Voeding en gezondheid

Dagelijks 50 mg flavanonen via voeding verlaagt een beroerte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Epidemiologische studies geven aan dat een hogere inname van flavonoïden geassocieerd is met een verminderd risico op het krijgen van een beroerte, maar welke subtypes van flavonoïden een belangrijke rol spelen bij de bescherming tegen een beroerte, blijft onduidelijk. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het eten van verschillende subtypes (flavanonen, flavanolen) van flavonoïden de kans op het krijgen van een beroerte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 prospectieve cohort studies met in totaal 387076 deelnemers waarvan 9564 mensen met een beroerte.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge inname van flavanonen via voeding, de kans op het krijgen van een beroerte significant met 15% [RR = 0.85, 95% BI = 0.78 tot 0.93] verlaagde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses dat elke verhoging met 50 mg flavanonen per dag via voeding, de kans op het krijgen van een beroerte significant met 11% [RR = 0.89, 95% BI = 0.84 tot 0.94] verlaagde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses dat elke verhoging met 200 mg flavan-3-olen (flavanolen) per dag via voeding, de kans op het krijgen van een beroerte significant met 14% [RR = 0.86, 95% BI = 0.75 tot 0.98] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat zowel 50 mg flavanonen als 200 mg flavan-3-olen (flavanolen) per dag via voeding, de kans op het krijgen van een beroerte verlaagden.

Oorspronkelijke titel:
A meta-analysis of prospective cohort studies of flavonoid subclasses and stroke risk by Li XQ, Wang C, […], Guo XF.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/35023220/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het eten van flavonoïden en het voorkomen van een beroerte.

Haver verlaagt mogelijk causaal hart- en vaatziekten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt haversuppletie in de vorm van haver, bèta-glucaanrijke haverextracten of avenanthramides (fenolische alkaloïden in haver) de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 74 RCTs met in totaal 4937 overwegend hypercholesterolemische, zwaarlijvige personen met milde stofwisselingsstoornissen.

De meerderheid van de RCT's (81.1%) had enige bezorgdheid over het risico op bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden vergeleken met de groep zonder haversuppletie, dat haversuppletie het cholesterolgehalte van hypercholesterolemische, zwaarlijvige personen met milde stofwisselingsstoornissen significant verlaagde [WMD = -0.42 mmol/L, 95% BI = -0.61 tot -0.22].

De onderzoekers vonden vergeleken met de groep zonder haversuppletie, dat haversuppletie het LDL cholesterolgehalte (slecht cholesterol) van hypercholesterolemische, zwaarlijvige personen met milde stofwisselingsstoornissen significant verlaagde [WMD = -0.29 mmol/L, 95% BI = -0.37 tot -0.20].

De onderzoekers vonden vergeleken met de groep zonder haversuppletie, dat haversuppletie het nuchter glucosegehalte van hypercholesterolemische, zwaarlijvige personen met milde stofwisselingsstoornissen significant verlaagde [WMD = -0.25 mmol/L, 95% BI = -0.36 tot -0.14].

De onderzoekers vonden vergeleken met de groep zonder haversuppletie, dat haversuppletie het BMI van hypercholesterolemische, zwaarlijvige personen met milde stofwisselingsstoornissen significant verlaagde [WMD = -0.13 kg/m2, 95% BI = -0.26 tot -0.01].

De onderzoekers vonden vergeleken met de groep zonder haversuppletie, dat haversuppletie het gewicht van hypercholesterolemische, zwaarlijvige personen met milde stofwisselingsstoornissen significant verlaagde [WMD = -0.94 kg, 95% BI = -1.84 tot -0.05].

De onderzoekers vonden vergeleken met de groep zonder haversuppletie, dat haversuppletie de buikomtrek van hypercholesterolemische, zwaarlijvige personen met milde stofwisselingsstoornissen significant verlaagde [WMD = -1.06 cm, 95% BI = -1.85 tot -0.27].

De onderzoekers concludeerden dat haversuppletie in de vorm van haver, bèta-glucaanrijke haverextracten of avenanthramides (fenolische alkaloïden in haver) de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten onder hypercholesterolemische, zwaarlijvige personen met milde stofwisselingsstoornissen mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat de meerderheid van de RCT's enige bezorgdheid over het risico op bias had of anders gezegd, de RCT’s waren niet goed opgezet en waren daarom gevoelig voor het trekken van de verkeerde conclusies.

Oorspronkelijke titel:
Effect of oat supplementation interventions on cardiovascular disease risk markers: a systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Llanaj E, Dejanovic GM, […], Muka T.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/34977959/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het eten van haver en hart- en vaatziekten.

Wanneer de RCT’s niet goed opgezet zijn, zijn de gevonden resultaten niet echt betrouwbaar.

Een causaal verband kan worden aangetoond in RCT’s.

Deze maaltijden zijn geschikt voor mensen met hart- en vaatziekten.

 


 

Matig alcoholconsumptie verlaagt mogelijk nierkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een verlagend of verhoogd effect tussen het eten van de verschillende producten (zoals groenten, alcohol) en de kans op he krijgen van nierkanker?

Studieopzet:
Dit paraplu-overzichtsartikel bevatte 22 meta-analyses met in totaal 502 individuele studies (59% cohort studies (n = 298), 39% patiënt-controle studies (n = 196) en 2% gepoolde studies (n = 8)) en 64 gepoolde hazard ratios (gepoolde HR).
Geen enkele meta-analyse (overzichtsartikel) had een hoge methodologische kwaliteit.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in dit paraplu overzichtsartikel dat het eten van groente de kans op het krijgen van nierkanker significant met 26% [gepoolde HR = 0.74, 95% BI = 0.63 tot 0.86, suggestief bewijs] verlaagde.

De onderzoekers vonden in dit paraplu overzichtsartikel dat vitamine C inname via voeding de kans op het krijgen van nierkanker significant met 23% [gepoolde HR = 0.77, 95% BI = 0.66 tot 0.90, suggestief bewijs] verlaagde.

De onderzoekers vonden in dit paraplu overzichtsartikel dat een matige alcoholconsumptie de kans op het krijgen van nierkanker onder zowel Europeanen als Noord-Amerkianen significant met 23% [gepoolde HR = 0.77, 95% BI = 0.70 tot 0.84, overtuigend bewijs] verlaagde.

De onderzoekers vonden in dit paraplu overzichtsartikel dat het eten van kruisbloemige groenten de kans op het krijgen van nierkanker onder Noord-Amerkianen significant met 22% [gepoolde HR = 0.78, 95% BI = 0.70 tot 0.86, zeer suggestief bewijs] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat groente en vitamine C inname via voeding de kans op het krijgen van nierkanker mogelijk verlaagden. Verder, verlaagde het matig drinken mogelijk de kans op het krijgen van nierkanker onder zowel Europeanen als Noord-Amerikanen en het eten van kruisbloemige groenten mogelijk de kans op het krijgen van nierkanker onder Noord-Amerikanen. Mogelijk omdat geen enkele meta-analyse (overzichtsartikel) een hoge methodologische kwaliteit had.

Oorspronkelijke titel:
The role of diet in renal cell carcinoma incidence: an umbrella review of meta-analyses of observational studies by Liao Z, Fang Z, […], Luo Z.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC8812002/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over patiënt-controle en cohort studies, vitamine C, groente en kanker.

Een paraplu overzichtsartikel is een wetenschappelijk artikel met alleen maar overzichtsartikelen over een bepaald onderwerp (zoals nierkanker). De conclusie in een paraplu overzichtsartikel is nog betrouwbaarder dan in een afzondelijk overzichtsartikel.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van (prospectieve) cohort studies of patiënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

Niercelcarcinoom is de medische term voor nierkanker.

Gembersupplementen verlagen nuchter bloedsuikergehalte van patiënten met suikerziekte type 2

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Er is enig bewijs voor de positieve effecten van gembersupplementen op het metabole profiel van patiënten met type 2 diabetes. Echter, ze zijn tegenstrijdig en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verbetert het slikken van gembersupplementen het metabole profiel (nuchter bloedsuiker-, HbA1c-, triglyceriden- en cholesterolgehalte, de bloedruk) van patiënten met type 2 diabetes?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in gepoolde analyses, dat gembersupplementen het nuchter bloedsuikergehalte van patiënten met suikerziekte type 2 significant verlaagde [WMD = -18.81, 95% BI = -28.70 tot -8.92, I2 = 77.4%].

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses, dat gembersupplementen het HbA1c gehalte van patiënten met suikerziekte type 2 significant verlaagde [WMD = -0.57, 95% BI = -0.93 tot -0.20, I2 = 88.6%].

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses, dat gembersupplementen de bovendruk (systolische bloeddruk) van patiënten met suikerziekte type 2 significant verlaagde [WMD = -4.20, 95% BI = -7.64 tot -0.77, I2 = 97%].

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses, dat gembersupplementen de onderdruk (diastolische bloeddruk) van patiënten met suikerziekte type 2 significant verlaagde [WMD = -1.61, 95% BI = -3.04 tot -0.18, I2 = 93.2%].

De onderzoekers concludeerden dat gembersupplementen het nuchter bloedsuikergehalte, het HbA1c gehalte en de bloeddruk van patiënten met suikerziekte type 2 verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
The effect of ginger supplementation on metabolic profiles in patients with type 2 diabetes mellitus: A systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Ebrahimzadeh A, Ebrahimzadeh A, […], Milajerdi A.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/35031435/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het verlagen van de bloeddruk en suikerziekte.

 

Hoge consumptie van olijfolie verlaagt kanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt een hoge consumptie van olijfolie (via voeding) de kans op het krijgen van kanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 37 patiënt-controle studies met 17369 kankergevallen en 28294 mensen zonder kanker (de controles) en 8 cohort studies met 12461 kankergevallen onder 929771 deelnemers.

Significante publicatie bias werd gedetecteerd via de Egger-test in de analyse van (elke type) kanker [p 0.001], borstkanker [p = 0.013] en gastro-intestinale kanker [p = 0.048].

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van cohort en patiënt controle studies, dat een hoge consumptie van olijfolie de kans op het krijgen van (elke type) kanker significant met 31% [RR = 0.69, 95% BI = 0.62 tot 0.77] verlaagde.
Echter, dit verlaagde risico was in de subgroepenanalyses niet significant in de cohort studies [RR = 0.90, 95% BI = 0.77 tot 1.05] oftewel dit verlaagde risico werd niet teruggevonden in cohort studies.
Maar dit verlaagde risico was wel significant in de multivariate analyses [RR = 0.72, 95% BI = 0.65 tot 0.81] en hoogwaardige studies [RR = 0.72, 95% BI = 0.64 tot 0.81].

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van cohort en patiënt controle studies, dat een hoge consumptie van olijfolie de kans op het krijgen van borstkanker significant met 33% [RR = 0.67, 95% BI = 0.52 tot 0.86] verlaagde.
Echter, dit verlaagde risico was in de subgroepenanalyses niet significant in de cohort studies.
Significant omdat RR van 1 niet in de 95% BI van 0.52 tot 0.86 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van cohort en patiënt controle studies, dat een hoge consumptie van olijfolie de kans op het krijgen van gastro-intestinale kanker significant met 23% [RR = 0.77, 95% BI = 0.66 tot 0.89] verlaagde.
Echter, dit verlaagde risico was in de subgroepenanalyses niet significant in de cohort studies maar wel significant in de multivariate analyses [RR = 0.76, 95% BI = 0.63 tot 0.90] en hoogwaardige studies [RR = 0.73, 95% BI = 0.62 tot 0.86].
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van cohort en patiënt controle studies, dat een hoge consumptie van olijfolie de kans op het krijgen van bovenste aerodigestieve kanker significant met 26% [RR = 0.74, 95% BI = 0.60 tot 0.91] verlaagde.
Echter, dit verlaagde risico was in de subgroepenanalyses niet significant in de cohort studies maar wel significant in de multivariate analyses [RR = 0.75, 95% BI = 0.66 tot 0.86] en hoogwaardige studies [RR = 0.68, 95% BI = 0.52 tot 0.89].

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van alleen maar patiënt-controle studies dat een hoge consumptie van olijfolie de kans op het krijgen van urinewegkanker significant met 54% [RR = 0.46, 95% BI = 0.29 tot 0.72] verlaagde.
Dit verlaagde risico was in de subgroepenanalyses ook significant in de multivariate analyses [RR = 0.28, 95% BI = 0.20 tot 0.42] en hoogwaardige studies [RR = 0.46, 95% BI = 0.32 tot 0.66].

De onderzoekers concludeerden dat een hoge consumptie van olijfolie via voeding de kans op het krijgen van kanker verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Olive oil intake and cancer risk: A systematic review and meta-analysis by Markellos C, Ourailidou ME, […], Psaltopoulout T.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC8751986/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over patiënt-controle en cohort studies, olijfolie en kanker.

De conclusies in wetenschappelijke studies zijn nog betrouwbaarder wanneer ze ook teruggevonden worden in de cohort studies, de multivariate analyses (studies waarbij gecorrigeerd werd voor meerdere verstorende factoren) en hoogwaardige studies.


 

Koffie of cafeïne na de operatie verlaagt causaal postoperatieve ileus

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt de consumptie van koffie of cafeïne na de operatie, causaal de kans op het krijgen van postoperatieve ileus bij patiënten die electieve colorectale chirurgie ondergingen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 4 RCT’s met in totaal 312 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat consumptie van koffie of cafeïne na de operatie, de tijd tot de eerste stoelgang significant verkortte [MD = -10.36 uur, 95% BI = - 14.61 tot -6.11].

De onderzoekers vonden dat consumptie van koffie of cafeïne na de operatie, het ziekenhuisverblijf signifcant verkortte [MD = -0.95 dagen, 95% BI = -1.57 tot -0.34]. 

De onderzoekers vonden dat consumptie van koffie of cafeïne na de operatie, het gebruik van laxeermiddelen na de operatie significant met 36% [RR = 0.64, 95% BI = 0.44 tot 0.92] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat consumptie van koffie of cafeïne na de operatie de stoelgang causaal verbeterde en het verminderde causaal de duur van het ziekenhuisverblijf bij patiënten die electieve colorectale chirurgie ondergingen. Deze methode is veilig en kan postoperatieve ileus (POI) voorkomen of behandelen.
 

Oorspronkelijke titel:
The effect of coffee/caffeine on postoperative ileus following elective colorectal surgery: a meta-analysis of randomized controlled trials by Yang TW, Wang CT, […], Tsai MC.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/34993568/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over koffie, kanker en dikke darmkanker.

Electieve chirurgie is een chirurgische ingreep waar iemand bewust voor kiest, in tegenstelling tot noodzakelijke chirurgie en spoedoperaties.

Postoperatieve ileus is een veelvoorkomende complicatie na abdominale chirurgie. Een ileus is een plotselinge verstoring in de passage van voedsel door de darmen. Een ileus wordt ook wel een darmafsluiting genoemd.
Abdominale chirurgie omvat de operaties aan de verschillende organen in en rond de buik, zoals bijvoorbeeld blinde darm, galblaas, liesbreuk, buikwandbreuk.

Colorectale chirurgie zijn operaties aan de dikke- en/of endeldarm.

 

Bessen verlagen hart- en vaatziekten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:.
De associaties tussen de inname van anthocyaninen en anthocyanine-rijke bessen en het risico op het krijgen van hart- en vaatziekten moeten nog worden vastgesteld. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt zowel het slikken van gezuiverde anthocyaninensupplementen als het eten van anthocyanine-rijke bessen de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten? 

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 44 RCT’s met in totaal 2353 deelnemers en 15 prospectieve cohort studies met in totaal 554638 deelnemers.
The gemiddelde interventieduur van de RCT’s was 8 weken. 22 van de 44 RCT’s waren van hoge kwaliteit.
De gemiddeld follow-up duur van de 15 cohort studies was 12 jaar. 12 van deze 15 studies waren van hoge kwaliteit.

Er was geen publicatie bias, behalve bij het effect van gezuiverde anthocyaninensupplementen op het HDL cholesterolgehalte.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van RCT’s dat het slikken van gezuiverde anthocyaninensupplementen het LDL cholesterolgehalte (slecht cholesterol) significant verlaagde [WMD = -5.43 mg/dL, 95% BI = -8.96 tot -1.90 mg/dL, p = 0.003].
 

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van RCT’s dat het slikken van gezuiverde anthocyaninensupplementen het triglyceridengehalte significant verlaagde [WMD = -6.18 mg/dL, 95% CI = -11.67 tot -0.69 mg/dL, p = 0.027, I2 = 0%].

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van RCT’s dat het slikken van gezuiverde anthocyaninensupplementen het HDL cholesterolgehalte (goed cholesterol) significant verhoogde [WMD = 2.76 mg/dL, 95% CI = 1.34 tot 4.18 mg/dL, p 0.001, I2 = 43.5%].
Dit verhoogde effect werd ook teruggevonden in de subgroepenanalyses.

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van RCT’s dat het slikken van gezuiverde anthocyaninensupplementen het tumornecrosefactor-alfa (TNF-α) gehalte significant verlaagde [WMD = -1.62 pg/mL, 95% BI = -2.76 tot -0.48 pg/mL, p = 0.005, I2 = 0%].

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van RCT’s dat het slikken van gezuiverde anthocyaninensupplementen het CRP-gehalte significant verlaagde [WMD = -0.028 mg/dL, 95% BI = -0.050 tot -0.005 mg/dL, p = 0.014, I2 = 26%].

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van RCT’s dat suppletie van anthocyanine-rijke bessen (bosbes, cranberry, bilberry en zwarte bes) het totale cholesterolgehalte significant verlaagde [WMD = -4.48 mg/dL, 95% BI = -8.94 tot -0.02 mg/dL, p = 0.049].  

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van RCT’s dat suppletie van anthocyanine-rijke bessen (bosbes, cranberry, bilberry en zwarte bes) het CRP-gehalte significant verlaagde [WMD = -0.046 mg/dL, 95% BI = -0.070 tot -0.022 mg/dL, p 0.001, I2 = 0%].

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van cohort studies dat de inname van anthocyaninen via voeding, de kans op het krijgen van coronaire hatziekte significant met 17% [relatieve risico = 0.83, 95% BI = 0.72 tot 0.95, p = 0.009, I2 = 51.2%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van cohort studies dat de inname van anthocyaninen via voeding, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten significant met 27% [relatieve risico = 0.73, 95% BI = 0.55 tot 0.97, p = 0.03, I2 = 76.7%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van cohort studies dat de inname van anthocyaninen via voeding, de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten significant met 9% [relatieve risico = 0.91, 95% BI = 0.87 tot 0.96, p 0.001, I2 = 0%] verlaagde.
Echter, dit verlaagde risico werd in de subgroepenanalyses alleen teruggevonden bij vrouwen maar niet bij mannen.

De onderzoekers concludeerden dat zowel het slikken van gezuiverde anthocyaninensupplementen gedurende 8 weken als het eten van anthocyanine-rijke bessen (bosbes, cranberry, bilberry en zwarte bes) de kans op het krijgen van en doodgaan aan hart- en vaatziekten verlaagden. 

Oorspronkelijke titel:
Anthocyanins, Anthocyanin-Rich Berries, and Cardiovascular Risks: Systematic Review and Meta-Analysis of 44 Randomized Controlled Trials and 15 Prospective Cohort Studies by Xu L, Tian Z, […], Yang Y.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC8714924/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over bessen, anthocyaninen, het verlagen van het cholesterolgehalte en het verlagen van hart- en vaatziekten.

HDL cholesterolgehalte tot 2.05 mmol/L verlaagt doodgaan aan alle oorzaken

Afbeelding

Onderzoeksvraag:.
Eerdere studies hebben de relatie tussen HDL-cholesterol en de overlijdensrisico's door alle oorzaken en door hart- en vaatziekten niet volledig beschreven. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het hebben van een hoog HDL-cholesterolgehalte (goed cholesterol) de kans op doodgaan aan zowel alle oorzaken als hart- en vaatziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 32 prospectieve cohort studies met in totaal 369904 deelnemers, waarvan 33473 doden (9426 doden aan hart- en vaatziekten).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoog HDL-cholesterolgehalte (goed colesterol) de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 18% [RR = 0.82, 95% BI = 0.73 to 0.93] verlaagde.
Dit verlaagde risico was het hoogste bij 1.34 mmol/L HDL-cholesterolgehalte.

De onderzoekers vonden dat een hoog HDL-cholesterolgehalte de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten significant met 36% [RR = 0.64, 95% BI = 0.46 to 0.89] verlaagde.
Dit verlaagde risico was het hoogste bij 1.55 mmol/L HDL-cholesterolgehalte.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging van het HDL-cholesterolgehalte met 1 mmol/L de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 15% [RR = 0.85, 95% BI = 0.79 to 0.92] verlaagde.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.
 

De onderzoekers vonden dat elke verhoging van het HDL-cholesterolgehalte met 1 mmol/L de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten significant met 23% [RR = 0.77, 95% BI = 0.69 to 0.87] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het HDL cholesterolgehalte tot 2.05 mmol/L de kans op doodgaan aan alle oorzaken verlaagde, terwijl het HDL cholesterolgehalte tot 2.33 mmol/L de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten verlaagde. 

Oorspronkelijke titel:
A dose-response meta-analysis to evaluate the relationship between high-density lipoprotein cholesterol and all-cause and cardiovascular disease mortality by Liu L, Han M, […], Hong F.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/34676492/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over significant/cohort/RCTs, het verlagen van het cholesterolgehalte en het verlagen van hart- en vaatziekten.

Koolhydraten verhogen metabool syndroom

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
De associaties tussen de koolhydratenconsumptie en diverse gezondheidsresultaten blijven controversieel en verwarrend. Daarom werd dit overzichtsartikel (meta-analyse) uitgevoerd.

Wat is het verband tussen de koolhydratenconsumptie (het eten van koolhydraten) en de diverse gezondheidsresultaten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 43 meta-analyses van observationele studies met 23 gezondheidsresultaten, waaronder kanker (n = 26), mortaliteit (n = 4), stofwisselingsziekten (n = 4), het spijsverteringsstelsel (n = 3) en andere uitkomsten [coronaire hartziekte (n = 2), beroerte (n = 1), ziekte van Parkinson (n = 1) en botbreuk (n = 2)].
Dit overkoepelende overzichtsartikel bevatten 281 individuele studies met in totaal 13164365 deelnemers.

33.3% van de studies werd als hoge kwaliteit en 66.7% als matige kwaliteit beschouwd.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van koolhydraten de kans op het krijgen van het metabole syndroom significant met 25% [adjusted OR = 1.25, 95% BI = 1.15 tot 1.37, zeer suggestief bewijs] verhoogde.  

De onderzoekers vonden dat het eten van koolhydraten de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 19% [adjusted HR = 1.19, 95% BI = 1.09 tot 1.30, suggestief bewijs] verhoogde.  

De onderzoekers vonden dat het eten van koolhydraten de kans op het krijgen van slokdarmkanker significant met 43% [adjusted HR = 0.57, 95% BI = 0.42 tot 0.78, suggestief bewijs] verlaagde.  

De onderzoekers concludeerden dat er geen overtuigend bewijs was voor een duidelijke rol van de inname van koolhydraten. Echter, zeer suggestief bewijs liet zien dat de inname van koolhydraten de kans op het krijgen van het metabool syndroom verhoogde. Daarnaast, liet suggestief bewijs zien dat de inname van koolhydraten het risico op doodgaan aan alle oorzaken verhoogde terwijl het risico op het krijgen van slokdarmkanker juist verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary Carbohydrate and Diverse Health Outcomes: Umbrella Review of 30 Systematic Reviews and Meta-Analyses of 281 Observational Studies by Liu YS, Wu QJ […], Zhao YH.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC8116488/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over koolhydraten en het metabole syndroom.

600 mg/d vitamine E suppletie verbetert chemotherapie-geïnduceerde perifere neuropathie

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Chemotherapie-geïnduceerde perifere neuropathie is een veel voorkomend symptoom, maar profylactische (preventieve) maatregelen kunnen nog steeds niet effectief worden uitgevoerd. Bovendien is de werkzaamheid van vitamine E bij het voorkomen van perifere neurotoxiciteit veroorzaakt door chemotherapie niet overtuigend en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd. 

Verlaagt vitamine E suppletie de kans op het krijgen van chemotherapie-geïnduceerde perifere neuropathie?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 RCT’s met in totaal 488 kankerpatiënten.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat suppletie met 600 mg vitamine E per dag, de kans op het krijgen van chemotherapie-geïnduceerde perifere neuropathie signifcant met 69% [risk ratio = 0.31, 95% BI = 0.14 tot 0.65, p = 0.002, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat suppletie met vitamine E de kans op het krijgen van chemotherapie-geïnduceerde perifere neuropathie bij kankerpatiënten die cisplatine kregen signifcant met 72% [risk ratio = 0.28, 95% BI = 0.14 tot 0.54, p = 0.0001, I2 = 0%] verlaagde.
Echter, dit signficante verlaagde risico werd niet teruggevonden bij kankerpatiënten die oxaliplatine kregen [risk ratio = 1.08, 95% BI = 0.95 tot 1.22, p = 0.24, I2 = 34%].

De onderzoekers vonden dat suppletie met vitamine E de surale sensorische amplitude na 3 chemokuren significant verlaagde [MD = -2.66, 95% BI = -5.09 tot -0.24, p = 0.03, I2 = 0%].
Echter, dit significante verlaagde effect werd niet teruggevonden na 6 chemokuren [MD = -1.28, 95% BI = -3.11 tot 0.54, p = 0.17, I2 = 40%].

De onderzoekers vonden dat kankerpatiënten die vitamine E kregen, hadden een grotere verbetering van de neurotoxiciteitsscore en een lagere incidentie van reflexen en distale paresthesieën (paresthesieën = het tintelend, jeukend en/of brandend gevoel of de gevoelloosheid in de ledematen dat ontstaat door een druk op een zenuw) dan de controlegroep (groep zonder vitamine E suppletie).

De onderzoekers concludeerden dat 600 mg vitamine E suppletie per dag tot een bescheiden verbetering leidde in de preventie (het voorkomen) van chemotherapie-geïnduceerde perifere neuropathie, met name bij kankerpatiënten die cisplatine kregen.

Oorspronkelijke titel:
Protective Effects of Vitamin E on Chemotherapy-Induced Peripheral Neuropathy: A Meta-Analysis of Randomized Controlled Trials by Miao H, Li R [...], Wen Z.

Link:
https://www.karger.com/Article/FullText/515620

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine E en kanker.

Chemotherapie is een behandeling van kanker met cytostatica. Cytostatica zijn stoffen die de kankercellen doden of afremmen en zich via het bloed verspreiden.

Cisplatine behoort tot een groep geneesmiddelen die cytostatica genoemd worden en die gebruikt worden voor de behandeling van kanker.

 

Kalium verlaagt hart- en vaatziekten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:.
Is er een dosisafhankeljijk verband tussen het eten van natrium en kalium, gemeten in meerdere 24-uurs urine, en de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 6 prospectieve cohort studies met in totaal 10709 gezonde volwassenen (54.2% vrouwen), waarvan 571 mensen met hart- en vaatziekten.
De gemiddelde leeftijd was 51.5±12.6 jaar.
De gemiddelde follow-up duur was 8.8 jaar.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden voor elke verhoging met 1000 mg natrium in de 24-uurs urine, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten significant met 18% [hazard ratio = 1.18, 95% BI = 1.08 tot 1.29] verhoogde.

De onderzoekers vonden voor elke verhoging met 1000 mg kalium in de 24-uurs urine, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten significant met 18% [hazard ratio = 0.82, 95% BI = 0.72 tot 0.94] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat een hogere natrium- en lagere kaliumconsumptie, zoals gemeten in de meerdere 24-uurs urine, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten verhoogde. Deze verhoogde risico was dosisafhankelijk.

Oorspronkelijke titel:
24-Hour Urinary Sodium and Potassium Excretion and Cardiovascular Risk by Ma Y, He FJ, […], Hu FB.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/34767706/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over significant/cohort/RCTs, zout- en kaliumconsumptie en het verlagen van hart- en vaatziekten.

De 24-uurs urine is de hoeveelheid urine die verzameld is gedurende 1 dag. Het bepalen van het natriumgehalte in de 24-uurs urine is een betrouwbare manier om de zoutiname via voeding bij een (proef)persoon gedurende 1 dag vast te stellen. Een hogere zoutinname leidt tot een hogere natriumgehalte in de 24-uurs urine. Zout bestaat uit natrium en chloride en verlaat het lichaam via de urine.

1 gram zout oftewel natriumchoride levert 400 mg natrium en 600 mg chloride. Dus 1000 mg natrium in de 24-uurs urine komt overeen met 2.5 (1000 mg/400 mg) gram zout.

Veel carotenoïden via voeding verlagen suikerziekte type 2

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Eerdere meta-analyses hebben een beschermend effect aangetoond tussen sommige carotenoïden en het risico op het krijgen van het metabole syndroom, hart- en vaatziekten, kanker en doodgaan aan alle oorzaken. Echter, de resultaten voor de associaties tussen carotenoïden en het krijgen van diabetes type 2 (suikerziekte type 2) blijven inconsistent en er is geen systematische review (een overzichtsartikel) over dit onderwerp uitgevoerd. Daarom werd dit overzichtsartikel (meta-analyse) uitgevoerd.

Verlaagt het eten van veel carotenoïden of het hebben van een hoog carotenoïdengehalte, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 13 studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel beta-caroteen de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 22% [gepoolde RR = 0.78, 95% BI = 0.70 tot 0.87, I2 = 13.7%, n = 6] verlaagde.
Dit significante, verlaagde risico werd ook teruggevonden voor het eten van veel (totale) carotenoïden, alfa-caroteen en luteïne/zeaxanthine.

De onderzoekers vonden dat een hoog beta-caroteengehalte de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 40% [gepoolde RR = 0.60, 95% BI = 0.46 tot 0.78, I2 = 56.2%, n = 7] verlaagde.
Dit significante, verlaagde risico werd ook teruggevonden voor het hoge (totale) carotenoïden-, lycopeen- en luteïnegehalte.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses, een non-lineair verband tussen het gehalte van alfa-caroteen, beta-caroteen, luteïne en het totale carotenoïden en het krijgen van suikerziekte type 2.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van zowel veel (totale) carotenoïden als het hebben van een hoog (totale) carotenoïdengehalte, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary Intake and Circulating Concentrations of Carotenoids and Risk of Type 2 Diabetes: A Dose-Response Meta-Analysis of Prospective Observational Studies by Jiang YW, Sun ZH, [...], Pan A.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33979433/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over carotenoïden en suikerziekte.

Een hoog beta-caroteengehalte in het lichaam kan verkregen worden door voeding te eten die veel beta-carotten bevat en/of beta-caroteensupplementen te slikken.

 

4000 mg inositolsupplementen verlagen bloeddruk

Afbeelding

Onderzoeksvraag:.
De mogelijke effecten van het slikken van inositolsupplementen op de bloeddruk zijn onderzocht in de verschillende interventiestudies. Toch zijn de bevindingen in deze context controversieel en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het slikken van inositolsupplementen de bloeddruk?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 7 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van inositolsupplementen de systolische bloeddruk significant verlaagde [WMD = -5.69 mmHg, 95% BI = -7.35 tot -4.02, p 0.001].
Dit signifcante verlagende effect werd in de subgroepenanalyses met name teruggevonden bij mensen met het metabole syndroom, bij het slikken van minimaal 8 weken inositolsupplementen en bij 4000 mg inositolsupplementen.

De onderzoekers vonden dat het slikken van inositolsupplementen de diastolische bloeddruk significant verlaagde [WMD = -7.12 mmHg, 95% BI = -10.18 tot -4.05, p 0.001].
Dit signifcante verlagende effect werd in de subgroepenanalyses met name teruggevonden bij mensen met het metabole syndroom, bij het slikken van minimaal 8 weken inositolsupplementen en bij 4000 mg inositolsupplementen.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van 4000 mg inositolsupplementen gedurende minimaal 8 weken de bloeddruk, met name bij mensen met het metabole syndroom verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
The effect of inositol supplementation on blood pressure: A systematic review and meta-analysis of randomized-controlled trials by Tari SH, Sohouli MH, […], Rahideh ST.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/34330516/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over significant/cohort/RCTs, inositol en het verlagen van de bloeddruk.

Een RCT is een interventiestudie.
 

Dagelijks 50 mg anthocyaninen of 100 mg proanthocyanidinen via voeding verlagen coronaire hartziekte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:.
Epidemiologische studies hebben aangetoond dat een hogere inname van flavonoïden het risico op het krijgen van coronaire hartziekte verlaagt. Echter, welke subklassen van flavonoïden het risico op het krijgen van coronaire hartziekte zou kunnen verminderen, is controversieel gebleven en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het eten van verschillende subklassen (zoals anthocyaninen, flavonolen, isoflanonen) van flavonoïden het risico op het krijgen van coronaire hartziekte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 19 onafhankelijke prospectieve cohort studies met in totaal  894471 deelnemers, waarvan 34707 mensen met een coronaire hartziekte.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van anthocyaninen de kans op het krijgen van een coronaire hartziekte significant met 10% [RR = 0.90, 95% BI = 0.83 tot 0.98] verlaagde.
Dit significante, verlaagde risico bleef gehandhaafd (gelijk) in de sensitiviteitsanalyses en de subgroepenanalyses.

De onderzoekers vonden dat het eten van proanthocyanidinen de kans op het krijgen van een coronaire hartziekte significant met 22% [RR = 0.78, 95% BI = 0.65 tot 0.94] verlaagde.
Dit significante, verlaagde risico bleef gehandhaafd in de sensitiviteitsanalyses en de subgroepenanalyses.

De onderzoekers vonden dat het eten van flavonolen de kans op het krijgen van een coronaire hartziekte significant met 12% [RR = 0.88, 95% BI = 0.79 tot 0.98] verlaagde.
Dit significante, verlaagde risico bleef gehandhaafd in de sensitiviteitsanalyses en de subgroepenanalyses.

De onderzoekers vonden dat het eten van flavonen de kans op het krijgen van een coronaire hartziekte significant met 6% [RR = 0.94, 95% BI = 0.89 tot 0.99] verlaagde.
Dit significante, verlaagde risico bleef gehandhaafd in de sensitiviteitsanalyses en de subgroepenanalyses.

De onderzoekers vonden dat het eten van isoflanonen de kans op het krijgen van een coronaire hartziekte significant met 10% [RR = 0.90, 95% BI = 0.83 tot 0.98] verlaagde.
Dit significante, verlaagde risico bleef gehandhaafd in de sensitiviteitsanalyses en de subgroepenanalyses.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyse, dat elke verhoging met 50 mg anthocyaninen per dag, de kans op het krijgen van een coronaire hartziekte significant met 5% verlaagde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyse, dat elke verhoging met 100 mg proanthocyanidinen per dag, de kans op het krijgen van een coronaire hartziekte significant met 5% verlaagde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyse, dat elke verhoging met 25 mg flavonolen per dag, de kans op het krijgen van een coronaire hartziekte significant met 5% verlaagde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyse, dat elke verhoging met 5 mg flavonen per dag, de kans op het krijgen van een coronaire hartziekte significant met 5% verlaagde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyse, dat elke verhoging met 0.5 mg isoflavonen per dag, de kans op het krijgen van een coronaire hartziekte significant met 5% verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het dagelijks eten van 50 mg anthocyaninen, 100 mg proanthocyanidinen, 25 mg flavonolen, 5 mg flavonen of 0.5 mg isoflavonen de kans op het krijgen van een coronaire hartziekte verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Flavonoid subclasses and coronary heart disease risk: a meta-analysis of prospective cohort studies by Fan ZK, Wang C, [...], Li D.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/34470681/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over significant/cohort/RCTs, flavonoïden en hart- en vaatzieke.

 

Borstvoeding verlaagt eierstokkanker onder vrouwen met BRCA-1 of BRCA-2 genmutatie

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het geven van borstvoeding de kans op het krijgen van eierstokkanker onder vrouwen met een BRCA1 of BRCA2 genmutatie?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 1 cohort studie en 4 patiënt-controle studies met in totaal 14601 vrouwen met een BRCA1 of BRCA2 genmutatie.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in gepoolde analyses, dat het geven van borstvoeding de kans op het krijgen van eierstokkanker onder vrouwen met een BRCA1 genmutatie significant met 23.3% [gepoolde OR = 0.767, 95% BI = 0.688 tot 0.856, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses, dat het geven van borstvoeding de kans op het krijgen van eierstokkanker onder vrouwen met een BRCA2 genmutatie niet significant met 18.3% [gepoolde OR = 0.817, 95% BI = 0.650 to 1.028, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses, dat het geven van borstvoeding gedurende minimaal 1 jaar de kans op het krijgen van eierstokkanker onder vrouwen met een BRCA1 genmutatie significant met 21.3% [OR = 0.787, 95% BI = 0.682 to 0.907, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses, dat het geven van borstvoeding gedurende minimaal 1 jaar de kans op het krijgen van eierstokkanker onder vrouwen met een BRCA2 genmutatie significant met 43.3% [OR = 0.567, 95% CI = 0.400 tot 0.802, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het geven van borstvoeding gedurende minimaal 1 jaar de kans op het krijgen van eierstokkanker onder zowel vrouwen met een BRCA1 als BRCA2 genmutatie verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
The preventive effect of breastfeeding against ovarian cancer in BRCA1 and BRCA2 mutation carriers: A systematic review and meta-analysis by Eoh KJ, Park EY, […], Lim MC.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/34304906/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over borstvoeding en kanker.