Voeding en gezondheid

Veel roodvlees verhoogt longkanker onder niet-rokers

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het eten van vlees de kans op het krijgen van longkanker onder niet-rokers?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 14 onafhankelijke observationele studies met in totaal 5368 mensen met longkaker.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 11 studies dat het eten van veel roodvlees vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van longkanker onder niet-rokers significant met 24% [RR = 1.24, 95% BI = 1.01-1.51, I2 = 31%] verhoogde.

De onderzoekers vonden geen significant verband tussen het eten van zowel veel witvlees als vis en de kans op het krijgen van longkanker.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel roodvlees de kans op het krijgen van longkanker onder niet-rokers verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Carcinogenicity of High Consumption of Meat and Lung Cancer Risk Among Non-Smokers: A Comprehensive Meta-Analysis by Gnagnarella P, Caini S, […], Gandini S.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29016198

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vleesconsumptie en kanker.
 

1 tot 724 mg anthocyaninen per dag verbetert hartfunctie

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verbeteren anthocyaninen de hartfunctie?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 29 RCT’s met een gemiddelde leeftijd van 40 jaar.
De dosering van anthocyaninen varieerde tussen 1 tot 724 mg per dag.
De studieduur voor acute inname van anthocyaninen viareerde tussen 1 en 6 uur.
De studieduur voor chronische inname van anthocyaninen viareerde tussen 1 week en 6 maanden.
Het aantal deelnemers per studie varieerde tussen 10 en 146 deelnemers.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat acute inname van anthocyaninen (7-724 mg gedurende 1-8 uur) de flow-gemedieerde dilatatie (flow-mediated dilatation, FMD) siginficant met 3.92% verbeterde [SMD = 3.92%, 95% BI = 1.47 tot 6.38, p = 0.00, I2 = 91.8%].

De onderzoekers vonden dat chronische inname van anthocyaninen (12-320 mg gedurende 1 week tot 6 maanden) de flow-gemedieerde dilatatie (flow-mediated dilatation, FMD) siginficant met 0.84% verbeterde [SMD = 0.84%, 95% BI = 0.55 tot 1.12, p = 0.000, I2 = 62.5%].  

De onderzoekers vonden dat acute inname van anthocyaninen de hartslag siginficant verlaagde [SMD = -1.27 m/s, 95% BI = -1.96 tot -0.58, p = 0.000, I2 = 17.8%].

De onderzoekers concludeerden dat zowel acute als chronische inname van anthocyaninen de flow-gemedieerde dilatatie (flow-mediated dilatation, FMD) verbeterde.  

Oorspronkelijke titel:
The Effect of Anthocyanin-Rich Foods or Extracts on Vascular Function in Adults: A Systematic Review and Meta-Analysis of Randomised Controlled Trials by Fairlie-Jones L, Davison K, […], Hill AM.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5579701/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over hart- en vaatziekten en flavonoïden.
Anthocyaninen zijn flavonoïden.
De hartfunctie wordt vaak gemeten aan de hand van flow-gemedieerde dilatatie.

Levensmiddelen 

Hoeveelheden anthocyaninen in mg per
100 gram levensmiddel

Aardbeien

15-35

Appelbessen

200-1000

Aubergine 

750

Bosbessen

25-497

Braambessen

83-326

Frambozen

10-60

Kersen

350-400

Radijs

11-60

Rode bessen

80-420

Rode druiven

30-750

Rode uien

7-21

Rode wijn

24-35

Sinaasappel

~200

Veenbessen

60-200

Vlierbessen

450

Zwarte bessen

130-400

 

Een hoog seleniumgehalte in het lichaam verlaagt baarmoederhalskanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verschillende studies hebben de relatie tussen het serum seleniumgehalte en baarmoederhalskanker onderzocht, maar de resultaten waren inconsistent. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het hebben van een hoog seleniumgehalte in het lichaam de kans op het krijgen van baarmoederhalskanker onder vrouwen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 17 studies (12 studies met univariate analyses (studies waarbij gekeken werd naar slechts één variabele/risicofactor) en 5 studies met multivariate analyse).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in univariate analyse van 12 studies, dat het serum seleniumgehalte (het seleniumgehalte in het bloed) van vrouwen met baarmoederhalskanker significant lager was dan van vrouwen zonder baarmoederhalskanker [SMD = -4.86, 95% BI = -6.03 to -3.69]. Het verlaagde seleniumgehalte was ook consistent onder de subgroepenanalyses.

De onderzoekers vonden in multivariate analyse van 5 studies, dat het serum seleniumgehalte van vrouwen met baarmoederhalskanker significant lager was dan van vrouwen zonder baarmoederhalskanker [OR = 0.55, 95% BI = 0.42 tot 0.73].

De onderzoekers vonden dat na een seleniumbehandeling het serum seleniumgehalte significant werd verhoogd [SMD = 2.59, 95% BI = 0.50 tot 4.69].

De onderzoekers concludeerden dat een hoog serum seleniumgehalte vrouwen tegen het krijgen van baarmoederhalskanker beschermde.

Oorspronkelijke titel:
Serum Selenium Levels and Cervical Cancer: Systematic Review and Meta-Analysis by He D, Wang Z, […], Chen D.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28255860

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over selenium en kanker.

Een hoog serum seleniumgehalte in het lichaam kan verkregen worden door levensmiddelen die rijk zijn aan selenium te eten en/of seleniumsupplementen te slikken.

Een hoge vitamine E bloedwaarde verlaagt mogelijk baarmoederhalskanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen vitamine E en de kans op het krijgen van cervicale neoplasie (kan een voorstadium van baarmoederhalskanker zijn)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 15 patiënt-controle studies met 3741 mensen met cervicale neoplasie en 6328 mensen zonder cervicale neoplasie.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge vitamine E (bloedwaarde + voeding) de kans op het krijgen van cervicale neoplasie significant met 42% [OR = 0.58, 95% BI = 0.47-0.72, I2 = 83%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat een hoge vitamine E via voeding, de kans op het krijgen van cervicale neoplasie significant met 32% [OR = 0.68, 95% BI = 0.49-0.94, I2 = 70%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat een hoge vitamine E bloedwaarde, de kans op het krijgen van cervicale neoplasie significant met 48% [OR = 0.52, 95% BI = 0.40-0.69, I2 = 86%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses voor de verschillende type cervicale neoplasie, dat een hoge vitamine E (bloedwaarde + voeding) de kans op het krijgen van cervicale kanker (baarmoederhalskanker) significant met 47% [OR = 0.53, 95% BI = 0.39-0.73, I2 = 77%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses voor de verschillende type cervicale neoplasie, dat een hoge vitamine E (bloedwaarde + voeding) de kans op het krijgen van cervicale intra-epitheliale neoplasie significant met 46% [OR = 0.54, 95% BI = 0.43-0.70, I2 = 79%] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat zowel een hoge vitamine E via voeding als bloedwaarde, de kans op het krijgen van cervicale neoplasie mogelijk verlaagde. Mogelijk, omdat het overzichtsartikel alleen maar patiënt-controle studies bevatte en er was heterogeniteit tussen de studies.

Oorspronkelijke titel:
Effect of vitamin E supplementation on uterine cervical neoplasm: A meta-analysis of case-control studies by Hu X, Li S, [...], Zhu X.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5567498/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine E, overzichtsartikel/patiënt-controle studies/heterogeniteit tussen de studies en kanker.

Neoplasie (neoplasia) is een woord dat nieuwvorming betekent. Neoplasie omvat zowel goed- als kwaadaardige gezwellen. Uit kwaadaardige gezwellen kunnen kanker ontstaan.

Cervicale intra-epitheliale neoplasie (CIN), ook cervicale dysplasie genoemd, is een premaligne (pre-kwaadaardige) afwijking (dysplasie) van de cellen van de baarmoederhals.

Een hoge vitamine E inname is een inname die de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid vitamine E van minstens 1 dag dekt. Deze maaltijden leveren minstens 1 dag vitamine E.
 

Veel verzadigd vet verhoogt longkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen het eten van vet en de kans op het krijgen van longkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 prospectieve cohort studies met in totaal 1445850 deelnemers, waarvan 18822 mensen met longkanker.
De gemiddelde follow-up duur (de duur van de studie) was 9.4 jaar. 

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel vet vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van longkanker significant met 7% [HR = 1.07, 95% BI = 1.00 tot 1.15] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel verzadigd vet vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van longkanker significant met 14% [HR = 1.14, 95% BI = 1.07 tot 1.22] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel verzadigd vet vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van longkanker onder rokers significant met 23% [HR = 1.23, 95% BI = 1.13 tot 1.35] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel verzadigd vet vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van kleincellige longkanker significant met 40% [HR = 1.40, 95% BI = 1.17 tot 1.67] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel verzadigd vet vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van niet-kleincellige longkanker plaveiselcelcarcinoom significant met 61% [HR = 1.61, 95% BI = 1.38 tot 1.88] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel meervoudig onverzadigd vet vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van longkanker significant met 8% [HR = 0.92, 95% BI = 0.87 tot 0.98] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke vervanging met 5 energierprocent (5 En%) verzadigd vet door meervoudig onverzadgid vet, de kans op het krijgen van longkanker significant met 16-17% verlaagde.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van veel enkelvoudig onverzadigd vet en de kans op het krijgen van longkanker.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel verzadigd vet de kans op het krijgen van longkanker verhoogde, terwijl het eten van veel meervoudig onverzadigd vet de kans op het krijgen van longkanker verlaagde, met name onder rokers.

Oorspronkelijke titel:
Dietary Fat Intake and Lung Cancer Risk: A Pooled Analysis by Yang JJ, Yu D1, […], Shu XO.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28742456

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vetconsumptie en kanker.

Een dagelijkse voeding met veel verzadigd vet is een dagelijkse voeding met meer dan 10 En% verzadigd vet. Een dagelijkse voeding met meer dan 10 En% verzadigd vet is een dagelijkse voeding met veel producten/maaltijden die meer dan 10 En% verzadigd vet bevatten of anders gezegd, het gemiddelde van alle dagelijkse producten/maaltijden bevatten meer dan 10 En% verzadigd vet.
Welke maaltijden en producten uit de supermarkt meer dan 10 En% verzadigd vet bevatten, kunt u hier opzoeken.

Een dagelijkse voeding met weinig verzadigd vet is een dagelijkse voeding met minder dan 7 En% verzadigd vet. Welke maaltijden en producten uit de supermarkt minder dan 7 En% verzadigd vet bevatten, kunt u hier opzoeken.

 

Het slikken van vitamines of antioxidanten verlaagt niet blaaskanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van vitamines of antioxidanten het risico op het krijgen van blaaskanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 14 RCT’s met in totaal 147383 deelnemers, waarvan 89972 mensen in de supplementengroep en 57411 mensen in de controle groep (de niet supplementengroep).
De duur van de studies varieerde tussen 1 en 13 jaar.
De supplementengroep bestond onder andere uit vitamine A, vitamine B6, vitamine C, vitamine D, vitamin E, beta-caroteen, foliumzuur en/of selenium.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in gepoolde analyse van 14 RCT’s, waarbij gebruikt werd van het  fixed-effect model, geen verband tussen het slikken van vitamines of antioxidanten en het risico op het krijgen van blaaskanker [RR = 1.04, 95% BI =  0.92-1.17, I2 = 39.7%]. Er werd ook geen verband teruggevonden in de subgroepenanalyses.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het slikken van vitamine A en het krijgen van blaaskanker [RR = 0.86, 95% BI = 0.65-1.13, I2 = 61.7%, n = 5]. Geen verband want RR van 1 zat in de 95% BI van 0.65 tot 1.13. RR van 1 betekent geen risico/verband.
De onderzoekers vonden geen verband tussen het slikken van vitamine B6 en het krijgen van blaaskanker [RR = 0.77, 95% BI = 0.49-1.20, I2 = 78.8%, n = 3].
De onderzoekers vonden geen verband tussen het slikken van vitamine C en het krijgen van blaaskanker [RR = 0.74, 95% BI = 0.36-1.54, I2 = 88.8%, n = 2].
De onderzoekers vonden geen verband tussen het slikken van vitamine D en het krijgen van blaaskanker [RR = 1.05, 95% BI = 0.85-1.29, n = 1].
De onderzoekers vonden geen verband tussen het slikken van vitamine E en het krijgen van blaaskanker [RR = 0.91, 95% BI = 0.69-1.19, I2 = 60.9%, n = 6].
De onderzoekers vonden geen verband tussen het slikken van beta-caroteen en het krijgen van blaaskanker [RR = 1.19, 95% BI = 0.96-1.46, I2 = 0.0%, n = 6].
De onderzoekers vonden geen verband tussen het slikken van foliumzuur en het krijgen van blaaskanker [RR = 1.05, 95% BI = 0.85-1.29, n = 1].
De onderzoekers vonden geen verband tussen het slikken van selenium en het krijgen van blaaskanker [RR = 1.09, 95% BI = 0.81-1.46, I2 = 0.0%, n = 2].

De onderzoekers concludeerden dat geen verband bestond tussen het slikken van vitamines of antioxidanten en het risico op het krijgen van blaaskanker.

Oorspronkelijke titel:
Effects of Vitamin and Antioxidant Supplements in Prevention of Bladder Cancer: a Meta-Analysis of Randomized Controlled Trials by Park SJ, Myung SK, […], Lee YJ.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5334161/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamines, selenium, beta-caroteen, antioxidanten en kanker.

Dagelijks minimaal 1600 mg calcium verlaagt mogelijk terugkeer van kwaadaardige poliepen in de dikke darm

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het slikken van calcium het terugkeren van dikke darm adenomen (kwaadaardige poliepen in de dikke darm)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 5 RCT’s met in totaal  2234 patiënten met een dikke darm adenomen historie.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in gepoolde analyse van 5 RCT’s, dat het slikken van calcium gedurende 3 tot 5 jaar het terugkeren van de dikke darm adenomen significant met 17% [RR = 0.83, 95% BI = 0.75-0.93, I2  =  8.5%, p  = 0 .36] verlaagde. In de 3 goed opgezette RCT’s was het significant verlaagde risico 12% [RR = 0.88, 95% BI = 0.79-0.99, I2  =  0%, p  =  0.54]. Echter, het signifcant verlaagde risico werd niet teruggevonden voor gevorderde dikke darm adenomen [RR = 1.02, 95% BI = 0.67-1.55, I2  =  17.5%].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van maximaal 1200 mg elementaire calcium per dag, de kans op het terugkeren van dikke darm adenomen significant met 16% [RR = 0.84, 95% CI = 0.73-0.97, I2  =  38.5%, p  =  0.19] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses van 2 RCT’s dat het slikken van minstens 1600 mg elementaire calcium per dag, de kans op het terugkeren van dikke darm adenomen significant met 26% [RR = 0.74, 95% CI = 0.56-0.97, I2  =  0%, p  =  0.70] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van calcium, bij voorkeur minstens 1600 mg elementaire calcium per dag, het terugkeren van de dikke darm adenomen mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat dit overzichtsartikel weinig goed opgezette studies kende.

Oorspronkelijke titel:
Effects of calcium on the incidence of recurrent colorectal adenomas: A systematic review with meta-analysis and trial sequential analysis of randomized controlled trials by Veettil SK, Ching SM, […], Chaiyakunapruk N.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5556213/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over calcium en dikke darmkanker.

Uit de kwaadaardige poliepen in de dikke darm kan dikke darmkanker ontstaan.

100 ml halfvolle melk levert 123 mg elementaire calcium.
100 ml halfvolle kwark levert 125 mg elementaire calcium.
100 ml halfvolle yoghurt levert 139 mg elementaire calcium.
100 ml magere melkchocolade levert 112 mg elementaire calcium.
100 ml karnemelk levert 109 mg elementaire calcium.

Elementaire calcium in calciumsupplementen:
Een calciumacetaat-supplement levert 25% elementaire calcium.
Een calciumhydrogeenfosfaat-supplement levert 23% elementaire calcium.
Een calciumcitraat-supplement levert 21% elementaire calcium.
Een calciumlactaat-supplement levert 13% elementaire calcium.
Een calciumlactaatgluconaat-supplement levert 10-13% elementaire calcium.
Een calciumgluconaat-supplement levert 9% elementaire calcium.

Studies 2017

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken naar de relatie tussen het vegetarische dieet en de gezondheid.
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Vegetarisch dieet verlaagt kanker
  2. Vetegarisch dieet verlaagt suikerziekte type 2

 

Veel lichamelijke activiteiten verlaagt borstkanker onder postmenopauzale vrouwen met een BMI tot 30

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt lichamelijke activiteit de kans op het krijgen van borstkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 patiënt-controle studies en 18 cohort studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het verrichten van veel lichamelijke activiteiten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van borstkanker onder postmenopauzale vrouwen met een BMI kleiner dan 25 (= vrouwen met een gezond gewicht) significant met 15% [RR = 0.85, 95% BI = 0.79-0.92] verlaagde. Dit significant verlaagde risico werd echter niet teruggevonden in premenopauzale vrouwen.

De onderzoekers vonden dat het verrichten van veel lichamelijke activiteiten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van borstkanker onder postmenopauzale vrouwen met een BMI groter dan 25 (= vrouwen met overgewicht) significant met 13% [RR = 0.87, 95% BI = 0.81-0.93] verlaagde. Dit significant verlaagde risico werd echter niet teruggevonden in premenopauzale vrouwen.

De onderzoekers vonden dat het verrichten van veel lichamelijke activiteiten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van borstkanker onder postmenopauzale vrouwen met een BMI van minimaal 30 (= vrouwen met obesitas) niet significant met 7% [RR = 0.93, 95% BI = 0.76-1.13] verlaagde. Het verlaagde risico was ook niet significant in premenopauzale vrouwen. Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers concludeerden dat het verrichten van veel lichamelijke activiteiten, de kans op het krijgen van borstkanker onder postmenopauzale vrouwen met een BMI tot 30 verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Does obesity modify the relationship between physical activity and breast cancer risk? by Neil-Sztramko SE, Boyle T, […], Campbell KL.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28803384

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over lichamelijke activiteiten en borstkanker.

De Gezondheidsraad adviseert in augustus 2017 de volgende richtlijnen voor lichamelijke activiteiten:
Voor volwassenen en ouderen:
Doe minstens 150 minuten per week aan matig intensieve inspanning, verspreid over diverse dagen (MET-waarden ≥5).
Doe minstens tweemaal per week spier- en botversterkende activiteiten (bijvoorbeeld krachtraining) voor ouderen gecombineerd met balansoefeningen.

Voor kinderen tot 18 jaar:
Doe minstens elke dag een uur aan matig intensieve inspanning (MET-waarden ≥5).
Doe minstens driemaal per week aan spier- en botversterkende activiteiten.

Vorm van lichamelijke activiteiten

MET-waarde 18 jaar en ouder

MET-waarde 4 tot 17 jaar

Aerobics

7,3

7,3

Afwassen

2,5

2,5

Aquarobics

5,5

5,5

Auto wassen

2

3

Badkamer schoonmaken

3,5

3,8

Badmintonnen

5,5

4,5

Boodschappen doen

2,3

2,3

Buiten spelen, lichte inspanning

3,8

3,8

Buitenspelen, zware inspanning

6,3

6,3

Circuittraining, zware inspanning

8

8

Dansen, ballroom, langzaam

3

3

Darten

2,5

2,5

Fietsen, rustig, 16-19 km/uur

4

4

Fietsen, stevig, 19-22 km/uur

8

6,2

Fitness

5,5

5,5

Frisbeeën

3

3

Hardlopen, algmeen

8

6,5

Hockey

7,8

8

Hond uitlaten

3

3

huishouden, lichte inspanning

2,8

2,8

Huishouden, zware inspanning

4,3

4,3

Judo

10,3

10,3

Klimmen

8

8

Nordic walking

4,8

4,8

Paardrijden

5,5

4

Power yoga

4

4

Ramen wassen

3,2

3

Roeien

3,5

3

Schaatsen

7

7

Schilderen, huis, binnen

3,3

3,3

Skateboarden

5

5

Skeeleren

7

6,5

Skiën, algemeen

7

6

Squash

7,3

7

Streetdance

7,3

7,3

Tafeltennis

4

4

Tai chi

3

2,5

Tennissen, algemeen

7,3

7

Trampoline springen

3,5

8,7

Traplopen, langzaam

4

5,3

Traplopen, snel

8,8

8,8

Tuinieren

3,8

3,7

Turnen

3,8

3,8

Vegen, buiten

4

3,6

Voetballen, algemeen

7

6,6

Volleyballen, algemeen

4

4

Wandelen, rustig, 3-5 km/uur

3,5

2,9

Wandelen, stevig, 5-6 km/uur

4,3

3,6

Wandelen, zeer stevig tempo, 6-7 km/uur

5

4,6

Wielrennen

15,8

15,8

Zandbak spelen

1,6

1,6

Zwemmen, spelen in zwembad

3,5

4

Zwemmen, zware inspanning

9,8

11,6

 

Dagelijks 100 gram bewerkt en roodvlees verhoogt slokdarmkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Wat is de relatie tussen voeding en de kans op het krijgen van slokdarmkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 57 cohort studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat elke 100 gram groenten per dag, de kans op het krijgen van slokdarmkanker adenocarcinoom significant met 11% [RR = 0.89, 95% BI = 0.80-0.99, n = 3] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging van het BMI met 5 kg/m2, de kans op het krijgen van slokdarmkanker adenocarcinoom significant met 47% [RR = 1.47, 95% BI = 1.34-1.61, n = 9] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 100 gram fruit per dag, de kans op het krijgen van slokdarmkanker plaveiselcelcarcinoom significant met 16% [RR = 0.84, 95% BI = 0.75-0.94, n = 3] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging van het BMI met 5 kg/m2, de kans op het krijgen van slokdarmkanker plaveiselcelcarcinoom significant met 36% [RR = 0.64, 95% BI = 0.56-0.73, n = 8] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 50 gram bewerkt vlees per dag, de kans op het krijgen van slokdarmkanker plaveiselcelcarcinoom significant met 59% [RR = 1.59, 95% BI = 1.11-2.28, n = 3] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 100 gram zowel bewerkt als roodvlees per dag, de kans op het krijgen van slokdarmkanker plaveiselcelcarcinoom significant met 37% [RR = 1.37, 95% BI = 1.04-1.82, n = 3] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 10 gram alcohol per dag, de kans op het krijgen van slokdarmkanker plaveiselcelcarcinoom significant met 25% [RR = 1.25, 95% BI = 1.12-1.41, n = 6] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van groenten en fruit de kans op het krijgen van slokdarmkanker verlaagden, terwijl bewerkt en roodvlees en alcohol de kans op het krijgen van slokdarmkanker verhoogden.

Oorspronkelijke titel:
An update of the WCRF/AICR systematic literature review and meta-analysis on dietary and anthropometric factors and esophageal cancer risk by Vingeliene S, Chan DSM, […], Norat T.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28666313

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over BMI, groenten- en fruitconsumptie, alcohol- en vleesconsumptie en kanker.
 

Maximaal 175 mg DHA per dag via voeding verlaagt baarmoederkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van vis de kans op het krijgen van baarmoederkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 5 prospectieve cohort studies en 11 patiënt-controle studies.
De cohort studies hadden een gemiddelde studieduur (follow-up duur) van 6.5 tot 9.1 jaar. Het EPA-gehalte van de hoogste visinname categorie varieerde tussen 74.7 mg en 127 mg per dag.

Het DHA-gehalte van de hoogste visinname categorie varieerde tussen 143 mg en 227 mg per dag.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden na het corrigeren voor de mogelijke confounders, dat het eten van veel vis vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van baarmoederkanker niet significant met 4% [RR = 1.04, 95% BI = 0.84-1.30, I2 = 80.4%] verhoogde. Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat elke verhoging met 1 portie (=100 gram) vis per week, de kans op het krijgen van baarmoederkanker onder Europeanen significant met 10% [RR = 0.90, 95% BI = 0.84-0.97] verlaagde. Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat elke verhoging met 1 portie (=100 gram) vis per week, de kans op het krijgen van baarmoederkanker onder Aziaten significant met 15% [RR = 1.15, 95% BI = 1.10-1.21] verhoogde. Significant omdat RR = 1 niet in de 95% BI van 1.10-1.21 zat. RR = 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden in studies waarbij gecorrigeerd werd voor het roken, dat elke verhoging met 1 portie (100 gram) vis per week, de kans op het krijgen van baarmoederkanker significant met 5% [RR = 0.95, 95% BI = 0.91-1.00] verlaagde.

De onderzoekers vonden in studies waarbij niet gecorrigeerd werd voor het roken, dat elke verhoging met 1 portie vis per week, de kans op het krijgen van baarmoederkanker significant met 14% [RR = 1.14, 95% BI = 1.09-1.19] verhoogde.

De onderzoekers vonden een significant non-lineair verband tussen DHA en baarmoederkanker [p = 0.04]. Het verlaagde risico werd gevonden voor DHA tot 175 mg per dag via voeding.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel vis, tenminste 100 gram per week, de kans op het krijgen van baarmoederkanker onder Europeanen verlaagde. Verder verlaagde een DHA-inname tot 175 mg per dag via voeding de kans op het krijgen van baarmoederkanker.

Oorspronkelijke titel:
Dietary n-3 polyunsaturated fatty acids, fish consumption, and endometrial cancer risk: a meta-analysis of epidemiological studies by Hou R, Yao SS, […], Jiang L.

Link:
http://www.impactjournals.com/oncotarget/index.php?journal=oncotarget&page=article&op=view&path[]=18295&path[]=58664

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over visconsumptie en kanker.
Welke vissen 175 mg DHA leveren, kunt u hier opzoeken.

 

Dagelijks 621 mg calcium via voeding verlaagt slokdarmkanker onder Aziaten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van calcium de kans op het krijgen van slokdarmkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 3 cohort studies en 14 patiënt-controle studies met 3396 mensen met slokdarmkanker en 346815 mensen zonder slokdarmkanker.  

Er was geen publicatie bias.

De hoogste calciuminname-categorie onder Aziaten was gemiddeld 621 mg per dag.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel calcium vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van slokdarmkanker significant met 20% [gepoolde OR = 0.80, 95% BI = 0.71-0.91, I2 = 33.6%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat het eten van veel calcium vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van slokdarmkanker significant met 33% [OR = 0.67, 95% BI = 0.54-0.84, I2 = 23.6%] verlaagde.
Dit significant verlaagde risico werd ook teruggevonden in studies onder Aziaten [OR = 0.67, 95% BI = 0.52-0.86, I2 = 0.0%], studies uitgevoerd na het jaar 2000 [OR = 0.64, 95% BI = 0.53-0.77, I2 = 0.0%],  studies waarbij gecorrigeerd werd voor de calorieinname [OR = 0.83, 95% BI = 0.70-0.98, I2 = 3.6%], bij goed opgezette studies [OR = 0.76, 95% BI = 0.66-0.87, I2 = 12.7%] en bij plaveiselcel slokdarmkanker [OR = 0.76, 95% BI = 0.60-0.96, I2 = 28.3%].

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel calcium (621 mg calcium per dag) de kans op het krijgen van slokdarmkanker, met name plaveiselcel slokdarmkanker onder Aziaten verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Protective Effect of Dietary Calcium Intake on Esophageal Cancer Risk: A Meta-Analysis of Observational Studies by Li Q, Cui, L, […], Wang L.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5452240/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over calcium en kanker.

CRP-gehalte

  • Ontstekingen in het lichaam kan gemeten worden aan de hand van de volgende biomerker; de zogename ontstekingsbevorderende (pro-inflammatoire) cytokines. De ontstekingsbevorderende (pro-inflammatoire) cytokines zijn het C-reactieve proteïne (CRP), IL-1, interleukine-6 (IL-6), IL-8, MCP-1 en tumornecrosefactor-alfa (TNF-α).
  • Het C-reactief proteïne, afgekort tot CRP, is een zogenaamd acutefase-eiwit. CRP wordt geproduceerd door de lever en afgegeven in de bloedbaan. Na het ontstaan van een ontsteking neemt de hoeveelheid CRP in het lichaam binnen een paar uur toe.
  • Bij gezonde mensen zonder ontstekingen is de CRP-bloedconcentratie meestal lager dan 10 mg/L. Het merendeel van de ontstekingen leidt tot een CRP-bloedconcentratie boven 100 mg/L.

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken naar het verlagen van het CRP-gehalte:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Dagelijks 320-1500 mg magnesiumsupplementen verlaagt CRP-gehalte
  2. Veel groenten en fruit versterken het immuunsysteem
  3. Veel koffie verlaagt het C-reactieve proteïne
  4. 500 mg quercetine per dag verlaagt het CRP-gehalte
  5. Een verhoogde CRP- en IL-6-bloedconcentratie verhogen de kans op het krijgen van suikerziekte type 2
  6. Granaatappelsap verlaagt niet ontstekingen in het lichaam
  7. Dagelijks 1-2 gram L-carnitine verlaagt ontstekingen in het lichaam
  8. Coënzym Q10-supplementen verlagen mogelijk ontstekingen
  9. Vitamine K-supplementen verlagen niet suikerziekte
  10. Noten verlagen het leptinegehalte
  11. Lichamelijke activiteiten + gewichtsverlies leiden tot minder ontstekingen in het lichaam
  12. Vegetarisch dieet verlaagt ontstekingen in het lichaam
  13. Dagelijks 1-50 mg olijfolie verlaagt mogelijk hart- en vaatziekten
  14. 1-3 gram gember per dag verlaagt hart- en vaatziekten

 

Dagelijks 1-3 porties groenten verlaagt mogelijk nierkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van groenten en fruit de kans op het krijgen van nierkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 19 observationele studies (4 cohort, 1 gepooled en 14 patiënt-controle studies met in totaal 10215 mensen met nierkanker (niercelcarcinoom).  

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel groenten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van nierkanker significant met 27% verlaagde [SRR = 0.73, 95% BI = 0.63-0.85, I2 = 53.5%, p = 0.004]. Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat het eten van veel groenten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van nierkanker niet significant met 13% verlaagde [SRR = 0.87, 95% BI = 0.72-1.06]. Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat 1 portie groenten per dag, de kans op het krijgen van nierkanker significant met 10% verlaagde [SRR = 0.90, 95% BI = 0.84-0.96, I2 = 69.0%, p 0.001]. Echter, dit verlaagde risico nam niet meer significant toe boven 3 porties per dag. Significant omdat SRR = 1 niet in de 95% BI van 0.94 tot 0.96 zat. SRR = 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel fruit vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van nierkanker significant met 14% verlaagde [SRR = 0.86, 95% BI = 0.75-0.98, I2 = 47.4%, p = 0.012].

De onderzoekers vonden in cohort studies dat het eten van veel fruit vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van nierkanker niet significant met 10% verlaagde [SRR = 0.90, 95% BI = 0.73-1.10].

De onderzoekers concludeerden dat het eten van 1-3 porties groenten per dag en veel fruit de kans op het krijgen van nierkanker mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat het verlaagde risico niet significant was in cohort studies.

Oorspronkelijke titel:
Consumption of fruits and vegetables and risk of renal cell carcinoma: a meta-analysis of observational studies by Zhang S, Jia Z, [...], Yang J.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5438616/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over groente- en fruitconsumptie en kanker.

Één portie groenten komt overeen met:

  • 100 ml vers groentesap (bijvoorbeeld: wortelsap, rodebietensap of tomatensap)
  • 1/4 komkommer
  • 1/3 aubergine
  • 1 tomaat
  • 1 paprika
  • 1 courgette
  • 1 stronk witloof
  • 7 kerstomaatjes
  • 10 radijsjes
  • 14 champignons
  • 4 eetlepels gekookte groenten (worteltjes, bloemkool, broccoli, spinazie, asperges, rode kool, enz.)

Één portie fruit komt overeen met:

  • 100 ml vers vruchtensap (sinaasappel, pompelmoes, bloedsinaasappel)
  • 2 kiwi’s
  • 1/2 meloen, pompelmoes, avocado of mango
  • een handvol druiven
  • 1 (kleine) banaan
  • 1 appel of peer
  • 1 perzik of nectarine
  • 150 g aardbeien
  • 3 mandarijntjes, pruimen of abrikozen
  • 10 kersen

Dagelijks 20 gram peulvruchten verlaagt prostaatkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Eerdere studies naar de relatie tussen de consumptie van peulvruchten en het risico op prostaatkanker lieten tegenstrijdige resultaten zien en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het eten van peulvruchten de kans op het krijgen van prostaatkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 prospectieve cohort studies met in totaal 281034 deelnemers, waarvan 10234 mensen met prostaatkanker.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel peulvruchten vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van prostaatkanker significant met 15% [RR = 0.85, 95% BI = 0.75-0.96, p = 0.010, I2 = 45.8%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses dat elke 20 gram peulvruchten per dag, de kans op het krijgen van prostaatkanker significant met 3.7% [95% BI = 1.5%-5.8%] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel peulvruchten, minimaal 20 gram per dag, de kans op het krijgen van prostaatkanker verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Legume intake and risk of prostate cancer: a meta-analysis of prospective cohort studies by Li J and Mao QQ.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28423366

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over peulvruchten en prostaatkanker.

 

300 microgram jodium per dag verlaagt mogelijk schildklierkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van jodium de kans op het krijgen van schildklierkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 patiënt-controle studies met 2213 mensen met schildklierkanker en 2761 mensen zonder schildklierkanker.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een inname van meer dan 300 microgram jodium per dag via voeding, de kans op het krijgen van schildklierkanker significant met 26% [OR = 0.74, 95% BI = 0.60-0.92] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge consumptie van zoutwater vis (minimaal 3 keer per week), de kans op het krijgen van schildklierkanker significant met 28% [OR = 0.72, 95% BI = 0.55-0.95, p = 0.02] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge consumptie van schelpdieren (minimaal 3 keer per week), de kans op het krijgen van schildklierkanker significant met 30% [OR = 0.70, 95% BI = 0.52-0.96, p = 0.03] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van meer dan 300 microgram (mcg) jodium per dag, de kans op het krijgen van schildklierkanker mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat dit overzichtsartikel alleen maar patiënt-controle studies kende.

Oorspronkelijke titel:
The relationship between iodine intake and the risk of thyroid cancer: A meta-analysis by Cao LZ, Peng XD, [...], Li S.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5440127/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over jodium, visconsumptie en kanker.
De conclusie van een overzichtsartikel is pas betrouwbaar wanneer het ook teruggevonden wordt in het overzichtsartikel van cohort studies.

Vitamin K supplementation does not reduce diabetes

Afbeelding

Objectives:
Clinical trials of vitamin K supplementation have reported conflicting results on its effect on insulin sensitivity. Therefore, this meta-analysis (systematic review) has been conducted.

Does vitamin K supplementation improve insulin sensitivity?

Study design:
This review article included 8 RCTs involving 1,077 participants. A wide variety of participants were enrolled, including older men, postmenopausal women, prediabetic premenopausal women and participants with a history of diabetes, hypertension, or vascular disease.
The number of participants ranged from 42 to 452. The study duration varied from 4 weeks to 3 years.
5 RCTs evaluated vitamin K1 ranging from 500 to 1,000 µg/d. 2 RCTs used vitamin K2 (MK-4) 1.5 and 45 mg/d and 1 RCT assessed vitamin K2 (MK-7) 100 µg/d.

All the studies were regarded as high quality.

Heterogeneity was detected in the meta-analysis.

Results and conclusions:
The investigators found that vitamin K supplementation had no effect on homeostasis model assessment of insulin resistance (HOMA-IR), fasting plasma glucose (FPG) and fasting plasma insulin (FPI). The pooled mean difference = -0.14, [95% CI = -0.35 to 0.07, p = 0.19], 0.02 mmol/L [95% CI = -3.11 to 3.70, p = 0.86] and -0.34 µIU/mL [95% CI = -1.13 to 0.45, p =0.40] for HOMA-IR, FPG and FPI, respectively.

The investigators found that vitamin K supplementation had no effect on leptin [mean difference = 0.77 ng/mL, 95% CI = -1.32 to 2.86].

The investigators found that vitamin K supplementation failed to show a significant effect on IL-6 or CRP levels. The pooled mean differences were 0.14 pg/mL [95% CI = -0.69 to 0.97] and -0.49 mg/L [95% CI = -1.18 to 0.20] for IL-6 and CRP, respectively

The investigators found that vitamin K supplementation had no effect on adiponectin [pooled mean difference = 0.82 µg/mL [95% CI: -0.89 to 2.53].

The investigators concluded that vitamin K supplementation does not improve insulin sensitivity. Given the limited evidence available and the heterogeneity in the study results, further well-designed, large sample size randomized controlled trials are warranted. Different forms and doses of vitamin K should be explored in various populations and other surrogate markers for insulin sensitivity should be measured to better establish any beneficial effects and their clinical relevance.

Original title:
Effect of vitamin K supplementation on insulin sensitivity: a meta-analysis and Suksomboon N, Poolsup N and Darli Ko Ko H.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5422317/

Additional information of El Mondo:
Find more information/studies on vitamin K and diabetes right here.
An improved insulin sensitivity decreases diabetes risk.

Eieren

Wetenschappelijke studies (review artikelen) naar de relatie tussen het eten van eieren en het ontstaan van ziektes:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Eieren verlagen leeftijdsgebonden maculaire degeneratie
  2. 1 tot 3 eieren per dag verhogen niet de bloeddruk
  3. Eieren geven geen ontstekingen in het lichaam
  4. Geen verband tussen gevogelte en hersenkanker
  5. 3-6 maanden na de geboorte is beste moment om eieren te introduceren
  6. Suikergezoete frisdrank, eieren en rood- en bewerkt vlees verhogen hart- en vaatzieken
  7. Eieren en gevogelte verhogen niet non-Hodgkin lymfoom
  8. Minimaal 3 eieren per week verhoogt suikerziekte type 2 onder Amerikanen
  9. 2-5 eieren per week verhoogt borstkanker
  10. Dagelijks 1 ei verhoogt hartfalen

XXXXXXXXXXXXXXXX

  • In Nederland worden bijna alleen eieren uit eigen land verkocht. 
  • Het is wettelijk vastgelegd dat een vers ei 28 dagen na de legdatum houdbaar is.
    Een gekookt ei kan 4 dagen tot een week bewaard worden (in een bakje in de koelkast).
  • Met de punt naar beneden blijven eieren langer goed.
  • Eieren nemen geurtjes snel over. U kunt ze daarom beter niet in de buurt van vis, ui, knoflook of ander sterk geurend eten bewaren. 
  • Bewaar eieren niet in de koelkastdeur. Door de beweging wordt het eiwit sneller dun.
  • Een ei bestaat uit ei-eiwit en ei-dooier (eigeel). Ei-eiwit en ei-dooier zijn beiden in een goed afgesloten bakje zo’n 3 dagen in de koelkast houdbaar. En bij ei-eiwit zelfs nog langer want deze kunt u prima invriezen!
  • Op grond van Europese regelgeving moet in de handel op elk ei een stempel staan met de eicode, bestaande uit 7 of meer cijfers en letters:
    • Het eerste cijfer staat voor het leefsysteem van de kip (0 = biologisch, 1 = vrije uitloop, 2 = scharrel en 3 = kooi)
    • Twee letters voor het herkomstland (bijvoorbeeld NL, BE of DE)
    • Vijf cijfers met het registratienummer van het legpluimveebedrijf
    • Eventuele extra cijfers die het stalnummer aanduiden
  • Bij de verkoop worden eieren als volgt geclassificeerd:
    • S - ei van minder dan 53 gram
    • M - ei van 53 - 63 gram
    • L - ei van 63 - 73 gram
    • XL - ei van 73 gram of meer
    • DD - ei met twee dooiers (dubbeldooier)
  • Legbatterijen voor de productie van kippeneieren zijn sinds 2012 in de Europese Unie verboden.
  • Voor 60% bestaat het ei uit het eiwit met als hoofdbestanddeel ovalbumine, 30% is dooier en 10% eischaal. De dooier bestaat uit één cel. Met een doorsnede van 3 tot 4 cm is het de grootst bekende cel. De kleur van de dooier kan variëren tussen lichtgeel en donkeroranje.
    De kleur van de dooier wordt veroorzaakt door xantofyl en hangt af van de voeding van de kip. In maïs en gras zit bijvoorbeeld veel xantofyl. Als een kip voornamelijk graan eet, blijft de dooier licht.
  • Het eiwit in rauwe eieren heeft een biologische beschikbaarheid van 51%, koken verhoogt dit percentage tot circa 91%, wat betekent dat het eiwit van gekookte eieren bijna tweemaal zo goed wordt opgenomen als dat van rauwe eieren.
  • De schaal van een kippenei is ongeveer 0.3 mm dik. De schaal is poreus voor zuurstof en kooldioxide.
    De schaal van het ei is poreus en op den duur kunnen bacteriën deze doordringen waardoor het ei bederft.
  • De eidooier bevat cholesterol. Een hoog cholesterolgehalte met name het LDL-cholesterol (slecht choleserol) leidt tot aderverkalking en aderverkalking leidt tot hart- en vaatziekten. 
  • Het eiwit van eieren bevatten alle essentiële aminozuren. Aminozuren zijn bouwstenen van eiwitten. Essentiële aminozuren zijn aminozuren die het menselijke lichaam niet kunnen produceren en daarom moeten deze aminozuren in voedingsmiddelen zitten.
  • In rauwe eieren komen avidine (een glycoproteïne) en antitrypsine voor. Avidine bindt zich aan biotine en maakt dit vitamine niet meer opneembaar voor het lichaam, waardoor bij langdurig gebruik van rauwe eieren een biotine-tekort kan ontstaan. Antitrypsine werkt het verteringsenzym trypsine tegen. Het koken of bakken van eieren maakt deze eiwitten (avidine en antitrypsine) onwerkzaam.
  • Eiwitsplitsende enzymen (proteasen of peptidasen) zijn enzymen die de vertering en afbraak van eiwitten en andere aminozuurketens regelen. Dit wordt proteolyse genoemd. Bekende eiwitsplitsende enzymen werkzaam in de humane spijsvertering zijn trypsine en chymotrypsine. Trypsinogeen is een inactief voorstadium van trypsine en wordt in de pancreas (alvleesklier) gemaakt. In de dunne darm vindt activering plaats van trypsinogeen tot trypsine, ingezet door trypsine zelf of door het enzym enteropeptidase (enterokinase). Trypsine activeert de productie van chymotrypsinogeen.
  • Eieren worden gelegd door leghennen. Ze worden speciaal gefokt voor de eierindustrie. Het zijn dus andere rassen dan vleeskippen. Voor leghennen is het belangrijk dat ze veel eieren leggen.
  • De pasgeboren leghennen gaan als ze 1 dag oud zijn naar een opfokbedrijf. Daar blijven ze tot ze 17 weken oud zijn. Ze groeien in die periode uit van een kuiken van 40 gram tot een leghen van 1500 gram.
    De jonge haantjes worden vergast met kooldioxide. Ze produceren geen eieren en hun vlees levert niet voldoende geld op.
  • Pas na 17 weken gaan de leghennen naar verschillende bedrijven en worden ze dus op een andere manier gehouden. De kippen gaan naar een biologisch-, vrije-uitloop-, scharrel- of koloniehuisvestingsysteem. De manier waarop een kip wordt gehouden heet een houderijsysteem. 
  • Een gemiddelde hen legt 6 eieren per week. Dat komt neer op 300 eieren per jaar. Na ongeveer 14 maanden gaat de leghen steeds minder eieren leggen.
    Als de hen anderhalf tot 2 jaar oud is, gaat ze naar de slacht. Het vlees komt terecht in soepen en bouillons of is bestemd voor de export.
  • Eieren kunnen zacht of hardgekookt worden.
    • 3 á 4 minuten voor een zachtgekookt ei 
    • 5 á 6 minuten voor een halfzachtgekookt ei 
    • 8 minuten voor een hardgekookt ei 
  • Na het koken kunt u de eieren laten “schrikken” door ze met koud water af te spoelen. Dan pellen ze makkelijker. Verder wordt het stollen ook gestopt, anders gaat het kookproces nog een paar minuten door.
  • Een methode om na te gaan of een ei nog eetbaar is, is door het in een pan water te leggen. Een vers ei zakt naar de bodem, een ouder ei blijft drijven.
  • Kippenei-eiwit kan allergische reacties veroorzaken en daarom moet kippenei van de Europese wetgeving in de ingrediëntenlijst van de verpakking van levensmiddelen vetgedrukt, met HOOFDLETTER of onderstreept worden vermeld.
  • Wanneer eieren in de koelkast bewaart worden, verkleint het risico op salmonellabesmetting en de groei van andere bacteriën.
  • Ongeveer 3 op de 10.000 eieren zijn besmet met salmonella. Van een besmetting kunt u flinke maag-darmklachten krijgen. Salmonella gaat dood bij minimaal 2 minuten bij 70 °C.
  • De verschijnselen van salmonella ontstaan meestal binnen 12 tot 36 uur en houden vaak 2 tot 3 dagen aan. Een besmetting kan klachten geven zoals diarree, buikpijn en koorts.
  • Salmonellabesmetting is te voorkomen door geen rauwe eieren in gerechten te verwerken die niet meer worden verhit. Denk daarbij aan bavaroise, mousse of zelfgemaakte mayonaise. 
  • Eiwit heeft een stoltraject van 63-69°C, eigeel heeft een stoltraject van 65-70°C. Hierdoor is het mogelijk om in een sous-vide een “omgekeerd”ei te maken, met zacht eiwit en stijf eigeel.
  • Paastip:
    • Als u wel een versierd ei wilt maar geen zin hebt in geklieder met verf:
      Kook de eieren met uienschillen. De eieren kleuren hierdoor roodbruin.
    • Met kurkuma of kerrie krijgt u een geel ei.
    • Liever rood? Koken met wat bietensap en
    • Voor groen voegt u spinazie aan het kookwater toe.
    • U kunt patronen of figuren aanbrengen door voor het koken (letter)stickers of plakband op het ei te plakken.

 

 

Zuivelproducten

Wetenschappelijke studies over zuivelproducten/melk:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Dagelijks 200 gram zuivelproducten verhogen ziekte van Parkinson
  2. Regelmatig visconsumptie verlaagt leeftijdsgebonden oogziekte
  3. Veel zuiveleiwitten via voeding verlaagt mogelijk nierstenen
  4. Calcium via voeding verlaagt colorectale adenomen
  5. Roodvlees, zeevruchten, fructose en alcohol verhogen jicht
  6. Melk verhoogt acné
  7. Dagelijks veel yoghurt en kaas verlaagt heupfracturen
  8. Dagelijks veel kaas verhoogt niet doodgaan aan alle oorzaken
  9. Dagelijks 30 gram volle granen, 100 gram fruit, 100 gram groente of 200 gram zuivelproducten verlaagt dikke darmkanker
  10. Zuivelproducten en melk bieden bescherming tegen dikke darmkanker
  11. Dagelijks 250 ml volle melk verhoogt doodgaan aan prostaatkanker
  12. Veel soja en magere melk verlagen borstkanker
  13. Zuivelproducten verhogen botmineraaldichtheid van postmenopauzale vrouwen
  14. Zuivelproducten verrijkt met calcium en vitamine D verhogen botmineraaldichtheid bij postmenopauzale vrouwen
  15. Dagelijks 330 ml melk verlaagt botverlies
  16. Dagelijks 200 gram melk verlaagt mogelijk obesitas
  17. Probiotica verlagen hart- en vaatziekte
  18. Dagelijks 125 gram melk verlaagt een beroerte
  19. Dagelijks 100 gram roodvlees, 50 gram bewerkt vlees en 250 mL suikergezoete frisdrank verhogen de bloeddruk
  20. Minimaal 200 gram yoghurt per dag verlaagt hart- en vaatziekten
  21. Probiotica verlagen hart- en vaatziekte
  22. Zuivelproducten verlaagt hart- en vaatziekten
  23. Vetarme zuivelproducten verlagen buikomtrek en lichaamsgewicht
  24. Zuivelproducten verlagen causaal vetmassa en BMI onder volwassenen met overgewicht
  25. Dagelijks 1 portie zuivelproducten verlaagt overgewicht

Minimaal 2 mg lycopeen per dag via voeding verlaagt prostaatkanker

Onderzoeksvraag:
Verlaagt lycopeen de kans op het krijgen van prostaatkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 42 studies met 43851 mensen met prostaatkanker onder 692012 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge inname van lycopeen via voeding de kans op het krijgen van prostaatkanker significant met 12% [RR = 0.88, 95% BI = 0.78-0.98, p = 0.017] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge lycopeenbloedwaarde de kans op het krijgen van prostaatkanker significant met 12% [RR = 0.88, 95% BI = 0.79-0.98, p = 0.019] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 2 mg lycopeen per dag via voeding, de kans op het krijgen van prostaatkanker significant met 1% [p = 0.026] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging van de lycopeenbloedwaarde met 10 μg/dL de kans op het krijgen van prostaatkanker significant met 3.5% [p = 0.004] verlaagde.

De onderzoekers vonden geen verband tussen lycopeen en vergevorderde prostaatkanker. Echter, er was een trend tussen lycopeen en de agressiviteit van prostaatkanker [RR = 0.74, 95% BI = 0.55-1.00, p = 0.052].

De onderzoekers concludeerden dat zowel een hoge inname van lycopeen via voeding als een hoge lycopeenbloedwaarde de kans op het krijgen van prostaatkanker verlaagden.

Oorspronkelijke titel:
Increased dietary and circulating lycopene are associated with reduced prostate cancer risk: a systematic review and meta-analysis by Rowles JL, Ranard KM, […], Erdman JW Jr.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28440323

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over lycopeen en prostaatkanker.

Deze maaltijden leveren minimaal 2 mg lycopeen. Lycopeen is verantwoordelijk voor de rode kleur van tomaten.

Een hoge lycopeenbloedwaarde wordt verkregen door lycopeenrijke voeding te eten en/of lycopeensupplementen te slikken. Eet tomaten voor lycopeen.

Studies 2017

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken naar de realtie tussen voeding en sporten.

De overzichtsartikelen (meta-analyses) van gerandomiseerde, placebo-gecontroleerde dubbelblinde humane studies (RCT’s) geven antwoord op de volgende vraag:
“Is het slikken van voedingssupplementen zinvol?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

De overzichtsartikelen (meta-analyses) van cohort studies of van patiënt-controle studies geven antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen?”.

  1. Veel lichamelijke activiteiten verlaagt borstkanker onder postmenopauzale vrouwen met een BMI tot 30
  2. Dagelijks 688 mg polyfenolen gedurende minimaal 7 dagen verbetert de sportprestatie

Minimaal 7 kopjes groene thee per dag verlaagt prostaatkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het drinken van thee de kans op het krijgen van prostaatkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 7 observationele studies (4 cohort studies en 3 patiënt-controle studies met in totaal 1435 mensen met prostaatkanker onder 96332 deelnemers) en 3 RCTs (87 mensen in de interventiegroep en 92 mensen in controle groep).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 7 observationele studies dat het drinken van veel groene thee vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van prostaatkanker niet significant met 8% [gepoolde RR = 0.92, 95% BI = 0.77-1.11, I2  =  0%, p = 0.46] verlaagde. Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden in 4 cohort studies dat het drinken van veel groene thee vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van prostaatkanker niet significant met 2.3% [gepoolde RR = 0.977, 95% BI = 0.80-1.19] verlaagde. Dit verlaagde risico was ook niet significant in 3 patiënt-controle studies [gepoolde RR = 0.623, 95% BI = 0.368-1.056, I2  =  0%, p = 0.46].

De onderzoekers vonden geen verband tussen het drinken van 1-6 kopjes groene thee per dag en de kans op het krijgen van prostaatkanker.

De onderzoekers vonden dat het drinken van 7 kopjes groene thee per dag, de kans op het krijgen van prostaatkanker significant met 19% [RR = 0.81, 95% BI = 0.67-0.97] verlaagde. Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het drinken van 9 kopjes groene thee per dag, de kans op het krijgen van prostaatkanker significant met 26% [RR = 0.74, 95% BI = 0.59-0.93] verlaagde. Significant omdat er RR van 1 niet in de 95% BI van 0.59 tot 0.93 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen risico/verband.

De onderzoekers vonden dat het drinken van 15 kopjes groene thee per dag, de kans op het krijgen van prostaatkanker significant met 44% [RR = 0.56, 95% BI = 0.35-0.92] verlaagde.

De onderzoekers vonden in 3 RCTs een causaal verband tussen groene thee catechines en de verlaagde kans op het krijgen van prostaatkanker [RR = 0.38, 95% BI = 0.16-0.86, p = 0.02].

De onderzoekers concludeerden dat het drinken van minimaal 7 kopjes groene thee per dag, de kans op het krijgen van prostaatkanker verlaagde. Dit verlaagde risico kwam door de catechines (een groep flavonoïden) in de groene thee.

Oorspronkelijke titel:
Green tea and the risk of prostate cancer: A systematic review and meta-analysis by Guo Y, Zhi F, […], Zhang X.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5380255/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over theeconsumptie en prostaatkanker.

 

Noten & zaden

Wetenschappelijke studies (overzichtsartikelen) over het eten van noten en zaden en het voorkomen van ziektes: 
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patiënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX
  • Noten groeien aan bomen. Het zijn droge vruchten, omhuld door een vruchtwand. Dit is een harde, houtachtige dop, waar meestal 1 noot in zit.
  • Noten worden onderverdeeld in boomnoten en aardnoten.
  • Boomnoten zijn noten die aan de boom groeien.
    Voorbeelden van boomnoten zijn amandelen, cashewnoten, hazelnoten, macadamia’s, paranoten, pistachenoten en walnoten.
  • De aardnoot (ook wel pindanoot, grondnoot, olienoot of apennoot genoemd), is eigenlijk geen noot maar een peulvrucht. Net als bij andere planten bevindt de bloem zich bovengronds en daaruit ontwikkelt zich na de bevruchting een peul met meestal twee zaden. Na de bevruchting ondergaat de plant een bijzondere ontwikkeling: de stengel waaraan de peul groeit wordt langer en boort zich in de grond.
    Voorbeelden van aardnoten zijn pinda’s,
  • Noten leveren ijzer, vitamine E en vitamine B1. Verder zitten in noten veel onverzadigde vetzuren (in de volksmond ook wel goede vetten genoemd).
  • Hazelnoten bevatten 82-83% mono-onverzadigde vetzuren, voornamelijk oliezuur. Daarnaast, bevatten hazelnoten veel vitamine E, fytosterolen, L-arginine, polyfenolen, folaat en vezels.
  • Het vetprofiel van hazelnoten lijkt op die van de amandelen.
  • Amandelen worden ook wel de "koning van de noten" genoemd.
  • Cashewnoten zijn deel van het fruit van de tropische boom Anacardium occidentale. De "noot" hangt onder de cashewappel, een pseudo-fruit die gevormd wordt uit de steel van de bloem.
  • Macadamia's zijn de noten van de macadamiabomen. Ze worden ook wel de “fijnste noten ter wereld” genoemd.
  • Paranoten, ook wel Braziliaanse noten of Amazonianoten genoemd, zijn de zaden van de paranotenboom Bertholletia Excelsa, een gigantische boom die in de regenwouden van de Amazone in Zuid-Amerika groeit.
  • Pistachenoten zijn de pitten van de vrucht van de boom Pistacia vera. Ze zijn ook bekend als de “lachende noot” of de “blije noot” omdat hun halfopenstaande schil op een lachende mond lijkt.
  • Een zaad is eigenlijk een heel jong plantje dat wordt omring door een beschermlaag. Als u een zaadje zou planten in aarde, komt daar een plant uit.
    Voorbeelden van zaden zijn chiazaad, hennepzaad, lijnzaad, maanzaad, pijnboompitten, pompoenpitten, sesamzaad en zonnebloempitten.
  • De Gezondheidsraad (het hoogste voedingsadviesorgaan in Nederland) adviseert ten minste 15 gram ongezouten noten per dag.

 

Dagelijks 1 mg vitamine B2 via voeding verlaagt borstkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van vitamine B2 het risico op het krijgen van borstkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 epidemiologische studies (cohort of patiënt-controle studies) met 12268 borstkankerpatiënten.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel vitamine B2 vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van borstkanker significant met 15% [gepoolde RR = 0.85, 95% BI = 0.76-0.95, I2 = 40.7%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 1 mg vitamine B2 per dag via voeding de kans op het krijgen van borstkanker significant met 6% [RR = 0.94, 95% BI = 0.90-0.99] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel vitamine B2, minimaal 1 mg vitamine B2 per dag, de kans op het krijgen van borstkanker verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary vitamin B2 intake and breast cancer risk: a systematic review and meta-analysis by Yu L, Tan Y and Zhu L.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28035488

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over borstkanker en vitamine B2.