Voeding en gezondheid

Probiotica-supplementen zowel voor als na de zwangerschap verlagen atopische dermatitis

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Probiotica-supplementen tijdens het vroege leven kunnen effectief zijn bij het voorkomen van atopische dermatitis (AD). Echter, de resultaten met betrekking tot de effectiviteit zijn controversieel. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlagen probiotica-supplementen tijdens de zwangerschap de kans op het krijgen van atopische dermatitis?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 28 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van probiotica-supplementen door de moeder, de kans op het krijgen van atopische dermatitis tijdens het jonge leven van de baby significant met 31% [OR = 0.69, 95% BI = 0.58-0.82, p  0.000] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van probiotica-supplementen (door de moeder) zowel gedurende vóór als ná de zwangerschap, de kans op het krijgen van atopische dermatitis tijdens het jonge leven van de baby significant met 33% [OR = 0.67, 95% BI = 0.54-0.82] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van probiotica-supplementen (door de moeder) vóór de zwangerschap, de kans op het krijgen van atopische dermatitis tijdens het jonge leven van de baby niet significant verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van probiotica-supplementen ná de zwangerschap (door de moeder), de kans op het krijgen van atopische dermatitis tijdens het jonge leven van de baby niet significant verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van probiotica-supplementen (door de moeder) zowel gedurende vóór als ná de zwangerschap, de kans op het krijgen van atopische dermatitis tijdens het jonge leven van de baby verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Probiotic Supplementation for Prevention of Atopic Dermatitis in Infants and Children: A Systematic Review and Meta-analysis by Li L, Han Z, […], He C.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30465329

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over zwangerschap en probiotica.
 

2 keer 2 gram inositolsupplementen per dag verlaagt zwangerschapsdiabetes

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van inositolsupplementen de kans op het krijgen van zwangerschapsdiabetes?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 5 RCTs met in totaal 965 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van inositol de kans op het krijgen van zwangerschapsdiabetes significant met 51% [OR = 0.49, p = 0.01] verlaagde. Echter, dit verlaagde kans was alleen significant bij 2 keer 2 gram inositolsupplementen per dag.

De onderzoekers vonden dat het slikken van inositol de kans op het krijgen van een vroeggeboorte significant met 65% [OR = 0.35, 95% BI = 0.17-0.74, p = 0.0061] verlaagde. Echter, dit verlaagde kans was alleen significant bij 2 keer 2 gram inositolsupplementen per dag.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van 2 keer 2 gram inositolsupplementen per dag, zowel de kans op het krijgen van zwangerschapsdiabetes als een vroeggeboorte verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Inositol for the prevention of gestational diabetes: a systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Vitagliano A, Saccone G, […], Berghella V.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30564926

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over zwangerschap en inositol.
 

88 µg vitamine D per dag verlaagt suikerziekte type 2

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Het voorkomen van diabetes is een prioriteit voor de volksgezondheid. Suppletie met vitamine D-supplementen kan de ontwikkeling van diabetes bij personen met een verhoogd risico helpen voorkomen. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het slikken van vitamine D-supplementen de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 (diabetes type 2)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 28 RCT’s met in totaal 3848 deelnemers.

De gemiddelde duur van de studies was 22 weken.
De gemiddelde leeftijd varieerde tussen 26 en 71 jaar.
De gemiddelde dosering van vitamine D-supplementen was 88 µg/d (3500 IU/d).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine D-supplementen het HbA1c-gehalte significant met 0.71% [95% BI = -1.02 tot -0.39] verlaagde.
In de subgroepenanalyses was dit effect het grootst bij mensen met overgewicht/obesitas, korter dan 6 maanden vitamine D suppletie (het slikken van vitamine D-supplementen), bij een vitamine D bloedwaarde van boven 86 nmol/L en bij mensen jonger dan 45 jaar.

De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine D-supplementen het nuchter suikergehalte significant met 0.72 mmol/L [95% BI = -1.02 tot -0.42] verlaagde. 

De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine D-supplementen de HOMA-IR waarde significant met 0.62 punt [95% BI = -0.92 tot -0.32] verlaagde.
In de subgroepenanalyses was dit effect het grootst bij mensen met overgewicht/obesitas en bij een vitamine D bloedwaarde van boven 86 nmol/L.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van 88 µg vitamine D per dag gedurende 22 weken, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Vitamin D Supplementation, Glycemic Control, and Insulin Resistance in Prediabetics: A Meta-Analysis by Mirhosseini N, Vatanparast H, [...], Kimball SM.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC6016617/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over suikerziekte en vitamine D.
 

3-6 maanden na de geboorte is beste moment om eieren te introduceren

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
De timing van de introductie van eieren in het dieet van een baby is van groot belang, omdat nieuw bewijs vragen oproept over het voordeel van het vertragen van de introductie van eieren. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Wanneer is het beste moment om eieren in het dieet van een baby te introduceren?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 6 RCTs met in totaal 3032 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het introduceren van eieren in het dieet van de baby tussen 3 en 6 maanden na de geboorte, de kans op het ontwikkelen van een ei-allergie op de latere leeftijd significant met 40% [RR = 0.60, 95% BI = 0.44-0.82, p = 0.002, I2 = 23%] verlaagde. Dit verlaagde risico resulteerde in 37 [95% BI = 17-52] gevallen minder per 1000 personen.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat de kans op het ontwikkelen van een ei-allergie op de latere leeftijd het laagste was bij minder dan 4 gram ei-eiwit per week.

De onderzoekers concludeerden dat het introduceren van eieren in het dieet van de baby tussen 3 en 6 maanden na de geboorte, de kans op het ontwikkelen van een ei-allergie op de latere leeftijd verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Early Introduction of Egg and the Development of Egg Allergy in Children: A Systematic Review and Meta-Analysis by Al-Saud B and Sigurdardóttir ST.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30184525

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over zwangerschap en eieren.
 

1 portie aardappelen per dag verhoogt suikerziekte type 2

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het eten van aardappelen de kans op het krijgen van suikerziekte type 2?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 6 prospectieve cohort studies met in totaal 4545230 personenjaren en 17758 mensen met suikerziekte type 2.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat elk verhoging met 1 portie aardappelen per dag, de kans op het krijgen van suikziekte type 2 significant met 20% [HR = 1.20, 95% BI = 1.13 tot 1.127, p 0.001, I2 = 27.1%, p = 0.23] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat elk verhoging met 2 porties aardappelen per dag, de kans op het krijgen van suikziekte type 2 significant met 44% [HR = 1.44, 95% BI = 1.28 tot 1.63] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat elk verhoging met 3 porties aardappelen per dag, de kans op het krijgen van suikziekte type 2 significant met 74% [HR = 1.74, 95% BI = 1.45 tot 2.09] verhoogde.

De onderzoekers vonden een significant non-lineair verband tussen het eten van aardappelen en de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 [p 0.001].

De onderzoekers concludeerden dat het eten van minimaal 1 portie aardappelen per dag, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Potato consumption and risk of type 2 diabetes: A dose-response meta-analysis of cohort studies by Bidel Z, Teymoori F, […], Nazarzadeh M.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30144898

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over suikerziekte.

1 portie aardappelen in dit onderzoek komt overeen met 180 gram.
 

PUFA-supplementen verhogen niet intelligentie van baby’s met een laag geboortegewicht

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het slikken meervoudig onverzadigde vetzuren (PUFA) supplementen de intelligentie van baby’s met een laag geboortegewicht (geboortegewicht lager dan 2500 gram)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 studies met in totaal 1793 deelnemers, waarvan 908 mensen in de interventiegroep (groep met PUFA supplementen) en 885 mensen in de controlegroep (groep zonder PUFA supplementen).

Het gemiddelde geboortegewicht in 8 van de 10 studies was minder dan 1500 gram en 2 studies met meer dan 1500 gram. Geen enkele studies had een geboortegewicht van minder dan 750 gram.

De PUFA supplementen bestonden uit DHA+AA, DHA+EPA+DPA of DHA+AA+EPA.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van meervoudig onverzadigde vetzuren-supplementen de intelligentie van baby’s met een laag geboortegewicht niet verhoogde:
-SMD van mentale ontwikkelingsindex = 0.07, 95% BI = -0.05 tot 0.19, I2 = 23.8%, p = 0.222];
-SMD van psychomotorische ontwikkelingsindex = -0.01, 95% BI = -0.23 tot 0.21, I2 = 60.5%, p = 0.906];
-SMD van full scale intelligentiequotiënt = 0.00, 95% BI = -0.14 tot 0.14, I2 = 0.00%, p = 0.991];
-SMD van verbale intelligentiequotiënt = 0.01, 95% BI = -0.15 tot 0.12, I2 = 42.2%, p = 0.844];
-SMD van prestatie intelligentie quotiënt = -0.01, 95% BI = -0.15 tot 0.13, I2 = 0.00, p = 0.877].
Deze resultaten werden ook bevestigd in de subgroepenanalyses.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van meervoudig onverzadigde vetzuren-supplementen (PUFA-supplementen) de intelligentie van baby’s met een laag geboortegewicht niet verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
The effect of long chain polyunsaturated fatty acid supplementation on intelligence in low birth weight infant during lactation: A meta-analysis by Song Y, Liu Y, […], Li D.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5892917/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over zwangerschap en meervoudig onverzadigde vetzuren oftewel PUFA.
 

Dagelijks 150 gram friet verhoogt suikerziekte type 2

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Bestaat er een relatie tussen het eten van aardappelen en all-cause mortaliteit, hart- en vaatziekte, suikerziekte type 2 of dikke darmkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 28 studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden geen relatie tussen het eten van 150 gram aardappelen per dag en all-cause mortaliteit [RR = 0.88, 95% BI = 0.69-1.12].
Geen relatie omdat RR van 1 in de 95% BI van 0.69 tot 1.12 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden geen relatie tussen het eten van 150 gram aardappelen per dag en het krijgen van coronaire hartziekte [RR = 1.03, 95% BI = 0.96-1.09].

De onderzoekers vonden geen relatie tussen het eten van 150 gram aardappelen per dag elen en het krijgen van een beoerte [RR = 0.98, 95% BI = 0.93-1.03].

De onderzoekers vonden geen relatie tussen het eten van 150 gram aardappelen per dag en het krijgen van dikke darmkanker [RR = 1.05, 95% BI = 0.92-1.20].

De onderzoekers vonden geen relatie tussen het dagelijks eten van 150 gram gekookte of gebakken aardappelen of aardappel als puree en het krijgen van een hoge bloeddruk [RR = 1.08, 95% BI = 0.96-1.21].

De onderzoekers vonden dat het dagelijks eten van 150 gram gekookte of gebakken aardappelen of aardappel als puree, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 9% [RR = 1.09, 95% BI = 1.01-1.18] verhoogde.
Significant omdat RR van 1 niet in de 95% BI van 1.01 tot 1.18 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden dat het dagelijks eten van 150 gram friet, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 66% [RR = 1.66, 95% BI = 1.43-1.94] verhoogde.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het dagelijks eten van 150 gram friet, de kans op het krijgen van een hoge bloeddruk significant met 37% [RR = 1.37, 95% BI = 1.15-1.63] verhoogde.
Significant wil zeggen, er kan met 95% zekerheid gezegd worden, dat het dagelijks eten van 150 gram friet, de kans op het krijgen van een hoge bloeddruk werkelijk met 37% verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat het dagelijks eten van 150 gram friet zowel de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 als het krijgen van een hoge bloeddruk verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Potatoes and risk of chronic disease: a systematic review and dose-response meta-analysis by Schwingshackl L, Schwedhelm C, […], Boeing H.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29987352

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over suikerziekte, het verlagen van de bloeddruk, hart- en vaatziekten en dikke darmkanker.

 

Knoflook verlaagt het nuchter glucosegehalte van patiënten met suikerziekte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verschillende studies hebben het effect van knoflook op het lipidenprofiel en het bloedglucosegehalte bij patiënten met suikerziekte onderzocht. Echter, de resultaten zijn tegenstrijdig en daarom werd dit overzichtartikel uitgevoerd.

Verbetert knoflook het lipidenprofiel en het bloedglucosegehalte van patiënten met suikerziekte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 33 studies met in totaal 1273 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden vergeleken met de placebogroep, dat knoflook het totale cholesterolgehalte van patiënten met suikerziekte significant met 16.87 mg/dL [95% BI = -21.01 tot -12.73, p = 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden vergeleken met de placebogroep, dat knoflook het LDL cholesterolgehalte (slecht cholesterol) van patiënten met suikerziekte significant met 9.65 mg/dL [95% BI = -15.07 tot -4.23, p = 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden vergeleken met de placebogroep, dat knoflook het triglyceridengehalte van patiënten met suikerziekte significant met 12.44 mg/dL [95% BI = -18.19 tot -6.69, p = 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden vergeleken met de placebogroep, dat knoflook het HDL-cholesterolgehalte (goed cholesterol) van patiënten met suikerziekte significant met 3.19 mg/dL [95% BI = 1.85 tot 4.53, p = 0.001] verhoogde.

De onderzoekers vonden vergeleken met de placebogroep, dat knoflook het nuchter bloedglucosegehalte van patiënten met suikerziekte significant met 10.90 mg/dL [95% BI = -16.40 tot -5.40, p = 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden vergeleken met de placebogroep, dat knoflook het HbA1c-gehalte van patiënten met suikerziekte significant met 0.60 mg/dL [95% BI = -0.98 tot -0.22, p = 0.001] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat knoflook het lipidenprofiel en het bloedglucosegehalte van patiënten met suikerziekte verbeterde.

Oorspronkelijke titel:
The effect of garlic on lipid profile and glucose parameters in diabetic patients: A systematic review and meta-analysis by Shabani E, Sayemiri K and Mohammadpour M.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30049636

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over suikerziekte, cholesterol en knoflook.
 

Dagelijks veel granenvezels verlaagt mogelijk suikerziekte type 2

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van vezels de kans op het krijgen van suikerziekte type 2?

Studieopzet:
Dit overkoepelende overzichtsartikel bevatte 16 overzichtsartikelen over vezelsconsumptie.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in de meta-analyses dat het eten van veel vezels vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 15% tot 19% verlaagde [RR = 0.81-0.85] verlaagde. Er was echter significante heterogeniteit tussen de meta-analyses.

De onderzoekers vonden in de meta-analyses dat het eten van veel granenvezels vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 13% tot 33% verlaagde [RR = 0.67-0.87] verlaagde. Er was echter significante heterogeniteit tussen de meta-analyses.

De onderzoekers vonden in de meta-analyses van supplementatie-studies dat het eten van veel vezels afkomstig van beta-glucanen vergeleken met weinig, zowel het nuchter glucosegehalte als het HbA1c-gehalte van mensen met suikerziekte type 2 significant verlaagde. Er was echter significante heterogeniteit tussen de meta-analyses.

De onderzoekers vonden in de meta-analyses van supplementen-studies dat het eten van veel vezels afkomstig van psyllium vergeleken met weinig, zowel het nuchter glucosegehalte als HbA1c-gehalte van mensen met suikerziekte type 2 significant verlaagde. Er was echter significante heterogeniteit tussen de meta-analyses.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel vezels, met name granenvezels, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat er sprake was van significante heterogeniteit tussen de meta-analyses.

Oorspronkelijke titel:
Dietary Fiber Intake and Type 2 Diabetes Mellitus: An Umbrella Review of Meta-analyses by McRae MP.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29628808

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over suikerziekte, meta-analysis/heterogeniteit en vezels.

Een voeding met veel vezels is een voeding met minimaal 30 gram vezels oftewel een voeding met veel producten die minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal bevatten.
Deze maaltijden bevatten minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal.
 

Een voeding met 6 En% plantaardig eiwit verlaagt suikerziekte type 2

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
De associatie tussen eiwit-inname via voeding en suikerziekte type 2 was inconsistent in de epidemiologische onderzoeken. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Is er een verband tusssen de eiwit-inname via voeding en het krijgen van suikerziekte type 2?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 prospectieve cohort studies met in totaal 34221 mensen met suikerziekte type 2.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden na het corrigeren voor eventuele confounders (factoren die de resultaten kunnen verstoren) dat elke verhoging met 5 En% totale eiwit, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 9% [95% BI = 1.04-1.13, I2 = 42.0%] verhoogde. Dit significant verhoogde risico werd ook teruggevonden in de sensitiviteitsanalyse.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden na het corrigeren voor eventuele confounders (factoren die de resultaten kunnen verstoren) dat elke verhoging met 5 En% dierlijk eiwit, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 12% [95% BI = 1.08-1.17, I2 = 14.0%] verhoogde. Dit significant verhoogde risico werd ook teruggevonden in de sensitiviteitsanalyse.

De onderzoekers vonden na het corrigeren voor eventuele confounders (factoren die de resultaten kunnen verstoren) een U-vormig verband tussen de inname van plantaardig eiwit via voeding en het krijgen van suikerziekte type 2. Het laagste risico werd gevonden bij 6 En% plantaardig eiwit. Dit significant verlaagde risico werd ook teruggevonden in de sensitiviteitsanalyse.

De onderzoekers concludeerden dat een voeding met 6 En% plantaardig eiwit, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary protein intake and risk of type 2 diabetes: a dose-response meta-analysis of prospective studies by Zhao LG, Zhang QL, [...], Xiang YB.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29858629

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over suikerziekte en eiwit.

De makkelijkste manier om een voeding met 6 En% plantaardig eiwit te volgen, is door te kiezen voor alleen producten met 6 En% plantaardig eiwit. Deze producten bevatten 6 En% plantaardig eiwit.

Een U-vormig verband wil zeggen, bij bepaalde waarde is er sprake van een verhoogde risico en bij bepaalde waarde juist een verlaagde risico.
 

Minimaal 550 mg flavonoïden per dag verlaagt suikerziekte type 2

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Epidemiologische onderzoeken naar de rol van de inname van flavonoïden bij de preventie van suikerziekte type 2 lieten inconsistente resultaten zien. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het eten van flavonoïden de kans op het krijgen van suikerziekte type 2?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 prospectieve cohort studies tussen 2002 en 2017 met in totaal 312015 deelnemers, waarvan 19953 mensen suikerziekte type 2 kregen tijdens de follow-up duur (duur van de studie) van 4 tot 28 jaar.
De deelnemers hadden geen suikerziekte type 2 aan het begin van de studie. De leeftijd van de deelnemers varieerde tussen 28 en 75 jaar.
De inname van flavonoïden in de hoogste categorie varieerde tussen 33.2 en 1452.3 mg per dag.

De NOS score van alle studies was 7 of hoger, wat duidt op goed opgezette studies.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge inname van flavonoïden vergeleken met een lage inname, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 9% [RR = 0.91, 95% BI = 0.86-0.96, I2  =  21%, p  =  0.257] verlaagde. Dit significant verlaagde risico bleef gelijk in de sensitiviteitsanalyse.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat een hoge inname van anthocyanidines vergeleken met een lage inname, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 11% [RR = 0.89, 95% BI = 0.82-0.95] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat een hoge inname van flavan-3-olen vergeleken met een lage inname, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 14% [RR = 0.86, 95% BI = 0.78-0.95] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat een hoge inname van flavonolen vergeleken met een lage inname, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 14% [RR = 0.86, 95% BI = 0.80-0.94] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat een hoge inname van isoflavonen vergeleken met een lage inname, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 9% [RR = 0.91, 95% BI = 0.84-0.98] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 9 cohort studies een significant verlaagde risico op het krijgen van suikerziekte type 2 bij minimaal 550 mg flavonoïden per dag. 

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 300 mg flavonoïden per dag, het risico op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 5% [RR = 0.95, 95% BI = 0.93-0.97] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat minimaal 550 mg flavonoïden per dag, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 verlaagde. Dit verlaagde risico werd ook teruggevonden voor de volgende type flavonoïden: de anthocyanidines, de flavan-3-olen, de flavonolen en de isoflavonen.

Oorspronkelijke titel:
Flavonoids intake and risk of type 2 diabetes mellitus: A meta-analysis of prospective cohort studies by Xu H, Luo J, [...], Wen Q.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5959406/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over suikerziekte en flavonoïden.

Deze producten leveren 500 mg flavonoïden.
 

Vetrijk dieet verhoogt suikerziekte type 2

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Er is wereldwijd een toenemende trend in de consumptie van diëten van slechte kwaliteit, die bijdragen aan de toename van niet-overdraagbare ziekten. Diëten hebben rechtstreeks invloed op de fysiologische samenstelling en dus op de lichamelijke gezondheid. Studies tonen aan dat macronutriënten (vet, eiwit en koolhydraten) en de energieinname van invloed kunnen zijn op het intramusculaire vetgehalte (IMF), dat verschillende metabole en endocriene stoornissen kunnen veroorzaken. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Welk type dieet verhoogt het intramusculaire vetgehalte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 13 studies (RCT’s en cross-over studies).
Het vetrijke dieet varieerde tussen 38 en 85 En% vet met gemiddeld 15 En% eiwit.
Het koolhydratenrijke dieet bevatte meer koolhydraten dan het lichaam dagelijks nodig heeft bij een gezond gewicht.
Het korte termijn hongerdieet (gedurende 8 dagen met 3 weken wash-out periode) bevatten 25% minder caloriën dan het lichaam dagelijks nodig heeft bij een gezond gewicht.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat vetrijke diëten (134 mensen in de vetrijke dieetgroep en 135 mensen in de controle groep) het intramusculaire vetgehalte significant verhoogde [SMD = 1.24, 95% BI = 0.43-2.05, p  = 0.003, I2 = 87%]. De SMD in de sensitiviteitsanalyse was 1.26 [95% BI = 0.23-2.28, p = 0.02].
Significant want de gevonden p-waarde van 0.003 was kleiner dan p-waarde van 0.05.

De onderzoekers vonden dat koolhydratenrijk diet vergeleken met standaard dieet (55 En% koolhydraten, 30 En% vet en 15 En% eiwit), het intramusculaire vetgehalte significant verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het volgen van hongerdiëten op korte termijn het intramusculaire vetgehalte significant verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat het volgen van een vetrijk dieet (38-85 En% vet), koolhydratenrijk dieet en het kortstondig volgen van een hongerdieet het intramusculaire vetgehalte verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
The Effects of Diet on the Proportion of Intramuscular Fat in Human Muscle: A Systematic Review and Meta-analysis by Ahmed S, Singh D, [...], Kumbhare D.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5826234/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vetrijk dieet en koolhydratenrijk dieet.
Een vetrijk dieet is een dieet met minimaal 35 En% vet. Een vetrijk dieet bestaat grotendeels uit producten/maaltijden met minimaal 35 En% vet.

Het vet in het lichaam kan in 3 groepen worden gedeeld:

  1. visceraal vet (vet tussen de organen)
  2. intramusculair vet (vet opgeslagen in de spieren). Intramusculair vet komt vooral voor bij mensen met overgewicht of obesitas en kan insulineresistentie veroorzaken. Insulineresistentie is de belangrijkste oorzaak van diabetes type 2 oftewel suikerziekte type 2.
  3. subcutaan vet (vet onder de huid opgeslagen)


 

Myo-inositol supplementen verlagen zwangerschapsdiabetes en een vroeggeboorte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Het voorkomen van zwangerschapsdiabetes door het slikken van myo-inositol supplementen blijft controversieel. Daarom werd dit overzichtsartikel (meta-analyse) uitgevoerd.

Verlaagt het slikken van myo-inositol supplementen zwangerschapsdiabetes?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 5 RCT’s.

Een overzichtsartikel is een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van myo-inositol supplementen, de kans op het krijgen van zwangerschapsdiabetes significant met 57% [risk ratio = 0.43, 95% BI = 0.21-0.89, p = 0.02] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van myo-inositol supplementen, de kans op een vroeggeboorte significant met 64% [risk ratio = 0.36, 95% BI = 0.17-0.73, p = 0.005] verlaagde.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het slikken van myo-inositol supplementen en zowel
de orale glucosetolerantietest (OGTT) na 2 uur [MD = -6.90, 95% BI = -15.07 tot 1.27, p = 0.10];
de zwangerschapsduur [MD = 0.74, 95% BI = -1.06 tot 2.54, p = 0.42];
het geboortegewicht [MD = -5.50, 95% BI = -116.99 tot 105.99, p =  0.92] als
de macrosomie (het geboortegewicht (≥4 kg) van de baby is te hoog in vergelijking met het gemiddelde gewicht van een pasgeborene) [risk ratio  = 0.65, 95% BI = 0.20-2.11, p = 0 .47].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van myo-inositol supplementen, de kans op het krijgen van zowel zwangerschapsdiabetes als een vroeggeboorte verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
The efficacy of myo-inositol supplementation to prevent gestational diabetes onset: a meta-analysis of randomized controlled trials by Zhang H, Lv Y, […], Guo W.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29343138

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over zwangerschap en myo-inositol.
 

Bloedarmoede aan begin zwangerschap verhoogt een SGA-baby

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Bloedarmoede is een groot probleem voor de volksgezondheid in de wereld. Studies hebben de relatie tussen bloedarmoede tijdens de zwangerschap en SGA-baby (SGA is kleiner dan gemiddeld bij de geboorte) aangetoond. Daarom werd dit overzichtsartikel (meta-analyse) uitgevoerd.

Verhoogt bloedarmoede bij de moeder tijdens de zwangerschap de kans op het krijgen van een SGA-baby?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 studies met in totaal 620080 zwangere vrouwen.  

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in gepoolde analyse (alle 10 studies bij elkaar) geen relatie tussen bloedarmoede bij de moeder tijdens de zwangerschap en het krijgen van een SGA-baby [RR = 1.11, 95% BI  = 0.99-1.24, p = 0.074]. Geen relatie want RR van 1 zat in de 95% BI van 0.99 tot 1.24. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/relatie.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het risico op het krijgen van een SGA-baby significant met 11% [RR = 1.11, 95% BI  = 1.00-1.22, p = 0.044] verhoogde wanneer de moeder tijdens de eerste 3 maanden van de zwangerschap bloedarmoede had. 

De onderzoekers concludeerden dat wanneer de moeder tijdens de eerste 3 maanden van de zwangerschap bloedarmoede had, het risico op het krijgen van een SGA-baby verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Maternal anemia during pregnancy and small for gestational age: a systematic review and meta-analysis by Badfar G, Shohani M, […], Azami M.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29183181

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over zwangerschap, significant/overzichtsartikel en bloedarmoede.
 

Probiotica- en visoliesupplementen tijdens zwangerschap verlagen allergie

Onderzoeksvraag:
Er is onzekerheid over de invloed van voeding tijdens de zwangerschap en de kindertijd op de ontwikkeling van het immuunsysteem van het kind. Daarom werd dit overzichtsartikel (meta-analyse) uitgevoerd.

Is er een relatie tussen voeding tijdens de zwangerschap en de kindertijd en de ontwikkeling van het immuunsysteem van het kind?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 260 studies over borstvoeding met in totaal 964143 deelnemers en 173 studies over blootstelling aan andere voedingsmiddelen tijdens de zwangerschap en de kindertijd met in totaal 542672 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 19 interventiestudies dat het slikken van probiotica-supplementen door de moeder tijdens de laatste maanden van de zwangerschap en borstvoeding, het risico op het krijgen van eczeem bij het geboren kind significant met 22% [risk ratio = 0.78, 95% BI = 0.68-0.90, I2 = 61%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 6 interventiestudies dat het slikken van visoliesupplementen door de moeder tijdens de zwangerschap en borstvoeding, het risico op het krijgen van ei-allergie voor het eerste levensjaar van het geboren kind significant met 31% [risk ratio = 0.69, 95% BI = 0.53-0.90, I2 = 15%] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van probiotica-supplementen door de moeder tijdens de laatste maanden van de zwangerschap en borstvoeding, het risico op het krijgen van eczeem bij het geboren kind verlaagde. Terwijl, het slikken van visoliesupplementen door de moeder tijdens de zwangerschap en borstvoeding, het risico op het krijgen van ei-allergie bij het geboren kind verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Diet during pregnancy and infancy and risk of allergic or autoimmune disease: A systematic review and meta-analysis by Garcia-Larsen V, Ierodiakonou D, [...], Boyle RJ.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5830033/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over zwangerschap, probiotica en visolie.
In visoliesupplementen zitten vaak EPA en DHA.
 

Foliumzuursupplementen verlagen het nuchter glucosegehalte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Homocysteïne wordt geassocieerd met een hoger risico op het krijgen van diabetes (suikerziekte). Foliumzuur, dat homocysteïne vermindert, is veelbelovend voor de preventie en de behandeling van diabetes. Eerdere meta-analyse (overzichtsartikel) van 3 studies suggereerde dat folaat (foliumzuur) het hemoglobine A1c (HbA1c)-gehalte zou kunnen verlagen. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Hebben foliumzuursupplementen (folaatsupplementen) positieve effecten op de insulineresistentie en de glykemische controle, zoals het nuchter glucose- en insulinegehalte en het HbA1c-gehalte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 18 RCT’s met in totaal 21081 mensen met of zonder diabetes.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat foliumzuursupplementen het nuchter glucosegehalte significant met 0.15 mmol/L [95% BI = -0.29 tot -0.01] verlaagde. Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat foliumzuursupplementen de HOMA-IR waarde significant met 0.83 [95% BI = -1.31 tot -0.34] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat foliumzuursupplementen het nuchter insulinegehalte significant met 1.94 μIU/mL [95% BI = -3.28 tot -0.61] verlaagde.

De onderzoekers vonden geen verband tussen foliumzuursupplementen en het krijgen van suikerziekte of het verlagen van het HbA1c-gehalte.

De onderzoekers concludeerden dat foliumzuursupplementen zowel het nuchter glucosegehalte, de HOMA-IR waarde als het nuchter insulinegehalte verlaagden.

Oorspronkelijke titel:
The effects of folate supplementation on glucose metabolism and risk of type 2 diabetes: a systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Zhao JV, Schooling CM and Zhao JX.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29501221

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over suikerziekte en foliumzuur.

Suikerpatiënten hebben vaak zowel een verhoogd nuchter glucosegehalte, de HOMA-IR waarde als nuchter insulinegehalte.

Deze maaltijden bevatten veel foliumzuur.
 

Mensen met suikerziekte type 2 hebben baat bij lage GI-diëten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
De toenemende prevalentie van diabetes in het Verenigd Koninkrijk en wereldwijd vraagt om nieuwe benaderingen voor het beheer ervan en diëten met een lage glycemische index (lage GI-diëten) worden gezien als een manier om de glucoseschommelingen te beheersen. Echter, er zijn tegenstrijdige resultaten wat betreft hun effectiviteit. Bovendien blijft de impact van lage-glycemische indexdiëten en hun langdurig gebruik bij patiënten met suikerziekte type 2 onduidelijk. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Hebben mensen met suikerziekte type 2 baat bij lage-glycemische indexdiëten oftewel lage GI-diëten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 6 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 2 RCT’s dat een laag GI-dieet het HbA1c-gehalte van mensen met suikerziekte type 2 significant verbeterde [p 0.05]. 

De onderzoekers vonden in 4 RCT’s dat een laag GI-dieet vergeleken met een hoog GI-dieet, het nuchter bloedglucosegehalte van mensen met suikerziekte type 2 significant verbeterde [p 0.05]. 

De onderzoekers concludeerden dat mensen met suikerziekte type 2 baat hadden bij lage-glycemische indexdiëten oftewel lage GI-diëten. Lage GI-diëten verlaagden namelijk zowel het HbA1c-gehalte als het nuchter bloedglucosegehalte.

Oorspronkelijke titel:
The Effect of Dietary Glycaemic Index on Glycaemia in Patients with Type 2 Diabetes: A Systematic Review and Meta-Analysis of Randomized Controlled Trials by Ojo O, Ojo OO, [...], Wang XH.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5872791/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over suikerziekte en GI-dieet.

Een laag GI-dieet is een dieet met veel lage GI-producten/maaltijden.
Lage GI-producten/maaltijden zijn producten/maaltijden met een GI-getal van mamimaal 55.
Praktisch gezien, bevatten lage GI-producten/maaltijden minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal. Deze producten en maaltijden bevatten minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal.
 

Vitamine K-supplementen verlagen niet suikerziekte type 2

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verbetert het slikken van vitamine K-supplementen de glycemische controle bij gezonde personen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 5 RCT’s met in totaal 533 deelnemers.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine K-supplementen geen positieve effecten hadden op zowel:
-het nuchter glucosegehalte [-0.91 mg/dL, 95% BI = -2.57 tot 0.76, p = 0.28];
-het nuchter insulinegehalte [-0.35 μIU/mL, 95% BI = -1.70 tot 1.00, p = 0.61];
-de HOMA-IR waarde [-0.06, 95% BI = -0.32 tot -0.19, p = 0.63];
-het 2-h OGTT [-4.00 mg/dL, 95% BI = -20.00, tot 11.99, p = 0.62].
Deze resultaten bleven ook gehandhaafd (=gelijk) in de sensitiviteitsanalyse.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van vitamine K-supplementen de glycemische controle bij gezonde personen niet verbeterde of anders gezegd, het slikken van vitamine K-supplementen verlaagde niet de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 bij gezonde personen.

Oorspronkelijke titel:
Effect of Vitamin K Supplementation on Glycemic Control: A Systematic Review and Meta-Analysis of Clinical Trials by Shahdadian F, Mohammadi H and Rouhani M.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29523009

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over suikerziekte en vitamine K.

 

3 gram L-carnitinesupplementen verlagen het leptinegehalte van suikerpatiënten

Afbeelding

3 gram L-carnitinesupplementen verlagen het leptinegehalte van suikerpatiënten
Onderzoeksvraag:
Het effect van L-carnitine supplementen op het leptinegehalte in het bloed is inconsistent. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het slikken van L-carnitinesupplementen het serum leptinegehalte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 7 RCT’s met in totaal 325 mensen in de groep met L-carnitinesupplementen en 330 in de controlegroep (groep zonder L-carnitinesupplementen).

De heterogeniteit tussen de studies werd veroorzaakt door de dosering van L-carnitinesupplementen [ 2 g: I2 = 00.0%, p = 0.408] en de studiepopulatie [suikerziekte: I2 = 46.7%, p = 0.153 en geen suikerziekte: I2 = 15.1%, p = 0.317].

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van L-carnitinesupplementen geen effect had op het serum leptinegehalte [WMD = -0.565 ng/mL, 95% BI = -2.417 tot 1.287, p = 0.550, I2  =  84.3%, p  0.0001].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyse (om meer informatie te krijgen) dat het slikken van minstens 3 gram L-carnitinesupplementen per dag, het serum leptinegehalte significant met 2.742 ng/mL [WMD = -2.742 ng/mL, 95% BI = -3.039 tot -2.444, p  0.001] verlaagde. Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyse (om meer informatie te krijgen) dat het slikken van L-carnitinesupplementen, het serum leptinegehalte van suikerpatiënten significant met 2.946 ng/mL [WMD = 2.946 ng/mL, 95% BI = -3.254 tot -2.638, p  0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyse (om meer informatie te krijgen) dat het slikken van L-carnitinesupplementen gedurende maximaal 12 weken, het serum leptinegehalte significant met 2.772 ng/mL [WMD = 2.772 ng/mL, 95% BI = -3.073 tot -2.471, p  0.001] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van minstens 3 gram L-carnitinesupplementen per dag gedurende maximaal 12 weken, het serum leptinegehalte van suikerpatiënten verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
The effect of L-carnitine supplementation on serum leptin concentrations: a systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Nazary-Vannani A, Ghaedi E, […], Varkaneh HK.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29453657

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over suikerziekte en L-carnitine.

Het leptinegehalte in het bloed wordt gemeten om te weten hoeveel leptine in het lichaam is. Het leptinegehalte in het bloed kan gemeten worden in het serum of in het plasma van het bloed.
Het bloedserum is de vloeistof die overblijft als men bloed laat stollen en het stolsel centrifugeert (=verwijdert).
Het bloedplasma is het vloeibare gedeelte van het bloed, zonder de bloedcellen en de bloedplaatjes.