Voeding en gezondheid

Veel flavonolen, flavonen of anthocyaninen via voeding verlagen mogelijk dikke darmkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van flavonoïden (zoals flavonolen, flavonen of anthocyaninen) de kans op het krijgen van dikke darmkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 5 prospectieve cohort studies en 7 patiënt-controle studies met in totaal 17481 personen met dikke darmkanker en 740859 personen zonder dikke darmkanker.

Alle studies werden gecorrigeerd voor een breed scala aan mogelijke confounders van colorectale kanker, zoals leeftijd, geslacht, BMI, fysieke activiteit, familiegeschiedenis van colorectale kanker, onderwijs, energie-inname, alcohol, vezelinname, rode en verwerkte vleesinname, tabak, aspirine en niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen.

Er was heterogeniteit tussen de studies.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van veel flavonoïden en de verlaagde kans op het krijgen van dikke darmkanker [gepoolde OR = 0.73, 95% BI = 0.48-1.10]. Geen verband want OR van 1 zat in de 95% BI van 0.48 tot 1.10.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses ook geen verband tussen het eten van veel flavanonen en de verlaagde kans op het krijgen van dikke darmkanker.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses ook geen verband tussen het eten van veel flavan-3-olen en de verlaagde kans op het krijgen van dikke darmkanker.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses van zowel cohort studies als patiënt-controle studies, dat het eten van veel flavonolen de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 30% [OR = 0.70, 95% BI = 0.54-0.90] verlaagde.
Echter, dit verlaagde risico werd niet teruggevonden in de cohort studies [RR = 1.00, 95% BI = 0.92-1.08].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses van zowel cohort studies als patiënt-controle studies, dat het eten van veel flavonen de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 21% [OR = 0.79, 95% BI = 0.83-0.99] verlaagde. 
Echter, dit verlaagde risico werd niet teruggevonden in de cohort studies [RR = 1.02, 95% BI = 0.94-1.11].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses van zowel cohort studies als patiënt-controle studies, dat het eten van veel anthocyaninen de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 22% [OR = 0.78, 95% BI = 0.64-0.95] verlaagde. 
Echter, dit verlaagde risico werd niet teruggevonden in de cohort studies [RR = 1.00, 95% BI = 0.91-1.10].

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses, dat elke 10 mg flavonolen via voeding per dag, de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 14% [gepoolde OR = 0.86, 95% BI = 0.76-0.97] verlaagde.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses, dat elke 1 mg flavonen via voeding per dag, de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 9% [gepoolde OR = 0.91, 95% BI = 0.84-0.99] verlaagde.
Significant omdat OR van 1 niet in de 95% BI van 0.84 tot 0.99 zat. OR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat veel flavonolen via voeding, de kans op het krijgen van colonkanker significant met 20% [OR = 0.80, 95% CI = 0.68-0.94] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat veel flavonen via voeding, de kans op het krijgen van rectaalkanker significant met 18% [OR = 0.82, 95% CI = 0.70-0.97] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel flavonolen, flavonen en anthocyaninen de kans op het krijgen van dikke darmkanker mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat het verlaagde risico niet significant was in de cohort studies en er was heterogeniteit tussen de studies.

Oorspronkelijke titel:
Dietary Flavonoids and the Risk of Colorectal Cancer: An Updated Meta-Analysis of Epidemiological Studies by Chang H, Lin Lei L, […], Guohua Zhao G.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC6073812/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over overzichtsartikel/significant/publicatie bias, flavonoïden en dikke darmkanker.

De resultaten van een overzichtsartikel zijn pas betrouwbaar wanneer ze ook teruggevonden worden in cohort studies. Dus het significant verlaagde risico moet zowel in patiënt-controle studies (meer gevoelig voor fouten) als in cohort studies (minder gevoelig voor fouten) teruggevonden worden.
 

Walnoten verlagen slecht cholesterolgehalte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verbetert een voeding met veel walnoten het lipidenprofiel?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 26 klinische studies met in totaal 1059 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een voeding met veel walnoten, het totale cholesterolgehalte significant met 6.99 mg/dL [WMD = -6.99 mg/dL 95% BI = -9.39 tot -4.58 mg/dL, p 0.001] verlaagde.
Significant wil zeggen, er kan met 95% zekerheid gezegd worden, dat een voeding met veel walnoten, het totale cholesterolgehalte werkelijk met 6.99 mg/dL verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een voeding met veel walnoten, het LDL cholesterolgehalte significant met 5.51 mg/dL [WMD = -5.51 mg/dL, 95% BI = -7.72 tot -3.29 mg/dL, p 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een voeding met veel walnoten, het triglyceridengehalte significant met 4.69 mg/dL [WMD = -4.69 mg/dL, 95% BI = -8.93 tot -0.45 mg/dL, p = 0.03] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een voeding met veel walnoten, het apolipoproteïne B-gehalte significant met 3.74 mg/dL [WMD = -3.74 mg/dL, 95% BI = -6.51 tot -0.97 mg/dL, p = 0.008] verlaagde.

De onderzoekers vonden geen verband tussen een voeding met veel walnoten en de verlaging van het apolipoproteïne A-gehalte [WMD = 2.91 mg/dL, 95% BI = -5.98 tot 0.08 mg/dL, p = 0.057].

De onderzoekers vonden geen verband tussen een voeding met veel walnoten en het verlagen van het lichaamsgewicht [WMD = -0.12 kg, 95% BI = -2.12 tot 1.88, p = 0.90].

De onderzoekers vonden geen verband tussen een voeding met veel walnoten en het verlagen van de systolische bloeddruk (de bovendruk)  [WMD = -0.72 mmHg, 95% BI = -2.75 tot 1.30, p = 0.48].

De onderzoekers vonden geen verband tussen een voeding met veel walnoten en het verlagen van de diastolische bloeddruk (de onderdruk) [WMD = -0.10 mmHg, 95% BI = -1.49 to 1.30, p = 0.88].

De onderzoekers concludeerden dat een voeding met veel walnoten, zowel het totale cholesterolgehalte, het LDL-cholesterolgehalte (slecht cholesterol) als het apolipoprotein B-gehalte verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effects of walnut consumption on blood lipids and other cardiovascular risk factors: an updated meta-analysis and systematic review of controlled trials by Guasch-Ferré M, Li J, […], Tobias DK.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29931130

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over noten, cholesterolgehalte, bloeddruk en hart- en vaatziekten.

Mensen met atherosclerose (aderverkalking) hebben vaak een verhoogd totaal cholesterolgehalte, een verhoogd LDL-cholesterol gehalte, een verhoogd triglyceridengehalte en een verhoogd apolipoproteïne B-gehalte.

Mensen met atherosclerose (aderverkalking) worden aangeraden te kiezen voor producten/maaltijden met maximaal 30 En% vet, maximaal 7 En% verzadigd vet, maximaal 0.2 gram zout per 100 kcal en minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal. Welke producten/maaltijden in de supermarkt geschikt zijn voor mensen met atherosclerose (aderverkalking) kunt u hier opzoeken.
 

Veel natrium via voeding verhoogt een beroerte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Het verband tussen een hoge natriuminname en het risico op het krijgen van een beroerte is geaccepteerd. Echter, de dosisafhankelijke relatie tussen de natriuminname en het risico op mortaliteit door alle oorzaken is nog niet vastgesteld. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Is er een dosisafhankelijke relatie tussen zowel de natriuminname als de natrium-kalium ratio en het krijgen een beroerte onder mensen ouder dan 18 jaar?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 14 prospectieve cohort studies en 1 patiënt-controle studie met in totaal 261732 mensen, waarvan 10150 mensen met een beroerte.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 1 gram natrium per dag via voeding, de kans op het krijgen van een beroerte significant met 6% [gepoolde RR = 1.06, 95% BI = 1.02-1.10, I2 = 60%, n = 14 studies] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 1 punt in de natrium-kalium ratio (mmol/mmol), de kans op het krijgen van een beroerte significant met 22% [gepoolde RR = 1.22, 95% BI = 1.04-1.41, I2 = 60%, n = 5 studies] verhoogde.

De onderzoekers vonden een lineair verband tussen het krijgen van een beroerte en het verhogen van de natriuminname via voeding.

De onderzoekers vonden een lineair verband tussen het krijgen van een beroerte en het verhogen van de natrium-kalium ratio.

De onderzoekers concludeerden dat zowel een hoge natriuminname via voeding als een hoge natrium-kalium ratio, de kans op het krijgen van een beroerte onder volwassenen verhoogden.

Oorspronkelijke titel:
Dietary sodium, sodium-to-potassium ratio, and risk of stroke: A systematic review and nonlinear dose-response meta-analysis by Jayedi A, Ghomashi F, […], Shab-Bidar S.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29907351

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over natrium- en kaliuminname en het voorkomen van een beroerte.
Natrium is een onderdeel van zout. Dus een voeding met veel natrium is dus een voeding met veel zout.

Een voeding met veel zout is een voeding met minimaal 0.3 gram zout per 100 kcal.
Een zoutarme voeding is een voeding met maximaal 0.2 gram zout per 100 kcal. Een zoutarme voeding bestaat grotendeels uit producten met maximaal 0.2 gram zout per 100 kcal. Deze producten uit de supermarkt bevatten maximaal 0.2 gram zout per 100 kcal.
 

Glucosamine-supplementen verlichten pijn bij mensen met knie-osteoarthritis

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Hoewel glucosamine en chondroïtinesulfaat gunstige effecten hebben op de gewrichtsweefsels bij osteoarthritis (OA), is hun therapeutisch gebruik in de klinische setting nog steeds discutabel. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlichten glucosamine-supplementen en chondroïtinesulfaat supplementen de pijn bij mensen met knie-osteoarthritis (knieartrose)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van glucosamine-supplementen de pijn bij mensen met knie-osteoarthritis (knieartrose) significant verlichtte [WMD) = - 7.41 mm, 95% BI = - 14.31 tot - 0.51, p = 0.04].
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het slikken van chondroïtinesulfaat-supplementen de pijn bij mensen met knie-osteoarthritis (knieartrose) significant verlichtte [WMD) = - 8.35 mm, 95% BI = - 11.84 tot - 4.85, p  0.00001].
Significant want de gevonden p-waarde van  0.00001 is kleiner dan 0.05.

De onderzoekers vonden dat het slikken van glucosamine-supplementen + chondroïtinesulfaat-supplementen de pijn bij mensen met knie-osteoarthritis (knieartrose) niet significant verlichtte [WMD = - 0.28 mm, 95% BI = - 8.87 tot 8.32, p = 0.95].
Niet significant want de gevonden p-waarde van 0.95 is groter dan 0.05.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van glucosamine-supplementen of chondroïtinesulfaat-supplementen (maar niet beiden tegelijk) de pijn bij mensen met knie-osteoarthritis (knieartrose) verlichtte.

Oorspronkelijke titel:
Effect of glucosamine and chondroitin sulfate in symptomatic knee osteoarthritis: a systematic review and meta-analysis of randomized placebo-controlled trials by Simental-Mendía M, Sánchez-García A, […], Simental-Mendía LE.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29947998

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over chronische ziekte.

Veel vlees en alcohol verhogen leeftijdsgebonden maculaire degeneratie

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen de consumptie van de verschillende voedselgroepen en het voorkomen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 26 prospectieve cohort studies met in totaal 211676 deelnemers, waarvan 7154 mensen met leeftijdsgebonden maculaire degeneratie.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van zowel veel groenten, fruit, noten, granen, zuivelproducten en vetten (zoals oliën, boter en margarine) en het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel vis de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie significant met 18% [RR = 0.82, 95% BI = 0.75-0.90] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel vis de kans op het krijgen van vroege leeftijdsgebonden maculaire degeneratie significant met 16% [RR = 0.84, 95% BI = 0.73-0.97] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel vis de kans op het krijgen van late leeftijdsgebonden maculaire degeneratie significant met 21% [RR = 0.79, 95% BI = 0.70-0.90] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel vlees de kans op het krijgen van vroege leeftijdsgebonden maculaire degeneratie significant met 17% [RR = 1.17, 95% BI = 1.02-1.34] verhoogde. Echter, er was geen verband tussen het eten van veel vlees en de kans op het krijgen van late leeftijdsgebonden maculaire degeneratie.

De onderzoekers vonden dat het drinken van veel alcohol de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie significant met 20% [RR = 1.20, 95% BI = 1.04-1.39] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel vis de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie verlaagde, terwijl veel vlees en alcohol de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie juist verhoogden.

Oorspronkelijke titel:
Food groups and risk of age-related macular degeneration: a systematic review with meta-analysis by Dinu M, Pagliai G, […], Sofi F.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29978377

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vis-, vlees- en alcoholconsumptie en ouderdom.

De aanbeveling voor vis is 2 keer per week (100-150 gram vis per keer), waarvan minstens 1 keer vette vis.

Deze maaltijd levert minimaal 100 gram vis.
 

Veel koffie verlaagt het C-reactieve proteïne

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
De associatie tussen het drinken van koffie en het niveau van C-reactieve proteïne (CRP) in het lichaam is onderzocht in de verschillende epidemiologische studies maar de resultaten zijn tegenstrijdig. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het drinken van koffie het niveau van het C-reactieve proteïne (het ontstekingsbiomerker) in het lichaam?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 9 cross-sectionele studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het drinken van veel koffie vergeleken met weinig, het C-reactieve proteïne in het lichaam significant verlaagde [SMD = -0.34, 95% BI = -0.62 tot -0.06, p = 0.016].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyse (om meer informatie te krijgen) dat het drinken van veel koffie vergeleken met weinig, het hooggevoelige C-reactieve proteïne in het lichaam significant verlaagde [SMD = -0.51, 95% BI = -0.88 tot -0.14, p = 0 .007]. Echter, er was geen verband tussen het drinken van veel koffie en het standaard C-reactieve proteïne [SMD = 0.02, 95% BI = -0.28 tot 0.32, p = 0 .913].

De onderzoekers concludeerden dat het drinken van veel koffie het C-reactieve proteïne, met name het hooggevoelige C-reactieve proteïne in het lichaam verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Is coffee consumption associated with a lower level of serum C-reactive protein? A meta-analysis of observational studies by Zhang Y and Zhang DZ.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29405789

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over chronische ziekte, koffieconsumptie en het C-reactieve proteïne.

Ontstekingen in het lichaam kunnen leiden tot chronische ziekten, zoals COPD, reuma en hart- en vaatziekten. Ontstekingen in het lichaam kan gemeten worden via de ontstekingsbiomerker het C-reactieve proteïne. Hoe meer ontstekingen, des hoger het niveau van het C-reactieve proteïne is. Ontstekingen kunnen verlaagd worden door antioxidanten. Antioxidanten, zoals vitamine C en E zitten groenten, fruit en noten.

Een epidemiologische studie gaat na of er een statistisch verband (bij een 95% betrouwbaarheid oftewel 95% BI) bestaat tussen een bepaalde factor en het optreden van een ziekte en bepaalt dan het belang van dit verband. Epidemiologische studies zijn onder andere cohort studies, cross-sectionele studies en patiënt-controle studies.

Melk verhoogt acné

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
In het verleden zijn enkele observationele studies uitgevoerd naar de relatie tussen melk- en zuivelinname en het risico op het krijgen van acné. Echter, de resultaten waren tegenstrijdig. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verhoogt het eten van melk en zuivelproducten het risico op het krijgen van acné?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte observationele studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel zuivelproducten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van acné significant met 161% [OR = 2.61, 95% BI = 1.20 tot 5.67] verhoogde.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het drinken van veel melk vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van acné significant met 48% [OR = 1.48, 95% BI = 1.31 tot 1.66] verhoogde.
Significant wil zeggen, er kan met 95% zekerheid gezegd worden, dat het drinken van veel melk de kans op het krijgen van acné werkelijk met 48% verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het drinken van veel vetarme melk vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van acné significant met 25% [OR = 1.25, 95% BI = 1.10 tot 1.43] verhoogde.
Significant omdat OR van 1 niet in de 95% BI van 1.10 tot 1.43 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden dat het drinken van veel karnemelk vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van acné significant met 82% [OR = 1.82, 95% BI = 1.34 tot 2.47] verhoogde.

De onderzoekers vonden geen verband tussen zowel het eten van yoghurt als kaas en het krijgen van acné.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van zuivelproducten, met name melk de kans op het krijgen van acné verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Dairy intake and acne development: A meta-analysis of observational studies by Aghasi M, Golzarand M, […], Taheri F.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29778512

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over chronische ziekte en zuivelconsumptie.
 

EPA&DHA verlagen postoperatieve atriale fibrillatie na een bypass hartoperatie

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Er zijn veronderstelllingen dat n-3 meervoudig onverzadigde vetzuren (PUFA) een anti-aritmisch effect hebben op postoperatieve atriale fibrillatie. Echer, de resultaten zijn tegenstrijdig. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Hebben n-3 meervoudig onverzadigde vetzuren positieve effecten op postoperatieve atriale fibrillatie bij patiënten die een hartoperatie ondergaan?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 14 studies met in totaal 3570 patiënten.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat n-3 meervoudig onverzadigde vetzuren de kans op het krijgen van postoperatieve atriale fibrillatie significant met 16% [RR = 0.84, 95% BI = 0.73-0.98, p = 0.03] verlaagde.
Significant wil zeggen, er kan met 95% zekerheid gezegd worden, dat n-3 meervoudig onverzadigde vetzuren de kans op het krijgen van postoperatieve atriale fibrillatie werkelijk met 16% verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyse dat EPA:DHA  verhouding  1 de kans op het krijgen van postoperatieve atriale fibrillatie significant met 49% [RR = 0.51, 95% BI = 0.36-0.73, p = 0.0003] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyse dat n-3 meervoudig onverzadigde vetzuren, de kans op het krijgen van postoperatieve atriale fibrillatie na een coronaire-bypassoperatie (een bypass hartoperatie) significant met 32% [RR = 0.68, 95% BI = 0.47-0.97, p = 0.03] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat n-3 meervoudig onverzadigde vetzuren in de verhouding EPA:DHA 1 de kans op het krijgen van postoperatieve atriale fibrillatie na een coronaire-bypassoperatie verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
N-3 polyunsaturated fatty acids for prevention of postoperative atrial fibrillation: updated meta-analysis and systematic review by Wang H, Chen J and Zhao L.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29380237

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over EPA&DHA en hart- en vaatziekten.

Wanneer de slagaders onvoldoende bloed kunnen leveren aan het hart, kan de chirurg een coronaire-bypassoperatie (CABG) of omleidingsoperatie voorstellen. In Europa is de bypassoperatie een van de meest uitgevoerde hartoperaties om de bloedstroom naar het hart te herstellen.

Atriale fibrillatie is een type hartritmestoornis die een snelle en onregelmatige pols (hartslag) veroorzaakt. Atriale fibrillatie die optreedt na een operatie wordt postoperatieve atriale fibrillatie genoemd.
 

Visconsumptie vanaf 6-9 maanden na de geboorte verlaagt astma bij kinderen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Het bewijslast over het gebruik van langketenige omega-3-vetzuren en het voorkomen van astma bij kinderen is tegenstrijdig. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het eten van vis de kans op het krijgen van astma bij kinderen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 23 observationele studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 15 van de 23 studies dat het eten van vis vanaf 6-9 maanden na de geboorte en ten minstens 1 keer per week vergeleken met geen visconsumptie, de kans op astma bij kinderen tot 14 jaar verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van vis de kans op het krijgen van astma bij kinderen tot 4.5 jaar significant met 25% [OR = 0.75, 95% BI = 0.60-0.95] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van vis de kans op het ontwikkelen van piepende ademhaling bij kinderen tot 4.5 jaar significant met 38% [OR = 0.62, 95% BI = 0.48-0.80] verlaagde. 

De onderzoekers vonden dat het eten van vette vis vergeleken met geen visconsumptie, de kans op het krijgen van astma bij kinderen tussen 8 en 14 jaar significant met 65% [OR = 0.35, 95% BI = 0.18-0.67] verlaagde.      

De onderzoekers concludeerden dat visconsumptie vanaf 6-9 maanden na de geboorte en minstens 1 keer per week de kans op het krijgen van astma en piepende ademhaling bij kinderen tot 4.5 jaar verlaagde. Echter, vette vis kan zelf de kans op het krijgen van astma en piepende ademhaling bij kinderen tot 14 jaar verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
The role of fish intake on asthma in children: A meta-analysis of observational studies by Papamichael MM, Shrestha SK, [...], Erbas B.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29524247

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over chronische ziekte en visconsumptie.
 

Een hoog serum urinezuurgehalte verlaagt ALS

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Het pathogene mechanisme van ALS blijft onduidelijk. Echter, toenemend bewijs heeft aangetoond dat urinezuur een beschermende rol kan spelen in de pathogenese (het verloop) van ALS. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Hebben ALS-patiënten een laag urinezuurgehalte in het lichaam?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 patiënt-controle studies met 1168 ALS-patiënten en 1391 gezonde mensen en 3 cohort studies met 3190 ALS-patiënten.

Er was geen publicatie bias.
De studies waren van gemiddeld tot hoog kwaliteit met een NOS score tussen 6 en 8.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in patiënt-controle studies met behulp van random-effect model, dat het serum urinezuurgehalte van ALS-patiënten significant lager was dan van mensen zonder ALS [SMD = -0.72, 95% BI = -0.98 tot -0.46, p  0.001, I2 = 87.6%]. Deze bevinding bleef gelijk in de sensitiviteitsanalyse.

De onderzoekers vonden in cohort studies met behulp van fixed-effect model, dat een hoog urinezuurgehalte de kans op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit) onder ALS-patiënten significant met 30% [RR = 0.70, 95% BI = 0.57 tot 0.87, p = 0.001] verlaagde. Deze significante verlaagde risico bleef gelijk in de sensitiviteitsanalyse.                  

De onderzoekers concludeerden dat een hoog serum urinezuurgehalte de kans op het krijgen van ALS verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Serum uric acid levels in patients with amyotrophic lateral sclerosis: a meta-analysis by Zhang F, Zhang Q, [...], Chen X.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5773600/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over chronische ziekte.

Urinezuur ontstaat bij de afbraak van purine. Purine zit in lichaamseiwit maar komt ook in levensmiddelen voor. Dus het urinezuurgehalte in het lichaam kan verhoogd worden door purinerijke levensmiddelen te eten. Echter, een te hoog urinezuurgehalte (>6 mg/dL) kan tot jicht leiden.

  • Ansjovis bevat 260 milligram purine per 100 gram
  • Baars bevat 160 milligram purine per 100 gram
  • Boekweit bevat 156 milligram purine per 100 gram
  • Bonen bevatten 130 milligram purine per 100 gram
  • Braadharing bevat 215 milligram purine per 100 gram
  • Cervelaatworst bevat 133 milligram purine per 100 gram
  • Eend bevat 150 milligram purine per 100 gram
  • Forel bevat 311 milligram purine per 100 gram
  • Gamba’s bevatten 150 milligram purine per 100 gram
  • Gans bevat 170 milligram purine per 100 gram
  • Garnalen bevatten 130 milligram purine per 100 gram
  • Gehakt half om half bevat 170 milligram purine per 100 gram
  • Gerookte zalm bevat 174 milligram purine per 100 gram
  • Gist bevat 680 milligram purine per 100 gram
  • Gort bevat 155 milligram purine per 100 gram
  • Haring bevat 317 milligram purine per 100 gram
  • Hert bevat 160 milligram purine per 100 gram
  • Inktvis bevat 135 milligram purine per 100 gram
  • Kabeljauw bevat 120 milligram purine per 100 gram
  • Kalfsfilet bevat 140 milligram purine per 100 gram
  • Kalfslever bevat 221 milligram purine per 100 gram
  • Kalfsnieren bevat 218 milligram purine per 100 gram
  • Kalfszwezerik bevat 918 milligram purine per 100 gram
  • Kalkoenfilet bevat 120 milligram purine per 100 gram
  • Kikkererwten bevatten 160 milligram purine per 100 gram
  • Kipfilet bevat 120 milligram purine per 100 gram
  • Knäckebröd 161 bevat milligram purine per 100 gram
  • Konijn bevat 150 milligram purine per 100 gram
  • Kreeft bevat 120 milligram purine per 100 gram
  • Lamsvlees 180 bevat milligram purine per 100 gram
  • Linzen bevatten 200 milligram purine per 100 gram
  • Makreel 186 bevat milligram purine per 100 gram
  • Rosbief 110 bevat milligram purine per 100 gram
  • Rumpsteak 110 bevat milligram purine per 100 gram
  • Runderbraadlap bevat 112 milligram purine per 100 gram
  • Runderfilet/gehakt bevat 154 milligram purine per 100 gram
  • Runderlever bevat 230 milligram purine per 100 gram
  • Runderlongen bevatten 242 milligram purine per 100 gram
  • Rundertong bevat 160 milligram purine per 100 gram
  • Sardientjes uit blik bevatten 349 milligram purine per 100 gram
  • Schapenvlees bevat 130 milligram purine per 100 gram
  • Schol bevat 135 milligram purine per 100 gram
  • Sojabonen bevatten 356 milligram purine per 100 gram
  • Sojameel bevat 296 milligram purine per 100 gram
  • Tarwekiemen bevatten 843 milligram purine per 100 gram
  • Tarwezemelen bevatten 142 milligram purine per 100 gram
  • Tonijn bevat (verse moot) 120 milligram purine per 100 gram
  • Tonijn in blik bevat 198 milligram purine per 100 gram
  • Varkensfilet 212 milligram purine per 100 gram
  • Varkensgehakt bevat 183 milligram purine per 100 gram
  • Wit brood bevat 104 milligram purine per 100 gram
  • Zonnebloempitten bevatten 157 milligram purine per 100 gram

 

Coënzym Q10-supplementen verlagen het triglyceridengehalte van patiënten met stofwisselingsziekten

Onderzoeksvraag:
Oxidatieve stress en ontstekingen zijn belangrijke parameters bij het ontstaan van stofwisselingsstoornissen. Daarom kan de inname van antioxidanten een geschikte aanpak zijn. Verschillende studies hebben het effect geëvalueerd van coënzym Q10 (CoQ10) op het vetprofiel van patiënten met stofwisselingsziekten. Echter, de bevindingen zijn controversieel. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verbeteren coënzym Q10-supplementen het vetprofiel (zoals het triglyceriden- en cholesterolgehalte) van patiënten met stofwisselingsziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 21 RCT’s met in totaal 514 patiënten met stofwisselingsziekten in de coënzym Q10-groep en 525 patiënten met stofwisselingsziekten in de controlegroep (groep zonder coënzym Q10).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van coënzym Q10-supplementen het triglyceridengehalte van patiënten met stofwisselingsziekten significant verlaagde [SMD = -0.28, 95% BI = -0.56 tot -0.005].
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het slikken van coënzym Q10-supplementen het totale cholesterolgehalte van patiënten met stofwisselingsziekten niet significant verlaagde [SMD = -0.07, 95% BI = -0.45 tot 0.31].
Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het slikken van coënzym Q10-supplementen het LDL- cholesterogehalte (slecht cholesterol) van patiënten met stofwisselingsziekten niet significant verhoogde [SMD = 0.04, 95% BI = -0.27 tot 0.36].

De onderzoekers vonden dat het slikken van coënzym Q10-supplementen het HDL- cholesterogehalte (goed cholesterol) van patiënten met stofwisselingsziekten niet significant verhoogde [SMD = 0.10, 95% BI = -0.32 tot 0.51].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van coënzym Q10-supplementen het triglyceridengehalte van patiënten met stofwisselingsziekten verlaagde. Echter, het had geen effect op het cholesterolgehalte van patiënten met stofwisselingsziekten.

Oorspronkelijke titel:
The effects of coenzyme Q10 supplementation on lipid profiles among patients with metabolic diseases: a systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Sharifi N, Tabrizi R, […], Asemi Z.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29623830

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over coënzym Q10 en cholesterolgehalte.

Een hoog triglyceridengehalte verhoogt de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten.

Stofwisselingsziekten zijn erfelijke ziekten. Er zijn ongeveer 600 verschillende stofwisselingsziekten. Voorbeelden van stofwisselingsziekten zijn:

  • Ziekte van Fabry
  • MCAD
  • Familiaire hypercholesterolemie
  • Taaislijmziekte
  • PKU
  • Suikerziekte type 1

 

Olijfolie verhoogt sneller het HDL cholesterolgehalte dan andere plantaardige oliën

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen het eten van olijfolie en andere plantaardige oliën en het cholestterolgehalte en het triglyceridengehalte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 27 RCTs met in totaal 1089 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat de stijging van het HDL-cholesterolgehalte (goed cholesterol) hoger was voor olijfolie dan voor andere plantaardige oliën. Deze verhoging was bovendien significant [WMD = 1.37 mg/dL, 95% BI = 0.4-2.36].

De onderzoekers vonden dat de daling van het totale cholesterolgehalte kleiner was voor olijfolie dan voor andere plantaardige oliën. Deze daling was bovendien significant [WMD = 16.27 mg/dL, 95% BI = 2.8-10.6].

De onderzoekers vonden dat de daling van het LDL-cholesterolgehalte (slecht cholesterol) lager was voor olijfolie dan voor andere plantaardige oliën. Deze daling was bovendien significant [WMD = 4.2 mg/dL, 95% BI = 1.4-7.01].

De onderzoekers vonden dat de daling van het triglyceridengehalte lager was voor olijfolie dan voor andere plantaardige oliën. Deze daling was bovendien significant [WMD = 4.31 mg/dL, 95% BI = 0.5-8.12].

De onderzoekers concludeerden dat olijfolie het HDL cholesterolgehalte sneller deed stijgen dan andere plantaardige oliën. Echter, andere plantaardige oliën verlaagden het totale en LDL-cholesterolgehalte en triglyceridengehalte sneller dan olijfolie.

Oorspronkelijke titel:
Comparison of blood lipid-lowering effects of olive oil and other plant oils: A systematic review and meta-analysis of 27 randomized placebo-controlled clinical trials by Ghobadi S, Hassanzadeh-Rostami Z, […], Faghih S.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29420053

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het verlagen van het cholesterolgehalte.

1 portie gevogelte per week verlaagt een beroerte onder vrouwen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van gevogelte de kans op het krijgen van een beroerte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 7 prospectieve cohort studies met in totaal 354718 deelnemers. 

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in gepoolde analyse dat het eten van veel gevogelte vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van een beroerte niet significant met 8% [RR = 0.92, 95% BI = 0.82-1.03, I2 = 19.8%, p = 0.28] verlaagde.
Niet significant wil zeggen, er kan niet met 95% betrouwbaarheid gezegd worden dat het eten van veel gevogelte de kans op het krijgen van een beroerte werkelijk met 8% verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyse dat het eten van veel gevogelte vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van een beroerte onder Amerikanen significant met 14% [RR = 0.86, 95% BI = 0.77-0.95, I2 = 0.0%, p = 0.38] verlaagde.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyse dat het eten van veel gevogelte vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van een beroerte onder vrouwen significant met 17% [RR = 0.83, 95% BI = 0.72-0.93, I2 = 0.0%, p = 0.63] verlaagde.
Significant omdat RR van 1 niet in de 95% BI van 0.72 tot 0.93 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyse geen verband tussen het eten van veel gevogelte en het krijgen van een herseninfarct of ischemische beroerte [RR = 0.91, 95% BI = 0.79-1.02, I2 = 0.0%, p = 0.93].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyse geen verband tussen het eten van veel gevogelte en het krijgen een hersenbloeding of hemorragische beroerte [RR = 0.82, 95% BI = 0.59-1.04, I2 = 20.5%, p = 0.28].

De onderzoekers vonden geen verband tussen elke verhoging met 1 portie gevogelte per week en de kans op het krijgen van een beroerte [RR = 1.00, 95% BI = 0.96-1.03, I2 = 69.0%, p = 0.004].

De onderzoekers vonden in de dosisafhankelijke analyse dat het verlaagde risico op het krijgen van een beroerte bij maximaal 1 portie gevogelte per week lag.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van 1 portie gevogelte per week, de kans op het krijgen van een beroerte, met name onder Amerikanen en vrouwen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary poultry intake and the risk of stroke: A dose-response meta-analysis of prospective cohort studies by Mohammadi H, Jayedi A, […], Shab-Bidar S.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29460808

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het verlagen van een beroerte en vleesconsumptie.

1 portie gevogelte komt overeen met 100 gram. Gevogelte zijn:  

  •  kalkoen
  • eend
  • duif
  • gans
  • struisvogel
  • emoe
  • parelhoen
  • fazant
  • patrijs
  • kwartel

Een zink-tekort verhoogt auto-immuunziekte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt een zinktekort de kans op het krijgen van auto-immuunziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 62 patiënt-controle studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in fixed model dat het serum zinkgehalte van mensen met auto-immuunziekte significant lager was dan van mensen zonder auto-immuunziekte [gemiddeld effect = -1.19, 95% BI = -1.26 tot -1.11].

De onderzoekers vonden in fixed model dat het plasma zinkgehalte van mensen met auto-immuunziekte significant lager was dan van mensen zonder auto-immuunziekte [gemiddeld effect = -3.97, 95% BI = -4.08 tot -3.87].

De onderzoekers concludeerden dat mensen met auto-immuunziekte een laag zinkgehalte in het bloed hadden.

Oorspronkelijke titel:
Zinc Status and Autoimmunity: A Systematic Review and Meta-Analysis by Sanna A, Firinu D, […], Valera P.

Link:
http://www.mdpi.com/2072-6643/10/1/68/htm

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over zink.  

Het zinkgehalte in het lichaam kan gemeten worden in het serum of het plasma van het bloed.
Het zinkgehalte in het lichaam kan verhoogd worden door het eten van levensmiddelen die veel zink bevatten en/of het slikken van zinksupplementen.
Deze maaltijden bevatten veel zink.

Auto-immuunziekten ontstaan doordat het immuunsysteem lichaamseigen eiwitten als lichaamsvreemd ziet. Auto-immuunziekten zijn onder andere:

  • Coeliakie (glutenallergie)
  • Colitis ulcerosa
  • Diabetes mellitus type1 (suikerziekte type 1)
  • Myasthenia gravis
  • Gastritis
  • Pernicieuze anemie
  • Polyarteritis nodosa
  • Prematuur ovarieel falen
  • Primaire biliaire cirrose
  • Reumatoïde artritis
  • Syndroom van Churg-Strauss
  • Syndroom van Goodpasture
  • Syndroom van Sjögren
  • Systemische lupus erythematodes
  • Ziekte van Addison
  • Ziekte van Crohn
  • Ziekte van Graves
  • Ziekte van Hashimoto
  • Ziekte van Wegener
     

Dagelijks 20 gram vis verlaagt doodgaan aan hart- en vaatziekten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van vis de mortaliteit (doodgaan aan) en is deze relatie continent gebonden?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 14 prospectieve cohort studies met in totaal 911348 deelnemers waarvan 75451 mensen die dood zijn gegaan.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyse, dat elke verhoging met 20 gram vis per dag, de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten significant met 4% [RR = 0.96, 95% BI = 0.94-0.98, I2 = 0%, n = 8] verlaagde. Dit verlaagde risico was in de subgroepenanalyses alleen significant in de Aziatische studies.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyse, dat elke verhoging met 20 gram vis per dag, de kans op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit) significant met 2% [RR = 0.98, 95% BI = 0.97-1.00, I2 = 81.9%, n = 14] verlaagde. Dit verlaagde risico was in de subgroepenanalyses alleen significant in de Aziatische studies.

De onderzoekers vonden in Westerse studies, een U-vormige relatie tussen het eten van vis en de kans op doodgaan aan zowel alle oorzaken als hart- en vaatziekten.

De onderzoekers vonden in Aziatische studies, een rechtlijnige relatie (een lineair relatie) tussen het eten van vis en de kans op doodgaan aan zowel alle oorzaken als hart- en vaatziekten.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van vis, minimaal 20 gram per dag de kans op doodgaan aan zowel alle oorzaken als hart- en vaatziekten verlaagde. Echter, dit verlaagde risico was niet hetzelfde voor Europa en Azië.

Oorspronkelijke titel:
Fish consumption and risk of all-cause and cardiovascular mortality: a dose-response meta-analysis of prospective observational studies by Jayedi A, Shab-Bidar S, […], Djafarian K.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29317009

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over hart- en vaatziekten en visconsumptie.

Deze maaltijden leveren minimaal 20 gram vis.
 

Cranberry verlaagt mogelijk urineweginfectie bij vrouwen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Vrouwen lopen 50% risico op het krijgen van urineweginfectie tijdens hun leven en bij 20 tot 30% van deze vrouwen komt de urineweginfectie terug. Cranberry (Vaccinium spp.) wordt geprezen voor de behandeling van urineweginfectie. Echter, de doeltreffendheid ervan is controversieel. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt cranberry de terugkeer van urineweginfectie bij gezonde vrouwen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 7 RCT’s met gezonde niet zwangere vrouwen boven 18 jaar met urineweginfectie (n = 1498 deelnemers).
2 studies hadden een hoog follow-up verlies (=veel mensen die de studie voortijdig verlieten) of het rapporteren van de outcome (resultaat) was selectief.
Slechts 2 studies hadden meer dan 300 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat cranberry de kans op de terugkeer van urineweginfectie bij gezonde vrouwen significant met 26% [gepoolde RR = 0.74, 95% BI = 0.55-0.98, I2 = 54%] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat cranberry waarschijnlijk de terugkeer van urineweginfectie bij gezonde vrouwen verlaagde. Waarschijnlijk omdat de studies te klein en/of van lage kwaliteit waren.

Oorspronkelijke titel:
Cranberry Reduces the Risk of Urinary Tract Infection Recurrence in Otherwise Healthy Women: A Systematic Review and Meta-Analysis by Zhuxuan Fu, DeAnn Liska, […], Mei Chung.

Link:
http://jn.nutrition.org/content/147/12/2282.abstract

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over overzichtsartikel/RCT’s/significant, chronische ziekten en fruit.

Studies van lage kwaliteit of met te weinig deelnemers geven onbetrouwbare resultaten. 
 

Veel thee verlaagt colitis ulcerosa

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen het drinken van de verschillende dranken en het krijgen van colitis ulcerosa?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 13 patiënt-controle studies en 3 prospectieve cohort studies met in totaal 3689 mensen met colitis ulcerosa en 335339 mensen zonder colitis ulcerosa.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het drinken van veel frisdrank vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van colitis ulcerosa significant met 69% [gepoolde RR = 1.69, 95% BI = 1.24-2.30,  I2  =  12.9%, p  = 0 .332] verhoogde. Dit significant verhoogde risico bleef gehandhaafd in de subgroepenanalyses.

De onderzoekers vonden dat het drinken van veel thee vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van colitis ulcerosa significant met 31% [gepoolde RR = 0.69, 95% BI = 0.58-0.83 I2  =  0.0%, p  = 0 .697] verlaagde. Dit significant verlaagde risico bleef gehandhaafd in de subgroepenanalyses.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het drinken van veel alcohol [gepoolde RR = 1.08, 95% BI = 0.66-1.51] of koffie [gepoolde RR = 0.58, 95% BI = 0.33-1.05, I2  =  87.5%, p    0.001] en het krijgen van colitis ulcerosa. Geen verband oftewel geen risico omdat RR van 1 in de 95% BI van 0.33 tot 1.05 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen risico/verband.

De onderzoekers concludeerden dat het drinken van veel frisdrank, de kans op het krijgen van colitis ulcerosa verhoogde, terwijl het drinken van veel thee de kans op het krijgen van colitis ulcerosa juist verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Beverage consumption and risk of ulcerative colitis. Systematic review and meta-analysis of epidemiological studies by Nie JY and Zhao Q.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5728934/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over chronische ziekten, frisdrank, alcohol en thee.


 

Een dieet met weinig verzadigd vet verlaagt hart- en vaatziekten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt een dieet met weinig verzadigd vet de kans op hart- en vaatziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte cohort studies en interventiestudies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het vervangen van verzadigd vet door koolhydraten, meervoudig onverzadigd vet of enkelvoudig onverzadigd vet, de kans op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit) significant deed afnemen.

De onderzoekers vonden dat het vervangen van verzadigd vet door meervoudig onverzadigd vet, de kans op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit) significant met 19% deed afnemen.

De onderzoekers vonden dat het vervangen van verzadigd vet door enkelvoudig onverzadigd vet, de kans op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit) significant met 11% deed afnemen.

De onderzoekers vonden dat het vervangen van elke 5 En% verzadigd vet door 5 En% meervoudig onverzadigd vet, de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten significant met 28% deed afnemen.

De onderzoekers vonden dat het vervangen van elke 5 En% verzadigd vet door 5 En% visolie, de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten significant met 28% deed afnemen.

De onderzoekers vonden dat het vervangen van verzadigd vet door meervoudig onverzadigd vet of enkelvoudig onverzadigd vet, de kans op het krijgen van coronaire hartziekte significant deed afnemen.

De onderzoekers vonden dat het vervangen van verzadigd vet door volle granen, de kans op het krijgen van coronaire hartziekte significant deed afnemen.

De onderzoekers vonden dat het vervangen van verzadigd vet door eenvoudige suikers of zetmeel, de kans op het krijgen van coronaire hartziekte significant deed toenemen.

De onderzoekers concludeerden dat het vervangen van verzadigd vet door koolhydraten, de kans op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit) deed afnemen, terwijl het vervangen van verzadigd vet door meervoudig onverzadigd vet, enkelvoudig onverzadigd vet of volle granen ook de kans op doodgaan aan coronaire hartziekte en de kans op het krijgen van coronaire hartziekte deed afnemen.

Oorspronkelijke titel:
A systematic review of the effect of dietary saturated and polyunsaturated fat on heart disease by Clifton PM and Keogh JB.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29174025

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over hart- en vaatziekten en vet.

Een dieet met weinig verzadigd vet is een dieet met maximaal 7 En% verzadigd vet. De makkelijkste manier om een dieet met maximaal 7 En% verzadigd vet te volgen, is door te kiezen voor alleen maar producten/maaltijden met maximaal 7 En% verzadigd vet. Welke producten uit de supermarkt maximaal 7 En% verzadigd vet bevatten, kunt u hier opzoeken.

Deze maaltijden bevatten maximaal 7 En% verzadigd vet.

Welke producten veel meervoudig onverzadigd vet of enkelvoudig onverzadigd vet bevatten, kunt u opzoeken in de NEVO-tabel. De NEVO-tabel wordt door diëtisten gebruikt om diëten voor te schrijven.  
 

Kinderen en adolescenten met ADHD hebben een tekort aan n-3 PUFA vetzuren

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Hebben kinderen en adolescenten met ADHD baat bij n-3 PUFA supplementen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 7 RCT’s en 7 patiënt-controle studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 7 RCT’s (n = 534) dat n-3 PUFA supplementen de clinische symptomen van ADHD significant verbeterden [g = 0.38, p 0.0001].

De onderzoekers vonden in 3 RCT’s (n = 214) dat n-3 PUFA supplementen de cognitieve prestaties van kinderen en adolescenten met ADHD significant verbeterden [g = 1.09, p = 0.001].

De onderzoekers vonden in 7 patiënt-controle studies (n = 412) dat kinderen en adolescenten met ADHD een lager DHA-bloedconcentratie [g = -0.76, p = 0.0002] hadden.

De onderzoekers vonden in 7 patiënt-controle studies (n = 468) dat kinderen en adolescenten met ADHD een lager EPA-bloedconcentratie [g = -0.38, p = 0.0008] hadden.

De onderzoekers vonden in 6 patiënt-controle studies (n = 396) dat kinderen en adolescenten met ADHD een lager n-3 PUFA-bloedconcentratie [g = -0.58, p = 0.0001] hadden.

De onderzoekers concludeerden dat n-3 PUFA supplementen de clinische symptomen en de cognitieve prestaties van kinderen en adolescenten met ADHD verbeterden en verder hadden deze groepen een lage n-3 PUFA-bloedconcentratie, met name DHA en EPA.

Oorspronkelijke titel:
Omega-3 Polyunsaturated Fatty Acids in Youths with Attention Deficit Hyperactivity Disorder (ADHD): A Systematic Review and Meta-Analysis of Clinical Trials and Biological Studies by Chang JC, Su KP, [...], Pariante CM.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28741625

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over chronische ziekten, significant/overzichtsartikel en n-3 PUFA.

EPA en DHA zijn n-3 PUFA. Vette vissen hebben meer EPA en DHA dan niet vette vissen.
Deze maaltijden bevatten veel EPA en DHA.
De bloedwaarde van EPA en DHA kan verhoogd worden door EPA en DHA-rijke voedingsmiddelen/maaltijden te eten en/of visoliesupplementen te slikken.
 

Dagelijks 500 mL rode bietensap verlaagt de bloeddruk

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt de suppletie met rode bietensap de bloeddruk?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 22 RCT’s met 650 mensen in de rode bietensappengroep (interventiegroep) en 598 in de controle groep (niet rode bietensappengroep).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat de systolische bloeddruk van de rode bietensappengroep significant lager was dan de controle groep [-3.55 mmHg, 95% BI = -4.55 tot -2.54 mmHg].

De onderzoekers vonden dat suppletie met rode bietensap de diastolische bloeddruk significant met 1.32 mmHg [-1.32 mmHg, 95% BI = -1.97 tot -0.68 mmHg] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat suppletie met rode bietensap gedurende minimaal 14 dagen de systolische bloeddruk significant met 5.11 mmHg verlaagde.

De onderzoekers vonden dat suppletie met rode bietensap gedurende 14 dagen de systolische bloeddruk significant met 2.67 mmHg verlaagde.

De onderzoekers vonden dat suppletie met 500 mL rode bietensap per dag, de systolische bloeddruk significant met 4.78 mmHg verlaagde.

De onderzoekers vonden dat suppletie met 70 mL rode bietensap per dag, de systolische bloeddruk significant met 2.37 mmHg verlaagde. Deze verlaging was hetzelfde voor 140 mL rode bietensap per dag.

De onderzoekers concludeerden dat suppletie met rode bietensap, bij voorkeur 500 mL per dag gedurende minimaal 14 dagen, de bloeddruk verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
The Nitrate-Independent Blood Pressure-Lowering Effect of Beetroot Juice: A Systematic Review and Meta-Analysis by Bahadoran Z, Mirmiran P, […], Ghasemi A.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29141968

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het verlagen van de bloeddruk.
 

Dagelijks 100 gram roodvlees, 50 gram bewerkt vlees en 250 mL suikergezoete frisdrank verhogen de bloeddruk

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een realtie tussen het eten van verschillende voedingsgroepen, zoals zuivel, groente en fruit en het krijgen van een hoge bloeddruk?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 28 prospectieve cohort studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyse van 4 studies met 28069 mensen met een hoge bloeddruk, dat elke 30 gram volle granen per dag, de kans op het krijgen van een hoge bloeddruk significant met 8% [RR = 0.92, 95% BI = 0.87-0.98, I2 = 88%, p 0.0001] verlaagde. Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.
Het verlaagde risico was het hoogste (15%) bij 90 gram volkoren granen per dag. 

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyse van 6 studies, dat elke 100 gram fruit per dag, de kans op het krijgen van een hoge bloeddruk significant met 3% [RR = 0.97, 95% BI = 0.96-0.99, I2 = 64%, p = 0.02] verlaagde.
Het verlaagde risico was het hoogste (7%) bij 300 gram fruit per dag. 

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyse van 9 studies met 31509 mensen met een hoge bloeddruk, dat elke 200 gram zuivelproducten per dag, de kans op het krijgen van een hoge bloeddruk significant met 5% [RR = 0.95, 95% BI = 0.94-0.97, I2 = 0%, p = 0.50] verlaagde.

Het verlaagde risico was het hoogste (15%) bij 800 gram zuivelproducten per dag. 

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyse van 7 studies met 97745 mensen met een hoge bloeddruk, dat elke 100 gram roodvlees per dag, de kans op het krijgen van een hoge bloeddruk significant met 14% [RR = 1.14, 95% BI = 1.02-1.28, I2 = 88%, p 0.001] verhoogde.
Het verhoogde risico was het hoogste (40%) bij 200 gram roodvlees per dag. 

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyse van 4 studies, dat elke 50 gram bewerkt vlees per dag, de kans op het krijgen van een hoge bloeddruk significant met 12% [RR = 1.12, 95% BI = 1.00-1.26, I2 = 82%, p 0.001] verhoogde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyse van 4 studies, dat elke 250 mL suikergezoete frisdrank per dag, de kans op het krijgen van een hoge bloeddruk significant met 7% [RR = 1.07, 95% BI = 1.04-1.10, I2 = 64%, p = 0.04] verhoogde.
Het verhoogde risico was het hoogste (13%) bij 450 mL suikergezoete frisdrank per dag. 

De onderzoekers vonden dat het dagelijks eten van 170 gram roodvlees samen met 35 gram bewerkt vlees, 100 gram vis en 500 mL suikergezoete frisdrank, de kans op het krijgen van een hoge bloeddruk significant met 78% verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat het dagelijks eten van 100 gram roodvlees, 50 gram bewerkt vlees en 250 mL suikergezoete frisdrank, de kans op het krijgen van een hoge bloeddruk verhoogde, terwijl 30 gram volle granen, 100 gram fruit en 200 gram zuivelproducten de kans op het krijgen van een hoge bloeddruk juist verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Food Groups and Risk of Hypertension: A Systematic Review and Dose-Response Meta-Analysis of Prospective Studies by Schwingshackl L, Schwedhelm C, […], Boeing H.

Link:
http://advances.nutrition.org/content/8/6/793.long

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over de verschillende voedingsgroepen en het verlagen van de bloeddruk.
 

Witvlees verlaagt een beroerte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een realtie tussen het eten van vlees en het krijgen van een beroerte of doodgaan aan een beroerte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 15 prospectieve cohort studies met in totaal 487150 deelnemers, waarvan 9522 mensen met een beroerte en 12999 mensen die dood zijn gegaan aan een beroerte.

De follow-up duur varieerde tussen 5.5 en 26 jaar.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in gepoolde analyse dat het eten van veel rood en bewerkt vlees, de kans op het krijgen van een beroerte significant met 18% [RR = 1.18, 95% BI = 1.09-1.28, I2 = 0%] verhoogde.

De onderzoekers vonden in gepoolde analyse dat het eten van veel roodvlees, de kans op het krijgen van een beroerte significant met 11% [RR = 1.11, 95% BI = 1.03-1.20, I2 = 0%] verhoogde.

De onderzoekers vonden in gepoolde analyse dat het eten van veel bewerkt vlees, de kans op het krijgen van een beroerte significant met 17% [RR = 1.17, 95% BI = 1.08-1.25, I2 = 0%] verhoogde.

De onderzoekers vonden in gepoolde analyse dat het eten van veel witvlees, de kans op het krijgen van een beroerte significant met 13% [RR = 0.87, 95% BI = 0.78-0.97, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in gepoolde analyse geen verband tussen het eten van veel roodvlees en doodgaan aan een beroerte [RR = 0.87, 95% BI = 0.64-1.18, I2 = 70.9%]. Geen verband want RR van 1 zat in de 95% BI van 0.64 tot 1.18. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden in gepoolde analyse geen verband tussen het eten van veel rood en bewerkt vlees en doodgaan aan een beroerte [RR = 0.97, 95% BI = 0.85-1.11, I2 = 0%].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyse dat het eten van veel rood en bewerkt vlees, de kans op het krijgen van een hemorragische beroerte (een hersenbloeding) significant met 41% [RR = 1.41, 95% BI = 1.08-1.84, I2 = 0%] verhoogde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyse dat het eten van veel roodvlees, de kans op het krijgen van een ischemische beroerte (een herseninfarct) significant met 24% [RR = 1.24, 95% BI = 1.05-1.46, I2 = 17.7%] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel roodvlees of bewerkt vlees de kans op het krijgen van een beroerte verhoogde, terwijl veel witvlees een beroerte juist verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Role of Total, Red, Processed, and White Meat Consumption in Stroke Incidence and Mortality: A Systematic Review and Meta-Analysis of Prospective Cohort Studies by Kim K, Hyeon J, […], Park SM.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5634267/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vleesconsumptie en het voorkomen van een beroerte.
 

8.7 gram oplosbare vezelsupplementen gedurende 7 dagen verlaagt de bloeddruk

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Het is bewezen dat de vezelconsumptie, vooral viskeuze oplosbare vezels, de risicofactoren van hart- en vaatziekten verbetert. Of dit ook geldt voor het verlagen van de bloeddruk, blijft controversieel. Daarom werd dit overzichtsartikel (meta-analyse) uitgevoerd.

Verlaagt het nemen van viskeuze oplosbare vezelsupplementen de bloeddruk?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 22 (n = 1430) and 21 RCT’s (n = 1343) voor respectievelijk systolische en diastolische bloeddruk.

De 5 typen viskeuze oplosbare vezelsupplementen zijn β-glucan van haver en gerst, guargom, konjac, pectine en psyllium.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het nemen van 8.7 gram viskeuze oplosbare vezelsupplementen gedurende 7 dagen, de systolische bloeddruk significant met 1.59 mmHg [95% BI = -2.72 tot -0.46, I2 = 72%, p 0.01] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het nemen van 8.7 gram viskeuze oplosbare vezelsupplementen gedurende 7 dagen, de diastolische bloeddruk significant met 0.39 mmHg [95% BI = -0.76 tot -0.01, I2 = 67%, p 0.01] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat alleen de viskeuze oplosbare psylliumvezelsupplementen de systolische bloeddruk [MD = -2.39 mmHg, 95% BI = -4.62 tot -0.17] significant verlaagde. 

De onderzoekers concludeerden dat het nemen van 8.7 gram viskeuze oplosbare vezelsupplementen, met name psylliumvezelsupplementen gedurende 7 dagen,  de bloeddruk verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
The effect of viscous soluble fiber on blood pressure: A systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Khan K, Jovanovski E, […], Vuksan V.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29153856

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over RCT’s/significant, vezelconsumptie en het verlagen van de bloeddruk.
 

Een dieet met <10 En% verzadigd vet verlaagt cholesterolgehalte en bloeddruk bij kinderen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het volgen van een dieet met weinig verzadigd vet het cholesterolgehalte en de bloeddruk bij kinderen van 2 tot 19 jaar?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 RCT’s (5 studies met een studieduur van minder dan 1 jaar en 3 studies met minstens 1 jaar met in totaal 2430 kinderen tussen 2 en 19 jaar) en 3 cohort studies.

De cohort studies duurden minimaal 1 jaar en de RCT’s duurden minimaal 13 dagen.

Wegens te weinig studies was het niet mogelijk om een funnel plot analyse uit te voeren.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in RCT’s dat een dieet met weinig verzadigd vet, het totale cholesterolgehalte significant met 0.16 mmol/L [95% BI = -0.25 tot -0.07, I2 = 64%] verlaagde.
Het grootste effect werd gevonden bij een dieet met minder dan 10 En% verzadigd vet en bij een dieet waarbij verzadigd vet vervangen werd door meervoudig onverzadigd vet of een mengsel van meervoudig onverzadigd vet en enkelvoudig onverzadigd vet.

De onderzoekers vonden in RCT’s dat een dieet met weinig verzadigd vet, het LDL cholesterolgehalte (slecht cholesterol) significant met 0.13 mmol/L [95% BI = -0.22 tot -0.03, I2 = 77%] verlaagde.
Het grootste effect werd gevonden bij een dieet met minder dan 10 En% verzadigd vet en bij een dieet waarbij verzadigd vet vervangen werd door meervoudig onverzadigd vet of een mengsel van meervoudig onverzadigd vet en enkelvoudig onverzadigd vet.

De onderzoekers vonden in RCT’s dat een dieet met weinig verzadigd vet, de diastolische bloeddruk significant met 1.45 mmol/L [95% BI = -2.34 tot -0.56] verlaagde.

De onderzoekers vonden geen bewijs voor bijwerkingen tijdens het volgen van een dieet met weinig verzadigd vet.

De onderzoekers concludeerden dat een dieet met weinig verzadigd vet, het totale en het LDL cholesterolgehalte en diastolische bloeddruk bij kinderen tussen 2 en 19 jaar verlaagde. Het cholesterolverlagende effect was het grootst bij een dieet met minder dan 10 En% verzadigd vet en bij een dieet waarbij verzadigd vet vervangen werd door meervoudig onverzadigd vet of een mengsel van meervoudig onverzadigd vet en enkelvoudig onverzadigd vet.

Oorspronkelijke titel:
Health effects of saturated and trans-fatty acid intake in children and adolescents: Systematic review and meta-analysis by Morenga L and Montez JM.

Link:
http://journals.plos.org/plosone/article?id=10.1371/journal.pone.0186672

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over cohort/RCT’s/funnel plot, vetconsumptie en het verlagen van het cholesterolgehalte en de bloeddruk.

Een dieet met minder dan 10 En% verzadigd vet is een dieet dat grotendeels bestaat uit producten met minder dan 10 En% verzadigd vet of anders gezegd, het gemiddelde van alle dagelijks gegeten producten moet minder dan 10 En% verzadigd vet zijn. Welke producten uit de supermarkt minder dan 10 En% verzadigd vet bevatten, kunt u hier opzoeken.

 

Suikergezoete frisdrank, eieren en rood- en bewerkt vlees verhogen hart- en vaatzieken

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Wat is de relatie tussen de verschillende voedingsgroepen en de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten, zoals coronaire hartziekte, hartfalen en een beroerte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 123 prospectieve cohort studies.  

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van volkorenproducten de kans op het krijgen van coronaire hartziekte significant met 5% [RR = 0.95, 95% BI = 0.92-0.98] verlaagde. Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het eten van volkorenproducten de kans op het krijgen van hartfalen significant met 4% [RR = 0.96, 95% BI = 0.92-0.98] verlaagde. Significant omdat RR = 1 niet in de 95% BI van 0.92 tot 0.98 zat. RR = 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden dat het eten van groenten de kans op het krijgen van coronaire hartziekte significant met 3% [RR = 0.97, 95% BI = 0.96-0.99] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van groenten de kans op het krijgen van een beroerte significant met 8% [RR = 0.92, 95% BI = 0.86-0.98] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van fruit de kans op het krijgen van coronaire hartziekte significant met 6% [RR = 0.94, 95% BI = 0.90-0.97] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van fruit de kans op het krijgen van een beroerte significant met 10% [RR = 0.92, 95% BI = 0.84-0.97] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van noten de kans op het krijgen van coronaire hartziekte niet significant met 33% [RR = 0.67, 95% BI = 0.43-1.05] verlaagde. Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het eten van noten de kans op het krijgen van een beroerte significant met 8% [RR = 0.92, 95% BI = 0.84-0.97] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van vis de kans op het krijgen van coronaire hartziekte significant met 12% [RR = 0.88, 95% BI = 0.79-0.99] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van vis de kans op het krijgen van een beroerte significant met 14% [RR = 0.86, 95% BI = 0.75-0.99] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van vis de kans op het krijgen van hartfalen significant met 20% [RR = 0.80, 95% BI = 0.67-0.95] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van eieren de kans op het krijgen van hartfalen significant met 16% [RR = 1.16, 95% BI = 1.03-1.31] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van roodvlees de kans op het krijgen van coronaire hartziekte significant met 15% [RR = 1.15, 95% BI = 1.08-1.23] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van roodvlees de kans op het krijgen van een beroerte significant met 12% [RR = 1.12, 95% BI = 1.06-1.17] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van roodvlees de kans op het krijgen van hartfalen significant met 8% [RR = 1.08, 95% BI = 1.02-1.14] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van bewerkt vlees de kans op het krijgen van coronaire hartziekte significant met 27% [RR = 1.27, 95% BI = 1.09-1.49] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van bewerkt vlees de kans op het krijgen van een beroerte significant met 17% [RR = 1.17, 95% BI = 1.02-1.34] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van bewerkt vlees de kans op het krijgen van hartfalen significant met 12% [RR = 1.12, 95% BI = 1.05-1.19] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het drinken van suikergezoete frisdrank de kans op het krijgen van coronaire hartziekte significant met 17% [RR = 1.17, 95% BI = 1.11-1.23] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het drinken van suikergezoete frisdrank de kans op het krijgen van een beroerte significant met 7% [RR = 1.07, 95% BI = 1.02-1.12] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het drinken van suikergezoete frisdrank de kans op het krijgen van hartfalen significant met 8% [RR = 1.08, 95% BI = 1.05-1.12] verhoogde.

De onderzoekers vonden een non-lineair verband tussen volkorenproducten, fruit, noten, zuivelproducten en roodvlees en het krijgen van coronaire hartziekte. 

De onderzoekers concludeerden dat er een verband bestond tussen de verschilllende voedingsgroepen en het krijgen van hart- en vaatziekten, met een verhoogde risico voor het eten van eieren, rood- en bewerkt vlees en het drinken van suikergezoete frisdrank.

Oorspronkelijke titel:
Food groups and risk of coronary heart disease, stroke and heart failure: A systematic review and dose-response meta-analysis of prospective studies by Bechthold A, Boeing H, […], Schwingshackl L.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29039970

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over hart- en vaatziekten en verschillende voedingsgroepen.