Voeding en gezondheid

Studies 2018

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken naar de relatie tussen voeding en hart- en vaatziekten.
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Vitamine E via voeding verlaagt een beroerte
  2. Middellangketenige verzadigde vetzuren verhogen sneller goed cholesterol
  3. Dagelijks 150 gram friet verhoogt suikerziekte type 2
  4. Veel flavonolen, flavonen of anthocyaninen via voeding verlagen mogelijk dikke darmkanker
  5. Walnoten verlagen slecht cholesterolgehalte
  6. Veel natrium via voeding verhoogt een beroerte
  7. EPA&DHA verlagen postoperatieve atriale fibrillatie na een bypass hartoperatie
  8. Coronaire hartziekte en hartfalen verhogen dementie
  9. 1 portie gevogelte per week verlaagt een beroerte onder vrouwen
  10. Resveratrol supplementen verlagen niet cholesterolgehalte
  11. Dagelijks 20 gram vis verlaagt doodgaan aan hart- en vaatziekten

Vis verlaagt heupfracturen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt zowel het eten van vis als n-3 PUFA’s de kans op het krijgen van heupfracturen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 7 prospectieve cohort studies en 3 patiënt-controle studies met in totaal 292657 deelnemers. De deelnemers waren minimaal 20 jaar.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van vis, de kans op het krijgen van heupfracturen significant met 12% verlaagde [gepoold effect = 0.88, 95% BI = 0.79-0.98, p = 0.02] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van n-3 PUFA’s, de kans op het krijgen van heupfracturen significant met 12% verlaagde [gepoold effect = 0.88, 95% BI = 0.80-0.98, p = 0.02] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat zowel het eten van vis als n-3 PUFA’s, de kans op het krijgen van heupfracturen verlaagden.

Oorspronkelijke titel:
Dietary intake of fish, n-3 polyunsaturated fatty acids and risk of hip fracture: A systematic review and meta-analysis on observational studies by Sadeghi O, Djafarian K, […], Shab-Bidar S.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29244536

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over visconsumptie en ouderdom.

Het vet in vis is allemaal n-3 PUFA’s.

Deze maaltijden bevatten vis.

Een hoge vitamine A via voeding verhoogt heupfracturen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een relatie tussen vitamine A en de kans op het krijgen van fracturen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 prospectieve cohort studies en 2 geneste patiënt-controle studies met in totaal 319077 deelnemers, waarvan 109056 post-menopauzale vrouwen (=vrouwen na de menopauze. De leeftijd van de laatste menstruatie (menopauze) is gemiddeld 51 jaar).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge inname van retinol (dierlijke variant van vitamine A) via voeding, de kans op het krijgen van fracturen significant met 5% [RR = 0.95, 95% BI = 0.91-1.00, I2 = 30.01%, p = 0.40] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge inname van retinol (dierlijke variant van vitamine A) via voeding, de kans op het krijgen van heupfracturen significant met 40% [RR = 1.40, 95% BI = 1.02-1.91, I2 = 64.64%, p = 0.04] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat een hoge inname van vitamine A (zowel dierlijke als plantaardige variant van vitamine A) via voeding, de kans op het krijgen van fracturen significant met 6% [RR = 0.94, 95% BI = 0.88-0.99, I2 = 35.18%, p = 0.20] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge inname van vitamine A (zowel dierlijke als plantaardige variant van vitamine A) via voeding, de kans op het krijgen van heupfracturen significant met 29% [RR = 1.29, 95% BI = 1.06-1.57, I2 = 0.00%, p = 0.60] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat een lage retinolbloedwaarde, de kans op het krijgen van heupfracturen significant met 27% [RR = 1.27, 95% BI = 1.05-1.53, I2 = 0.00%, p = 0.62] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat een hoge vitamine A-inname via voeding, de kans op het krijgen van heupfracturen verhoogde. Echter, het verlaagde de kans op het krijgen van totale fracturen.

Oorspronkelijke titel:
The Effect of Vitamin A on Fracture Risk: A Meta-Analysis of Cohort Studies by Zhang X, Zhang R, [...], Chen G.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5615580/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine A en ouderdom.

Post-menopauzale vrouwen zijn vrouwen na de menopauze. De leeftijd van de laatste menstruatie (menopauze) is gemiddeld 51 jaar. Dus post-menopauzale vrouwen zijn vrouwen vaak ouder dan 51 jaar.

Vitamine A bestaat uit de dierlijke variant, retinol en de plantaardige variant, beta-caroteen.
 

Frisdrank

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken naar de relatie tussen het drinken van frisdrank en gezondheid:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.
 

Groente en fruit verlagen cognitieve stoornissen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van groente en fruit de kans op het krijgen van cognitieve stoornissen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 6 cohort studies met in totaal 21175 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van groente en fruit, de kans op het krijgen van cognitieve stoornissen significant met 26% [gepoolde RR = 0.74, 95% BI = 0.62-0.88, I2 = 68%] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van groente en fruit, de kans op het krijgen van cognitieve stoornissen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Intake of Fruit and Vegetables and the Incident Risk of Cognitive Disorders: A Systematic Review and Meta-Analysis of Cohort Studies by Wu L, Sun D and Tan Y.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29188891

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over groenten en fruit en dementie.
 

Volkorenproducten

Hieronder vindt u wetenschappelijke studies over de relatie tussen het eten van volkorenproducten en het voorkomen van ziektes:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patiënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Dagelijks 30 gram volle granen, 100 gram fruit, 100 gram groente of 200 gram zuivelproducten verlaagt dikke darmkanker
  2. Volkoren graanproducten verlaagt mogelijk alvleesklierkanker
  3. Veel volkorenproducen verlaagt een beroerte onder vrouwen
  4. Dagelijks 100 gram roodvlees, 50 gram bewerkt vlees en 250 mL suikergezoete frisdrank verhogen de bloeddruk
  5. Suikergezoete frisdrank, eieren en rood- en bewerkt vlees verhogen hart- en vaatzieken
  6. Resistent zetmeel verbebert de darmwerking van gezonde volwassenen
  7. Haver verlaagt mogelijk causaal hart- en vaatziekten
  8. 30 gram volkoren granen verlagen hart- en vaatziekte
  9. 28 gram volle granen per dag verlaagt doodgaan aan hart- en vaatziekten

XXXXXXXXXXXX

  • De graankorrel bestaat uit 3 delen. Binnenin zit de meelkern, onderin de kiem en om het geheel de zemel. De meeste voedingsstoffen zitten in de kiem en de zemel.
  • De meest voorkomende graansoorten zijn tarwe, gerst, spelt, teff, rogge, rijst, gierst en haver. In Nederland worden alleen tarwe, rogge, teff, gerst en op beperkte schaal haver verbouwd.
  • Volkoren(graan)producten zijn gemaakt van de hele (vermalen) graankorrel. Volkorenproducten zijn volkorenbrood, volkoren pasta, zilvervliesrijst, bulgur en volkoren couscous.
  • Brood wordt geregeld door het Warenwetbesluit Meel en brood. Zo moet brood van de wet een vochtgehalte  ten minste 20% en een gehalte aan keukenzout van ten hoogste 2.5% berekend op de droge stof, hebben.
  • Voor volkorenbrood is in Nederland wettelijk vastgesteld dat al het meel dat aanwezig is, moet bestaan uit volkorenmeel van de betreffende graansoort oftewel alleen brood met 100% volkorenmeel mag van de wet “volkorenbrood” genoemd worden.
  • Volkoren pasta is gemaakt van ten minste 50% volkorenmeel. 
  • Witbrood en witte pasta zijn gemaakt van tarwebloem. Tarwebloem bevat alleen het middelste deel (meelkern) van de graankorrel oftewel meel wat is ontdaan van de zemel en kiem. Dit proces wordt ook wel raffineren genoemd. (Tarwe)bloem is wit van kleur omdat het overblijvende deel, de meelkern, wit van kleur is.
  • Volkorenproducten hebben dezelfde duurzaamheidsaspecten als niet-volkoren granen en graanproducten, zoals witbrood.
  • Volkorenproducten bevatten meer B-vitamines, ijzer, magnesium en voedingsvezels dan niet-volkorenproducten.
  • Volkorenproducten zijn producten met minimaal 1.5 gram vezels per 100 kcal.

28 gram volle granen per dag verlaagt doodgaan aan hart- en vaatziekten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van volle granen de kans op doodgaan (mortaliteit)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 19 cohort studies met in totaal 1041692 deelnemers, waarvan  96710 doden.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel volle granen de kans op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit) significant met 16% [RR = 0.84, 95% BI = 0.81-0.88, n = 9] verlaagde. Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel volle granen de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten significant met 17% [RR = 0.83, 95% BI = 0.79-0.86, n = 8] verlaagde. Significant omdat RR van 1 niet in de 95% BI van 0.79 tot 0.86 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico. 

De onderzoekers vonden dat het eten van veel volle granen de kans op doodgaan aan kanker niet significant met 6% [RR = 0.94, 95% BI = 0.87-1.01, n = 14] verlaagde.
Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden een non-lineair verband tussen het eten van volle granen en de kans op doodgaan aan alle oorzaken, hart- en vaatziekten en kanker.

De onderzoekers vonden dat het eten van elke 28 gram volle granen per dag, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 9% [RR = 0.91, 95% BI = 0.90-0.93] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van elke 28 gram volle granen per dag, de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten significant met 14% [RR = 0.86, 95% BI = 0.83-0.89] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van elke 28 gram volle granen per dag, de kans op doodgaan aan kanker significant met 3% [RR = 0.97, 95% BI = 0.95-0.99] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel volle granen (minimaal 28 gram per dag) de kans op doodgaan aan alle oorzaken, hart- en vaatziekten en kanker verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Association of whole grain intake with all-cause, cardiovascular, and cancer mortality: a systematic review and dose-response meta-analysis from prospective cohort studies by Zhang B, Zhao Q, [...], Wang X.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29091078

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over overzichtsartikel/cohort, volkorenproducten, kanker en hart- en vaatziekten.
Volkorenproducten worden gemaakt van volle granen. Volkorenproducten zijn onder andere muesli-producten, havermoutpap en roggebrood.

Dagelijks 50 mg vitamine C via voeding verlaagt heupfracturen

Onderzoeksvraag:
Eerdere studies lieten inconsistente bevindingen zien met betrekking tot het verband tussen de inname van vitamine C en het risico op het krijgen van heupfracturen. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het eten van vitamine C de kans op het krijgen van heupfracturen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 6 studies met 7908 mensen zonder heupfracturen en 2899 mensen met heupfracturen.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel vitamine C vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van heupfracturen significant met 27% [OR = 0.73, 95% BI = 0.55-0.97, I2 = 69.1%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke 50 mg vitamine C per dag via voeding, de kans op het krijgen van heupfracturen significant met 5% [OR = 0.95, 95% BI = 0.91-1.00, p = 0.05] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel vitamine C (minimaal 50 mg per dag) de kans op het krijgen van heupfracturen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary vitamin C intake and the risk of hip fracture: a dose-response meta-analysis by Sun Y, Liu C, […], Lu Q.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29101410

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine C en ouderdom.

Deze maaltijden leveren minimaal 50 mg vitamine C per dag.

Een lage vitamine D status in het lichaam verslecht het geheugen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen vitamine D en het verbeteren van het geheugen van gezonde volwasssenen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 26 observationele studies (cross-sectionele en cohort studies) en 3 interventie studies (studies in mensen) (n = 19-9556).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 26 observationele studies, dat een lage vitamine D status in het lichaam de cognitieve prestaties van gezonde volwasssenen significant met 24% verslechtte [OR = 1.24, BI = 1.14-1.35]. Deze bevinding was sterker in cross-sectionele studies dan in cohort studies.

De onderzoekers vonden in 26 observationele studies, dat een lage vitamine D status in het lichaam de cognitieve achteruitgang van gezonde volwasssenen significant met 26% verhoogde [OR = 1.26, BI = 1.09-1.23]. Deze bevinding was sterker in cross-sectionele studies dan in cohort studies.

De onderzoekers vonden in de interventie studies dat het slikken van vitamine D de cognitie van gezonde volwasssenen niet significant verbeterde [SMD = 0.21, CI = -0.05 tot 0.46]. Niet significant wil zeggen, er is geen verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers concludeerden dat een lage vitamine D status in het lichaam, het geheugen van gezonde volwasssenen verslechtte.

Oorspronkelijke titel:
A Systematic Review and Meta-Analysis of The Effect of Low Vitamin D on Cognition by Goodwill AM and Szoeke C.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28758188

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine D en dementie.

De vitamine D status in het lichaam kan verhoogd worden door vitamine D supplementen te slikken, vitamine D-rijke levensmiddelen te eten en/of vaker in zonlicht door te brengen. Vitamine D wordt door zonlicht aangemaakt.

Een laag zink- en ijzergehalte verhogen ziekte van Alzheimer

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen het bloed zink-, koper- en ijzergehalte en de ziekte van Alzheimer?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 44 patiënt-controle studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 35 patiënt-controle studies (2128 mensen met de ziekte van Alzheimer and 2889 mensen zonder de ziekte van Alzheimer), dat het serum kopergehalte van mensen met de ziekte van Alzheimer significant hoger was dan van mensen zonder de ziekte van Alzheimer [MD = 9.13, 95% BI = 6.17 tot 12.09, p 0.00001].

De onderzoekers vonden in 22 patiënt-controle studies (1027 mensen met de ziekte van Alzheimer and 1949 mensen zonder de ziekte van Alzheimer), dat het serum zinkgehalte van mensen met de ziekte van Alzheimer significant lager was dan van mensen zonder de ziekte van Alzheimer [MD = -7.80, 95% BI = -11.61 tot -3.99, p = 0.0001].

De onderzoekers vonden in 25 patiënt-controle studies (1379 mensen met de ziekte van Alzheimer and 1664 mensen zonder de ziekte van Alzheimer), dat het serum ijzergehalte van mensen met de ziekte van Alzheimer significant lager was dan van mensen zonder de ziekte van Alzheimer [MD = -13.01, 95% BI = -20.75 tot -5.27,  p = 0.001].

De onderzoekers concludeerden dat patiënten met de ziekte van Alzheimer een verhoogd serum kopergehalte hadden, terwijl zowel het serum zink- als ijzergehalte verlaagd waren bij deze patiënten.  

Oorspronkelijke titel:
Serum Copper, Zinc, and Iron Levels in Patients with Alzheimer's Disease: A Meta-Analysis of Case-Control Studies by Li DD, Zhang W, [...], Zhao P.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5605551/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over zink, koper, ijzer en dementie.
Het zink- en ijzergehalte in het lichaam kunnen verhoogd worden door zink- en ijzerijke levensmiddelen te eten en/of zink- en ijzersupplementen te slikken.

Dagelijks 12 gram noten verlaagt doodgaan aan hart- en vaatziekten en kanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van noten de mortaliteit (doodgaan aan)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 18 cohort studies met 81034 doden.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in 18 studies met 81034 doden, dat het eten van veel noten, met name pinda en boomnoten vergeleken met weinig, de kans op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit) significant met 19% [RR = 0.81, 95% BI = 0.78-0.84] verlaagde. Dit significant verlaagde risico bleef gehandhaafd in de subgroepenanalyses en de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers vonden in 17 studies met 20381 doden, dat het eten van veel noten, met name pinda en boomnoten vergeleken met weinig, de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten significant met 25% [RR = 0.75, 95% BI = 0.71-0.79] verlaagde. Dit significant verlaagde risico bleef gehandhaafd in de subgroepenanalyses en de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers vonden in 14 studies met 10438 doden, dat het eten van veel noten, met name pinda en boomnoten vergeleken met weinig, de kans op doodgaan aan coronaire hartziekte significant met 27% [RR = 0.73, 95% BI = 0.67-0.80] verlaagde. Dit significant verlaagde risico bleef gehandhaafd in de subgroepenanalyses en de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers vonden in 13 studies met 4850 doden, dat het eten van veel noten, met name pinda en boomnoten vergeleken met weinig, de kans op doodgaan aan een beroerte significant met 18% [RR = 0.82, 95% BI = 0.73-0.91] verlaagde. Dit significant verlaagde risico bleef gehandhaafd in de subgroepenanalyses en de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers vonden in 11 studies met 21353 doden, dat het eten van veel noten, met name pinda en boomnoten vergeleken met weinig, de kans op doodgaan aan kanker significant met 13% [RR = 0.87, 95% BI = 0.80-0.93] verlaagde. Dit significant verlaagde risico bleef gehandhaafd in de subgroepenanalyses en de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers vonden een non-lineair verband tussen het eten van noten en het verlaagde risico op doodgaan aan zowel alle oorzaken, hart- en vaatziekten, coronaire hartziekte als aan een beroerte. Het verlaagde risico nam niet meer toe na 12 gram noten per dag.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van maximaal 12 gram noten, met name pinda en boomnoten per dag, de kans op doodgaan aan zowel alle oorzaken, hart- en vaatziekten, coronaire hartziekte, kanker als aan een beroerte verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Nut consumption in relation to all-cause and cause-specific mortality: a meta-analysis 18 prospective studies by Chen GC, Zhang R, [...], Qin LQ.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28875220

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over notenconsumptie, hart- en vaatziekten, een beroerte, kanker en ouderdom.

Een laag seleniumgehalte in het lichaam verhoogt de ziekte van Alzheimer

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het hebben van een laag seleniumgehalte in het lichaam de ziekte van Alzheimer?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 12 patiënt-controle studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat mensen met de ziekte van Alzheimer een lage seleniumbloedwaarde [SMD = -0.44] hadden dan mensen zonder de ziekte van Alzheimer. Deze lage seleniumbloedwaarde bleef ook gehandhaafd wanneer er gecorrigeerd werd voor de leeftijd.

De onderzoekers vonden dat mensen met de ziekte van Alzheimer weinig selenium in de rode bloedcellen [SMD = -0.52] hadden dan mensen zonder de ziekte van Alzheimer. Deze lage waarde bleef ook gehandhaafd wanneer er gecorrigeerd werd voor de leeftijd.

De onderzoekers vonden dat mensen met de ziekte van Alzheimer weinig selenium in het hersenvocht [SMD = -0.14] hadden dan mensen zonder de ziekte van Alzheimer. Deze lage waarde bleef ook gehandhaafd wanneer er gecorrigeerd werd voor de leeftijd.

De onderzoekers vonden ook een direct verband tussen het verlaagde seleniumgehalte en het antioxidatieve enzym glutathione peroxidase bij patiënten met de ziekte van Alzheimer.

De onderzoekers concludeerden dat een laag seleniumgehalte in het lichaam de ziekte van Alzheimer verhoogde. Verder verlaagde een laag seleniumgehalte ook het gehalte van het antioxidatieve enzym glutathione peroxidase bij patiënten met de ziekte van Alzheimer.

Oorspronkelijke titel:
A systematic review and meta-analysis of the circulatory, erythrocellular and CSF selenium levels in Alzheimer's disease: A metal meta-analysis (AMMA study-I) by Reddya VS, Bukkeb S, […], Pandeye AK.

Link:
http://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S0946672X1630205X%20

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over selenium en dementie.

Studies 2017

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken naar de relatie tussen het vegetarische dieet en de gezondheid.
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Vegetarisch dieet verlaagt kanker
  2. Vetegarisch dieet verlaagt suikerziekte type 2

 

CRP-gehalte

  • Ontstekingen in het lichaam kan gemeten worden aan de hand van de volgende biomerker; de zogename ontstekingsbevorderende (pro-inflammatoire) cytokines. De ontstekingsbevorderende (pro-inflammatoire) cytokines zijn het C-reactieve proteïne (CRP), IL-1, interleukine-6 (IL-6), IL-8, MCP-1 en tumornecrosefactor-alfa (TNF-α).
  • Het C-reactief proteïne, afgekort tot CRP, is een zogenaamd acutefase-eiwit. CRP wordt geproduceerd door de lever en afgegeven in de bloedbaan. Na het ontstaan van een ontsteking neemt de hoeveelheid CRP in het lichaam binnen een paar uur toe.
  • Bij gezonde mensen zonder ontstekingen is de CRP-bloedconcentratie meestal lager dan 10 mg/L. Het merendeel van de ontstekingen leidt tot een CRP-bloedconcentratie boven 100 mg/L.

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken naar het verlagen van het CRP-gehalte:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Dagelijks 320-1500 mg magnesiumsupplementen verlaagt CRP-gehalte
  2. Veel groenten en fruit versterken het immuunsysteem
  3. Veel koffie verlaagt het C-reactieve proteïne
  4. 500 mg quercetine per dag verlaagt het CRP-gehalte
  5. Een verhoogde CRP- en IL-6-bloedconcentratie verhogen de kans op het krijgen van suikerziekte type 2
  6. Granaatappelsap verlaagt niet ontstekingen in het lichaam
  7. Dagelijks 1-2 gram L-carnitine verlaagt ontstekingen in het lichaam
  8. Coënzym Q10-supplementen verlagen mogelijk ontstekingen
  9. Vitamine K-supplementen verlagen niet suikerziekte
  10. Noten verlagen het leptinegehalte
  11. Lichamelijke activiteiten + gewichtsverlies leiden tot minder ontstekingen in het lichaam
  12. Vegetarisch dieet verlaagt ontstekingen in het lichaam
  13. Dagelijks 1-50 mg olijfolie verlaagt mogelijk hart- en vaatziekten
  14. 1-3 gram gember per dag verlaagt hart- en vaatziekten

 

Thee drinken leidt tot grote botdichtheid

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Remt het drinken van thee botverlies?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 4 cohort studies, 1 patiënt-controle studies en 8 cross-sectionele studies met in totaal 12635 deelnemers (6059 mensen in de theegroep en 6576 mensen in de controle groep).  

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het drinken van thee de kans op het krijgen van een lage botmassa significant met 36% [OR  =  0.66, 95% BI  =  0.47-0.94, p =  0.02] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het drinken van thee de botdichtheid van de lumbale wervelkolom signifcant [SMD = 0.19, 95% BI = 0.08-0.31, p  = 0.001] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het drinken van thee de botdichtheid van de heup signifcant [SMD = 0.19, 95% BI = 0.05-0.34, p =  0.01] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het drinken van thee de botdichtheid van de femorale nek signifcant [MD = 0.01, 95% BI = 0.00-0.02, p  =  0.04] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het drinken van thee de botdichtheid van de driehoek van Ward signifcant [MD = 0.02, 95% BI = 0.01-0.04, p =  0.001] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het drinken van thee de botdichtheid van de grote trochanter signifcant [MD = 0.03, 95% BI = 0.02-0.04, p    0.00001] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat het drinken van thee de botdichtheid verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Updated association of tea consumption and bone mineral density: A meta-analysis by Zhang ZF, Yang JL, [...], Liu ZX.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5371490/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over thee consumptie en ouderdom.

Dagelijks 50 microgram vitamine K via voeding verlaagt fracturen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van vitamine K (in de vorm van K1) de kans op het krijgen van fracturen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 4 cohort studies en 1 geneste patiënt-controle studie met in totaal 1114 mensen met fracturen onder 80982 deelnemers. Alle deelnemers waren ouder dan 30 jaar. De follow-up duur varieerde tussen 6.9 en 10 jaar. De meeste studie hadden gecorrigeerd voor leeftijd, BMI, BMD, lichamelijke activiteiten, vitamine D, calciuminname, roken en alcoholconsumptie.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel vitamine K vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van fracturen significant met 22% [R =  0.78, 95% BI = 0.56-0.99, I2  =  59.2%, p  = 0.04] verlaagde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses dat elke verhoging met 50 microgram vitamine K per dag via voeding, de kans op het krijgen van fracturen significant met 3% [R =  0.97, 95% BI = 0.95-0.99, I2  =  25.9%, p  = 0.25] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel vitamine K gedurende 10 jaar of langer, de kans op het krijgen van fracturen significant met 24% [R =  0.76, 95% BI = 0.58-0.93] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel vitamine K, ten minste 50 microgram vitamine K per dag, de kans op het krijgen van fracturen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Vitamin K intake and the risk of fractures: A meta-analysis by Hao G, Zhang B, [...], Cao X.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5413254/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine K en ouderdom.

Levensmiddelen

Vitamine K1 (microgram of mcg)

Boerenkool gekookt (100 gram)

817

Spinazie a la creme diepvries gekookt (100 gram)

535.1

Spinazie rauw (100 gram)

394

Andijvie rauw (100 gram)

231

Broccoli gekookt (100 gram)

156

Kropsla (100 gram)

129

Spruitjes gekookt (100 gram)

127

Rode kool gekookt (100 gram)

47.6

Vitamine K1 is de meest voorkomende vorm van vitamine K in voeding.

 

Een mangaantekort verhoogt mogelijk de ziekte van Alzheimer

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het hebben van een laag mangaangehalte in het lichaam de kans op het krijgen van dementie?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 17 studies met 836 mensen met de ziekte van Alzheimer en 1254 zonder de ziekte van Alzheimer. De gemiddelde leeftijd van mensen met de ziekte van Alzheimer varieerde tussen 66.2 en 87.0 jaar.

Er was een grote heterogeniteit tussen de studies.

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het serum mangaangehalte van mensen met de ziekte van Alzheimer significant lager was dan van mensen zonder de ziekte van Alzheimer [SMD = -0.39, 95% BI = -0.71 tot -0.08, p = 0.015].

De onderzoekers vonden dat het serum mangaangehalte van mensen met een lichte cognitieve achteruitgang niet significant lager was dan van mensen zonder een lichte cognitieve achteruitgang [SMD = -0.31, 95% BI = -0.70 tot 0.08, p = 0.117].

De onderzoekers vonden dat het serum mangaangehalte van mensen met cognitieve achteruitgang (zowel mensen met de ziekte van Alzheimer als lichte cognitieve achteruitgang) significant lager was dan van mensen zonder cognitieve achteruitgang [SMD = -0.37, 95% BI = -0.60 tot -0.13, p = 0.002].

De onderzoekers vonden geen significant veschil tussen het serum mangaangehalte van mensen met de ziekte van Alzheimer en mensen met een milde cognitieve achteruitgang [SMD = 0.24, 95% BI = -0.23 tot 0.72, p = 0.310].

De onderzoekers concludeerden dat een tekort aan mangaan in het lichaam de kans op het krijgen van de ziekte van Alzheimer mogelijk verhoogde. Mogelijk omdat er een grote heterogeniteit tussen de studies was.

Oorspronkelijke titel:
Association of Serum Manganese Levels with Alzheimer’s Disease and Mild Cognitive Impairment: A Systematic Review and Meta-Analysis by Du K, Liu M, [...], Wei M.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5372894/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over mangaan en de ziekte van Alzheimer.
Een grote heterogeniteit tussen de studies kan leiden tot een appel-peer vergelijking. Daarom moet bij een grote heterogeniteit tussen de studies de gevonden resultaten met voorzichtigheid worden geïnterpreteerd.

Vitamin K supplementation does not reduce diabetes

Afbeelding

Objectives:
Clinical trials of vitamin K supplementation have reported conflicting results on its effect on insulin sensitivity. Therefore, this meta-analysis (systematic review) has been conducted.

Does vitamin K supplementation improve insulin sensitivity?

Study design:
This review article included 8 RCTs involving 1,077 participants. A wide variety of participants were enrolled, including older men, postmenopausal women, prediabetic premenopausal women and participants with a history of diabetes, hypertension, or vascular disease.
The number of participants ranged from 42 to 452. The study duration varied from 4 weeks to 3 years.
5 RCTs evaluated vitamin K1 ranging from 500 to 1,000 µg/d. 2 RCTs used vitamin K2 (MK-4) 1.5 and 45 mg/d and 1 RCT assessed vitamin K2 (MK-7) 100 µg/d.

All the studies were regarded as high quality.

Heterogeneity was detected in the meta-analysis.

Results and conclusions:
The investigators found that vitamin K supplementation had no effect on homeostasis model assessment of insulin resistance (HOMA-IR), fasting plasma glucose (FPG) and fasting plasma insulin (FPI). The pooled mean difference = -0.14, [95% CI = -0.35 to 0.07, p = 0.19], 0.02 mmol/L [95% CI = -3.11 to 3.70, p = 0.86] and -0.34 µIU/mL [95% CI = -1.13 to 0.45, p =0.40] for HOMA-IR, FPG and FPI, respectively.

The investigators found that vitamin K supplementation had no effect on leptin [mean difference = 0.77 ng/mL, 95% CI = -1.32 to 2.86].

The investigators found that vitamin K supplementation failed to show a significant effect on IL-6 or CRP levels. The pooled mean differences were 0.14 pg/mL [95% CI = -0.69 to 0.97] and -0.49 mg/L [95% CI = -1.18 to 0.20] for IL-6 and CRP, respectively

The investigators found that vitamin K supplementation had no effect on adiponectin [pooled mean difference = 0.82 µg/mL [95% CI: -0.89 to 2.53].

The investigators concluded that vitamin K supplementation does not improve insulin sensitivity. Given the limited evidence available and the heterogeneity in the study results, further well-designed, large sample size randomized controlled trials are warranted. Different forms and doses of vitamin K should be explored in various populations and other surrogate markers for insulin sensitivity should be measured to better establish any beneficial effects and their clinical relevance.

Original title:
Effect of vitamin K supplementation on insulin sensitivity: a meta-analysis and Suksomboon N, Poolsup N and Darli Ko Ko H.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5422317/

Additional information of El Mondo:
Find more information/studies on vitamin K and diabetes right here.
An improved insulin sensitivity decreases diabetes risk.

Eieren

Wetenschappelijke studies (review artikelen) naar de relatie tussen het eten van eieren en het ontstaan van ziektes:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Eieren verlagen leeftijdsgebonden maculaire degeneratie
  2. 1 tot 3 eieren per dag verhogen niet de bloeddruk
  3. Eieren geven geen ontstekingen in het lichaam
  4. Geen verband tussen gevogelte en hersenkanker
  5. 3-6 maanden na de geboorte is beste moment om eieren te introduceren
  6. Suikergezoete frisdrank, eieren en rood- en bewerkt vlees verhogen hart- en vaatzieken
  7. Eieren en gevogelte verhogen niet non-Hodgkin lymfoom
  8. Minimaal 3 eieren per week verhoogt suikerziekte type 2 onder Amerikanen
  9. 2-5 eieren per week verhoogt borstkanker
  10. Dagelijks 1 ei verhoogt hartfalen

XXXXXXXXXXXXXXXX

  • In Nederland worden bijna alleen eieren uit eigen land verkocht. 
  • Het is wettelijk vastgelegd dat een vers ei 28 dagen na de legdatum houdbaar is.
    Een gekookt ei kan 4 dagen tot een week bewaard worden (in een bakje in de koelkast).
  • Met de punt naar beneden blijven eieren langer goed.
  • Eieren nemen geurtjes snel over. U kunt ze daarom beter niet in de buurt van vis, ui, knoflook of ander sterk geurend eten bewaren. 
  • Bewaar eieren niet in de koelkastdeur. Door de beweging wordt het eiwit sneller dun.
  • Een ei bestaat uit ei-eiwit en ei-dooier (eigeel). Ei-eiwit en ei-dooier zijn beiden in een goed afgesloten bakje zo’n 3 dagen in de koelkast houdbaar. En bij ei-eiwit zelfs nog langer want deze kunt u prima invriezen!
  • Op grond van Europese regelgeving moet in de handel op elk ei een stempel staan met de eicode, bestaande uit 7 of meer cijfers en letters:
    • Het eerste cijfer staat voor het leefsysteem van de kip (0 = biologisch, 1 = vrije uitloop, 2 = scharrel en 3 = kooi)
    • Twee letters voor het herkomstland (bijvoorbeeld NL, BE of DE)
    • Vijf cijfers met het registratienummer van het legpluimveebedrijf
    • Eventuele extra cijfers die het stalnummer aanduiden
  • Bij de verkoop worden eieren als volgt geclassificeerd:
    • S - ei van minder dan 53 gram
    • M - ei van 53 - 63 gram
    • L - ei van 63 - 73 gram
    • XL - ei van 73 gram of meer
    • DD - ei met twee dooiers (dubbeldooier)
  • Legbatterijen voor de productie van kippeneieren zijn sinds 2012 in de Europese Unie verboden.
  • Voor 60% bestaat het ei uit het eiwit met als hoofdbestanddeel ovalbumine, 30% is dooier en 10% eischaal. De dooier bestaat uit één cel. Met een doorsnede van 3 tot 4 cm is het de grootst bekende cel. De kleur van de dooier kan variëren tussen lichtgeel en donkeroranje.
    De kleur van de dooier wordt veroorzaakt door xantofyl en hangt af van de voeding van de kip. In maïs en gras zit bijvoorbeeld veel xantofyl. Als een kip voornamelijk graan eet, blijft de dooier licht.
  • Het eiwit in rauwe eieren heeft een biologische beschikbaarheid van 51%, koken verhoogt dit percentage tot circa 91%, wat betekent dat het eiwit van gekookte eieren bijna tweemaal zo goed wordt opgenomen als dat van rauwe eieren.
  • De schaal van een kippenei is ongeveer 0.3 mm dik. De schaal is poreus voor zuurstof en kooldioxide.
    De schaal van het ei is poreus en op den duur kunnen bacteriën deze doordringen waardoor het ei bederft.
  • De eidooier bevat cholesterol. Een hoog cholesterolgehalte met name het LDL-cholesterol (slecht choleserol) leidt tot aderverkalking en aderverkalking leidt tot hart- en vaatziekten. 
  • Het eiwit van eieren bevatten alle essentiële aminozuren. Aminozuren zijn bouwstenen van eiwitten. Essentiële aminozuren zijn aminozuren die het menselijke lichaam niet kunnen produceren en daarom moeten deze aminozuren in voedingsmiddelen zitten.
  • In rauwe eieren komen avidine (een glycoproteïne) en antitrypsine voor. Avidine bindt zich aan biotine en maakt dit vitamine niet meer opneembaar voor het lichaam, waardoor bij langdurig gebruik van rauwe eieren een biotine-tekort kan ontstaan. Antitrypsine werkt het verteringsenzym trypsine tegen. Het koken of bakken van eieren maakt deze eiwitten (avidine en antitrypsine) onwerkzaam.
  • Eiwitsplitsende enzymen (proteasen of peptidasen) zijn enzymen die de vertering en afbraak van eiwitten en andere aminozuurketens regelen. Dit wordt proteolyse genoemd. Bekende eiwitsplitsende enzymen werkzaam in de humane spijsvertering zijn trypsine en chymotrypsine. Trypsinogeen is een inactief voorstadium van trypsine en wordt in de pancreas (alvleesklier) gemaakt. In de dunne darm vindt activering plaats van trypsinogeen tot trypsine, ingezet door trypsine zelf of door het enzym enteropeptidase (enterokinase). Trypsine activeert de productie van chymotrypsinogeen.
  • Eieren worden gelegd door leghennen. Ze worden speciaal gefokt voor de eierindustrie. Het zijn dus andere rassen dan vleeskippen. Voor leghennen is het belangrijk dat ze veel eieren leggen.
  • De pasgeboren leghennen gaan als ze 1 dag oud zijn naar een opfokbedrijf. Daar blijven ze tot ze 17 weken oud zijn. Ze groeien in die periode uit van een kuiken van 40 gram tot een leghen van 1500 gram.
    De jonge haantjes worden vergast met kooldioxide. Ze produceren geen eieren en hun vlees levert niet voldoende geld op.
  • Pas na 17 weken gaan de leghennen naar verschillende bedrijven en worden ze dus op een andere manier gehouden. De kippen gaan naar een biologisch-, vrije-uitloop-, scharrel- of koloniehuisvestingsysteem. De manier waarop een kip wordt gehouden heet een houderijsysteem. 
  • Een gemiddelde hen legt 6 eieren per week. Dat komt neer op 300 eieren per jaar. Na ongeveer 14 maanden gaat de leghen steeds minder eieren leggen.
    Als de hen anderhalf tot 2 jaar oud is, gaat ze naar de slacht. Het vlees komt terecht in soepen en bouillons of is bestemd voor de export.
  • Eieren kunnen zacht of hardgekookt worden.
    • 3 á 4 minuten voor een zachtgekookt ei 
    • 5 á 6 minuten voor een halfzachtgekookt ei 
    • 8 minuten voor een hardgekookt ei 
  • Na het koken kunt u de eieren laten “schrikken” door ze met koud water af te spoelen. Dan pellen ze makkelijker. Verder wordt het stollen ook gestopt, anders gaat het kookproces nog een paar minuten door.
  • Een methode om na te gaan of een ei nog eetbaar is, is door het in een pan water te leggen. Een vers ei zakt naar de bodem, een ouder ei blijft drijven.
  • Kippenei-eiwit kan allergische reacties veroorzaken en daarom moet kippenei van de Europese wetgeving in de ingrediëntenlijst van de verpakking van levensmiddelen vetgedrukt, met HOOFDLETTER of onderstreept worden vermeld.
  • Wanneer eieren in de koelkast bewaart worden, verkleint het risico op salmonellabesmetting en de groei van andere bacteriën.
  • Ongeveer 3 op de 10.000 eieren zijn besmet met salmonella. Van een besmetting kunt u flinke maag-darmklachten krijgen. Salmonella gaat dood bij minimaal 2 minuten bij 70 °C.
  • De verschijnselen van salmonella ontstaan meestal binnen 12 tot 36 uur en houden vaak 2 tot 3 dagen aan. Een besmetting kan klachten geven zoals diarree, buikpijn en koorts.
  • Salmonellabesmetting is te voorkomen door geen rauwe eieren in gerechten te verwerken die niet meer worden verhit. Denk daarbij aan bavaroise, mousse of zelfgemaakte mayonaise. 
  • Eiwit heeft een stoltraject van 63-69°C, eigeel heeft een stoltraject van 65-70°C. Hierdoor is het mogelijk om in een sous-vide een “omgekeerd”ei te maken, met zacht eiwit en stijf eigeel.
  • Paastip:
    • Als u wel een versierd ei wilt maar geen zin hebt in geklieder met verf:
      Kook de eieren met uienschillen. De eieren kleuren hierdoor roodbruin.
    • Met kurkuma of kerrie krijgt u een geel ei.
    • Liever rood? Koken met wat bietensap en
    • Voor groen voegt u spinazie aan het kookwater toe.
    • U kunt patronen of figuren aanbrengen door voor het koken (letter)stickers of plakband op het ei te plakken.

 

 

Zuivelproducten

Wetenschappelijke studies over zuivelproducten/melk:
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

  1. Dagelijks 200 gram zuivelproducten verhogen ziekte van Parkinson
  2. Regelmatig visconsumptie verlaagt leeftijdsgebonden oogziekte
  3. Veel zuiveleiwitten via voeding verlaagt mogelijk nierstenen
  4. Calcium via voeding verlaagt colorectale adenomen
  5. Roodvlees, zeevruchten, fructose en alcohol verhogen jicht
  6. Melk verhoogt acné
  7. Dagelijks veel yoghurt en kaas verlaagt heupfracturen
  8. Dagelijks veel kaas verhoogt niet doodgaan aan alle oorzaken
  9. Dagelijks 30 gram volle granen, 100 gram fruit, 100 gram groente of 200 gram zuivelproducten verlaagt dikke darmkanker
  10. Zuivelproducten en melk bieden bescherming tegen dikke darmkanker
  11. Dagelijks 250 ml volle melk verhoogt doodgaan aan prostaatkanker
  12. Veel soja en magere melk verlagen borstkanker
  13. Zuivelproducten verhogen botmineraaldichtheid van postmenopauzale vrouwen
  14. Zuivelproducten verrijkt met calcium en vitamine D verhogen botmineraaldichtheid bij postmenopauzale vrouwen
  15. Dagelijks 330 ml melk verlaagt botverlies
  16. Dagelijks 200 gram melk verlaagt mogelijk obesitas
  17. Probiotica verlagen hart- en vaatziekte
  18. Dagelijks 125 gram melk verlaagt een beroerte
  19. Dagelijks 100 gram roodvlees, 50 gram bewerkt vlees en 250 mL suikergezoete frisdrank verhogen de bloeddruk
  20. Minimaal 200 gram yoghurt per dag verlaagt hart- en vaatziekten
  21. Probiotica verlagen hart- en vaatziekte
  22. Zuivelproducten verlaagt hart- en vaatziekten
  23. Vetarme zuivelproducten verlagen buikomtrek en lichaamsgewicht
  24. Zuivelproducten verlagen causaal vetmassa en BMI onder volwassenen met overgewicht
  25. Dagelijks 1 portie zuivelproducten verlaagt overgewicht

Studies 2017

Hieronder vindt u wetenschappelijke onderzoeken naar de realtie tussen voeding en sporten.

De overzichtsartikelen (meta-analyses) van gerandomiseerde, placebo-gecontroleerde dubbelblinde humane studies (RCT’s) geven antwoord op de volgende vraag:
“Is het slikken van voedingssupplementen zinvol?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

De overzichtsartikelen (meta-analyses) van cohort studies of van patiënt-controle studies geven antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen?”.

  1. Veel lichamelijke activiteiten verlaagt borstkanker onder postmenopauzale vrouwen met een BMI tot 30
  2. Dagelijks 688 mg polyfenolen gedurende minimaal 7 dagen verbetert de sportprestatie

100 gram vis per week verlaagt de ziekte van Alzheimer

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Vertraagt het eten van vis de cognitieve achteruitgang?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 9 cohort studies met 28754 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel vis vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van de ziekte van Alzheimer significant met 20% [RR = 0.80,  95% BI = 0.65-0.97] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 100 gram vis per week, de kans op het krijgen van de ziekte van Alzheimer significant met 12% [RR = 0.88,  95% BI = 0.79-0.99] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel vis, minimaal 100 gram per week, de kans op het krijgen van de ziekte van Alzheimer verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
An exploration of the role of a fish-oriented diet in cognitive decline: a systematic review of the literature by Zeng LF, Cao Y, […], Wang NS.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28418899

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over visconsumptie en de ziekte van Alzheimer.

Noten & zaden

Wetenschappelijke studies (overzichtsartikelen) over het eten van noten en zaden en het voorkomen van ziektes: 
Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van RCT's geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Is het zinvol om voedingssupplementen te slikken?”. Ja bij een positieve conclusie en nee bij een negatieve conclusie.

Één zwaluw maakt nog geen zomer. Dus een énkele wetenschappelijke studie over een bepaald onderwerp zegt niet zoveel maar een overzichtsartikel (=een verzameling van wetenschappelijke studies over een bepaald onderwerp) van cohort of patiënt-controle studies geeft wel antwoord op de volgende vraag:
”Moet ik mijn voedingspatroon veranderen of niet?”.

XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX
  • Noten groeien aan bomen. Het zijn droge vruchten, omhuld door een vruchtwand. Dit is een harde, houtachtige dop, waar meestal 1 noot in zit.
  • Noten worden onderverdeeld in boomnoten en aardnoten.
  • Boomnoten zijn noten die aan de boom groeien.
    Voorbeelden van boomnoten zijn amandelen, cashewnoten, hazelnoten, macadamia’s, paranoten, pistachenoten en walnoten.
  • De aardnoot (ook wel pindanoot, grondnoot, olienoot of apennoot genoemd), is eigenlijk geen noot maar een peulvrucht. Net als bij andere planten bevindt de bloem zich bovengronds en daaruit ontwikkelt zich na de bevruchting een peul met meestal twee zaden. Na de bevruchting ondergaat de plant een bijzondere ontwikkeling: de stengel waaraan de peul groeit wordt langer en boort zich in de grond.
    Voorbeelden van aardnoten zijn pinda’s,
  • Noten leveren ijzer, vitamine E en vitamine B1. Verder zitten in noten veel onverzadigde vetzuren (in de volksmond ook wel goede vetten genoemd).
  • Hazelnoten bevatten 82-83% mono-onverzadigde vetzuren, voornamelijk oliezuur. Daarnaast, bevatten hazelnoten veel vitamine E, fytosterolen, L-arginine, polyfenolen, folaat en vezels.
  • Het vetprofiel van hazelnoten lijkt op die van de amandelen.
  • Amandelen worden ook wel de "koning van de noten" genoemd.
  • Cashewnoten zijn deel van het fruit van de tropische boom Anacardium occidentale. De "noot" hangt onder de cashewappel, een pseudo-fruit die gevormd wordt uit de steel van de bloem.
  • Macadamia's zijn de noten van de macadamiabomen. Ze worden ook wel de “fijnste noten ter wereld” genoemd.
  • Paranoten, ook wel Braziliaanse noten of Amazonianoten genoemd, zijn de zaden van de paranotenboom Bertholletia Excelsa, een gigantische boom die in de regenwouden van de Amazone in Zuid-Amerika groeit.
  • Pistachenoten zijn de pitten van de vrucht van de boom Pistacia vera. Ze zijn ook bekend als de “lachende noot” of de “blije noot” omdat hun halfopenstaande schil op een lachende mond lijkt.
  • Een zaad is eigenlijk een heel jong plantje dat wordt omring door een beschermlaag. Als u een zaadje zou planten in aarde, komt daar een plant uit.
    Voorbeelden van zaden zijn chiazaad, hennepzaad, lijnzaad, maanzaad, pijnboompitten, pompoenpitten, sesamzaad en zonnebloempitten.
  • De Gezondheidsraad (het hoogste voedingsadviesorgaan in Nederland) adviseert ten minste 15 gram ongezouten noten per dag.

 

Vezelarme maaltijden

Vezelarme maaltijden zijn maaltijden met maximaal 1.3 gram vezels per 100 kcal en zijn minder geschikt voor mensen met overgewicht, mensen met hart- en vaatziekten, suikerpatiënten en mensen met maag-darmkanker.

De recepten:
De woorden “dit recept” of “deze maaltijd” onder de kop voedingswaarde verwijst altijd naar een eenpersoonsmaaltijd.

Vezelarme maaltijden (1.3 gram vezels per 100 kcal):

  1. Paddenstoelenlasagne voor 4 personen
  2. Sushirijst met krokante tofu en sojabonen voor 4 personen
  3. Pasta pesto met zalm en noten voor 4 personen
  4. Gevulde kalkoen met krieltjes voor 8 personen
  5. Couscoussalade met rundersteak en yoghurtdip voor 4 personen