Voeding en gezondheid

Ouderdom

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken (overzichtsartikelen) naar de relatie tussen voeding en ouderdom:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patiënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:

2023:

  1. Veel selenium via voeding verhoogt botdichtheid
  2. Een lager serum magnesiumgehalte verhoogt fracturen
  3. Laag bloed carotenoïdengehalte verhoogt dementie
  4. Veel antioxidanten via voeding verlaagt ziekte van Alzheimer
  5. Dagelijks 200 gram zuivelproducten verhogen ziekte van Parkinson

2022:

  1. Vitamine E supplementen verlagen ziekte van Alzheimer
  2. Regelmatig visconsumptie verlaagt leeftijdsgebonden oogziekte
  3. Dagelijks 20-25 mcg vitamine D3 supplementen verlagen kans op osteoporotische breuk en vallen bij ouderen
  4. 10 tot 7500 microgram vitamine D supplementen verhogen handgreepsterkte van postmenopauzale vrouwen
  5. Hoog bloedgehalte aan carotenoïden en vitamine E verlaagt leeftijdsgebonden maculaire degeneratie
  6. Eiwittensuppletie + lichaamsbeweging verhogen spierkracht van Aziatische ouderen met sarcopenie

2021:

  1. 100 µg/d vitamine K + 1000 mg/d calciumsupplementen verhogen botmineraaldichtheid
  2. Paddenstoelen verlagen doodgaan aan alle oorzaken
  3. Dagelijks 200-700 gram groente en fruit verlaagt fragiliteit
  4. Enkelvoudig onverzadigde vetzuren verlagen doodgaan aan alle oorzaken
  5. Supplementen met 320-729 mg magnesium verbetert mogelijk slaap bij ouderen met slapeloosheid
  6. Dagelijks 1 kopje groene thee verbetert geheugen
  7. Dagelijks 100 mg magnesium via voeding verlaagt doodgaan aan kanker
  8. Dagelijks 1 gram DHA of EPA via voeding verlaagt leeftijdsgebonden maculaire degeneratie
  9. Alcohol verhoogt botbreuk
  10. Dagelijks 0.5-50 mg carotenoïdensupplementen verbetert geheugen bij mensen zonder dementie
  11. Dagelijks 1000 mg calciumsupplementen verhoogt hart- en vaatziekten onder postmenopauzale vrouwen
  12. Eieren verlagen leeftijdsgebonden maculaire degeneratie
  13. Veel β-cryptoxanthine via voeding verlaagt botontkalking en heupfracturen

2020:

  1. Dagelijks 2 gram omega-3 supplementen verhogen spiermassa bij ouderen
  2. Zuivelproducten verrijkt met calcium en vitamine D verhogen botmineraaldichtheid bij postmenopauzale vrouwen
  3. Dagelijks 54 mg genisteïne verhogen botmineraaldichtheid van postmenopauzale vrouwen
  4. Vitamine K2 + vitamine D verhogen botmineraaldichtheid
  5. Zuivelproducten verhogen botmineraaldichtheid van postmenopauzale vrouwen
  6. LDL-cholesterolgehalte hoger dan 121 mg/dL verhoogt Alzheimer
  7. Vitamine C-rijke voedingsmiddelen verhogen botmineraaldichtheid
  8. Veel linolzuur via voeding verlaagt doodgaan aan hart- en vaatziekten
  9. Koolhydraten verhogen niet fracturen
  10. Obesitas verhoogt dementie

2019:

  1. Dagelijks 1 glas alcohol verhoogt botontkalking
  2. Hoge eiwitinname verlaagt heupfracturen onder ouderen
  3. Een laag vitamine B12-gehalte verhoogt depressie onder ouderen
  4. Een hoog vitamine E-gehalte verlaagt ziekte van Alzheimer
  5. Een hoog urinezuurgehalte verhoogt de botdichtheid
  6. Hoog homocysteïnegehalte verhoogt ziekte van Alzheimer
  7. Dagelijks 1 portie groentes en fruit verlaagt heupfracturen
  8. Verzadigd vet verhoogt cognitieve stoornissen
  9. Geen verband tussen aardappelen en doodgaan aan kanker
  10. Dagelijks 500 mg vitamine C via voeding verlaagt oogziekte leeftijdsgebonden cataract

2018:

  1. Alzheimer-patiënten hebben een lage vitamine E bloedwaarde
  2. Vitamine A en C via voeding verlagen de oogziekte glaucoom
  3. Veel antioxidanten via voeding verlagen doodgaan aan alle oorzaken
  4. All-cause mortaliteit is het laagst bij een dieet met 50-55 En% koolhydraten
  5. Een laag seleniumgehalte in de hersenen verhoogt de ziekte van Alzheimer
  6. Veel verzadigd vet verhoogt fracturen
  7. Coronaire hartziekte en hartfalen verhogen dementie
  8. Melkeiwittensupplementen in combinatie met krachttraining verhogen spiermassa bij ouderen
  9. Vitamine D-gehalte tussen 25 en 35 ng/mL verlaagt ziekte van Alzheimer
  10. Dagelijks veel yoghurt en kaas verlaagt heupfracturen

2017:

  1. Veel thee verlaagt heupfracturen onder vrouwen
  2. Vis verlaagt heupfracturen
  3. Een hoge vitamine A via voeding verhoogt heupfracturen
  4. Groente en fruit verlagen cognitieve stoornissen
  5. 28 gram volle granen per dag verlaagt doodgaan aan hart- en vaatziekten
  6. Dagelijks 50 mg vitamine C via voeding verlaagt heupfracturen
  7. Een lage vitamine D status in het lichaam verslecht het geheugen
  8. Een laag zink- en ijzergehalte verhogen ziekte van Alzheimer
  9. Een laag seleniumgehalte in het lichaam verhoogt de ziekte van Alzheimer
  10. Thee drinken leidt tot grote botdichtheid
  11. Dagelijks 50 microgram vitamine K via voeding verlaagt fracturen
  12. Een mangaantekort verhoogt mogelijk de ziekte van Alzheimer
  13. 100 gram vis per week verlaagt de ziekte van Alzheimer
  14. Dagelijks veel kaas verhoogt niet doodgaan aan alle oorzaken
  15. Dagelijks 100 gram groenten en fruit verlaagt dementie onder ouderen
  16. Lopen verlaagt dementie onder ouderen

2016:

  1. Beta-caroteen via voeding verlaagt heupfracturen onder Aziatische mannen
  2. 1 keer per week vette vis of tonijn verlaagt leeftijdsgebonden maculaire degeneratie
  3. Suikerziekte verhoogt het vallen bij ouderen
  4. Onverzadigde vetzuren, antioxidanten en vitamine B verlagen dementie
  5. Borstvoeding geven beschermt vrouwen tegen botontkalking op latere leeftijd
  6. Dagelijks veel volkoren graanproducten verlaagt doodgaan aan alle oorzaken
  7. Maximaal 1 tot 2 kopjes koffie per dag verbetert het geheugen
  8. Regelmatige lichamelijke activiteiten verlaagt ziekte van Alzheimer
  9. Mensen met leeftijdsgebonden maculaire degeneratie hebben baat bij 10 mg luteïne of zeaxanthine per dag
  10. Een lage botdichheid verhoogt aderverkalking bij ouderen
  11. Het metabole syndroom verlaagt non-vertebrale fracturen onder mannen
  12. Veel beta-caroteen via voeding verlaagt de mortaliteit
  13. Een hoog homocysteïnegehalte verhoogt de ziekte van Alzheimer
  14. Veel groenten verlaagt mogelijk heupfractuur
  15. IJzersupplementen gedurende 4 tot 6 weken verhoogt het hemoglobinegehalte met 0.35 g/dL

2015:

  1. 1 portie vis per week of 100 gram DHA per dag verbetert het geheugen van ouderen
  2. Soja-isoflavonen verbeteren het geheugen van postmenopauzale vrouwen
  3. Vette vissen verhogen het vitamine D-bloedgehalte met 6.8 nmol/L
  4. Dagelijks 400-1800 mg EPA en DHA vertraagt het cognitieve achteruitgang bij ouderen
  5. Onverzadigde vetzuren, antioxidanten en vitamine B verlagen dementie
  6. Een vitamine D-tekort verhoogt mogelijk dementie
  7. Maagzuurremmers leiden op lange termijn mogelijk tot een vitamine B12-tekort
  8. HMB-supplementen leiden tot spierbehoud bij ouderen
  9. Dagelijks 7 mg vitamine E via voeding verlaagt leeftijdsgebonden staar
  10. Dagelijks 580 mg DHA of 1 gram DHA en EPA verbetert het geheugen van ouderen
  11. 60 gram vis per dag verlaagt de all-cause mortalieit
  12. Veel vitamine C via voeding verlaagt staar
  13. Een laag vitamine B12-gehalte verhoogt leeftijdsgebonden maculaire degeneratie
  14. Minimaal 100 gram vis per week verlaagt de ziekte van Alzheimer

2014:

  1. Fyto-oestrogenensupplementen verlagen opvliegers

2013:

  1. Het slikken van vitamines en mineralen verlaagt niet de mortaliteit
  2. Ouderen met dementie hebben baat bij een volledige voedingsdrank
  3. Dagelijks 330 ml melk verlaagt botverlies
  4. Een hoog homocysteïnegehalte verhoogt mogelijk fracturen bij ouderen

2012:

  1. Soja-isoflavonensupplementen verlagen de frequentie en de ernst van opvliegers
  2. 20 microgram vitamine D per dag verlaagt fracturen bij ouderen
  3. Een hoog homocysteïnegehalte verhoogt fracturen bij ouderen
  4. Polyfenolen verbeteren het cognitief functioneren
  5. Het slikken van vitamine B6, B12 en foliumzuur verbetert niet het cognitief vermogen van ouderen
  6. 20 nmol/L 25(OH)D verlaagt de mortaliteit onder ouderen
  7. Een hoge consumptie van groenten verlaagt dementie bij ouderen

XXXXXXXXXXXXXXXXXXXX

De Westerse definitie van ouderdom is: mensen boven 65 jaar. In 2011 bereikt de eerste lichting babyboomers uit 1946 de pensioengerechtigde leeftijd. In 2040 is een kwart van de Nederlandse bevolking 65-plusser.

Ouderdom komt met gebreken. De veel voorkomende gebreken bij ouderen zijn:

  • Hoge bloeddruk
  • Hart- en vaatziekten
  • Verhoogde bloeddruk
  • Kanker
  • Mobiliteit en vallen
  • Dementie
  • Osteoporose
  • Verminderd gezichtsvermogen (maculadegeneratie)
  • Longontsteking
  • Achteruitgang van het gehoor
  • Achteruitgang van de eetlust en het dorstgevoel
  • Spierverlies. Krachttraining kan spierverlies voorkomen
  • Ondervoeding. Een eenvoudig instrument om ondervoeding bij ouderen te signaleren, is het SNAQ65+

Voeding heeft een onmiskenbaar effect op het verouderingsproces. Zo vertraagt een goede voedingstoestand het verouderingsproces en een dagelijkse energiebehoefte beneden 1700 kcal leidt tot een tekort aan vitamines en mineralen.

Het verouderingsproces begint immers niet op 65-jarige maar al op 30-jarige of nog jongere leeftijd.

Een van de consequenties van het ouder worden is verlies van spierkracht. Per jaar verliezen ouderen rond 0.25 kg spieren. Spierverlies kan tegen gegaan worden door krachttraining (60-85% van het 1RM en 3 tot 4 keer per week). Spierverlies leidt tot een lagere ruststofwisseling.

Om spierverlies en botverlies bij ouderen te voorkomen dienen de 3 hoofdmaaltijden (ontbijt, lunch en avondeten) tussen 25-30 gram eiwit te bevatten.

Voedingsadviezen bij ouderdom:

  • Voor het behoud van stevige botten bij ouderen wordt aangeraden te kiezen voor producten met minimaal 15 En% eiwit en maximaal 25 En% eiwit oftewel een dagelijkse voeding met:
  • 15-25 En% eiwit, maximaal 30-35 En% vet, maximaal 7-10 En% verzadigd vet, maximaal 0.3 gram zout per 100 kcal en minimaal 1.3-1.5 gram vezels per 100 kcal.
    Maar de belangrijkste factoren voor het botbehoud bij ouderen zijn 60-90 minuten lichaamsbeweging per dag, 15-30 microgram vitamine D per dag en 1 gram calcium of meer per dag.
  • Stop met roken want roken veroorzaakt aderverkalking. Aderverkalking is een belangrijke risicofactor voor hart- en vaatziekten.
  • Streef naar een gezond gewicht. Een gezond gewicht heeft een BMI van 18.5-25. BMI is gewicht gedeeld door lengte in kwadraat oftewel gewicht (kg)/lengte2 (m).
  • Minimaal 60 minuten per dag besteden aan lichaamsbeweging of minimaal 10.000 stappen per dag.
  • Eet 2 keer per week vette vis of slik dagelijks 450 mg EPA en DHA. EPA en DHA zitten in visoliesupplementen. Visoliesupplementen kunnen de positieve effecten van het eten van vis niet evenaren.
  • Eet 300 gram groente en 5 stuks fruit per dag oftewel 25-30 gram voedingsvezels per dag. 10-30 gram vezel per dag verlaagt namelijk het slechte LDL-cholesterolgehalte.
  • Beperk tot 2-3 glazen alcohol voor mannen en 1-2 glazen voor vrouwen per dag.
  • Eet niet meer dan 6 gram zout per dag dat overeen komt met 2400 mg natrium.
  • Slik geen antioxidanten-supplementen. Ze doen meer kwaad dan goe!
  • Eet niet meer dan 200 gram cholesterol per dag bij een verhoogd LDL-cholesterol.
  • Eet niet meer dan 19 gram verzadigd vet per dag bij 2500 kcal en 15 gram verzadigd vet per dag bij 2000 kcal. De Gezondheidsraad adviseert 2000 kcal per dag voor vrouwen en 2500 kcal voor mannen aan.
  • Eet wanneer het kan niet alleen. Door samen met andere mensen te eten, wordt de eetlust versterkt. Ouderen hebben vaak een slechte eetlust.
  • Zet elke dag 1 fles water van 2 liters op tafel. Zo weet u zeker dat u genoeg vocht binnenkrijgt. Het dorstgevoel kan bij ouderen sterk afnemen.
  • 500 microgram foliumzuur per dag bij een hoog homocysteïnegehalte.
  • Slik dagelijks een multivitamine-supplementen.
  • Slik dagelijks 15-30 microgram (600-1200 IE) vitamine D. Slik vitamine D in overleg met een diëtist, voedingsdeskundige of uw huisarts!
  • Zorg dat u dagelijks 1000 mg calcium binnenkrijgt. Het kan via voeding of voedingssupplementen.

Sportvoeding

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken (overzichtsartikelen) naar de relatie tussen sporten en het voorkomen van ziektes:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

2021:

  1. Stoeloefeningen zorgen voor krachtbehoud bij ouderen
  2. Argininesupplementen als L-arginine verhogen maximale zuurstofopname bij gezonde personen
  3. Wei-eiwitsupplementen verhogen spiermassa bij volwassenen
  4. Zure kers supplementen verbeteren herstel na zware inspanning
  5. 3 keer per week 30-60 minuten aërobe training met een matige intensiteit verlaagt causaal buikvet

2020:

  1. Geen verschil tusssen krachttraining met hoge belasting en lage belasting op botmineraaldichtheid
  2. 1.5-2 gram arginine per dag gedurende 4-7 weken verhogen sportprestaties
  3. Licht intensieve lichamelijke activiteit verlaagt doodgaan aan kanker
  4. Eiwittensupplementen verhogen vetvrije massa bij ouderen
  5. Whole body vibration training verhoogt botdichtheid bij postmenopauzale vrouwen

2019:

  1. Krachttraining verlaagt cholesterolgehalte
  2. Creatinesupplementen leiden niet tot nierschade
  3. Lichamelijke oefeningen verbeteren kwaliteit van leven van nierpatiënten
  4. 3 mg creatine/kg/dag gedurende 14 dagen bevordert anaërobe prestaties van voetballers
  5. Lichamelijke activiteiten verlagen longkanker onder rokers

2018:

  1. 1 tot 6 gram taurinesupplementen per dag verbeteren het uithoudingsvermogen

2017:

  1. Veel lichamelijke activiteiten verlaagt borstkanker onder postmenopauzale vrouwen met een BMI tot 30
  2. Dagelijks 688 mg polyfenolen gedurende minimaal 7 dagen verbetert de sportprestatie
  3. Lopen verlaagt dementie onder ouderen

2016:

  1. Lichamelijke activiteit verlaagt maagkanker onder mannen en Aziaten
  2. Regelmatige lichamelijke activiteiten verlaagt ziekte van Alzheimer
  3. Lichamelijke activiteiten + gewichtsverlies leiden tot minder ontstekingen in het lichaam
  4. Creatinesupplementen verbetert de krachtprestatie geleverd door de bovenste ledematen
  5. Veel lichamelijke activiteiten verlaagt galstenen
  6. Weinig lichamelijke activiteiten verhoogt mogelijk astma bij kinderen
  7. Lichamelijke acitviteiten verlagen ontstekingen in het lichaam

2013:

  1. Lycopeensupplementen verlichten mogelijk de oxidatieve stress
  2. 500-2000 mg vitamine C verlaagt mogelijk inspanningsastma
  3. 200 mg vitamine C per dag verlaagt de kans op een verkoudheid bij sporters

2012:

  1. Een hoog lichamelijk activiteitsniveau verlaagt mogelijk astma
  2. 200-1000 mg vitamine C per dag verlaagt de oxidatieve stress
  3. Beter opgezette studies naar de werking van sportproducten zijn nodig
  4. Het effect van energiedranken op kwaliteit van leven en welzijn is dubbelzinnig

XXXXXXXXXXXXX

Sporters die gezond en gevarieerd eten, hebben geen vitamine- en mineralensupplementen nodig. Vitamine- en mineralensupplementen kunnen de sportprestaties niet direct verhogen. Ze kunnen wel de herstelperiode tussen de trainingen door verkorten.

Wanneer u toch voedingssupplementen slikt, dan is het goed om te weten, dat:

  • De werking afhankelijk is van de dosering én de duur.
  • De opname nooit 100% is. Zo is de opname van L-carnitinesupplement 15-20%. Dat wil zeggen wanneer u 300 mg L-carnitine slikt, dan heeft het lichaam slechts 45-60 mg opgenomen. De fabrikant is niet wettelijk verplicht te vermelden hoeveel van een voedingssupplement uiteindelijk in het lichaam wordt opgenomen.
  • Voedingssupplementen niet altijd dopingvrij zijn.
  • Vitamines en mineralen de sportprestaties niet direct maar indirect verhogen. Het slikken van vitamines en mineralen kunnen namelijk de herstelperiode verkorten.
  • De werking is pás echt wanneer een positieve conclusie gevonden is in een overzichtsartikel van gerandomiseerde, placebo-gecontroleerde, dubbelblinde humane studies of wanneer de claim goedgekeurd is door de EFSA.
  • NOC*NSF de werking van een aantal voedingsupplementen goedgekeurd heeft.

Slik tijdens het sporten geen supplementen. Ze beïnvloeden namelijk de sportprestaties nadelig.

Het is wetenschappelijk bewezen dat water, suiker, creatine en cafeïne-inname tijdens het sporten de sportprestaties verhogen.

Voeding met minder dan 55 En% koolhydraten en/of minder 20 En% vet heeft nadelige invloed op de sportprestaties.

Bij een koolhydraatarme voeding (<5 gram  koolhydraten per kg lichaamsgewicht) kan het 2-3 dagen duren voordat het glycogeenvoorraad ná het sporten weer op het oude niveau is.

Opbouw van het glycogeen- en creatinevoorraad:
Tijdens het sporten halen sporters voornamelijk energie uit koolhydraten die als glycogeen in het lichaam worden opgeslagen. Voor de sporttak die in zeer korte tijd heel veel energie nodig heeft, is creatine ook een belangrijke energieleverancier. Daarom wordt aangeraden kort een wedstrijd het glycogeen- en creatinevoorraad op te bouwen.

Sinds 2016 gelden de volgende richtlijnen:

  1. Bij het sporten langer dan 90 minuten moeten sporters 10-12 gram koolhydraten per kg lichaamsgewicht per dag tot zich nemen gedurende 36-48 uur voor de wedstrijd.
  2. Bij het sporten korter dan 90 minuten moeten sporters 7-12 gram koolhydraten per kg lichaamsgewicht per dag tot zich nemen gedurende 24 uur voor de wedstrijd.

Het aanleggen van het creatinevoorraad in het lichaam gebeurt in 2 fasen: de ladings- en onderhoudsfase. Creatine kan het best worden ingenomen met koolhydraten. De 2 manieren om het creatinevoorraad aan te leggen zijn:

  1. 0.3 gram creatine per kg lichaamsgewicht per dag (5-7 gram creatine per keer met een interval van 3-4 uur) en dat 3-7 dagen lang. Daarna 3-5 gram creatine per dag voor 4-10 weken lang.
  2. 2-3 gram creatine per dag en dat 30 dagen lang.

De glycogeenresynthese (het weer aanvullen van het glycogeenvoorraad na het sporten) verloopt het snelste binnen 30-60 minuten na het sporten. De snelheid van de glycogeenresynthese bereikt haar maximum bij 0.8 gram koolhydraten per kg lichaamsgewicht per uur.

Tijdens 24-48 uur na het sporten vindt de spier- en botopbouw plaats.

Het is een misvatting dat isotone sportdrank sneller wordt opgenomen dan hypotone sportdrank. Het suikergehalte en het type suiker blijken van essentiële betekenis te zijn.

Rehydratiedranken dienen een osmolaliteit van beneden 500 mOsm/l te hebben, bij voorkeur beneden 300 en een suikergehalte van 40-80 gram per liter. Rehydratie is het aanvullen van vocht tijdens een fysieke inspanning.

Isotone sportdrank heeft een osmolaliteit van rond 300 mOsm/l en een suikergehalte van 40-80 gram per liter. Tijdens het sporten wordt de voorkeur gegeven aan isotone sportdrank en wordt hypertone sportdrank (>80 gram suiker per liter) afgeraden. De osmolaliteit van ons bloed is ongeveer 275-300 mOsm/l.

Sportdranken met 40-80 gram koolhydraten en 280-660 mg natrium per liter wordt het snelst in het lichaam opgenomen. Dit is de ideale isotone sportdrank. Sportdrank is aan te raden bij het matige sporten langer dan 60-90 minuten.

Een sportdrank oftewel dorstlesser bevat 40-80 gram suiker per liter. Een sportenergiedrank bevat meer dan 80 gram suiker per liter. Het bevat naast suiker ook vaak cafeïne, taurine en koolzuurgas.

Er wordt internationaal aanbevolen om tijdens het sporten per 15 minuten 250 ml vocht (oftewel 1000 ml vocht per uur) in te nemen om zo uitdroging te voorkomen, maar ook om de sportprestaties op peil te kunnen houden. Verder is het een wetenschappelijk feit dat het lichaam maximaal 60 gram koolhydraten per uur kan afbreken om daaruit energie voor het sporten te halen.

Wanneer u zich tijdens het sporten energiek voelt, betekent dat u genoeg koolhydraten hebt gegeten.

Het beste is om tussen de 2 en 4 uur voor het sporten te eten.

Pap in de benen duidt op uitputting van het glycogeen.

De dagelijkse eiwitbehoefte van een sporter kan als volgt berekend worden:
Dagelijkse eiwitbehoefte = vetvrije massa (VVM) x 2.75.

De ruststofwisseling (RMR) van een sporter kan als volgt berekend worden:
RMR (Kcal/d) = (11.797 x gewicht in kg) + (6.487 x lengte in cm) - (5.180 x leeftijd) + (186.017 x geslacht (man = 1, vrouw = 0)) - 139.444.

De veel voorkomende nutriëntentekorten onder sporters zijn calcium-, vitamine D- en ijzer-tekort (vaak onder vrouwelijke sporters).

Hoe ziet de energieverdeling tijdens het sporten eruit?




Voedingsadviezen bij het sporten:

  • De laatste maaltijd moet 2-4 uur voor het sporten genuttigd zijn.
  • Professionele sporters worden aangeraden te kiezen voor producten met 60-70 En% (minimaal 55 En%) koolhydraten, voor producten met 20-30 En% vet en voor producten met 15-25 En% eiwit oftewel een dagelijkse voeding met:

    15-25 En% eiwit, 20-30 En% vet, maximaal 10 En% verzadigd vet, maximaal 0.5 gram natrium per 100 gram (100 ml), minimaal 25 En% eenvoudige suikers, minimaal 1.3 gram vezels per 100 kcal en 60-70 En% (minimaal 55 En%) koolhydraten.
     
  • Slik voedingssupplementen alleen onder deskundige begeleiding!
  • 0.5 mg vitamine B1 per 1000 kcal.
  • 0.6 mg vitamine B2 per 1000 kcal.
  • 0.02 milligram vitamine B6 per gram geconsumeerd eiwit.
  • De aanbevolen dagelijkse hoeveelheid is 6 mg magnesium per kg lichaamsgewicht.
  • De aanbevolen dagelijkse hoeveelheid is 5-7 gram koolhydraten per kg lichaamsgewicht per dag en 8-10 gram koolhyrdaten per kg lichaamsgewicht tijdens de tapering-off periode.
  • De aanbevolen dagelijkse hoeveelheid eiwitten voor sporters is 1.2-1.8 gram per kg lichaamsgewicht en voor krachtsporters is dat 1.5 gram per kg lichaamsgewicht tijdens de onderhoudsfase en 2.0 gram per kg lichaamsgewicht tijdens de opbouwfase.
  • De ruststofwisseling kan berekend worden met de volgende formule:
    Ruststofwisseling (kcal/d) = (11.797 x gewicht in kg) + (6.487 x lengte in cm) – (5.180 x leeftijd) + (186.017 x geslacht) – 139.444.
    Bij geslacht moet bij mannen een 1 worden ingevuld en bij vrouwen een 0.

Voor het sporten:

  • Drink de laatste 2 uur voor de wedstrijd 500-1000 ml vocht.
  • 5-30 minuten vóór het sporten 50 gram koolhydraten innemen.
  • Neem 10 gram eiwit vlak voor het sporten in want het bevordert de herstel van  de spierschade.
  • Drink de laatste 3-5 minuten voor de inspanning 150-300 ml water of dorstlesser. Dit heet prehydratie.

Tijdens het sporten:

  • Neem tijdens het sporten niet meer dan 35 gram fructose per liter want fructose wordt langzaam opgenomen en geven daarom maag- en darmklachten.
  • Drink tijdens het sporten 125-250 ml vocht per kwartier.
  • Kies tijdens het sporten voor een sportdrank met een osmolaliteit rond 300 of beneden 500 mOsm/l.
  • Vermijd tijdens het sporten hypertone sportdranken.
  • Drink tijdens het sporten water, isotone of hypotone sportdranken. Isotone sportdrank heeft een osmolaliteit van rond 300 mOsm/l en een suikergehalte van 40-80 gram per liter. Hypotone sportdranken heeft een suikergehalte van minder dan 40 gram per liter.
  • De optimale sportdrank tijdens het sporten is een sportdrank met 6 g suiker per 100 ml.
  • Drink tijdens het sporten geen koffie want koffie werkt vochtdrijvend waardoor u vaker naar de WC moet en daarmee veel vocht verliest.

Na het sporten:

  • Na het sporten zijn er 2 manieren om het glycogeenvoorraad weer aan te vullen:
    1. De eerste mannier is: neem direct (bínnen 30 minuten) na het sporten 1.2 gram koolhydraten (bij voorkeur snel opneembare suikers, zoals glucose) per kg lichaamsgewicht in. Herhaal dit om het uur gedurende 4-6 uur.
    2. De twee manier is: 0.8 gram koolhydraten per kg lichaamsgewicht + 0.4 gram eiwit of aminozuren per kg lichaamsgewicht per uur. Herhaal dit om het uur gedurende 4-6 uur.
  • Het is aan te raden om na de inspanning 1.5 keer  de hoeveelheid water die tijdens de inspanning verloren is gegaan aan te vullen.
  • Weeg u voor en na het sporten. Bedraagt uw gewichtsverlies meer dan 1 kg dan hebt u tijdens het sporten te weinig gedronken. Iedere kg gewichtsverlies na het sporten staat gelijk aan 1 liter water. Vochtverlies en -aanvulling is per sporttak verschillend. Raadpleeg hiervoor een sportdiëtist!
  • Neem 10 gram eiwit bínnen 30 minuten na een intensieve krachttraining in want het bevordert de herstel van  de spierschade.

Handige websites voor topspporters:

Veel antioxidanten via voeding verlaagt ziekte van Alzheimer

Onderzoeksvraag:
Verlaagt een hoge inname van antioxidanten via voeding, de kans op het krijgen van de ziekte van Alzheimer of dementie?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 17 cohort studies met in totaal 98264 deelnemers, waarvan 7425 mensen met dementie na een follow-up duur van 3 tot 23 jaar. 

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge inname van antioxidanten via voeding, de kans op het krijgen van de ziekte van Alzheimer significant met 15% [RR = 0.85, 95% BI = 0.79 tot 0.92, I2 = 45.5%] verlaagde.
Echter, dit significante verlaagde risico werd niet teruggevonden voor dementie [RR = 0.84, 95% BI = 0.77 tot 1.19, I2 = 54.6%].
Significant omdat RR van 1 niet in de 95% BI van 0.79 tot 0.92 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers concludeerden dat een hoge inname van antioxidanten via voeding, de kans op het krijgen van de ziekte van Alzheimer verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Association of Dietary and Supplement Intake of Antioxidants with Risk of Dementia: A Meta-Analysis of Cohort Studies by Zhao R, Han X, […], You H.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/36846999/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over antioxidanten en de ziekte van Alzheimer.

Studies 2023

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken (overzichtsartikelen) naar de relatie tussen voeding en ouderdom:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patiënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:

  1. Veel selenium via voeding verhoogt botdichtheid
  2. Een lager serum magnesiumgehalte verhoogt fracturen
  3. Laag bloed carotenoïdengehalte verhoogt dementie
  4. Veel antioxidanten via voeding verlaagt ziekte van Alzheimer
  5. Dagelijks 200 gram zuivelproducten verhogen ziekte van Parkinson

Laag bloed carotenoïdengehalte verhoogt dementie

Onderzoeksvraag:
Gezien hun krachtige antioxiderende eigenschappen spelen carotenoïden een rol bij het vertragen en voorkomen van dementie en milde cognitieve stoornissen. Echter, observationele studies hebben inconsistente resultaten gevonden met betrekking tot de associatie tussen het bloed carotenoïdengehalte en het risico op dementie en milde cognitieve stoornissen en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Is een laag bloed carotenoïdengehalte (zoals, lycopeen, beta-caroteen, luteïne) een risicofactor voor dementie en milde cognitieve stoornissen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 23 studies met 1422 mensen met dementie, 435 mensen met milde cognitieve stoornissen en 4753 controles (mensen zonder dementie of milde cognitieve stoornissen).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat mensen met dementie een lager bloed lycopeengehalte hadden dan mensen zonder dementie of milde cognitieve stoornissen [SMD = -0.521, 95% BI = -0.741 tot -0.301].

De onderzoekers vonden dat mensen met dementie een lager bloed alfa-caroteengehalte hadden dan mensen zonder dementie of milde cognitieve stoornissen [SMD = -0.489, 95% BI = -0.697 tot -0.281].

De onderzoekers vonden dat mensen met dementie een lager bloed beta-caroteengehalte hadden dan mensen zonder dementie of milde cognitieve stoornissen [SMD = -0.476, 95% BI = -0.784 tot -0.168].

De onderzoekers vonden dat mensen met dementie een lager bloed luteïnegehalte hadden dan mensen zonder dementie of milde cognitieve stoornissen [SMD = -0.516, 95% BI = -0.753 tot -0.279].

De onderzoekers vonden dat mensen met dementie een lager bloed beta-cryptoxanthinegehalte hadden dan mensen zonder dementie of milde cognitieve stoornissen [SMD = -0.617, 95% BI = -0.953 tot -0.281].

De onderzoekers concludeerden dat mensen met dementie een lager bloed carotenoïdengehalte hadden dan mensen zonder dementie of milde cognitieve stoornissen.

Oorspronkelijke titel:
Low blood carotenoid status in dementia and mild cognitive impairment: A systematic review and meta-analysis by Wang L, Zhao T, […], Jiang Q.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/36997905/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over carotenoïden en de ziekte van Alzheimer.

Het luteïnegehalte in het bloed kan verhoogd worden door levensmiddelen te eten die veel luteïne bevatten en/of luteïnesupplementen te slikken.

Een lager serum magnesiumgehalte verhoogt fracturen

Onderzoeksvraag:
Magnesium, een essentieel kation voor tal van cellulaire processen, is een belangrijk bestanddeel van bot. Echter, de relatie met het risico op het krijgen van fracturen is nog onzeker en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verhoogt een lager serum magnesiumgehalte de kans op het krijgen van fracturen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 4 cohort studies met in totaal 119755 deelnemers met een gemiddelde follow-up duur van 79 maanden.
De gemiddelde leeffijd was 62 jaar en het vrouwenpercentage was 33%.
De analyses waren gecorrigeerd voor 15 potentiële confounders.
De studies waren goed opgezet.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een lager serum magnesiumgehalte de kans op het krijgen van fracturen significant met 25% [RR = 1.25, 95% BI = 1.09 tot 1.43, I2 = 31.2%] verhoogde.
Significant omdat RR van 1 niet in de 95% BI van 1.09 tot 1.43 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers concludeerden dat een lager serum magnesiumgehalte de kans op het krijgen van fracturen verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Association between Serum Magnesium and Fractures: A Systematic Review and Meta-Analysis of Observational Studies by Dominguez LJ, Rodas-Regalado S, […], Barbagallo M.

Link:
https://www.mdpi.com/2072-6643/15/6/1304

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over magnesium en het voorkomen van fracturen.

 

Kruisbloemige groenten, knoflook, citrusvruchten en tomaten verlagen mogelijk dikke darmkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Gepersonaliseerde voeding en beschermende diëten en levensstijlen vormen een belangrijke prioriteit binnen de kankeronderzoek. De associatie tussen consumptie van specifieke voedingscomponenten en het ontstaan van dikke darmkanker is geëvalueerd in een aantal populatiegebaseerde studies, die vastgesteld hebben dat bepaalde voedingsmiddelen potentiële bescherming hebben. Echter, de bevindingen waren inconsistent (tegenstrijdig) en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Is er een relatie tussen het eten van de verschillende voedingsgroepen (zoals, tomaten, kruisbloemige groenten, citrusvruchten en noten) en het krijgen van dikke darmkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 46 studies (cohort en patiënt-controle studies).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in gepoolde analyses, vergeleken met een lage consumptie, dat een hoge consumptie van kruisbloemige groenten de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 10% verlaagde [OR = 0.90, 95% BI = 0.85 tot 0.95, p = 0.00, I2= 31.02%].
Dit significante verlaagde risico werd teruggevonden in patiënt-controle studies maar niet in cohort studies.

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses, vergeleken met een lage consumptie, dat een hoge consumptie van citrusvruchten de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 10% verlaagde [OR = 0.90, 95% BI = 0.84 tot 0.96, p = 0.00, I2 = 21.65%].
Dit significante verlaagde risico werd teruggevonden in patiënt-controle studies maar niet in cohort studies.

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses, vergeleken met een lage consumptie, dat een hoge consumptie van knoflook de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 17% verlaagde [OR = 0.83, 95% BI = 0.76 tot 0.91, p = 0.00, I2 = 32.64%].
Dit significante verlaagde risico werd teruggevonden in patiënt-controle studies maar niet in cohort studies.

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses, vergeleken met een lage consumptie, dat een hoge consumptie van tomaten de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 11% verlaagde [OR = 0.89, 95% BI = 0.84 tot 0.95, p = 0.00, I2 = 0%].
Dit significante verlaagde risico werd teruggevonden in patiënt-controle studies maar niet in cohort studies.

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses, vergeleken met een lage consumptie, dat een hoge consumptie van noten de kans op het krijgen van dikke darmkanker in cohort studies significant met 26% verlaagde [OR = 0.74, 95% BI = 0.58 tot 0.94, p = 0.01, I2 = 35.48%].

De onderzoekers concludeerden dat een hoge consumptie van kruisbloemige groenten, knoflook, citrusvruchten en tomaten de kans op het krijgen van dikke darmkanker mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat dit verlaagde risico niet terug werd gevonden in cohort studies.

Oorspronkelijke titel:
Phytochemically rich dietary components and the risk of colorectal cancer: A systematic review and meta-analysis of observational studies by Borgas P, Gonzalez G, […], Reza Mirnezami R.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC8223713/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over groenten en fruit, noten, knoflook en dikke darmkanker.

Argininesupplementen als L-arginine verhogen maximale zuurstofopname bij gezonde personen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
De werkzaamheid en veiligheid van L-argininesupplementen en hun effect op de maximale zuurstofopname (VO2max) bleven onduidelijk en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verhoogt het slikken van arginine de maximale zuurstofopname (VO2max) bij gezonde personen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 RCT’s.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van arginine in de vorm van L-arginine de maximale zuurstofopname bij gezonde personen significant verhoogde [WMD = 0.11 L/min, I2 = 0.0%, p = 0.485]. 

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van argininesupplementen in de vorm van L-arginine de maximale zuurstofopname bij gezonde personen verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
The effect of L-arginine supplementation on maximal oxygen uptake: A systematic review and meta-analysis by Rezaei S, Gholamalizadeh M, […], Doaei S.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC7883807/

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier meer over eiwitten en sportvoeding.

Arginine is een semi-essentieel aminozuur (bouwstenen van eiwitten) of conditioneel essentieel aminozuur omdat ons lichaam uit het aminozuur glutamine, glutaminezuur en proline zelf arginine kan maken. Arginine zit in zuivel, vis, vlees, granen, peulvruchten, noten en zaden.

Baby's kunnen nog geen arginine aanmaken, maar zij krijgen arginine binnen via borst- of flesvoeding.

Arginine is een voorloper van stikstofoxide, ureum en ornithine (een stof die het verwijderen van urem en ammoniak bespoedigt). Arginine is ook nodig voor de lichaamseigen productie van creatine en kan tevens gebruikt worden voor de vorming van citrulline.

Argininesupplementen komen in de verschillende vormen voor, als arginine-aspartaat, arginine-alpha-ketuglutaraart (AAKG), arginine-ethyl-ester, (di)arginine-ketoisocaproaat (AKIC), arginine-malaat, arginine-nitraat en (100% vrije vorm) L-arginine.

Het maximale zuurstofopname (VO2max) vermogen bepaalt hoeveel zuurstof iemand tijdens de maximale inspanning kan benutten. Dus, hoe hoger dit getal hoe beter de zuurstofvoorziening naar de spieren is. Spieren met een hoge zuurstofvoorziening kunnen een hoge sportsprestatie leveren dan spieren met een lage zuurstofvoorziening.
 

Wei-eiwitsupplementen verhogen spiermassa bij volwassenen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Essentiële aminozuren bevorderen het regulatieproces van de spiersynthese (spierproductie). Wei-eiwit dat een grote hoeveelheid essentiële aminozuren bevat, kan dus een aanzienlijk effect hebben op de wijziging van de spiersynthese. Echter, er is onvoldoende bewijs voor het effect van suppletie met soja- en wei-eiwit op de lichaamssamenstelling en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Heeft suppletie met wei-eiwit of soja-eiwit positieve effecten op de lichaamssamenstelling (zoal spiermassa, lichaamsgewicht, vetmassa en vetpercentage) bij volwassenen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 RCT’s met 596 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat wei-eiwitsuppletie de spiermassa bij volwassenen significant verhoogde [WMD = 0.91, 95% BI = 0.15 tot 1.67, p= 0.019].
Dit significante verhoging van de spiermassa werd niet teruggevonden voor soja-eiwitsuppletie.

De onderzoekers vonden geen significante verandering tussen wei-eiwitsuppletie en lichaamsgewicht, vetmassa of vetpercentage bij volwassenen.

De onderzoekers vonden geen significante verandering tussen soja-eiwitsuppletie en lichaamsgewicht, vetmassa of vetpercentage bij volwassenen.

De onderzoekers concludeerden dat wei-eiwitsuppletie de spiermassa bij volwassenen verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Comparison of the effect of soya protein and whey protein on body composition: a meta-analysis of randomised clinical trials by Damaghi MP, Mirzababaei A, […], Mirzaei K.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33971994/

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier meer over wei-eiwit en sportvoeding.

 

Glucosamine en chondroïtinesupplementen verbeteren structuur en symptomen bij artrose

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Welke voedingssupplementen hebben positieve effecten op de knie- en heupartrose bij volwassenen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 28 RCT’s met in totaal 11890 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van glucosaminesupplementen zowel de structuur  van de knie- en heupartrose bij volwassenen [minimale gewrichtsbreedte of kraakbeenvolume: netwerkresultaten: SMD = 0.16, 95% BI = 0.04 tot 0.28] als de symptomen van de knie- en heupartrose bij volwassenen [pijn = -0.15, 95% BI = -0.25 tot -0.05 en functie = -0.17, 95% BI = -0.28 tot -0.07] significant verbeterde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van chondroïtinesupplementen zowel de structuur van de knie- en heupartrose bij volwassenen [minimale gewrichtsbreedte of kraakbeenvolume: netwerkresultaten: SMD = 0.21, 95% BI = 0.10 tot 0.32] als de symptomen van de knie- en heupartrose bij volwassenen [pijn = -0.06. 95% BI = -0.15 tot -0.03 en functie = -0.15, 95% BI = -0.26 tot -0.03] significant verbeterde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van strontiumsupplementen de structuur van de knie- en heupartrose bij volwassenen [minimale gewrichtsbreedte of kraakbeenvolume: SMD = 0.20, 95% BI = 0.02 tot 0.38] significant verbeterde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine D supplementen de symptomen van de knie- en heupartrose bij volwassenen [pijn = -0.15. 95% BI = -0.27 tot -0.03 en functie = -0.18, 95% BI = -0.31 tot -0.06] significant verbeterde.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van glucosamine en chondroïtinesupplementen een statistisch significant maar klinisch twijfelachtig langetermijn voordeel opleverde voor wat betreft de structuur en de symptomen van de knie- en heupartrose bij volwassenen.
Strontiumsupplementen verbeterden de structuur van de knie- en heupartrose bij volwassenen en vitamine D supplementen de symptomen van de knie- en heupartrose bij volwassenen.

Oorspronkelijke titel:
The Efficacy and Safety of Disease-Modifying Osteoarthritis Drugs for Knee and Hip Osteoarthritis-a Systematic Review and Network Meta-Analysis by Yang W, Sun C, […], Zhuo Q.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33846938/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over glucosamine en chondroïtinesupplementen, vitamine D en het verbeteren van de botdichtheid. 
 

Bruine rijst is beter voor het lichaam dan witte rijst

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Een paar gerandomiseerde gecontroleerde onderzoeken (RCT's) hebben het effect van het eten van bruine rijst op de metabolische parameters (zoals, gewicht, lengte, buikomtrek, nuchtere glucose, LDL, HDL, totaal cholesterol, triglyceriden en bloeddruk) vergeleken met witte rijst. Echter, de bevindingen zijn inconsistent (tegenstrijdig) en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Is het verlaagde effect van bruine rijst op het krijgen van overgewicht onder volwassenen hoger dan van witte rijst?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 13 RCT’s.

De bewijslast is laag tot erg laag.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden, vergeleken met witte rijst, dat het eten van bruine rijst het lichaamsgewicht significant verlaagde [-1.63 kg, 95% BI = -2.15 tot -1.11, I2 = 97%, n = 6].

De onderzoekers vonden, vergeleken met witte rijst, dat het eten van bruine rijst de BMI significant verlaagde [-0.58 kg/m2, 95% BI = -0.78 tot -0.37, I2 = 96%, n = 6].

De onderzoekers vonden, vergeleken met witte rijst, dat het eten van bruine rijst de buikomtrek significant verlaagde [-2.56 cm, 95% BI = -4.86 tot -0.26, I2 = 88%, n = 5].

De onderzoekers vonden, vergeleken met witte rijst, dat het eten van voorgekiemde bruine rijst het lichaamsgewicht significant verlaagde [-1.75 kg, 95% BI = -2.70 tot -0.81, I2 = 99%, n = 4].

De onderzoekers vonden, vergeleken met witte rijst, dat het eten van voorgekiemde bruine rijst het totale cholesterolgehalte significant verlaagde [-24.22 mg/dL, 95% BI = -33.03 tot -15.41, I2 = 78%, n = 5].

De onderzoekers vonden, vergeleken met witte rijst, dat het eten van voorgekiemde bruine rijst het triglyceridengehalte significant verlaagde [-43.28 mg/dL, 95% BI = -74.05 tot -12.50, I2 = 90%, n = 5].

De onderzoekers vonden, vergeleken met witte rijst, dat het eten van voorgekiemde bruine rijst het LDL-cholesterolggehalte (slecht cholesterol) significant verlaagde [-20.05 mg/dL, 95% BI = -29.57 tot -10.52, I2 = 71%, n = 5].

De onderzoekers vonden, vergeleken met witte rijst, dat het eten van voorgekiemde bruine rijst het nuchter bloedsuikergehalte significant verlaagde [-15.83 mg/dL, 95% BI = -25.20 tot -6.46, I2 = 91%, n = 5].

De onderzoekers concludeerden dat het verlaagde effect van bruine rijst op het krijgen van overgewicht bij volwassenen hoger was dan van witte rijst. Verder had het eten van voorgekiemde bruine rijst positieve effecten op het bloedvetgehalte (zoals triglyceriden- en cholesterolgehalte) en het nuchter bloedsuikergehalte.

Oorspronkelijke titel:
The effect of brown rice compared to white rice on adiposity indices, lipid profile, and glycemic markers: a systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Golzarand M, Toolabi K, […], Mirmiran P.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33905269

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over het eten van rijst en overgewicht.

Suikerpatiënten hebben vaak een hoog nuchter bloedsuikergehalte. Dus het is beter voor suikerpatiënten om bruine rijst te eten.
Mensen met overgewicht en hartpatiënten hebben vaak een hoog bloedvetgehalte, een hoog BMI en een groot buikomtrek.

Supplementen met 320-729 mg magnesium verbetert mogelijk slaap bij ouderen met slapeloosheid

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verbetert het slikken van magnesiumsupplementen de slaap bij ouderen met slapeloosheid (insomnia)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 3 RCT’s met in totaal 151 ouderen in 3 verschillende landen.
De dosering van elementair magnesium (in de vorm van magnesiumoxide of magnesiumcitraat) varieerde tussen 320 en 729 mg per dag, verdeeld over 2 innames gedurende de dag.
De interventieduur varieerde tussen 20 dagen en 8 weken.

Alle RCT’s hadden een matig tot hoog risico op vertekening (confounder) en de resultaten werden ondersteund door een lage tot zeer lage kwaliteit van bewijs.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden vergeleken met het placebo, dat het slikken van magnesiumsupplementen de latentietijd tot inslapen significant met 17.36 minuten [95% BI = -27.27 tot -7.44, p = 0.0006] verkortte.
Significant omdat de gevonden p-waarde van 0.0006 kleiner was dan de p-waarde van 0.05.

De onderzoekers vonden vergeleken met het placebo, dat het slikken van magnesiumsupplementen de totale slaaptijd niet significant met 16.06 minuten [95% BI = -5.99 tot 38.12, p  =  0.15] verlengde.
Niet significant omdat de gevonden p-waarde van 0.15 groter was dan de p-waarde van 0.05.

De onderzoekers concludeerden dat het dagelijks slikken van supplementen met 320-729 mg (elementair) magnesium gedurende 20 dagen tot 8 weken, de slaap bij ouderen met slapeloosheid mogelijk verbeterde. Mogelijk omdat alle RCT’s een lage tot zeer lage kwaliteit van bewijs hadden.

Oorspronkelijke titel:
Oral magnesium supplementation for insomnia in older adults: a Systematic Review & Meta-Analysis by Mah J and Pitre T.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC8053283/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over magnesium en ouderdomsziektes.

Magnesiumoxide bevat 60% elementair magnesium en magnesiumcitraat bevat 16% elementair magnesium.
Dus als u 320 mg elementair magnesium uit magnesiumsupplementen wilt halen, moet u dus 534 mg magnesiumoxide supplementen of 2000 mg magnesiumcitraat slikken.
 

Dagelijks 100 mg magnesium via voeding verlaagt doodgaan aan kanker

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van magnesium het risico op doodgaan aan zowel alle oorzaken, hart- en vaatziekten als kanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 19 prospectieve cohort studies met in totaal 1168756 deelnemers, waarvan 52378 doden aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit), 23478 doden aan hart- en vaatziekten en 11408 doden aan kanker (kankermortaliteit of kankersterfte).

De follow-up duur varieerde tussen 3.5 en 32 jaar.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van magnesium het risico op doodgaan aan alle oorzaken significant met 13% [ES = 0.87, 95% BI = 0.79 tot 0.97, p = 0.009, I2 = 70.7%, p 0.001] verlaagde.
Significant omdat ES van 1 niet in de 95% BI van 0.79 tot 0.97 zat. ES van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden dat het eten van magnesium het risico op doodgaan aan kanker significant met 20% [ES = 0.80, 95% BI = 0.67 tot 0.97, p = 0.023, I2 = 55.7%, p = 0.027] verlaagde.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van magnesium en het verlaagde risico op doodgaan aan hart- en vaatziekten [ES = 0.93, 95% BI = 0.82 tot 1.07, p = 0.313, I2 = 72.3%, p 0.001].
Geen verband omdat ES van 1 in de 95% BI van 0.82 tot 1.07 zat. ES van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses dat het eten van elke 100 mg magnesium per dag, het risico op doodgaan aan alle oorzaken significant met 6% verlaagde. 

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses dat het eten van elke 100 mg magnesium per dag, het risico op doodgaan aan kanker significant met 5% verlaagde. 

De onderzoekers concludeerden dat het eten van magnesium (minimaal 100 mg per dag) het risico op doodgaan aan zowel alle oorzaken als kanker verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Total, Dietary, and Supplemental Magnesium Intakes and Risk of All-Cause, Cardiovascular, and Cancer Mortality: A Systematic Review and Dose-Response Meta-Analysis of Prospective Cohort Studies by Bagheri A, Naghshi S, […], Esmaillzadeh A.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33684200/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over magnesium, hart en vaatziekten en kanker.


 

Dagelijks 1 gram DHA of EPA via voeding verlaagt leeftijdsgebonden maculaire degeneratie

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Eerdere populatiestudies naar de associaties tussen de voedingsvetzuren, de plasma voedingsvetzurengehaltes en het risico op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie hebben onduidelijke resultaten opgeleverd en daarom werd dit overzichtsartikel (meta-analyse) uitgevoerd.

Verlaagt een hoge inname DHA of EPA via voeding of het hebben van een hoog plasma DHA- of EPA-gehalte, de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 prospectieve cohort studies met in totaal 167581 deelnemers, waarvan 6318 mensen met leeftijdsgebonden maculaire degeneratie.
De follow-up duur varieerde tussen 3 en 28 jaar.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 1 gram DHA + EPA per dag via voeding, de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie in een vroeg stadium significant met 33% [RR = 0.67, 95% BI = 0.51 tot 0.88] verlaagde.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 1 gram DHA per dag via voeding, de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie in een vroeg stadium significant met 50% [RR = 0.50, 95% BI = 0.32 tot 0.78] verlaagde.
Significant wil zeggen, er kan met 95% zekerheid gezegd worden, dat elke verhoging met 1 gram DHA per dag via voeding, de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie in een vroeg stadium werkelijk met 50% verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 1 gram EPA per dag via voeding, de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie in een vroeg stadium significant met 60% [RR = 0.40, 95% BI = 0.18 tot 0.87] verlaagde.
Significant omdat RR van 1 niet in de 95% BI van 0.18 tot 0.87 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden dat een hoog plasma DHA-gehalte, de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie in een gevorderd stadium significant met 28% [RR = 0.72, 95% BI = 0.55 tot 0.95] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoog plasma EPA-gehalte, de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie in een gevorderd stadium significant met 43% [RR = 0.57, 95% BI = 0.40 tot 0.81] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat zowel een hoge inname van DHA of EPA via voeding (minimaal 1 gram DHA of 1 gram EPA per dag) als het hebben van een hoog plasma DHA- of EPA-gehalte, de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary fatty acid intake, plasma fatty acid levels, and the risk of age-related macular degeneration (AMD): a dose-response meta-analysis of prospective cohort studies by Zhong Y, Wang K, [...], Yao K.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33469697/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over EPA + DHA en leeftijdsgebonden maculaire degeneratie. 

Een hoog plasma EPA- en DHA-gehalte kan verkregen worden door veel vette vissen te eten en/of EPA- en DHA-voedingsupplementen (visoliesupplementen) te slikken.
Vette vissen bevatten meer EPA en DHA dan niet vette vissen.
 

Alcohol verhoogt botbreuk

Onderzoeksvraag:
Eerdere studies naar het verband tussen het alcoholgebruik en het risico op het krijgen van fracturen hebben tegenstrijdige resultaten opgeleverd en daarom werd dit overzichtsartikel (meta-analyse) uitgevoerd.

Verhoogt het drinken van alcohol de kans op het krijgen van fractuur (botbreuk)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 38 prospectieve cohort studies met in totaal 5053117 deelnemers, waarvan 169560 mensen met een fractuur.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het drinken van alcohol de kans op het krijgen van totale fractuur significant met 35% [RR = 1.35, 95% BI = 1.01 tot 1.81] verhoogde.
Echter, dit significante verhoogde risico werd niet teruggevonden voor heupfractuur [RR = 1.19, 95% BI = 0.96 tot 1.48], fractuur veroorzaakt door botontkalking [RR = 2.01, 95% BI = 0.76 tot 5.34], wervelfractuur [RR = 0.98, 95% BI = 0.68 tot 1.40] en polsfractuur [RR = 0.99, 95% BI = 0.85 tot 1.16].
Significant omdat RR van 1 niet in de 95% BI van 1.01 tot 1.81 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers concludeerden dat het drinken van alcohol de kans op het krijgen van totale fractuur verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
A systematic review and meta-analysis of prospective cohort studies on the association between alcohol intake and risk of fracture by Asoudeh F, Salari-Moghaddam A, […], Esmaillzadeh A.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33596741/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over alcohol en het voorkomen van fracturen. 
 

3 keer per week 30-60 minuten aërobe training met een matige intensiteit verlaagt causaal buikvet

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Wat is de beste methode van lichamelijke oefeningen om buikvet (visceraal vet) te verlagen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 32 RCT’s met in totaal 1900 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat 30-60 minuten intervaltraining met een hoge intensiteit (HIIT) voor 3 keer per week gedurende 12-16 weken [SMD = -0.39, 95% BI = -0.60 tot -0.18) en 30-60 minuten aërobe training met een matige of hoge intensiteit, voor 3 keer per week gedurende 12-16 weken [SMD = -0.26, 95% BI = -0.38 tot -0.13] het buikvet signfiicant verlaagde.

De onderzoekers vonden dat krachttraining, aërobe training in combinatie met krachttraining en sprintintervaltraining geen significant verlaagd effect hadden op het buikvet.

De onderzoekers vonden dat 150 minuten lichamelijke oefeningen per week, geen effect hadden op buikvet.

De onderzoekers concludeerden dat 30-60 minuten intervaltraining met een hoge intensiteit, 3 keer per week gedurende 12-16 weken of 30-60 minuten aërobe training met een matige of hoge intensiteit, 3 keer per week gedurende 12-16 weken het buikvet causaal verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effect of exercise intervention dosage on reducing visceral adipose tissue: a systematic review and network meta-analysis of randomized controlled trials by Chang YH, Yang HY and Shun SC.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33558643/

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier meer over vet en sportvoeding.
Een causaal verband kan worden gevonden in RCTs.
Teveel buikvet (visceraal vet) vergroot de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten en diabetes type 2 (suikerziekte type 2).

Aërobe training met een matige intensiteit zijn lichamelijke oefeningen met een MET-waarde van 3 tot 6.

Lichamelijke oefeningen

MET-score

Ramen lappen

3.2 MET

Wandelen met 5 km/u

3.5 MET

Harken in de tuin

4.0 MET

De trap nemen (rustig omhoog)

4.0 MET

Elektrisch fietsen met hoge motorassistentie aan 23.4 km/u

5.2 MET

Zwemmen (recreatieve schoolslag)

5.3 MET

Eektrisch fietsen met lage motorassistentie aan 21 km/u

5.7 MET

Fietsen aan 15 km/u

5.8 MET

(MET-waarde van de activiteit x 3.5 x lichaamsgewicht in kg)/200 = Energieverbruik per minuut (kcal/min).

Een voorbeeld:
Een man weegt 72 kilogram en lapt gedurende 30 minuten de ramen. Hoeveel energie heeft hij dan verbruikt?

Berekening:
(3.2 MET x 3.5 x 72 kg)/200 = 4.0 kcal per minuut
4.0 kcal per minuut x 30 minuten = 120 kcal

Dus 30 minuten ramen lappen, levert deze man een energieverbruik van 120 kcal op.

Dagelijks 0.5-50 mg carotenoïdensupplementen verbetert geheugen bij mensen zonder dementie

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verbetert het slikken van carotenoïdensupplementen de cognitieve uitkomsten/prestaties (het geheugen) bij mensen zonder dementie?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 9 RCT’s met in totaal 4402 mensen zonder dementie (2228 mensen in de carotenoïdengroep and 2174 mensen in de controle groep).
De leeftijd van de deelnemers varieerde tussen 45 en 78 jaar.

De studieduur varieerde tussen 2 weken en 12 maanden.
De doseringen van carotenoïdensupplementen varieerden tussen 0.5 mg/d tot 50 mg/d.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van carotenoïdensupplementen een significant positief effect had op de cognitieve uitkomsten bij mensen zonder dementie [Hedge's g = 0.14, 95% BI = 0.08 tot 0.20, p 0.0001, I2 = 0.00%].
Dit significante postieve effect bleef gelijk in de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van 0.5-50 mg carotenoïdensupplementen per dag, de cognitieve prestaties (het geheugen) bij mensen zonder dementie (45 en 78 jaar) verbeterde.

Oorspronkelijke titel:
Carotenoids and Cognitive Outcomes: A Meta-Analysis of Randomized Intervention Trials by Davinelli S, Ali S, […], Corbi G.

Link:
https://www.mdpi.com/2076-3921/10/2/223/htm 

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over carotenoïdensupplementen en dementie
 

Dagelijks 1000 mg calciumsupplementen verhoogt hart- en vaatziekten onder postmenopauzale vrouwen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Recente systematische reviews en meta-analyses van gerandomiseerde, dubbelblinde, placebogecontroleerde onderzoeken (RCT's) hebben controversiële (tegenstrijdige) bevindingen gerapporteerd over de associaties tussen het slikken van calciumsupplementen en het risico op het krijgen van hart- en vaatziekten en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verhoogt het slikken van calciumsupplementen de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 13 RCT’s met in totaal 28935 deelnemers in de interventiegroep (groep met calciumsupplementen) en 14243 deelnemers in de controle groep (groep zonder calciumsupplementen.

De gemiddelde leeftijd was 66.3 jaar en 92.8% was vrouw.
Er was geen pulbicatiebias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van calciumsupplementen het risico op het krijgen van hart- en vaatziekten onder gezonde postmenopauzale vrouwen significant met 15% [RR = 1.15, 95% BI = 1.06 tot 1.25, I2 = 0.0%] verhoogde.
Dit verhoogde risico werd in de subgroepenanalyses teruggevonden voor 700-1000 mg calcium via voeding of 1000 mg calcium via voedingssupplementen.

De onderzoekers vonden dat het slikken van calciumsupplementen het risico op het krijgen van een coronaire hartiziekte onder gezonde postmenopauzale vrouwen significant met 16% [RR = 1.16, 95% BI = 1.05 tot 1.28, I2 = 0.0%] verhoogde.
Dit verhoogde risico werd in de subgroepenanalyses teruggevonden voor 700-1000 mg calcium via voeding of 1000 mg calcium via voedingssupplementen.

De onderzoekers concludeerden dat het dagelijks slikken van 1000 mg (elementaire) calcium via voedingssupplementen het risico op het krijgen van hart- en vaatziekten en coronaire hartziekte onder gezonde postmenopauzale vrouwen verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Calcium Supplements and Risk of Cardiovascular Disease: A Meta-Analysis of Clinical Trials by Myung SK, Kim HB, […], Oh SW.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33530332/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over calcium, ouderdom en hart- en vaatziekten.

Na de menopauze (de laatste menstruatie bij vrouwen) volgt de postmenopauze.
 

Eieren verlagen leeftijdsgebonden maculaire degeneratie

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Het verhogen van de maculaire pigment optische dichtheid (MPOD) als gevolg van een verhoogde maculaire concentratie van luteïne en zeaxanthine kan het risico op leeftijdsgebonden maculaire degeneratie (AMD) verminderen. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Is er een causaal verband tussen het dagelijks eten van eieren en het verlaagde risico op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 5 RCT’s met in totaal 296 deelnemers.
Er was geen heterogeniteit tussen de studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van eieren de maculaire pigment optische dichtheid significant verhoogde [WMD = 0.037, 95% BI = 0.004 tot 0.069, p = 0.027].

De onderzoekers vonden dat het eten van eieren het serum luteïnegehalte significant verhoogde [WMD = 0.150 μmol/L, 95% BI = 0.037 tot 0.263, p = 0.009].

De onderzoekers concludeerden dat het dagelijks eten van eieren de maculaire pigment optische dichtheid en het serum luteïnegehalte verhoogde en daarmee het risico op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
A positive effect of egg consumption on macular pigment and healthy vision: a systematic review and meta-analysis of clinical trials by Sikaroudi MK, Saraf-Bank S, […], Soltani S.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33491232/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over significant/RCT’s, luteïne, eieren en leeftijdsgebonden maculaire degeneratie. 

Het serum luteïnegehalte in het lichaam kan verhoogd worden door voeding te eten die veel luteïne bevattten en/of luteïne-supplementen te slikken.

 

Veel β-cryptoxanthine via voeding verlaagt botontkalking en heupfracturen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van veel β-cryptoxanthine de kans op het krijgen van zowel botontkalking als heupfracturen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 7 cohort studies, 4 patiënt-controle studies en 4 cross-sectionele studies met in totaal 100496 deelnmemers. 

De methodologische kwaliteit van alle studies werden als "redelijk" tot "goed" beoordeeld.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel β-cryptoxanthine de kans op het krijgen van botontkalking significant met 24% [OR = 0.76, 95% BI = 0.66 tot 0.88, p = 0.0002, I2 = 36%, p = 0.11] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van veel β-cryptoxanthine de kans op het krijgen van botontkalking onder vrouwen significant met 28% [OR = 0.72, 95% BI = 0.58 tot 0.91, p = 0.005, I2 = 59%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van veel β-cryptoxanthine de kans op het krijgen van botontkalking onder mannen significant met 20% [OR = 0.80, 95% BI = 0.65 tot 1.00, p = 0.05, I2 = 11%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel β-cryptoxanthine de kans op het krijgen van heupfracturen significant met 28% [OR = 0.72, 95% BI = 0.60 tot 0.87, p = 0.0008, I2 = 55%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van veel β-cryptoxanthine de kans op het krijgen van heupfracturen onder vrouwen significant met 29% [OR = 0.71, 95% BI = 0.54 tot 0.94, p = 0.02, I2 = 71%] verlaagde.
Dit verlaagde risico was echter niet signifcant onder mannen.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel β-cryptoxanthine de kans op het krijgen van zowel botontkalking als heupfracturen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effects of β-Cryptoxanthin on Improvement in Osteoporosis Risk: A Systematic Review and Meta-Analysis of Observational Studies by Kim SJ, Anh NH, […], Kwon SW.

Link:
https://www.mdpi.com/2304-8158/10/2/296/htm

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over β-cryptoxanthine, botontkalking en ouderdom
 

Dagelijks 2 gram omega-3 supplementen verhogen spiermassa bij ouderen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het slikken van omega-3 supplementen (EPA en DHA) de spiermassa en de loopsnelheid bij ouderen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatten 10 RCT’s met 552 deelnemers.

De duur van de interventie varieerde tussen 10 en 24 weken.
De dosering varieerde tussen 0.16 en 2.6 g/dag EPA en tussen 0 en 1.8 g/dag DHA.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van minimaal 2 gram omega-3 supplementen per dag, de spiermassa bij ouderen significant deed toenemen [SMD = 0.67 kg, 95% BI = 0.16 tot 1.18 p 0.05].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van omega-3 supplementen gedurende minimaal 6 maanden, de loopsnelheid bij ouderen significant deed toenemen [SMD = 1.78 m/sec, 95% BI = 1.38 tot 2.17, p 0.05].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van minimaal 2 gram omega-3 supplementen (EPA en DHA) per dag, de spiermassa bij ouderen deed toenemen, terwijl het slikken van omega-3 supplementen (EPA en DHA) gedurende minimaal 6 maanden, de loopsnelheid bij ouderen deed toenemen. 

Oorspronkelijke titel:
Effects of Omega-3 Fatty Acids on Muscle Mass, Muscle Strength and Muscle Performance among the Elderly: A Meta-Analysis by Huang YH, Chiu WC, […], Wang YH.

Link:
https://www.mdpi.com/2072-6643/12/12/3739/htm

Extra informatie van El Mondo:     
Vind hier meer studies over EPA en DHA en ouderdom.

Pistachenoten verlagen het BMI

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van pistachenoten de kans op het krijgen van overgewicht?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 RCT’s met in totaal 1593 deelnemers.

De pistachenotenconsumptie was lager dan 50 g/dag in 3 studies.
De interventieduur was korter dan 12 weken in 4 studies.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van pistachenoten, het BMI significant verlaagde [-0.18 kg/m2, 95% BI = -0.26 tot -0.11 kg/m2, p 0.001, I2 = 29.8%, p = 0.180].

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van pistachenoten en het verlagen van het lichaamsgewicht [WMD = -0.22 kg, 95% BI = -0.50 tot 0.07 kg, I2 = 0.0%].

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van pistachenoten en het verlagen van de buikomtrek [WMD = 0.76 cm, 95% BI = -0.11 tot 1.63 cm, I2 = 7.0%].

De onderzoekers concludeerden dat het eten van pistachenoten, het BMI verlaagde, zonder invloed te hebben op het lichaamsgewicht.

Oorspronkelijke titel:
The relationship between pistachio (Pistacia vera L) intake and adiposity: A systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Xia K, Yang T, […], Chen XZ.

Link:
https://journals.lww.com/md-journal/Fulltext/2020/08210/The_relationship_between_pistachio__Pistacia_vera.7.aspx

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over notenconsumptie en overgewicht.

Plantaardige eiwitten verlagen doodgaan aan hart- en vaatziekten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Bestaat er een dosisafhankelijke relatie tussen de inname van eiwit en mortaliteit (doodgaan aan)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatten 32 prospectieve cohort studies met in totaal 113039 doden (16429 aan hart- en vaatziekten en 22303 aan kanker onder 715128 deelnemers.

De follow-up duur varieerde tussen 3.5 en 32 jaar.
Het aantal deelnemers per studie varieerde tussen 288 en 135335 en de leeftijd varieerde tussen 19 en 101 jaar.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge inname van de totale eiwitten, vergeleken met een lage inname, de kans op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit) significant met 6% [gepoolde effectgrootte = 0.94, 95% BI = 0.89 tot 0.99, I2 = 58.4%, p 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge inname van plantaardige eiwitten, vergeleken met een lage inname, de kans op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit) significant met 8% [gepoolde effectgrootte = 0.92, 95% BI = 0.87 tot 0.97, I2 = 57.7%, p = 0.003] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge inname van plantaardige eiwitten, vergeleken met een lage inname, de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten significant met 12% [gepoolde HR = 0.88, 95% BI = 0.80 tot 0.96, I2 = 63.7%, p = 0.001] verlaagde.
Echter, dit verlaagde risico was niet significant voor doodgaan aan kanker.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van veel totale eiwitten of dierlijke eiwitten en de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van veel totale eiwitten of dierlijke eiwitten en de kans op doodgaan aan kanker.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses, dat elke verhoging met 3 energieprocent (3 En%) plantaardige eiwitten per dag, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 5% [gepoolde effectgrootte = 0.95, 95% BI = 0.95 tot 0.98, p 0.001] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat een hoge inname van plantaardige eiwitten, de kans op zowel doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit) als hart- en vaatziekten verlaagde. Verder, verlaagde een hoge inname van de totale eiwitten, de kans op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit).

Oorspronkelijke titel:
Dietary intake of total, animal, and plant proteins and risk of all cause, cardiovascular, and cancer mortality: systematic review and dose-response meta-analysis of prospective cohort studies by Naghshi S, Sadeghi O, […], Esmaillzadeh A.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC7374797/

Extra informatie van El Mondo:     
Vind hier meer studies over eiwittenconsumptie, hart- en vaatziekten en kanker.

Een eiwitrijk dieet is een dieet met 20-35 En% eiwit. De makkelijkste manier om een eiwitrijk dieet te volgen, is door te kiezen voor alleen maar producten/maaltijden met met 20-35 En% eiwit. Deze producten uit de supermarkt bevatten 20-35 En% eiwit.
20-35 En% eiwit wil zeggen dat het aantal gram eiwitten 20-35% bijdraagt aan het totale kcal van het desbetreffende dieet.

 

Dagelijks 54 mg genisteïne verhogen botmineraaldichtheid van postmenopauzale vrouwen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhogen isoflavonensupplementen (zoals genisteïne) de botmineraaldichtheid van postmenopauzale vrouwen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatten 63 RCT’s met in totaal 6427 postmenopauzale vrouwen.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van isoflavonensupplementen de botmineraaldichtheid (botdichtheid) van de lumbale wervelkolom significant verhoogde [MD = 21.34 mg/cm2, 95% BI = 8.21 tot 34.47 mg/cm2, p = 0.001].
Dit positieve effect werd teruggevonden voor 54 mg genisteïne of 600 mg ipriflavone (een synthetisch isoflavon) per dag.

De onderzoekers vonden dat het slikken van isoflavonensupplementen de botmineraaldichtheid (botdichtheid) van de femurhals significant verhoogde [MD = 28.88 mg/cm2, 95% BI = 15.05 tot 42.71 mg/cm2, p 0.0001].
Dit positieve effect werd teruggevonden voor 54 mg genisteïne of 600 mg ipriflavone per dag.

De onderzoekers vonden dat het slikken van isoflavonensupplementen de botmineraaldichtheid (botdichtheid) van de pols (distale radius) significant verhoogde [MD = 19.27 mg/cm2, 95% BI = 5.65 tot 32.89 mg/cm2, p = 0.006].
Dit positieve effect werd teruggevonden voor 54 mg genisteïne of 600 mg ipriflavone per dag.

De onderzoekers concludeerden dat 54 mg genisteïne-supplementen of 600 mg ipriflavone (een synthetisch isoflavon) per dag, de botmineraaldichtheid van postmenopauzale vrouwen verhoogden.

Oorspronkelijke titel:
Effects of Isoflavone Interventions on Bone Mineral Density in Postmenopausal Women: A Systematic Review and Meta-Analysis of Randomized Controlled Trials by Sansai K, Takuathung MN, [...], Koonrungsesomboon N.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/32524173/

Extra informatie van El Mondo:     
Vind hier meer studies over genisteïne, ouderdom en het verhogen van botmineraaldichtheid.

 

Beta-cryptoxanthine via voeding verlaagt blaaskanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Er zijn aanwijzingen dat carotenoïden het risico op het krijgen van blaaskanker kunnen verminderen, maar de associatie (het verband) is onduidelijk en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het eten van carotenoïden (zoals, beta-cryptoxanthine, alfa-caroteen, beta-caroteen en luteïne en zeaxanthine) of het hebben van een hoog carotenoidengehalte, de kans op het krijgen van blaaskanker onder mannen en vrouwen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte of 22 studies (patënt-controle en cohort studies) met in totaal 516740 volwassenen.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoog luteïne- en zeaxanthinegehalte de kans op het krijgen van blaaskanker significant met 47% [RR = 0.53, 95% BI = 0.33 tot 0.84] verlaagde.
Significant omdat RR van 1 niet in de 95% BI van 0.33 tot 0.84 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyse dat elke verhoging met 1 gram beta-cryptoxanthine via voeding per dag, de kans op het krijgen van blaaskanker significant met 42% [RR = 0.58, 95% BI = 0.36 tot 0.94] verlaagde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyse dat elke verhoging van het alfa-caroteengehalte met 1 μmol/L, de kans op het krijgen van blaaskanker significant met 76% [RR = 0.24, 95% BI = 0.08 tot 0.67] verlaagde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyse dat elke verhoging van het beta-caroteengehalte met 1 μmol/L, de kans op het krijgen van blaaskanker significant met 27% [RR = 0.73, 95% BI = 0.57 tot 0.94] verlaagde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyse dat elke verhoging van het beta-caroteengehalte met 1 μmol/L, de kans op het krijgen van blaaskanker significant met 27% [RR = 0.73, 95% BI = 0.57 tot 0.94] verlaagde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyse dat elke verhoging van het luteïne- en zeaxanthinegehalte met 1 μmol/L, de kans op het krijgen van blaaskanker significant met 56% [RR = 0.44, 95% BI = 0.28 tot 0.67] verlaagde. 

De onderzoekers concludeerden dat een hoge inname van beta-cryptoxanthine via voeding en een hoog gehalte aan alfa-caroteen-, beta-caroteen en luteïne en zeaxanthine de kans op het krijgen van blaaskanker verlaagden.

Oorspronkelijke titel:
Carotenoid Intake and Circulating Carotenoids Are Inversely Associated With the Risk of Bladder Cancer: A Dose-Response Meta-analysis by Wu S, Liu Y, […], Ramirez AG.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/31800007/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over carontenoïden en blaaskanker.

Het carotenoïdengehalte in het lichaam kan verhoogd worden door carotenoïdenrijke voeding te eten en/of carotenoïdensupplementen te slikken.