Voeding en gezondheid

Veel verzadigd vet verhoogt doodgaan aan borstkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
De invloed van vet in voeding op de sterfte aan borstkanker blijft grotendeels onderbelicht, ondanks uitgebreid onderzoek naar de invloed ervan op het risico op het krijgen van borstkanker en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verhoogt het eten van veel vet of verzadigd vet de kans op doodgaan aan borstkanker (borstkanker mortaliteit of sterfte) onder vrouwen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 15 prospectieve cohort studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden vergeleken met het eten van weinig verzadigd vet, dat het eten van veel verzadigd vet de kans op doodgaan aan borstkanker onder vrouwen significant met 51% [HR = 1.51, 95% BI = 1.09 tot 2.09, p 0.01, n = 4] verhoogde.
Significant omdat HR van 1 niet in de 95% BI van 1.09 tot 2.09 zat. HR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van veel (totaal) vet en de kans op doodgaan aan borstkanker onder vrouwen [HR = 1.14, 95% BI = 0.86 tot 1.52, p = 0.34, n = 6].
Geen verband omdat HR van 1 in de 95% BI van 0.86 tot 1.52 zat. HR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel verzadigd vet de kans op doodgaan aan borstkanker onde vrouwen verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary fat and breast cancer mortality: A systematic review and meta-analysis by Brennan SF, Woodside JV, […], Cantwell MM.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/25692500/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over borstkanker en verzadigd vet.

Een dieet met veel verzadigd vet is een dieet met meer dan 10 En% verzadigd vet.
De makkelijkste manier om een dieet met meer dan 10 En% verzadigd vet te volgen, is door te kiezen voor alleen maar producten/maaltijden die ook meer dan 10 En% verzadigd vet bevatten. Deze producten uit de supermarkt bevatten meer dan 10 En% verzadigd vet. 
Echter, de meest praktische manier om een dieet met meer dan 10 En% verzadigd vet te volgen, is al uw dagelijks gegeten producten/maaltijden moeten gemiddeld meer dan 10 En% verzadigd vet bevatten.

Gebruik de 7-punten voedingsprofiel app om te zien of uw dagelijks voeding meer dan 10 En% verzadigd vet bevat.

Meer dan 10 En% verzadigd vet wil zeggen dat het aantal gram vet meer dan 10% bijdraagt aan het totale caloriegehalte van het desbetreffende dieet. Dus als een dieet 2000 kcal bevat, draagt 22.2 gram verzadigd vet 10% bij aan 2000 kcal. 22.2 gram verzadigd vet levert 200 kcal want 1 gram verzadigd vet levert 9 cal. 200 kcal draagt 10% bij aan een dieet van 2000 kcal.

Een dieet met meer dan 10 En% verzadigd vet is een ongezond dieet.

Een dieet met weinig verzadigd vet is een dieet met maximaal 7 En% verzadigd vet.
 

Een hoog kaliumgehalte in het bloed verlaagt suikerziekte type 2

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een relatie tussen kalium en het krijgen van suikerziekte type 2?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 prospectieve cohort studies met in totaal 119993 deelnemers, waarvan 5053 mensen met suikerziekte type 2.
De follow-up duur varieerde tussen 5 en 18.1 jaar. De leeftijd van de deelnemers aan het begin van de studies varieerde tussen 18 en 95 jaar.

De meeste studies verstrekten geadjusted RR, voor onder andere leeftijd, geslacht, ras, BMI en familiegeschiedenis van diabetes.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in de sensitiviteitsanalyse dat een hoog serum kaliumgehalte (=kaliumgehalte in het bloed) de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 37% [RR = 0.63, 95% BI = 0.52-0.73, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging van het serum kaliumgehalte met 1 mmol/L de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 significant met 17% [RR = 0.83, 95% BI = 0.73-0.95] verlaagde.

De onderzoekers vonden geen verband tussen een hoge kaliuminname via voeding en de verlaagde kans op het krijgen van suikerziekte type 2 [RR = 0.93, 95% BI = 0.81-1.06, I2 = 0.0%]. Geen verband want RR van 1 zat in de 95% BI van 0.81 tot 1.06. RR van 1 betekent geen risico/verband.

De onderzoekers vonden dat elke 1000 mg kalium via voeding, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 niet verlaagde [RR = 1.00, 95% BI = 0.96-1.05, I2 = 0.0%].

De onderzoekers vonden geen verband tussen een hoog kaliumgehalte in de 24-uurs urine en de verlaagde kans op het krijgen van suikerziekte type 2 [RR = 0.83, 95% BI = 0.39-1.75].

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 10 mmol kalium in de 24-uurs urine, de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 niet verlaagde [RR = 1.00, 95% BI = 0.95-1.05].

De onderzoekers concludeerden dat alleen een hoog serum kaliumgehalte (=kaliumgehalte in het bloed) de kans op het krijgen van suikerziekte type 2 verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Potassium measurements and risk of type 2 diabetes: a dose-response meta-analysis of prospective cohort studies by Peng Y, Zhong GC, […], Yang G.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5725047/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over suikerziekte en kalium.

Het kaliumgehalte in het bloed kan verhoogd worden door veel kaliumrijke voedingsmiddelen te eten en/of kaliumsupplementen te slikken.

Deze maaltijden bevatten veel kalium.

 

Veel thee verlaagt heupfracturen onder vrouwen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verschillende studies zijn uitgevoerd naar de relatie tussen het drinken van thee en het risico op het krijgen van botontkalking (osteoporose). Echter, de resultaten waren tegenstrijdig en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het drinken van thee botontkalking?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 2 prospectieve cohort studies, 4 patiënt-controle studies en 11 cross-sectionele studies met in totaal 107819 mensen met botontkalking. De belangrijkste symptoom van botontkalking in deze studies waren heupfracturen. 10 studies (inclusief alle patiënt-controle studies en cohort studies) waren van hoge kwaliteit oftewel goed opgezet.

Er was geen pubicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het drinken van veel thee vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van botontkalking significant met 38% [OR = 0.62, 95% BI = 0.46-0.83, I2  =  94%, p    0.01] verlaagde. Toen de heterogeniteit werd verlaagd, bleef het verlaagde risico nog steeds significant [95% BI = 0.57-0.74, I2 = 30%].
Dit significant verlaagde risico bleef gehandhaafd in de supgroepenanalyses.

De onderzoekers vonden dat het drinken van veel thee vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van heupfracturen significant met 26% [OR  =  0.74, 95% BI = 0.63-0.88] verlaagde. 

De onderzoekers vonden onder vrouwen een significant verlaagde risico van 27% [OR  =  0.73, 95% CI = 0.54-0.99] voor het krijgen van botontkalking.

De onderzoekers concludeerden dat het drinken van veel thee, de kans op het krijgen van botontkalking, met name heupfracturen en met name onder vrouwen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Association between tea consumption and osteoporosis: A meta-analysis by Sun K, Wang L, [...], Li X.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5728912/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over thee consumptie en ouderdom.


 

Vis verlaagt heupfracturen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt zowel het eten van vis als n-3 PUFA’s de kans op het krijgen van heupfracturen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 7 prospectieve cohort studies en 3 patiënt-controle studies met in totaal 292657 deelnemers. De deelnemers waren minimaal 20 jaar.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van vis, de kans op het krijgen van heupfracturen significant met 12% verlaagde [gepoold effect = 0.88, 95% BI = 0.79-0.98, p = 0.02] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van n-3 PUFA’s, de kans op het krijgen van heupfracturen significant met 12% verlaagde [gepoold effect = 0.88, 95% BI = 0.80-0.98, p = 0.02] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat zowel het eten van vis als n-3 PUFA’s, de kans op het krijgen van heupfracturen verlaagden.

Oorspronkelijke titel:
Dietary intake of fish, n-3 polyunsaturated fatty acids and risk of hip fracture: A systematic review and meta-analysis on observational studies by Sadeghi O, Djafarian K, […], Shab-Bidar S.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29244536

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over visconsumptie en ouderdom.

Het vet in vis is allemaal n-3 PUFA’s.

Deze maaltijden bevatten vis.

Een hoge vitamine A via voeding verhoogt heupfracturen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een relatie tussen vitamine A en de kans op het krijgen van fracturen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 prospectieve cohort studies en 2 geneste patiënt-controle studies met in totaal 319077 deelnemers, waarvan 109056 post-menopauzale vrouwen (=vrouwen na de menopauze. De leeftijd van de laatste menstruatie (menopauze) is gemiddeld 51 jaar).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge inname van retinol (dierlijke variant van vitamine A) via voeding, de kans op het krijgen van fracturen significant met 5% [RR = 0.95, 95% BI = 0.91-1.00, I2 = 30.01%, p = 0.40] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge inname van retinol (dierlijke variant van vitamine A) via voeding, de kans op het krijgen van heupfracturen significant met 40% [RR = 1.40, 95% BI = 1.02-1.91, I2 = 64.64%, p = 0.04] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat een hoge inname van vitamine A (zowel dierlijke als plantaardige variant van vitamine A) via voeding, de kans op het krijgen van fracturen significant met 6% [RR = 0.94, 95% BI = 0.88-0.99, I2 = 35.18%, p = 0.20] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge inname van vitamine A (zowel dierlijke als plantaardige variant van vitamine A) via voeding, de kans op het krijgen van heupfracturen significant met 29% [RR = 1.29, 95% BI = 1.06-1.57, I2 = 0.00%, p = 0.60] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat een lage retinolbloedwaarde, de kans op het krijgen van heupfracturen significant met 27% [RR = 1.27, 95% BI = 1.05-1.53, I2 = 0.00%, p = 0.62] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat een hoge vitamine A-inname via voeding, de kans op het krijgen van heupfracturen verhoogde. Echter, het verlaagde de kans op het krijgen van totale fracturen.

Oorspronkelijke titel:
The Effect of Vitamin A on Fracture Risk: A Meta-Analysis of Cohort Studies by Zhang X, Zhang R, [...], Chen G.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5615580/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine A en ouderdom.

Post-menopauzale vrouwen zijn vrouwen na de menopauze. De leeftijd van de laatste menstruatie (menopauze) is gemiddeld 51 jaar. Dus post-menopauzale vrouwen zijn vrouwen vaak ouder dan 51 jaar.

Vitamine A bestaat uit de dierlijke variant, retinol en de plantaardige variant, beta-caroteen.
 

Dagelijks 30 gram volle granen, 100 gram fruit, 100 gram groente of 200 gram zuivelproducten verlaagt dikke darmkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een relatie tussen het eten van de verschillende voedingsgroepen, zoals zuivel, groente en fruit en het krijgen van dikke darmkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte cohort studies.  
 
Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 9 cohort studies dat elke 30 gram volle granen, de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 5% [RR = 0.95, 95% BI = 0.93-0.97] verlaagde. Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden in 15 cohort studies dat elke 100 gram groenten, de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 3% [RR = 0.97, 95% BI = 0.96-0.98] verlaagde. Significant wil zeggen, er kan met 95% zekerheid gezegd worden, dat elke 100 gram groenten de kans op het krijgen van dikke darmkanker werkelijk met 3% verlaagde.

De onderzoekers vonden in 16 cohort studies dat elke 100 gram fruit, de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 3% [RR = 0.97, 95% BI = 0.95-0.99] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 15 cohort studies dat elke 200 gram zuivelproducten, de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 7% [RR = 0.93, 95% BI = 0.91-0.94] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 21 cohort studies dat elke 100 gram roodvlees, de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 12% [RR = 1.12, 95% BI = 1.06-1.19] verhoogde.

De onderzoekers vonden in 16 cohort studies dat elke 50 gram bewerkt vlees, de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 17% [RR = 1.17, 95% BI = 1.10-1.23] verhoogde.

De onderzoekers vonden een non-lineair verband tussen het eten van groente, fruit en zuivelproducten en het krijgen van dikke darmkanker.

De onderzoekers concludeerden dat het dagelijks eten van 100 gram roodvlees of 50 gram bewerkt vlees, de kans op het krijgen van dikke darmkanker verhoogde, terwijl 30 gram volle granen, 100 gram fruit, 100 gram groente of 200 gram zuivelproducten de kans op het krijgen van dikke darmkanker juist verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Food groups and risk of colorectal cancer by Schwingshackl L, Schwedhelm C, [...], Schlesinger S.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29210053

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over verschillende voedingsgroepen en dikke darmkanker.
 

Groente en fruit verlagen cognitieve stoornissen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van groente en fruit de kans op het krijgen van cognitieve stoornissen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 6 cohort studies met in totaal 21175 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van groente en fruit, de kans op het krijgen van cognitieve stoornissen significant met 26% [gepoolde RR = 0.74, 95% BI = 0.62-0.88, I2 = 68%] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van groente en fruit, de kans op het krijgen van cognitieve stoornissen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Intake of Fruit and Vegetables and the Incident Risk of Cognitive Disorders: A Systematic Review and Meta-Analysis of Cohort Studies by Wu L, Sun D and Tan Y.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29188891

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over groenten en fruit en dementie.
 

Dagelijks 2-4 gram carnitinesupplementen vermindert niet kankergerelateerde vermoeidheid

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Het carnitine-tekort wordt gezien als een mogelijke reden voor kankergerelateerde vermoeidheid die behandeld kan worden met carnitinesupplementen. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Vermindert het slikken van carnitinesupplementen de vermoeidheid, als gevolg van kanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 3 RCT’s met in totaal 659 deelnemers.
 
Er was niet genoeg studies om een sensitiviteitsanalyse uit te voeren.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van 2-4 gram carnitinesupplementen per dag, de kankergerelateerde vermoeidheid niet verminderde [SMD = 0.06 punt, 95% BI = -0.09 tot 0.21, p = 0.45, I2 = 0%].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van 2-4 gram carnitinesupplementen per dag, de kankergerelateerde vermoeidheid niet verminderde.

Oorspronkelijke titel:
Efficacy and Effectiveness of Carnitine Supplementation for Cancer-Related Fatigue: A Systematic Literature Review and Meta-Analysis by Marx W, Teleni L, [...], Isenring E.

Link:
http://www.mdpi.com/2072-6643/9/11/1224/htm

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over carnitine en kanker.

 

28 gram volle granen per dag verlaagt doodgaan aan hart- en vaatziekten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van volle granen de kans op doodgaan (mortaliteit)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 19 cohort studies met in totaal 1041692 deelnemers, waarvan  96710 doden.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel volle granen de kans op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit) significant met 16% [RR = 0.84, 95% BI = 0.81-0.88, n = 9] verlaagde. Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel volle granen de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten significant met 17% [RR = 0.83, 95% BI = 0.79-0.86, n = 8] verlaagde. Significant omdat RR van 1 niet in de 95% BI van 0.79 tot 0.86 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico. 

De onderzoekers vonden dat het eten van veel volle granen de kans op doodgaan aan kanker niet significant met 6% [RR = 0.94, 95% BI = 0.87-1.01, n = 14] verlaagde.
Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden een non-lineair verband tussen het eten van volle granen en de kans op doodgaan aan alle oorzaken, hart- en vaatziekten en kanker.

De onderzoekers vonden dat het eten van elke 28 gram volle granen per dag, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 9% [RR = 0.91, 95% BI = 0.90-0.93] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van elke 28 gram volle granen per dag, de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten significant met 14% [RR = 0.86, 95% BI = 0.83-0.89] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van elke 28 gram volle granen per dag, de kans op doodgaan aan kanker significant met 3% [RR = 0.97, 95% BI = 0.95-0.99] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel volle granen (minimaal 28 gram per dag) de kans op doodgaan aan alle oorzaken, hart- en vaatziekten en kanker verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Association of whole grain intake with all-cause, cardiovascular, and cancer mortality: a systematic review and dose-response meta-analysis from prospective cohort studies by Zhang B, Zhao Q, [...], Wang X.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29091078

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over overzichtsartikel/cohort, volkorenproducten, kanker en hart- en vaatziekten.
Volkorenproducten worden gemaakt van volle granen. Volkorenproducten zijn onder andere muesli-producten, havermoutpap en roggebrood.

Een hoge consumptie van gekookte wortels verlaagt mogelijk urineleiderkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van wortels de kans op het krijgen van urineleiderkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 4 patiënt-controle studies en 2 cohort studies met in totaal 1523 mensen met urineleiderkanker.
 
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in gepoolde analyse dat het eten van veel wortels, de kans op het krijgen van urineleiderkanker significant met 37% [OR = 0.63, 95% BI = 0.44-0.90, I2 = 79.6%] verlaagde. Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden in patiënt-controle studies dat het eten van veel wortels, de kans op het krijgen van urineleiderkanker significant met 55% [OR = 0.45, 95% BI = 0.25-0.81, I2 = 64.2%] verlaagde. Significant omdat OR van 1 niet in de 95% BI van 0.25 tot 0.81 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat het eten van veel wortels, de kans op het krijgen van urineleiderkanker niet significant met 9% [OR = 0.91, 95% BI = 0.67-1.24, I2 = 71.6%] verlaagde. Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel gekookte wortels, de kans op het krijgen van urineleiderkanker significant met 31% [OR = 0.69, 95% BI = 0.51-0.94] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel rauwe wortels, de kans op het krijgen van urineleiderkanker niet significant met 16% [OR = 0.84, 95% BI = 0.37-1.93, I2 = 76.1%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel wortels, de kans op het krijgen van urineleiderkanker onder mannen niet significant met 44% [OR = 0.56, 95% BI = 0.27-1.17, I2 = 63.3%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel wortels, de kans op het krijgen van urineleiderkanker onder vrouwen niet significant met 27% [OR = 0.73, 95% BI = 0.12-4.60, I2 = 79.3%] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel wortels, met name gekookte wortels, de kans op het krijgen van urineleiderkanker mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat het verlaagde risico niet significant was onder cohort studies.

Oorspronkelijke titel:
Carrot intake and incidence of urothelial cancer: a systematic review and meta-analysis by Luo X, Lu H, [...], Wang S.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5652827/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over overzichtsartikel/significantie, wortelconsumptie en kanker.
 

Dagelijks 50 mg vitamine C via voeding verlaagt heupfracturen

Onderzoeksvraag:
Eerdere studies lieten inconsistente bevindingen zien met betrekking tot het verband tussen de inname van vitamine C en het risico op het krijgen van heupfracturen. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het eten van vitamine C de kans op het krijgen van heupfracturen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 6 studies met 7908 mensen zonder heupfracturen en 2899 mensen met heupfracturen.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel vitamine C vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van heupfracturen significant met 27% [OR = 0.73, 95% BI = 0.55-0.97, I2 = 69.1%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke 50 mg vitamine C per dag via voeding, de kans op het krijgen van heupfracturen significant met 5% [OR = 0.95, 95% BI = 0.91-1.00, p = 0.05] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel vitamine C (minimaal 50 mg per dag) de kans op het krijgen van heupfracturen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary vitamin C intake and the risk of hip fracture: a dose-response meta-analysis by Sun Y, Liu C, […], Lu Q.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29101410

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine C en ouderdom.

Deze maaltijden leveren minimaal 50 mg vitamine C per dag.

Een lage vitamine D status in het lichaam verslecht het geheugen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen vitamine D en het verbeteren van het geheugen van gezonde volwasssenen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 26 observationele studies (cross-sectionele en cohort studies) en 3 interventie studies (studies in mensen) (n = 19-9556).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 26 observationele studies, dat een lage vitamine D status in het lichaam de cognitieve prestaties van gezonde volwasssenen significant met 24% verslechtte [OR = 1.24, BI = 1.14-1.35]. Deze bevinding was sterker in cross-sectionele studies dan in cohort studies.

De onderzoekers vonden in 26 observationele studies, dat een lage vitamine D status in het lichaam de cognitieve achteruitgang van gezonde volwasssenen significant met 26% verhoogde [OR = 1.26, BI = 1.09-1.23]. Deze bevinding was sterker in cross-sectionele studies dan in cohort studies.

De onderzoekers vonden in de interventie studies dat het slikken van vitamine D de cognitie van gezonde volwasssenen niet significant verbeterde [SMD = 0.21, CI = -0.05 tot 0.46]. Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers concludeerden dat een lage vitamine D status in het lichaam, het geheugen van gezonde volwasssenen verslechtte.

Oorspronkelijke titel:
A Systematic Review and Meta-Analysis of The Effect of Low Vitamin D on Cognition by Goodwill AM and Szoeke C.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28758188

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine D en dementie.

De vitamine D status in het lichaam kan verhoogd worden door vitamine D supplementen te slikken, vitamine D-rijke levensmiddelen te eten en/of vaker in zonlicht door te brengen. Vitamine D wordt door zonlicht aangemaakt.

Een laag zink- en ijzergehalte verhogen ziekte van Alzheimer

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen het bloed zink-, koper- en ijzergehalte en de ziekte van Alzheimer?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 44 patiënt-controle studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 35 patiënt-controle studies (2128 mensen met de ziekte van Alzheimer and 2889 mensen zonder de ziekte van Alzheimer), dat het serum kopergehalte van mensen met de ziekte van Alzheimer significant hoger was dan van mensen zonder de ziekte van Alzheimer [MD = 9.13, 95% BI = 6.17 tot 12.09, p 0.00001].

De onderzoekers vonden in 22 patiënt-controle studies (1027 mensen met de ziekte van Alzheimer and 1949 mensen zonder de ziekte van Alzheimer), dat het serum zinkgehalte van mensen met de ziekte van Alzheimer significant lager was dan van mensen zonder de ziekte van Alzheimer [MD = -7.80, 95% BI = -11.61 tot -3.99, p = 0.0001].

De onderzoekers vonden in 25 patiënt-controle studies (1379 mensen met de ziekte van Alzheimer and 1664 mensen zonder de ziekte van Alzheimer), dat het serum ijzergehalte van mensen met de ziekte van Alzheimer significant lager was dan van mensen zonder de ziekte van Alzheimer [MD = -13.01, 95% BI = -20.75 tot -5.27,  p = 0.001].

De onderzoekers concludeerden dat patiënten met de ziekte van Alzheimer een verhoogd serum kopergehalte hadden, terwijl zowel het serum zink- als ijzergehalte verlaagd waren bij deze patiënten.  

Oorspronkelijke titel:
Serum Copper, Zinc, and Iron Levels in Patients with Alzheimer's Disease: A Meta-Analysis of Case-Control Studies by Li DD, Zhang W, [...], Zhao P.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5605551/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over zink, koper, ijzer en dementie.
Het zink- en ijzergehalte in het lichaam kunnen verhoogd worden door zink- en ijzerijke levensmiddelen te eten en/of zink- en ijzersupplementen te slikken.

Vegetarisch dieet verlaagt kanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt een vegetarisch dieet de kans op het krijgen van kanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte observationele studies.

Resultaten en conclusies:  
De onderzoekers vonden dat een voedingspatroon met veel vlees vergeleken met veel plantaardige producten, de kans op het krijgen van kanker significant met 64% [RR =1.64, 95% BI = 1.02-2.63] verhoogde. Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat een voedingspatroon met veel plantaardige producten vergeleken met een gemengd voedingspatroon (zowel met vlees als plantaardige producten), de kans op het krijgen van kanker significant met 12% [RR = 0.88, 95% BI = 0.82-0.95] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat een voedingspatroon met veel vlees, de kans op het krijgen van kanker verhoogde, terwijl een voedingspatroon met veel plantaardige producten, de kans op het krijgen van kanker verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Differences in the association between empirically derived dietary patterns and cancer: a meta-analysis by Bella F, Godos J, […], Sciacca S.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/27894200

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier meer over veganisme en kanker.

Een vegetarisch dieet is een dieet zonder dierlijke producten met maximaal 35 En% vet, maximaal 7 En% verzadigd vet en minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal. Een makkelijke manier om een vegetarische dieet te volgen, is door te kiezen voor plantaardige producten die ook maximaal 35 En% vet, maximaal 7 En% verzadigd vet en minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal bevatten of anders gezegd, het gemiddelde van alle dagelijkse gegeten producten moet maximaal 35 En% vet, maximaal 7 En% verzadigd vet en minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal bevatten.
Welke plantaardige producten uit de supermarkt maximaal 35 En% vet, maximaal 7 En% verzadigd vet en minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal bevatten, kunt u hier opzoeken.

 

Granaatappelsupplementen verlagen niet suikerziekte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Hebben granaatappelsupplementen een suikerverlagende effect in het lichaam?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 16 RCTs met in totaal 538 mensen.

11 studies gebruikten granaatappelsap als supplement (dosering: 120 tot 500 ml/dag).
2 studies gebruikten granaatappelzaadolie als supplement (dosering: 400 tot 2000 mg/dag).
3 studies gebruikten granaatappelextract als supplement (dosering: 710 tot 1420 mg/dag).
De gemiddelde interventieduur (duur van de studie) was 5.5 week (1-12 weken).
Het aantal deelnemers per studie varieerde 14 en 74.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat granaatappelsupplementen het nuchter bloedglucosegehalte niet significant verlaagden [WMD = -0.6 mg/dL, 95% BI = -2.79 tot 1.58, p = 0.59, I2 = 0%]. Deze waarde bleef robuust in de sensitiviteitsanalyses en de subgroepenanalyses. Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat granaatappelsupplementen het nuchter insulinegehalte niet significant verlaagden [WMD = 0.29 μIU/mL, 95% BI = -1.16 tot 1.75, p = 0.70, I2 = 60.4%]. Deze waarde bleef robuust in de sensitiviteitsanalyses en de subgroepenanalyses.

De onderzoekers vonden dat granaatappelsupplementen de HOMA-IR waarde niet significant verlaagden [WMD = -0.04, 95% BI = -0.53 tot 0.46, p = 0.88, I2 = 59.8%]. Deze waarde bleef robuust in de sensitiviteitsanalyses en de subgroepenanalyses.

De onderzoekers vonden dat granaatappelsupplementen het HbA1c-gehalte niet significant verlaagden [WMD = -0.11%, 95% BI = -0.39 tot 0.18, p = 0.46, I2 = 0%]. Deze waarde bleef robuust in de sensitiviteitsanalyses en de subgroepenanalyses.

De onderzoekers concludeerden dat granaatappelsupplementen het nuchter bloedglucosegehalte, het nuchter insulinegehalte, de HOMA-IR waarde en het HbA1c-gehalte niet verlaagden.

Oorspronkelijke titel:
Lack of efficacy of pomegranate supplementation for glucose management, insulin levels and sensitivity: evidence from a systematic review and meta-analysis by Huang H, Liao D, […], Zhu Y.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5629805/

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier meer over suikerziekte en fruitconsumptie.
Suikerpatiënten hebben een verhoogd nuchter bloedglucosegehalte, verhoogd nuchter insulinegehalte, verhoogde HOMA-IR waarde en een verhoogd HbA1c-gehalte.
 

Dagelijks 12 gram noten verlaagt doodgaan aan hart- en vaatziekten en kanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van noten de mortaliteit (doodgaan aan)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 18 cohort studies met 81034 doden.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 18 studies met 81034 doden, dat het eten van veel noten, met name pinda en boomnoten vergeleken met weinig, de kans op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit) significant met 19% [RR = 0.81, 95% BI = 0.78-0.84] verlaagde. Dit significant verlaagde risico bleef gehandhaafd in de subgroepenanalyses en de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers vonden in 17 studies met 20381 doden, dat het eten van veel noten, met name pinda en boomnoten vergeleken met weinig, de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten significant met 25% [RR = 0.75, 95% BI = 0.71-0.79] verlaagde. Dit significant verlaagde risico bleef gehandhaafd in de subgroepenanalyses en de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers vonden in 14 studies met 10438 doden, dat het eten van veel noten, met name pinda en boomnoten vergeleken met weinig, de kans op doodgaan aan coronaire hartziekte significant met 27% [RR = 0.73, 95% BI = 0.67-0.80] verlaagde. Dit significant verlaagde risico bleef gehandhaafd in de subgroepenanalyses en de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers vonden in 13 studies met 4850 doden, dat het eten van veel noten, met name pinda en boomnoten vergeleken met weinig, de kans op doodgaan aan een beroerte significant met 18% [RR = 0.82, 95% BI = 0.73-0.91] verlaagde. Dit significant verlaagde risico bleef gehandhaafd in de subgroepenanalyses en de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers vonden in 11 studies met 21353 doden, dat het eten van veel noten, met name pinda en boomnoten vergeleken met weinig, de kans op doodgaan aan kanker significant met 13% [RR = 0.87, 95% BI = 0.80-0.93] verlaagde. Dit significant verlaagde risico bleef gehandhaafd in de subgroepenanalyses en de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers vonden een non-lineair verband tussen het eten van noten en het verlaagde risico op doodgaan aan zowel alle oorzaken, hart- en vaatziekten, coronaire hartziekte als aan een beroerte. Het verlaagde risico nam niet meer toe na 12 gram noten per dag.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van maximaal 12 gram noten, met name pinda en boomnoten per dag, de kans op doodgaan aan zowel alle oorzaken, hart- en vaatziekten, coronaire hartziekte, kanker als aan een beroerte verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Nut consumption in relation to all-cause and cause-specific mortality: a meta-analysis 18 prospective studies by Chen GC, Zhang R, [...], Qin LQ.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28875220

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over notenconsumptie, hart- en vaatziekten, een beroerte, kanker en ouderdom.

Veel roodvlees verhoogt longkanker onder niet-rokers

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het eten van vlees de kans op het krijgen van longkanker onder niet-rokers?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 14 onafhankelijke observationele studies met in totaal 5368 mensen met longkaker.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 11 studies dat het eten van veel roodvlees vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van longkanker onder niet-rokers significant met 24% [RR = 1.24, 95% BI = 1.01-1.51, I2 = 31%] verhoogde.

De onderzoekers vonden geen significant verband tussen het eten van zowel veel witvlees als vis en de kans op het krijgen van longkanker.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel roodvlees de kans op het krijgen van longkanker onder niet-rokers verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Carcinogenicity of High Consumption of Meat and Lung Cancer Risk Among Non-Smokers: A Comprehensive Meta-Analysis by Gnagnarella P, Caini S, […], Gandini S.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29016198

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vleesconsumptie en kanker.
 

1 tot 724 mg anthocyaninen per dag verbetert hartfunctie

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verbeteren anthocyaninen de hartfunctie?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 29 RCT’s met een gemiddelde leeftijd van 40 jaar.
De dosering van anthocyaninen varieerde tussen 1 tot 724 mg per dag.
De studieduur voor acute inname van anthocyaninen viareerde tussen 1 en 6 uur.
De studieduur voor chronische inname van anthocyaninen viareerde tussen 1 week en 6 maanden.
Het aantal deelnemers per studie varieerde tussen 10 en 146 deelnemers.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat acute inname van anthocyaninen (7-724 mg gedurende 1-8 uur) de flow-gemedieerde dilatatie (flow-mediated dilatation, FMD) siginficant met 3.92% verbeterde [SMD = 3.92%, 95% BI = 1.47 tot 6.38, p = 0.00, I2 = 91.8%].

De onderzoekers vonden dat chronische inname van anthocyaninen (12-320 mg gedurende 1 week tot 6 maanden) de flow-gemedieerde dilatatie (flow-mediated dilatation, FMD) siginficant met 0.84% verbeterde [SMD = 0.84%, 95% BI = 0.55 tot 1.12, p = 0.000, I2 = 62.5%].  

De onderzoekers vonden dat acute inname van anthocyaninen de hartslag siginficant verlaagde [SMD = -1.27 m/s, 95% BI = -1.96 tot -0.58, p = 0.000, I2 = 17.8%].

De onderzoekers concludeerden dat zowel acute als chronische inname van anthocyaninen de flow-gemedieerde dilatatie (flow-mediated dilatation, FMD) verbeterde.  

Oorspronkelijke titel:
The Effect of Anthocyanin-Rich Foods or Extracts on Vascular Function in Adults: A Systematic Review and Meta-Analysis of Randomised Controlled Trials by Fairlie-Jones L, Davison K, […], Hill AM.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5579701/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over hart- en vaatziekten en flavonoïden.
Anthocyaninen zijn flavonoïden.
De hartfunctie wordt vaak gemeten aan de hand van flow-gemedieerde dilatatie.

Levensmiddelen 

Hoeveelheden anthocyaninen in mg per
100 gram levensmiddel

Aardbeien

15-35

Appelbessen

200-1000

Aubergine 

750

Bosbessen

25-497

Braambessen

83-326

Frambozen

10-60

Kersen

350-400

Radijs

11-60

Rode bessen

80-420

Rode druiven

30-750

Rode uien

7-21

Rode wijn

24-35

Sinaasappel

~200

Veenbessen

60-200

Vlierbessen

450

Zwarte bessen

130-400

 

Een hoog seleniumgehalte in het lichaam verlaagt baarmoederhalskanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verschillende studies hebben de relatie tussen het serum seleniumgehalte en baarmoederhalskanker onderzocht, maar de resultaten waren inconsistent. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het hebben van een hoog seleniumgehalte in het lichaam de kans op het krijgen van baarmoederhalskanker onder vrouwen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 17 studies (12 studies met univariate analyses (studies waarbij gekeken werd naar slechts één variabele/risicofactor) en 5 studies met multivariate analyse).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in univariate analyse van 12 studies, dat het serum seleniumgehalte (het seleniumgehalte in het bloed) van vrouwen met baarmoederhalskanker significant lager was dan van vrouwen zonder baarmoederhalskanker [SMD = -4.86, 95% BI = -6.03 to -3.69]. Het verlaagde seleniumgehalte was ook consistent onder de subgroepenanalyses.

De onderzoekers vonden in multivariate analyse van 5 studies, dat het serum seleniumgehalte van vrouwen met baarmoederhalskanker significant lager was dan van vrouwen zonder baarmoederhalskanker [OR = 0.55, 95% BI = 0.42 tot 0.73].

De onderzoekers vonden dat na een seleniumbehandeling het serum seleniumgehalte significant werd verhoogd [SMD = 2.59, 95% BI = 0.50 tot 4.69].

De onderzoekers concludeerden dat een hoog serum seleniumgehalte vrouwen tegen het krijgen van baarmoederhalskanker beschermde.

Oorspronkelijke titel:
Serum Selenium Levels and Cervical Cancer: Systematic Review and Meta-Analysis by He D, Wang Z, […], Chen D.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28255860

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over selenium en kanker.

Een hoog serum seleniumgehalte in het lichaam kan verkregen worden door levensmiddelen die rijk zijn aan selenium te eten en/of seleniumsupplementen te slikken.

Mensen met suikerziekte type 2 hebben baat bij een koolhydratenarm dieet

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Hebben mensen met suikerziekte type 2 baat bij een koolhydratenarm dieet?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 9 RCT’s met 734 deelnemers met suikerziekte type 2.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in gepoolde analyses dat het volgen van een koolhydratenarm dieet het HbA1c-gehalte (geeft bloedsuikergehalte van de afgelopen 3 maanden weer) van mensen met suikerziekte type 2 significant verlaagde [WMD = -0.44, 95% BI = -0.61 tot -0.26, p = 0.00].

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses dat het volgen van een koolhydratenarm dieet het triglyceridengehalte (bloedvetgehalte) van mensen met suikerziekte type 2 significant verlaagde [WMD = -0.33, 95% BI = -0.45 tot -0.21, p = 0.00].

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses dat het volgen van een koolhydratenarm dieet het HDL-cholesterolgehalte (goed cholesterol) van mensen met suikerziekte type 2 significant verhoogde [WMD = 0.07, 95% BI = 0.03 tot 0.11, p = 0.00].

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses geen verband tussen het volgen van een koolhydratenarm dieet en zowel het totale als LDL-cholesterolgehalte (slecht cholesterol).

De onderzoekers vonden in subgroepenanalyses dat het volgen van een koolhydratenarm dieet gedurende een korte periode het lichaamsgewicht van mensen met suikerziekte type 2 deed afnemen [WMD = -1.18, 95% BI = -2.32 tot -0.04, p = 0.04]. Echter, dit significant gewichtsverlies verdween bij het volgen van een koolhydratenarm dieet gedurende een lange periode.

De onderzoekers concludeerden dat mensen met suikerziekte type 2 baat hadden bij het volgen van een koolhydratenarm dieet.

Oorspronkelijke titel:
Efficacy of low carbohydrate diet for type 2 diabetes mellitus management: A systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Meng Y, Bai H, […], Chen L.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28750216

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier meer over suikerziekte en koolhydraten.

Een koolhydratenarm dieet is een dieet met 20-40 En% koolhydraten. Een dieet met 20-40 En% koolhydraten bestaat grotendeels uit producten/maaltijden met 20-40 En% koolhydraten of anders gezegd, het gemiddelde van alle dagelijks gegeten producten/maaltijden moet tussen 20-40 En% koolhydraten liggen. Welke producten 20 tot 40 En% koolhydraten bevatten, kunt u hier opzoeken.

Een hoge vitamine E bloedwaarde verlaagt mogelijk baarmoederhalskanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen vitamine E en de kans op het krijgen van cervicale neoplasie (kan een voorstadium van baarmoederhalskanker zijn)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 15 patiënt-controle studies met 3741 mensen met cervicale neoplasie en 6328 mensen zonder cervicale neoplasie.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge vitamine E (bloedwaarde + voeding) de kans op het krijgen van cervicale neoplasie significant met 42% [OR = 0.58, 95% BI = 0.47-0.72, I2 = 83%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat een hoge vitamine E via voeding, de kans op het krijgen van cervicale neoplasie significant met 32% [OR = 0.68, 95% BI = 0.49-0.94, I2 = 70%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat een hoge vitamine E bloedwaarde, de kans op het krijgen van cervicale neoplasie significant met 48% [OR = 0.52, 95% BI = 0.40-0.69, I2 = 86%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses voor de verschillende type cervicale neoplasie, dat een hoge vitamine E (bloedwaarde + voeding) de kans op het krijgen van cervicale kanker (baarmoederhalskanker) significant met 47% [OR = 0.53, 95% BI = 0.39-0.73, I2 = 77%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses voor de verschillende type cervicale neoplasie, dat een hoge vitamine E (bloedwaarde + voeding) de kans op het krijgen van cervicale intra-epitheliale neoplasie significant met 46% [OR = 0.54, 95% BI = 0.43-0.70, I2 = 79%] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat zowel een hoge vitamine E via voeding als bloedwaarde, de kans op het krijgen van cervicale neoplasie mogelijk verlaagde. Mogelijk, omdat het overzichtsartikel alleen maar patiënt-controle studies bevatte en er was heterogeniteit tussen de studies.

Oorspronkelijke titel:
Effect of vitamin E supplementation on uterine cervical neoplasm: A meta-analysis of case-control studies by Hu X, Li S, [...], Zhu X.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5567498/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine E, overzichtsartikel/patiënt-controle studies/heterogeniteit tussen de studies en kanker.

Neoplasie (neoplasia) is een woord dat nieuwvorming betekent. Neoplasie omvat zowel goed- als kwaadaardige gezwellen. Uit kwaadaardige gezwellen kunnen kanker ontstaan.

Cervicale intra-epitheliale neoplasie (CIN), ook cervicale dysplasie genoemd, is een premaligne (pre-kwaadaardige) afwijking (dysplasie) van de cellen van de baarmoederhals.

Een hoge vitamine E inname is een inname die de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid vitamine E van minstens 1 dag dekt. Deze maaltijden leveren minstens 1 dag vitamine E.
 

Veel verzadigd vet verhoogt longkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen het eten van vet en de kans op het krijgen van longkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 prospectieve cohort studies met in totaal 1445850 deelnemers, waarvan 18822 mensen met longkanker.
De gemiddelde follow-up duur (de duur van de studie) was 9.4 jaar. 

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel vet vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van longkanker significant met 7% [HR = 1.07, 95% BI = 1.00 tot 1.15] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel verzadigd vet vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van longkanker significant met 14% [HR = 1.14, 95% BI = 1.07 tot 1.22] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel verzadigd vet vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van longkanker onder rokers significant met 23% [HR = 1.23, 95% BI = 1.13 tot 1.35] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel verzadigd vet vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van kleincellige longkanker significant met 40% [HR = 1.40, 95% BI = 1.17 tot 1.67] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel verzadigd vet vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van niet-kleincellige longkanker plaveiselcelcarcinoom significant met 61% [HR = 1.61, 95% BI = 1.38 tot 1.88] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel meervoudig onverzadigd vet vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van longkanker significant met 8% [HR = 0.92, 95% BI = 0.87 tot 0.98] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke vervanging met 5 energierprocent (5 En%) verzadigd vet door meervoudig onverzadgid vet, de kans op het krijgen van longkanker significant met 16-17% verlaagde.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van veel enkelvoudig onverzadigd vet en de kans op het krijgen van longkanker.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel verzadigd vet de kans op het krijgen van longkanker verhoogde, terwijl het eten van veel meervoudig onverzadigd vet de kans op het krijgen van longkanker verlaagde, met name onder rokers.

Oorspronkelijke titel:
Dietary Fat Intake and Lung Cancer Risk: A Pooled Analysis by Yang JJ, Yu D1, […], Shu XO.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28742456

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vetconsumptie en kanker.

Een dagelijkse voeding met veel verzadigd vet is een dagelijkse voeding met meer dan 10 En% verzadigd vet. Een dagelijkse voeding met meer dan 10 En% verzadigd vet is een dagelijkse voeding met veel producten/maaltijden die meer dan 10 En% verzadigd vet bevatten of anders gezegd, het gemiddelde van alle dagelijkse producten/maaltijden bevatten meer dan 10 En% verzadigd vet.
Welke maaltijden en producten uit de supermarkt meer dan 10 En% verzadigd vet bevatten, kunt u hier opzoeken.

Een dagelijkse voeding met weinig verzadigd vet is een dagelijkse voeding met minder dan 7 En% verzadigd vet. Welke maaltijden en producten uit de supermarkt minder dan 7 En% verzadigd vet bevatten, kunt u hier opzoeken.

 

Een dieet met 4.4 gram alfa-linoleenzuur gedurende 3 maanden verlaagt niet suikerziekte type 2

Onderzoeksvraag:
Hebben mensen met suikerziekte type 2 baat bij een dieet met veel ALA (alfa-linoleenzuur)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 RCT’s met 212 deelnemers met suikerziekte type 2.

De dosering van ALA varieerde tussen 1.5 tot 7.4  gram per dag. De studieduur was gemiddeld 3 maanden (2 tot 12 maanden). 87.5% van de studies werd als hoog gekwalificeerd (MQS ≥8).

De deelnemers aan de studies waren suikerpatiënten type 2 met een gemiddelde leeftijd van  54 jaar. Ze hadden overgewicht of obesitas.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat 4.4 gram alfa-linoleenzuur per dag gedurende 3 maanden het HbA1c-gehalte van suikerpatiënten type 2 niet significant [MD =  -0.01, 95% = -0.32 tot 0.31, p  =  0.96, I2  =  91%, p   0.00] verlaagde. Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat 5.4 gram alfa-linoleenzuur per dag gedurende 3 maanden het nuchter bloedglucosegehalte van suikerpatiënten type 2 niet significant [MD =  -0.07, 95% = -0.61 tot 0.76, p  =  0.84, I2  =  78%, p   0.001] verlaagde. 

De onderzoekers vonden dat 5.4 gram alfa-linoleenzuur per dag gedurende 3 maanden het nuchter insulinegehalte van suikerpatiënten type 2 niet significant [MD =  7.03, 95% = -5.84 tot 19.89, p  =  0.28, I2  =  82%, p   0.001] verlaagde. 

De onderzoekers concludeerden dat mensen met suikerziekte type 2 geen baat hadden bij een dieet met minimaal 4.4 gram alfa-linoleenzuur gedurende 3 maanden.

Oorspronkelijke titel:
The effect of alpha-linolenic acid on glycemic control in individuals with type 2 diabetes: A systematic review and meta-analysis of randomized controlled clinical trials by Jovanovski E1, Li D, […], Vuksan V.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5457843/

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier meer over suikerziekte en alfa-linoleenzuur.

4.4  gram alfa-linoleenzuur per dag komt overeen met 1 tot 2 eetlepels lijnzaden of chiazaden of 12 hele walnoten.
Welke producten, met name plantaardige oliën, veel alfa-linoleenzuur bevatten, kunt u hier opzoeken.
 

Een laag seleniumgehalte in het lichaam verhoogt de ziekte van Alzheimer

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het hebben van een laag seleniumgehalte in het lichaam de ziekte van Alzheimer?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 12 patiënt-controle studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat mensen met de ziekte van Alzheimer een lage seleniumbloedwaarde [SMD = -0.44] hadden dan mensen zonder de ziekte van Alzheimer. Deze lage seleniumbloedwaarde bleef ook gehandhaafd wanneer er gecorrigeerd werd voor de leeftijd.

De onderzoekers vonden dat mensen met de ziekte van Alzheimer weinig selenium in de rode bloedcellen [SMD = -0.52] hadden dan mensen zonder de ziekte van Alzheimer. Deze lage waarde bleef ook gehandhaafd wanneer er gecorrigeerd werd voor de leeftijd.

De onderzoekers vonden dat mensen met de ziekte van Alzheimer weinig selenium in het hersenvocht [SMD = -0.14] hadden dan mensen zonder de ziekte van Alzheimer. Deze lage waarde bleef ook gehandhaafd wanneer er gecorrigeerd werd voor de leeftijd.

De onderzoekers vonden ook een direct verband tussen het verlaagde seleniumgehalte en het antioxidatieve enzym glutathione peroxidase bij patiënten met de ziekte van Alzheimer.

De onderzoekers concludeerden dat een laag seleniumgehalte in het lichaam de ziekte van Alzheimer verhoogde. Verder verlaagde een laag seleniumgehalte ook het gehalte van het antioxidatieve enzym glutathione peroxidase bij patiënten met de ziekte van Alzheimer.

Oorspronkelijke titel:
A systematic review and meta-analysis of the circulatory, erythrocellular and CSF selenium levels in Alzheimer's disease: A metal meta-analysis (AMMA study-I) by Reddya VS, Bukkeb S, […], Pandeye AK.

Link:
http://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S0946672X1630205X%20

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over selenium en dementie.

Het slikken van vitamines of antioxidanten verlaagt niet blaaskanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van vitamines of antioxidanten het risico op het krijgen van blaaskanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 14 RCT’s met in totaal 147383 deelnemers, waarvan 89972 mensen in de supplementengroep en 57411 mensen in de controle groep (de niet supplementengroep).
De duur van de studies varieerde tussen 1 en 13 jaar.
De supplementengroep bestond onder andere uit vitamine A, vitamine B6, vitamine C, vitamine D, vitamin E, beta-caroteen, foliumzuur en/of selenium.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in gepoolde analyse van 14 RCT’s, waarbij gebruikt werd van het  fixed-effect model, geen verband tussen het slikken van vitamines of antioxidanten en het risico op het krijgen van blaaskanker [RR = 1.04, 95% BI =  0.92-1.17, I2 = 39.7%]. Er werd ook geen verband teruggevonden in de subgroepenanalyses.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het slikken van vitamine A en het krijgen van blaaskanker [RR = 0.86, 95% BI = 0.65-1.13, I2 = 61.7%, n = 5]. Geen verband want RR van 1 zat in de 95% BI van 0.65 tot 1.13. RR van 1 betekent geen risico/verband.
De onderzoekers vonden geen verband tussen het slikken van vitamine B6 en het krijgen van blaaskanker [RR = 0.77, 95% BI = 0.49-1.20, I2 = 78.8%, n = 3].
De onderzoekers vonden geen verband tussen het slikken van vitamine C en het krijgen van blaaskanker [RR = 0.74, 95% BI = 0.36-1.54, I2 = 88.8%, n = 2].
De onderzoekers vonden geen verband tussen het slikken van vitamine D en het krijgen van blaaskanker [RR = 1.05, 95% BI = 0.85-1.29, n = 1].
De onderzoekers vonden geen verband tussen het slikken van vitamine E en het krijgen van blaaskanker [RR = 0.91, 95% BI = 0.69-1.19, I2 = 60.9%, n = 6].
De onderzoekers vonden geen verband tussen het slikken van beta-caroteen en het krijgen van blaaskanker [RR = 1.19, 95% BI = 0.96-1.46, I2 = 0.0%, n = 6].
De onderzoekers vonden geen verband tussen het slikken van foliumzuur en het krijgen van blaaskanker [RR = 1.05, 95% BI = 0.85-1.29, n = 1].
De onderzoekers vonden geen verband tussen het slikken van selenium en het krijgen van blaaskanker [RR = 1.09, 95% BI = 0.81-1.46, I2 = 0.0%, n = 2].

De onderzoekers concludeerden dat geen verband bestond tussen het slikken van vitamines of antioxidanten en het risico op het krijgen van blaaskanker.

Oorspronkelijke titel:
Effects of Vitamin and Antioxidant Supplements in Prevention of Bladder Cancer: a Meta-Analysis of Randomized Controlled Trials by Park SJ, Myung SK, […], Lee YJ.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5334161/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamines, selenium, beta-caroteen, antioxidanten en kanker.