Voeding en gezondheid

Veel noten leiden tot gewichtsafname

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Noten worden aanbevolen voor de cardiovasculaire gezondheid, maar er blijft bezorgdheid bestaan dat noten bij kunnen dragen aan de gewichtstoename vanwege hun hoge energiedichtheid. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Leidt het eten van veel noten tot gewichtstoename?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 6 prospectieve cohort studies met in totaal 569910 deelnemers en 86 RCTs met in totaal 5873 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in cohort studies dat het eten van noten de kans op het krijgen van overgewicht/obesitas significant met 7% [RR 0.93, 95% BI = 0.88 tot 0.98, p 0.001, matig bewijslast] verlaagde.

De onderzoekers vonden in RCT’s geen verband tussen het eten van noten en gewichtstoename [MD = 0.09 kg, 95% BI = -0.09 tot 0.27 kg, p 0.001, hoog bewijslast].

De onderzoekers vonden in de meta-regressie analyses dat het eten van veel noten tot een verlaging van het lichaamsgewicht en het lichaamsvet leidde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel noten tot een verlaging van het lichaamsgewicht en het lichaamsvet leidde.

Oorspronkelijke titel:
Are fatty nuts a weighty concern? A systematic review and meta-analysis and dose-response meta-regression of prospective cohorts and randomized controlled trials by Nishi SK, Viguiliouk E, [...], Sievenpiper JL.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/34494363/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het eten van noten en overgewicht.

Kruisbloemige groenten, knoflook, citrusvruchten en tomaten verlagen mogelijk dikke darmkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Gepersonaliseerde voeding en beschermende diëten en levensstijlen vormen een belangrijke prioriteit binnen de kankeronderzoek. De associatie tussen consumptie van specifieke voedingscomponenten en het ontstaan van dikke darmkanker is geëvalueerd in een aantal populatiegebaseerde studies, die vastgesteld hebben dat bepaalde voedingsmiddelen potentiële bescherming hebben. Echter, de bevindingen waren inconsistent (tegenstrijdig) en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Is er een relatie tussen het eten van de verschillende voedingsgroepen (zoals, tomaten, kruisbloemige groenten, citrusvruchten en noten) en het krijgen van dikke darmkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 46 studies (cohort en patiënt-controle studies).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in gepoolde analyses, vergeleken met een lage consumptie, dat een hoge consumptie van kruisbloemige groenten de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 10% verlaagde [OR = 0.90, 95% BI = 0.85 tot 0.95, p = 0.00, I2= 31.02%].
Dit significante verlaagde risico werd teruggevonden in patiënt-controle studies maar niet in cohort studies.

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses, vergeleken met een lage consumptie, dat een hoge consumptie van citrusvruchten de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 10% verlaagde [OR = 0.90, 95% BI = 0.84 tot 0.96, p = 0.00, I2 = 21.65%].
Dit significante verlaagde risico werd teruggevonden in patiënt-controle studies maar niet in cohort studies.

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses, vergeleken met een lage consumptie, dat een hoge consumptie van knoflook de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 17% verlaagde [OR = 0.83, 95% BI = 0.76 tot 0.91, p = 0.00, I2 = 32.64%].
Dit significante verlaagde risico werd teruggevonden in patiënt-controle studies maar niet in cohort studies.

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses, vergeleken met een lage consumptie, dat een hoge consumptie van tomaten de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 11% verlaagde [OR = 0.89, 95% BI = 0.84 tot 0.95, p = 0.00, I2 = 0%].
Dit significante verlaagde risico werd teruggevonden in patiënt-controle studies maar niet in cohort studies.

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses, vergeleken met een lage consumptie, dat een hoge consumptie van noten de kans op het krijgen van dikke darmkanker in cohort studies significant met 26% verlaagde [OR = 0.74, 95% BI = 0.58 tot 0.94, p = 0.01, I2 = 35.48%].

De onderzoekers concludeerden dat een hoge consumptie van kruisbloemige groenten, knoflook, citrusvruchten en tomaten de kans op het krijgen van dikke darmkanker mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat dit verlaagde risico niet terug werd gevonden in cohort studies.

Oorspronkelijke titel:
Phytochemically rich dietary components and the risk of colorectal cancer: A systematic review and meta-analysis of observational studies by Borgas P, Gonzalez G, […], Reza Mirnezami R.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC8223713/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over groenten en fruit, noten, knoflook en dikke darmkanker.

Obesitas verhoogt dikke darmkanker bij mannen met Lynch Syndroom

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt obesitas (BMI>30) de kans op het krijgen van dikke darmkanker bij mensen met het Lynch Syndroom?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 3 cohort studies met in totaal 2463 deelnemers, waarvan 735 mensen met dikke darmkanker.

Er was geen pubicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat obese mannen met het Lynch Syndroom hadden significant 2 keer zoveel kans op het krijgen van dikke darmkanker dan niet obese mannen met het Lynch Syndroom [SRR = 2.09, 95% BI = 1.23 tot 3.55, I2 = 33%].
Dit signifcante verhoogde risico werd niet teruggevonden voor obese vrouwen met het Lynch Syndroom [SRR = 1.41, 95% BI = 0.46 tot 4.27, I2 = 68%].

De onderzoekers vonden dat elke verhoging van de BMI met 5 kg/m2 de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 49% verhoogde bij mensen met het MLH1-mutatie [SRR = 1.49, 95% BI = 1.11 tot 1.99, I2 = 0%, heel hoge kwaliteitslast].

De onderzoekers concludeerden dat obesitas (BMI>30) de kans op het krijgen van dikke darmkanker verhoogde bij mannen met het Lynch Syndroom, met name met een mutatie in het MLH1-gen.

Oorspronkelijke titel:
A Meta-Analysis of Obesity and Risk of Colorectal Cancer in Patients with Lynch Syndrome: The Impact of Sex and Genetics by Lazzeroni M, Bellerba F, […], Gandini S.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC8160758

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over dikke darmkanker en overgewicht.

Het Lynch syndroom (HNPCC-Lynch) is een erfelijke aandoening die een verhoogde kans geeft op het krijgen van darmkanker. Bij ongeveer 4% van alle patiënten met darmkanker wordt de ziekte veroorzaakt door het Lynch syndroom. Darmkanker ontstaat bij patiënten met het Lynch syndroom op relatief jonge leeftijd, vaak voor hun 50ste levensjaar.

Er zijn momenteel 5 genen bekend die betrokken zijn bij het Lynch syndroom, namelijk MLH1, MSH2, MSH6, PMS2 en EpCAM. Mensen met een MLH1-mutatie hebben een kans van 25-70% om tijdens het leven darmkanker te krijgen.

Heb ik overgewicht? Zoja, hoeveel kg moet ik dan afvallen om op gezond gewicht te komen.

Welke maaltijden zijn geschikt voor mensen met overgewicht?

 

Een hoge GI dieet verhoogt metabool syndroom

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Diëten met een hoge glycemische index (GI) of een hoge glycemische belasting (GL) worden in verband gebracht met de belangrijke risicofactoren die verband houden met het krijgen  van het metabool syndroom, zoals dyslipidemie, een hoge bloedglucose- en insulineconcentratie. Echter, de rol van GI en GL in relatie tot het metabool syndroom is nog steeds onderbelicht en controversieel en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd. 

Verhoogt een hoge GI of een hoge GL dieet de kans op het krijgen van het metabool syndroom?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 1 cohort studie and 11 cross-sectionele studies met in totaal 36295 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden vergeleken met een lage GI dieet, dat een hoge GI dieet de kans op het krijgen van het metabool syndroom significant met 5% [OR = 1.05, 95% BI = 1.01 tot 1.09, I2 = 58.1%, p = 0.004] verhoogde.
Dit significante, verhoogde risico werd ook teruggevonden in alle subgroepenanalyses, behalve in studies waarbij 24-uurs recalls werden gebruikt.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses, dat elke verhoging van de GI met 5 punten de kans op het krijgen van het metabool syndroom significant met 2% [OR = 1.02, 95% BI = 1.01 tot 1.02] verhoogde.

De onderzoekers vonden geen verband tussen een hoge GL dieet en de kans op het krijgen van het metabool syndroom.

De onderzoekers concludeerden dat een hoge GI dieet de kans op het krijgen van het metabool syndroom verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Glycemic index, but not glycemic load, is associated with an increased risk of metabolic syndrome: Meta-analysis of observational studies by Askari M, Dehghani A, […], Alizadeh S.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33928722/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over GI en GL en het metabool syndroom.

De glycemische index (GI) is een manier/methode om aan te geven hoe snel glucose (eenvoudige suiker) in het bloed kan worden opgenomen of hoe snel koolhydraten (complexe suikers) in de darm verteerd kunnen worden. Koolhydraten (complexe suikers) moeten in de darmen afgeproken worden tot eenvoudige suikers anders kunnen ze niet in het lichaam opgenomen worden.

Een product met een hoge GI is een product met een GI van 70 of hoger.
Een product met een lage GI is een product met een GI tot 55.

Bij de glycemische last (GL) wordt zowel rekening gehouden met de hoeveelheid koolhydraten in een product als de hoeveelheid dat iemand van een bepaald product eet. Het berekenen van de GL gaat als volgt: GL = (hoeveelheid koolhydraten in een portie keert GI) gedeeld door 100. De GL kan ook worden ingeschat voor complete maaltijden door het gemiddelde van de GI van alle ingrediënten in de maaltijd te vermenigvuldigen met de totale hoeveelheid koolhydraten in de maaltijd.

Een product met een hoge GL is een product met een GL van 20 of hoger.
Een product met een lage GL is een product met een GL tot 10.

De voedselinname (wat iemand per dag eet) van personen in een studie is lastig te meten en er is niet één techniek die voor elk doel en elke toepassing geschikt is. De voedselinname kan worden nagevraagd door middel van verschillende methodes, zoals dietary history-methode, 24-uurs recall, voedseldagboek of voedselfrequentievragenlijst.

Glucosamine en chondroïtinesupplementen verbeteren structuur en symptomen bij artrose

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Welke voedingssupplementen hebben positieve effecten op de knie- en heupartrose bij volwassenen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 28 RCT’s met in totaal 11890 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van glucosaminesupplementen zowel de structuur  van de knie- en heupartrose bij volwassenen [minimale gewrichtsbreedte of kraakbeenvolume: netwerkresultaten: SMD = 0.16, 95% BI = 0.04 tot 0.28] als de symptomen van de knie- en heupartrose bij volwassenen [pijn = -0.15, 95% BI = -0.25 tot -0.05 en functie = -0.17, 95% BI = -0.28 tot -0.07] significant verbeterde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van chondroïtinesupplementen zowel de structuur van de knie- en heupartrose bij volwassenen [minimale gewrichtsbreedte of kraakbeenvolume: netwerkresultaten: SMD = 0.21, 95% BI = 0.10 tot 0.32] als de symptomen van de knie- en heupartrose bij volwassenen [pijn = -0.06. 95% BI = -0.15 tot -0.03 en functie = -0.15, 95% BI = -0.26 tot -0.03] significant verbeterde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van strontiumsupplementen de structuur van de knie- en heupartrose bij volwassenen [minimale gewrichtsbreedte of kraakbeenvolume: SMD = 0.20, 95% BI = 0.02 tot 0.38] significant verbeterde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine D supplementen de symptomen van de knie- en heupartrose bij volwassenen [pijn = -0.15. 95% BI = -0.27 tot -0.03 en functie = -0.18, 95% BI = -0.31 tot -0.06] significant verbeterde.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van glucosamine en chondroïtinesupplementen een statistisch significant maar klinisch twijfelachtig langetermijn voordeel opleverde voor wat betreft de structuur en de symptomen van de knie- en heupartrose bij volwassenen.
Strontiumsupplementen verbeterden de structuur van de knie- en heupartrose bij volwassenen en vitamine D supplementen de symptomen van de knie- en heupartrose bij volwassenen.

Oorspronkelijke titel:
The Efficacy and Safety of Disease-Modifying Osteoarthritis Drugs for Knee and Hip Osteoarthritis-a Systematic Review and Network Meta-Analysis by Yang W, Sun C, […], Zhuo Q.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33846938/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over glucosamine en chondroïtinesupplementen, vitamine D en het verbeteren van de botdichtheid. 
 

1.2 tot 60 mg/d carotenoïdensupplementen verlagen overgewicht

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Teveel lichaamsgewicht, inclusief overgewicht en obesitas, is een van de belangrijkste factoren die de menselijke gezondheid beïnvloeden en speelt een belangrijke rol bij de wereldwijde ziektelast. Carotenoïden dienen als voorlopers van vitamine A-gerelateerde retinoïden en worden geacht potentiële effecten te hebben op vele ziekten. Echter, de invloed van carotenoïden op mensen met overgewicht is onduidelijk en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het slikken van carotenoïdensupplementen (lycopeen, astaxanthine, cryptoxanthine, α-caroteen en β-caroteen) het lichaamsgewicht, de BMI en de buikomtrek van mensen met overgewicht (BMI>25) of obesitas (BMI>30)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 7 RCT’s en 8 observationele studies met in totaal 28944 deelnemers.
De interventieduur (duur van de studie) varieerde tussen 20 dagen en 16 weken.

De dosering van de carotenoïden varieerde tussen 1.2 en 60 mg per dag.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een laag serum carotenoïdengehalte de kans op het krijgen van overgewicht en obesitas significant met 73% [OR = 1.73, 95% BI = 1.57 tot 1.91, p 0.001] verhoogde.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het slikken van carotenoïdensupplementen het lichaamsgewicht van mensen met overgewicht of obesitas significant verlaagde [SMD = -2.34 kg, 95% BI = -3.80 tot -0.87 kg, p 0.001].
Significant wil zeggen, er kan met 95% zekerheid gezegd worden, dat het slikken van carotenoïdensupplementen het lichaamsgewicht van mensen met overgewicht of obesitas werkelijk verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van carotenoïdensupplementen de BMI van mensen met overgewicht of obesitas significant verlaagde [SMD = -0.95 kg/cm2, 95% BI = -1.88 tot -0.01 kg/cm2, p 0.001].
Significant omdat de gevonden p-waarde van 0.001 kleiner was dan de p-waarde van 0.05.

De onderzoekers vonden dat het slikken van carotenoïdensupplementen de buikomtrek van mensen met overgewicht of obesitas significant verlaagde [SMD = -1.84 cm, 95% BI = -3.14 tot -0.54 cm, p 0.001].

De onderzoekers concludeerden dat het dagelijks slikken van 1.2 tot 60 mg carotenoïdensupplementen (lycopeen, astaxanthine, cryptoxanthine, α-caroteen en β-caroteen) het lichaamsgewicht, de BMI en de buikomtrek van mensen met overgewicht of obesitas verlaagde. Verder verlaagde het hebben van een laag serum carotenoïdengehalte de kans op het krijgen van overgewicht en obesitas.

Oorspronkelijke titel:
The association between carotenoids and subjects with overweight or obesity: a systematic review and meta-analysis by Yao N, Yan S, […], Cui W.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33977977/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het slikken van carotenoïdensupplementen en overgewicht.

Om te weten hoeveel carotenoïden in het lichaam zit, wordt het gehalte van carotenoïden in het serum van het bloed gemeten. Het serum carotenoïdengehalte in het lichaam kan verhoogd worden door producten te eten die veel carotenoïden bevatten en/of carotenoïdensupplementen te slikken.

Heb ik overgewicht? Zoja, hoeveel kg moet ik dan afvallen om op gezond gewicht te komen.

Welke maaltijden zijn geschikt voor mensen met overgewicht?

 

Supplementen met 320-729 mg magnesium verbetert mogelijk slaap bij ouderen met slapeloosheid

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verbetert het slikken van magnesiumsupplementen de slaap bij ouderen met slapeloosheid (insomnia)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 3 RCT’s met in totaal 151 ouderen in 3 verschillende landen.
De dosering van elementair magnesium (in de vorm van magnesiumoxide of magnesiumcitraat) varieerde tussen 320 en 729 mg per dag, verdeeld over 2 innames gedurende de dag.
De interventieduur varieerde tussen 20 dagen en 8 weken.

Alle RCT’s hadden een matig tot hoog risico op vertekening (confounder) en de resultaten werden ondersteund door een lage tot zeer lage kwaliteit van bewijs.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden vergeleken met het placebo, dat het slikken van magnesiumsupplementen de latentietijd tot inslapen significant met 17.36 minuten [95% BI = -27.27 tot -7.44, p = 0.0006] verkortte.
Significant omdat de gevonden p-waarde van 0.0006 kleiner was dan de p-waarde van 0.05.

De onderzoekers vonden vergeleken met het placebo, dat het slikken van magnesiumsupplementen de totale slaaptijd niet significant met 16.06 minuten [95% BI = -5.99 tot 38.12, p  =  0.15] verlengde.
Niet significant omdat de gevonden p-waarde van 0.15 groter was dan de p-waarde van 0.05.

De onderzoekers concludeerden dat het dagelijks slikken van supplementen met 320-729 mg (elementair) magnesium gedurende 20 dagen tot 8 weken, de slaap bij ouderen met slapeloosheid mogelijk verbeterde. Mogelijk omdat alle RCT’s een lage tot zeer lage kwaliteit van bewijs hadden.

Oorspronkelijke titel:
Oral magnesium supplementation for insomnia in older adults: a Systematic Review & Meta-Analysis by Mah J and Pitre T.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC8053283/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over magnesium en ouderdomsziektes.

Magnesiumoxide bevat 60% elementair magnesium en magnesiumcitraat bevat 16% elementair magnesium.
Dus als u 320 mg elementair magnesium uit magnesiumsupplementen wilt halen, moet u dus 534 mg magnesiumoxide supplementen of 2000 mg magnesiumcitraat slikken.
 

Vitamine E supplementen verhoogt BMI van mensen met een normale BMI

Onderzoeksvraag:
Er zijn verschillende mechanismen voorgesteld voor het effect van vitamine E op het gewichtsverlies. Toch hebben verschillende interventionele onderzoeken (studies in mensen) met een breed scala aan doseringen en tijdsduur tegenstrijdige resultaten opgeleverd en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het slikken van vitamine E supplementen het krijgen van overgewicht?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 24 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden geen verband tussen het slikken van vitamine E supplementen en gewichtsverlies [WMD = 0.15, 95% BI = -1.35 tot 1.65, p = 0.847].
Niet significant omdat de gevonden p-waarde van 0.0847 groter was dan de p-waarde van 0.05.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het slikken van vitamine E supplementen en het verlagen van de BMI [WMD = 0.04, 95% BI = -0.29 to 0.37, p = 0.815].

De onderzoekers vonden geen verband tussen het slikken van vitamine E supplementen en het verlagen van de buikomtrek [WMD = -0.19 kg, 95% BI = -2.06 to 1.68, p = 0.842].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van vitamine E supplementen de BMI van mensen met een normale BMI (18.5 tot 24.9) significant verhoogde [p = 0.047].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van vitamine E supplementen de BMI van mensen met een normale BMI (18.5 tot 24.9) verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Can vitamin E supplementation affect obesity indices? A systematic review and meta-analysis of twenty-four randomized controlled trials by Emami MR, Jamshidi S, […], Aryaeian N.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33632535/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine E, BMI en overgewicht.

Heb ik overgewicht?

Dagelijks 1 kopje groene thee verbetert geheugen

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het drinken van alcohol, koffie of thee het risico op het krijgen van cognitieve gebreken/stoornissen (zoals dementie of ziekte van Alzheimer)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 29 prospectieve cohort studies (131777 deelnemers voor alcohol, 333843 deelnemers voor koffie 20411 deelnemers voor thee).
De NOS score was 8.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden vergeleken met niet-drinkers, dat het drinken van minder dan 11 gram alcohol per dag, het risico op het krijgen van cognitieve gebreken of alleen dementie significant verlaagde.
Echter, dit verlaagde risico was niet meer significant boven 11 gram alcohol per dag.

De onderzoekers vonden vergeleken met niet-drinkers, dat het drinken van minder dan 2.8 kopjes koffie per dag, het risico op het krijgen van cognitieve gebreken significant verlaagde.
Echter, koffiedrinken was geen significante beschermende factor voor cognitieve stoornissen in groepen met een gemiddelde leeftijd kleiner dan 60 jaar.

De onderzoekers vonden vergeleken met niet-drinkers, dat het drinken van minder dan 2.3 kopjes koffie per dag, het risico op het krijgen van dementie significant verlaagde.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden vergeleken met niet-drinkers, dat elk verhoging met 1 kopje groene thee per dag, het risico op het krijgen van cognitieve gebreken significant met 6% [relatieve risico = 0.94, 95% BI = 0.92 tot 0.97] verlaagde.
Significant omdat relatieve risico van 1 niet in de 95% BI van 0.92 tot 0.97 zat. Relatieve risico van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers concludeerden dat het dagelijks drinken van zowel minder dan 11 gram alcohol, minder dan 2.8 kopjes koffie als minimaal 1 kopje groene thee, het risico op het krijgen van cognitieve gebreken verlaagden.

Oorspronkelijke titel:
Alcohol, coffee and tea intake and the risk of cognitive deficits: a dose-response meta-analysis by Ran LS, Liu WH, […], Wang W.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC8061189/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over thee-, koffie- en alcoholconsumptie en het verbeteren van het cognitief geheugen. 
 

Dagelijks 100 mg magnesium via voeding verlaagt doodgaan aan kanker

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van magnesium het risico op doodgaan aan zowel alle oorzaken, hart- en vaatziekten als kanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 19 prospectieve cohort studies met in totaal 1168756 deelnemers, waarvan 52378 doden aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit), 23478 doden aan hart- en vaatziekten en 11408 doden aan kanker (kankermortaliteit of kankersterfte).

De follow-up duur varieerde tussen 3.5 en 32 jaar.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van magnesium het risico op doodgaan aan alle oorzaken significant met 13% [ES = 0.87, 95% BI = 0.79 tot 0.97, p = 0.009, I2 = 70.7%, p 0.001] verlaagde.
Significant omdat ES van 1 niet in de 95% BI van 0.79 tot 0.97 zat. ES van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden dat het eten van magnesium het risico op doodgaan aan kanker significant met 20% [ES = 0.80, 95% BI = 0.67 tot 0.97, p = 0.023, I2 = 55.7%, p = 0.027] verlaagde.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van magnesium en het verlaagde risico op doodgaan aan hart- en vaatziekten [ES = 0.93, 95% BI = 0.82 tot 1.07, p = 0.313, I2 = 72.3%, p 0.001].
Geen verband omdat ES van 1 in de 95% BI van 0.82 tot 1.07 zat. ES van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses dat het eten van elke 100 mg magnesium per dag, het risico op doodgaan aan alle oorzaken significant met 6% verlaagde. 

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses dat het eten van elke 100 mg magnesium per dag, het risico op doodgaan aan kanker significant met 5% verlaagde. 

De onderzoekers concludeerden dat het eten van magnesium (minimaal 100 mg per dag) het risico op doodgaan aan zowel alle oorzaken als kanker verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Total, Dietary, and Supplemental Magnesium Intakes and Risk of All-Cause, Cardiovascular, and Cancer Mortality: A Systematic Review and Dose-Response Meta-Analysis of Prospective Cohort Studies by Bagheri A, Naghshi S, […], Esmaillzadeh A.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33684200/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over magnesium, hart en vaatziekten en kanker.


 

Dagelijks 1 gram DHA of EPA via voeding verlaagt leeftijdsgebonden maculaire degeneratie

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Eerdere populatiestudies naar de associaties tussen de voedingsvetzuren, de plasma voedingsvetzurengehaltes en het risico op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie hebben onduidelijke resultaten opgeleverd en daarom werd dit overzichtsartikel (meta-analyse) uitgevoerd.

Verlaagt een hoge inname DHA of EPA via voeding of het hebben van een hoog plasma DHA- of EPA-gehalte, de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 prospectieve cohort studies met in totaal 167581 deelnemers, waarvan 6318 mensen met leeftijdsgebonden maculaire degeneratie.
De follow-up duur varieerde tussen 3 en 28 jaar.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 1 gram DHA + EPA per dag via voeding, de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie in een vroeg stadium significant met 33% [RR = 0.67, 95% BI = 0.51 tot 0.88] verlaagde.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 1 gram DHA per dag via voeding, de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie in een vroeg stadium significant met 50% [RR = 0.50, 95% BI = 0.32 tot 0.78] verlaagde.
Significant wil zeggen, er kan met 95% zekerheid gezegd worden, dat elke verhoging met 1 gram DHA per dag via voeding, de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie in een vroeg stadium werkelijk met 50% verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 1 gram EPA per dag via voeding, de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie in een vroeg stadium significant met 60% [RR = 0.40, 95% BI = 0.18 tot 0.87] verlaagde.
Significant omdat RR van 1 niet in de 95% BI van 0.18 tot 0.87 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden dat een hoog plasma DHA-gehalte, de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie in een gevorderd stadium significant met 28% [RR = 0.72, 95% BI = 0.55 tot 0.95] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoog plasma EPA-gehalte, de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie in een gevorderd stadium significant met 43% [RR = 0.57, 95% BI = 0.40 tot 0.81] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat zowel een hoge inname van DHA of EPA via voeding (minimaal 1 gram DHA of 1 gram EPA per dag) als het hebben van een hoog plasma DHA- of EPA-gehalte, de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary fatty acid intake, plasma fatty acid levels, and the risk of age-related macular degeneration (AMD): a dose-response meta-analysis of prospective cohort studies by Zhong Y, Wang K, [...], Yao K.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33469697/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over EPA + DHA en leeftijdsgebonden maculaire degeneratie. 

Een hoog plasma EPA- en DHA-gehalte kan verkregen worden door veel vette vissen te eten en/of EPA- en DHA-voedingsupplementen (visoliesupplementen) te slikken.
Vette vissen bevatten meer EPA en DHA dan niet vette vissen.
 

Alcohol verhoogt botbreuk

Onderzoeksvraag:
Eerdere studies naar het verband tussen het alcoholgebruik en het risico op het krijgen van fracturen hebben tegenstrijdige resultaten opgeleverd en daarom werd dit overzichtsartikel (meta-analyse) uitgevoerd.

Verhoogt het drinken van alcohol de kans op het krijgen van fractuur (botbreuk)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 38 prospectieve cohort studies met in totaal 5053117 deelnemers, waarvan 169560 mensen met een fractuur.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het drinken van alcohol de kans op het krijgen van totale fractuur significant met 35% [RR = 1.35, 95% BI = 1.01 tot 1.81] verhoogde.
Echter, dit significante verhoogde risico werd niet teruggevonden voor heupfractuur [RR = 1.19, 95% BI = 0.96 tot 1.48], fractuur veroorzaakt door botontkalking [RR = 2.01, 95% BI = 0.76 tot 5.34], wervelfractuur [RR = 0.98, 95% BI = 0.68 tot 1.40] en polsfractuur [RR = 0.99, 95% BI = 0.85 tot 1.16].
Significant omdat RR van 1 niet in de 95% BI van 1.01 tot 1.81 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers concludeerden dat het drinken van alcohol de kans op het krijgen van totale fractuur verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
A systematic review and meta-analysis of prospective cohort studies on the association between alcohol intake and risk of fracture by Asoudeh F, Salari-Moghaddam A, […], Esmaillzadeh A.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33596741/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over alcohol en het voorkomen van fracturen. 
 

Dagelijks 0.5-50 mg carotenoïdensupplementen verbetert geheugen bij mensen zonder dementie

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verbetert het slikken van carotenoïdensupplementen de cognitieve uitkomsten/prestaties (het geheugen) bij mensen zonder dementie?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 9 RCT’s met in totaal 4402 mensen zonder dementie (2228 mensen in de carotenoïdengroep and 2174 mensen in de controle groep).
De leeftijd van de deelnemers varieerde tussen 45 en 78 jaar.

De studieduur varieerde tussen 2 weken en 12 maanden.
De doseringen van carotenoïdensupplementen varieerden tussen 0.5 mg/d tot 50 mg/d.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van carotenoïdensupplementen een significant positief effect had op de cognitieve uitkomsten bij mensen zonder dementie [Hedge's g = 0.14, 95% BI = 0.08 tot 0.20, p 0.0001, I2 = 0.00%].
Dit significante postieve effect bleef gelijk in de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van 0.5-50 mg carotenoïdensupplementen per dag, de cognitieve prestaties (het geheugen) bij mensen zonder dementie (45 en 78 jaar) verbeterde.

Oorspronkelijke titel:
Carotenoids and Cognitive Outcomes: A Meta-Analysis of Randomized Intervention Trials by Davinelli S, Ali S, […], Corbi G.

Link:
https://www.mdpi.com/2076-3921/10/2/223/htm 

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over carotenoïdensupplementen en dementie
 

Dagelijks 1000 mg calciumsupplementen verhoogt hart- en vaatziekten onder postmenopauzale vrouwen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Recente systematische reviews en meta-analyses van gerandomiseerde, dubbelblinde, placebogecontroleerde onderzoeken (RCT's) hebben controversiële (tegenstrijdige) bevindingen gerapporteerd over de associaties tussen het slikken van calciumsupplementen en het risico op het krijgen van hart- en vaatziekten en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verhoogt het slikken van calciumsupplementen de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 13 RCT’s met in totaal 28935 deelnemers in de interventiegroep (groep met calciumsupplementen) en 14243 deelnemers in de controle groep (groep zonder calciumsupplementen.

De gemiddelde leeftijd was 66.3 jaar en 92.8% was vrouw.
Er was geen pulbicatiebias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van calciumsupplementen het risico op het krijgen van hart- en vaatziekten onder gezonde postmenopauzale vrouwen significant met 15% [RR = 1.15, 95% BI = 1.06 tot 1.25, I2 = 0.0%] verhoogde.
Dit verhoogde risico werd in de subgroepenanalyses teruggevonden voor 700-1000 mg calcium via voeding of 1000 mg calcium via voedingssupplementen.

De onderzoekers vonden dat het slikken van calciumsupplementen het risico op het krijgen van een coronaire hartiziekte onder gezonde postmenopauzale vrouwen significant met 16% [RR = 1.16, 95% BI = 1.05 tot 1.28, I2 = 0.0%] verhoogde.
Dit verhoogde risico werd in de subgroepenanalyses teruggevonden voor 700-1000 mg calcium via voeding of 1000 mg calcium via voedingssupplementen.

De onderzoekers concludeerden dat het dagelijks slikken van 1000 mg (elementaire) calcium via voedingssupplementen het risico op het krijgen van hart- en vaatziekten en coronaire hartziekte onder gezonde postmenopauzale vrouwen verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Calcium Supplements and Risk of Cardiovascular Disease: A Meta-Analysis of Clinical Trials by Myung SK, Kim HB, […], Oh SW.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33530332/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over calcium, ouderdom en hart- en vaatziekten.

Na de menopauze (de laatste menstruatie bij vrouwen) volgt de postmenopauze.
 

Vitamine D supplementen tijdens zwangerschap of kindertijd verlaagt vetzucht bij kinderen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Een vitamine D-tekort tijdens de zwangerschap of kindertijd wordt geassocieerd met een ongunstige groei bij kinderen. Echter, er is geen systematische review uitgevoerd naar het effect van de vitamine D suppletie (het slikken van vitamine D supplementen) tijdens de zwangerschap en kindertijd op de groei en lichaamssamenstelling bij kinderen. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het slikken van vitamine D supplementen tijdens de zwangerschap of kindertijd de kans op het krijgen van adipositas (vetzucht) bij kinderen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 12 RCT’s met in totaal 4583 deelnemers.
De dosering van vitamine D supplementen in de interventiegroep (groep met vitamine D supplementen) was 60.000 IE/4 weken (1.500 mcg/4 weken) of 60.000 IE/8 weken en in de controle groep (groep zonder vitamine D supplementen) was 400 IE/dag.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine D supplementen tijdens de zwangerschap tot een hogere huidplooidikte van de triceps (mm) [MD = 0.33, 95% BI = 0.12 tot 0.54, I2 = 34%] bij pasgeborenen leidde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine D supplementen tijdens de zwangerschap of kindertijd tot een hoge z-score van lengte-bij-leeftijd [MD = 0.29, 95% BI = 0.03 tot 0.54, I2 = 0%] bij zuigelingen van 1 jaar oud leidde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine D supplementen tijdens de zwangerschap of kindertijd tot een lage BMI [MD = -0.19, 95% BI = -0.34 tot -0.04, I2 = 0%] bij zuigelingen van 3-6 jaar oud leidde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine D supplementen tijdens de zwangerschap of kindertijd tot een lage BMI z-score [MD = -0.12, 95% BI = -0.21 tot -0.04, I2 = 0%] bij zuigelingen van 3-6 jaar oud leidde.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van vitamine D supplementen tijdens de zwangerschap of kindertijd de kans op het krijgen van adipositas (vetzucht) bij kinderen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effect of Vitamin D Supplementation in Early Life on Children's Growth and Body Composition: A Systematic Review and Meta-Analysis of Randomized Controlled Trials by Ma K, Wei SQ, [...], Wen SW.

Link:
https://www.mdpi.com/2072-6643/13/2/524/htm

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine D, BMI en overgewicht.

Met een huidplooimeter kan de dikte van de huidplooi bepaald worden. Met behulp van de gemeten huidplooien kan een voorspelling worden gedaan over de totale lichaamsvetmassa. De metingen zijn gebaseerd op het uitgangspunt dat het vet regelmatig verdeeld is over het lichaam en de dikte van huidplooien dus een maat is voor de hoeveelheid subcutaan vet die representatief is voor de totale hoeveelheid lichaamsvet.

Subcutaan vet is het vet dat voor iedereen zichtbaar is. Dit is het vet dat u vast kunt pakken.

Adipositas (vetzucht) verhoogt de kans op het krijgen van hart- en vaatziekte en diabetes mellitus type 2 (suikerziekte type 2).

Eieren verlagen leeftijdsgebonden maculaire degeneratie

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Het verhogen van de maculaire pigment optische dichtheid (MPOD) als gevolg van een verhoogde maculaire concentratie van luteïne en zeaxanthine kan het risico op leeftijdsgebonden maculaire degeneratie (AMD) verminderen. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Is er een causaal verband tussen het dagelijks eten van eieren en het verlaagde risico op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 5 RCT’s met in totaal 296 deelnemers.
Er was geen heterogeniteit tussen de studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van eieren de maculaire pigment optische dichtheid significant verhoogde [WMD = 0.037, 95% BI = 0.004 tot 0.069, p = 0.027].

De onderzoekers vonden dat het eten van eieren het serum luteïnegehalte significant verhoogde [WMD = 0.150 μmol/L, 95% BI = 0.037 tot 0.263, p = 0.009].

De onderzoekers concludeerden dat het dagelijks eten van eieren de maculaire pigment optische dichtheid en het serum luteïnegehalte verhoogde en daarmee het risico op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
A positive effect of egg consumption on macular pigment and healthy vision: a systematic review and meta-analysis of clinical trials by Sikaroudi MK, Saraf-Bank S, […], Soltani S.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33491232/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over significant/RCT’s, luteïne, eieren en leeftijdsgebonden maculaire degeneratie. 

Het serum luteïnegehalte in het lichaam kan verhoogd worden door voeding te eten die veel luteïne bevattten en/of luteïne-supplementen te slikken.

 

Veel β-cryptoxanthine via voeding verlaagt botontkalking en heupfracturen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van veel β-cryptoxanthine de kans op het krijgen van zowel botontkalking als heupfracturen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 7 cohort studies, 4 patiënt-controle studies en 4 cross-sectionele studies met in totaal 100496 deelnmemers. 

De methodologische kwaliteit van alle studies werden als "redelijk" tot "goed" beoordeeld.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel β-cryptoxanthine de kans op het krijgen van botontkalking significant met 24% [OR = 0.76, 95% BI = 0.66 tot 0.88, p = 0.0002, I2 = 36%, p = 0.11] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van veel β-cryptoxanthine de kans op het krijgen van botontkalking onder vrouwen significant met 28% [OR = 0.72, 95% BI = 0.58 tot 0.91, p = 0.005, I2 = 59%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van veel β-cryptoxanthine de kans op het krijgen van botontkalking onder mannen significant met 20% [OR = 0.80, 95% BI = 0.65 tot 1.00, p = 0.05, I2 = 11%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel β-cryptoxanthine de kans op het krijgen van heupfracturen significant met 28% [OR = 0.72, 95% BI = 0.60 tot 0.87, p = 0.0008, I2 = 55%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van veel β-cryptoxanthine de kans op het krijgen van heupfracturen onder vrouwen significant met 29% [OR = 0.71, 95% BI = 0.54 tot 0.94, p = 0.02, I2 = 71%] verlaagde.
Dit verlaagde risico was echter niet signifcant onder mannen.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel β-cryptoxanthine de kans op het krijgen van zowel botontkalking als heupfracturen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effects of β-Cryptoxanthin on Improvement in Osteoporosis Risk: A Systematic Review and Meta-Analysis of Observational Studies by Kim SJ, Anh NH, […], Kwon SW.

Link:
https://www.mdpi.com/2304-8158/10/2/296/htm

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over β-cryptoxanthine, botontkalking en ouderdom
 

Veel vitamine C via voeding verlaagt metabole syndroom

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
De associatie tussen vitamine C consumptie en het metabole syndroom (MetS) is geëvalueerd in de verschillende epidemiologische onderzoeken maar de resultaten zijn tegenstrijdig. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt een hoge vitamine C inname via voeding of het hebben van een hoog vitamine C gehalte in het bloed de kans op het krijgen van het metabole syndroom?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 2 cohort studies en 26 cross-sectionele studies met in totaal 110771 deelnemers.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden vergeleken met een lage inname dat een hoge inname van vitamine C via voeding, de kans op het krijgen van het metabole syndroom significant met 7% [multivariable-adjusted RR = 0.93, 95% BI = 0.88 tot 0.97, p = 0.003, I2 = 54.5%, p = 0.003] verlaagde.

De onderzoekers vonden vergeleken met een lager vitamine C gehalte dat een hoger vitamine C gehalte in het lichaam de kans op het krijgen van het metabole syndroom significant met 40% [multivariable-adjusted RR = 0.60, 95% BI = 0.49 tot 0.74, I2 = 22.7%, p = 0.249] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat zowel een hoge vitamine C inname via voeding als het hebben van een hoog vitamine C gehalte in het bloed, de kans op het krijgen van het metabole syndroom verlaagden.

Oorspronkelijke titel:
Vitamin C and Metabolic Syndrome: A Meta-Analysis of Observational Studies by Guo H, Ding J, [...], Zhang Y.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC8531097/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine C en het metabole syndroom.

Een hoge vitamine C consumptie via voeding komt in de praktijk neer op 200 tot 300 gram groente en 2-5 stuks fruit per dag. Vitamine  C zit namelijk in groente en fruit.

Een hoog vitamine C gehalte in het lichaam kan verkregen worden door levensmiddelen te eten die veel vitamine C bevatten en/of vitamine C supplementen te slikken.

100 µg/d vitamine K + 1000 mg/d calciumsupplementen verhogen botmineraaldichtheid

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Met de toenemende incidentie van osteoporose (botontkalking) worden vitamine K en calcium in veel onderzoeken in verband gebracht met botmineraaldichtheid (BMD) en ondergecarboxyleerd osteocalcine (UcOC), maar de resultaten van de onderzoeken naar het gecombineerde effect van vitamine K en calcium op botmineraaldichtheid en ondergecarboxyleerd osteocalcine in mensen zijn inconsequent (tegenstrijdig). Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verhoogt het sikken van vitamine K supplementen in combinatie met calciumsupplementen de botmineraaldichtheid?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 RCT’s met in totaal 1346 patiënten.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine K supplementen in combinatie met calciumsupplementen de botmineraaldichtheid van de lumbale wervelkolom significant verhoogde [SMD = 0.20, 95% BI = 0.07 tot 0.32, I2 = 46.9%, p = 0.049].
Echter, dit significant verhoogde effect was niet signifcant in de trim and fill methode (waarbij gecorrigeerd werd voor publicatie bias) [SMD = 0.067, 95% BI = -0.044 tot 0.178].

De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine K supplementen in combinatie met calciumsupplementen het gehalte van ondergecarboxyleerd osteocalcine significant verlaagde [SMD = -1.71, 95% BI = -2.45 tot -0.96, I2 = 95.7%, p  0.01].
Dit significant verlaagde effect werd ook teruggevonden in analyses waarbij gecorrigeerd werd voor publicatie bias [SMD = - 0.947, 95% BI = -1.211 tot -0.687].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van  ≤100 µg/d vitamine K supplementen in combinatie met calciumsupplementen de botmineraaldichtheid van de lumbale wervelkolom significant verhoogde [SMD = 0.40, 95% BI = 0.20 tot 0.61, I2 = 49.9%].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van vitamine K2 supplementen in combinatie met calciumsupplementen de botmineraaldichtheid van de lumbale wervelkolom significant verhoogde [SMD = 0.30, 95% BI = 0.10 tot 0.51, I2 = 0%].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van vitamine K supplementen in combinatie met  ≤1000 mg/d calciumsupplementen de botmineraaldichtheid van de lumbale wervelkolom significant verhoogde [SMD = 0.19, 95% BI = 0.05 tot 0.32, I2 = 62.3%].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van vitamine K supplementen in combinatie met calciumsupplementen gedurende maximaal 1 jaar de botmineraaldichtheid van de lumbale wervelkolom significant verhoogde [SMD = 0.38, 95% BI = 0.19 tot 0.57, I2 = 40%].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van ≤100 µg/d vitamine K2 supplementen in combinatie met  ≤1000 mg/d calciumsupplementen gedurende maximaal 1 jaar de botmineraaldichtheid van de lumbale wervelkolom verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
The combined effect of vitamin K and calcium on bone mineral density in humans: a meta-analysis of randomized controlled trials by Hu L, Ji J, [...], Yu B.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC8515712/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over overzichtsartikel/publicatie bias/RCT’s, vitamine K, calcium en botontkalking.

Een hoog gehalte aan ondergecarboxyleerd osteocalcine verhoogt de kans op het krijgen van botontkalking.

Ondergecarboxyleerd osteocalcine (ucOC of PIVKA-osteocalcine) is een gevoeliger marker voor vitamine K-insufficiëntie.

De incidentie is het aantal nieuwe zieken of ziekten in een populatie over een bepaalde periode.
 

Paddenstoelen verlagen doodgaan aan alle oorzaken

Onderzoeksvraag:
Of de consumptie van paddenstoelen - een rijke bron aan krachtige antioxidanten ergothioneïne en glutathion, vitamines en mineralen (bijv. selenium en koper) - geassocieerd is met een lager sterfterisico, is niet goed begrepen en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het eten van paddenstoelen de kans op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 5 prospectieve cohort studies met in totaal 601893 deelnemers, waarvan 50787 doden aan all-cause mortaliteit (doodgaan aan alle oorzaken).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van paddenstoelen de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 6% [gepoolde risk ratio = 0.94, 95% BI = 0.91 tot 0.98] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van paddenstoelen de kans op doodgaan aan alle oorzaken verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Prospective study of dietary mushroom intake and risk of mortality: results from continuous National Health and Nutrition Examination Survey (NHANES) 2003-2014 and a meta-analysis by Ba DM, Gao X, [...], Richie Jr JP.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC8454070/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over paddenstoelen en ouderdom.

Dagelijks 200-700 gram groente en fruit verlaagt fragiliteit

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van groente en/of fruit de kans op fragiliteit?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 cohort studies en 4 cross-sectionele studies met in totaal 18616 mensen met fragiliteit en 101969 mensen zonder fragiliteit (de controles).

De bewijslast was matig, gebaseerd op de NutriGrade-score.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 7 cohort studies, vergeken met een lage groente- en fruitconsumptie, dat een hoge groente- en fruitconsumptie de kans op fragiliteit significant met 35% [RR = 0.65, 95% BI = 0.50 tot 0.84, I2 = 81%] verlaagde.
Dit significante verlaagde risico werd niet teruggevonden voor alleen groenteconsumptie of alleen fruitconsumptie.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 200 gram groente en fruit per dag, de kans op fragiliteit significant met 14% verlaagde.
Deze significante verlaagde risio steeg lineair tot 700 gram groente en fruit per dag en vlakte daarna af.

De onderzoekers concludeerden dat het dagelijks eten van 200-700 gram groente en fruit (samen) de kans op fragiliteit verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Fruit and vegetable intake and risk of frailty: A systematic review and dose response meta-analysis by Ghoreishy SM, Asoudeh F, […], Mohammadi H.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/34534684/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over groente- en fruitconsumptie en ouderdom.

Fragiliteit (breekbaarheid, broosheid) bij ouderen is een dynamische toestand waarin een oudere verkeert die tekorten heeft in één of meerdere gebieden van het menselijk functioneren (lichamelijk, psychisch, sociaal), die onder invloed van een diversiteit aan variabelen wordt veroorzaakt en die de kans op het optreden van ongewenste uitkomsten vergroot.
 

Roodvlees verhoogt metabole syndroom

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen het eten van roodvlees of gevogelte en het krijgen van het metabole syndroom?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 9 prospectieve cohort studies met in totaal 21869 deelnemers, Alle studies hadden zowel mannelijke als vrouwelijke deelnemers.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van roodvlees de kans op het krijgen van het metabole syndroom significant met 35% [gepoolde multi-variable adjusted RR = 1.35, 95% BI = 1.13 tot 1.62, p = 0.001, I2 = 54.4%, p = 0.032] verhoogde.
Dit significante verhoogde risico werd ook teruggevonden voor studies waarbij gecorrigeerd werd voor BMI [RR = 1.4, 95% BI = 1.23 tot 1.6, p 0.001] en lichamelijke activiteiten [RR = 1.48, 95% BI = 1.29 tot 1.71, p 0.001].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van bewerkt roodvlees de kans op het krijgen van het metabole syndroom significant met 48% [multi-variable adjusted RR = 1.48, 95% BI = 1.11 tot 1.97, p = 0.007, I2 = 64.7%, p = 0.037] verhoogde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van onbewerkt roodvlees de kans op het krijgen van het metabole syndroom significant met 32% [multi-variable adjusted RR = 1.32, 95% BI = 1.14 tot 1.54, p = 0.0003, I2 = 0%, p = 0.397] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van gevogelte de kans op het krijgen van het metabole syndroom significant met 15% [gepoolde multi-variable adjusted RR = 0.85, 95% BI = 0.75 tot 0.97, p = 0.02, I2 = 0%, p = 0.707] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van roodvlees (zowerl bewerkt als onbewerkt) de kans op het krijgen van het metabole syndroom verhoogde, terwijl het eten van gevogelte de kans op het krijgen van het metabole syndroom juist verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Association of Red Meat and Poultry Consumption With the Risk of Metabolic Syndrome: A Meta-Analysis of Prospective Cohort Studies by Guo H, Ding J, [...], Zhang Y.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC8295459/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over roodvlees, gevogelte en het metabole syndroom.

Bewerkt roodvlees zijn onder andere hamburgers, gehakt, vleeswaren (ham, salami), worst (rookworst, ossenworst). rosbief, bacon en filet americain.

Enkelvoudig onverzadigde vetzuren verlagen doodgaan aan alle oorzaken

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
De bevindingen over het verband tussen de inname van enkelvoudig onverzadigde vetzuren (MUFA) via voeding en het risico op sterfte zijn tegenstrijdig en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 17 prospectieve cohort studies met in totaal 1022321 deelnemers in de leeftijd van 20 jaar en ouder, waarvan 191283 doden aan alle oorzaken, 55437 doden aan hart- en vaatziekten en 64448 doden aan kanker.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van enkelvoudig onverzadigde vetzuren de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 6% [RR = 0.94, 95% BI = 0.90 tot 0.98, I2 = 55.5%, p = 0.005] verlaagde.
Dit significante verlaagde risico werd niet teruggevonden voor doodgaan aan hart- en vaatziekten of kanker.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 5 energieprocent (5 En%) uit enkelvoudig onverzadigde vetzuren de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 3% [RR = 0.97, 95% BI = 0.96 tot 0.98] verlaagde.
Dit significante verlaagde risico werd niet teruggevonden voor doodgaan aan hart- en vaatziekten of kanker.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van enkelvoudig onverzadigde vetzuren de kans op doodgaan aan alle oorzaken verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary intakes of monounsaturated fatty acids and risk of mortality from all causes, cardiovascular disease and cancer: A systematic review and dose-response meta-analysis of prospective cohort studies by Lotfi K, Salari-Moghaddam A, […], Esmaillzadeh A.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/34560281/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vetzuren, kanker, hart- en vaatziekten en ouderdom.
Zoek hier welke producten veel enkelvoudig onverzadigde vetzuren bevatten.
 

Stoeloefeningen zorgen voor krachtbehoud bij ouderen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhogen stoeloefeningen kracht bij ouderen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 25 studies met in totaal 1388 deelnemers.
19 studies waren RCTs.
De gemiddelde leeftijd varieerde tussen 55 en 88 jaar.

De interventieduur varieerde tussen 2 en 72 weken, waarbij de meest voorkomende interventieduur 12 weken was, met 2 tot 14 sessies per week. De sessies duurden tussen 15 en 110 minuten.

De stoeloefeningen waren onder andere yoga, tai chi en schommelstoel.

17 studies hadden een laag risico op bias (dat wil zeggen 17 studies hadden een hoge kwaliteit) en 5 studies hadden een hoog risico op bias (5 studies hadden een lage kwaliteit).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat stoeloefeningen de bovenste extremiteit significant verbeterden [handgreepsterkte test: MD = 2.10, 95% BI = 0.76 tot 3.43, I2 = 42% en 30 seconden armcurltest: MD = 2.82, 95% BI = 1.34 tot 4.31, I2 = 71%].
Deze veranderingen werden waargenomen in korte (12 weken) en middellange termijn (12 weken tot 6 maanden) interventies.

De onderzoekers vonden dat stoeloefeningen de functie van de onderste extremiteit significant verbeterden [30 seconden stoelstand test: MD = 2.25, 95% BI = 0.64 tot 3.86, I2 = 62%].
Deze veranderingen werden waargenomen in korte (12 weken) en middellange termijn (12 weken tot 6 maanden) interventies.

De onderzoekers concludeerden dat stoeloefeningen effectief zijn en moeten worden gepromoot als eenvoudige en makkelijk te implementeren activiteiten om kracht te behouden en te ontwikkelen bij ouderen.

Oorspronkelijke titel:
The Effect of Chair-Based Exercise on Physical Function in Older Adults: A Systematic Review and Meta-Analysis by Klempel N, Blackburn NE, […], Tully MA.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC7920319/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over sportvoeding en het verhogen van de botmineraaldichtheid.

Studies met een laag risico op bias wil zeggen dat de studies een hoge kwaliteit hebben. De resultaten gevonden in studies met een hoge kwaliteit zijn betrouwbaarder dan in studies met een lage kwaliteit. 

Tot de skeletbeenderen van de vrije bovenste extremiteit behoren het opperarmbeen, het onderarmbeen en de hand.

De onderste extremiteit wordt anatomisch verdeeld in bekkengordel, boven- en onderbeen en voet.