Voeding en gezondheid

Lood verhoogt ALS

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Lood is een bekende risicofactor voor amyotrofische laterale sclerose (ALS). Echter, de resultaten in de onderzoeken naar de relatie tussen blootstelling aan lood en het optreden van ALS zijn niet consistent. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verhoogt een blootstelling aan lood de kans op het krijgen van ALS?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 patiënt-controle studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge blootstelling aan lood de kans op het krijgen van ALS significant met 28% [OR = 1.28, 95% BI = 1.02 tot 1.63] verhoogde.
Het verhoogde risico bleef gelijk in de subgroepenanalyses en de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers concludeerden dat een hoge blootstelling aan lood de kans op het krijgen van ALS verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Population-based study of environmental/occupational lead exposure and amyotrophic lateral sclerosis: a systematic review and meta-analysis by Meng E, Mao Y, […], Jin W.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31578652

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over ALS

Studies 2020

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken naar de relatie tussen voeding en hart- en vaatziekten:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Dagelijks 1 mg heme-ijzer via voeding verhoogt doodgaan aan hart- en vaatziekten
  2. Dagelijks 3 kopjes koffie of meer verhoogt causaal hart- en vaatziekten
  3. Plantaardige eiwitten verlagen doodgaan aan hart- en vaatziekten
  4. 2-3 porties vis per week verlagen coronaire hartziekte onder patiënten met suikerziekte type 2
  5. 1 gram natrium per dag verhoogt hart- en vaatziekten met 6%
  6. Een hoge visconsumptie verlaagt coronaire hartziekte
  7. Vitamine C tekort verhoogt de bloeddruk
  8. Groene thee verlaagt bloeddruk bij mensen met een hoge bloeddruk
  9. Kalium-inname tot 3128 mg per dag verlaagt bloeddruk
  10. Tomaten verhogen goed cholesterolgehalte
  11. Calciumsupplementen verhogen hartinfarct
  12. 1 tot 3 eieren per dag verhogen niet de bloeddruk
  13. Dagelijs 100 mg magnesium via voeding verlaagt een beroerte
  14. Ziekte van Alzheimer verhoogt een hersenbloeding
  15. Aardbeien verlagen slecht cholesterolgehalte
  16. Koolhydratenarme diëten verlagen hart- en vaatziekten

Studies 2020

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken (overzichtsartikelen) naar de relatie tussen voeding en suikerziekte:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. 2-3 porties vis per week verlagen coronaire hartziekte onder patiënten met suikerziekte type 2
  2. Vitamine B3-supplementen verlagen slecht cholesterol van patiënten met suikerziekte type 2
  3. Dagelijks 8.4 tot 10 gram inulinesupplementen voor 8 weken verlagen suikerziekte type 2
  4. Zuurbessen verlagen insulinegehalte
  5. Dagelijks 40 gram soja consumptie gedurende 12 weken verhoogt het IGF-1 gehalte
  6. Dagelijs 100 mg magnesium via voeding verlaagt een beroerte
  7. Tofu verlaagt suikerziekte type 2

 

Studies 2020

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken naar de realatie tussen voeding en ouderdom:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:

  1. Dagelijks 2 gram omega-3 supplementen verhogen spiermassa bij ouderen
  2. Zuivelproducten verrijkt met calcium en vitamine D verhogen botmineraaldichtheid bij postmenopauzale vrouwen
  3. Dagelijks 54 mg genisteïne verhogen botmineraaldichtheid van postmenopauzale vrouwen
  4. Obesitas verhoogt dementie

Studies 2020

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken (overzichtsartikelen) naar de relatie tussen voeding en chronische ziekten:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Dagelijks 0.5 tot 6 gram taurine-supplementen verlagen bloeddruk van patiënten met leverontregeling
  2. Sojaproducten verlagen causaal het CRP-gehalte
  3. 0.5 portie vis per week verlaagt MS
  4. Een hoger serum seleniumgehalte en een lager serum zinkgehalte verhogen vitiligo
  5. Ernstige vitamine D-tekort verhoogt doodgaan onder patiënten met bloedvergiftiging
  6. Een hoog homocysteïnegehalte verhoogt MS
  7. Hepatitis B-virus infectie verhoogt chronische nierziekte
  8. Vlees verhoogt niet astma bij kinderen
  9. Lood verhoogt ALS

Vlees verhoogt niet astma bij kinderen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Veel studies tonen aan dat het eten van vlees geassocieerd wordt met het risico op het krijgen van astma bij kinderen, maar de resultaten zijn inconsistent. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Is er een relatie tussen het eten van vlees en het krijgen van astma bij kinderen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 9 studies.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van minimal 3 keer vlees per week, de kans op het krijgen van astma bij kinderen niet significant met 27% [OR  =  1.27, 95% BI  =  0.80 tot 2.01, p  = 0 .308] verhoogde.
Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het dagelijks eten van vlees, de kans op het krijgen van astma bij kinderen niet significant met 13% [OR  =  1.13, 95% BI  =  0.93 tot 1.37, p  = 0 .234] verhoogde.
Niet significant omdat de gevonden p-waarde van 0.234 groter was dan de p-waarde van 0.05.

De onderzoekers concludeerden dat het dagelijks eten van vlees, de kans op het krijgen van astma bij kinderen niet verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary meat intake and risk of asthma in children: evidence from a meta-analysis by Zhang D, Cao L, [...], Wang Z.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31895767

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vleesconsumptie en astma

Studies 2020

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken (overzichtsartikelen) naar de relatie tussen voeding en kanker:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Dagelijks 5 gram noten verlagen kanker
  2. Dagelijks 100 mcg foliumzuur via voeding verlaagt borstkanker onder premenopauzale vrouwen
  3. Een hoge vitamine C-inname via voeding verlaagt borstkanker
  4. Overlevenden van kanker moeten dagelijks meer dan 400 gram groente en fruit eten
  5. Groene bladgroenten, alliumgroenten, vezels en flavonoïden verlagen eierstokkanker
  6. Beta-cryptoxanthine via voeding verlaagt blaaskanker
  7. Omega-3 PUFA’s via voeding verlaagt spijsverteringskanker
  8. 40 gram ingemaake groenten per dag verhoogt maagkanker
  9. Dagelijks 100 microgram foliumzuur via voeding verlaagt ER negatief/PR negatief borstkanker
  10. Licht intensieve lichamelijke activiteit verlaagt doodgaan aan kanker
  11. Dagelijks 20 gram boomnoten verlaagt kanker aan het spijsverteringsstelsel
  12. Knoflook verlaagt mogelijk dikke darmkanker
  13. 3 keer per week groente en fruit verlaagt maagkanker

ASTMA & COPD

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken naar de relatie tussen voeding en astma & CODP:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Albuminegehalte van COPD-patiënten is lager dan van niet COPD-patiënten
  2. Melatonine supplementen verbeteren slaapkwaliteit van volwassenen met slaapstoornis
  3. Dagelijks 400 mg vitamine C supplementen verbetert longfunctie van COPD patiënten
  4. Veel fruit, vezels, vis en vitamine C verlagen COPD in volwassenen
  5. Vlees verhoogt niet astma bij kinderen
  6. Astma verhoogt doodgaan aan hart- en vaatziekten onder vrouwen
  7. Visconsumptie vanaf 6-9 maanden na de geboorte verlaagt astma bij kinderen
  8. Visconsumptie tijdens de zwangerschap verlaagt niet allergie bij nakomelingen in de leeftijd tussen 0 en 8 jaar
  9. Een laag vitamine D-gehalte tijdens de zwangerschap verhoogt eczeem in de kindertijd
  10. Een hoog leptinegehalte verhoogt astma
  11. Weinig lichamelijke activiteiten verhoogt mogelijk astma bij kinderen
  12. Astma verhoogt longkanker
  13. 1200 mg NAC per dag verkomt een longaanval bij CODP-patiënten
  14. Vitamine D-tekort verhoogt COPD
  15. Vitamine D supplementen verlagen astma bij kinderen

XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX

  • De verschillende longziekten zijn:
    • Acute bronchitis
    • Alpha-1
    • Asbestose
    • Astma
    • Bronchopulmonale dysplasie (BPD)
    • Bronchiëctasieën
    • Congenitale cysteuze adenomatoide malformatie van de long (CCAM)
    • Congenitale hernia diafragmatic (CHD)
    • COPD (Chronic Obstructive Pulmonary Disease)
    • Cystic fibrosis (CF)
    • Klaplong
    • Longembolie
    • Longfibrose
    • Longontsteking
    • Longkanker
    • Longvlieskanker
    • Primaire Ciliaire Dyskinesi (PCD)
    • Pleuritis
    • Pulmonale arteriële hypertensie (PAH)
    • RS virus
    • Sarcoïdose
    • Tuberculose (TBC)
  • Astma is een chronische longziekte waarbij de longen continu zijn ontstoken, hetgeen ademhalingsproblemen kan veroorzaken.
    Het woord “astma” komt uit het Grieks en betekent “gehijg”of “gepiep”.
  • Ongeveer 3 op de 100 mensen hebben last van astma.
  • Astma komt bij vrouwen vaker voor dan bij mannen, behalve op jonge leeftijd, daar komt het vaker voor bij jongens dan bij meisjes.
  • Het is niet bekend wat de precieze oorzaak van astma is.
    Wel is bekend dat erfelijkheid een rol speelt. Als één van de ouders astma of een allergie heeft, is er 50% kans dat het kind astma krijgt.
  • De astmaklachten variëren per persoon en per moment. Astma komt in aanvallen.
  • Mensen met astma zijn benauwd en hoesten, vooral 's nachts, waarbij soms slijm wordt opgehoest. Ook hebben ze vaak last van een piepende, zagende of brommende ademhaling.
  • Een astma-aanval kan uitgelokt worden door meerdere factoren, zoals stuifmeel, huisdieren, huisstofmijt, rook, inspanning of aanhoudende spanning of stress.
  • Astma is vaak goed te behandelen met medicijnen, in combinatie met het opvolgen van leefstijladviezen, zoals niet roken en voldoende bewegen.
  • De belangrijkste medicijnen bij de behandeling van astma zijn ontstekingsremmers en luchtwegverwijders.
  • COPD is een verzamelnaam voor chronische bronchitis en longemfyseem.
  • COPD is een longziekte waarbij de longen ontstoken zijn.
    De afkorting COPD staat voor Chronic Obstructive Pulmonary Disease (Chronische Obstructieve Long Ziekte).
    Langer bestaande ontsteking kan leiden tot littekenvorming. Deze beschadigingen zorgen ervoor dat de luchtwegen zich vernauwen.
  • Kortademigheid en hoesten zijn de 2 belangrijkste klachten van COPD.
  • COPD ontstaat in grofweg 80 procent van de gevallen na jarenlang roken.
  • Spirometrie is een eenvoudige, pijnloze en zeer betrouwbare techniek om de longfunctie of longcapaciteit te meten en vervolgens grafisch uit te beelden.
    Via spirometrie kan een arts met zekerheid stellen of iemand aan een obstructieve longaandoening lijdt en kan hij/zij ook het verloop van de ziekte opvolgen.
  • Een spirometrie gebeurt met een spirometer. Dit is een apparaat verbonden met een slangetje in rubber of karton waarin de patiënt moet blazen.
  • De één seconde waarde (ESW), ook wel het geforceerde expiratoire volume in 1 seconde (FEV1) genoemd, is het maximale volume lucht (in liters) dat bij snelle en geforceerde uitademing vanuit volledige inademing in één seconde kan worden uitgeblazen.
    Het is belangrijk om die ESW-waarde te vergelijken met de "normale" waarden van een vergelijkbaar persoon (leeftijd, geslacht, grootte). Aan de hand daarvan kan de ernst van de luchtwegvernauwing geëvalueerd worden.
  • De geforceerde vitale capaciteit (FVC, van het Engelse Forced Vital Capacity) is het volume lucht (in liters) dat na volledige inademing maximaal kan worden uitgeademd. Het wordt gemeten tijdens een geforceerde uitademing. De patiënt moet daarbij zo hard en zo diep mogelijk inademen en daarna zo hard en zo snel mogelijk volledig uitademen.
  • Een gezonde volwassene kan tussen 70% en 80% van zijn/haar vitale capaciteit uitademen tijdens de eerste seconde bij een geforceerde uitademing.
    Ligt de waarde (uitgedrukt als ESW/FVC) lager dan 70%, dan is de kans groot dat de luchtwegen vernauwd zijn door COPD of astma.
  • Een volwassene ademt ongeveer twaalf tot twintig keer per minuut. De longen hebben een inhoud van 5 tot 7 liter.
  • De grootste hoeveelheid lucht die een persoon kan opnemen bij een diepe inademing, wordt de vitale capaciteit (VC) genoemd.
  • Het is niet mogelijk om de hele longinhoud uit te ademen, hoe sterk ook uitgeademd wordt. Gemiddeld blijft er altijd nog ongeveer 1.2 liters (tussen de 0.5 en 3.5 liters) lucht in de longen achter. Dit wordt het luchtresidu (RV) genoemd.
  • De totale capaciteit (TC) van de longen is dus het luchtresidu (RV) + vitale capaciteit (VC).
  • De verschillen tussen astma en COPD zijn:

 

Astma

COPD

Belangrijkste risicofactor

Atopie

Roken

Luchtwegobstructie

Wisselend, in de regel reversibel

Per definitie deels irreversibel

Pathofysiologie

Chronische ontsteking in alle luchtwegen, meestal gevoelig voor corticosteroïden

Chronische ontsteking met name in de kleine luchtwegen, relatief ongevoelig voor corticosteroïden

Leeftijd

Alle leeftijden

Meestal > 40 jaar

Beloop

Overwegend gunstig met variabele symptomen

Overwegend chronisch met geleidelijk progressieve symptomen

Allergologisch onderzoek

Geïndiceerd

Niet geïndiceerd

Longfunctie

Overwegend normaal (of met reversibele obstructie)

Blijvend verminderd (irreversibele obstructie)

Levensverwachting

(Vrijwel) normaal bij optimale behandeling

Verminderd, ook bij optimale behandeling

Inhalatiecorticosteroïden (ICS)

Meestal geïndiceerd, behalve bij weinig frequente klachten

Niet geïndiceerd, behalve bij frequente exacerbaties

Vitamine B12, D en E verlagen eczeem

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlagen vitamine-supplementen de kans op het krijgen van eczeem?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 RCT’s met in totaal 456 mensen met (atopisch) eczeem (dermatitis). 

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat de SCORAD of EASI score van de groep dat vitamine D3 supplementen kreeg significant lager was dan de groep die geen vitamine D supplementen kreeg [MD = -5.96, 95% BI = -7.69 tot -4.23, I2 = 33%].

De onderzoekers vonden dat de SCORAD score van de groep dat vitamine E supplementen kreeg significant lager was dan de groep die geen vitamine E supplementen kreeg [MD = -5.72, 95% BI = -11.41 tot -0.03, I2 = 0%].

De onderzoekers vonden dat de SCORAD score van de groep dat vitamine B12 crème kreeg significant lager was dan de groep die geen vitamine B12 crème kreeg [MD = -3.19, 95% BI = -4.27 tot -2.10, I2 = 0%].

De onderzoekers concludeerden dat vitamine B12, D en E supplementen de kans op het krijgen van eczeem verlaagden.

Oorspronkelijke titel:
Assessment of the Effectiveness of Vitamin Supplement in Treating Eczema: A Systematic Review and Meta-Analysis by Zhu Z, Yang Z, [...], Liu H.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC6875217/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over vitamine D, E, B12 en chronische ziekten.

Constitutioneel eczeem (atopisch eczeem of atopische dermatitis) is een chronische ontstekingsziekte van de huid. Hierdoor ontstaat jeuk, roodheid en schilfering.
SCORAD (scoring atopic dermatitis) is de score die de ernst van de atopische dermatitis aangeeft.
EASI (eczema area and severity Index) geeft de mate van uitgebreidheid en de ernst van het eczeem weer.
 

Studies 2019

Hieronder vindt u wetenschappelijke studies over krachttraining en gezondheid.
De overzichtsartikelen (meta-analyses) van gerandomiseerde, placebo-gecontroleerde dubbelblinde humane studies (RCT’s) geven antwoord op de volgende vraag:
“Is het slikken van voedingssupplementen zinvol?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

De overzichtsartikelen (meta-analyses) van cohort studies of van patiënt-controle studies geven antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen?”.

  1. Krachttraining verlaagt cholesterolgehalte

 

1.670 mg/d kalium via voeding verlaagt mogelijk doodgaan onder nierpatiënten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Kaliumarme diëten worden aanbevolen om het serum kaliumgehalte in het lichaam te verminderen en complicaties van chronische nierziekte te voorkomen, maar het bewijsmateriaal dat deze aanbeveling ondersteunt, is niet systematisch beoordeeld. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Hebben patiënten met chronische nierziekte baat bij een kaliumarm dieet?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 7 studies met in totaal 3,489 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in studies van zeer lage kwaliteit dat beperkt (1.295 mg/d) versus onbeperkt (1.570 mg/d) kaliuminname via voeding, het serum kaliumgehalte met 0.22 mEq/L [95% BI = -0.33 tot -0.10, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in studies van zeer lage kwaliteit vergeleken met een hoge (4.414 mg/d) kaliuminname via voeding, dat een lage (1.670 mg/d) kaliuminname, het risico op doodgaan met 40% [HR = 0.60, 95% BI = 0.40 tot 0.89, I2 = 56%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in studies van zeer lage kwaliteit vergeleken met een hoge (4.558 mg/d) kaliuminname via voeding, dat een lage (1.725 mg/d) kaliuminname de ziekteprogressie niet significant versnelde [HR = 1.14, 95% BI = 0.77 tot 1.70, I2 = 57%].

De onderzoekers concludeerden dat studies van zeer lage kwaliteit de consensus ondersteunt dat kaliumbeperking (maximaal 1.295 mg per dag) via voeding, het serum kaliumgehalte verlaagde en de kans op doodgaan bij mensen met chronische nierziekte verlaagde bij maximaal 1.670 mg kalium per dag. Echter, er zijn gerandomiseerde gecontroleerde onderzoeken (RCT’s) van hoge kwaliteit nodig om deze bevindingen te bevestigen.

Oorspronkelijke titel:
Effect of Dietary Potassium Restriction on Serum Potassium, Disease Progression, and Mortality in Chronic Kidney Disease: A Systematic Review and Meta-Analysis by Morris A, Krishnan N, […], Lycett D.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31734057

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over kalium, nierziekte en chronische ziekten.
Het kaliumgehalte van levensmiddelen kunt u hier opzoeken.
 

Een hoog zinkgehalte in de hersenvocht verlaagt ziekte van Parkinson

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
De ziekte van Parkinson is de meest voorkomende neurodegeneratieve ziekte na de ziekte van Alzheimer. Terwijl de exacte etiologie van de ziekte van Parkinson onbekend blijft, lijkt het risico op het ontwikkelen van de ziekte van Parkinson verband te houden met een combinatie van genetische en omgevingsfactoren. Dit omvat ook abnormale blootstelling aan de sporenelementen. Daarom, werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verhoogt een hoog gehalte aan sporenelementen de kans op het krijgen van de ziekte van Parkinson?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 56 patiënt-controle studies met 588 mensen in de seleniumgroep en 721 in de controlegroep, 2190 in de kopergroep en 2522 in de controlegroep, 2956 in de ijzergroep en 3469 in de controlegroep en 1798 in de zinkgroep en 1913 in de controlegroep.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat bij mensen met de ziekte van Parkinson het seleniumgehalte in het hersenvocht significant hoger was dan bij mensen zonder de ziekte van Parkinson [+51.6%, WMD = 5.49, 95% BI = 2.82 tot 8.15].
Echter, het seleniumgehalte in het bloedserum was gelijk tussen deze 2 groepen [-0.2%, WMD = -0.22, 95% BI = -8.05 tot 7.62].  

De onderzoekers vonden dat bij mensen met de ziekte van Parkinson het kopergehalte in het hersenvocht niet significant hoger was dan bij mensen zonder de ziekte van Parkinson [+4.5%, WMD = 1.87, 95% BI = -3.59 tot 7.33].
Echter, het kopergehalte in het bloedserum was niet significant lager bij mensen met de ziekte van Parkinson [WMD = -42.79, 95% BI = -134.35 tot 48.76].  

De onderzoekers vonden dat bij mensen met de ziekte van Parkinson het ijzergehalte in het hersenvocht significant hoger was dan bij mensen zonder de ziekte van Parkinson [+9.5%, WMD = 9.92, 95% BI = 1.23 to 18.61].
Echter, het ijzergehalte in het bloedserum/plasma was significant lager bij mensen met de ziekte van Parkinson [-5.7%, WMD = -58.19, 95% BI = -106.49 tot -9.89].  

De onderzoekers vonden dat bij mensen met de ziekte van Parkinson het zinkgehalte in het hersenvocht signifcant lager was dan bij mensen zonder de ziekte van Parkinson [-10.8%, WMD = -7.34, 95% BI = -14.82 tot -0.14].
Het zinkgehalte in het bloedserum/plasma was ook significant lager bij mensen met de ziekte van Parkinson [-7.5%, WMD = -79.93, 95% BI = -143.80 tot -16.06].  

De onderzoekers concludeerden dat zowel een hoog selenium- als ijzergehalte in de hersenvocht de ziekte van Parkinson verhoogden, terwijl een hoog zinkgehalte in de hersenvocht de ziekte van Parkinson juist verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Selenium and Other Trace Elements in the Etiology of Parkinson's Disease: A Systematic Review and Meta-Analysis of Case-Control Studies by Adani G, Filippini T, […], Vinceti M.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31454800

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over selenium, ijzer, zink, koper en chronische ziekten.
 

Omega-3 vetzuren verlagen CRP-gehalte van nierpatiënten met hemodialyse

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van omega-3 vetzuren de kans op het krijgen van ontstekingen bij nierpatiënten met hemodialyse?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 RCT’s met 371 nierpatiënten met hemodialyse.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van omega-3 vetzuren het serum CRP-gehalte van  nierpatiënten met hemodialyse significant met 1.95 mg/dL [SMD = = -1.95 mg/dL, 95% BI = -3.09 tot -0.80] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van omega-3 vetzuren het serum hooggevoelige CRP-gehalte van nierpatiënten met hemodialyse significant met 2.09 mg/dL [SMD = = -2.09 mg/dL, 95% BI = -3.62 tot -0.56] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van omega-3 vetzuren zowel het serum CRP- als hooggevoelige CRP-gehalte van nierpatiënten met hemodialyse verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
The Effect of Omega-3 Supplementation on Serum Levels of Inflammatory Biomarkers and Albumin in Hemodialysis Patients: A Systematic Review and Meta-analysis by Dezfouli M, Moeinzadeh F, [...], Feizi A.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31420233

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over nierziekte, omega-3 vetzuren en chronische ziekten.
 

Een hoog vitamine E-gehalte verlaagt ziekte van Alzheimer (Lower vitamin E levels increase Alzheimer's disease)

Dutch:
De onderzoekers vonden in een overzichtsartikel van 31 studies, dat een hoog vitamine E-gehalte in het bloed de kans op het krijgen van dementie, met name de ziekte van Alzheimer en leeftijdsgebonden cognitieve stoornissen verlaagde.

Lees hier meer over:
Een hoog vitamine E-gehalte verlaagt ziekte van Alzheimer

English:
The investigators found in a review article of 31 studies, that lower α-tocopherol (vitamin E) levels have a strong association with Alzheimer's disease and mild cognitive impairment supporting evidence for the role of diet and vitamin E in Alzheimer's disease risk and age-related cognitive decline.

Read more right here:
Lower vitamin E levels increase Alzheimer's disease

Spanish:
Los investigadores encontraron en un artículo de revisión de 31 estudios, que los niveles más bajos de α-tocoferol (vitamina E) tienen una fuerte asociación con la enfermedad de Alzheimer y el deterioro cognitivo leve que respalda la evidencia del papel de la dieta y la vitamina E en el riesgo de enfermedad de Alzheimer y el deterioro cognitivo relacionado con la edad.

Leer más aquí:
Niveles más bajos de vitamina E aumentan la enfermedad de Alzheimer

Een laag selenium- en zinkgehalte verhogen reumatoïde artritis

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Milieufactoren als risicofactoren voor het krijgen van reumatoïde artritis zijn niet uitgebreid onderzocht. Selenium (Se), zink (Zn) en koper (Cu) werden in verband gebracht met reumatoïde artritis, maar de resultaten waren inconsistent. Daarom werd dit overzichtartikel uitgevoerd.

Is er een verband tussen het bloed selenium-, zink- of kopergehalte en het krijgen van reumatoïde artritis?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 41 studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 16 studies met 806 mensen met reumatoïde artritis en 959 mensen zonder reumatoïde artritis (de controles), dat het bloedserum seleniumgehalte van mensen met reumatoïde artritis significant lager was dan van mensen zonder reumatoïde artritis [SMD = -1.04, 95% BI = -1.58 tot -0.50].

De onderzoekers vonden in 23 studies met 1398 mensen met reumatoïde artritis en 1299 mensen zonder reumatoïde artritis (de controles), dat het bloedserum zinkgehalte van mensen met reumatoïde artritis significant lager was dan van mensen zonder reumatoïde artritis [SMD = -1.20, 95% BI = -1.74 tot -0.67].

De onderzoekers vonden in 26 studies met 1723 mensen met reumatoïde artritis en 1451 mensen zonder reumatoïde artritis (de controles), dat het bloedserum kopergehalte van mensen met reumatoïde artritis significant hoger was dan van mensen zonder reumatoïde artritis [SMD = 1.26, 95% BI = 0.63 tot 1.89].

De onderzoekers vonden in de meta-regressie dat er een positief verband bestond tussen het gebruik van steroïden en het bloedserum seleniumgehalte van mensen met reumatoïde artritis [β = 0.041, 95% BI = 0.002 tot 0.079].

De onderzoekers vonden dat de verschillen in het bloedserum seleniumgehalte, het bloedserum zinkgehalte en het bloedserum kopergehalte tussen de patiënten met reumatoïde artritis en de controles allemaal gerelateerd waren aan de geografische spreiding.

De onderzoekers concludeerden dat mensen met reumatoïde artritis een lager bloedserum selenium- en zinkgehalte en een hoger bloedserum kopergehalte hadden dan mensen zonder reumatoïde artritis.

Oorspronkelijke titel:
Common trace metals in rheumatoid arthritis: A systematic review and meta-analysis by Ma Y, Zhang X, […], Pan F.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31442958

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over selenium, zink, koper en chronische ziekten.
 

60-500 mg coënzym Q10 supplementen per dag verlagen ontstekingen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Systematische ontstekingen spelen een belangrijke rol in alle stadia van chronische ziekten. Recent bewijs suggereert dat coënzym Q10 (CoQ10), als een ontstekingsremmend middel, gunstige effecten heeft getoond op het ontstekingsproces van de verschillende ziekten. Echter, de verschillende onderzoeken naar de effecten van coënzym Q10 op pro-inflammatoire cytokines, laten tegenstrijdige resultaten zien. Daarom werd dit overzichtartikel uitgevoerd.

Verlaagt het slikken van coënzym Q10 supplementen ontstekingen in het lichaam?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 9 RCT’s met in totaal 509 patiënten (269 in coënzym Q10-groep en 240 in de controle groep/placebo groep).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van 60-500 mg coënzym Q10 supplementen per dag gedurende 8-12 weken, het TNF-α gehalte significant met 0.44 mg/dL [SMD = -0.44, 95% BI = -0.81 tot -0.07 mg/dL, I2 = 66.1%, p  = 0.00] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van 60-500 mg coënzym Q10 supplementen per dag gedurende 8-12 weken, het IL-6 gehalte significant [SMD = -0.37, 95% BI = -0.65 tot -0.09, I2 = 57.2%, p  = 0.01] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses, dat het slikken van 60-500 mg coënzym Q10 supplementen per dag gedurende 8-12 weken, zowel het TNF-α gehalte als het IL-6 gehalte bij patiënten met een BMI 26 significant verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van 60-500 mg coënzym Q10 supplementen per dag gedurende 8-12 weken, de ontstekingen, met name het TNF-α gehalte en het IL-6 gehalte bij patiënten met een BMI 26 verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Can coenzyme Q10 supplementation effectively reduce human tumor necrosis factor-α and interleukin-6 levels in chronic inflammatory diseases? A systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Vafa M.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31185284

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over coënzym Q10 supplementen en chronische ziekten.

Eieren geven geen ontstekingen in het lichaam

Onderzoeksvraag:
Er is weinig bewijs dat de consumptie van eieren de ontsteking in het lichaam beïnvloedt en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verhoogt het eten van eieren de kans op het krijgen van ontstekingen in het lichaam?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 17 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 8 RCT’s dat het eten van eieren het hooggevoelige C-reactieve proteïne (hs-CRP) gehalte niet significant verhoogde [WMD = 0.24 mg/L, 95% BI = -0.43 tot 0.90, I2 = 53.8%, p = 0.48].

De onderzoekers vonden in 4 RCT’s dat het eten van eieren het interleukine-6 (IL-6) gehalte niet significant verhoogde [WMD = 0.20 pg/mL, 95% BI = -0.71 tot 1.11, I2 = 69.3%, p = 0.50].

De onderzoekers vonden in 5 RCT’s dat het eten van eieren het tumornecrosefactor-alfa (TNF-α) gehalte niet significant verlaagde [ WMD = -0.38 pg/mL, 95% BI = -0.87 tot 0.10, I2 = 0.00, p = 0.12].

De onderzoekers concludeerden dat het eten van eieren de kans op het krijgen van ontstekingen in het lichaam niet verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Effect of Egg Consumption on Inflammatory Markers: A Systematic Review and Meta-Analysis of Randomized Controlled Clinical Trials by Sajadi Hezaveh Z, Khalighi Sikaroudi M, […], Soltani S.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31259415

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over CRP gehalte en eieren.

Ontstekingen in het lichaam kan gemeten worden aan de hand van de biomerkers, zoals het hooggevoelige C-reactieve proteïne (hs-CRP) gehalte, het interleukine-6 (IL-6) gehalte en het tumornecrosefactor-alfa (TNF-α) gehalte.


 

Bijzonderheden bij het invullen voedingswaarden per 100g/100ml

  • Mocht de voedingswaarden per 100g/100ml van een product niet bekend zijn, kunt u hier opzoeken.
  • Vul NIET de voedingswaarden PER PORTIE in, maar altijd PER 100G/100ML.
  • Afhankelijk van uw toetsenbord (Engels of Nederlands ingesteld), moet u met een komma of een punt invullen. Dus 2.1 of 2,1.
  • U kunt 2 decimalen achter de komma invullen. Dus 2.22 of 2,22.
  • Gegeten portie is ALTIJD een GEHEEL getal. Dus 15 gram en NIET 15,5 gram!
  • Controleer na het invullen van het LAATSTE product of alle gegevens kloppen. Klik dan pas op “OPSLAAN”.
    U kunt namelijk ná het klikken op “OPSLAAN” niet meer terug om het individuele product aan te passen!
    Het individuele product kunt u aanpassen door op BEWERKEN te klikken. Bijvoorbeeld: u hebt besloten om van product A niet 200 gram maar 150 gram te eten.
  • Het vezelgehalte van een levensmiddel staat NIET altijd op de verpakking vermeld omdat het NIET wettelijk verplicht is. Het vezelgehalte per 100g/100ml hoeft u daarom ook niet in te vullen!
    Het vezelgehalte wordt automatisch berekend met deze formule:
    (Totaal kcal – (aantal gram vetten x 9 kcal + aantal gram koolhydraten x 4 kcal + aantal eiwitten x 4 kcal))/2 kcal.
  • De voedingstips staan hier.
  • De makkelijkste manier om een GEZONDE LEVENSSTIJL te volgen, is door te kiezen voor ALLEEN MAAR producten die ook voldoen aan het 7-punten voedingsprofiel van de GEZONDE LEVENSSTIJL.
  • Een screenshot maken: druk op de toets “PrtScSysRq” op het toetsenbord.

 

Mensen met overgewicht/obesitas hebben baat bij probiotica

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
De prevalentie (het aantal zieken in een populatie op een gegeven moment) van overgewicht/obesitas bij volwassenen is verhoogd tot 39%, wat bijna 3 keer hoger is dan  1975. De verandering van de darmflora (het geheel van micro-organismen dat zich in het maag-darmstelsel bevindt) wordt algemeen aanvaard als een van de belangrijkste veroorzaker. Daarom werd dit overzichtsartikel (meta-analyse) uitgevoerd.

Verbetert het slikken van probiotica de risicofactoren van overgewicht (zoals, cholesterolgehalte, nuchter bloedglucosegehalte, BMI, vetpercentage, enz.) bij mensen met overgewicht/obesitas?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 12 RCTs met in totaal 821 deelnemers (416 in de placebo groep en 405 in de probiotica groep). De duur van de studies varieerde van 8 tot 24 weken.

Probiotica werd in de verschillende vormen toegediend, waaronder zakje, capsule, poeder, kefir, yoghurt en gefermenteerde melk.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van probiotica het lichaamsgewicht van mensen met overgewicht/obesitas significant verlaagde [WMD = -0.55, 95% BI = -0.91 tot -0.19 kg, I2 = 64%, p =0.003].

De onderzoekers vonden dat het slikken van probiotica het BMI van mensen met overgewicht/obesitas significant verlaagde [WMD = -0.30, 95% BI = -0.43 tot -0.18 kg/m2, I2 = 59%, p = 0.006].

De onderzoekers vonden dat het slikken van probiotica de buikomtrek van mensen met overgewicht/obesitas significant verlaagde [WMD = -1.20, 95% BI = -2.21 tot -0.19 cm, I2 = 90%, p 0.00001].

De onderzoekers vonden dat het slikken van probiotica de vetmassa van mensen met overgewicht/obesitas significant verlaagde [WMD = -0.91, 95% BI = -1.19 tot -0.63 kg, I2 = 43%, p = 0.08].

De onderzoekers vonden dat het slikken van probiotica het vetpercentage van mensen met overgewicht/obesitas significant verlaagde [WMD = -0.92, 95% BI = -1.27 tot -0.56%, I2 = 57%, p = 0.04].

De onderzoekers vonden dat het slikken van probiotica het totale cholesterolgehalte van mensen met overgewicht/obesitas significant verlaagde [SMD = -0.43, 95% BI = -0.80 tot -0.07, I2 = 73%, p = 0.001].

De onderzoekers vonden dat het slikken van probiotica het LDL-cholesterolgehalte (slecht cholesterol) van mensen met overgewicht/obesitas significant verlaagde [SMD = -0.41, 95% BI = -0.77 tot -0.04, I2 = 73%, p = 0.001].

De onderzoekers vonden dat het slikken van probiotica het nuchter bloedglucosegehalte van mensen met overgewicht/obesitas significant verlaagde [SMD = -0.35, 95% BI = -0.67 tot -0.02, I2 = 64%, p = 0.02].

De onderzoekers vonden dat het slikken van probiotica het nuchter insulinegehalte van mensen met overgewicht/obesitas significant verlaagde [SMD = -0.44, 95% BI = -0.84 tot -0.03, I2 = 76%, p = 0.0008].

De onderzoekers vonden dat het slikken van probiotica de HOMA-IR waarden van mensen met overgewicht/obesitas significant verlaagde [SMD = -0.51, 95% BI = -0.96 tot -0.05, I2 = 76%, p = 0.003].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van probiotica gedurende 8 tot 24 weken de risicofactoren van overgewicht bij mensen met overgewicht/obesitas verbeterde.

Oorspronkelijke titel:
The Potential Role of Probiotics in Controlling Overweight/Obesity and Associated Metabolic Parameters in Adults: A Systematic Review and Meta-Analysis by Wang ZB, Xin SS, [...], Zhang XD.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC6500612/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over overzichtsartikel/significant, probiotica, cholesterol, diabetes en overgewicht.

Magnesiumtekort verhoogt doodgaan aan hart- en vaatziekten onder patiënten met chronische nierziekte

Onderzoeksvraag:
Eerdere studies toonden aan dat een magnesiumtekort in verband werd gebracht met vasculaire calcificatie (aderverkalking), atherosclerose en hart- en vaatziekten, die een onafhankelijke pathogene rol kunnen spelen bij patiënten met chronische nierziekte en patiënten met eindstadium nierfalen. Echter, de resultaten van deze studies waren enigszins te weinig en niet overtuigend. Daarom werd dit overzichtartikel uitgevoerd.

Verhoogt een laag magnesiumgehalte in het bloed zowel de kans op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit) als hart- en vaatzieken (cardiovasculaire mortaliteit) bij patiënten met chronische nierziekte en patiënten met eindstadium nierfalen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 20 studies met in totaal 200934 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een te laag magnesiumgehalte in het bloed het risico op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit) onder patiënten met chronische nierziekte en patiënten met eindstadium nierfalen significant met 32% [multivariable adjusted HR = 1.32, 95% BI = 1.19-1.47, p  0.00001] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat een te hoog magnesiumgehalte in het bloed het risico op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit) onder patiënten met chronische nierziekte en patiënten met eindstadium nierfalen significant met 14% [HR = 0.86, 95% BI = 0.79-0.94, p = 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een te hoog magnesiumgehalte in het bloed het risico op doodgaan aan hart- en vaatziekten (cardiovasculaire mortaliteit) onder patiënten met chronische nierziekte en patiënten met eindstadium nierfalen significant met 29% [adjusted HR = 0.71, 95% BI = 0.53-0.97, p = 0.03] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de supgroepenanalyses dat een te laag magnesiumgehalte in het bloed het risico op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit) onder hemodialyse patiënten significant met 29% [HR = 1.29, 95% BI = 1.12-1.50, p  0.0005] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat te laag magnesiumgehalte in het bloed (magnesiumgehalte 0.70 mmol/L) zowel het risico op doodgaan aan alle oorzaken als hart- en vaatziekten onder patiënten met chronische nierziekte en patiënten met eindstadium nierfalen verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Serum magnesium, mortality, and cardiovascular disease in chronic kidney disease and end-stage renal disease patients: a systematic review and meta-analysis by Xiong J, He T, […], Zhao J.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30888644

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over magnesium, nierziekte en chronische ziekten.
Het normale magnesiumgehalte (ook wel referentiewaarde genoemd) in het bloed voor volwassenen varieert tussen 0.7 en 1.0 mmol/L.
Een te laag magnesiumgehalte in het bloed heeft dus een waarde kleiner dan 0.70 mmol/L.

Het magnesiumgehalte in het bloed kan verhoogd worden door producten te eten die veel magnesium bevatten en/of door magnesiumsupplementen te slikken.
 

Vitamine D verlaagt cholesterolgehalte van mensen met chronische nierziekte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Insulineresistentie, dyslipidemie en verhoogde systemische ontsteking zijn belangrijke risicofactoren van chronische nierziekte. Daarom kunnen vitamine D supplementen een geschikte benadering zijn om de complicaties van chronische nierziekte te verminderen. Om deze reden, werd dit overzichtartikel uitgevoerd.

Hebben mensen met chronische nierziekte baat bij het slikken van vitamine D supplementen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 17 RCTs.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van 5 RCTs dat het slikken vitamine D supplementen het nuchter glucosegehalte van mensen met chronische nierziekte significant verlaagde [WMD = -18.87, 95% BI = -23.16 tot  -14.58].

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van 3 RCTs dat het slikken vitamine D supplementen de HOMA-IR waarde van mensen met chronische nierziekte significant verlaagde [WMD = -2.30, 95% BI = -2.88 tot -1.72].

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van 6 RCTs dat het slikken vitamine D supplementen het triglyceridengehalte van mensen met chronische nierziekte significant verlaagde [WMD = -32.52, 95% BI = -57.57 tot -7.47].

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses van 5 RCTs dat het slikken vitamine D supplementen het totale cholesterolgehalte van mensen met chronische nierziekte significant verlaagde [WMD = -7.93, 95% BI = -13.03 tot -2.83].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van vitamine D supplementen zowel het nuchter glucosegehalte, de HOMA-IR waarde, het triglyceridengehalte als het totale cholesterolgehalte van mensen met chronische nierziekte verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
The effects of vitamin D treatment on glycemic control, serum lipid profiles, and C-reactive protein in patients with chronic kidney disease: a systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Milajerdi A, Ostadmohammadi V, […], Asemi Z.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31338797

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over vitamine D, cholesterol, nierziekte en chronische ziekten.

Veel vitamine C via voeding verlaagt doodgaan aan hart- en vaatziekten (Higher circulating concentration of vitamin C, vitamin E and β-carotene reduce cardiovascular mortality)

Afbeelding

Dutch:
De onderzoekers vonden in een overzichtsartikel van 15 prospectieve cohort studies en 3 interventiestudies met in totaal 320548 deelnemers en 16974 mensen die dood zijn gegaan aan hart- en vaatziekten, dat zowel een hoge vitamine C inname via voeding, een hoog vitamine C gehalte in het bloed, een hoog vitamine E gehalte in het bloed als een hoog beta-caroteen gehalte in het bloed, de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten verlaagden.

Lees hier meer over:
Veel vitamine C via voeding verlaagt doodgaan aan hart- en vaatziekten

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

English:
The investigators found in a review article of a total of 15 prospective cohort studies and 3 prospective evaluations within interventional studies with 320,548 participants and 16,974 deaths from total cardiovascular mortality, that higher dietary vitamin C intakes and higher circulating concentrations of vitamin C, vitamin E and β-carotene are associated with a lower risk of total cardiovascular mortality.

Read more right here:
Higher circulating concentration of vitamin C, vitamin E and β-carotene reduce cardiovascular mortality

A review article of cohort studies or case-control studies will answer the following question:
"Should I change my diet?".

Spanish:
Los investigadores encontraron en un artículo de revisión de 15 estudios de cohorte prospectivos y 3 evaluaciones prospectivas dentro de estudios intervencionistas con 320,548 participantes y 16,974 muertes por mortalidad cardiovascular total, que una mayor ingesta de vitamina C en la dieta y las mayores concentraciones circulantes de vitamina C, vitamina E y β-caroteno están asociadas con un menor riesgo de mortalidad cardiovascular total.

Leer más aquí:
Concentraciones circulantes más altas de vitamina C, vitamina E y β-caroteno reducen la mortalidad cardiovascular

Un artículo de revisión de estudios de cohorte o estudios de casos y controles contestará la pregunta siguiente:
"¿Tengo que cambiar mi dieta?".

Nierpatiënten hebben baat bij een dieet met 5.5 En% eiwit

Onderzoeksvraag:
Recente onderzoeken roepen de vraag op of een eiwitarm dieet bij nierpatiëten een veilig en effectief middel kan zijn om de overgang naar dialysetherapie te voorkomen dan wel uit te stellen zonder eiwitten te verspillen of een cachexie (een vorm van extreme magerheid) te veroorzaken. Daarom werd dit overzichtsartikel (meta-analyse) uitgevoerd.

Hebben nierpatiënten zonder dialyse baat bij een eiwitarm dieet?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 16 RCT’s met in elke studie 30 of meer deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden vergeleken met een eiwit-inname van >0.8 g/kg/dag, leidde een een eiwit-inname van 0.8 g/kg/dag tot een hoog serum bicarbonaatgehalte, een laag fosfaatgehalte, een lage azotemie (teveel stikstofverbindingen in het bloed), een lage progressiesnelheid tot het eindstadium nierfalen en een trend in de richting een verlaagd risico op all-cause mortaliteit (doodgaan aan alle oorzaken).

De onderzoekers vonden bovendien dat in vergelijking tot een eiwit-inname van >0.8 g/kg/dag, leidde een een eiwit-inname van 0.4 g/kg/dag tot een groter behoud van de nierfunctie en een vermindering van de progressiesnelheid tot het eindstadium nierfalen.
De veiligheid en naleving van een eiwit-inname van 0.4 g/kg/dag deed niet onder voor een normale eiwit-inname (0.8 g/kg/dag) en er was geen verschil in de snelheid van ondervoeding of verspilling van de eiwitenergie.

De onderzoekers concludeerden dat een eiwitarm dieet, met name een eiwitinname 0.4 g/kg/dag, het ziekteverloop van niet dialysepatiënten leek te verbeteren en daarom kan een eiwitarm dieet worden beschouwd als een mogelijke optie voor patiënten met chronische nierziekte die de dialyse willen voorkomen dan wel uit te stellen en de progressie van de chronische nierziekte willen vertragen, terwijl het risico op de verspilling van eiwitten en cachexie minimaal blijft.

Oorspronkelijke titel:
Low-protein diet for conservative management of chronic kidney disease: a systematic review and meta-analysis of controlled trials by Rhee CM, Ahmadi SF, [...], Kalantar-Zadeh K.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5879959/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over eiwit en nierziekte.

Een eiwit-inname van 0.8 g/kg/dag komt overeen met een dieet met 11 En% eiwit. Dit is ook de eiwit-aanbeveling voor gezonde personen.

Een eiwit-inname van 0.4 g/kg/dag komt overeen met een dieet met 5.5 En% eiwit.

De makkelijkste manier om een dieet met 5.5 En% eiwit te volgen, is door te kiezen voor alleen maaar producten/maaltijden met  5.5 En% eiwit. Deze producten in de supermarkt bevatten 5.5 En% eiwit.
Echter, de meest praktische manier om dit dieet te volgen is, al uw dagelijks gegeten producten/maaltijden moeten gemiddeld 5.5 En% eiwit bevatten.

 

Voedingstips

  1. 1 gram zout = 0.4 gram natrium.
  2. Een snufje zout  weegt 0.5 gram en levert 0 kcal.
  3. Een theelepel zout weegt 2 gram en levert 0 kcal.
  4. 1 eetlepel (zonnebloem)olie weegt 10 ml.
  5. De portiegrootte van een levenmiddel kunt u hier opzoeken.
  6. Het vezelgehalte van een levensmiddel staat niet altijd op de verpakking vermeld omdat het niet wettelijk verplicht is. Het vezelgehalte van een levensmiddel kan berekend met deze formule:
    (Totaal kcal – (aantal gram vetten x 9 kcal + aantal gram koolhydraten x 4 kcal + aantal eiwitten x 4 kcal))/2 kcal.