Voeding en gezondheid

Een hoog BMI verhoogt borstkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen BMI en borstkanker onder vrouwen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 12 prospectieve cohort studies met in totaal 22728674 vrouwen.
De gemiddelde follow-up duur (de duur van de studie) varieerde tussen 4.29 en 10.8 jaar.
De studiegrootte varieerde tussen 15054 en 1222630 vrouwen.
De studies waren goed opgezet met een Newcastle-Ottawa score van ≥7.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat elke verhoging van het BMI met 5 punten, de kans op het krijgen van borstkanker significant met 2% [SRR = 1.02, 95% BI = 1.01-1.04, p 0.001, I2 = 74.2%, p = 0.00] verhoogde. Dit verhoogde risico was ook significant in de sensitiviteitsanalyse.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyse dat een hoog BMI de kans op het krijgen van borstkanker onder premenopauzale vrouwen significant met 2% [SRR = 0.98, 95% BI = 0.96-0.99, p 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyse een lineair verband tussen het BMI en de kans op het krijgen van borstkanker zowel onder premenopauzale vrouwen als postmenopauzale vrouwen.

De onderzoekers concludeerden dat elke verhoging van het BMI met 5 punten, de kans op het krijgen van borstkanker onder vrouwen verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Association between body mass index and breast cancer risk: evidence based on a dose-response meta-analysis by Liu K, Zhang W, [...], Dai Z.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5783020/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over borstkanker en BMI.
 

Melkeiwittensupplementen in combinatie met krachttraining verhogen spiermassa bij ouderen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Wat is het effect van melkeiwittensupplementen alleen of in combinatie met krachttraining op het lichaamsgewicht, de vetmassa en de vetvrije mass van ouderen (≥ 60 jaar)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 RCT’s met in totaal 574 deelnemers (gemiddelde leeftijd van 60 tot 80.8 jaar).

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat melkeiwittensupplementen in combinatie met krachttraining geen significant effect hadden op het vetmassa [0.30, 95% BI = -0.25 tot 0.86 kg of het lichaamsgewicht bij ouderen [1.02, 95% BI = -0.01 tot 2.04 kg].

De onderzoekers vonden dat melkeiwittensupplementen in combinatie met krachttraining het vetvrije massa (=spiermasa) bij ouderen significant verhoogde [0.74, 95% BI = 0.30 tot 1.17 kg], met name bij studies met meer dan 55 deelnemers [0.73, 95% BI = 0.30 tot 1.16 kg] en bij studies met deelnemers met ouderdomsgerelateerde medische aandoeningen [1.60, 95% BI = 0.92 tot 2.28 kg].

De onderzoekers concludeerden dat melkeiwittensupplementen in combinatie met krachttraining het vetvrije massa (=spiermasa) bij ouderen (≥ 60 jaar) verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Effects of Milk Proteins Supplementation in Older Adults Undergoing Resistance Training: A Meta-Analysis of Randomized Control Trials by Hidayat K, Chen GC, […], Qin LQ.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29380851

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier meer over sportvoeding, krachttraining, ouderdom en eiwitten.

Groente en fruit verlagen het metabole syndroom

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van groenten en/of fruit de kans op het krijgen van het metabole syndroom?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 20 cross-sectionele studies, 1 patiënt-controle studie en 5 cohort studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 16 studies dat het dagelijks eten van veel groente vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van het metabole syndroom significant met 11% [multivariable-adjusted RR = 0.89, 95% BI = 0.85-0.93, p 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 16 studies dat het dagelijks eten van veel fruit vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van het metabole syndroom significant met 19% [multivariable-adjusted RR = 0.81, 95% BI = 0.75-0.88, p 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 8 studies dat het dagelijks eten van zowel veel groente als fruit vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van het metabole syndroom significant met 25% [multivariable-adjusted RR = 0.75, 95% BI = 0.63-0.90, p 0.002] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het dagelijks eten van veel groente en/of fruit de kans op het krijgen van het metabole syndroom verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Associations of vegetable and fruit consumption with metabolic syndrome. A meta-analysis of observational studies by Zhang Y and Zhang DZ.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29506604

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het metabole syndroom en groente- en fruitconsumptie.

Deze maaltijden en producten uit de supermarkt zijn geschikt voor mensen met het metabole syndroom.

Veel groente en/of fruit komt overeen met een dagelijkse consumptie van minimaal 200 gram groente en/of fruit.
Deze maaltijden leveren minimaal 200 gram groente.
 

Vitamine D-gehalte tussen 25 en 35 ng/mL verlaagt ziekte van Alzheimer

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een dosisafhankelijk verband tussen het vitamine D-gehalte in het bloed en de kans op het krijgen van dementie en de ziekte van Alzheimer?
 

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 7 prospectieve cohort studies en 1 retrospectieve cohort studie met 1953 mensen met dementie en 1607 mensen met de ziekte van Alzheimer onder 28354 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden geen verband tussen het vitamine D-gehalte tussen 10 en 20 ng/mL en de kans op het krijgen van dementie [HR = 1.09, 95% BI = 0.95 tot 1.24].
Geen verband want HR van 1 zat in de 95% BI van 0.95 tot 1.24. HR van 1 betekent geen verband/risico.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het vitamine D-gehalte tussen 10 en 20 ng/mL en de kans op het krijgen van de ziekte van Alzheimer [HR = 1.19, 95% BI = 0.96 tot 1.41].

De onderzoekers vonden dat het vitamine D-gehalte lager dan 10 ng/mL, de kans op het krijgen van dementie significant met 33% [HR = 1.33, 95% BI = 1.08 tot 1.58] verhoogde.
Significant want HR van 1 zat niet in de 95% BI van 1.08 tot 1.58. HR van 1 betekent geen verband/risico.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het vitamine D-gehalte lager dan 10 ng/mL en de kans op het krijgen van de ziekte van Alzheimer [HR = 1.31, 95% BI = 0.98 tot 1.65]

De onderzoekers vonden dat het vitamine D-gehalte van 25 ng/mL, de kans op het krijgen van dementie significant verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het vitamine D-gehalte tussen 25 en 35 ng/mL, de kans op het krijgen van de ziekte van Alzheimer significant verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het vitamine D-gehalte tussen 25 en 35 ng/mL, de kans op het krijgen van dementie en de ziekte van Alzheimer verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Vitamin D status and risk of dementia and Alzheimer's disease: A meta-analysis of dose-response by Jayedi A, Rashidy-Pour A and Shab-Bidar S.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29447107

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over cohort/patiënt-controle studies, dementie en vitamine D.
 

Dagelijks veel yoghurt en kaas verlaagt heupfracturen

Onderzoeksvraag:
De consumptie van zuivelproducten kan het risico op het krijgen van heupfracturen beïnvloeden, maar eerdere studies laten inconsistente resultaten zien. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt de consumptie van zuivelproducten de kans op het krijgen van heupfracturen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 cohort studies (met in totaal 8613 mensen met heupfracturen onder 363557 deelnemers. De follow-up duur varieerde tussen 3 en 22 jaar) en 8 patiënt-controle studies (met in totaal 3815 mensen met heupfracturen en 6415 mensen zonder heupfracturen).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in cohort studies geen verband tussen de consumptie van zowel veel melk [gepoolde RR = 0.91, 95% BI = 0.74-1.12] als (totale) zuivelproducten [gepoolde RR = 1.02, 95% BI = 0.93-1.12] en de kans op het krijgen van heupfracturen.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat het eten van veel yoghurt vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van heupfracturen significant met 25% [gepoolde RR = 0.75, 95% BI = 0.66-0.86] verlaagde. Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat het eten van veel kaas vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van heupfracturen significant met 32% [gepoolde RR = 0.68, 95% BI = 0.61-0.77] verlaagde. Significant omdat RR van 1 niet in de 95% BI van 0.61 tot 0.77 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden in patiënt-controle studies dat het drinken van 200 tot 600 gram melk per dag, de kans op het krijgen van heupfracturen significant verlaagde.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat het drinken van 0 tot 600 gram melk per dag, de kans op het krijgen van heupfracturen significant verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel yoghurt en kaas, de kans op het krijgen van heupfracturen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dairy product consumption and risk of hip fracture: a systematic review and meta-analysis by Bian S, Hu J, [...], Ma J.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5778815/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over cohort/patiënt-controle studies, zuivelconsumptie en ouderdom.
De resultaten gevonden in patiënt-controle studies zijn minder betrouwbaar dan in cohort studies.

Veel thee verlaagt heupfracturen onder vrouwen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verschillende studies zijn uitgevoerd naar de relatie tussen het drinken van thee en het risico op het krijgen van botontkalking (osteoporose). Echter, de resultaten waren tegenstrijdig en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het drinken van thee botontkalking?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 2 prospectieve cohort studies, 4 patiënt-controle studies en 11 cross-sectionele studies met in totaal 107819 mensen met botontkalking. De belangrijkste symptoom van botontkalking in deze studies waren heupfracturen. 10 studies (inclusief alle patiënt-controle studies en cohort studies) waren van hoge kwaliteit oftewel goed opgezet.

Er was geen pubicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het drinken van veel thee vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van botontkalking significant met 38% [OR = 0.62, 95% BI = 0.46-0.83, I2  =  94%, p    0.01] verlaagde. Toen de heterogeniteit werd verlaagd, bleef het verlaagde risico nog steeds significant [95% BI = 0.57-0.74, I2 = 30%].
Dit significant verlaagde risico bleef gehandhaafd in de supgroepenanalyses.

De onderzoekers vonden dat het drinken van veel thee vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van heupfracturen significant met 26% [OR  =  0.74, 95% BI = 0.63-0.88] verlaagde. 

De onderzoekers vonden onder vrouwen een significant verlaagde risico van 27% [OR  =  0.73, 95% CI = 0.54-0.99] voor het krijgen van botontkalking.

De onderzoekers concludeerden dat het drinken van veel thee, de kans op het krijgen van botontkalking, met name heupfracturen en met name onder vrouwen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Association between tea consumption and osteoporosis: A meta-analysis by Sun K, Wang L, [...], Li X.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5728912/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over thee consumptie en ouderdom.


 

Visoliesupplementen verbeteren niet de insulinegevoeligheid van mensen met suikerziekte type 2

Onderzoeksvraag:
Verbetert het slikken van visoliesupplementen de insulinegevoeligheid?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 17 RCT’s (1 crossover en de rest is parallel) met in totaal 672 deelnemers.
De dosering van visoliesupplement varieerde tussen 1 en 4 gram per dag.

De duur van de studie varieerde tussen 4 en 24 weken.
Er was geen publicatie bias.


Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in gepoolde analyse dat het slikken van visoliesupplementen geen effect had op de insulinegevoeligheid [SMD = 0.17, 95% BI = -0.15 tot 0.48, p = 0.292, I2 = 58.1%, p = 0.001].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyse dat het slikken van visoliesupplementen een significant positief effect had op de insulinegevoeligheid bij mensen met tenminste een van de symptomen van stofwisselingsstoornissen [SMD = 0.53, 95% BI = 0.17-0.88, p 0.001].
Echter, het slikken van visoliesupplementen had geen effect op de insulinegevoeligheid bij gezonde mensen en mensen met suikerziekte type 2.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyse dat het slikken van visoliesupplementen tot 12 weken een significant positief effect had op de insulinegevoeligheid [SMD = 0.31, 95% BI = 0.01-0.61, p = 0.04]. Echter, het effect was niet meer significant na 12 weken.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van 1-4 g visoliesupplementen per dag gedurende een periode van 12 weken, de insulinegevoeligheid van mensen met tenminste een van de symptomen van stofwisselingsstoornissen (=mensen met het metabole syndroom) verbeterde. Echter, het verbeterde niet de insulinegevoeligheid van mensen met suikerziekte type 2.

Oorspronkelijke titel:
Fish oil supplementation and insulin sensitivity: a systematic review and meta-analysis by Gao H, Geng T, [...], Zhao Q.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5496233/

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier meer over suikerziekte en visoliesupplementen.
Een verbeterde insulinegevoeligheid verlaagt de kans op het krijgen van suikerziekte type 2.
In visoliesupplementen zitten vaak EPA en DHA.
 

Vis verlaagt heupfracturen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt zowel het eten van vis als n-3 PUFA’s de kans op het krijgen van heupfracturen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 7 prospectieve cohort studies en 3 patiënt-controle studies met in totaal 292657 deelnemers. De deelnemers waren minimaal 20 jaar.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van vis, de kans op het krijgen van heupfracturen significant met 12% verlaagde [gepoold effect = 0.88, 95% BI = 0.79-0.98, p = 0.02] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van n-3 PUFA’s, de kans op het krijgen van heupfracturen significant met 12% verlaagde [gepoold effect = 0.88, 95% BI = 0.80-0.98, p = 0.02] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat zowel het eten van vis als n-3 PUFA’s, de kans op het krijgen van heupfracturen verlaagden.

Oorspronkelijke titel:
Dietary intake of fish, n-3 polyunsaturated fatty acids and risk of hip fracture: A systematic review and meta-analysis on observational studies by Sadeghi O, Djafarian K, […], Shab-Bidar S.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29244536

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over visconsumptie en ouderdom.

Het vet in vis is allemaal n-3 PUFA’s.

Deze maaltijden bevatten vis.

Een laag vet dieet verlaagt cholesterogehalte van mensen met overgewicht of obesitas

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt een dieet met weinig vet het cholesterolgehalte van mensen met overgewicht of obesitas zonder stofwisselingsstoornissen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 20 RCTs met in totaal 2106 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het volgen van een laag vet dieet vergeleken met een hoog vet dieet, het totale cholesterolgehalte van mensen met overgewicht of obesitas significant met 7.05 mg/dL [95% BI = -11.30 tot -2.80, p = 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het volgen van een laag vet dieet vergeleken met een hoog vet dieet, het LDL-cholesterolgehalte (slecht cholesterol) van mensen met overgewicht of obesitas significant met 4.41 mg/dL [95% BI = -7.81 tot -1.00, p = 0.011] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het volgen van een laag vet dieet vergeleken met een hoog vet dieet, het HDL-cholesterolgehalte (goed cholesterol) van mensen met overgewicht of obesitas significant met 2.57 mg/dL [95% BI = -3.85 tot -1.28, p 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het volgen van een laag vet dieet vergeleken met een hoog vet dieet, het bloedvetgehalte van mensen met overgewicht of obesitas significant met 11.68 mg/dL [95% BI = 5.90 tot 17.45, p 0.011] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat het volgen van een laag vet dieet zowel het goede (HDL-cholesterol) als het slechte cholesterogehalte (LDL-cholesterol) van mensen met overgewicht (BMI = 25-30) of obesitas (BMI >30) zonder stofwisselingsstoornissen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effects of low-fat compared with high-fat diet on cardiometabolic indicators in people with overweight and obesity without overt metabolic disturbance: a systematic review and meta-analysis of randomised controlled trials by Lu M, Wan Y, [...], Li D.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29212558

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over cholesterol, overgewicht en vet.

Een dieet met weinig vet is een dieet met maximaal 30 En% vet, waarvan maximaal 7 En% verzadigd vet. De makkelijkste manier om een dieet met maximaal 30 En% vet, waarvan maximaal 7 En% verzadigd vet te volgen, is door te kiezen voor alleen maar producten/maaltijden met maximaal 30 En% vet, waarvan maximaal 7 En% verzadigd vet. Welke producten uit de supermarkt maximaal 30 En% vet, waarvan maximaal 7 En% verzadigd vet bevatten, kunt u hier opzoeken.

Deze maaltijden leveren maximaal 30 En% vet, waarvan maximaal 7 En% verzadigd vet.
 

Een hoge vitamine A via voeding verhoogt heupfracturen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een relatie tussen vitamine A en de kans op het krijgen van fracturen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 prospectieve cohort studies en 2 geneste patiënt-controle studies met in totaal 319077 deelnemers, waarvan 109056 post-menopauzale vrouwen (=vrouwen na de menopauze. De leeftijd van de laatste menstruatie (menopauze) is gemiddeld 51 jaar).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge inname van retinol (dierlijke variant van vitamine A) via voeding, de kans op het krijgen van fracturen significant met 5% [RR = 0.95, 95% BI = 0.91-1.00, I2 = 30.01%, p = 0.40] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge inname van retinol (dierlijke variant van vitamine A) via voeding, de kans op het krijgen van heupfracturen significant met 40% [RR = 1.40, 95% BI = 1.02-1.91, I2 = 64.64%, p = 0.04] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat een hoge inname van vitamine A (zowel dierlijke als plantaardige variant van vitamine A) via voeding, de kans op het krijgen van fracturen significant met 6% [RR = 0.94, 95% BI = 0.88-0.99, I2 = 35.18%, p = 0.20] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge inname van vitamine A (zowel dierlijke als plantaardige variant van vitamine A) via voeding, de kans op het krijgen van heupfracturen significant met 29% [RR = 1.29, 95% BI = 1.06-1.57, I2 = 0.00%, p = 0.60] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat een lage retinolbloedwaarde, de kans op het krijgen van heupfracturen significant met 27% [RR = 1.27, 95% BI = 1.05-1.53, I2 = 0.00%, p = 0.62] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat een hoge vitamine A-inname via voeding, de kans op het krijgen van heupfracturen verhoogde. Echter, het verlaagde de kans op het krijgen van totale fracturen.

Oorspronkelijke titel:
The Effect of Vitamin A on Fracture Risk: A Meta-Analysis of Cohort Studies by Zhang X, Zhang R, [...], Chen G.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5615580/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine A en ouderdom.

Post-menopauzale vrouwen zijn vrouwen na de menopauze. De leeftijd van de laatste menstruatie (menopauze) is gemiddeld 51 jaar. Dus post-menopauzale vrouwen zijn vrouwen vaak ouder dan 51 jaar.

Vitamine A bestaat uit de dierlijke variant, retinol en de plantaardige variant, beta-caroteen.
 

Veel vezels via voeding verlaagt mogelijk het metabole syndroom

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van vezels de kans op het krijgen van het metabole syndroom?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 cross-sectionele studies en 3 cohort studies.

Er was publicatie bias bij cross-sectionele studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in cross-sectionele studies dat het eten van veel vezels vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van het metabole syndroom significant met 33% [OR = 0.67, 95% BI = 0.58-0.78, I2 = 32.4%, p = 0.181] verlaagde.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat het eten van veel vezels vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van het metabole syndroom niet significant met 14% [RR = 0.86, 95% BI = 0.70-1.06] verlaagde. Niet significant wil zeggen, er kan niet met 95% betrouwbaarheid gezegd worden dat het eten van veel vezels de kans op het krijgen van het metabole syndroom werkelijk met 14% verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel vezels, de kans op het krijgen van het metabole syndroom waarschijnlijk verlaagde. Waarschijnlijk omdat er sprake was van publicatie bias bij cross-sectionele studies en geen significant verband werd gevonden in cohort studies.

Oorspronkelijke titel:
Dietary Fiber and Metabolic Syndrome: A Meta-Analysis and Review of Related Mechanisms by Chen JP, Chen GC, [...], Bai Y.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29278406

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over overzichtsartikel/publicatie bias, het metabole syndroom en vezelconsumptie.

De conclusie van een overzichtsartikel is pas betrouwbaar wanneer er geen sprake is van publicatie bias (=studies met ongewenste resultaten worden niet gepubliceerd) en het gevonden verband ook significant is in cohort studies.

Bereken hier of u overgewicht hebt of niet?

Mensen met het metabole syndroom worden aangeraden te kiezen voor de volgende producten en maaltijden.
 

Veel groente of fruit verlaagt het metabole syndroom onder Aziaten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van groente en/of fruit de kans op het krijgen van het metabole syndroom?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 9 observationele studies.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel fruit vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van het metabole syndroom significant met 13% [OR = 0.87, 95% BI = 0.82 tot 0.92, I2 = 46.7%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel groente vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van het metabole syndroom significant met 15% [OR = 0.85, 95% BI = 0.80 tot 0.91, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel groente en fruit vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van het metabole syndroom significant met 24% [OR = 0.76, 95% BI = 0.62 tot 0.93, I2 = 83.5%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in subgroepenanalyses dat het eten van veel fruit vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van het metabole syndroom onder Aziaten significant met 14% [OR = 0.86, 95% BI = 0.77 tot 0.96] verlaagde. Echter, dit verlaagde risico was niet significant onder andere bevolkingsgroepen.

De onderzoekers vonden in subgroepenanalyses dat het eten van veel groente vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van het metabole syndroom onder Aziaten significant met 14% [OR = 0.86, 95% BI = 0.80 tot 0.92] verlaagde. Echter, dit verlaagde risico was niet significant onder andere bevolkingsgroepen.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel groente en/of fruit de kans op het krijgen van het metabole syndroom onder Aziaten verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Fruit and vegetable consumption and risk of the metabolic syndrome: a meta-analysis by Tian Y, Su L, [...], Jiang X.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29151369

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over overzichtsartikel/publicatie bias, het metabole syndroom en groente en fruit consumptie. 

Bereken hier of u overgewicht hebt of niet?

Mensen met het metabole syndroom worden aangeraden te kiezen voor de volgende producten/maaltijden.
 

Groente en fruit verlagen cognitieve stoornissen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van groente en fruit de kans op het krijgen van cognitieve stoornissen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 6 cohort studies met in totaal 21175 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van groente en fruit, de kans op het krijgen van cognitieve stoornissen significant met 26% [gepoolde RR = 0.74, 95% BI = 0.62-0.88, I2 = 68%] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van groente en fruit, de kans op het krijgen van cognitieve stoornissen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Intake of Fruit and Vegetables and the Incident Risk of Cognitive Disorders: A Systematic Review and Meta-Analysis of Cohort Studies by Wu L, Sun D and Tan Y.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29188891

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over groenten en fruit en dementie.
 

Teveel vet in het lichaam vermindert de botmassa

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Wetenschappelijke literatuur laat tegenstrijdig bewijs zien over de relatie tussen adipositas en botmassa bij mensen met overgewicht en obesitas. Daarom werd dit overzichtsartikel (meta-analyse) uitgevoerd.

Verlaagt het hebben van vetlijvigheid (een hoog vetpercentage in het lichaam oftewel adipositas) de botmassa bij mensen met overgewicht (BMI = 25-30) en obesitas (BMI > 30)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 16 studies met in totaal 2587 deelnemers. 

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden sterk bewijs dat een hoge relatieve (%) vetmassa de botmassa bij mannen significant deed afnemen [R = -0.37, 95% BI = -0.57 tot -0.12].

De onderzoekers vonden sterk bewijs dat een hoge relatieve vetmassa de botmassa bij mensen tot 25 jaar significant deed afnemen [R = -0.28, 95% BI = -0.45 tot -0.08].

De onderzoekers concludeerden dat een hoge relatieve (%) vetmassa de botmassa bij mannen  en mensen tot 25 jaar met overgewicht (BMI = 25-30) en obesitas (BMI > 30) deed afnemen. Dus om botverlies bij mensen met overgewicht of obesitas te voorkomen, worden voedings- en bewegingsprogramma's aanbevolen die gericht zijn op een gecontroleerde vermindering van de vetmassa met gelijktijdig behoud van vetvrije massa (oftewel spiermassa).

Oorspronkelijke titel:
Influence of adipose tissue mass on bone mass in an overweight or obese population: systematic review and meta-analysis by Dolan E, Swinton PA, […], O'Reilly J.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29028271

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over overgewicht

Bereken hier of u overgewicht hebt of niet?

Mens met overgewicht of obesitas worden aangeraden te kiezen voor een dieet met maximaal 30 En% vet, waarvan maximaal 7 En% verzadigd vet en minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal.
De makkelijkste manier om dit dieet te volgen, is door te kiezen voor alleen producten/maaltijden met maximaal 30 En% vet, waarvan maximaal 7 En% verzadigd vet en minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal.
Echter, de meest praktische manier om dit dieet te volgen is, al uw dagelijks gegeten producten/maaltijden moet gemiddeld maximaal 30 En% vet, waarvan maximaal 7 En% verzadigd vet en minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal bevatten.

Krachttraining is de makkelijkste manier om vetmassa te verminderen met gelijktijdig behoud van vetvrije massa (spiermassa).

Een lage botmassa verhoogt de kans op botbreuk. De botmassa kan verhoogd worden door krachttraining.
 

28 gram volle granen per dag verlaagt doodgaan aan hart- en vaatziekten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van volle granen de kans op doodgaan (mortaliteit)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 19 cohort studies met in totaal 1041692 deelnemers, waarvan  96710 doden.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel volle granen de kans op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit) significant met 16% [RR = 0.84, 95% BI = 0.81-0.88, n = 9] verlaagde. Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel volle granen de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten significant met 17% [RR = 0.83, 95% BI = 0.79-0.86, n = 8] verlaagde. Significant omdat RR van 1 niet in de 95% BI van 0.79 tot 0.86 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico. 

De onderzoekers vonden dat het eten van veel volle granen de kans op doodgaan aan kanker niet significant met 6% [RR = 0.94, 95% BI = 0.87-1.01, n = 14] verlaagde.
Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden een non-lineair verband tussen het eten van volle granen en de kans op doodgaan aan alle oorzaken, hart- en vaatziekten en kanker.

De onderzoekers vonden dat het eten van elke 28 gram volle granen per dag, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 9% [RR = 0.91, 95% BI = 0.90-0.93] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van elke 28 gram volle granen per dag, de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten significant met 14% [RR = 0.86, 95% BI = 0.83-0.89] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van elke 28 gram volle granen per dag, de kans op doodgaan aan kanker significant met 3% [RR = 0.97, 95% BI = 0.95-0.99] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel volle granen (minimaal 28 gram per dag) de kans op doodgaan aan alle oorzaken, hart- en vaatziekten en kanker verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Association of whole grain intake with all-cause, cardiovascular, and cancer mortality: a systematic review and dose-response meta-analysis from prospective cohort studies by Zhang B, Zhao Q, [...], Wang X.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29091078

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over overzichtsartikel/cohort, volkorenproducten, kanker en hart- en vaatziekten.
Volkorenproducten worden gemaakt van volle granen. Volkorenproducten zijn onder andere muesli-producten, havermoutpap en roggebrood.

Dagelijks 50 mg vitamine C via voeding verlaagt heupfracturen

Onderzoeksvraag:
Eerdere studies lieten inconsistente bevindingen zien met betrekking tot het verband tussen de inname van vitamine C en het risico op het krijgen van heupfracturen. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het eten van vitamine C de kans op het krijgen van heupfracturen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 6 studies met 7908 mensen zonder heupfracturen en 2899 mensen met heupfracturen.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel vitamine C vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van heupfracturen significant met 27% [OR = 0.73, 95% BI = 0.55-0.97, I2 = 69.1%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke 50 mg vitamine C per dag via voeding, de kans op het krijgen van heupfracturen significant met 5% [OR = 0.95, 95% BI = 0.91-1.00, p = 0.05] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel vitamine C (minimaal 50 mg per dag) de kans op het krijgen van heupfracturen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary vitamin C intake and the risk of hip fracture: a dose-response meta-analysis by Sun Y, Liu C, […], Lu Q.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29101410

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine C en ouderdom.

Deze maaltijden leveren minimaal 50 mg vitamine C per dag.

Een lage vitamine D status in het lichaam verslecht het geheugen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen vitamine D en het verbeteren van het geheugen van gezonde volwasssenen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 26 observationele studies (cross-sectionele en cohort studies) en 3 interventie studies (studies in mensen) (n = 19-9556).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 26 observationele studies, dat een lage vitamine D status in het lichaam de cognitieve prestaties van gezonde volwasssenen significant met 24% verslechtte [OR = 1.24, BI = 1.14-1.35]. Deze bevinding was sterker in cross-sectionele studies dan in cohort studies.

De onderzoekers vonden in 26 observationele studies, dat een lage vitamine D status in het lichaam de cognitieve achteruitgang van gezonde volwasssenen significant met 26% verhoogde [OR = 1.26, BI = 1.09-1.23]. Deze bevinding was sterker in cross-sectionele studies dan in cohort studies.

De onderzoekers vonden in de interventie studies dat het slikken van vitamine D de cognitie van gezonde volwasssenen niet significant verbeterde [SMD = 0.21, CI = -0.05 tot 0.46]. Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers concludeerden dat een lage vitamine D status in het lichaam, het geheugen van gezonde volwasssenen verslechtte.

Oorspronkelijke titel:
A Systematic Review and Meta-Analysis of The Effect of Low Vitamin D on Cognition by Goodwill AM and Szoeke C.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28758188

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine D en dementie.

De vitamine D status in het lichaam kan verhoogd worden door vitamine D supplementen te slikken, vitamine D-rijke levensmiddelen te eten en/of vaker in zonlicht door te brengen. Vitamine D wordt door zonlicht aangemaakt.

Een laag zink- en ijzergehalte verhogen ziekte van Alzheimer

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen het bloed zink-, koper- en ijzergehalte en de ziekte van Alzheimer?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 44 patiënt-controle studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 35 patiënt-controle studies (2128 mensen met de ziekte van Alzheimer and 2889 mensen zonder de ziekte van Alzheimer), dat het serum kopergehalte van mensen met de ziekte van Alzheimer significant hoger was dan van mensen zonder de ziekte van Alzheimer [MD = 9.13, 95% BI = 6.17 tot 12.09, p 0.00001].

De onderzoekers vonden in 22 patiënt-controle studies (1027 mensen met de ziekte van Alzheimer and 1949 mensen zonder de ziekte van Alzheimer), dat het serum zinkgehalte van mensen met de ziekte van Alzheimer significant lager was dan van mensen zonder de ziekte van Alzheimer [MD = -7.80, 95% BI = -11.61 tot -3.99, p = 0.0001].

De onderzoekers vonden in 25 patiënt-controle studies (1379 mensen met de ziekte van Alzheimer and 1664 mensen zonder de ziekte van Alzheimer), dat het serum ijzergehalte van mensen met de ziekte van Alzheimer significant lager was dan van mensen zonder de ziekte van Alzheimer [MD = -13.01, 95% BI = -20.75 tot -5.27,  p = 0.001].

De onderzoekers concludeerden dat patiënten met de ziekte van Alzheimer een verhoogd serum kopergehalte hadden, terwijl zowel het serum zink- als ijzergehalte verlaagd waren bij deze patiënten.  

Oorspronkelijke titel:
Serum Copper, Zinc, and Iron Levels in Patients with Alzheimer's Disease: A Meta-Analysis of Case-Control Studies by Li DD, Zhang W, [...], Zhao P.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5605551/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over zink, koper, ijzer en dementie.
Het zink- en ijzergehalte in het lichaam kunnen verhoogd worden door zink- en ijzerijke levensmiddelen te eten en/of zink- en ijzersupplementen te slikken.

Veel natrium in het lichaam verhoogt het metabole syndroom

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt zowel een hoge natriuminname via voeding als een hoog natriumgehalte in het lichaam, de kans op het krijgen van het metabole syndroom?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 17 observationele studies met in totaal 66274 deelnemers. 

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het natriumgehalte, met name het natriumgehalte van de urine van mensen met het metabole syndroom significant hoger was dan van mensen zonder het metabole syndroom [Hedges' g = 0.21, 95% BI = 0.12-0.29, I2 = 68.6%].

De onderzoekers vonden dat een hoge natriuminname via voeding, een hoog natriumgehalte via de urine of een hoog serum natriumgehalte de kans op het krijgen van het metabole syndroom significant met 37% [OR = 1.37, 95% BI = 1.31-1.42, I2 = 86.9%] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat zowel een hoge natriuminname via voeding als een hoog natriumgehalte in het lichaam, de kans op het krijgen van het metabole syndroom verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Sodium status and the metabolic syndrome: A systematic review and meta-analysis of observational studies by Soltani S, Kolahdouz Mohammadi R, […], Salehi-Abargouei A.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28846446

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het metabole syndroom en natrium
Natrium is een onderdeel van keukenzout oftewel natriumchloride.
Natriumrijke oftewel zoutrijke producten zijn producten met meer dan 0.3 gram zout per 100 kcal. Deze producten zijn zoutrijk.
Een zoutrijk dieet is een dieet dat grotendeels bestaat uit producten met meer dan 0.3 gram zout per 100 kcal.

Dagelijks 12 gram noten verlaagt doodgaan aan hart- en vaatziekten en kanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van noten de mortaliteit (doodgaan aan)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 18 cohort studies met 81034 doden.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 18 studies met 81034 doden, dat het eten van veel noten, met name pinda en boomnoten vergeleken met weinig, de kans op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit) significant met 19% [RR = 0.81, 95% BI = 0.78-0.84] verlaagde. Dit significant verlaagde risico bleef gehandhaafd in de subgroepenanalyses en de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers vonden in 17 studies met 20381 doden, dat het eten van veel noten, met name pinda en boomnoten vergeleken met weinig, de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten significant met 25% [RR = 0.75, 95% BI = 0.71-0.79] verlaagde. Dit significant verlaagde risico bleef gehandhaafd in de subgroepenanalyses en de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers vonden in 14 studies met 10438 doden, dat het eten van veel noten, met name pinda en boomnoten vergeleken met weinig, de kans op doodgaan aan coronaire hartziekte significant met 27% [RR = 0.73, 95% BI = 0.67-0.80] verlaagde. Dit significant verlaagde risico bleef gehandhaafd in de subgroepenanalyses en de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers vonden in 13 studies met 4850 doden, dat het eten van veel noten, met name pinda en boomnoten vergeleken met weinig, de kans op doodgaan aan een beroerte significant met 18% [RR = 0.82, 95% BI = 0.73-0.91] verlaagde. Dit significant verlaagde risico bleef gehandhaafd in de subgroepenanalyses en de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers vonden in 11 studies met 21353 doden, dat het eten van veel noten, met name pinda en boomnoten vergeleken met weinig, de kans op doodgaan aan kanker significant met 13% [RR = 0.87, 95% BI = 0.80-0.93] verlaagde. Dit significant verlaagde risico bleef gehandhaafd in de subgroepenanalyses en de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers vonden een non-lineair verband tussen het eten van noten en het verlaagde risico op doodgaan aan zowel alle oorzaken, hart- en vaatziekten, coronaire hartziekte als aan een beroerte. Het verlaagde risico nam niet meer toe na 12 gram noten per dag.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van maximaal 12 gram noten, met name pinda en boomnoten per dag, de kans op doodgaan aan zowel alle oorzaken, hart- en vaatziekten, coronaire hartziekte, kanker als aan een beroerte verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Nut consumption in relation to all-cause and cause-specific mortality: a meta-analysis 18 prospective studies by Chen GC, Zhang R, [...], Qin LQ.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28875220

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over notenconsumptie, hart- en vaatziekten, een beroerte, kanker en ouderdom.

Het metabole syndroom verhoogt een ischemische beroerte

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het metabole syndroom de kans op het krijgen van een beroerte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 16 prospectieve cohort studies met in totaal met 116496 deelnemers, die aan het begin van de studie geen hart- en vaatziekten hadden.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden vergeleken met mensen zonder het metabole syndroom, dat mensen met het metabole syndroom een significante verhoogde risico van 70% [gepoolde RR = 1.70, 95% BI = 1.49-1.95] hadden op het krijgen van een beroerte. Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden vergeleken met mensen zonder het metabole syndroom, dat mensen met het metabole syndroom een significante verhoogde risico van 112% [gepoolde RR = 2.12, 95% BI = 1.46-3.08] hadden op het krijgen van een ischemische beroerte.

De onderzoekers vonden vergeleken met mensen zonder het metabole syndroom, dat mensen met het metabole syndroom een non-significante verhoogde risico van 48% [gepoolde RR = 1.48, 95% BI = 0.98-2.14] hadden op het krijgen van een hemorragische beroerte. Non-significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden vergeleken met vrouwen zonder het metabole syndroom, dat vrouwen met het metabole syndroom een significante verhoogde risico van 83% [gepoolde RR = 1.83, 95% BI = 1.31-2.56] hadden op het krijgen van een beroerte.

De onderzoekers vonden vergeleken met mannen zonder het metabole syndroom, dat mannen met het metabole syndroom een significante verhoogde risico van 47% [gepoolde RR = 1.47, 95% BI = 1.22-1.78] hadden op het krijgen van een beroerte.

De onderzoekers concludeerden dat het metabole syndroom de kans op het krijgen van een beroerte, met name een ischemische beroerte verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Metabolic syndrome and stroke: A meta-analysis of prospective cohort studies by Li X, Li X, […], Gao Q.

Link:
http://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S0967586816311079

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het metabole syndroom en het voorkomen van een beroerte

Mensen met overgewicht of het metabole syndroom worden aangeraden te kiezen voor de volgende producten en maaltijden.

Een laag seleniumgehalte in het lichaam verhoogt de ziekte van Alzheimer

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het hebben van een laag seleniumgehalte in het lichaam de ziekte van Alzheimer?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 12 patiënt-controle studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat mensen met de ziekte van Alzheimer een lage seleniumbloedwaarde [SMD = -0.44] hadden dan mensen zonder de ziekte van Alzheimer. Deze lage seleniumbloedwaarde bleef ook gehandhaafd wanneer er gecorrigeerd werd voor de leeftijd.

De onderzoekers vonden dat mensen met de ziekte van Alzheimer weinig selenium in de rode bloedcellen [SMD = -0.52] hadden dan mensen zonder de ziekte van Alzheimer. Deze lage waarde bleef ook gehandhaafd wanneer er gecorrigeerd werd voor de leeftijd.

De onderzoekers vonden dat mensen met de ziekte van Alzheimer weinig selenium in het hersenvocht [SMD = -0.14] hadden dan mensen zonder de ziekte van Alzheimer. Deze lage waarde bleef ook gehandhaafd wanneer er gecorrigeerd werd voor de leeftijd.

De onderzoekers vonden ook een direct verband tussen het verlaagde seleniumgehalte en het antioxidatieve enzym glutathione peroxidase bij patiënten met de ziekte van Alzheimer.

De onderzoekers concludeerden dat een laag seleniumgehalte in het lichaam de ziekte van Alzheimer verhoogde. Verder verlaagde een laag seleniumgehalte ook het gehalte van het antioxidatieve enzym glutathione peroxidase bij patiënten met de ziekte van Alzheimer.

Oorspronkelijke titel:
A systematic review and meta-analysis of the circulatory, erythrocellular and CSF selenium levels in Alzheimer's disease: A metal meta-analysis (AMMA study-I) by Reddya VS, Bukkeb S, […], Pandeye AK.

Link:
http://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S0946672X1630205X%20

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over selenium en dementie.

Een hoger DHA-gehalte in het bloed verlaagt het metabole syndroom

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het hebben van een hoog plasma/serum n-3 PUFA-gehalte de kans op het krijgen van het metabole syndroom?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 7 patiënt-controle studies en 20 cross-sectionele studies.  
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoger plasma/serum n-3 PUFA-gehalte, met name DPA en DHA de kans op het krijgen van het metabole syndroom significant met 37% [gepoolde OR = 0.63, 95% BI = 0.49-0.81, I2 = 72.4%] verlaaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel n-3 PUFA of vis de kans op het krijgen van het metabole syndroom niet significant verlaagde.

De onderzoekers concludeerden een hoger plasma/serum n-3 PUFA-gehalte, met name DPA en DHA de kans op het krijgen van het metabole syndroom verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
n-3 Polyunsaturated Fatty Acids and Metabolic Syndrome Risk: A Meta-Analysis by Guo XF, Li X, […], Li D.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5537818/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het metabole syndroom en n-3 PUFA. DPA en DHA zijn n-3 PUFA, die in vis zitten. Deze vissen bevatten veel DHA.

Deze maaltijden en producten uit de supermarkt zijn geschikt voor mensen met overgewicht.

Heb ik overgewicht? Zo ja, hoeveel kg mag ik verantwoord afvallen?

Een hoog plasma/serum n-3 PUFA-gehalte wordt verkregen door veel vis te eten en/of visoliesupplementen te slikken.

Deze maaltijden bevatten veel DHA.

30 gram lijnzaad per dag gedurende minimaal 12 weken verlaagt lichaamsgewicht van mensen met overgewicht

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Heeft lijnzaad een positief effect op de lichaamssamenstelling, zoals lichaamsgewicht en BMI?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 45 RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat lijnzaad het lichaamsgewicht met 0.99 kg [WMD = -0.99 kg, 95% BI = -1.67 tot-0.31, p = 0.004] deed dalen.

De onderzoekers vonden dat lijnzaad het BMI met 0.30 kg/m2 [WMD = -0.30 kg/m2, 95% BI = -0.53 tot -0.08, p = 0.008] deed dalen.

De onderzoekers vonden dat lijnzaad de buikomtrek met 0.80 cm [WMD = 0.80 cm, 95% BI = -1.40 tot -0.20, p = 0.008] deed dalen.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat minimaal 30 gram lijnzaad per dag, een positief effect had op de lichaamssamenstelling (zoals daling van het BMI of daling van de buikomtrek). Dit positief effect werd ook teruggevonden voor studies langer dan 12 weken en bij deelnemers met een BMI van minstens 27 kg/m2.

De onderzoekers concludeerden dat minimaal 30 gram lijnzaad per dag gedurende minimaal 12 weken, het lichaamsgewicht, het BMI en de buikomtrek van mensen met een BMI van minstens 27 kg/m2 deed dalen.

Oorspronkelijke titel:
The effect of flaxseed supplementation on body weight and body composition: a systematic review and meta-analysis of 45 randomized placebo-controlled trials by Mohammadi-Sartang M, Mazloom Z, […], Totosy de Zepetnek JO.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28635182

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over overgewicht.

Deze maaltijden en producten uit de supermarkt zijn geschikt voor mensen met overgewicht.

Deze maaltijd bevat lijnzaad.

Heb ik overgewicht? Zo ja, hoeveel kg mag ik verantwoord afvallen?

Mensen met overgewicht zijn mensen met een BMI van 25 kg/m2 of hoger.

Thee drinken leidt tot grote botdichtheid

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Remt het drinken van thee botverlies?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 4 cohort studies, 1 patiënt-controle studies en 8 cross-sectionele studies met in totaal 12635 deelnemers (6059 mensen in de theegroep en 6576 mensen in de controle groep).  

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het drinken van thee de kans op het krijgen van een lage botmassa significant met 36% [OR  =  0.66, 95% BI  =  0.47-0.94, p =  0.02] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het drinken van thee de botdichtheid van de lumbale wervelkolom signifcant [SMD = 0.19, 95% BI = 0.08-0.31, p  = 0.001] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het drinken van thee de botdichtheid van de heup signifcant [SMD = 0.19, 95% BI = 0.05-0.34, p =  0.01] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het drinken van thee de botdichtheid van de femorale nek signifcant [MD = 0.01, 95% BI = 0.00-0.02, p  =  0.04] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het drinken van thee de botdichtheid van de driehoek van Ward signifcant [MD = 0.02, 95% BI = 0.01-0.04, p =  0.001] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het drinken van thee de botdichtheid van de grote trochanter signifcant [MD = 0.03, 95% BI = 0.02-0.04, p    0.00001] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat het drinken van thee de botdichtheid verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Updated association of tea consumption and bone mineral density: A meta-analysis by Zhang ZF, Yang JL, [...], Liu ZX.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5371490/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over thee consumptie en ouderdom.