer: A systematic review and dose-response meta-analysis of prospective cohort studies by Lotfi K, Salari-Moghaddam A, […], Esmaillzadeh A.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/34560281/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vetzuren, kanker, hart- en vaatziekten en ouderdom.
Zoek hier welke producten veel enkelvoudig onverzadigde vetzuren bevatten.
 

Stoeloefeningen zorgen voor krachtbehoud bij ouderen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhogen stoeloefeningen kracht bij ouderen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 25 studies met in totaal 1388 deelnemers.
19 studies waren RCTs.
De gemiddelde leeftijd varieerde tussen 55 en 88 jaar.

De interventieduur varieerde tussen 2 en 72 weken, waarbij de meest voorkomende interventieduur 12 weken was, met 2 tot 14 sessies per week. De sessies duurden tussen 15 en 110 minuten.

De stoeloefeningen waren onder andere yoga, tai chi en schommelstoel.

17 studies hadden een laag risico op bias (dat wil zeggen 17 studies hadden een hoge kwaliteit) en 5 studies hadden een hoog risico op bias (5 studies hadden een lage kwaliteit).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat stoeloefeningen de bovenste extremiteit significant verbeterden [handgreepsterkte test: MD = 2.10, 95% BI = 0.76 tot 3.43, I2 = 42% en 30 seconden armcurltest: MD = 2.82, 95% BI = 1.34 tot 4.31, I2 = 71%].
Deze veranderingen werden waargenomen in korte (12 weken) en middellange termijn (12 weken tot 6 maanden) interventies.

De onderzoekers vonden dat stoeloefeningen de functie van de onderste extremiteit significant verbeterden [30 seconden stoelstand test: MD = 2.25, 95% BI = 0.64 tot 3.86, I2 = 62%].
Deze veranderingen werden waargenomen in korte (12 weken) en middellange termijn (12 weken tot 6 maanden) interventies.

De onderzoekers concludeerden dat stoeloefeningen effectief zijn en moeten worden gepromoot als eenvoudige en makkelijk te implementeren activiteiten om kracht te behouden en te ontwikkelen bij ouderen.

Oorspronkelijke titel:
The Effect of Chair-Based Exercise on Physical Function in Older Adults: A Systematic Review and Meta-Analysis by Klempel N, Blackburn NE, […], Tully MA.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC7920319/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over sportvoeding en het verhogen van de botmineraaldichtheid.

Studies met een laag risico op bias wil zeggen dat de studies een hoge kwaliteit hebben. De resultaten gevonden in studies met een hoge kwaliteit zijn betrouwbaarder dan in studies met een lage kwaliteit. 

Tot de skeletbeenderen van de vrije bovenste extremiteit behoren het opperarmbeen, het onderarmbeen en de hand.

De onderste extremiteit wordt anatomisch verdeeld in bekkengordel, boven- en onderbeen en voet.