Voeding en gezondheid

Veel gevogelte verhoogt alvleesklierkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Hoewel de verschillende epidemiologische studies het verband tussen de consumptie van gevogelte en vis en het risico op het krijgen van pancreaskanker (alvleesklierkanker) onderzocht hebben, waren deze bevindingen inconsistent. Daarom werd dit overzichtsartikel (meta-analyse) uitgevoerd

Verhoogt het eten veel gevolgelte of vis de kans op het krijgen van alvleesklierkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 25 studies (cohort studies en patiënt-controle studies).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in cohort studies dat het eten van veel gevogelte vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van alvleesklierkanker significant met 14% verhoogde [gepoolde RR = 1.14, 95% BI = 1.02 tot 1.26].
Significant omdat RR van 1 niet in de 95% BI van 1.02 tot 1.26 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van veel vis en de kans op het krijgen van alvleesklierkanker [gepoolde RR = 1.00, 95% BI = 0.93 tot 1.07].
Geen verband omdat RR van 1 in de 95% BI van 0.93 tot 1.07 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel gevogelte de kans op het krijgen van alvleesklierkanker verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Poultry and Fish Intake and Pancreatic Cancer Risk: A Systematic Review and Meta-Analysis by Gao Y, Ma Y, […], Wang X.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33432844/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over gevogelte- en visconsumptie en kanker.

Geen verband tussen acrylamide en borstkanker, baarmoederslijmvlieskanker en eierstokkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het eten van acrylamide het risico op het krijgen van zowel borstkanker, baarmoederslijmvlieskanker als eierstokkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 14 prospectieve cohort studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van acrylamide en het risico op het krijgen van borstkanker [RR = 0.95, 95% BI = 0.90 tot 1.01].
Geen verband omdat RR van 1 in de 95% BI van 0.90 tot 1.01 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband.
Geen verband werd ook teruggevonden in de subgroepenanalyses.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van acrylamide en het risico op het krijgen van baarmoederslijmvlieskanker [RR = 1.03, 95% BI = 0.89 tot 1.19].
Geen verband werd ook teruggevonden in de subgroepenanalyses.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van acrylamide en het risico op het krijgen van eierstokkanker [RR = 1.02, 95% BI = 0.84 tot 1.24].
Geen verband werd ook teruggevonden in de subgroepenanalyses.

De onderzoekers concludeerden dat er geen verband bestond tussen het eten van acrylamide en het risico op het krijgen van zowel borstkanker, baarmoederslijmvlieskanker als eierstokkanker.

Oorspronkelijke titel:
Dietary acrylamide intake and risk of women's cancers: a systematic review and meta-analysis of prospective cohort studies by Benisi-Kohansal S, Salari-Moghaddam A, […], Esmaillzadeh A.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33413725/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over borstkanker.

Acrylamide is een stof die kan ontstaan als zetmeelrijke producten worden verhit boven 120 °C. Producten waarin acrylamide voorkomt, zijn gefrituurde aardappelproducten (zoals friet en chips), koffie, ontbijtkoek, ontbijtgranen, brood (vooral geroosterd), biscuits en crackers.

Wanneer aardappelen onder de 8°C bewaard worden, neemt het suikergehalte van de aardappelen sterk toe. Een hoog suikergehalte zorgt ervoor dat acrylamide eerder ontstaat tijdens het bakken of frituren van de aardappelen.


 

200-1000 mg vitamine C per dag verlaagt de oxidatieve stress

Research Question:
How many mg of vitamin C per day is needed to reduce the increased oxidative stress among athletes?

Study Design:
This overview article contained 12 studies. They were crossover or Rcts. The vitamin C supplementation period ranged from acute to 5 months.

 

Results and conclusions:
Antioxidants supplements are widely used by athletes in order to avoid the increased oxidative stress. The increased oxidative stress leads to muscle damage, a lowered immune system and fatigue.

The researchers conclude that 200-1000 mg of vitamin C per day reduces the oxidative stress while more than 1000 mg per day seems to reduce the training-induced adaptations by decreasing the mitochondrial biogenesis or by any changes of the vascular function.

200 mg of vitamin C per day, obtained by five servings of fruits and vegetables, may be enough to reduce the oxidative stress without the threshold adjustments to exceed the optimal training harms.

During periods of increased oxidative stress athletes can benefit from swallowing more than 200 mg of vitamin C per day for 1 to 2 weeks.

Original title:
Effect of Vitamin C Supplements on Physical Performance by Ballard AJ.

Link:

http://journals.lww.com/acsm-csmr/Fulltext/2012/07000/Effect_of_Vitamin_C_Supplements_on_Physical.8.aspx

Additional information about El Mondo:
Oxidative stress is caused by an imbalance between pro-oxidants and antioxidants. This imbalance can be caused by an increased level of reactive oxygen particles and/or reactive nitrogen particles or a decrease in antioxidant in the immune system. Antioxidants include vitamin C, E, zinc, beta carotene and flavonoids. Pro-oxidants include exhaust fumes, cigarette smoke, particulate matter.

 

Zout verhoogt de kans op het krijgen van maagkanker

Research Question:
Systematic literature searches of case-control studies to evaluate the relationship between salt intake and gastric cancer show a positive relationship, but a quantitative analysis of longitudinal cohort studies is missing. It was therefore carried out this review article.

Eating salt increases the chance of getting stomach cancer?

Study Design:
This overview article contained 10 cohort studies with 268718 participants, of which 1474 people who got stomach cancer. The follow-up duration was 6-15 years. There was no question of heterogeneity between the studies and publication bias.

Results and conclusions:
The researchers found that compared with the lowest salt intake, the highest salt intake the likelihood of getting stomach cancer significantly with 68% [RR = 1.68, 95% CI = 1.17-2.41, p = 0.005] did increase. Significant is, there is a link at a 95% reliability.

The researchers found that compared with the lowest salt intake, the relatively high salt intake the likelihood of getting stomach cancer significantly with 41% [RR = 1.41, 95% CI = 1.03-1.93, p = 0.032] did increase.

The associations was stronger among the Japanese population and a higher consumption of selected salt-rich foods was also associated with a high risk.

The researchers concluded that a high salt intake the likelihood of getting stomach cancer did increase.

Original title:
Habitual salt intake and risk of gastric cancer: A meta-analysis of prospective studies by D'Elia L, Rossi G, [...], Strazzullo P.

Link:
http://www.clinicalnutritionjournal.com/article/S0261-5614%2812%2900005-2/fulltext

Additional information about El Mondo:
The Health Council recommends up to 6 grams of salt per day. 6 grams of salt is equivalent to 2400 mg sodium.
A salt of America product contains nutritional seen at least 0.5 grams of sodium per 100 grams (100 ml).
A low-sodium product contains nutritional seen up to 0.1 grams of sodium per 100 grams (100 ml) or up to 0.12 grams of sodium per 100 kcal.
Read more about sodium sodium in the presentation.

Suikerziekte verhoogt de kans op primaire leverkanker


Research questio
n: Studies on the relationship between diabetes and hepatocellular carcinoma (primary liver cancer) gave inconsistent findings on. It was therefore carried out this review

article.Diabetes increases the risk of hepatocellular carcinoma?Study design:

case-cont
rol studies contained This review article 17 and 32 cohort studies.Resul

ts and conclusions: th
e meta-analysis showed a significant increased risk [RR = 2.31, 95% CI = 1.87-2.84] on getting hepatocellular carcinoma patients see under sugar. The significant increased risk of 17 case-control studies was 2.40 [95% CI = 1.85-3.11] and under 25 cohort studies was 2.23 [95% CI: 1.68-2.96]. Significant is, there is a link.

The meta-analysis also showed that diabetics 2.43 times more likely [RR = 2.43, 95% CI = 1.66-3.55] walked, dying to hepatocellular carcinoma than those without diabetes.

The researchers concluded that the chance of getting diabetes both hepatocellular carcinoma as dead to hepatocellular carcinoma increased.Original

title: Diabetes mel
litus and risk or hepatocellular carcinoma: a systematic review and meta-analysis by Wang P, Kang DH, [...], Liu Z.

Lin
k: http://onlinelibrary.wiley.com/doi/10.1002/dmrr.1291/abstract?deniedAccessCustomisedMessage=&userIsAuthent

icated=falseExtra informati
on of El Mondo: HCC or primary liver cancer is very rare in the Western world a malignant tumor, but the most frequent primary malignant liver tumor. Hepatocellular carcinoma is one of the most common malignant diseases.The main caus
es of primary liver cancer are hepatitis B, C and D, alcoholic liver cirrhosis, metabolic liver diseases (such as hemochromatosis and alpha1-antitrypsin deficiency) and non-alcoholic steatohepatitis.More t
han 80% of patients with hepatocellular carcinoma has cirrhosis of the liver.

Foliumzuursupplementen verlagen het homocysteïnegehalte bij mensen met suikerziekte type 2

Research questi
on: the evidence for the effects of folic acid on plasma homocysteine levels and the total the glycemic control in people with type 2 diabetes are contradictory. It was therefore carried out this review ar

ticle.The total plasma homocysteine levels and folic acid supplements improve the glycemic control in people with type 2 diabetes

?Study desig
n: this overview article contained 4 studies with 183 patients with diabetes ty

pe 2. results and conclu
sions: the meta-analysis showed that folic acid supplements had a significant effect on the total plasma homocysteine levels in patients with type 2 diabetes. The weighted mean difference was-3.52 [95% CI =-4.44 to-2.60]. Significant is, there is a link at 95% reliability.

The meta-analysis showed that folic acid supplements had a non-significant effect on the HbA1c levels in patients with type 2 diabetes. The weighted mean difference was-0.37 [95% CI =-1.10 to 0.35]. Non-significant is, there is no link.

The researchers concluded that folic acid supplements the total plasma homocysteine levels in patients with type 2 diabetes reduced and there was a trend to recognize in improving glycemic control.Original title: Eff

ect of folic acid sup
plementation on plasma total homocysteine levels and glycemic control in patients with type 2 diabetes: A systematic review and meta-analysis by Sudchada P, Saokaewemail S, [...], http://www.sciencedirect.co

m/sci
ence/article/pii/S016882271200215XExtra information from Khaith

ong w. Link: El Mondo: read m
ore about folic acid and homocysteine levels in the presentation the high folic acid.
 

Het eten van vis verlaagt de kans op cerebrovasculaire ziekten


Research questi
on: offer eating fish and swallowing PUFA fatty acids protection against cerebrovascular diseases (diseases in the blood vessels of the brain)?

Study design
: this overview article contained 26 prospective cohort studies and 12 Rcts with 34817 794000 participants, of which with a cerebrovascular diseas
e.There was no indication of publication bias and heterogeneity between the studies and within the subgr

oups.Results and conclusi
ons: the meta-analysis of cohort studies showed a pooled relative risk of 0.94 [95% CI = 0.90-0.96] see for cerebrovascular disease at 2-4 servings of fish per week compared with 1 serving of fish per week. In other words, people who ate fish 2-4 times a week, ran significant 6% less chance of getting a cerebrovascular disease than those who ate fish once a week. Significant is, there is a link at 95% reliability.

The meta-analysis of cohort studies also showed that people who ate fish 5 times or more a week, ran significant 12% [pooled RR = 0.88, 95% CI = 0.81-0.96] less chance of getting a cerebrovascular disease than those who ate fish once a week.

The meta-analysis of Rcts with primary prevention as outcome showed that people who swallowed PUFA fatty acids, ran non-significant 2% [pooled RR = 0.98, 95% CI = 0.89-1.08] less chance of getting a cerebrovascular disease than people who swallowed no PUFA fatty acids. Non-significant is, there is no link with 95% reliability.

The meta-analysis of Rcts with secondary prevention as outcome showed that people who swallowed PUFA fatty acids, ran non-significant 17% [pooled RR = 1.17, 95% CI = 0.99-1.38] more chances of getting a cerebrovascular disease than people who swallowed no PUFA fatty acids. Non-significant is, there is no link with 95% reliability.

The meta-analysis also showed that the pooled relative risks for ischemic and hemorrhagic cerebrovascular outcomes came broadly in line with those of cerebrovascular disease.

The researchers concluded that eating fish the chance of getting this reduced risk was reduced but a cerebrovascular disease not found in swallowing of PUFA fatty acids.  In other words, the researchers found no causal link between PUFA fatty acids and the reduced risk of getting a cerebrovascular disease.

Original title: Assoc
iation between fish consumption, long chain omega 3 fatty acids, and risk or cerebrovascular disease: systematic review and meta-analysis by Chowdhury R, Stevens S, [...], Franco OH.

Link:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC3484317/

Additional information about El Mon
do: In fish are fatty acids. Two of these fatty acids are EPA and DHA. EPA and DHA are also called PUFA fatty acids called. Polyunsaturated fatty acids or PUFA is English for polyunsaturated fatty aci
ds.For years it was assumed that a causal link existed between EPA and DHA and the reduced risk of heart disease. But this causal link is now by scientific studies in the form of review articles of Rcts brought down. In other words, at present is no longer considered scientifically proven that EPA and DHA chances of getting heart disease decrease. The science thinks now that EPA and DHA in combination with other good substances in fish are responsible for the reduced risk of heart disease. But it could also be that people who eat fish, a healthy lifestyle than people who do not eat fish.

Because science is no longer behind the causal link between EPA and DHA and the reduced risk of heart disease state, nutritionists recommend eating fish above the swallowing of EPA and DHA supplements to.

Bessen verlagen hart- en vaatziekten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:.
De associaties tussen de inname van anthocyaninen en anthocyanine-rijke bessen en het risico op het krijgen van hart- en vaatziekten moeten nog worden vastgesteld. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt zowel het slikken van gezuiverde anthocyaninensupplementen als het eten van anthocyanine-rijke bessen de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten? 

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 44 RCT’s met in totaal 2353 deelnemers en 15 prospectieve cohort studies met in totaal 554638 deelnemers.
The gemiddelde interventieduur van de RCT’s was 8 weken. 22 van de 44 RCT’s waren van hoge kwaliteit.
De gemiddeld follow-up duur van de 15 cohort studies was 12 jaar. 12 van deze 15 studies waren van hoge kwaliteit.

Er was geen publicatie bias, behalve bij het effect van gezuiverde anthocyaninensupplementen op het HDL cholesterolgehalte.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van RCT’s dat het slikken van gezuiverde anthocyaninensupplementen het LDL cholesterolgehalte (slecht cholesterol) significant verlaagde [WMD = -5.43 mg/dL, 95% BI = -8.96 tot -1.90 mg/dL, p = 0.003].
 

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van RCT’s dat het slikken van gezuiverde anthocyaninensupplementen het triglyceridengehalte significant verlaagde [WMD = -6.18 mg/dL, 95% CI = -11.67 tot -0.69 mg/dL, p = 0.027, I2 = 0%].

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van RCT’s dat het slikken van gezuiverde anthocyaninensupplementen het HDL cholesterolgehalte (goed cholesterol) significant verhoogde [WMD = 2.76 mg/dL, 95% CI = 1.34 tot 4.18 mg/dL, p 0.001, I2 = 43.5%].
Dit verhoogde effect werd ook teruggevonden in de subgroepenanalyses.

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van RCT’s dat het slikken van gezuiverde anthocyaninensupplementen het tumornecrosefactor-alfa (TNF-α) gehalte significant verlaagde [WMD = -1.62 pg/mL, 95% BI = -2.76 tot -0.48 pg/mL, p = 0.005, I2 = 0%].

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van RCT’s dat het slikken van gezuiverde anthocyaninensupplementen het CRP-gehalte significant verlaagde [WMD = -0.028 mg/dL, 95% BI = -0.050 tot -0.005 mg/dL, p = 0.014, I2 = 26%].

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van RCT’s dat suppletie van anthocyanine-rijke bessen (bosbes, cranberry, bilberry en zwarte bes) het totale cholesterolgehalte significant verlaagde [WMD = -4.48 mg/dL, 95% BI = -8.94 tot -0.02 mg/dL, p = 0.049].  

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van RCT’s dat suppletie van anthocyanine-rijke bessen (bosbes, cranberry, bilberry en zwarte bes) het CRP-gehalte significant verlaagde [WMD = -0.046 mg/dL, 95% BI = -0.070 tot -0.022 mg/dL, p 0.001, I2 = 0%].

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van cohort studies dat de inname van anthocyaninen via voeding, de kans op het krijgen van coronaire hatziekte significant met 17% [relatieve risico = 0.83, 95% BI = 0.72 tot 0.95, p = 0.009, I2 = 51.2%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van cohort studies dat de inname van anthocyaninen via voeding, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten significant met 27% [relatieve risico = 0.73, 95% BI = 0.55 tot 0.97, p = 0.03, I2 = 76.7%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van cohort studies dat de inname van anthocyaninen via voeding, de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten significant met 9% [relatieve risico = 0.91, 95% BI = 0.87 tot 0.96, p 0.001, I2 = 0%] verlaagde.
Echter, dit verlaagde risico werd in de subgroepenanalyses alleen teruggevonden bij vrouwen maar niet bij mannen.

De onderzoekers concludeerden dat zowel het slikken van gezuiverde anthocyaninensupplementen gedurende 8 weken als het eten van anthocyanine-rijke bessen (bosbes, cranberry, bilberry en zwarte bes) de kans op het krijgen van en doodgaan aan hart- en vaatziekten verlaagden. 

Oorspronkelijke titel:
Anthocyanins, Anthocyanin-Rich Berries, and Cardiovascular Risks: Systematic Review and Meta-Analysis of 44 Randomized Controlled Trials and 15 Prospective Cohort Studies by Xu L, Tian Z, […], Yang Y.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC8714924/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over bessen, anthocyaninen, het verlagen van het cholesterolgehalte en het verlagen van hart- en vaatziekten.

HDL cholesterolgehalte tot 2.05 mmol/L verlaagt doodgaan aan alle oorzaken

Afbeelding

Onderzoeksvraag:.
Eerdere studies hebben de relatie tussen HDL-cholesterol en de overlijdensrisico's door alle oorzaken en door hart- en vaatziekten niet volledig beschreven. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het hebben van een hoog HDL-cholesterolgehalte (goed cholesterol) de kans op doodgaan aan zowel alle oorzaken als hart- en vaatziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 32 prospectieve cohort studies met in totaal 369904 deelnemers, waarvan 33473 doden (9426 doden aan hart- en vaatziekten).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoog HDL-cholesterolgehalte (goed colesterol) de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 18% [RR = 0.82, 95% BI = 0.73 to 0.93] verlaagde.
Dit verlaagde risico was het hoogste bij 1.34 mmol/L HDL-cholesterolgehalte.

De onderzoekers vonden dat een hoog HDL-cholesterolgehalte de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten significant met 36% [RR = 0.64, 95% BI = 0.46 to 0.89] verlaagde.
Dit verlaagde risico was het hoogste bij 1.55 mmol/L HDL-cholesterolgehalte.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging van het HDL-cholesterolgehalte met 1 mmol/L de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 15% [RR = 0.85, 95% BI = 0.79 to 0.92] verlaagde.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.
 

De onderzoekers vonden dat elke verhoging van het HDL-cholesterolgehalte met 1 mmol/L de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten significant met 23% [RR = 0.77, 95% BI = 0.69 to 0.87] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het HDL cholesterolgehalte tot 2.05 mmol/L de kans op doodgaan aan alle oorzaken verlaagde, terwijl het HDL cholesterolgehalte tot 2.33 mmol/L de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten verlaagde. 

Oorspronkelijke titel:
A dose-response meta-analysis to evaluate the relationship between high-density lipoprotein cholesterol and all-cause and cardiovascular disease mortality by Liu L, Han M, […], Hong F.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/34676492/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over significant/cohort/RCTs, het verlagen van het cholesterolgehalte en het verlagen van hart- en vaatziekten.

Eiwitrijk dieet verlaagt causaal lichaamsgewicht

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het volgen van een eiwitrijk dieet causaal het lichaamsgewicht bij volwassenen met overgewicht of obesitas?  

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 37 RCT’s.
De gemiddelde studieduur was 32 weken (8-104 weken).
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het volgen van een eiwitdieet met 18 tot 59 energieprocent (18-59 En% eiwit), het lichaamsgewicht significant met 1.6 kg [95% BI = 1.2 tot 2.0 kg, I2 = 56%] verlaagde.
Dit resultaat werd ook teruggevonden in de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers concludeerden dat het volgen van een eiwitdieet met 18 tot 59 energieprocent (18-59 En% eiwit) gedurende 32 weken, het lichaamsgewicht bij volwassenen met overgewicht of obesitas causaal verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Are Dietary Proteins the Key to Successful Body Weight Management? A Systematic Review and Meta-Analysis of Studies Assessing Body Weight Outcomes after Interventions with Increased Dietary Protein by Hansen TT, Astrup A and Sjödin A.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC8468854/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over overgewicht en eiwit.

Een eiwitdieet met 18 tot 59 energieprocent (18-59 En% eiwit) wilt zeggen dat het aantal gram eiwit 18 tot 59% bijdraagt aan het totale kcal van het desbetreffende dieet.
Dus als een dieet 2000 kcal bevat, draagt 90 gram eiwit 18% bij aan 2000 kcal. 90 gram eiwit levert 360 kcal want 1 gram eiwit levert 4 cal. 360 kcal draagt dus 18% bij aan een dieet van 2000 kcal.

De makkelijkste manier om een dieet met 18-59 En% eiwit te volgen, is door te kiezen voor alleen maar producten/maaltijden die ook 18-59 En% eiwit bevatten. Deze producten uit de supermarkt bevatten 18-59 En% eiwit. 
Echter, de meest praktische manier om een dieet met 18-59 En% eiwit te volgen, is al uw dagelijks gegeten producten/maaltijden moeten gemiddeld 18-59 En% eiwit bevatten.

Gebruik de 7-punten voedingsprofiel app om te zien of uw dagelijks voeding ook 18-59 En% eiwit bevat.

Een eiwitrijk dieet is een dieet met minimaal 20 En% eiwit.

Veel vitamine C via voeding verlaagt metabole syndroom

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
De associatie tussen vitamine C consumptie en het metabole syndroom (MetS) is geëvalueerd in de verschillende epidemiologische onderzoeken maar de resultaten zijn tegenstrijdig. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt een hoge vitamine C inname via voeding of het hebben van een hoog vitamine C gehalte in het bloed de kans op het krijgen van het metabole syndroom?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 2 cohort studies en 26 cross-sectionele studies met in totaal 110771 deelnemers.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden vergeleken met een lage inname dat een hoge inname van vitamine C via voeding, de kans op het krijgen van het metabole syndroom significant met 7% [multivariable-adjusted RR = 0.93, 95% BI = 0.88 tot 0.97, p = 0.003, I2 = 54.5%, p = 0.003] verlaagde.

De onderzoekers vonden vergeleken met een lager vitamine C gehalte dat een hoger vitamine C gehalte in het lichaam de kans op het krijgen van het metabole syndroom significant met 40% [multivariable-adjusted RR = 0.60, 95% BI = 0.49 tot 0.74, I2 = 22.7%, p = 0.249] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat zowel een hoge vitamine C inname via voeding als het hebben van een hoog vitamine C gehalte in het bloed, de kans op het krijgen van het metabole syndroom verlaagden.

Oorspronkelijke titel:
Vitamin C and Metabolic Syndrome: A Meta-Analysis of Observational Studies by Guo H, Ding J, [...], Zhang Y.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC8531097/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine C en het metabole syndroom.

Een hoge vitamine C consumptie via voeding komt in de praktijk neer op 200 tot 300 gram groente en 2-5 stuks fruit per dag. Vitamine  C zit namelijk in groente en fruit.

Een hoog vitamine C gehalte in het lichaam kan verkregen worden door levensmiddelen te eten die veel vitamine C bevatten en/of vitamine C supplementen te slikken.

Koolhydraten verhogen metabool syndroom

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
De associaties tussen de koolhydratenconsumptie en diverse gezondheidsresultaten blijven controversieel en verwarrend. Daarom werd dit overzichtsartikel (meta-analyse) uitgevoerd.

Wat is het verband tussen de koolhydratenconsumptie (het eten van koolhydraten) en de diverse gezondheidsresultaten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 43 meta-analyses van observationele studies met 23 gezondheidsresultaten, waaronder kanker (n = 26), mortaliteit (n = 4), stofwisselingsziekten (n = 4), het spijsverteringsstelsel (n = 3) en andere uitkomsten [coronaire hartziekte (n = 2), beroerte (n = 1), ziekte van Parkinson (n = 1) en botbreuk (n = 2)].
Dit overkoepelende overzichtsartikel bevatten 281 individuele studies met in totaal 13164365 deelnemers.

33.3% van de studies werd als hoge kwaliteit en 66.7% als matige kwaliteit beschouwd.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van koolhydraten de kans op het krijgen van het metabole syndroom significant met 25% [adjusted OR = 1.25, 95% BI = 1.15 tot 1.37, zeer suggestief bewijs] verhoogde.  

De onderzoekers vonden dat het eten van koolhydraten de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 19% [adjusted HR = 1.19, 95% BI = 1.09 tot 1.30, suggestief bewijs] verhoogde.  

De onderzoekers vonden dat het eten van koolhydraten de kans op het krijgen van slokdarmkanker significant met 43% [adjusted HR = 0.57, 95% BI = 0.42 tot 0.78, suggestief bewijs] verlaagde.  

De onderzoekers concludeerden dat er geen overtuigend bewijs was voor een duidelijke rol van de inname van koolhydraten. Echter, zeer suggestief bewijs liet zien dat de inname van koolhydraten de kans op het krijgen van het metabool syndroom verhoogde. Daarnaast, liet suggestief bewijs zien dat de inname van koolhydraten het risico op doodgaan aan alle oorzaken verhoogde terwijl het risico op het krijgen van slokdarmkanker juist verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary Carbohydrate and Diverse Health Outcomes: Umbrella Review of 30 Systematic Reviews and Meta-Analyses of 281 Observational Studies by Liu YS, Wu QJ […], Zhao YH.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC8116488/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over koolhydraten en het metabole syndroom.

600 mg/d vitamine E suppletie verbetert chemotherapie-geïnduceerde perifere neuropathie

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Chemotherapie-geïnduceerde perifere neuropathie is een veel voorkomend symptoom, maar profylactische (preventieve) maatregelen kunnen nog steeds niet effectief worden uitgevoerd. Bovendien is de werkzaamheid van vitamine E bij het voorkomen van perifere neurotoxiciteit veroorzaakt door chemotherapie niet overtuigend en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd. 

Verlaagt vitamine E suppletie de kans op het krijgen van chemotherapie-geïnduceerde perifere neuropathie?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 RCT’s met in totaal 488 kankerpatiënten.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat suppletie met 600 mg vitamine E per dag, de kans op het krijgen van chemotherapie-geïnduceerde perifere neuropathie signifcant met 69% [risk ratio = 0.31, 95% BI = 0.14 tot 0.65, p = 0.002, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat suppletie met vitamine E de kans op het krijgen van chemotherapie-geïnduceerde perifere neuropathie bij kankerpatiënten die cisplatine kregen signifcant met 72% [risk ratio = 0.28, 95% BI = 0.14 tot 0.54, p = 0.0001, I2 = 0%] verlaagde.
Echter, dit signficante verlaagde risico werd niet teruggevonden bij kankerpatiënten die oxaliplatine kregen [risk ratio = 1.08, 95% BI = 0.95 tot 1.22, p = 0.24, I2 = 34%].

De onderzoekers vonden dat suppletie met vitamine E de surale sensorische amplitude na 3 chemokuren significant verlaagde [MD = -2.66, 95% BI = -5.09 tot -0.24, p = 0.03, I2 = 0%].
Echter, dit significante verlaagde effect werd niet teruggevonden na 6 chemokuren [MD = -1.28, 95% BI = -3.11 tot 0.54, p = 0.17, I2 = 40%].

De onderzoekers vonden dat kankerpatiënten die vitamine E kregen, hadden een grotere verbetering van de neurotoxiciteitsscore en een lagere incidentie van reflexen en distale paresthesieën (paresthesieën = het tintelend, jeukend en/of brandend gevoel of de gevoelloosheid in de ledematen dat ontstaat door een druk op een zenuw) dan de controlegroep (groep zonder vitamine E suppletie).

De onderzoekers concludeerden dat 600 mg vitamine E suppletie per dag tot een bescheiden verbetering leidde in de preventie (het voorkomen) van chemotherapie-geïnduceerde perifere neuropathie, met name bij kankerpatiënten die cisplatine kregen.

Oorspronkelijke titel:
Protective Effects of Vitamin E on Chemotherapy-Induced Peripheral Neuropathy: A Meta-Analysis of Randomized Controlled Trials by Miao H, Li R [...], Wen Z.

Link:
https://www.karger.com/Article/FullText/515620

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine E en kanker.

Chemotherapie is een behandeling van kanker met cytostatica. Cytostatica zijn stoffen die de kankercellen doden of afremmen en zich via het bloed verspreiden.

Cisplatine behoort tot een groep geneesmiddelen die cytostatica genoemd worden en die gebruikt worden voor de behandeling van kanker.

 

100 µg/d vitamine K + 1000 mg/d calciumsupplementen verhogen botmineraaldichtheid

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Met de toenemende incidentie van osteoporose (botontkalking) worden vitamine K en calcium in veel onderzoeken in verband gebracht met botmineraaldichtheid (BMD) en ondergecarboxyleerd osteocalcine (UcOC), maar de resultaten van de onderzoeken naar het gecombineerde effect van vitamine K en calcium op botmineraaldichtheid en ondergecarboxyleerd osteocalcine in mensen zijn inconsequent (tegenstrijdig). Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verhoogt het sikken van vitamine K supplementen in combinatie met calciumsupplementen de botmineraaldichtheid?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 RCT’s met in totaal 1346 patiënten.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine K supplementen in combinatie met calciumsupplementen de botmineraaldichtheid van de lumbale wervelkolom significant verhoogde [SMD = 0.20, 95% BI = 0.07 tot 0.32, I2 = 46.9%, p = 0.049].
Echter, dit significant verhoogde effect was niet signifcant in de trim and fill methode (waarbij gecorrigeerd werd voor publicatie bias) [SMD = 0.067, 95% BI = -0.044 tot 0.178].

De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine K supplementen in combinatie met calciumsupplementen het gehalte van ondergecarboxyleerd osteocalcine significant verlaagde [SMD = -1.71, 95% BI = -2.45 tot -0.96, I2 = 95.7%, p  0.01].
Dit significant verlaagde effect werd ook teruggevonden in analyses waarbij gecorrigeerd werd voor publicatie bias [SMD = - 0.947, 95% BI = -1.211 tot -0.687].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van  ≤100 µg/d vitamine K supplementen in combinatie met calciumsupplementen de botmineraaldichtheid van de lumbale wervelkolom significant verhoogde [SMD = 0.40, 95% BI = 0.20 tot 0.61, I2 = 49.9%].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van vitamine K2 supplementen in combinatie met calciumsupplementen de botmineraaldichtheid van de lumbale wervelkolom significant verhoogde [SMD = 0.30, 95% BI = 0.10 tot 0.51, I2 = 0%].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van vitamine K supplementen in combinatie met  ≤1000 mg/d calciumsupplementen de botmineraaldichtheid van de lumbale wervelkolom significant verhoogde [SMD = 0.19, 95% BI = 0.05 tot 0.32, I2 = 62.3%].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van vitamine K supplementen in combinatie met calciumsupplementen gedurende maximaal 1 jaar de botmineraaldichtheid van de lumbale wervelkolom significant verhoogde [SMD = 0.38, 95% BI = 0.19 tot 0.57, I2 = 40%].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van ≤100 µg/d vitamine K2 supplementen in combinatie met  ≤1000 mg/d calciumsupplementen gedurende maximaal 1 jaar de botmineraaldichtheid van de lumbale wervelkolom verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
The combined effect of vitamin K and calcium on bone mineral density in humans: a meta-analysis of randomized controlled trials by Hu L, Ji J, [...], Yu B.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC8515712/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over overzichtsartikel/publicatie bias/RCT’s, vitamine K, calcium en botontkalking.

Een hoog gehalte aan ondergecarboxyleerd osteocalcine verhoogt de kans op het krijgen van botontkalking.

Ondergecarboxyleerd osteocalcine (ucOC of PIVKA-osteocalcine) is een gevoeliger marker voor vitamine K-insufficiëntie.

De incidentie is het aantal nieuwe zieken of ziekten in een populatie over een bepaalde periode.
 

Magnesiumsupplementen verlagen niet krampen in de benen tijdens zwangerschap

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van magnesiumsupplementen krampen in de benen tijdens de zwangerschap?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 4 RCT’s met in totaal 332 zwangere vrouwen.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van magnesiumsupplementen de frequentie van de krampen in de benen tijdens de zwangerschap niet verlaagde [WMD = -0.47, 95% BI = -1.14 tot 0.20, p = 0.167].

De onderzoekers vonden dat het slikken van magnesiumsupplementen het herstel van de krampen in de benen tijdens de zwangerschap niet verlaagde [OR = 0.47, 95% BI = 0.14 to 1.52, p = 0.207].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van magnesiumsupplementen niet effectief was bij de behandeling van de krampen in de benen tijdens de zwangerschap.

Oorspronkelijke titel:
Effect of oral magnesium supplementation for relieving leg cramps during pregnancy: A meta-analysis of randomized controlled trials by Liu J, Song G, [...], Meng T.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/34247796/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over zwangerschap en magnesium.

 

Kalium verlaagt hart- en vaatziekten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:.
Is er een dosisafhankeljijk verband tussen het eten van natrium en kalium, gemeten in meerdere 24-uurs urine, en de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 6 prospectieve cohort studies met in totaal 10709 gezonde volwassenen (54.2% vrouwen), waarvan 571 mensen met hart- en vaatziekten.
De gemiddelde leeftijd was 51.5±12.6 jaar.
De gemiddelde follow-up duur was 8.8 jaar.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden voor elke verhoging met 1000 mg natrium in de 24-uurs urine, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten significant met 18% [hazard ratio = 1.18, 95% BI = 1.08 tot 1.29] verhoogde.

De onderzoekers vonden voor elke verhoging met 1000 mg kalium in de 24-uurs urine, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten significant met 18% [hazard ratio = 0.82, 95% BI = 0.72 tot 0.94] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat een hogere natrium- en lagere kaliumconsumptie, zoals gemeten in de meerdere 24-uurs urine, de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten verhoogde. Deze verhoogde risico was dosisafhankelijk.

Oorspronkelijke titel:
24-Hour Urinary Sodium and Potassium Excretion and Cardiovascular Risk by Ma Y, He FJ, […], Hu FB.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/34767706/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over significant/cohort/RCTs, zout- en kaliumconsumptie en het verlagen van hart- en vaatziekten.

De 24-uurs urine is de hoeveelheid urine die verzameld is gedurende 1 dag. Het bepalen van het natriumgehalte in de 24-uurs urine is een betrouwbare manier om de zoutiname via voeding bij een (proef)persoon gedurende 1 dag vast te stellen. Een hogere zoutinname leidt tot een hogere natriumgehalte in de 24-uurs urine. Zout bestaat uit natrium en chloride en verlaat het lichaam via de urine.

1 gram zout oftewel natriumchoride levert 400 mg natrium en 600 mg chloride. Dus 1000 mg natrium in de 24-uurs urine komt overeen met 2.5 (1000 mg/400 mg) gram zout.

Paddenstoelen verlagen doodgaan aan alle oorzaken

Onderzoeksvraag:
Of de consumptie van paddenstoelen - een rijke bron aan krachtige antioxidanten ergothioneïne en glutathion, vitamines en mineralen (bijv. selenium en koper) - geassocieerd is met een lager sterfterisico, is niet goed begrepen en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het eten van paddenstoelen de kans op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 5 prospectieve cohort studies met in totaal 601893 deelnemers, waarvan 50787 doden aan all-cause mortaliteit (doodgaan aan alle oorzaken).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van paddenstoelen de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 6% [gepoolde risk ratio = 0.94, 95% BI = 0.91 tot 0.98] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van paddenstoelen de kans op doodgaan aan alle oorzaken verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Prospective study of dietary mushroom intake and risk of mortality: results from continuous National Health and Nutrition Examination Survey (NHANES) 2003-2014 and a meta-analysis by Ba DM, Gao X, [...], Richie Jr JP.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC8454070/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over paddenstoelen en ouderdom.

Veel carotenoïden via voeding verlagen suikerziekte type 2

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Eerdere meta-analyses hebben een beschermend effect aangetoond tussen sommige carotenoïden en het risico op het krijgen van het metabole syndroom, hart- en vaatziekten, kanker en doodgaan aan alle oorzaken. Echter, de resultaten voor de associaties tussen carotenoïden en het krijgen van diabetes type 2 (suikerziekte type 2) blijven inconsistent en er is geen systematische review (een overzichtsartikel) over dit onderwerp uitgevoerd. Daarom werd dit overzichtsartikel (meta-analyse) uitgevoerd.

Verlaagt het eten van veel carotenoïden of het hebben van een hoog carotenoïdengehalte, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 13 studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel beta-caroteen de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 22% [gepoolde RR = 0.78, 95% BI = 0.70 tot 0.87, I2 = 13.7%, n = 6] verlaagde.
Dit significante, verlaagde risico werd ook teruggevonden voor het eten van veel (totale) carotenoïden, alfa-caroteen en luteïne/zeaxanthine.

De onderzoekers vonden dat een hoog beta-caroteengehalte de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 40% [gepoolde RR = 0.60, 95% BI = 0.46 tot 0.78, I2 = 56.2%, n = 7] verlaagde.
Dit significante, verlaagde risico werd ook teruggevonden voor het hoge (totale) carotenoïden-, lycopeen- en luteïnegehalte.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses, een non-lineair verband tussen het gehalte van alfa-caroteen, beta-caroteen, luteïne en het totale carotenoïden en het krijgen van suikerziekte type 2.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van zowel veel (totale) carotenoïden als het hebben van een hoog (totale) carotenoïdengehalte, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary Intake and Circulating Concentrations of Carotenoids and Risk of Type 2 Diabetes: A Dose-Response Meta-Analysis of Prospective Observational Studies by Jiang YW, Sun ZH, [...], Pan A.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33979433/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over carotenoïden en suikerziekte.

Een hoog beta-caroteengehalte in het lichaam kan verkregen worden door voeding te eten die veel beta-carotten bevat en/of beta-caroteensupplementen te slikken.

 

Dagelijks 200-700 gram groente en fruit verlaagt fragiliteit

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van groente en/of fruit de kans op fragiliteit?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 cohort studies en 4 cross-sectionele studies met in totaal 18616 mensen met fragiliteit en 101969 mensen zonder fragiliteit (de controles).

De bewijslast was matig, gebaseerd op de NutriGrade-score.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 7 cohort studies, vergeken met een lage groente- en fruitconsumptie, dat een hoge groente- en fruitconsumptie de kans op fragiliteit significant met 35% [RR = 0.65, 95% BI = 0.50 tot 0.84, I2 = 81%] verlaagde.
Dit significante verlaagde risico werd niet teruggevonden voor alleen groenteconsumptie of alleen fruitconsumptie.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 200 gram groente en fruit per dag, de kans op fragiliteit significant met 14% verlaagde.
Deze significante verlaagde risio steeg lineair tot 700 gram groente en fruit per dag en vlakte daarna af.

De onderzoekers concludeerden dat het dagelijks eten van 200-700 gram groente en fruit (samen) de kans op fragiliteit verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Fruit and vegetable intake and risk of frailty: A systematic review and dose response meta-analysis by Ghoreishy SM, Asoudeh F, […], Mohammadi H.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/34534684/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over groente- en fruitconsumptie en ouderdom.

Fragiliteit (breekbaarheid, broosheid) bij ouderen is een dynamische toestand waarin een oudere verkeert die tekorten heeft in één of meerdere gebieden van het menselijk functioneren (lichamelijk, psychisch, sociaal), die onder invloed van een diversiteit aan variabelen wordt veroorzaakt en die de kans op het optreden van ongewenste uitkomsten vergroot.
 

4000 mg inositolsupplementen verlagen bloeddruk

Afbeelding

Onderzoeksvraag:.
De mogelijke effecten van het slikken van inositolsupplementen op de bloeddruk zijn onderzocht in de verschillende interventiestudies. Toch zijn de bevindingen in deze context controversieel en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het slikken van inositolsupplementen de bloeddruk?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 7 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van inositolsupplementen de systolische bloeddruk significant verlaagde [WMD = -5.69 mmHg, 95% BI = -7.35 tot -4.02, p 0.001].
Dit signifcante verlagende effect werd in de subgroepenanalyses met name teruggevonden bij mensen met het metabole syndroom, bij het slikken van minimaal 8 weken inositolsupplementen en bij 4000 mg inositolsupplementen.

De onderzoekers vonden dat het slikken van inositolsupplementen de diastolische bloeddruk significant verlaagde [WMD = -7.12 mmHg, 95% BI = -10.18 tot -4.05, p 0.001].
Dit signifcante verlagende effect werd in de subgroepenanalyses met name teruggevonden bij mensen met het metabole syndroom, bij het slikken van minimaal 8 weken inositolsupplementen en bij 4000 mg inositolsupplementen.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van 4000 mg inositolsupplementen gedurende minimaal 8 weken de bloeddruk, met name bij mensen met het metabole syndroom verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
The effect of inositol supplementation on blood pressure: A systematic review and meta-analysis of randomized-controlled trials by Tari SH, Sohouli MH, […], Rahideh ST.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/34330516/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over significant/cohort/RCTs, inositol en het verlagen van de bloeddruk.

Een RCT is een interventiestudie.
 

Dagelijks 0.8-10 mg foliumzuursupplementen verlagen CRP gehalte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Foliumzuursuppletie verlagen ontstekingen. Echter, de bewezen effecten op de ontstekingsmarkers zijn onduidelijk omdat klinische studies over dit onderwerp inconsistente resultaten laten zien en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.  

Verlaagt het slikken van foliumzuursupplementen het gehalte van de ontstekingsmarkers, zoals het CRP en IL-6 en TNF-α gehalte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 12 RCT’s met in totaal 1392 deelnemers.
De gemiddelde leeftijd varieerde tussen 24.2 en 68.1 jaar.

De studiegrootte varieerde tussen 19 en 530 deelnemers.
De suppletieduur (duur van de studie) varieerde tussen 2 en 52 weken.

De dagelijkse dosering van foliumzuursupplementen varieerde tussen 0.8 mg en 10 mg.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van foliumzuursupplementen het CRP gehalte significant verlaagde [WMD = -0.59 mg/L, 95% BI = -0.85 tot -0.33, p 0.001, I2 = 91.3%, p 0.001, n = 1279 deelnemers].
Dit significante verlaagde effect werd ook teruggevonden in de subgroepenanalyes en de sensitiviteitsanalyses. 

De onderzoekers vonden geen verband tussen het slikken van foliumzuursupplementen en het verlagende effect op het IL-6 [WMD = -0.12, 95% BI = -0.95 tot 0.72 pg/mL, p = 0.780] en TNF-α gehalte [WMD = -0.18, 95% BI = -0.86 tot 0.49 pg/mL, p = 0.594].  
Geen verband omdat de gevonden p-waarde van 0.594 groter was dan de p-waarde van 0.05.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van 0.8-10 mg foliumzuursupplementen per dag het CRP gehalte verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effects of Folic Acid Supplementation on Inflammatory Markers: A Grade-Assessed Systematic Review and Dose-Response Meta-Analysis of Randomized Controlled Trials by Asbaghi O, Ashtary-Larky D, […], Naeini AA.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC8308638/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over significant/RCT’s/overzichtsartikel, foliumzuur en CRP.

 

Roodvlees verhoogt metabole syndroom

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen het eten van roodvlees of gevogelte en het krijgen van het metabole syndroom?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 9 prospectieve cohort studies met in totaal 21869 deelnemers, Alle studies hadden zowel mannelijke als vrouwelijke deelnemers.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van roodvlees de kans op het krijgen van het metabole syndroom significant met 35% [gepoolde multi-variable adjusted RR = 1.35, 95% BI = 1.13 tot 1.62, p = 0.001, I2 = 54.4%, p = 0.032] verhoogde.
Dit significante verhoogde risico werd ook teruggevonden voor studies waarbij gecorrigeerd werd voor BMI [RR = 1.4, 95% BI = 1.23 tot 1.6, p 0.001] en lichamelijke activiteiten [RR = 1.48, 95% BI = 1.29 tot 1.71, p 0.001].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van bewerkt roodvlees de kans op het krijgen van het metabole syndroom significant met 48% [multi-variable adjusted RR = 1.48, 95% BI = 1.11 tot 1.97, p = 0.007, I2 = 64.7%, p = 0.037] verhoogde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van onbewerkt roodvlees de kans op het krijgen van het metabole syndroom significant met 32% [multi-variable adjusted RR = 1.32, 95% BI = 1.14 tot 1.54, p = 0.0003, I2 = 0%, p = 0.397] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van gevogelte de kans op het krijgen van het metabole syndroom significant met 15% [gepoolde multi-variable adjusted RR = 0.85, 95% BI = 0.75 tot 0.97, p = 0.02, I2 = 0%, p = 0.707] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van roodvlees (zowerl bewerkt als onbewerkt) de kans op het krijgen van het metabole syndroom verhoogde, terwijl het eten van gevogelte de kans op het krijgen van het metabole syndroom juist verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Association of Red Meat and Poultry Consumption With the Risk of Metabolic Syndrome: A Meta-Analysis of Prospective Cohort Studies by Guo H, Ding J, [...], Zhang Y.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC8295459/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over roodvlees, gevogelte en het metabole syndroom.

Bewerkt roodvlees zijn onder andere hamburgers, gehakt, vleeswaren (ham, salami), worst (rookworst, ossenworst). rosbief, bacon en filet americain.

Dagelijks 50 mg anthocyaninen of 100 mg proanthocyanidinen via voeding verlagen coronaire hartziekte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:.
Epidemiologische studies hebben aangetoond dat een hogere inname van flavonoïden het risico op het krijgen van coronaire hartziekte verlaagt. Echter, welke subklassen van flavonoïden het risico op het krijgen van coronaire hartziekte zou kunnen verminderen, is controversieel gebleven en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het eten van verschillende subklassen (zoals anthocyaninen, flavonolen, isoflanonen) van flavonoïden het risico op het krijgen van coronaire hartziekte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 19 onafhankelijke prospectieve cohort studies met in totaal  894471 deelnemers, waarvan 34707 mensen met een coronaire hartziekte.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van anthocyaninen de kans op het krijgen van een coronaire hartziekte significant met 10% [RR = 0.90, 95% BI = 0.83 tot 0.98] verlaagde.
Dit significante, verlaagde risico bleef gehandhaafd (gelijk) in de sensitiviteitsanalyses en de subgroepenanalyses.

De onderzoekers vonden dat het eten van proanthocyanidinen de kans op het krijgen van een coronaire hartziekte significant met 22% [RR = 0.78, 95% BI = 0.65 tot 0.94] verlaagde.
Dit significante, verlaagde risico bleef gehandhaafd in de sensitiviteitsanalyses en de subgroepenanalyses.

De onderzoekers vonden dat het eten van flavonolen de kans op het krijgen van een coronaire hartziekte significant met 12% [RR = 0.88, 95% BI = 0.79 tot 0.98] verlaagde.
Dit significante, verlaagde risico bleef gehandhaafd in de sensitiviteitsanalyses en de subgroepenanalyses.

De onderzoekers vonden dat het eten van flavonen de kans op het krijgen van een coronaire hartziekte significant met 6% [RR = 0.94, 95% BI = 0.89 tot 0.99] verlaagde.
Dit significante, verlaagde risico bleef gehandhaafd in de sensitiviteitsanalyses en de subgroepenanalyses.

De onderzoekers vonden dat het eten van isoflanonen de kans op het krijgen van een coronaire hartziekte significant met 10% [RR = 0.90, 95% BI = 0.83 tot 0.98] verlaagde.
Dit significante, verlaagde risico bleef gehandhaafd in de sensitiviteitsanalyses en de subgroepenanalyses.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyse, dat elke verhoging met 50 mg anthocyaninen per dag, de kans op het krijgen van een coronaire hartziekte significant met 5% verlaagde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyse, dat elke verhoging met 100 mg proanthocyanidinen per dag, de kans op het krijgen van een coronaire hartziekte significant met 5% verlaagde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyse, dat elke verhoging met 25 mg flavonolen per dag, de kans op het krijgen van een coronaire hartziekte significant met 5% verlaagde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyse, dat elke verhoging met 5 mg flavonen per dag, de kans op het krijgen van een coronaire hartziekte significant met 5% verlaagde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyse, dat elke verhoging met 0.5 mg isoflavonen per dag, de kans op het krijgen van een coronaire hartziekte significant met 5% verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het dagelijks eten van 50 mg anthocyaninen, 100 mg proanthocyanidinen, 25 mg flavonolen, 5 mg flavonen of 0.5 mg isoflavonen de kans op het krijgen van een coronaire hartziekte verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Flavonoid subclasses and coronary heart disease risk: a meta-analysis of prospective cohort studies by Fan ZK, Wang C, [...], Li D.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/34470681/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over significant/cohort/RCTs, flavonoïden en hart- en vaatzieke.

 

Borstvoeding verlaagt eierstokkanker onder vrouwen met BRCA-1 of BRCA-2 genmutatie

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het geven van borstvoeding de kans op het krijgen van eierstokkanker onder vrouwen met een BRCA1 of BRCA2 genmutatie?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 1 cohort studie en 4 patiënt-controle studies met in totaal 14601 vrouwen met een BRCA1 of BRCA2 genmutatie.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in gepoolde analyses, dat het geven van borstvoeding de kans op het krijgen van eierstokkanker onder vrouwen met een BRCA1 genmutatie significant met 23.3% [gepoolde OR = 0.767, 95% BI = 0.688 tot 0.856, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses, dat het geven van borstvoeding de kans op het krijgen van eierstokkanker onder vrouwen met een BRCA2 genmutatie niet significant met 18.3% [gepoolde OR = 0.817, 95% BI = 0.650 to 1.028, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses, dat het geven van borstvoeding gedurende minimaal 1 jaar de kans op het krijgen van eierstokkanker onder vrouwen met een BRCA1 genmutatie significant met 21.3% [OR = 0.787, 95% BI = 0.682 to 0.907, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses, dat het geven van borstvoeding gedurende minimaal 1 jaar de kans op het krijgen van eierstokkanker onder vrouwen met een BRCA2 genmutatie significant met 43.3% [OR = 0.567, 95% CI = 0.400 tot 0.802, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het geven van borstvoeding gedurende minimaal 1 jaar de kans op het krijgen van eierstokkanker onder zowel vrouwen met een BRCA1 als BRCA2 genmutatie verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
The preventive effect of breastfeeding against ovarian cancer in BRCA1 and BRCA2 mutation carriers: A systematic review and meta-analysis by Eoh KJ, Park EY, […], Lim MC.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/34304906/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over borstvoeding en kanker.


 

Vitamine D supplementen verlagen astma bij kinderen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
De associatie tussen het serum 25-hydroxyvitamine D 25(OH)D gehalte (vitamine D gehalte in het bloed) en het optreden van astma bij kinderen is controversieel en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.  

Verhoogt een laag vitamine D gehalte (gemeten als 25(OH)D gehalte) in het bloed de kans op het krijgen van astma bij kinderen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 35 studies met in totaal 5711 kinderen met astma en 21561 kinderen zonder astma (de controles).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het vitamine D gehalte van kinderen met astma significant lager was dan van kinderen zonder astma [21.7 ng/mL versus 26.5 ng/mL, SMD = -1.36, 95% BI = -2.40 tot -0.32, p = 0.010].

De onderzoekers vonden dat de behandeling met vitamine D supplementen de kans op terugval bij kinderen met astma significant met 65% [RR = 0.35, 95% BI = 0.35 tot 0.79, p = 0.002] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat een laag vitamine D gehalte in het bloed de kans op het krijgen van astma verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Vitamin D and asthma occurrence in children: A systematic review and meta-analysis by Wang Q, Ying Q, [...], Chen J.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/34366195/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over significant/RCT’s/overzichtsartikel, vitamine D en astma.