Voeding en gezondheid

Kruisbloemige groenten, knoflook, citrusvruchten en tomaten verlagen mogelijk dikke darmkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Gepersonaliseerde voeding en beschermende diëten en levensstijlen vormen een belangrijke prioriteit binnen de kankeronderzoek. De associatie tussen consumptie van specifieke voedingscomponenten en het ontstaan van dikke darmkanker is geëvalueerd in een aantal populatiegebaseerde studies, die vastgesteld hebben dat bepaalde voedingsmiddelen potentiële bescherming hebben. Echter, de bevindingen waren inconsistent (tegenstrijdig) en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Is er een relatie tussen het eten van de verschillende voedingsgroepen (zoals, tomaten, kruisbloemige groenten, citrusvruchten en noten) en het krijgen van dikke darmkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 46 studies (cohort en patiënt-controle studies).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in gepoolde analyses, vergeleken met een lage consumptie, dat een hoge consumptie van kruisbloemige groenten de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 10% verlaagde [OR = 0.90, 95% BI = 0.85 tot 0.95, p = 0.00, I2= 31.02%].
Dit significante verlaagde risico werd teruggevonden in patiënt-controle studies maar niet in cohort studies.

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses, vergeleken met een lage consumptie, dat een hoge consumptie van citrusvruchten de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 10% verlaagde [OR = 0.90, 95% BI = 0.84 tot 0.96, p = 0.00, I2 = 21.65%].
Dit significante verlaagde risico werd teruggevonden in patiënt-controle studies maar niet in cohort studies.

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses, vergeleken met een lage consumptie, dat een hoge consumptie van knoflook de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 17% verlaagde [OR = 0.83, 95% BI = 0.76 tot 0.91, p = 0.00, I2 = 32.64%].
Dit significante verlaagde risico werd teruggevonden in patiënt-controle studies maar niet in cohort studies.

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses, vergeleken met een lage consumptie, dat een hoge consumptie van tomaten de kans op het krijgen van dikke darmkanker significant met 11% verlaagde [OR = 0.89, 95% BI = 0.84 tot 0.95, p = 0.00, I2 = 0%].
Dit significante verlaagde risico werd teruggevonden in patiënt-controle studies maar niet in cohort studies.

De onderzoekers vonden in gepoolde analyses, vergeleken met een lage consumptie, dat een hoge consumptie van noten de kans op het krijgen van dikke darmkanker in cohort studies significant met 26% verlaagde [OR = 0.74, 95% BI = 0.58 tot 0.94, p = 0.01, I2 = 35.48%].

De onderzoekers concludeerden dat een hoge consumptie van kruisbloemige groenten, knoflook, citrusvruchten en tomaten de kans op het krijgen van dikke darmkanker mogelijk verlaagde. Mogelijk omdat dit verlaagde risico niet terug werd gevonden in cohort studies.

Oorspronkelijke titel:
Phytochemically rich dietary components and the risk of colorectal cancer: A systematic review and meta-analysis of observational studies by Borgas P, Gonzalez G, […], Reza Mirnezami R.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC8223713/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over groenten en fruit, noten, knoflook en dikke darmkanker.

Glucosamine en chondroïtinesupplementen verbeteren structuur en symptomen bij artrose

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Welke voedingssupplementen hebben positieve effecten op de knie- en heupartrose bij volwassenen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 28 RCT’s met in totaal 11890 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van glucosaminesupplementen zowel de structuur  van de knie- en heupartrose bij volwassenen [minimale gewrichtsbreedte of kraakbeenvolume: netwerkresultaten: SMD = 0.16, 95% BI = 0.04 tot 0.28] als de symptomen van de knie- en heupartrose bij volwassenen [pijn = -0.15, 95% BI = -0.25 tot -0.05 en functie = -0.17, 95% BI = -0.28 tot -0.07] significant verbeterde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van chondroïtinesupplementen zowel de structuur van de knie- en heupartrose bij volwassenen [minimale gewrichtsbreedte of kraakbeenvolume: netwerkresultaten: SMD = 0.21, 95% BI = 0.10 tot 0.32] als de symptomen van de knie- en heupartrose bij volwassenen [pijn = -0.06. 95% BI = -0.15 tot -0.03 en functie = -0.15, 95% BI = -0.26 tot -0.03] significant verbeterde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van strontiumsupplementen de structuur van de knie- en heupartrose bij volwassenen [minimale gewrichtsbreedte of kraakbeenvolume: SMD = 0.20, 95% BI = 0.02 tot 0.38] significant verbeterde.

De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine D supplementen de symptomen van de knie- en heupartrose bij volwassenen [pijn = -0.15. 95% BI = -0.27 tot -0.03 en functie = -0.18, 95% BI = -0.31 tot -0.06] significant verbeterde.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van glucosamine en chondroïtinesupplementen een statistisch significant maar klinisch twijfelachtig langetermijn voordeel opleverde voor wat betreft de structuur en de symptomen van de knie- en heupartrose bij volwassenen.
Strontiumsupplementen verbeterden de structuur van de knie- en heupartrose bij volwassenen en vitamine D supplementen de symptomen van de knie- en heupartrose bij volwassenen.

Oorspronkelijke titel:
The Efficacy and Safety of Disease-Modifying Osteoarthritis Drugs for Knee and Hip Osteoarthritis-a Systematic Review and Network Meta-Analysis by Yang W, Sun C, […], Zhuo Q.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33846938/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over glucosamine en chondroïtinesupplementen, vitamine D en het verbeteren van de botdichtheid. 
 

Supplementen met 320-729 mg magnesium verbetert mogelijk slaap bij ouderen met slapeloosheid

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verbetert het slikken van magnesiumsupplementen de slaap bij ouderen met slapeloosheid (insomnia)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 3 RCT’s met in totaal 151 ouderen in 3 verschillende landen.
De dosering van elementair magnesium (in de vorm van magnesiumoxide of magnesiumcitraat) varieerde tussen 320 en 729 mg per dag, verdeeld over 2 innames gedurende de dag.
De interventieduur varieerde tussen 20 dagen en 8 weken.

Alle RCT’s hadden een matig tot hoog risico op vertekening (confounder) en de resultaten werden ondersteund door een lage tot zeer lage kwaliteit van bewijs.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden vergeleken met het placebo, dat het slikken van magnesiumsupplementen de latentietijd tot inslapen significant met 17.36 minuten [95% BI = -27.27 tot -7.44, p = 0.0006] verkortte.
Significant omdat de gevonden p-waarde van 0.0006 kleiner was dan de p-waarde van 0.05.

De onderzoekers vonden vergeleken met het placebo, dat het slikken van magnesiumsupplementen de totale slaaptijd niet significant met 16.06 minuten [95% BI = -5.99 tot 38.12, p  =  0.15] verlengde.
Niet significant omdat de gevonden p-waarde van 0.15 groter was dan de p-waarde van 0.05.

De onderzoekers concludeerden dat het dagelijks slikken van supplementen met 320-729 mg (elementair) magnesium gedurende 20 dagen tot 8 weken, de slaap bij ouderen met slapeloosheid mogelijk verbeterde. Mogelijk omdat alle RCT’s een lage tot zeer lage kwaliteit van bewijs hadden.

Oorspronkelijke titel:
Oral magnesium supplementation for insomnia in older adults: a Systematic Review & Meta-Analysis by Mah J and Pitre T.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC8053283/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over magnesium en ouderdomsziektes.

Magnesiumoxide bevat 60% elementair magnesium en magnesiumcitraat bevat 16% elementair magnesium.
Dus als u 320 mg elementair magnesium uit magnesiumsupplementen wilt halen, moet u dus 534 mg magnesiumoxide supplementen of 2000 mg magnesiumcitraat slikken.
 

Dagelijks 100 mg magnesium via voeding verlaagt doodgaan aan kanker

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van magnesium het risico op doodgaan aan zowel alle oorzaken, hart- en vaatziekten als kanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 19 prospectieve cohort studies met in totaal 1168756 deelnemers, waarvan 52378 doden aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit), 23478 doden aan hart- en vaatziekten en 11408 doden aan kanker (kankermortaliteit of kankersterfte).

De follow-up duur varieerde tussen 3.5 en 32 jaar.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van magnesium het risico op doodgaan aan alle oorzaken significant met 13% [ES = 0.87, 95% BI = 0.79 tot 0.97, p = 0.009, I2 = 70.7%, p 0.001] verlaagde.
Significant omdat ES van 1 niet in de 95% BI van 0.79 tot 0.97 zat. ES van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden dat het eten van magnesium het risico op doodgaan aan kanker significant met 20% [ES = 0.80, 95% BI = 0.67 tot 0.97, p = 0.023, I2 = 55.7%, p = 0.027] verlaagde.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van magnesium en het verlaagde risico op doodgaan aan hart- en vaatziekten [ES = 0.93, 95% BI = 0.82 tot 1.07, p = 0.313, I2 = 72.3%, p 0.001].
Geen verband omdat ES van 1 in de 95% BI van 0.82 tot 1.07 zat. ES van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses dat het eten van elke 100 mg magnesium per dag, het risico op doodgaan aan alle oorzaken significant met 6% verlaagde. 

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses dat het eten van elke 100 mg magnesium per dag, het risico op doodgaan aan kanker significant met 5% verlaagde. 

De onderzoekers concludeerden dat het eten van magnesium (minimaal 100 mg per dag) het risico op doodgaan aan zowel alle oorzaken als kanker verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Total, Dietary, and Supplemental Magnesium Intakes and Risk of All-Cause, Cardiovascular, and Cancer Mortality: A Systematic Review and Dose-Response Meta-Analysis of Prospective Cohort Studies by Bagheri A, Naghshi S, […], Esmaillzadeh A.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33684200/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over magnesium, hart en vaatziekten en kanker.


 

Dagelijks 1 gram DHA of EPA via voeding verlaagt leeftijdsgebonden maculaire degeneratie

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Eerdere populatiestudies naar de associaties tussen de voedingsvetzuren, de plasma voedingsvetzurengehaltes en het risico op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie hebben onduidelijke resultaten opgeleverd en daarom werd dit overzichtsartikel (meta-analyse) uitgevoerd.

Verlaagt een hoge inname DHA of EPA via voeding of het hebben van een hoog plasma DHA- of EPA-gehalte, de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 11 prospectieve cohort studies met in totaal 167581 deelnemers, waarvan 6318 mensen met leeftijdsgebonden maculaire degeneratie.
De follow-up duur varieerde tussen 3 en 28 jaar.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 1 gram DHA + EPA per dag via voeding, de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie in een vroeg stadium significant met 33% [RR = 0.67, 95% BI = 0.51 tot 0.88] verlaagde.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 1 gram DHA per dag via voeding, de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie in een vroeg stadium significant met 50% [RR = 0.50, 95% BI = 0.32 tot 0.78] verlaagde.
Significant wil zeggen, er kan met 95% zekerheid gezegd worden, dat elke verhoging met 1 gram DHA per dag via voeding, de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie in een vroeg stadium werkelijk met 50% verlaagde.

De onderzoekers vonden dat elke verhoging met 1 gram EPA per dag via voeding, de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie in een vroeg stadium significant met 60% [RR = 0.40, 95% BI = 0.18 tot 0.87] verlaagde.
Significant omdat RR van 1 niet in de 95% BI van 0.18 tot 0.87 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden dat een hoog plasma DHA-gehalte, de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie in een gevorderd stadium significant met 28% [RR = 0.72, 95% BI = 0.55 tot 0.95] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoog plasma EPA-gehalte, de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie in een gevorderd stadium significant met 43% [RR = 0.57, 95% BI = 0.40 tot 0.81] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat zowel een hoge inname van DHA of EPA via voeding (minimaal 1 gram DHA of 1 gram EPA per dag) als het hebben van een hoog plasma DHA- of EPA-gehalte, de kans op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary fatty acid intake, plasma fatty acid levels, and the risk of age-related macular degeneration (AMD): a dose-response meta-analysis of prospective cohort studies by Zhong Y, Wang K, [...], Yao K.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33469697/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over EPA + DHA en leeftijdsgebonden maculaire degeneratie. 

Een hoog plasma EPA- en DHA-gehalte kan verkregen worden door veel vette vissen te eten en/of EPA- en DHA-voedingsupplementen (visoliesupplementen) te slikken.
Vette vissen bevatten meer EPA en DHA dan niet vette vissen.
 

Alcohol verhoogt botbreuk

Onderzoeksvraag:
Eerdere studies naar het verband tussen het alcoholgebruik en het risico op het krijgen van fracturen hebben tegenstrijdige resultaten opgeleverd en daarom werd dit overzichtsartikel (meta-analyse) uitgevoerd.

Verhoogt het drinken van alcohol de kans op het krijgen van fractuur (botbreuk)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 38 prospectieve cohort studies met in totaal 5053117 deelnemers, waarvan 169560 mensen met een fractuur.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het drinken van alcohol de kans op het krijgen van totale fractuur significant met 35% [RR = 1.35, 95% BI = 1.01 tot 1.81] verhoogde.
Echter, dit significante verhoogde risico werd niet teruggevonden voor heupfractuur [RR = 1.19, 95% BI = 0.96 tot 1.48], fractuur veroorzaakt door botontkalking [RR = 2.01, 95% BI = 0.76 tot 5.34], wervelfractuur [RR = 0.98, 95% BI = 0.68 tot 1.40] en polsfractuur [RR = 0.99, 95% BI = 0.85 tot 1.16].
Significant omdat RR van 1 niet in de 95% BI van 1.01 tot 1.81 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers concludeerden dat het drinken van alcohol de kans op het krijgen van totale fractuur verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
A systematic review and meta-analysis of prospective cohort studies on the association between alcohol intake and risk of fracture by Asoudeh F, Salari-Moghaddam A, […], Esmaillzadeh A.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33596741/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over alcohol en het voorkomen van fracturen. 
 

Dagelijks 0.5-50 mg carotenoïdensupplementen verbetert geheugen bij mensen zonder dementie

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verbetert het slikken van carotenoïdensupplementen de cognitieve uitkomsten/prestaties (het geheugen) bij mensen zonder dementie?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 9 RCT’s met in totaal 4402 mensen zonder dementie (2228 mensen in de carotenoïdengroep and 2174 mensen in de controle groep).
De leeftijd van de deelnemers varieerde tussen 45 en 78 jaar.

De studieduur varieerde tussen 2 weken en 12 maanden.
De doseringen van carotenoïdensupplementen varieerden tussen 0.5 mg/d tot 50 mg/d.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van carotenoïdensupplementen een significant positief effect had op de cognitieve uitkomsten bij mensen zonder dementie [Hedge's g = 0.14, 95% BI = 0.08 tot 0.20, p 0.0001, I2 = 0.00%].
Dit significante postieve effect bleef gelijk in de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van 0.5-50 mg carotenoïdensupplementen per dag, de cognitieve prestaties (het geheugen) bij mensen zonder dementie (45 en 78 jaar) verbeterde.

Oorspronkelijke titel:
Carotenoids and Cognitive Outcomes: A Meta-Analysis of Randomized Intervention Trials by Davinelli S, Ali S, […], Corbi G.

Link:
https://www.mdpi.com/2076-3921/10/2/223/htm 

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over carotenoïdensupplementen en dementie
 

Dagelijks 1000 mg calciumsupplementen verhoogt hart- en vaatziekten onder postmenopauzale vrouwen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Recente systematische reviews en meta-analyses van gerandomiseerde, dubbelblinde, placebogecontroleerde onderzoeken (RCT's) hebben controversiële (tegenstrijdige) bevindingen gerapporteerd over de associaties tussen het slikken van calciumsupplementen en het risico op het krijgen van hart- en vaatziekten en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verhoogt het slikken van calciumsupplementen de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 13 RCT’s met in totaal 28935 deelnemers in de interventiegroep (groep met calciumsupplementen) en 14243 deelnemers in de controle groep (groep zonder calciumsupplementen.

De gemiddelde leeftijd was 66.3 jaar en 92.8% was vrouw.
Er was geen pulbicatiebias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van calciumsupplementen het risico op het krijgen van hart- en vaatziekten onder gezonde postmenopauzale vrouwen significant met 15% [RR = 1.15, 95% BI = 1.06 tot 1.25, I2 = 0.0%] verhoogde.
Dit verhoogde risico werd in de subgroepenanalyses teruggevonden voor 700-1000 mg calcium via voeding of 1000 mg calcium via voedingssupplementen.

De onderzoekers vonden dat het slikken van calciumsupplementen het risico op het krijgen van een coronaire hartiziekte onder gezonde postmenopauzale vrouwen significant met 16% [RR = 1.16, 95% BI = 1.05 tot 1.28, I2 = 0.0%] verhoogde.
Dit verhoogde risico werd in de subgroepenanalyses teruggevonden voor 700-1000 mg calcium via voeding of 1000 mg calcium via voedingssupplementen.

De onderzoekers concludeerden dat het dagelijks slikken van 1000 mg (elementaire) calcium via voedingssupplementen het risico op het krijgen van hart- en vaatziekten en coronaire hartziekte onder gezonde postmenopauzale vrouwen verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Calcium Supplements and Risk of Cardiovascular Disease: A Meta-Analysis of Clinical Trials by Myung SK, Kim HB, […], Oh SW.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33530332/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over calcium, ouderdom en hart- en vaatziekten.

Na de menopauze (de laatste menstruatie bij vrouwen) volgt de postmenopauze.
 

Eieren verlagen leeftijdsgebonden maculaire degeneratie

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Het verhogen van de maculaire pigment optische dichtheid (MPOD) als gevolg van een verhoogde maculaire concentratie van luteïne en zeaxanthine kan het risico op leeftijdsgebonden maculaire degeneratie (AMD) verminderen. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Is er een causaal verband tussen het dagelijks eten van eieren en het verlaagde risico op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 5 RCT’s met in totaal 296 deelnemers.
Er was geen heterogeniteit tussen de studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van eieren de maculaire pigment optische dichtheid significant verhoogde [WMD = 0.037, 95% BI = 0.004 tot 0.069, p = 0.027].

De onderzoekers vonden dat het eten van eieren het serum luteïnegehalte significant verhoogde [WMD = 0.150 μmol/L, 95% BI = 0.037 tot 0.263, p = 0.009].

De onderzoekers concludeerden dat het dagelijks eten van eieren de maculaire pigment optische dichtheid en het serum luteïnegehalte verhoogde en daarmee het risico op het krijgen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
A positive effect of egg consumption on macular pigment and healthy vision: a systematic review and meta-analysis of clinical trials by Sikaroudi MK, Saraf-Bank S, […], Soltani S.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33491232/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer informatie/studies over significant/RCT’s, luteïne, eieren en leeftijdsgebonden maculaire degeneratie. 

Het serum luteïnegehalte in het lichaam kan verhoogd worden door voeding te eten die veel luteïne bevattten en/of luteïne-supplementen te slikken.

 

Veel β-cryptoxanthine via voeding verlaagt botontkalking en heupfracturen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verlaagt het eten van veel β-cryptoxanthine de kans op het krijgen van zowel botontkalking als heupfracturen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 7 cohort studies, 4 patiënt-controle studies en 4 cross-sectionele studies met in totaal 100496 deelnmemers. 

De methodologische kwaliteit van alle studies werden als "redelijk" tot "goed" beoordeeld.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van veel β-cryptoxanthine de kans op het krijgen van botontkalking significant met 24% [OR = 0.76, 95% BI = 0.66 tot 0.88, p = 0.0002, I2 = 36%, p = 0.11] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van veel β-cryptoxanthine de kans op het krijgen van botontkalking onder vrouwen significant met 28% [OR = 0.72, 95% BI = 0.58 tot 0.91, p = 0.005, I2 = 59%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van veel β-cryptoxanthine de kans op het krijgen van botontkalking onder mannen significant met 20% [OR = 0.80, 95% BI = 0.65 tot 1.00, p = 0.05, I2 = 11%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van veel β-cryptoxanthine de kans op het krijgen van heupfracturen significant met 28% [OR = 0.72, 95% BI = 0.60 tot 0.87, p = 0.0008, I2 = 55%] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het eten van veel β-cryptoxanthine de kans op het krijgen van heupfracturen onder vrouwen significant met 29% [OR = 0.71, 95% BI = 0.54 tot 0.94, p = 0.02, I2 = 71%] verlaagde.
Dit verlaagde risico was echter niet signifcant onder mannen.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel β-cryptoxanthine de kans op het krijgen van zowel botontkalking als heupfracturen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Effects of β-Cryptoxanthin on Improvement in Osteoporosis Risk: A Systematic Review and Meta-Analysis of Observational Studies by Kim SJ, Anh NH, […], Kwon SW.

Link:
https://www.mdpi.com/2304-8158/10/2/296/htm

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over β-cryptoxanthine, botontkalking en ouderdom
 

Alzheimer-patiënten hebben een lage vitamine E bloedwaarde

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen de bloedwaarde van vitamine C, E en beta-caroteen en het krijgen van de ziekte Alzheimer?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte studies met gegevens over de bloedwaarde vitamine C, E en beta-caroteen van patiënten met de ziekte Alzheimer.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in de meta-analyse dat de vitamine E bloedwaarde van patiënten met Alzheimer significant lager was dan van patiënten zonder Alzheimer [SMD = -1.49 μmol/L, 95% BI = -2.08 tot -0.89 μmol/L, p 0.001].

De onderzoekers vonden in de meta-analyse geen significant verschil in de vitamine C bloedwaarde tussen patiënten met Alzheimer en patiënten zonder Alzheimer [SMD = -1.43 μmol/L, 95% BI = -3.05 tot 0.19 μmol/L, p = 0.083].

De onderzoekers vonden in de meta-analyse geen significant verschil in de beta-caroteen bloedwaarde tussen patiënten met Alzheimer en patiënten zonder Alzheimer [SMD = -0.61 μmol/L, 95% BI = -1.40 tot 0.18 μmol/L, p = 0.131].

De onderzoekers concludeerden dat een verlaagde vitamine E bloedwaarde, de kans op het krijgen van de ziekte van Alzheimer verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Meta-analysis of vitamin C, vitamin E and β-carotene levels in the plasma of Alzheimer's disease patients by Dong R, Yang Q, […], Zhao H.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30081996

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine C, E, beta-caroteen en dementie

De vitamine E bloedwaarde kan verhoogd worden door levensmiddelen te eten die veel vitamine E bevatten en/of door vitamine E-supplementen te slikken.
 

Vitamine A en C via voeding verlagen de oogziekte glaucoom

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Hoewel er verschillende onderzoeken uitgevoerd zijn naar de relatie tussen vitamines en het krijgen van glaucoom (groene staar), zijn de resultaten vaak tegenstrijdig. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Is er een verband tussen het eten van vitamines en het krijgen van de oogziekte glaucoom?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 5 cohort studies met in totaal 940 mensen met de oogziekte glaucoom en 123697 mensen zonder de oogziekte glaucoom.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat de inname van vitamine A via voeding, de kans op het krijgen van de oogziekte glaucoom significant met 55% [gepoolde OR = 0.45, 95% BI = 0.30-0.68, I2 = 0%] verlaagde.
Significant omdat OR van 1 niet in de 95% BI van 0.30 tot 0.68 zat. OR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden dat de inname van vitamine C via voeding, de kans op het krijgen van de oogziekte glaucoom significant met 61% [OR = 0.39, 95% BI = 0.23-0.67, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van groene bladgroenten, de kans op het krijgen van de oogziekte glaucoom significant met 61% [OR = 0.39, 95% BI = 0.22-0.70, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden geen verband tussen de inname van vitamine B1 via voeding, de kans op het krijgen van de oogziekte glaucoom [OR = 0.84, 95% BI = 0.47-1.51].

De onderzoekers vonden geen verband tussen de inname van vitamine E via voeding, de kans op het krijgen van de oogziekte glaucoom [OR = 0.95, 95% BI = 0.75-1.19].
Niet significant omdat OR van 1 in de 95% BI van 0.75 tot 1.19 zat. OR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van vitamine A, vitamine C en groene bladgroenten, de kans op het krijgen van de oogziekte glaucoom verlaagden. 

Oorspronkelijke titel:
The Effect of Vitamins on Glaucoma: A Systematic Review and Meta-Analysis by Ramdas WD, Schouten JSAG and Webers CAB.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5872777/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine A, C, B1, E, groene bladgroenten en ouderdom

Veel antioxidanten via voeding verlagen doodgaan aan alle oorzaken

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
De associatie tussen de verschillende voedings- of circulerende antioxidanten en het risico op doodgaan aan alle oorzaken onder de bevolking is nog niet vastgesteld. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het eten van antioxidanten (zoals carotenoïden, flavonoïden, vitamine C en selenium) of een hoog antioxidantengehalte in het bloed de kans op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 41 prospectieve observationele studies met in totaal 507251 deelnemers, waarvan 73965 mensen die doodgingen aan alle oorzaken.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoog caroteengehalte in het bloed, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 40% [RR = 0.60, 95% BI = 0.46 tot 0.74] verlaagde.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat een hoog vitamine C-gehalte in het bloed, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 39% [RR = 0.61, 95% BI = 0.53 tot 0.69] verlaagde.
Significant omdat RR van 1 niet in de 95% BI van 0.53 tot 0.69 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden dat een hoog seleniumgehalte in het bloed, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant 38% met [RR = 0.62, 95% BI = 0.45 tot 0.79] verlaagde.
Significant wil zeggen, er kan met 95% zekerheid gezegd worden, dat een hoog seleniumgehalte in het bloed, de kans op doodgaan aan alle oorzaken werkelijk met 38% verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoog beta-caroteengehalte in het bloed, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 37% [RR = 0.63, 95% BI = 0.57 tot 0.70] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoog alfa-caroteengehalte in het bloed, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 32% [RR = 0.68, 95% BI = 0.58 tot 0.78] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoog carotenoïdengehalte in het bloed, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 32% [RR = 0.68, 95% BI = 0.56 tot 0.80] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoog lycopeengehalte in het bloed, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 25% [RR = 0.75, 95% BI = 0.54 tot 0.97] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoog alfa-tocoferolgehalte in het bloed, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 16% [RR = 0.84, 95% BI = 0.77 tot 0.91] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge carotenoïdeninname via voeding, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 24% [RR = 0.76, 95% BI = 0.66 tot 0.85] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge antioxidanteninname via voeding, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 23% [RR = 0.77, 95% BI = 0.73 tot 0.81] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge seleniuminname via voeding, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 21% [RR = 0.79, 95% BI = 0.73 tot 0.85] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge alfa-caroteeninname via voeding, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 21% [RR = 0.79, 95% BI = 0.63 tot 0.94] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge beta-caroteeninname via voeding, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 18% [RR = 0.82, 95% BI = 0.77 tot 0.86] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge vitamine C inname via voeding, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 12% [RR = 0.88, 95% BI = 0.83 tot 0.94] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge caroteneninname via voeding, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 11% [RR = 0.89, 95% BI = 0.81 tot 0.97] verlaagde.

De onderzoekers vonden een U-vormige relatie tussen het lycopeengehalte in het bloed en de kans op doodgaan aan alle oorzaken. 

De onderzoekers vonden een U-vormige relatie tussen het eten van vitamine C en de kans op doodgaan aan alle oorzaken. 

De onderzoekers concludeerden dat zowel een hoog antioxidantengehalte in het bloed als een hoge antioxidanteninname via voeding, de kans op doodgaan aan alle oorzaken verlaagden.

Oorspronkelijke titel:
Dietary Antioxidants, Circulating Antioxidant Concentrations, Total Antioxidant Capacity, and Risk of All-Cause Mortality: A Systematic Review and Dose-Response Meta-Analysis of Prospective Observational Studies by Jayedi A, Rashidy-Pour A, […], Shab-Bidar S.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30239557

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over antioxidanten, flavonoïden, carotenoïden, vitamine C, selenium en ouderdom.

 

All-cause mortaliteit is het laagst bij een dieet met 50-55 En% koolhydraten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een relatie tussen het eten van koolhydraten en doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 cohort studies met in totaal 432179 deelnemers, waarvan  40181 mensen die tijdens de studie doodgingen. 

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een dieet met 40 En% koolhydraten, de kans op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit) significant met 20% [gepoodel HR = 1.20, 95% BI = 1.09-1.32, p 0.0001] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat een dieet met >70 En% koolhydraten, de kans op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit) significant met 23% [gepoodel HR = 1.23, 95% BI = 1.11-1.36, p 0.0001] verhoogde.

De onderzoekers vonden een U-vormige relatie tussen het eten van koolhydraten en de kans op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit), met een minimale risico bij 50 tot 55 En% koolhydraten.

De onderzoekers concludeerden dat een U-vormige relatie tussen het eten van koolhydraten en de kans op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit) bestond, met een minimale risico bij 50 tot 55 En% koolhydraten.

Oorspronkelijke titel:
Dietary carbohydrate intake and mortality: a prospective cohort study and meta-analysis by Seidelmann SB, Claggett B, […], Solomon SD.

Link:
https://www.thelancet.com/journals/lanpub/article/PIIS2468-2667(18)30135-X/fulltext

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over ouderdom en koolhydraten.

De makkelijkste manier om een dieet met 50 tot 55 En% koolhydraten te volgen, is te kiezen voor uitsluitend producten/maaltijden die ook 50 tot 55 En% koolhydraten bevattten. Welke producten/maaltijden 50 tot 55 En% koolhydraten bevatten, kunt hier opzoeken.
 

Wijn verhoogt niet dikke darmkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Er zijn tegenstrijdige resultaten met betrekking tot de relatie tussen het drinken van wijn en het krijgen van colorectale kanker (dikke darmkanker). Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verhoogt het drinken van wijn de kans op het krijgen van dikke darmkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 patiënt-controle studies en 9 cohort studies met in totaal 12110 mensen met dikke darmkanker.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden geen verband tussen het drinken van wijn en het krijgen van dikke darmkanker [SRR = 0.99, 95% BI = 0.89-1.10, p-heterogeniteit 0.001].
Geen verband omdat SRR van 1 in de 95% BI van 0.89 tot 1.10 zat. SRR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses (om meer informatie te krijgen) ook geen verband tussen het drinken van wijn en het krijgen van colonkanker.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses ook geen verband tussen het drinken van wijn en het krijgen van rectumkanker.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses ook geen verband tussen het drinken van wijn en het krijgen van dikke darmkanker onder mannen.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses ook geen verband tussen het drinken van wijn en het krijgen van dikke darmkanker onder vrouwen.


De onderzoekers vonden geen verband tussen het drinken van maximaal 2 glazen wijn per dag en het krijgen van dikke darmkanker [SRR = 0.93, 95% BI = 0.80-1.08, I2 = 69.2%].

De onderzoekers vonden geen verband tussen het drinken van minimaal 2 glazen wijn per dag en het krijgen van dikke darmkanker [SRR = 1.00, 95% BI = 0.86-1.16, I2 = 39.9%].

De onderzoekers concludeerden dat het drinken van wijn, de kans op het krijgen van dikke darmkanker niet verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Wine consumption and colorectal cancer risk: a meta-analysis of observational studies by Xu W, Fan H, [...], Ge Z.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30247171

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over overzichtsartikel/significant/heterogeniteit, wijnconsumptie en dikke darmkanker.

 

Een laag seleniumgehalte in de hersenen verhoogt de ziekte van Alzheimer

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen het seleniumgehalte in de hersenen en de ziekte van Alzheimer?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 14 studies met 40 observaties.
Er was geen publicatiebias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in het random-effect model dat het seleniumgehalte in het hersenweefsel van mensen met de ziekte van Alzheimer lager was dan van mensen zonder de ziekte van Alzheimer [SMD = - 0.42]. Dit resultaat werd ook teruggevonden in de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het seleniumgehalte in het temporale gebied (slaapkwab), het hippocampale gebied en de cortexgebieden van de hersenen van mensen met de ziekte van Alzheimer lager was dan van mensen zonder de ziekte van Alzheimer. Dit resultaat werd ook teruggevonden in de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers concludeerden dat het seleniumgehalte in de hersenen van mensen met de ziekte van Alzheimer lager was dan van mensen zonder de ziekte van Alzheimer.

Oorspronkelijke titel:
Brain Selenium in Alzheimer's Disease (BRAIN SEAD Study): a Systematic Review and Meta-Analysis by Varikasuvu SR, Prasad VS, [...], Manne M.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30171594

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over selenium en de ziekte van Alzheimer. 
 

Veel verzadigd vet verhoogt fracturen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
De totale inname van vet in voeding kan het risico op het krijgen van fracturen beïnvloeden. Echter, tot op heden zijn tegenstrijdige bevindingen gevonden. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Is er een verband tussen het eten van vet en het risico op het krijgen van fracturen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 6 observationele studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden geen significant verband tussen de inname van het totale vet via voeding en het krijgen van fracturen [gepoolde effectgrootte = 1.31, 95% BI = 0.95-1.79, p = 0.09].

De onderzoekers vonden dat het eten van veel verzadigd vet de kans op het krijgen van fracturen significant met 79% verhoogde [gepoolde effectgrootte = 1.79, 95% BI = 1.05 -3.03, p = 0.03].

De onderzoekers vonden dat het eten van veel enkelvoudig onverzadigd vet, afkomstig van dierlijke producten de kans op het krijgen van fracturen significant met 129% verhoogde [gepoolde effectgrootte = 2.29, 95% BI = 1.50 -3.50, p 0.0001].

De onderzoekers concludeerden dat het eten van zowel veel verzadigd vet als enkelvoudig onverzadigd vet, dat afkomstig is van dierlijke producten, de kans op het krijgen van fracturen verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary fat, saturated fatty acid, and monounsaturated fatty acid intakes and risk of bone fracture: a systematic review and meta-analysis of observational studies by Mozaffari H, Djafarian K, […], Shab-Bidar S.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29947872

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vet en ouderdom

Een dieet met veel verzadigd vet is een dieet met veel producten met meer dan 10 En% verzadigd vet of anders gezegd, het gemiddelde van uw dagelijks gegeten producten bevat meer dan 10 En% verzadigd vet. Deze maaltijden bevatten meer dan 10 En% verzadigd vet.

Geen verband tussen koolhydraten en prostaatkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Prostaatkanker is wereldwijd een van de belangrijkste kankeroorzaken onder mannen. Veel epidemiologische studies laten een verband zien tussen de inname van koolhydraten en het krijgen van prostaatkanker. Echter, het bewijs uit epidemiologische studies is inconsistent. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Is er een verband tussen het eten van koolhydraten en het krijgen van prostaatkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 21 studies, gepubliceerd tussen 1980 en 2018 met in totaal 98739 deelnemers, waarvan 11573 mensen met prostaatkanker.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van veel koolhydraten en het krijgen van prostaatkanker [multivariate-adjusted OR = 1.11, 95% BI = 0.98-1.26, I2 = 62.7%].

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van veel koolhydraten en gevorderde prostaatkanker [multivariate-adjusted OR = 0.95, 95% BI = 0.78-1.16, I2 = 14.1%].

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van veel koolhydraten en niet-gevorderde prostaatkanker [multivariate-adjusted OR = 1.01, 95% BI = 0.79-1.29, I2 = 64.4%].

De onderzoekers concludeerden dat er geen verband bestond tussen het eten van veel koolhydraten en het krijgen van prostaatkanker.

Oorspronkelijke titel:
Carbohydrate intake and the risk of prostate cancer by Fan LL, Su HX, […], Nan CJ.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29778541

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over koolhydraten en prostaatkanker.

Coronaire hartziekte en hartfalen verhogen dementie

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
De risicofactoren van hart- en vaatziekten hangen nauw samen met het risico op het krijgen van dementie, maar of hartaandoeningen de persoon in kwestie ook vatbaar maken voor dementie is onzeker. Daarom, werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verhogen hartaandoeningen, zoals coronaire hartziekte en hartfalen, de kans op het krijgen van dementie?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 16 studies met 1309483 patiënten met coronaire hartziekte en 7 studies met in totaal 1958702 patiënten met hartfalen.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in gepoolde analyse dat coronaire hartziekte, de kans op het krijgen van dementie significant met 27% [gepoolde relatieve risico = 1.27, 95% BI = 1.07-1.50, I2 = 80%] verhoogde.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden in gepoolde analyse dat hartfalen, de kans op het krijgen van dementie significant met 60% [gepoolde relatieve risico = 1.60, 95% BI = 1.19-2.13, I2 = 59%] verhoogde.
Significant wil zeggen, er kan met 95% zekerheid gezegd worden, dat hartfalen de kans op het krijgen van dementie werkelijk met 60% verhoogde.

De onderzoekers vonden in 9 prospectieve cohort studies dat coronaire hartziekte de kans op het krijgen van dementie significant met 26% [relatieve risico = 1.26, 95% BI = 1.06-1.49, I2 = 0%] verhoogde.
Significant omdat relatieve risico van 1 niet in de 95% BI van 1.06 tot 1.49 zat. Relatieve risico van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden in 4 prospectieve cohort studies dat hartfalen de kans op het krijgen van dementie significant met 80% [relatieve risico = 1.80, 95% BI = 1.41-2.31, I2 = 0%] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat zowel coronaire hartziekte als hartfalen, de kans op het krijgen van dementie verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Coronary heart disease, heart failure, and the risk of dementia: A systematic review and meta-analysis by Wolters FJ, Segufa RA, […], Sedaghat S.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29494808

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over cohort/patiënt-controle studies, dementie en hart- en vaatziekten.
 

Een hoog BMI verhoogt borstkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen BMI en borstkanker onder vrouwen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 12 prospectieve cohort studies met in totaal 22728674 vrouwen.
De gemiddelde follow-up duur (de duur van de studie) varieerde tussen 4.29 en 10.8 jaar.
De studiegrootte varieerde tussen 15054 en 1222630 vrouwen.
De studies waren goed opgezet met een Newcastle-Ottawa score van ≥7.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat elke verhoging van het BMI met 5 punten, de kans op het krijgen van borstkanker significant met 2% [SRR = 1.02, 95% BI = 1.01-1.04, p 0.001, I2 = 74.2%, p = 0.00] verhoogde. Dit verhoogde risico was ook significant in de sensitiviteitsanalyse.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyse dat een hoog BMI de kans op het krijgen van borstkanker onder premenopauzale vrouwen significant met 2% [SRR = 0.98, 95% BI = 0.96-0.99, p 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyse een lineair verband tussen het BMI en de kans op het krijgen van borstkanker zowel onder premenopauzale vrouwen als postmenopauzale vrouwen.

De onderzoekers concludeerden dat elke verhoging van het BMI met 5 punten, de kans op het krijgen van borstkanker onder vrouwen verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Association between body mass index and breast cancer risk: evidence based on a dose-response meta-analysis by Liu K, Zhang W, [...], Dai Z.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5783020/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over borstkanker en BMI.
 

Melkeiwittensupplementen in combinatie met krachttraining verhogen spiermassa bij ouderen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Wat is het effect van melkeiwittensupplementen alleen of in combinatie met krachttraining op het lichaamsgewicht, de vetmassa en de vetvrije mass van ouderen (≥ 60 jaar)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 RCT’s met in totaal 574 deelnemers (gemiddelde leeftijd van 60 tot 80.8 jaar).

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat melkeiwittensupplementen in combinatie met krachttraining geen significant effect hadden op het vetmassa [0.30, 95% BI = -0.25 tot 0.86 kg of het lichaamsgewicht bij ouderen [1.02, 95% BI = -0.01 tot 2.04 kg].

De onderzoekers vonden dat melkeiwittensupplementen in combinatie met krachttraining het vetvrije massa (=spiermasa) bij ouderen significant verhoogde [0.74, 95% BI = 0.30 tot 1.17 kg], met name bij studies met meer dan 55 deelnemers [0.73, 95% BI = 0.30 tot 1.16 kg] en bij studies met deelnemers met ouderdomsgerelateerde medische aandoeningen [1.60, 95% BI = 0.92 tot 2.28 kg].

De onderzoekers concludeerden dat melkeiwittensupplementen in combinatie met krachttraining het vetvrije massa (=spiermasa) bij ouderen (≥ 60 jaar) verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Effects of Milk Proteins Supplementation in Older Adults Undergoing Resistance Training: A Meta-Analysis of Randomized Control Trials by Hidayat K, Chen GC, […], Qin LQ.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29380851

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier meer over sportvoeding, krachttraining, ouderdom en eiwitten.

Vitamine D-gehalte tussen 25 en 35 ng/mL verlaagt ziekte van Alzheimer

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een dosisafhankelijk verband tussen het vitamine D-gehalte in het bloed en de kans op het krijgen van dementie en de ziekte van Alzheimer?
 

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 7 prospectieve cohort studies en 1 retrospectieve cohort studie met 1953 mensen met dementie en 1607 mensen met de ziekte van Alzheimer onder 28354 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden geen verband tussen het vitamine D-gehalte tussen 10 en 20 ng/mL en de kans op het krijgen van dementie [HR = 1.09, 95% BI = 0.95 tot 1.24].
Geen verband want HR van 1 zat in de 95% BI van 0.95 tot 1.24. HR van 1 betekent geen verband/risico.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het vitamine D-gehalte tussen 10 en 20 ng/mL en de kans op het krijgen van de ziekte van Alzheimer [HR = 1.19, 95% BI = 0.96 tot 1.41].

De onderzoekers vonden dat het vitamine D-gehalte lager dan 10 ng/mL, de kans op het krijgen van dementie significant met 33% [HR = 1.33, 95% BI = 1.08 tot 1.58] verhoogde.
Significant want HR van 1 zat niet in de 95% BI van 1.08 tot 1.58. HR van 1 betekent geen verband/risico.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het vitamine D-gehalte lager dan 10 ng/mL en de kans op het krijgen van de ziekte van Alzheimer [HR = 1.31, 95% BI = 0.98 tot 1.65]

De onderzoekers vonden dat het vitamine D-gehalte van 25 ng/mL, de kans op het krijgen van dementie significant verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het vitamine D-gehalte tussen 25 en 35 ng/mL, de kans op het krijgen van de ziekte van Alzheimer significant verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het vitamine D-gehalte tussen 25 en 35 ng/mL, de kans op het krijgen van dementie en de ziekte van Alzheimer verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Vitamin D status and risk of dementia and Alzheimer's disease: A meta-analysis of dose-response by Jayedi A, Rashidy-Pour A and Shab-Bidar S.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29447107

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over cohort/patiënt-controle studies, dementie en vitamine D.
 

Dagelijks veel yoghurt en kaas verlaagt heupfracturen

Onderzoeksvraag:
De consumptie van zuivelproducten kan het risico op het krijgen van heupfracturen beïnvloeden, maar eerdere studies laten inconsistente resultaten zien. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt de consumptie van zuivelproducten de kans op het krijgen van heupfracturen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 cohort studies (met in totaal 8613 mensen met heupfracturen onder 363557 deelnemers. De follow-up duur varieerde tussen 3 en 22 jaar) en 8 patiënt-controle studies (met in totaal 3815 mensen met heupfracturen en 6415 mensen zonder heupfracturen).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in cohort studies geen verband tussen de consumptie van zowel veel melk [gepoolde RR = 0.91, 95% BI = 0.74-1.12] als (totale) zuivelproducten [gepoolde RR = 1.02, 95% BI = 0.93-1.12] en de kans op het krijgen van heupfracturen.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat het eten van veel yoghurt vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van heupfracturen significant met 25% [gepoolde RR = 0.75, 95% BI = 0.66-0.86] verlaagde. Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat het eten van veel kaas vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van heupfracturen significant met 32% [gepoolde RR = 0.68, 95% BI = 0.61-0.77] verlaagde. Significant omdat RR van 1 niet in de 95% BI van 0.61 tot 0.77 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden in patiënt-controle studies dat het drinken van 200 tot 600 gram melk per dag, de kans op het krijgen van heupfracturen significant verlaagde.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat het drinken van 0 tot 600 gram melk per dag, de kans op het krijgen van heupfracturen significant verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel yoghurt en kaas, de kans op het krijgen van heupfracturen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dairy product consumption and risk of hip fracture: a systematic review and meta-analysis by Bian S, Hu J, [...], Ma J.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5778815/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over cohort/patiënt-controle studies, zuivelconsumptie en ouderdom.
De resultaten gevonden in patiënt-controle studies zijn minder betrouwbaar dan in cohort studies.

100 µg/d vitamine K + 1000 mg/d calciumsupplementen verhogen botmineraaldichtheid

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Met de toenemende incidentie van osteoporose (botontkalking) worden vitamine K en calcium in veel onderzoeken in verband gebracht met botmineraaldichtheid (BMD) en ondergecarboxyleerd osteocalcine (UcOC), maar de resultaten van de onderzoeken naar het gecombineerde effect van vitamine K en calcium op botmineraaldichtheid en ondergecarboxyleerd osteocalcine in mensen zijn inconsequent (tegenstrijdig). Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verhoogt het sikken van vitamine K supplementen in combinatie met calciumsupplementen de botmineraaldichtheid?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 RCT’s met in totaal 1346 patiënten.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine K supplementen in combinatie met calciumsupplementen de botmineraaldichtheid van de lumbale wervelkolom significant verhoogde [SMD = 0.20, 95% BI = 0.07 tot 0.32, I2 = 46.9%, p = 0.049].
Echter, dit significant verhoogde effect was niet signifcant in de trim and fill methode (waarbij gecorrigeerd werd voor publicatie bias) [SMD = 0.067, 95% BI = -0.044 tot 0.178].

De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine K supplementen in combinatie met calciumsupplementen het gehalte van ondergecarboxyleerd osteocalcine significant verlaagde [SMD = -1.71, 95% BI = -2.45 tot -0.96, I2 = 95.7%, p  0.01].
Dit significant verlaagde effect werd ook teruggevonden in analyses waarbij gecorrigeerd werd voor publicatie bias [SMD = - 0.947, 95% BI = -1.211 tot -0.687].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van  ≤100 µg/d vitamine K supplementen in combinatie met calciumsupplementen de botmineraaldichtheid van de lumbale wervelkolom significant verhoogde [SMD = 0.40, 95% BI = 0.20 tot 0.61, I2 = 49.9%].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van vitamine K2 supplementen in combinatie met calciumsupplementen de botmineraaldichtheid van de lumbale wervelkolom significant verhoogde [SMD = 0.30, 95% BI = 0.10 tot 0.51, I2 = 0%].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van vitamine K supplementen in combinatie met  ≤1000 mg/d calciumsupplementen de botmineraaldichtheid van de lumbale wervelkolom significant verhoogde [SMD = 0.19, 95% BI = 0.05 tot 0.32, I2 = 62.3%].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van vitamine K supplementen in combinatie met calciumsupplementen gedurende maximaal 1 jaar de botmineraaldichtheid van de lumbale wervelkolom significant verhoogde [SMD = 0.38, 95% BI = 0.19 tot 0.57, I2 = 40%].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van ≤100 µg/d vitamine K2 supplementen in combinatie met  ≤1000 mg/d calciumsupplementen gedurende maximaal 1 jaar de botmineraaldichtheid van de lumbale wervelkolom verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
The combined effect of vitamin K and calcium on bone mineral density in humans: a meta-analysis of randomized controlled trials by Hu L, Ji J, [...], Yu B.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC8515712/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over overzichtsartikel/publicatie bias/RCT’s, vitamine K, calcium en botontkalking.

Een hoog gehalte aan ondergecarboxyleerd osteocalcine verhoogt de kans op het krijgen van botontkalking.

Ondergecarboxyleerd osteocalcine (ucOC of PIVKA-osteocalcine) is een gevoeliger marker voor vitamine K-insufficiëntie.

De incidentie is het aantal nieuwe zieken of ziekten in een populatie over een bepaalde periode.
 

Paddenstoelen verlagen doodgaan aan alle oorzaken

Onderzoeksvraag:
Of de consumptie van paddenstoelen - een rijke bron aan krachtige antioxidanten ergothioneïne en glutathion, vitamines en mineralen (bijv. selenium en koper) - geassocieerd is met een lager sterfterisico, is niet goed begrepen en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het eten van paddenstoelen de kans op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 5 prospectieve cohort studies met in totaal 601893 deelnemers, waarvan 50787 doden aan all-cause mortaliteit (doodgaan aan alle oorzaken).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het eten van paddenstoelen de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 6% [gepoolde risk ratio = 0.94, 95% BI = 0.91 tot 0.98] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van paddenstoelen de kans op doodgaan aan alle oorzaken verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Prospective study of dietary mushroom intake and risk of mortality: results from continuous National Health and Nutrition Examination Survey (NHANES) 2003-2014 and a meta-analysis by Ba DM, Gao X, [...], Richie Jr JP.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC8454070/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over paddenstoelen en ouderdom.