Voeding en gezondheid

Dagelijks 2 gram omega-3 supplementen verhogen spiermassa bij ouderen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt het slikken van omega-3 supplementen (EPA en DHA) de spiermassa en de loopsnelheid bij ouderen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatten 10 RCT’s met 552 deelnemers.

De duur van de interventie varieerde tussen 10 en 24 weken.
De dosering varieerde tussen 0.16 en 2.6 g/dag EPA en tussen 0 en 1.8 g/dag DHA.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van minimaal 2 gram omega-3 supplementen per dag, de spiermassa bij ouderen significant deed toenemen [SMD = 0.67 kg, 95% BI = 0.16 tot 1.18 p 0.05].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het slikken van omega-3 supplementen gedurende minimaal 6 maanden, de loopsnelheid bij ouderen significant deed toenemen [SMD = 1.78 m/sec, 95% BI = 1.38 tot 2.17, p 0.05].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van minimaal 2 gram omega-3 supplementen (EPA en DHA) per dag, de spiermassa bij ouderen deed toenemen, terwijl het slikken van omega-3 supplementen (EPA en DHA) gedurende minimaal 6 maanden, de loopsnelheid bij ouderen deed toenemen. 

Oorspronkelijke titel:
Effects of Omega-3 Fatty Acids on Muscle Mass, Muscle Strength and Muscle Performance among the Elderly: A Meta-Analysis by Huang YH, Chiu WC, […], Wang YH.

Link:
https://www.mdpi.com/2072-6643/12/12/3739/htm

Extra informatie van El Mondo:     
Vind hier meer studies over EPA en DHA en ouderdom.

Plantaardige eiwitten verlagen doodgaan aan hart- en vaatziekten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Bestaat er een dosisafhankelijke relatie tussen de inname van eiwit en mortaliteit (doodgaan aan)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatten 32 prospectieve cohort studies met in totaal 113039 doden (16429 aan hart- en vaatziekten en 22303 aan kanker onder 715128 deelnemers.

De follow-up duur varieerde tussen 3.5 en 32 jaar.
Het aantal deelnemers per studie varieerde tussen 288 en 135335 en de leeftijd varieerde tussen 19 en 101 jaar.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoge inname van de totale eiwitten, vergeleken met een lage inname, de kans op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit) significant met 6% [gepoolde effectgrootte = 0.94, 95% BI = 0.89 tot 0.99, I2 = 58.4%, p 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge inname van plantaardige eiwitten, vergeleken met een lage inname, de kans op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit) significant met 8% [gepoolde effectgrootte = 0.92, 95% BI = 0.87 tot 0.97, I2 = 57.7%, p = 0.003] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge inname van plantaardige eiwitten, vergeleken met een lage inname, de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten significant met 12% [gepoolde HR = 0.88, 95% BI = 0.80 tot 0.96, I2 = 63.7%, p = 0.001] verlaagde.
Echter, dit verlaagde risico was niet significant voor doodgaan aan kanker.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van veel totale eiwitten of dierlijke eiwitten en de kans op doodgaan aan hart- en vaatziekten.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van veel totale eiwitten of dierlijke eiwitten en de kans op doodgaan aan kanker.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyses, dat elke verhoging met 3 energieprocent (3 En%) plantaardige eiwitten per dag, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 5% [gepoolde effectgrootte = 0.95, 95% BI = 0.95 tot 0.98, p 0.001] verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat een hoge inname van plantaardige eiwitten, de kans op zowel doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit) als hart- en vaatziekten verlaagde. Verder, verlaagde een hoge inname van de totale eiwitten, de kans op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit).

Oorspronkelijke titel:
Dietary intake of total, animal, and plant proteins and risk of all cause, cardiovascular, and cancer mortality: systematic review and dose-response meta-analysis of prospective cohort studies by Naghshi S, Sadeghi O, […], Esmaillzadeh A.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC7374797/

Extra informatie van El Mondo:     
Vind hier meer studies over eiwittenconsumptie, hart- en vaatziekten en kanker.

Een eiwitrijk dieet is een dieet met 20-35 En% eiwit. De makkelijkste manier om een eiwitrijk dieet te volgen, is door te kiezen voor alleen maar producten/maaltijden met met 20-35 En% eiwit. Deze producten uit de supermarkt bevatten 20-35 En% eiwit.
20-35 En% eiwit wil zeggen dat het aantal gram eiwitten 20-35% bijdraagt aan het totale kcal van het desbetreffende dieet.

 

Dagelijks 54 mg genisteïne verhogen botmineraaldichtheid van postmenopauzale vrouwen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhogen isoflavonensupplementen (zoals genisteïne) de botmineraaldichtheid van postmenopauzale vrouwen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatten 63 RCT’s met in totaal 6427 postmenopauzale vrouwen.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van isoflavonensupplementen de botmineraaldichtheid (botdichtheid) van de lumbale wervelkolom significant verhoogde [MD = 21.34 mg/cm2, 95% BI = 8.21 tot 34.47 mg/cm2, p = 0.001].
Dit positieve effect werd teruggevonden voor 54 mg genisteïne of 600 mg ipriflavone (een synthetisch isoflavon) per dag.

De onderzoekers vonden dat het slikken van isoflavonensupplementen de botmineraaldichtheid (botdichtheid) van de femurhals significant verhoogde [MD = 28.88 mg/cm2, 95% BI = 15.05 tot 42.71 mg/cm2, p 0.0001].
Dit positieve effect werd teruggevonden voor 54 mg genisteïne of 600 mg ipriflavone per dag.

De onderzoekers vonden dat het slikken van isoflavonensupplementen de botmineraaldichtheid (botdichtheid) van de pols (distale radius) significant verhoogde [MD = 19.27 mg/cm2, 95% BI = 5.65 tot 32.89 mg/cm2, p = 0.006].
Dit positieve effect werd teruggevonden voor 54 mg genisteïne of 600 mg ipriflavone per dag.

De onderzoekers concludeerden dat 54 mg genisteïne-supplementen of 600 mg ipriflavone (een synthetisch isoflavon) per dag, de botmineraaldichtheid van postmenopauzale vrouwen verhoogden.

Oorspronkelijke titel:
Effects of Isoflavone Interventions on Bone Mineral Density in Postmenopausal Women: A Systematic Review and Meta-Analysis of Randomized Controlled Trials by Sansai K, Takuathung MN, [...], Koonrungsesomboon N.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/32524173/

Extra informatie van El Mondo:     
Vind hier meer studies over genisteïne, ouderdom en het verhogen van botmineraaldichtheid.

 

Beta-cryptoxanthine via voeding verlaagt blaaskanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Er zijn aanwijzingen dat carotenoïden het risico op het krijgen van blaaskanker kunnen verminderen, maar de associatie (het verband) is onduidelijk en daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het eten van carotenoïden (zoals, beta-cryptoxanthine, alfa-caroteen, beta-caroteen en luteïne en zeaxanthine) of het hebben van een hoog carotenoidengehalte, de kans op het krijgen van blaaskanker onder mannen en vrouwen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte of 22 studies (patënt-controle en cohort studies) met in totaal 516740 volwassenen.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoog luteïne- en zeaxanthinegehalte de kans op het krijgen van blaaskanker significant met 47% [RR = 0.53, 95% BI = 0.33 tot 0.84] verlaagde.
Significant omdat RR van 1 niet in de 95% BI van 0.33 tot 0.84 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyse dat elke verhoging met 1 gram beta-cryptoxanthine via voeding per dag, de kans op het krijgen van blaaskanker significant met 42% [RR = 0.58, 95% BI = 0.36 tot 0.94] verlaagde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyse dat elke verhoging van het alfa-caroteengehalte met 1 μmol/L, de kans op het krijgen van blaaskanker significant met 76% [RR = 0.24, 95% BI = 0.08 tot 0.67] verlaagde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyse dat elke verhoging van het beta-caroteengehalte met 1 μmol/L, de kans op het krijgen van blaaskanker significant met 27% [RR = 0.73, 95% BI = 0.57 tot 0.94] verlaagde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyse dat elke verhoging van het beta-caroteengehalte met 1 μmol/L, de kans op het krijgen van blaaskanker significant met 27% [RR = 0.73, 95% BI = 0.57 tot 0.94] verlaagde.

De onderzoekers vonden in dosisafhankelijke analyse dat elke verhoging van het luteïne- en zeaxanthinegehalte met 1 μmol/L, de kans op het krijgen van blaaskanker significant met 56% [RR = 0.44, 95% BI = 0.28 tot 0.67] verlaagde. 

De onderzoekers concludeerden dat een hoge inname van beta-cryptoxanthine via voeding en een hoog gehalte aan alfa-caroteen-, beta-caroteen en luteïne en zeaxanthine de kans op het krijgen van blaaskanker verlaagden.

Oorspronkelijke titel:
Carotenoid Intake and Circulating Carotenoids Are Inversely Associated With the Risk of Bladder Cancer: A Dose-Response Meta-analysis by Wu S, Liu Y, […], Ramirez AG.

Link:
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/31800007/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over carontenoïden en blaaskanker.

Het carotenoïdengehalte in het lichaam kan verhoogd worden door carotenoïdenrijke voeding te eten en/of carotenoïdensupplementen te slikken.

 

B-vitamines supplementen voorkomen geen cognitieve achteruitgang bij gezonde mensen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Voorkomt het slikken van B-vitamines (vitamine B1, B6, B12 en foliumzuur alleen of gecombineerd) supplementen de cognitieve achteruitgang bij gezonde mensen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatten 20 RCT’s met in totaal 12697 deelnemers. De studiegrootte varieerde tussen 23 en 2919 deelnemers per studie. 8 RCT’s werden gebruikt in de meta-analyse. De interventie van 7 van deze 8 RCT’s duurde minimaal 2 jaar.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden geen effect tussen het sliken van B-vitamines en het verbeteren van de cognitieve functie bij gezonde mensen [SMD = 0.02, 95% BI = -0.034 tot 0.08].
Geen effect werd ook teruggevonden in de sensiviteitsanalyse.

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van B-vitamines (vitamine B1, B6, B12 en foliumzuur alleen of gecombineerd) supplementen de cognitieve achteruitgang bij gezonde mensen niet voorkomt.

Oorspronkelijke titel:
Vitamin B-Can It Prevent Cognitive Decline? A Systematic Review and Meta-Analysis by Behrens A, Graessel E, [...], Donath C.

Link:
https://systematicreviewsjournal.biomedcentral.com/articles/10.1186/s13643-020-01378-7

Extra informatie van El Mondo:     
Vind hier meer studies over vitamine B1, B6, B12, foliumzuur en dementie.

Ziekte van Alzheimer verhoogt een hersenbloeding

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt de ziekte van Alzheimer de kans op het krijgen van een beroerte?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 studies met in totaal 121719 deelnemers, waarvan 73044 mensen met de ziekte van Alzheimer.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat de ziekte van Alzheimer de kans op het krijgen van een hemorragische beroerte (hersenbloeding) significant met 42%  [relatieve risico = 1.42, 95% BI = 1.23- tot 1.64] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat de ziekte van Alzheimer de kans op het krijgen van een hemorragische beroerte (hersenbloeding) verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Risk of hemorrhagic and ischemic stroke in patients with Alzheimer disease: A synthesis of the literature by Waziry R, Chibnik LB, […], Hofman A.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31949087

Extra informatie van El Mondo:                      
Vind hier meer studies over het verlagen van een beroerte en de ziekte van Alzheimer.

 

Vitamine K2 + vitamine D verhogen botmineraaldichtheid

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Eerdere studies hebben geen consistente conclusie getrokken over de effecten van vitamine K in combinatie met vitamine D op de kwaliteit van het menselijke skelet. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verhoogt het slikken van vitamine K in combinatie met vitamine D de botmineraaldichtheid (botdichtheid)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 RCT’s met 971 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine K in combinatie met vitamine D de totale botmineraaldichtheid significant verhoogde [gepoolde effectengroote = 0.316, 95% BI = 0.031 tot 0.601].

De onderzoekers vonden dat het slikken van vitamine K in combinatie met vitamine D het  ondergecarboxyleerd osteocalcine-gehalte significant verlaagde [gepoolde effectengroote = -0.945, 95% BI = -1.131 tot -0.778].

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses, vergeleken met de groep zonder vitamine K2 en D, dat het slikken van maximaal 500 microgram vitamine K2 per dag in combinatie met vitamine D de totale botmineraaldichtheid significant verhoogde [effectengroote = 0.570, 95% BI = 0.196 tot 0.945].

De onderzoekers concludeerden dat het slikken van vitamine K, met name maximaal 500 microgram vitamine K2 per dag in combinatie met vitamine D de totale botmineraaldichtheid verhoogde en het  ondergecarboxyleerd osteocalcine-gehalte verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
The combination effect of vitamin K and vitamin D on human bone quality: a meta-analysis of randomized controlled trials by Kuang X, Liu C, […], Li D.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/32219282

Extra informatie van El Mondo:                      
Vind hier meer studies over vitamine K en D en het verhogen van de botdichtheid.

De verhouding tussen ondergecarboxyleerde en gecarboxyleerde botproteïne osteocalcine wordt beschouwd als een gevoelige indicator voor de algehele vitamine K status (vitamine K-gehalte) van het lichaam.
 

Zuivelproducten verhogen botmineraaldichtheid van postmenopauzale vrouwen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een causaal verband tussen het eten van zuivelproducten en de verhoogde botmineraaldichtheid bij gezonde postmenopauzale vrouwen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 6 RCT’s met 618 deelnemers.
Melk was het belangrijkste zuivelproduct in de RCT’s.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden een significant verband tussen de consumptie van zuivelproducten en de verhoogde botmineraaldichtheid van de lumbale wervelkolom bij gezonde postmenopauzale vrouwen [SMD = 0.21, 95% BI = 0.05 tot 0.37, p = 0.009].

De onderzoekers vonden een significant verband tussen de consumptie van zuivelproducten en de verhoogde botmineraaldichtheid van de dijbeenhals bij gezonde postmenopauzale vrouwen [SMD = 0.36, 95% BI = 0.19 tot 0.53, p  0.001].
Dit positieve effect werd in de supgroepenanalyses pas gevonden vanaf 18 maanden zuivelconsumptie.

De onderzoekers vonden een significant verband tussen de consumptie van zuivelproducten en de verhoogde botmineraaldichtheid van de heup bij gezonde postmenopauzale vrouwen [SMD = 0.37, 95% BI = 0.20 tot 0.55, p  0.001].
Dit positieve effect werd in de supgroepenanalyses pas gevonden vanaf 12 maanden zuivelconsumptie.

De onderzoekers vonden een significant verband tussen de consumptie van zuivelproducten en de verhoogde (totale) botmineraaldichtheid bij gezonde postmenopauzale vrouwen [SMD = 0.58, 95% BI = 0.39 tot 0.77, p  0.001].

De onderzoekers concludeerden dat een causaal verband bestond tussen het eten van zuivelproducten (met name melk) gedurende minimaal 12 maanden en de verhoogde botmineraaldichtheid bij gezonde postmenopauzale vrouwen.

Oorspronkelijke titel:
Effects of dairy products on bone mineral density in healthy postmenopausal women: a systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials by Shi Y, Zhan Y, [...], Jiang Y.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/32185512

Extra informatie van El Mondo:                      
Vind hier meer studies over zuivelproducten en het verhogen van de botdichtheid (botmineraaldichtheid).

Na de menopauze (de laatste menstruatie) volgt de postmenopauze.
 

LDL-cholesterolgehalte hoger dan 121 mg/dL verhoogt Alzheimer

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Verhoogt een hoog LDL-cholesterolgehalte de kans op het krijgen van de ziekte van Alzheimer?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 26 patiënt-controle studies met in totaal 7033 deelnemers (2266 mensen met de ziekte van Alzheimer en 4767 mensen zonder dementie).

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in een fixed-model analyse dat mensen met de ziekte van Alzheimer een hoger LDL-cholesterolgehalte (>121 mg/dL) hadden dan mensen zonder dementie [SMD = 0.16, 95% BI = 0.10 tot 0.22, p 0.01].
Dit resultaat werd ook teruggevonden in de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers vonden dat 60- tot 70-jarigen met de ziekte van Alzheimer een hoger LDL-cholesterolgehalte (slecht cholesterol) hadden dan 60- tot 70-jarigen zonder dementie [SMD = 0.80, 95% BI = 0.23 tot 1.37, p 0.01].

De onderzoekers concludeerden dat een LDL-cholesterolgehalte hoger dan 121 mg/dL de kans op het krijgen van de ziekte van Alzheimer onder 60- tot 70-jarigen verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Low-Density Lipoprotein Cholesterol and Alzheimer's Disease: A Systematic Review and Meta-Analysis by Zhou Z, Liang Y, […], Zhao M.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC7002548/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over LDL cholesterol en ziekte van Alzheimer.
 

Vitamine C-rijke voedingsmiddelen verhogen botmineraaldichtheid

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Er zijn verschillende epidemiologische studies (onderzoeken) uitgevoerd om de associatie (het verband) tussen de inname van vitamine C-georiënteerde voedingsmiddelen en het risico op het krijgen van fracturen en het verlies van de botmineraaldichtheid te evalueren, maar de resultaten blijven controversieel. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt de inname van veel vitamine C-rijke voedingsmiddelen het risico op het krijgen van heupfracturen, botontkalking en het verlies van de botmineraaldichtheid?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 4 cohort studies, 11 patiënt-controle studies en 2 cross-sectionele studies met in totaal 19484 deelnemers.

Er was geen publicatie bias.

De methodologische kwaliteit van de studies was over het algemeen goed.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat de inname van veel vitamine C-rijke voedingsmiddelen het risico op het krijgen van heupfracturen significant met 34% [gepoolde RR = 0.66, 95% BI = 0.47 tot 0.94, I2 = 79.5%, p = 0.000] verlaagde.
Dit verlaagde risico was significant in patiënt-controle studies [RR = 0.58, 95% BI = 0.38 tot 0.89] maar niet in cohort studies [RR = 0.92, 95% BI = 0.59 tot 1.44].

De onderzoekers vonden dat de inname van veel vitamine C-rijke voedingsmiddelen het risico op het krijgen van botontkalking significant met 34% [gepoolde RR = 0.66, 95% BI = 0.48 tot 0.92, I2 = 79.5%, p = 0.000] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat de inname van veel vitamine C-rijke voedingsmiddelen het verlies van de botmineraaldichtheid van de lumbale wervelkolom significant verlaagde [gepoolde r = 0.15, 95% BI = 0.09 tot 0.23].

De onderzoekers vonden dat de inname van veel vitamine C-rijke voedingsmiddelen het verlies van de botmineraaldichtheid van de dijbeenhals significant verlaagde [gepoolde r = 0.20, 95% BI = 0.11 tot 0.34].

De onderzoekers concludeerden dat de inname van veel vitamine C-rijke voedingsmiddelen het risico op het krijgen van heupfracturen, botontkalking en het verlies van de botmineraaldichtheid van de dijbeenhals en de lumbale wervelkolom verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Can Dietary Intake of Vitamin C-Oriented Foods Reduce the Risk of Osteoporosis, Fracture, and BMD Loss? Systematic Review With Meta-Analyses of Recent Studies by Zeng LF, Luo MH, […], Liu J.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC7008177/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine C en botontkalking.
 

Koolhydraten verhogen niet fracturen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Ondanks het groeiende bewijs voor het verband tussen andere macronutriënten via voeding en de gezondheid van de botten, is er beperkte en inconsistente kennis beschikbaar over de inname van koolhydraten. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verhoogt het eten van koolhydraten de kans op het krijgen van fracturen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte observationele studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van koolhydraten en de kans op het krijgen van fracturen [gepoolde relatieve risico = 1.24, 95% BI = 0.84-1.84, p = 0.27, I2 = 57.7%, p = 0.05].

De onderzoekers concludeerden dat het eten van koolhydraten de kans op het krijgen van fracturen niet verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary carbohydrate intake and risk of bone fracture: a systematic review and meta-analysis of observational studies by Mozaffari H, Daneshzad E and Azadbakht L.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31982636

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over koolhydraten en ouderdom
 

Obesitas verhoogt dementie

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Welke factoren verhogen de kans op het krijgen van dementie?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 34 prospectieve cohort studies met in totaal 159594 volwasenen (jonder dan 65 jaar aan het begin van de studie), waarvan 13540 uiteindelijk dementie kregen tijdens de studie.  

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat het hebben van obesitas in de middelbare leeftijd de kans op het krijgen van dementie significant met 78% [RR = 1.78, 95% BI = 1.31-2.41] verhoogde.
Dit verhoogde risico bleef gelijk in de sensitiviteitsanalyses.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat suikerziekte de kans op het krijgen van dementie significant met 69% [RR = 1.69, 95% BI = 1.38-2.07] verhoogde.
Dit verhoogde risico bleef gelijk in de sensitiviteitsanalyses.
Significant wil zeggen, er kan met 95% zekerheid gezegd worden, dat suikerziekte de kans op het krijgen van dementie werkelijk met 69% verhoogde.

De onderzoekers vonden dat het roken in de middelbare leeftijd de kans op het krijgen van dementie significant met 61% [RR = 1.61, 95% BI = 1.32-1.95] verhoogde.
Dit verhoogde risico bleef gelijk in de sensitiviteitsanalyses.
Significant omdat RR van 1 niet in de 95% BI van 1.32 tot 1.95 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden dat een hoog cholesterolgehalte de kans op het krijgen van dementie significant met 57% [RR = 1.57, 95% BI = 1.19-2.07] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat een hoge bloeddruk de kans op het krijgen van dementie significant met 72% [RR = 1.72, 95% BI = 1.25-2.37] verhoogde.

De onderzoekers vonden ook dat zowel een hoog homocysteïnegehalte, stress als veel drinken de kans op het krijgen van dementie verhoogde.

De onderzoekers vonden dat zowel een gezond dieet als een hormonentherapie in de middelbare leeftijd de kans op het krijgen van dementie verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat zowel mensen in de middelbare leeftijd met obesitas of suikerziekte als het roken in de middelbare leeftijd de kans op het krijgen van dementie verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Midlife Modifiable Risk Factors for Dementia: A Systematic Review and Meta-analysis of 34 Prospective Cohort Studies by Li XY, Zhang M, [...], Tan L.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/31902364

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over cholesterol, het verlagen van de bloeddruk, suikerziekte, overgewicht, dementie en ouderdom.

De middelbare leeftijd is de levensfase tussen het veertigste en vijfenzestigste jaar.

Een gezond dieet is een dieet met:

  1. maximaal 35 En% eiwit
  2. maximaal 70 En% koolhydraten
  3. maximaal 25 En% suikers
  4. maximaal 35 En% vet
  5. maximaal 10 En% verzadigd vet
  6. maximaal 0.3 gram zout per 100 kcal
  7. minimaal 1.3 gram vezels per 100 kcal

De makkelijkste manier om een gezond dieet te volgen, is door te kiezen voor alleen maar producten/maaltijden met:

  1. maximaal 35 En% eiwit
  2. maximaal 70 En% koolhydraten
  3. maximaal 25 En% suikers
  4. maximaal 35 En% vet
  5. maximaal 10 En% verzadigd vet
  6. maximaal 0.3 gram zout per 100 kcal
  7. minimaal 1.3 gram vezels per 100 kcal

Echter, de meest praktische manier om een gezond dieet te volgen is, al uw dagelijks gegeten producten/maaltijden moeten gemiddeld:

  1. maximaal 35 En% eiwit
  2. maximaal 70 En% koolhydraten
  3. maximaal 25 En% suikers
  4. maximaal 35 En% vet
  5. maximaal 10 En% verzadigd vet
  6. maximaal 0.3 gram zout per 100 kcal
  7. minimaal 1.3 gram vezels per 100 kcal

Welke producten in de supermarkt gezond zijn kunt u hier opzoeken.

Alzheimer-patiënten hebben een lage vitamine E bloedwaarde

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen de bloedwaarde van vitamine C, E en beta-caroteen en het krijgen van de ziekte Alzheimer?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte studies met gegevens over de bloedwaarde vitamine C, E en beta-caroteen van patiënten met de ziekte Alzheimer.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in de meta-analyse dat de vitamine E bloedwaarde van patiënten met Alzheimer significant lager was dan van patiënten zonder Alzheimer [SMD = -1.49 μmol/L, 95% BI = -2.08 tot -0.89 μmol/L, p 0.001].

De onderzoekers vonden in de meta-analyse geen significant verschil in de vitamine C bloedwaarde tussen patiënten met Alzheimer en patiënten zonder Alzheimer [SMD = -1.43 μmol/L, 95% BI = -3.05 tot 0.19 μmol/L, p = 0.083].

De onderzoekers vonden in de meta-analyse geen significant verschil in de beta-caroteen bloedwaarde tussen patiënten met Alzheimer en patiënten zonder Alzheimer [SMD = -0.61 μmol/L, 95% BI = -1.40 tot 0.18 μmol/L, p = 0.131].

De onderzoekers concludeerden dat een verlaagde vitamine E bloedwaarde, de kans op het krijgen van de ziekte van Alzheimer verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Meta-analysis of vitamin C, vitamin E and β-carotene levels in the plasma of Alzheimer's disease patients by Dong R, Yang Q, […], Zhao H.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30081996

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine C, E, beta-caroteen en dementie

De vitamine E bloedwaarde kan verhoogd worden door levensmiddelen te eten die veel vitamine E bevatten en/of door vitamine E-supplementen te slikken.
 

Vitamine A en C via voeding verlagen de oogziekte glaucoom

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Hoewel er verschillende onderzoeken uitgevoerd zijn naar de relatie tussen vitamines en het krijgen van glaucoom (groene staar), zijn de resultaten vaak tegenstrijdig. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Is er een verband tussen het eten van vitamines en het krijgen van de oogziekte glaucoom?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 5 cohort studies met in totaal 940 mensen met de oogziekte glaucoom en 123697 mensen zonder de oogziekte glaucoom.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat de inname van vitamine A via voeding, de kans op het krijgen van de oogziekte glaucoom significant met 55% [gepoolde OR = 0.45, 95% BI = 0.30-0.68, I2 = 0%] verlaagde.
Significant omdat OR van 1 niet in de 95% BI van 0.30 tot 0.68 zat. OR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden dat de inname van vitamine C via voeding, de kans op het krijgen van de oogziekte glaucoom significant met 61% [OR = 0.39, 95% BI = 0.23-0.67, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het eten van groene bladgroenten, de kans op het krijgen van de oogziekte glaucoom significant met 61% [OR = 0.39, 95% BI = 0.22-0.70, I2 = 0%] verlaagde.

De onderzoekers vonden geen verband tussen de inname van vitamine B1 via voeding, de kans op het krijgen van de oogziekte glaucoom [OR = 0.84, 95% BI = 0.47-1.51].

De onderzoekers vonden geen verband tussen de inname van vitamine E via voeding, de kans op het krijgen van de oogziekte glaucoom [OR = 0.95, 95% BI = 0.75-1.19].
Niet significant omdat OR van 1 in de 95% BI van 0.75 tot 1.19 zat. OR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van vitamine A, vitamine C en groene bladgroenten, de kans op het krijgen van de oogziekte glaucoom verlaagden. 

Oorspronkelijke titel:
The Effect of Vitamins on Glaucoma: A Systematic Review and Meta-Analysis by Ramdas WD, Schouten JSAG and Webers CAB.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5872777/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vitamine A, C, B1, E, groene bladgroenten en ouderdom

Veel antioxidanten via voeding verlagen doodgaan aan alle oorzaken

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
De associatie tussen de verschillende voedings- of circulerende antioxidanten en het risico op doodgaan aan alle oorzaken onder de bevolking is nog niet vastgesteld. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt het eten van antioxidanten (zoals carotenoïden, flavonoïden, vitamine C en selenium) of een hoog antioxidantengehalte in het bloed de kans op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 41 prospectieve observationele studies met in totaal 507251 deelnemers, waarvan 73965 mensen die doodgingen aan alle oorzaken.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een hoog caroteengehalte in het bloed, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 40% [RR = 0.60, 95% BI = 0.46 tot 0.74] verlaagde.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden dat een hoog vitamine C-gehalte in het bloed, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 39% [RR = 0.61, 95% BI = 0.53 tot 0.69] verlaagde.
Significant omdat RR van 1 niet in de 95% BI van 0.53 tot 0.69 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden dat een hoog seleniumgehalte in het bloed, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant 38% met [RR = 0.62, 95% BI = 0.45 tot 0.79] verlaagde.
Significant wil zeggen, er kan met 95% zekerheid gezegd worden, dat een hoog seleniumgehalte in het bloed, de kans op doodgaan aan alle oorzaken werkelijk met 38% verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoog beta-caroteengehalte in het bloed, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 37% [RR = 0.63, 95% BI = 0.57 tot 0.70] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoog alfa-caroteengehalte in het bloed, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 32% [RR = 0.68, 95% BI = 0.58 tot 0.78] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoog carotenoïdengehalte in het bloed, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 32% [RR = 0.68, 95% BI = 0.56 tot 0.80] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoog lycopeengehalte in het bloed, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 25% [RR = 0.75, 95% BI = 0.54 tot 0.97] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoog alfa-tocoferolgehalte in het bloed, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 16% [RR = 0.84, 95% BI = 0.77 tot 0.91] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge carotenoïdeninname via voeding, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 24% [RR = 0.76, 95% BI = 0.66 tot 0.85] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge antioxidanteninname via voeding, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 23% [RR = 0.77, 95% BI = 0.73 tot 0.81] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge seleniuminname via voeding, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 21% [RR = 0.79, 95% BI = 0.73 tot 0.85] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge alfa-caroteeninname via voeding, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 21% [RR = 0.79, 95% BI = 0.63 tot 0.94] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge beta-caroteeninname via voeding, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 18% [RR = 0.82, 95% BI = 0.77 tot 0.86] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge vitamine C inname via voeding, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 12% [RR = 0.88, 95% BI = 0.83 tot 0.94] verlaagde.

De onderzoekers vonden dat een hoge caroteneninname via voeding, de kans op doodgaan aan alle oorzaken significant met 11% [RR = 0.89, 95% BI = 0.81 tot 0.97] verlaagde.

De onderzoekers vonden een U-vormige relatie tussen het lycopeengehalte in het bloed en de kans op doodgaan aan alle oorzaken. 

De onderzoekers vonden een U-vormige relatie tussen het eten van vitamine C en de kans op doodgaan aan alle oorzaken. 

De onderzoekers concludeerden dat zowel een hoog antioxidantengehalte in het bloed als een hoge antioxidanteninname via voeding, de kans op doodgaan aan alle oorzaken verlaagden.

Oorspronkelijke titel:
Dietary Antioxidants, Circulating Antioxidant Concentrations, Total Antioxidant Capacity, and Risk of All-Cause Mortality: A Systematic Review and Dose-Response Meta-Analysis of Prospective Observational Studies by Jayedi A, Rashidy-Pour A, […], Shab-Bidar S.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30239557

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over antioxidanten, flavonoïden, carotenoïden, vitamine C, selenium en ouderdom.

 

All-cause mortaliteit is het laagst bij een dieet met 50-55 En% koolhydraten

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een relatie tussen het eten van koolhydraten en doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 cohort studies met in totaal 432179 deelnemers, waarvan  40181 mensen die tijdens de studie doodgingen. 

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat een dieet met 40 En% koolhydraten, de kans op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit) significant met 20% [gepoodel HR = 1.20, 95% BI = 1.09-1.32, p 0.0001] verhoogde.

De onderzoekers vonden dat een dieet met >70 En% koolhydraten, de kans op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit) significant met 23% [gepoodel HR = 1.23, 95% BI = 1.11-1.36, p 0.0001] verhoogde.

De onderzoekers vonden een U-vormige relatie tussen het eten van koolhydraten en de kans op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit), met een minimale risico bij 50 tot 55 En% koolhydraten.

De onderzoekers concludeerden dat een U-vormige relatie tussen het eten van koolhydraten en de kans op doodgaan aan alle oorzaken (all-cause mortaliteit) bestond, met een minimale risico bij 50 tot 55 En% koolhydraten.

Oorspronkelijke titel:
Dietary carbohydrate intake and mortality: a prospective cohort study and meta-analysis by Seidelmann SB, Claggett B, […], Solomon SD.

Link:
https://www.thelancet.com/journals/lanpub/article/PIIS2468-2667(18)30135-X/fulltext

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over ouderdom en koolhydraten.

De makkelijkste manier om een dieet met 50 tot 55 En% koolhydraten te volgen, is te kiezen voor uitsluitend producten/maaltijden die ook 50 tot 55 En% koolhydraten bevattten. Welke producten/maaltijden 50 tot 55 En% koolhydraten bevatten, kunt hier opzoeken.
 

Wijn verhoogt niet dikke darmkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Er zijn tegenstrijdige resultaten met betrekking tot de relatie tussen het drinken van wijn en het krijgen van colorectale kanker (dikke darmkanker). Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verhoogt het drinken van wijn de kans op het krijgen van dikke darmkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 8 patiënt-controle studies en 9 cohort studies met in totaal 12110 mensen met dikke darmkanker.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden geen verband tussen het drinken van wijn en het krijgen van dikke darmkanker [SRR = 0.99, 95% BI = 0.89-1.10, p-heterogeniteit 0.001].
Geen verband omdat SRR van 1 in de 95% BI van 0.89 tot 1.10 zat. SRR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses (om meer informatie te krijgen) ook geen verband tussen het drinken van wijn en het krijgen van colonkanker.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses ook geen verband tussen het drinken van wijn en het krijgen van rectumkanker.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses ook geen verband tussen het drinken van wijn en het krijgen van dikke darmkanker onder mannen.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses ook geen verband tussen het drinken van wijn en het krijgen van dikke darmkanker onder vrouwen.


De onderzoekers vonden geen verband tussen het drinken van maximaal 2 glazen wijn per dag en het krijgen van dikke darmkanker [SRR = 0.93, 95% BI = 0.80-1.08, I2 = 69.2%].

De onderzoekers vonden geen verband tussen het drinken van minimaal 2 glazen wijn per dag en het krijgen van dikke darmkanker [SRR = 1.00, 95% BI = 0.86-1.16, I2 = 39.9%].

De onderzoekers concludeerden dat het drinken van wijn, de kans op het krijgen van dikke darmkanker niet verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Wine consumption and colorectal cancer risk: a meta-analysis of observational studies by Xu W, Fan H, [...], Ge Z.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30247171

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies/informatie over overzichtsartikel/significant/heterogeniteit, wijnconsumptie en dikke darmkanker.

 

Een laag seleniumgehalte in de hersenen verhoogt de ziekte van Alzheimer

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen het seleniumgehalte in de hersenen en de ziekte van Alzheimer?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 14 studies met 40 observaties.
Er was geen publicatiebias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in het random-effect model dat het seleniumgehalte in het hersenweefsel van mensen met de ziekte van Alzheimer lager was dan van mensen zonder de ziekte van Alzheimer [SMD = - 0.42]. Dit resultaat werd ook teruggevonden in de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyses dat het seleniumgehalte in het temporale gebied (slaapkwab), het hippocampale gebied en de cortexgebieden van de hersenen van mensen met de ziekte van Alzheimer lager was dan van mensen zonder de ziekte van Alzheimer. Dit resultaat werd ook teruggevonden in de sensitiviteitsanalyses.

De onderzoekers concludeerden dat het seleniumgehalte in de hersenen van mensen met de ziekte van Alzheimer lager was dan van mensen zonder de ziekte van Alzheimer.

Oorspronkelijke titel:
Brain Selenium in Alzheimer's Disease (BRAIN SEAD Study): a Systematic Review and Meta-Analysis by Varikasuvu SR, Prasad VS, [...], Manne M.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30171594

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over selenium en de ziekte van Alzheimer. 
 

Veel verzadigd vet verhoogt fracturen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
De totale inname van vet in voeding kan het risico op het krijgen van fracturen beïnvloeden. Echter, tot op heden zijn tegenstrijdige bevindingen gevonden. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Is er een verband tussen het eten van vet en het risico op het krijgen van fracturen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 6 observationele studies.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden geen significant verband tussen de inname van het totale vet via voeding en het krijgen van fracturen [gepoolde effectgrootte = 1.31, 95% BI = 0.95-1.79, p = 0.09].

De onderzoekers vonden dat het eten van veel verzadigd vet de kans op het krijgen van fracturen significant met 79% verhoogde [gepoolde effectgrootte = 1.79, 95% BI = 1.05 -3.03, p = 0.03].

De onderzoekers vonden dat het eten van veel enkelvoudig onverzadigd vet, afkomstig van dierlijke producten de kans op het krijgen van fracturen significant met 129% verhoogde [gepoolde effectgrootte = 2.29, 95% BI = 1.50 -3.50, p 0.0001].

De onderzoekers concludeerden dat het eten van zowel veel verzadigd vet als enkelvoudig onverzadigd vet, dat afkomstig is van dierlijke producten, de kans op het krijgen van fracturen verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Dietary fat, saturated fatty acid, and monounsaturated fatty acid intakes and risk of bone fracture: a systematic review and meta-analysis of observational studies by Mozaffari H, Djafarian K, […], Shab-Bidar S.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29947872

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over vet en ouderdom

Een dieet met veel verzadigd vet is een dieet met veel producten met meer dan 10 En% verzadigd vet of anders gezegd, het gemiddelde van uw dagelijks gegeten producten bevat meer dan 10 En% verzadigd vet. Deze maaltijden bevatten meer dan 10 En% verzadigd vet.

Geen verband tussen koolhydraten en prostaatkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Prostaatkanker is wereldwijd een van de belangrijkste kankeroorzaken onder mannen. Veel epidemiologische studies laten een verband zien tussen de inname van koolhydraten en het krijgen van prostaatkanker. Echter, het bewijs uit epidemiologische studies is inconsistent. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Is er een verband tussen het eten van koolhydraten en het krijgen van prostaatkanker?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 21 studies, gepubliceerd tussen 1980 en 2018 met in totaal 98739 deelnemers, waarvan 11573 mensen met prostaatkanker.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van veel koolhydraten en het krijgen van prostaatkanker [multivariate-adjusted OR = 1.11, 95% BI = 0.98-1.26, I2 = 62.7%].

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van veel koolhydraten en gevorderde prostaatkanker [multivariate-adjusted OR = 0.95, 95% BI = 0.78-1.16, I2 = 14.1%].

De onderzoekers vonden geen verband tussen het eten van veel koolhydraten en niet-gevorderde prostaatkanker [multivariate-adjusted OR = 1.01, 95% BI = 0.79-1.29, I2 = 64.4%].

De onderzoekers concludeerden dat er geen verband bestond tussen het eten van veel koolhydraten en het krijgen van prostaatkanker.

Oorspronkelijke titel:
Carbohydrate intake and the risk of prostate cancer by Fan LL, Su HX, […], Nan CJ.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29778541

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over koolhydraten en prostaatkanker.

Coronaire hartziekte en hartfalen verhogen dementie

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
De risicofactoren van hart- en vaatziekten hangen nauw samen met het risico op het krijgen van dementie, maar of hartaandoeningen de persoon in kwestie ook vatbaar maken voor dementie is onzeker. Daarom, werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verhogen hartaandoeningen, zoals coronaire hartziekte en hartfalen, de kans op het krijgen van dementie?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 16 studies met 1309483 patiënten met coronaire hartziekte en 7 studies met in totaal 1958702 patiënten met hartfalen.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in gepoolde analyse dat coronaire hartziekte, de kans op het krijgen van dementie significant met 27% [gepoolde relatieve risico = 1.27, 95% BI = 1.07-1.50, I2 = 80%] verhoogde.
Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden in gepoolde analyse dat hartfalen, de kans op het krijgen van dementie significant met 60% [gepoolde relatieve risico = 1.60, 95% BI = 1.19-2.13, I2 = 59%] verhoogde.
Significant wil zeggen, er kan met 95% zekerheid gezegd worden, dat hartfalen de kans op het krijgen van dementie werkelijk met 60% verhoogde.

De onderzoekers vonden in 9 prospectieve cohort studies dat coronaire hartziekte de kans op het krijgen van dementie significant met 26% [relatieve risico = 1.26, 95% BI = 1.06-1.49, I2 = 0%] verhoogde.
Significant omdat relatieve risico van 1 niet in de 95% BI van 1.06 tot 1.49 zat. Relatieve risico van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden in 4 prospectieve cohort studies dat hartfalen de kans op het krijgen van dementie significant met 80% [relatieve risico = 1.80, 95% BI = 1.41-2.31, I2 = 0%] verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat zowel coronaire hartziekte als hartfalen, de kans op het krijgen van dementie verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Coronary heart disease, heart failure, and the risk of dementia: A systematic review and meta-analysis by Wolters FJ, Segufa RA, […], Sedaghat S.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29494808

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over cohort/patiënt-controle studies, dementie en hart- en vaatziekten.
 

Een hoog BMI verhoogt borstkanker

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een verband tussen BMI en borstkanker onder vrouwen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 12 prospectieve cohort studies met in totaal 22728674 vrouwen.
De gemiddelde follow-up duur (de duur van de studie) varieerde tussen 4.29 en 10.8 jaar.
De studiegrootte varieerde tussen 15054 en 1222630 vrouwen.
De studies waren goed opgezet met een Newcastle-Ottawa score van ≥7.
Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat elke verhoging van het BMI met 5 punten, de kans op het krijgen van borstkanker significant met 2% [SRR = 1.02, 95% BI = 1.01-1.04, p 0.001, I2 = 74.2%, p = 0.00] verhoogde. Dit verhoogde risico was ook significant in de sensitiviteitsanalyse.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyse dat een hoog BMI de kans op het krijgen van borstkanker onder premenopauzale vrouwen significant met 2% [SRR = 0.98, 95% BI = 0.96-0.99, p 0.001] verlaagde.

De onderzoekers vonden in de subgroepenanalyse een lineair verband tussen het BMI en de kans op het krijgen van borstkanker zowel onder premenopauzale vrouwen als postmenopauzale vrouwen.

De onderzoekers concludeerden dat elke verhoging van het BMI met 5 punten, de kans op het krijgen van borstkanker onder vrouwen verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Association between body mass index and breast cancer risk: evidence based on a dose-response meta-analysis by Liu K, Zhang W, [...], Dai Z.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5783020/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over borstkanker en BMI.
 

Melkeiwittensupplementen in combinatie met krachttraining verhogen spiermassa bij ouderen

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Wat is het effect van melkeiwittensupplementen alleen of in combinatie met krachttraining op het lichaamsgewicht, de vetmassa en de vetvrije mass van ouderen (≥ 60 jaar)?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 RCT’s met in totaal 574 deelnemers (gemiddelde leeftijd van 60 tot 80.8 jaar).

Er was geen publicatie bias.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden dat melkeiwittensupplementen in combinatie met krachttraining geen significant effect hadden op het vetmassa [0.30, 95% BI = -0.25 tot 0.86 kg of het lichaamsgewicht bij ouderen [1.02, 95% BI = -0.01 tot 2.04 kg].

De onderzoekers vonden dat melkeiwittensupplementen in combinatie met krachttraining het vetvrije massa (=spiermasa) bij ouderen significant verhoogde [0.74, 95% BI = 0.30 tot 1.17 kg], met name bij studies met meer dan 55 deelnemers [0.73, 95% BI = 0.30 tot 1.16 kg] en bij studies met deelnemers met ouderdomsgerelateerde medische aandoeningen [1.60, 95% BI = 0.92 tot 2.28 kg].

De onderzoekers concludeerden dat melkeiwittensupplementen in combinatie met krachttraining het vetvrije massa (=spiermasa) bij ouderen (≥ 60 jaar) verhoogde.

Oorspronkelijke titel:
Effects of Milk Proteins Supplementation in Older Adults Undergoing Resistance Training: A Meta-Analysis of Randomized Control Trials by Hidayat K, Chen GC, […], Qin LQ.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29380851

Extra informatie van El Mondo:
Lees hier meer over sportvoeding, krachttraining, ouderdom en eiwitten.

Vitamine D-gehalte tussen 25 en 35 ng/mL verlaagt ziekte van Alzheimer

Afbeelding

Onderzoeksvraag:
Is er een dosisafhankelijk verband tussen het vitamine D-gehalte in het bloed en de kans op het krijgen van dementie en de ziekte van Alzheimer?
 

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 7 prospectieve cohort studies en 1 retrospectieve cohort studie met 1953 mensen met dementie en 1607 mensen met de ziekte van Alzheimer onder 28354 deelnemers.

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden geen verband tussen het vitamine D-gehalte tussen 10 en 20 ng/mL en de kans op het krijgen van dementie [HR = 1.09, 95% BI = 0.95 tot 1.24].
Geen verband want HR van 1 zat in de 95% BI van 0.95 tot 1.24. HR van 1 betekent geen verband/risico.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het vitamine D-gehalte tussen 10 en 20 ng/mL en de kans op het krijgen van de ziekte van Alzheimer [HR = 1.19, 95% BI = 0.96 tot 1.41].

De onderzoekers vonden dat het vitamine D-gehalte lager dan 10 ng/mL, de kans op het krijgen van dementie significant met 33% [HR = 1.33, 95% BI = 1.08 tot 1.58] verhoogde.
Significant want HR van 1 zat niet in de 95% BI van 1.08 tot 1.58. HR van 1 betekent geen verband/risico.

De onderzoekers vonden geen verband tussen het vitamine D-gehalte lager dan 10 ng/mL en de kans op het krijgen van de ziekte van Alzheimer [HR = 1.31, 95% BI = 0.98 tot 1.65]

De onderzoekers vonden dat het vitamine D-gehalte van 25 ng/mL, de kans op het krijgen van dementie significant verlaagde.

De onderzoekers vonden dat het vitamine D-gehalte tussen 25 en 35 ng/mL, de kans op het krijgen van de ziekte van Alzheimer significant verlaagde.

De onderzoekers concludeerden dat het vitamine D-gehalte tussen 25 en 35 ng/mL, de kans op het krijgen van dementie en de ziekte van Alzheimer verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Vitamin D status and risk of dementia and Alzheimer's disease: A meta-analysis of dose-response by Jayedi A, Rashidy-Pour A and Shab-Bidar S.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29447107

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over cohort/patiënt-controle studies, dementie en vitamine D.
 

Dagelijks veel yoghurt en kaas verlaagt heupfracturen

Onderzoeksvraag:
De consumptie van zuivelproducten kan het risico op het krijgen van heupfracturen beïnvloeden, maar eerdere studies laten inconsistente resultaten zien. Daarom werd dit overzichtsartikel uitgevoerd.

Verlaagt de consumptie van zuivelproducten de kans op het krijgen van heupfracturen?

Studieopzet:
Dit overzichtsartikel bevatte 10 cohort studies (met in totaal 8613 mensen met heupfracturen onder 363557 deelnemers. De follow-up duur varieerde tussen 3 en 22 jaar) en 8 patiënt-controle studies (met in totaal 3815 mensen met heupfracturen en 6415 mensen zonder heupfracturen).

Resultaten en conclusies:
De onderzoekers vonden in cohort studies geen verband tussen de consumptie van zowel veel melk [gepoolde RR = 0.91, 95% BI = 0.74-1.12] als (totale) zuivelproducten [gepoolde RR = 1.02, 95% BI = 0.93-1.12] en de kans op het krijgen van heupfracturen.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat het eten van veel yoghurt vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van heupfracturen significant met 25% [gepoolde RR = 0.75, 95% BI = 0.66-0.86] verlaagde. Significant wil zeggen, er is een verband bij een 95% betrouwbaarheid.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat het eten van veel kaas vergeleken met weinig, de kans op het krijgen van heupfracturen significant met 32% [gepoolde RR = 0.68, 95% BI = 0.61-0.77] verlaagde. Significant omdat RR van 1 niet in de 95% BI van 0.61 tot 0.77 zat. RR van 1 wil zeggen, er is geen verband/risico.

De onderzoekers vonden in patiënt-controle studies dat het drinken van 200 tot 600 gram melk per dag, de kans op het krijgen van heupfracturen significant verlaagde.

De onderzoekers vonden in cohort studies dat het drinken van 0 tot 600 gram melk per dag, de kans op het krijgen van heupfracturen significant verhoogde.

De onderzoekers concludeerden dat het eten van veel yoghurt en kaas, de kans op het krijgen van heupfracturen verlaagde.

Oorspronkelijke titel:
Dairy product consumption and risk of hip fracture: a systematic review and meta-analysis by Bian S, Hu J, [...], Ma J.

Link:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5778815/

Extra informatie van El Mondo:
Vind hier meer studies over cohort/patiënt-controle studies, zuivelconsumptie en ouderdom.
De resultaten gevonden in patiënt-controle studies zijn minder betrouwbaar dan in cohort studies.